nr.20 september 2007
WaterLIJN 3 Feestelijke opening gerestaureerde Papsluis 4 Toekomstvisie Fort Asperen in uitvoering 7 ‘Wees voorzichtig met het Eiland van Schalkwijk’
© Wim van Est
Nieuwsbrief van het Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie
Evaluatie Nationaal Project houdt Liniecommissie 'een spiegel voor'
Leiderschap gevraagd
H
Thema: het Fort als Podium
September fortenmaand IN DE MAAND SEPTEMBER openen een groot aantal forten in de Nieuwe Hollandse Waterlinie voor de 14e keer hun deuren. Het thema van de Fortenmaand is ‘Het Fort als Podium’. De forten vormen het decor voor locatietheater, tentoonstellingen, rondleidingen, wandelingen, boottochten, excursies, kinderactiviteiten en nog veel meer. De fortenmaandbrochure is verkrijgbaar bij alle VVV’s en bibliotheken in de provincie Utrecht en de grote VVV’s en bibliotheken in het land.
•
Voor meer informatie: www.fortenmaand.nl
www.hollandsewaterlinie.nl
et enthousiasme van de nieuwe gedeputeerden, dat was Rob van Brouwershaven vooral opgevallen tijdens de meest recente vergadering van de Liniecommissie, het bestuur van het Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie. ‘Na de verkiezingen voor de Provinciale Staten zijn vier van de vijf gedeputeerden van de Linieprovincies vervangen, en dat geeft natuurlijk een heel andere sfeer. Tenslotte zijn de gedeputeerden in mijn ogen de spil: ze zijn verantwoordelijk voor het algemene beleid én voor de regionale uitwerking in de projectenveloppen. In dat kader viel mij op hoe goed geïnformeerd ze waren, en hoe enthousiast. Dat geeft hoop voor de toekomst.’ Zelf is Rob van Brouwershaven al langer bij de Liniecommissie betrokken. Als directeur regionale zaken van het ministerie van LNV is hij de vertegenwoordiger van een van de vijf Liniedepartementen – het coördinerende departement om precies te zijn. En dus is hij goed op de hoogte van het reilen en zeilen van de Liniecommissie, waarvan het functioneren onlangs door onderzoeksbuLees verder op pagina 2
actueel ‘Duidelijke keuzes maken’
‘Een grotere bekendheid is hard nodig’
reau Lysias werd geëvalueerd. ‘We vonden het een goed idee om zo’n evaluatie te laten uitvoeren, nu we een aantal jaren op deze manier werken en nu we in de fase van uitvoering zijn aanbeland. Hebben we het Nationaal Project optimaal georganiseerd, of zijn er verbeteringen mogelijk? In de Liniecommissie zijn de analyse en de aanbevelingen van Lysias besproken.’ SPIEGEL
Het onderzoeksbureau heeft de Liniecommissie een spiegel voorgehouden, stelt Rob van Brouwershaven vast. ‘Veel zaken deden we goed, zo bleek, maar er waren ook dingen die beter konden. Samengevat, in mijn woorden: meer focus en leiderschap. Wat de focus betreft moeten er duidelijker keuzes worden gemaakt, ook financieel. Maar er moet ook meer samenhang komen. De vijf deelprojecten van het uitvoeringsprogramma zoals die nu zijn geformuleerd, dienen wel een duidelijke eenheid te vertonen. De Nieuwe Hollandse Waterlinie in zijn geheel: daar moet het om blijven gaan.’ Ook qua leiderschap kunnen er keuzes worden gemaakt, meent Rob van Brouwershaven. ‘Bij de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn heel veel partijen betrokken, en met al die partijen is de afgelopen jaren veel overleg gevoerd. Dat is een goede zaak, want daarmee schep je draagvlak en gedeelde verantwoordelijkheid. Het probleem is wel, zo blijkt nu, dat geen van deze partijen de Waterlinie als topprioriteit beschouwt. Daar kunnen we nog verbeteringen in aanbrengen, denken wij. En dus zou het een goed idee kunnen zijn om de uitvoeringsmacht te vergroten door enkele partijen of een dagelijks bestuur de regie te laten voeren. Hier praten we tijdens de volgende commissievergadering over door.’ RISICOBEHEERSING
Niet alleen aan de opdrachtgeverskant, maar ook in de uitvoering is meer regie nodig, vult programmadirecteur Arnold van Vuuren aan. ‘Daarbij denk ik aan zaken als kostensturing en risicobeheersing. Op dat vlak is eveneens meer leiderschap noodzakelijk, wil je echt blijven spreken van een integraal uitvoeringsprogramma op Linieniveau. Het zou ook in dat opzicht handig zijn om één of enkele partijen die verantwoordelijkheid te geven. Wij zetten in op een zinvolle gedachtewisseling op dit punt, en daarom hebben we de projectleiders van de enveloppen gevraagd om hun visie voor de volgende vergadering van de Liniecommissie op papier te zetten. Hoe denken zij de noodzaak tot meer coördinatie vorm te kunnen geven? In de tweede helft van september, als de volgende vergadering heeft plaatsgevonden, weten we meer over het antwoord op deze belangrijke vraag.’
Chris Will
Zijn belangstelling voor militaire cultuurhistorie werd eigenlijk geboren door zijn afkeer van militaire dienst. Toen kunstgeschiedenisstudent Chris Will midden jaren zeventig zijn dienstplicht moest vervullen, probeerde hij daar aanvankelijk onderuit te komen. Toen dat niet lukte, kwam hij via het Legermuseum in contact met de Sectie Militaire Geschiedenis van de Koninklijke Landmacht, waar hij in de gelegenheid werd gesteld om onderzoek te doen naar zeventiende-eeuwse vestingsteden. Dat onderzoek leidde tot een scriptie, en tot een niet aflatende belangstelling voor de geschiedenis van de verdediging van Nederland. Later, toen hij betrokken raakte bij Fort Asperen, organiseerde hij onder meer een tentoonstelling over de Nieuwe
•
Fortenbeheer in Europa actueel Op 13 en 14 juni vond in Fort bij de Nieuwe Steeg een internationale conferentie plaats over het beheer van forten. Doel van het congres was het uitwisselen van kennis op het gebied van beheer en ontwikkeling, en financiën en eigendomsverhoudingen tussen publieke en private partijen. De deelnemers – uit twaalf verschillende landen – vonden het opmerkelijk dat de fortbeheerders in Nederland nog vaak kortlopende contracten en erfpachtovereenkomsten
Informatie: Peter Ros,
[email protected] 2
Hollandse Waterlinie. En enkele jaren geleden verscheen een omvangrijk naslagwerk van zijn hand, Sterk Water, waarvan inmiddels vele duizenden exemplaren zijn verkocht. Nu is het tijd voor een volgende stap in zijn relatie met de Waterlinie: per 1 augustus is Chris Will als communicatieadviseur in dienst getreden van het Projectbureau. ‘Er valt op dat vlak nog veel te doen,’ stelt hij vast. ‘Ondanks al het werk dat de afgelopen jaren is verzet, zijn er nog steeds veel mensen die de Waterlinie niet kennen. Ik denk dat een flinke marketinginspanning kan helpen om daaraan een einde te maken. Ik spiegel me wat dat betreft onder meer aan de bekendheid die in Engeland wordt gegeven aan Hadrian’s Wall. Waar je ook komt in de omgeving van die muur; er wordt aandacht aan besteed. Iets vergelijkbaars zouden we met de Waterlinie kunnen bereiken. Per slot van rekening is deze in allerlei vormen meer dan driehonderd jaar de hoofdverdedigingslijn van Nederland geweest. En al die eeuwen is men er in blijven geloven. Bovendien zijn het landschap en de forten nog goeddeels in tact. Ik ga me er hard voor maken dat dat tussen de oren komt, zowel bij de beleidsmakers als bij het grote publiek. De Waterlinie is het immers meer dan waard.’
krijgen. De meeste beheerders in Europa hebben vaak overeenkomsten van twintig jaar met hun publieke of private eigenaar. Deze tijd is nodig om langetermijninvesteringen rendabel te maken. Er werd dan ook gepleit voor een overheid die zich flexibeler opstelt naar ondernemers die wat willen op een fort. De deelnemers vonden het ook opvallend dat de rol bij de herontwikkeling van het ministerie van Defensie in Nederland beperkt is. In andere landen vinden de ministeries van Defensie het veel belangrijker om te zorgen voor een goed hergebruik van hun erfgoed. Een eyeopener voor de buitenlandse deelnemers was dat in Nederland goed wordt samengewerkt op het gebied van natuur, economie en cultuurhistorie. Dat zijn in de rest van Europa vaak gescheiden werelden. Bovendien ontwikkelt men in het buitenland dikwijls alleen een object, terwijl in de Nieuwe Hollandse Waterlinie gebiedsontwikkeling centraal staat.
•
© Bob Bronshoff
Vervolg pag. 1
column
Wij en het water
‘W
Feestelijke opening gerestaureerde Papsluis
Papsluis
Op 6 september 2007 vindt de feestelijke oplevering plaats van de gerestaureerde Papsluis nabij Werkendam. De Papsluis is de meest zuidelijke inundatiesluis van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Met de sluis kon water vanuit de Bakkerskil het Land van Altena binnenstromen om daar het inundatieveld onder water te zetten. De sluis dateert uit 1815. Als afsluitmiddel is een stel waaierdeuren toegepast. Over de sluis ligt een vaste betonbrug uit 1945. Het onderhoud aan de sluis is de afgelopen jaren gering geweest. Restauratie was nodig om verder verval te voorkomen. De doelstelling was de sluis zodanig te restaureren dat de technische staat weer optimaal is en dat de bewegingswerken en deuren weer functioneren. Ook is opnieuw een verbinding met de Bakkerskil tot stand gekomen, zodat er voor het eerst in lange tijd water in de sluis stroomt. De restauratie is gebaseerd op de bestaande toestand. De bouwhistorische sporen, zoals in de loop van de decennia ontstaan, zijn gedeeltelijk zichtbaar gebleven. De stalen deuren zijn vervangen door houten, maar het in de sluis verwerkte beton is gehandhaafd. Ook zijn holle stenen voor vleermuizen ingemetseld, zodat de sluis zijn waarde voor de vleermuizenpopulatie behoudt. Op termijn moet de Papsluis onderdeel worden van een robuuste ecologische verbindingszone, gekoppeld aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Op kleinere schaal worden plannen gemaakt voor een verbinding tussen de Bakkerskil en de binnengelegen polder, waarbij maatregelen nodig zijn om het hoogteverschil in de peilgebieden te overwinnen.
•
Website Fort aan de Klop In de vorige editie van Waterlijn is aan een artikel over de nieuwe bestemming van Fort aan de Klop abusievelijk een verouderd webadres toegevoegd. De juiste websites voor meer informatie over het fort, dat inmiddels een theehuis, een camping en een herberg huisvest, zijn www.utrecht.nl/forten en www.fortaandeklop.com.
ij en het water’. Zo luidde de titel van een kinderboek dat vroeger thuis in de kast stond. ‘Wij en het water’: kan de titel Nederlandser? Zij suggereert een verbroedering tussen ons en dat water: we hebben samen toch heel wat meegemaakt. Het boek ging over de strijd van het kleine Nederland tegen het grote water, over de overstromingen en inpolderingen die deel zijn van ons nationale verleden: hier werd de jeugd duidelijk nationale identiteit bijgebracht. ‘Wij en het water’ – ja, wat hebben wij er precies mee? Het water was allereerst een bedreiging, die gaandeweg werd overwonnen. God schiep de wereld en de Nederlanders schiepen Nederland, aldus een oude wijsheid. En inderdaad: wie een kaart van onze contreien uit de late Middeleeuwen bestudeert, met zijn volkomen verbrokkelde kustlijn en vele gevaarlijke binnenmeren, kan niet anders dan onder de indruk raken van het werk dat hier sedertdien is verzet. Het inpolderen was allereerst een veiligheidsmaatregel, om overstromingen te verhinderen. Want het kon met storm op die binnenmeren aardig spoken, en het opgejaagde water spoelde regelmatig over een aanpalende stad. Maar het water vormde niet alleen een permanente latente bedreiging, het kon op gezette tijden ook bescherming bieden – en wel tegen een menselijke vijand: Spanjaarden, Fransen, Duitsers. De Hollandse Waterlinie is daarvan het meest zichtbare resultaat. Zij heeft in onze taal zelfs een spreekwoordelijke betekenis gekregen, als een veilige geestelijke beschuttingswal waarachter wij ons tegen de boze buitenwereld – vandaag niet met Parijs of Berlijn, maar met Brussel geassocieerd – kunnen verschansen. Inundatie van de met zoveel moeite op het water veroverde polders was ons geheime wapen tegen een machtiger vijand. Diens aanval liep overigens niet alleen op de drassige plassen, maar ook op de rivieren regelmatig stuk. Tenzij het vroor dat het kraakte, en men dankzij ijsvorming op Waal en Lek over het water kon lopen, wat in pre-broeikastijden vaker het geval was dan nu. Daarvan hebben de Fransen in januari 1795 geprofiteerd, toen zij ons met hun vrijheid en gelijkheid van onze staatkundige achterlijkheid kwamen bevrijden. Want onze waterlinies boden weliswaar prettig bescherming tegen tal van loerende gevaren, zij hielden ook wel eens verfrissende ideeën buiten, en daarmee een hoop interne geestelijke mufheid in stand. THOMAS VON DER DUNK Politiek publicist, architectuurhistoricus
Wa t e r L I J N s e p t e m b e r 2 0 0 7
3
interview
‘Wat is restauratie? Dat is eigenlijk de grote vraag’ Fort Asperen in de Betuwe krijgt een hoogst noodzakelijke opknapbeurt. Over de vraag wat de restauratie precies gaat inhouden zijn de gesprekken nog gaande. ‘Eigenlijk was onze opdracht niet: restaureer het fort. Onze opdracht was: maak het fort weer optimaal als cultuurfort beleefbaar. Dat is ruimer geformuleerd.’
H
et fort was in een niet al te beste staat, toen hij het enkele jaren geleden voor het eerst bezocht. ‘Zeg maar gerust: het stond op instorten,’ herinnert architect Peter van Assche van bureau SLA zich. ‘Videoapparatuur die tijdens tentoonstellingen werd gebruikt viel na een paar dagen uit; folders werden groen van de schimmel. De luchtvochtigheid was extreem hoog, en dat had zijn weerslag op de kwaliteit van het gebouw. Het was hoog tijd dat er iets aan werd gedaan.’ Fort Asperen is een van de bekendste forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het is vooral vermaard vanwege zijn culturele manifestaties: vorig jaar nog organiseerde regisseur Peter Greenaway er de druk bezochte tentoonstelling The Flood. ‘Van die bekendheid profiteerden we toen we besloten het fort te restaureren. We kregen de zeven ton die we als eerste nodig hadden relatief gemakkelijk los van de provincie Gelderland, en over de noodzakelijke vervolgbijdragen maak ik me evenmin veel zorgen,’ zegt Chris de Jong, bestuurslid van de Stichting Fort Asperen. ‘Eigenlijk was onze opdracht niet: restaureer het fort,’ nuanceert De Jong, ‘onze opdracht was: maak het fort weer optimaal als cultuurfort beleefbaar. Dat is ruimer geformuleerd. Die opdracht hebben we aan bureau SLA van Peter van Assche gegund.’
het zogeheten Linge-acces. Het rivierwater uit de Lek kon via een ingenieus systeem van sluizen en inlaatgemalen worden binnengelaten, waardoor een gebied van honderden hectare ten oosten van Acquoy onder water kon worden gezet. Voor de restauratie van Fort Asperen is dat niet van direct belang, benadrukt Peter van Assche. ‘Voor het Linge-acces als geheel moeten andere middelen worden gezocht, die inmiddels voor een deel ook zijn gevonden. De plannen voor het fort zijn beperkter, en nog niet helemaal uitgekristalliseerd. In onze toekomstvisie hebben we twee modellen geformuleerd, en die geïllustreerd aan de hand van twee oudere actrices. De eerste is Connie van Breukhoven, beter bekend als Vanessa, die ervoor kiest om het verouderingsproces een halt toe te roepen, door middel van botox en allerlei injecties. De tweede is Charlotte Rampling, die de veroudering van haar lichaam gewoon zijn gang laat gaan, wat ook weer een zekere schoonheid heeft.
Regenwater ‘Restauratie kan plaatsvinden op twee vergelijkbare manieren. Je kunt er voor kiezen om een gebouw weer helemaal spicand-span te maken, met nieuw voegwerk, zandstralen, noem maar op, of je kunt de strikt noodzakelijke reparaties uitvoeren en de tijd verder zijn werk laten doen. Ik wil benadrukken dat de ene methode niet beter is dan de andere, maar een complete opknapbeurt kost natuurlijk wel veel geld, dat je ook aan andere doelen kunt besteden. In het geval van Fort
Asperen bijvoorbeeld een nieuwe brug, die door de jaren heen behoorlijk te lijden heeft gehad.’ Op niet al te lange termijn moet er duidelijkheid komen over de strategie, zegt Chris de Jong als hij zijn bezoek over het dak van Fort Asperen rondleidt. De 7500 kubieke meter aarden dakbedekking die er sinds de bouw in de jaren veertig van de negentiende eeuw heeft opgelegen is verwijderd, en ligt in hoge bergen rond de groepsschuilplaatsen aan de achterkant. De ingenieuze constructie die het fort drinkwater opleverde is nu zichtbaar geworden: het dak vormde feitelijk een groot waterbassin. Het regenwater werd in de aarden dakbedekking opgeslagen, werd gefilterd en druppelde via druipkokers naar tanks in het fort. ‘Dit zouden we graag op de een of andere manier zichtbaar houden,’ vervolgt Chris de Jong, balancerend op de rand van het dak. ‘De vraag is dus: storten we de grond straks weer terug op het dak, of houden we het zoals net nu is? Of kiezen we voor nog een andere oplossing: een glazen koepel bijvoorbeeld, of het deels herstellen van de oude situatie? We zijn er nog niet uit. ‘Dat is het lastige met restauratie: je weet nooit naar welke toestand je eigenlijk wilt terugkeren. Neem die bomen rond het fort: die hebben er ook niet altijd gestaan, maar het is zonde om ze te kappen. “Wat is restauratie?” – dat is eigenlijk de grote vraag. We gaan de komende periode goed nadenken en veel overleggen om daar een antwoord op te vinden.’ Voor meer informatie: www.fortasperen.nl
Het dak van Fort Asperen. Door het verwijderen van de aarden dakbedekking is de ingenieuze drinkwaterconstructie zichtbaar geworden. © Arie de Leeuw
Toekomstvisie Fort Asperen in uitvoering
Vanessa Chris de Jong en Peter van Assche
Peter van Assche schreef vervolgens, samen met enkele collega’s van andere bureaus, een toekomstvisie voor het fort en de directe omgeving. Fort Asperen ligt op een kunstmatig eiland, waarop een oude wapenloods – nu taveerne – en enkele groepsschuilplaatsen zijn gelegen, en het maakt deel uit van
Forten en vleermuizen Bij de restauratie van Fort Asperen spelen de enkele tientallen vleermuizen die in het fort verblijven – zo’n vijftig in de zomer, ruim zeventig in de winter – een belangrijke rol. Hun leefomgeving moet worden beschermd, onder meer door de
4
luchtvochtigheid op sommige plaatsen in het gebouw op het huidige hoge niveau van meer dan 95 procent te houden. De problematiek speelt op meer plaatsen in de Waterlinie, waar volgens tellingen van Zoogdiervereniging VZZ ten minste tien en mogelijk zelfs 27 procent van de Nederlandse vleermuizen verblijft. Dat blijkt uit het rapport ‘Ondersteboven van de Waterlinie’ van het ministerie van LNV. Voor het eerst is hiermee een goed overzicht beschikbaar van het aantal vleermuizen per fort. Ook levert het veel nieuwe inzichten op voor de omgang met de vleermuizen bij herontwikkeling van de Waterlinie. Een nieuwe bestemming van de forten
en een veilige huisvesting van vleermuizen staan soms op gespannen voet met elkaar, blijkt uit het rapport. Maatwerkoplossingen kunnen uitkomst bieden, maar intensief gebruik verstoort onherroepelijk de rust die vleermuizen nodig hebben. Dit vraagt om keuzes. Kennis van hun leefomgeving is een eerste stap naar goede afwegingen en oplossingen. In het rapport wordt een voorzet gedaan voor enkele ‘spelregels’, waarbij een actief samenspel tussen eigenaar en vergunningverlener noodzakelijk is. Het rapport ‘Ondersteboven van de Waterlinie’ is verkrijgbaar via Karl Blokland van het projectbureau NHW,
[email protected] Wa t e r L I J N s e p t e m b e r 2 0 0 7
5
achtergrond
agenda
bestuurlijk
D O C U M E N TA I R E
Zaterdag 1 september wordt op Nederland 2 een documentaire vertoond over vier historische verdedigingslinies: de Staats-Spaanse linies in Zeeuws Vlaanderen, de Stelling van Amsterdam, de IJssellinie en de Nieuwe Hollandse Waterlinie. In de documentaire komt de ontstaansgeschiedenis van de linies aan de orde, maar wordt ook zichtbaar gemaakt welke functie de linies nu hebben; van toeristische fietsroute tot kunstforten, van restaurant tot ecologisch reservaat. Uitzending: zaterdag 1 september 17.05, AVRO, Nederland 2
Fort Spion wordt opgeknapt door Waternet oit werd vanuit deze plek de weg van Loosdrecht naar Loenen verdedigd, maar dat is lang geleden. Dat blijkt wel uit het feit dat het fort nu helemaal verscholen ligt in het groen. Dat is een van de dingen die we gaan aanpakken; we willen het zicht vanaf de openbare weg verbeteren, en daarvoor moet een aantal bomenrijen worden gekapt. Ook gaan we recente toevoegingen aan het fort verwijderen. Dat alles met als doel terug te gaan in de tijd; we willen de situatie van zo’n driekwart eeuw geleden herstellen. Om duidelijk te kunnen maken hoe de Waterlinie ooit heeft gefunctioneerd.’ Cees Oldenburg is namens watercyclusbedrijf Waternet – een gemeenschappelijke organisatie van de gemeente Amsterdam en het waterschap Amstel, Gooi en Vecht – projectleider van de restauratie van Fort Spion, aan de Loosdrechtse Plassen. Het fort werd in 1999 door de gemeente Amsterdam aangekocht om de kwaliteit van het drinkwater zeker te kunnen stellen. Rond het fort liggen enkele grote spaarbekkens, die gezamenlijk twintig procent van het drinkwater van de hoofdstad leveren. ‘De afgelopen jaren hebben we plannen ontwikkeld om het fort in zijn oorspronkelijke glorie te herstellen,’ aldus Cees Oldenburg. ‘De eerste resultaten worden binnenkort zichtbaar.’ MOERAS
Een van de projecten die inmiddels bijna zijn afgerond, is het uitbaggeren van de slotgracht. ‘Sinds het fort zijn militaire functie verloren heeft, in 1960, was daar niets meer aan gedaan. Met het gevolg dat de gracht steeds ondieper werd. Als we niet hadden ingegrepen, was die
Overnachten in een legertent In 1803 werd ter afsluiting van de Bloklaan, de weg van Loosdrecht naar Loenen, een klein aarden verdedigingswerk gebouwd. In 18441847 werd niet ver hier vandaan Fort Spion gebouwd, met een verdedigbaar wachthuis met geschutsopstelling op het dak. Het diende ter afsluiting van de om het fort geleide Bloklaan. De vorm en bouwgeschiedenis zijn vrijwel identiek aan het nabijgelegen Fort Kijkuit. Tegenwoordig kunnen wandelaars en fietsers bij Fort Spion overnachten in een kleine remise, een legertent of een appartement in het bomvrije wachthuis. Ook is er een minicamping en parkeergelegenheid voor enkele auto’s.
Voor meer informatie: www.fortspion.nl 6
gracht binnenkort een moeras geworden, en dat is bij een fort natuurlijk niet de bedoeling. Overigens hebben we ook een verbinding gemaakt met het open water van onze spaarbekkens, zodat het water meer kan stromen. We hebben op de grens van de gracht en de spaarbekkens een duiker aangebracht, zodat eventuele rommel uit de gracht het spaarbekken niet kan vervuilen.’ Aan de achterkant van het fort bevindt zich een sloot die het waterwingebied scheidt van het fort. Waternet wil hier een pontje neerleggen en een aanlegplaats voor een boot maken. Met het pontje kunnen kleine groepen belangstellenden onder leiding van een Waternetboswachter een rondleiding krijgen door het natuur- en waterwingebied en aansluitend een wandeling maken naar een vogelkijkhut. ‘Die kijkhut en de kades zijn al klaar, maar het zal nog wel even duren tot het pontje er ligt. Volgend jaar is het zover, verwachten we.’ Ook is het de bedoeling dat het Waterliniepad, dat nu nog over de openbare weg voert, verlegd wordt naar de polders die Waternet in beheer heeft. ‘Ook dat brengt Fort Spion dichter bij de recreant. We zijn momenteel in overleg met Staatsbosbeheer, dat een deel van de geplande route in eigendom heeft, maar ik verwacht dat dat goed zal komen.’ Tot slot worden enkele secundaire waterwerken in de omgeving van het fort aangepakt, zoals sluizen en kadewanden. ‘De Nieuwe Hollandse Waterlinie omvatte tenslotte meer dan alleen de forten. Het was een stelsel van ingenieuze voorzieningen, die het mogelijk maakte westelijk Nederland te beschermen. Dat was iets heel bijzonders, en we willen dat graag weer zichtbaar maken.’
Werk aan de Waalse Wetering © Viverra Films
‘O
GROEPSREIZEN
Forte Reizen organiseert exclusieve groepsreizen naar Italië voor liefhebbers van vestingwerken als kastelen, stadsmuren en forten. Daarnaast organiseert Forte Reizen dagtrips en meerdaagse excursies naar de Nieuwe Hollandse Waterlinie voor particulieren en bedrijven. Als u voor een eendaags bezoek kiest, kunt u een deel van de Waterlinie bezichtigen. Kiest u voor een meerdaags bezoek, dan kunt u een groter deel of de gehele Linie bekijken. Het is ook mogelijk om in een fort te overnachten. Voor meer informatie: www.fortereizen.nl GORINCHEM
In de zestiende en zeventiende eeuw was Gorinchem de eerste vesting van de Hollandse Waterlinie. De stad dankt er haar stadswallen aan waarover u een wandeling van ongeveer zeven kilometer kunt maken. Gorinchem is naast een vestingstad ook een waterstad. De Lingehaven is een aantrekkelijke passantenhaven, vanwaaruit u met een veerboot een bezoek kunt brengen aan de zogeheten Vestingdriehoek. In september zijn er in het kader van de fortenmaand veel activiteiten in Gorinchem. Op Open Monumentendag 8 september is er een Drakenbootrace in de Lingehaven. Op 1, 15, 22 en 28 september zijn er Lingehavenconcerten. Op 29 september is er een markt met nieuwe en tweedehands bootartikelen, een rommelmarkt en helikopterrondvluchten. En ’s middags om 15.00 uur is de kindertheatervoorstelling ‘Het Geheime Wapen’ op de Grote Markt. De voorstelling is gratis. Voor meer informatie: www.vvvgorinchem.nl en www.vesting3hoek.nl
‘We moeten voorzichtig zijn met het Eiland van Schalkwijk’ Wouter de Jong is bestuurder van de BRU (Bestuur Regio Utrecht) en in die hoedanigheid medeverantwoordelijk voor de keuze van nieuwe woningbouwlocaties in de provincie. Ook is hij wethouder van de gemeente Houten.
‘IN DE PROVINCIE moet in de periode 2015 tot 2030 een groot aantal woningen worden gebouwd. Dat is moeilijk, maar noodzakelijk. Er is nog lang geen definitieve beslissing genomen over de locaties. Veel van de groei kan worden opgevangen in bestaand stedelijk gebied of door intensivering van al geplande uitleglocaties. Ook wordt serieus gekeken naar de opvangmogelijkheden in Flevoland. We ontkomen echter niet aan extra woningbouwlocaties in de Utrechtse regio. ‘Vooralsnog wordt onderzocht of het gebied ten westen van Leidsche Rijn mogelijkheden biedt. Puur vanuit de ontsluiting gezien is dat interessant: de A12 ligt er al, en recent heeft een verdubbeling van het spoor plaatsgevonden. De optie Schalkstad, ten zuiden van Houten en midden in het Waterliniegebied, zou dan afvallen. Wel is een vorm van organische groei van bestaande kernen, daar en elders in de regio, een kansrijke mogelijkheid. Ook is niet uitgesloten dat je een paar woningen bouwt bij een fort. Ik denk wel dat je erg voorzichtig moet zijn met dit gebied, vanwege de Waterlinie, maar ook vanwege de grote landschappelijke waarde.’ GOEDKOPER
‘Iets vergelijkbaars geldt voor de forten zelf. In de gemeente Houten is onlangs het Werk aan de Waalse Wetering opgeknapt, maar dat is sommigen toch wel tegengevallen. Het fort is in de oude staat teruggebracht, en als militair verdedigingswerk weer herkenbaar, maar tegelijkertijd is alle begroeiing verdwenen. Daarmee is een enorme ecologische rijkdom verloren gegaan. Ik hoop dat het met andere forten in onze gemeente, zoals Fort Honswijk, niet dezelfde kant zal opgaan. Je moet in elk geval overwegen sommige plekken in de Waterlinie met rust te laten. Dan blijft er iets over van het mysterie, en het is nog goedkoper ook.’
Wa t e r L I J N s e p t e m b e r 2 0 0 7
7
een bijzondere plek
‘Fort Ruigenhoek is een monument in ruste’ Arie-Jan Ditewig is wethouder ruimtelijke ordening van de gemeente De Bilt. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor de artefacten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
oriënteren op het Musée des Armees in Parijs, dat onder meer een prachtige tentoonstelling herbergt van de Franse linies ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Maar er zijn tal van andere mogelijkheden denkbaar. We zijn verkennende besprekingen aan het voeren, dus ik wil er nog niet al te gedetailleerd op ingaan. Maar een ding wil ik graag benadrukken: als wethouder voel ik me zeer betrokken bij de Nieuwe Hollandse Waterlinie, en ik wil dan ook graag dat de geschiedenis ervan voor het nageslacht inzichtelijk blijft.’
© Arie de Leeuw
‘HET MOOISTE WATERLINIEGEBIED binnen onze gemeentegrenzen is ongetwijfeld het weidegebied ten zuiden van het dorp Westbroek, net boven Utrecht. Vanaf de toren van de kerk van Westbroek heb je daar een prachtig uitzicht over: een twaalfde-eeuws copenlandschap, dat eigenlijk nog volkomen onaangetast is. Een echt Waterlinielandschap, dat werd verdedigd vanuit enkele nabijgelegen forten, waarvan Fort Ruigenhoek het grootste is. ‘Fort Ruigenhoek is momenteel niet toegankelijk, maar als het aan ons als gemeente ligt komt daar op termijn verandering in. Recent heb ik met de leden van de gemeenteraad een excursie naar het fort georganiseerd. De reacties waren heel positief, veel gemeenteraadsleden wisten eigenlijk niet dat we zoiets bijzonders binnen onze grenzen hebben. ‘Zelf zou ik het fort willen omschrijven als een monument in ruste. Er hangt een bijzondere sfeer, onder meer doordat het als verdedigingswerk natuurlijk al decennia lang niet meer in gebruik is. Een nieuwe bestemming voor het fort hoeft die rust overigens niet te verbreken, er zijn tal van kleinschalige functies denkbaar, die het karakter van het fort niet hoeven aan te tasten. ‘Gezien de vroegere militaire betekenis zou iets met krijgsgeschiedenis voor de hand kunnen liggen. Je zou je dan kunnen
WaterLIJN is een uitgave van het Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie. Oplage 3.000 Postbus 406, 3500 AK Utrecht Bezoekadres: Muntstraat 7, Utrecht www.hollandsewaterlinie.nl De verpakking van WaterLijn is 100% recyclebaar
Redactie: Projectbureau NHW, Titia Blom
[email protected] Tekstverzorging: Bert Bukman Vormgeving: SOK Visueel Management Druk: Calff&Meischke, Amsterdam