Waterschappen: krachtige spelers in gebiedsontwikkeling
Stap in de wereld van ruimtelijke ordening
Waterschap: een krachtige speler in gebiedsontwikkeling Voor een duurzame toekomst van de Nederlandse delta kunnen ruimte en water niet zonder elkaar. Water vraagt ruimte, en ruimtelijke kwaliteit kan in Nederland niet zonder water. In het rijksbeleid wordt hier ook nadrukkelijk van uitgegaan. Niemand bestrijdt de noodzaak van een goede koppeling tussen water en ruimte. De vraag is echter of bij gebiedsontwikkeling voldoende ruimte voor water wordt
Om dit te stimuleren, heeft de Unie van Waterschappen eind 2008
gemaakt. De waterschappen hebben veel kennis te bieden die voor
de ad hoc Commissie Water en Ruimte ingesteld. Deze commissie
het realiseren van integrale gebiedsontwikkeling en ruimtelijke
wil bereiken dat we ons als volwaardige partners gaan opstellen
kwaliteit moet worden ingezet. Dit vereist dat de waterschappen zich
in gebiedsontwikkelingen. Met dit manifest wil de commissie die
pro-actief opstellen richting ruimtelijke ordening, met inspirerende
uitdaging helder beschrijven en de waterschappen aansporen om
ideeën komen en zich nieuwe vaardigheden eigen maken. Dat de
actiever in de ruimtelijke ordening te stappen. En daarbij anders te
waterschappen bij gebiedsprocessen op het juiste moment met de
gaan werken: pro-actief, flexibel, weten waar ruimtelijke processen
juiste mensen aan tafel zitten die weten hoe je “water” vertaalt naar
over gaan en creatief. Met een actieprogramma willen we de
ruimtelijke kwaliteit. Dit manifest wil waterschappen daartoe verder
gewenste versnelling en verbreding realiseren. Dit manifest omvat
aansporen.
aanbevelingen van de commissie die opgepakt worden door de Unie van Waterschappen die bij de uitwerking een leidende rol zal spelen.
Waterschappen staan voor een functionele taak, maar zijn zich bewust
De waterschappen zelf doen actief mee aan de uitwerking, waarbij van
dat die taak alleen vanuit een brede kijk kan worden uitgevoerd. Voor
netwerkpartners evenwel een actieve opstelling wordt verwacht.
het efficiënt realiseren van hun doelen is vroegtijdige afstemming nodig met de ruimtelijke ordening. Er is nog wel koudwatervrees, onvoldoende deskundigheid over ruimtelijke planprocessen, een te starre, op waterschapsnormen gerichte houding en intern wordt er niet altijd voldoende ruimte geboden om nieuwe allianties aan te
“Waterschappen staan bij gebiedsontwikkeling nog te veel aan de kant, terwijl water vaak een rol van betekenis speelt en er grote behoefte is aan adequate waterkennis” (Peter van Rooy)
gaan. Hierdoor wordt het realiseren van de wateropgave moeilijker, wordt er inefficiënt gewerkt en missen de waterschappen kansen om de ruimtelijke kwaliteit van onze steden en landschappen te
Taak van het waterschap
verbeteren. Daarom moeten waterschappen er voor zorgen dat ze
De taak van het waterschap is het inrichten en beheren van een
vroegtijdig in het ruimtelijk ordeningsproces een stevige rol spelen
duurzaam en klimaatbestendig watersysteem. Dit vraagt om ruimte
in gebiedsontwikkelingen zonder op de stoel te gaan zitten van de
voor water voor bijvoorbeeld waterberging, het terugbrengen van
gemeenten en provincies.
de natuurlijke loop van beken en de herinrichting van het stedelijk
Gebiedsontwikkeling vindt plaats binnen de kaders van het ruimtelijk
watersysteem. Om veilig en prettig in ons land te kunnen verblijven,
beleid, provincies hebben een integraal afwegende wettelijke taak
voldoet de sectorale benadering niet meer. We moeten en kunnen
in dat beleid. De waterschappen kunnen en moeten vanuit hun
waterdoelen effectiever en efficiënter bereiken door vroegtijdig aan
eigen verantwoordelijkheid voor water maximaal participeren in
te haken in het proces van de ruimtelijke ordening. Zo kunnen de
gebiedsontwikkeling. De waterschappen willen dit nog actiever en
waterschappen veranderingen in het ruimtegebruik beïnvloeden in de
effectiever oppakken.
richting van een duurzaam en klimaatbestendig watersysteem waarbij ook nog eens geld bespaard wordt.
“De nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening biedt de waterschappen ruime mogelijkheden om bij de uitvoering van structuurvisies mede de ruimtelijke kwaliteit te versterken” (Theo Rietkerk)
“We doen Nederland tekort als er niet goed tussen water en ruimtelijke ordening wordt samengewerkt” (Lenie Dwarshuis)
Commissie Water en Ruimte
Praktijk
een vanzelfsprekende partner worden in gebiedsontwikkeling. Dit
Tot zover de theorie. In de praktijk zijn er nog te weinig water-
bereik je door allianties aan te gaan. Er zijn kansen genoeg, want er
schappen die alert en met nieuwe vaardigheden het ruimtelijke
zijn immers gezamenlijke belangen als het gaat om leefomgeving,
ordeningsproces instappen. Dus waterschappen die beseffen dat
klimaatadaptatie en ruimtelijke kwaliteit. We moeten af van de oude
ze hun kerntaken effectiever kunnen uitvoeren via de ruimtelijke
kreet: ‘Water, dat is iets voor het waterschap’.
ordening. Anders gezegd: de ruimtelijke ordening benutten
Het vraagt wel om een cultuuromslag. De waterschappen kunnen niet
om de waterdoelen te bereiken. Op het waterdomein spelen de
langer de waterhuishoudkundige randvoorwaarden over de schutting
waterschappen hun rol goed; het gaat er nu om dat zij met behoud
gooien en overgaan tot de orde van de dag. Waterschappers moeten
daarvan ook in het ruimtelijke ordeningsproces hun rol oppakken.
ook niet blijven steken in technische taal en randvoorwaarden, maar
Daartoe moeten waterschappen bij hun partners het vertrouwen
zich juist afvragen hoe water belangrijk kan zijn voor anderen. Ga dus
verwerven dat de waterschappen creatief meedenken met oog voor
aan vitale netwerken bouwen. Help gemeenten om wateraspecten
meerdere belangen en ook bereid zijn om meerwaarde te creëren
goed te kunnen interpreteren. Wees ook bereid om in een meerjarig
voor andere gebiedsfuncties dan water. De vraag is niet of dit moet
proces te stappen waarvan je op voorhand niet precies weet waar het
gebeuren, maar hoe deze omslag het best bereikt kan worden.
toe leidt. Accepteer dan dat het rekenwerk in het begin onzekerheden heeft en gaande het proces aan nauwkeurigheid wint. En wees bewust
“Gooi de watertoets niet weg, zorg wel voor meer actie aan de voorkant van een RO-proces. Trek daarbij als overheden gezamenlijk op” (Ina Adema)
van de rol die je op elk moment speelt: formeel, informeel, creatief en die van een betrouwbare partner. Leer bestuurlijk en ambtelijk te schakelen tussen overheden, draagvlak te verwerven en hanteer een flexibele instelling. Leer ook
Voorbeeld 1: Integraal gebiedsproces Baakse Beek-Veengoot
te denken in beeldende concepten en vertaal de waterschapsnormen
Sinds 2007 werkt Waterschap Rijn en IJssel samen met de provincie
naar een ander schaalniveau in het ruimtelijke planproces. Denk in
aan herstel van de sponswerking van de Baakse Beek, aan klimaat-
meerdere belangen en zoek bij complexe gebiedsontwikkelingen naar
maatregelen voor waterbeheer, het optimaliseren van de landbouw,
het “slim combineren of integreren” van de verschillende belangen.
de aanpak van verdroging en het realiseren van een ecologische
Hierbij gebruik je de verschillende gebiedsurgenties als katalysator.
verbindingszone. Momenteel heeft het waterschap de rol van trekker/
Zodoende geef je ruimte aan flexibiliteit, alternatieve oplossingen en
regisseur van dit integrale gebiedsproces (dus inclusief behartiging
meervoudig ruimtegebruik.
van belangen van natuur, cultuurhistorie, recreatie en landbouw). Het waterschap voert dit project uit, in opdracht van de provincie
Om dit goed te kunnen doen, is een formeel en informeel
Gelderland, samen met gemeenten, met organisaties uit de landbouw
bestuurlijk en ambtelijk netwerk nodig met gemeenten,
en toerisme en met landgoedeigenaren en particulieren. Per water-
provincies en projectontwikkelaars. En bouw ook goede
maatregel zijn afspraken gemaakt over kostenverdeling, deels al
relaties op met grondeigenaren, investeerders en
vastgelegd in overeenkomsten.
burgerinitiatieven. Ook intern is een goede verstandhouding tussen bestuurders, management en medewerkers
Cultuuromslag
noodzakelijk. Bedenk: alleen lijk je sneller, maar samen
Verbeter de wereld, begin bij jezelf. De waterschappen hebben hun
kom je verder. Concluderend: waterschappen moeten hun
eerste stap tot integratie met de ruimtelijke ordening wel gezet, maar
gebiedskennis inzetten, vaker het initiatief nemen, visie en lef
dit moet versneld en verbreed worden. De waterschappen moeten
tonen en soms een tikkeltje eigenwijs zijn.
“Door te schakelen met agenda’s van gebiedspartners kunnen waterschappen in hun werk meerwaarde creëren voor andere gebiedsfuncties, draagvlak vergroten, cofinanciering vinden en de uitvoering versnellen”
“Denk van buiten naar binnen. Bedenk wat water kan bijdragen aan de doelen van anderen” (Peter Glas)
(Stefan Kuks)
vaardigheden. De moderne waterschapper is initiatiefrijk, flexibel
Vaardigheden Deze omslag doet een beroep op ambtelijke en bestuurlijke en op samenwerking gericht. Hij of zij kan goed netwerken en
Voorbeeld 2: In de Proeftuin Rijswijk-Zuid participeert
onderhandelen, heeft een ruimtelijke toekomstvisie en gevoel voor
Hoogheemraadschap van Delfland actief in het gezamenlijk maken
ruimtelijke kwaliteit. Hij of zij weet waar andere sectoren ruimtelijk
van systeemkeuzes rond water, inclusief de waterketen en bodem.
mee worstelen en denkt na over mogelijke oplossingen waar
Het project moet inzicht opleveren in welke factoren succesvol
meerdere sectoren wat aan hebben. Ook kan die persoon goed
zijn voor het vroegtijdig inbedden van de wateropgave in het
schakelen: tussen diverse niveaus binnen zijn organisatie, tussen
ruimtelijk planvormingsproces. Het project is een kennisco-creatie-
lokale en regionale schaalniveaus en met uiteenlopende groepen en
project waarbij (wetenschappelijke) kennis in en met de praktijk
organisaties.
wordt ontwikkeld. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking
Medewerkers moeten de ruimte krijgen en aangespoord worden
met de gemeente Rijswijk, Witteveen en Bos, Deltares, de Erasmus
om tijdig en deskundig in het proces van de ruimtelijke ordening
Universiteit Rotterdam en de faculteiten Bouwkunde (Praktijkleerstoel
te stappen. Hier ligt een taak van het bestuur en management. Van
gebiedsontwikkeling), Civiele Techniek en Geowetenschappen van de
hen mag verwacht worden dat zij zorgen voor een bestuurlijk en
TU Delft. Delfland draagt financieel bij in de vorm van cofinanciering.
ambtelijk apparaat dat in staat is deze ambitie (een krachtige speler in gebiedsontwikkelingen) waar te maken. Daar moet in geïnvesteerd
Waterschappen brengen hun kennis in
worden. Bijvoorbeeld door serieus te kijken naar training en opleiding
Waterschappen staan bij deze omslag niet met lege handen. Zij
voor de hierboven beschreven vaardigheden.
hebben iets te brengen: kennis van het watersysteem, van de
Maar bestuurders moeten ook aan de bak. Zij moeten niet alleen
gebiedshistorie en over de mogelijke gevolgen van ruimtelijke
op doelen sturen, maar ook op het proces. Van hen mag verwacht
plannen. En ook kennis over hoe je plannen en maatregelen
worden dat ze een effectief netwerk ontwikkelen en onderhouden,
daadwerkelijk uitgevoerd krijgt. Breng die kennis in bij de contacten
naar win-win-situaties streven en co-financiering bij voorbaat zeker
met andere overheden, belangenorganisaties en burgers. De
niet uitsluiten. De opbrengsten daarvan kunnen veel groter zijn dan
omgeving van het waterschap wil die betrokkenheid ook. Dit is
de investering zelf.
dé kans om het waterschap te presenteren als een interessante en volwaardige partner voor gebiedsontwikkeling. Speel daar actief, deskundig en creatief op in.
“Om het waterbelang bij RO-plannen te regelen, zijn generalisten nodig die kunnen schakelen tussen abstractieniveaus” (Patrick Poelmann)
Kennis inbrengen
Actieplan
3. Verbinden wetenschap met praktijk.
Genoeg gepraat. Integratie tussen water en ruimtelijke ordening
Zorg dat de wetenschappelijke bevindingen en theorie de weg
slaagt pas wanneer we het gaan doen. Maar hoe? Daartoe roept
naar de praktijk vinden. Dit kan bijvoorbeeld in samenwerking met
de Commissie Water en Ruimte op tot een actieplan gericht op het
lopende of toekomstige FES-programma’s op het gebied van water,
ontwikkelen en delen van kennis, competenties en vaardigheden.
ruimte en klimaat, in diverse communities of practise, de leertafel
Maar we gaan niet opnieuw het wiel uitvinden. De waterschappen
Water Governance vanuit het programma Leven met Water, en met
vertrekken niet vanaf nul en staan niet met lege handen. Wij roepen
het onderzoekprogramma Kennis voor Klimaat. Wetenschappelijke
de Unie van Waterschappen op om aan de hand van vier pijlers
kennis wordt gekoppeld aan praktijkvoorbeelden in de publicaties
tot actie over te gaan: 1) De praktijk in de regio, 2) Opleiding, 3)
en activiteiten van ‘Nederland Boven Water III’. Het nog op te richten
Wetenschap en praktijk en 4) Communicatie.
‘International Water Governance Centre’ maakt wetenschappelijke kennis toegankelijk voor een grote groep professionals.
1. De praktijk in de regio. Het doel is de netwerken in de regio’s te versterken, ervaringen
4. Communicatie.
te delen en concrete lokale en regionale bestuurlijke akkoorden
Zorg voor goede communicatie. Communicatie is essentieel om
te sluiten. Sluit hierbij aan op ontwikkelingen als gebiedsateliers
van de waterschappen een krachtige speler in gebiedsontwikkeling
DLG, gebiedsgerichte deelprogramma’s van het Deltaprogramma,
te maken. Via internet, vakbladen, debatten, symposia en
klimaatakkoorden en lokale klimaatinitiatieven, ILG mid-term review,
congressen benoemen de waterschappen regionale successen,
implementatie NWP (verbreding Watertoets), digitale ruimtelijke
zijn agendastellend en roeren zich in het maatschappelijk debat.
plannen en de gebiedsagenda’s MIRT.
Samenwerking met VNG, IPO, NIROV, STOWA, RIONED en CURNET is vanzelfsprekend. Waterschappen publiceren in vakbladen zoals S&RO
2. Opleiding.
en spreken op congressen buiten de waterwereld.
Neem initiatief tot nieuwe opleidingsactiviteiten voor de huidige en toekomstige medewerkers en voor studenten van met
Het actieplan moet nog worden uitgewerkt en nader afgestemd met
name ook het HBO-onderwijs. Stimuleer de waterschappen om
partijen die hierin worden genoemd. Dit gebeurt onder meer binnen
samen met hun gebiedspartners ruimschoots gebruik te maken
het ‘Activiteitenprogramma praktijk van Gebiedsontwikkeling’ samen
van maatwerkcursussen van instellingen als het NIROV en
met CURNET/Hoogwaardig Ruimtegebruik en het NIROV. Er zijn al
Wateropleidingen. Ontwikkel samen met de HBO-raad, Dutch Delta
praktijkervaringen en onderzoekresultaten die toegepast kunnen
Academy en andere hogescholen aanvullende onderwijscurricula met
worden bij gebiedsontwikkeling. Partners en koepelorganisaties
een toegesneden ‘water-ruimte-module’ voor het reguliere onderwijs.
worden opgeroepen het programma te ondersteunen en concreet te
En zorg voor voldoende stageplaatsen bij de waterschappen.
maken. De Unie van Waterschappen wordt gevraagd zorg te dragen voor centrale sturing en regie bij de uitwerking en uitvoering.
Opleidingstrajecten
De Commissie Water en Ruimte, bestaande uit de volgende personen, wil met deze uitgave de waterschappen verder stimuleren om aandacht voor ruimtelijke ordening meer in hun werk te integreren. Samenstelling commissie: Patrick Poelmann, voorzitter, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Geert Teisman, Erasmus Universiteit Rotterdam
Peter Glas, Waterschap De Dommel, voorzitter Unie van Waterschappen
Hans Oosters, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
Lambert Verheijen, Waterschap Aa en Maas
Jos Wienen, gemeente Katwijk
Renske Peters, Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Chris Kuijpers, Ministerie van VROM
Theo Rietkerk, provincie Overijssel
Florrie de Pater, Klimaat voor Ruimte/Kennis voor Klimaat
Ina Adema, gemeente Veghel
Jan Boeve, Bouwend Nederland
Lenie Dwarshuis-Van de Beek, NIROV
Diana de Jong, Bouwfonds Ontwikkeling BV
Henk van Alderwegen, Waterschap Peel en Maasvallei
Hans Vissers, Deltares
Stefan Kuks, Waterschap Regge en Dinkel, Universiteit Twente
Agnes Franzen, TU Delft
Colofon Dit is een uitgave van de Commissie Water en Ruimte, ingesteld door de Unie van Waterschappen Productie, tekst en foto’s: Jaap van Peperstraten (Ellemmi Tekstprodukties) Cartoons: Loet van Moll Vormgeving: Paul Golembiewski (Studio Linksboven) Druk: Opmeer drukkerij Maart 2010