Waterberging Engelgaarde Meppel
Definitief maart 2015
Waterberging Engelgaarde Meppel Organisatie
Waterschap Reest en Wieden
Auteur
G.J. Pool, Projectmedewerker WOM
Gecontroleerd door
J.A. Klappe, Medewerker advies waterwet natte infrastructuur C.V. de Vries, Juridisch beleidsmedewerker
Contact
0522-276 767
Versie
Definitief
Datum
maart 2015 Waterschap Reest en Wieden Blankenstein 540 Meppel Tel. 0522-276767
[email protected] www.reestenwieden.nl
Alle recht voorbehouden
waterschap Reest en Wieden
-2-
Definitief maart 2015
Colofon Waterschap Reest en Wieden heeft in de voorbereiding van dit project de samenwerking gezocht met de verschillende gebiedspartijen. Het plangebied is een complex gebied, doorsneden door weglichamen van verschillende eigenaren en met een versnipperd eigendom van gronden. De mogelijkheden van eisen en wensen zijn samen onderzocht met: gemeente Meppel; stichting Engelgaarde; provincie Drenthe; Rijkswaterstaat; bewoners en agrarisch ondernemers in het gebied. De verschillende overheden en stichting Engelgaarde hebben zitting in de projectgroep. Het waterschap is verantwoordelijk voor de uitvoering van de noodzakelijke werkzaamheden en zal het werk binnenkort aanbesteden.
Colofon
-3-
Definitief maart 2015
Samenvatting Waterschap Reest en Wieden werkt aan de realisatie van waterbergingsgebied Engelgaarde, ten noordoosten van Meppel. Hier is in het gemeentelijk wandelbos en het recreatie/natuurgebied van Stichting Engelgaarde een meebewegende berging gepland. Dat betekent dat de Wold Aa in deze gebieden vrij kan overstromen bij hoge(re) waterstanden. Waar nodig worden waterkeringen verlegd of nieuwe waterkeringen aangelegd, fietspaden verlegd of opgehoogd, de watergangen en/of duikers aangepast. Langs de Wold Aa komen meer natuurvriendelijke oevers en oude meanders krijgen weer een verbinding met de beek. Op de landbouwgronden ten oosten van de duik plas van Engelgaarde is een gestuurde waterberging gepland. Hier kan in extreem natte omstandigheden water worden geborgen door het gestuurd in te laten en, als het waterpeil in de Wold Aa dat toelaat, ook weer uit te laten. Er komen ondersteunende kunstwerken voor het in- en uitlaten van water. Op enkele plekken is een lage (nieuwe) waterkering nodig om te voorkomen dat bij infrastructuur of bebouwing wateroverlast op treedt. In het uiterste oosten van het plangebied ligt nog een stukje bos met een oude meander van de Koekanger Aa. Dit stukje wordt ook ingericht voor meebewegende waterberging. Aanvullend op deze maatregelen voor waterberging, legt het waterschap ook een vispassage aan bij stuw Blijdestein in de Wold Aa. Al deze maatregelen leveren een bijdrage aan de doelen van het waterschap op het gebied van het beperken van wateroverlast (vaak aangeduid met WB21) en de verbetering van de ecologische toestand van de Wold Aa en Koekanger Aa (nodig voor de Europese Kaderrichtlijn water). Ze sluiten ook aan bij beleid van het Rijk, de provincie Drenthe en de gemeente Meppel. Uit uiteenlopende onderzoeken en analyses kan geconcludeerd worden dat deze plannen niet ten kosten gaan van natuur, landschap en gebruiksmogelijkheden van het gebied. Ook van negatieve effecten op de wijdere omgeving is geen sprake.
Samenvatting
-4-
Definitief maart 2015
Inhoudsopgave Colofon 3 Samenvatting ..........................................................................................................................................4 Inhoudsopgave .......................................................................................................................................5 Leeswijzer ...............................................................................................................................................7 Deel 1
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel ..................................................................9 1.1 AANLEIDING EN DOEL.........................................................................................................9 1.1.1 Aanleiding ..........................................................................................................9 1.1.2 Doelen ................................................................................................................9 1.2 LIGGING EN BEGRENZING PLANGEBIED..............................................................................10 1.3 BESCHRIJVING VAN DE GEWENSTE SITUATIE .....................................................................11 1.3.1 Meebewegende berging ..................................................................................11 1.3.2 Gestuurde berging ...........................................................................................16 1.4 BESCHIKBARE GRONDEN .................................................................................................18 1.5 EFFECTEN VAN HET PLAN.................................................................................................19 1.6 W IJZE WAAROP HET WERK ZAL WORDEN UITGEVOERD .......................................................20 1.7 BESCHRIJVING VAN DE TE TREFFEN VOORZIENINGEN, GERICHT OP HET ONGEDAAN MAKEN OF BEPERKEN VAN NADELIGE GEVOLGEN .........................................................................................20 1.8 FINANCIEEL NADEEL ........................................................................................................20 1.9 LEGGER, BEHEER EN ONDERHOUD ...................................................................................21 1.9.1 Legger ..............................................................................................................21 1.9.2 Beheer en onderhoud ......................................................................................21
Deel 2
Verantwoording .....................................................................................................................23 2.1 VERANTWOORDING OP BASIS VAN WET- EN REGELGEVING .................................................23 2.1.1 Waterwet ..........................................................................................................23 2.1.2 Kaderrichtlijn Water ..........................................................................................23 2.1.3 Waterbeheer 21e eeuw (WB21) ......................................................................23 2.1.4 Natuurbeschermingswet/Natura 2000 .............................................................24 2.1.5 Flora en Faunawet ...........................................................................................24 2.1.6 Verdrag van Malta (archeologie)......................................................................24 2.1.7 m.e.r. beoordeling ............................................................................................24 2.2 VERANTWOORDING OP BASIS VAN BELEID .........................................................................25 2.2.1 Rijksbeleid ........................................................................................................25 2.2.2 Provinciaal beleid .............................................................................................26 2.2.3 Beleid Waterschap Reest en Wieden ..............................................................27 2.2.5 Gemeentelijk Beleid .........................................................................................28 2.3 VERANTWOORDING VAN DE KEUZES IN HET PROJECT.........................................................28 2.3.1 Locatie ..............................................................................................................28 2.3.2 Gestuurde en meebewegende waterberging ...................................................29 2.3.3 Locatie inrichtingsmaatregelen gestuurde berging ..........................................29 2.3.4 Vistrap ..............................................................................................................29 2.3.5 Verlegd fietspad door wandelbos.....................................................................29 2.4 BENODIGDE VERGUNNINGEN EN MELDINGEN .....................................................................30 2.4.1 Projectplan (Waterwet), korte procedure .........................................................30 2.4.2 Planologische inpassing ..................................................................................30 2.4.3 Omgevingsvergunning .....................................................................................30 2.4.4 Flora- en Faunawet ..........................................................................................30 2.4.5 Vergunning Rijkswaterstaat, Prorail .................................................................30
Deel 3
Rechtsbescherming ..............................................................................................................31
Deel 4
Bijlagen ..................................................................................................................................33
Inhoudsopgave
-5-
Definitief maart 2015
Leeswijzer Het projectplan “Waterberging Engelgaarde Meppel” bestaat uit vier delen. In deel 1 wordt beschreven wat het waterschap gaat doen en hoe het werk wordt uitgevoerd. Deel 2 geeft een toelichting op waarom dit werk wordt uitgevoerd. Dit deel is, met andere woorden, de onderbouwing van het plan. Deel 3 geeft informatie over de rechtsbescherming en de procedures, en deel 4 bevat rapporten en onderzoeken die voor het plan van belang zijn. Basis voor het projectplan is het inrichtingsplan Waterberging Engelgaarde Meppel. De kaartfragmenten in dit projectplan zijn overgenomen vanaf de kaart van dit inrichtingsplan. De complete kaart is vanwege de omvang ervan niet als bijlage bijgevoegd maar is te downloaden van de site van Waterschap Reest en Wieden.
Leeswijzer
-7-
Definitief maart 2015
Deel 1
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
1.1 Aanleiding en doel 1.1.1 Aanleiding De aanleiding voor de aanwijzing van Engelgaarde tot waterbergingsgebied is de wateroverlast van 1998. In dat jaar kwamen delen van Zuid-Drenthe onder water te staan als gevolg van hevige regenval. Dit gecombineerd met de inzichten betreffende klimaatverandering maakte duidelijk dat het nodig is om water meer ruimte te geven, om zo de waterveiligheid in Nederland te waarborgen. De provincie Drenthe heeft, in nauw overleg met de waterschappen Reest en Wieden en Velt en Vecht daarom in 2009 in deelstructuurvisie ‘De aanwijzing van waterbergingsgebieden Zuid-Drenthe’ meerdere waterbergingsgebieden aangewezen. In deze gebieden kan in het geval van overvloedige regenval of hoogwater tijdelijk water vastgehouden worden. Op die manier worden andere gebieden ontlast. Eén van deze gebieden is de waterberging Engelgaarde bij Meppel. Als vervolg op de in 2011 afgeronde verkenning voor het realiseren van het waterbergingsgebied Engelgaarde bij Meppel, is gezamenlijk met de gebiedspartijen gewerkt aan het maken van een integraal inrichtingsplan. Het plan geeft aan hoe de waterberging kan worden vormgegeven en ingepast met behoud van de aanwezige infrastructuur, recreatieve functies en natuurwaarden. Dit document is het Projectplan, zoals bedoeld in art. 5.4. van de Waterwet en beschrijft de inrichtingsmaatregelen voor de waterberging, geeft aan waarom dit werk nodig is en geeft informatie over de bijbehorende procedures en rechtsbescherming. 1.1.2 Doelen Het hoofddoel van de aanleg van waterberging Engelgaarde is het opvangen van overtollig water en daarmee het beschermen van Meppel en omgeving tegen wateroverlast. Met de aanleg van de waterberging Engelgaarde worden verschillende doelen nagestreefd. Deze doelen zijn afgeleid uit verschillende beleidsdocumenten en richtlijnen. Hieronder is beschreven om welke doelen het specifiek gaat. e
Waterbeheer 21 eeuw Het waterschap moet haar watersysteem zodanig inrichten dat extreme situaties met hoge waterstanden en afvoeren niet tot wateroverlast leiden. Hierbij geldt dat een situatie die zich statistisch gezien één keer in de honderd jaar kan voordoen, nog beheersbaar moet zijn. Hiervoor zijn maatregelen nodig die bovenstrooms water kunnen vasthouden en op bepaalde plekken in het watersysteem ook maatregelen om water tijdelijk te kunnen bergen. Deze benadering heet e Waterbeheer 21 eeuw, WB21. Dit waterbergingsproject geeft invulling aan die bergingsfunctie. Binnen het plangebied wordt ernaar gestreefd een maximale berging te realiseren, waarbij rekening gehouden wordt met bestaande functies in het gebied. In het Programma van Eisen zijn de volgende specifieke opvangcapaciteiten genoemd: 270.000 m3 opvang in meebewegende berging (ten westen van de duikplas) bij een verwacht maximum peil van NAP +1,35 m; 230.000 m3 opvang gestuurde berging in het landbouwgebied (ten oosten van de duikplas) bij een maximaal vulpeil tot NAP +1,60 m. Kaderrichtlijn water De Kaderrichtlijn water, KRW, is een Europese richtlijn waarin is afgesproken dat de waterkwaliteit in wateren zoals de Wold Aa in 2015 aan bepaalde eisen moet voldoen. Het gaat om het creëren van een goede chemische en ecologische toestand. Naast realisering van waterberging, als doelstelling vanuit WB21, worden in dit project dan ook de kansen voor realisatie van KRW-doelen meegenomen. Bij de aanleg van de waterberging Engelgaarde worden de volgende doelen nagestreefd: Langs de beken Wold Aa en Koekanger Aa worden natuurvriendelijke oevers of oeverzones gecreëerd en oude meanders worden weer aangetakt in zowel de Wold Aa als Koekanger Aa. De stuw Blijdenstein (gelegen in de Wold Aa ten oosten van de duikplas) krijgt een vispassage.
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
-9-
Definitief maart 2015
1.2 Ligging en begrenzing plangebied
Afbeelding 1: Plangrens Zie bovenstaande afbeelding 1: plangrens. Waterberging Engelgaarde Meppel is een ca.140 hectare groot gebied en valt in zijn geheel binnen de gemeente Meppel. Het plangebied ligt aan de noordoostkant van de stad Meppel, ten noorden van de wijk Oosterboer. De grenzen zijn de spoorlijn Meppel – Leeuwarden aan de westkant, aan de zuidkant de spoorlijn Meppel – Groningen, aan de oostkant een natuurlijke hoogte in het landschap en aan de noordkant is het deels de N375, deels de Wold Aa en Koekanger Aa. Objectgegevens Waterberging Engelgaarde Meppel Provincie Gemeente Plaats Coördinaten
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
Drenthe Meppel Meppel 213179 / 524869 (N) 214690 / 524416 (O) 211884 / 524207 (Z) 210050 / 524207 (W)
- 10 -
Definitief maart 2015
1.3 Beschrijving van de gewenste situatie 1.3.1 Meebewegende berging De Wold Aa staat op de legger van waterstaatswerken als watergang (nrs. WWA-C, WWA-D, WWA-E, WWA-G, WWA-G1 en WWA-H in de gebieden Oosterboer en Haakswold). Het waterschap is de beheerder, onderhoudsplichtige en/of eigenaar van deze watergangen. In het wandelbos aan de westkant van het plangebied wordt de waterberging ‘meebewegend’. Dit betekent dat het waterpeil in de berging gaat fluctueren met het waterpeil in de Wold Aa. Hiervoor worden de bestaande waterkeringen langs de Wold Aa afgegraven en verplaatst naar een nieuw kadetracé. Het gebied van de meebewegende berging, zie afbeelding 2, zal niet meer via het huidige stelsel van sloten ontwaterd worden. Bestaande ontwateringssloten kunnen daarmee verdwijnen. In het gebied zullen de bostypen onder invloed van de verdere vernatting van het gebied veranderen. Delen die nu al heel nat zijn, zoals het meest westelijke stuk, zullen qua vegetatie niet zo veel veranderen. Dit geldt ook voor die delen die zo hoog liggen dat zij niet inunderen bij extreem hoog water. De grootste verandering zal optreden in de tussenliggende gebieden, waar de dynamiek zal toenemen. Ze worden een deel van het jaar duidelijk natter dan in de huidige situatie en gedurende het jaar enkele dagen tot enkele weken inunderen. In droge periodes zal het er droger zijn dan nu. Het aanwezige bos is nog relatief jong. Sommige soorten zullen de verandering overleven, andere soorten zullen afsterven en hiervoor zullen nieuwe, vochtminnende soorten die bij het beekdal horen in de plaats komen. Er zal meer dynamiek in het gebied komen, waardoor een meer natuurlijk en ook afwisselender bos / natuur beeld zal ontstaan. De toegankelijkheid en recreatiemogelijkheden in het gebied leiden niet onder de maatregelen voor de waterberging. Doorgaande fietspaden en ook enkele wandelpaden worden zodanig aangepast dat ze ook bij extreem hoog water bruikbaar blijven.
Afbeelding 2: Meebewegende berging
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
- 11 -
Definitief maart 2015
Afbeelding 3: Maatregelen kaart 1 A. Beschrijving van de maatregelen ten westen van de A32 (afbeelding 3) Afgraven waterkeringen Wold Aa De bestaande waterkeringen langs de noordzijde van de Wold Aa (O291) worden afgegraven tot maaiveldniveau. De waterkering langs de zuidzijde (O292) wordt niet volledig tot maaiveld afgegraven maar tot zover dat er nog ruim 11 maanden per jaar gewandeld kan worden. Voor de locatie van de oude en nieuwe waterkeringen, zie bijlage 6. Aansluiten oude meander Ten noorden van de Wold Aa zal de oude meander, waarvan nu nog een relict in het gebied ligt, weer worden verbonden met de Wold Aa. Aanleggen voordes Ten noorden van de Wold Aa waar de oude meander weer aangesloten zal worden komt een tweetal voordes te liggen. Een voorde is een doorwaadbare plaats, hier bedoeld voor onderhoudsmaterieel van het waterschap. Ze worden uitgevoerd in grasbetonstenen. Aanleggen duikers Ter plaatse van kruisende struinpaden worden duikers aangelegd op plaatsen waar dat nodig is om stagnatie in de afvoer van water te voorkomen. Ophogen bestaand wandelpad Het meest westelijk gelegen wandelpad van het gebied wordt zover opgehoogd dat het ruim 11 maanden per jaar toegankelijk is.
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
- 12 -
Definitief maart 2015
Verbinden watergang met Wold Aa De rechte watergang aan de zuidzijde van de Wold Aa wordt met de Wold Aa verbonden. Ter plaatse van de af te graven kade komt er een bruggetje overheen, om de mogelijkheid voor een doorgaande wandeling te behouden. Nieuwe waterkering Aan de zuid- en zuidoostrand van het gebied, langs de Blankensteinweg, volkstuinen en A32 westzijde komt een nieuwe “overige” waterkering die in het westen aansluit op het talud van de spoorbaan Meppel-Steenwijk. Ter hoogte van het parkeerplaatsje bij de volkstuinen komt een overgang over de waterkering, die de toegang tot het wandelbos markeert. De ontwateringssloot (nr. WOHV2-4-6_C) van de volkstuinen blijft gehandhaafd maar zal gaan afwateren met een duiker onder de Blankensteinweg door naar het zuiden. Voor de waterkering langs de Blankensteinweg zal een smalle strook van het hier aanwezige bos moeten wijken. De “nieuwe waterkering” bied tevens de mogelijkheid om het hele jaar door te kunnen wandelen. Nieuwe entrees wandelbos Ten westen van de moestuinen tegen de waterkering aan worden twee nieuwe toegangsroutes tot het wandelbos gecreëerd. Dit zijn zogenaamde “luie trappen” met een flauwe helling. Deze zijn goed begaanbaar voor wandelaars en te gebruiken als toegang met onderhoudsmachines. Aanleggen poel Om nog meer afwisseling in het gebied aan te brengen en nieuwe natuurwaarden toe te voegen wordt een poel of plas in het natste gedeelte van het gebied gegraven. De plas is ondiep, variërend van 0.80 tot 1,00 meter diep, met flauw aflopende oevers en kan ’s winters eventueel gebruikt worden om te schaatsen. Daarnaast biedt het water een biotoop voor amfibieën, omdat het niet rechtstreeks in verbinding staat met de Wold Aa. B. Beschrijving van de maatregelen ten oosten van de A32 (afbeelding 3) Nieuwe waterkering nabij A32 In de zuidwesthoek van dit gebied zal een nieuwe waterkering komen die aansluit op het spoortalud in het zuiden van de spoorbaan Meppel-Groningen. Zie bijlage 6 voor de nieuwe waterkeringen, Fietspad, nieuwe brug, duikers Het bestaande fietspad ligt te laag om altijd droog te blijven en zal daarom in zijn geheel op een nieuwe kade komen te liggen. Het fietspad op de kade zal rechtdoor gaan met een nieuwe brug over de Wold Aa. De oude bestaande brug (nr. WA-D24) wordt verwijderd. De kade zorgt er tevens voor dat de fietstunnel onder de spoorlijn beschermd is tegen het oppervlaktewater. In het deel van de nieuwe kade waar het fietspad op komt, worden enkele duikers opgenomen, zodat de compartimenten van de meebewegende waterberging aan weerszijden van het fietspad met elkaar in verbinding staan. Ter hoogte van de hoogspanningsmast komt een afrit voor onderhoudsvoertuigen. Zo is ook de mast zelf goed bereikbaar. Afbeelding 4: Fietspad op nieuwe waterkering Afgraven waterkeringen Wold Aa De waterkeringen langs de Wold Aa worden afgegraven tot het niveau van het aangrenzende maaiveld.
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
- 13 -
Definitief maart 2015
Spoorsloot + dichten van duikers De functie van de bestaande ontwateringssloot langs de spoorbaan Meppel-Groningen in het zuiden van dit plandeel vervalt. Dit betekent dat ook de duikers naar de wijk Oosterboer dan niet meer nodig zijn. Deze worden dicht gespoten. Toegang gemaal Haakswold Aan de oostzijde van het gemaal Haakswold wordt de waterkering gecombineerd met een toegangsweg vanaf de N375, zodat het gemaal altijd bereikbaar is met voertuigen. Inlaatplaats maaiboot Tussen de nieuwe brug en gemaal Haakswold van het waterschap.
komt een inlaatplaats voor de maaiboot
Afbeelding 5: Maatregelen kaart 2 C. Beschrijving van de maatregelen tussen de N375 en de duikplas (afbeelding 5) Het gebied ten noorden van de N375 en ten zuiden van de Wold Aa is in eigendom en beheer van stichting Engelgaarde. Ook dit plandeel behoort nog tot de toekomstige meebewegende berging. Aantakken meander De oude meander van de Wold Aa zal weer worden verbonden met de Wold Aa. De geul zal worden uitgediept en van flauwe, natuurvriendelijke oevers voorzien. Het gebied dat nu aangelegd is en beheerd wordt als schraal grasland kan vanuit deze meander overstromen. Het zal veranderen in beekdalbegeleidend gras- of hooiland, passend bij een beekdal. Aanpassen waterkering Langs de zuidkant van de Wold Aa wordt de waterkering (nr. O291) aangepast. Het bestaande fietspad wordt verwijderd. De huidige waterkering wordt vergraven zodat er ruimte ontstaat voor een flauw talud met een natuurvriendelijke oever. Op deze waterkering komt een nieuw fietspad. Nieuwe waterkering De N375 en de spoorlijn Meppel – Groningen gaan fungeren als “overige waterkering”. Zie bijlage 6 voor de locatie van de waterkeringen. Aanleggen twee bruggen Bij de in- en uitstroomopening van de aan te takken meander worden bruggen aangebracht zodat het water de meander vrij in en uit kan stromen en het fietspad er overheen gaat.
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
- 14 -
Definitief maart 2015
Afbeelding 6: Maatregelen kaart 3 D.
Beschrijving van de maatregelen bij de oude meander Koekanger Aa (afbeelding 6)
Aansluiten oude meander De verlande oude meander wordt uitgebaggerd en door duikers met de Koekanger Aa verbonden. Door een dam met duiker in de Koekanger Aa aan te leggen, gaat ca. 10% van de afvoer via de meander stromen. Het meest oostelijke stukje van de meander wordt geïsoleerd en als poel ingericht. Nieuwe waterkering Door de verbinding tussen de Koekanger Aa en de oude meander kan het water uit de beek de huidige beekloop verlaten. De natuurlijke hoogte in het landschap en de N375 gaan fungeren als overige waterkering. Zie bijlage 6 voor de locaties van de waterkeringen. Afgraven grond In de zone tussen de oude meander en Koekanger Aa wordt op enkele plekken, waar geen waardevolle bomen staan, grond afgegraven zodat hier een moerasachtig gebied ontstaat. Verwijderen van bomen Het bestaande bos ten noorden van de meander blijft gehandhaafd, maar krijgt een meer natuurlijk karakter. Op enkele plekken worden er bomen en/of struiken verwijderd voor de werkzaamheden.
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
- 15 -
Definitief maart 2015
1.3.2
Gestuurde berging
De oostelijke landbouwgrond kan na inrichting ingezet worden voor gestuurde berging. De berging bestaat uit twee compartimenten: één ten oosten en één ten westen en zuiden van de rotonde bij Broekhuizen. Beide compartimenten krijgen een inlaatwerk. Voordeel hiervan is dat met twee relatief kleine inlaatwerken het gebied in korte tijd gevuld kan worden. Via bestaande duikers onder de N375 door kan het water van het oostelijke compartiment naar het westelijke stromen en kunnen beide via het bestaande gemaal De Bloemen leeglopen. Onder normale omstandigheden behoudt het gebied de huidige gebruiksmogelijkheden. Alleen in een zeer extreme situatie, die statistisch gezien eens per honder jaar voorkomt, wordt de berging ingezet en kan het gedurende enkele weken (afhankelijk van hoe snel het peil daalt en de grond weer opdroogt) niet gebruikt worden voor agrarische doeleinden.
Afbeelding 7: Maatregelen kaart 4 E.
Beschrijving van de maatregelen tussen duikplas en Broekhuizen (afbeelding 7)
Inlaatvoorziening ‘Weg naar de Bloemen’ Via een inlaatwerk wordt de Wold Aa verbonden met een sloot ten zuiden van de Weg naar de Bloemen. Er wordt een stuw gebruikt als inlaat. De sloot waar de inlaat op uitkomt, wordt verstevigd om schade te voorkomen. Uitlaatvoorziening ‘Weg naar Bloemen’ De bestaande pompvoorziening van gemaal De Bloemen (nr. 666 Bloemen) die het water van de watergang (nr. WWA-06-A3) in het gebied op de Wold Aa loost, kan worden gebruikt om het bergingsgebied weer leeg te pompen. Een flink deel van het geborgen water kan via de inlaatopening onder vrij verval het gebied uitstromen, maar voor het water dat lager staat dan het waterpeil in de Wold Aa is deze pompvoorziening nodig. Verwijderen waterinlaat De bestaande inlaat (nr. WA-06-04-A6) bij de Koekanger Aa (vlak bij de rotonde), aangelegd om in droge tijden water in de sloten te kunnen laten, wordt weggehaald en de bijbehorende duikers worden dicht gespoten. Bij de beschrijving van de maatregelen in het zuidoostelijke deel staat een nieuwe inlaat beschreven (zie F).
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
- 16 -
Definitief maart 2015
Duikers Enkele bestaande duikers worden met schuim dicht gespoten. Ook worden er enkele duikers vervangen door grotere duikers. En er worden enkele nieuwe duikers aangelegd. Bodem- en taludbekleding Op een aantal plekken worden ter plaatse van de uit- en instroom van de duikers een bodem- en taludbekleding van beton toegepast. Waterkeringen Op veel plaatsen kan de infrastructuur of het natuurlijk reliëf als waterkering dienen. Op enkele plekken is dat niet afdoende en komen nieuwe waterkeringen. De hoogte ten opzichte van maaiveld is afhankelijk van de situatie ter plaatse. Overal zal sprake zijn van een overhoogte van 0,5 meter. Achter de huispercelen van Broekhuizen 2 en 4 krijgt de kade een veel flauwer talud, om het agrarisch gebruik te vergemakkelijken. Achter Broekhuizen 2 wordt de kade deels vervangen door een muurtje vanwege het beperktere ruimtegebruik. Ook bij de elektra middenspanningsruimte langs de Weg naar de Bloemen dient een muurtje als waterkering. Vispassage Bij de stuw Blijdenstein bestaat een peilverschil van maximaal 1,40 meter. Bij deze stuw wordt een vispassage aangelegd in de vorm van een technische voorziening in de noordelijke oever van de Wold Aa.
Afbeelding 8: Schets stuw Blijdenstein met vistrap
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
- 17 -
Definitief maart 2015
Afbeelding 9: Maatregelenkaart 5 F.
Beschrijving van de maatregelen, zuidoostelijk deel (afbeelding 9)
Inlaatvoorziening De inlaatvoorziening die nodig is om het zuidoostelijk deel van het plangebied te inunderen wordt aangelegd in de zuidelijke waterkering (nr. O290) van de Koekanger Aa. Deze inlaat wordt gecombineerd met een duiker voor inlaat van water bij droog weer. Ophoging percelen De woningen en bijgebouwen in dit gebied liggen allemaal hoog genoeg om droog te blijven, met uitzondering van de percelen Broekhuizen 1 en 3. In overleg met de eigenaren/bewoners worden de percelen rondom deze woningen zodanig opgehoogd en opstallen verhoogd aangelegd dat geen wateroverlast kan ontstaan. Nieuwe watergang De huidige sloot ten noorden van de oude school (nr. WWA-06-A2) wordt samengevoegd met de bermsloot van de N375 tot een nieuwe watergang. De ligging wordt zodanig verschoven dat de sloot met één bocht naar de weg Broekhuizen buigt en via een nieuwe duiker logisch aansluit op de watergang (nr. WWA-06-A) ten zuiden van de weg. Nieuwe duikers Er worden enkele nieuwe duikers gelegd, ter vervanging van bestaande duikers. De verplaatste en vervangen duiker onder de weg Broekhuizen door zorgt voor de verbinding tussen het meest oostelijke deel van de waterberging en het deel tussen de Oosterbroekenweg en de spoorlijn. Een te vervangen duiker onder de Oosterbroekenweg en twee bestaande duikers onder de N375 zorgen samen voor verbinding met het deel westelijke deel van de gestuurde waterberging. Bodem- en taludbekleding Op een aantal plekken worden ter plaatse van de uit- en instroom van de duikers een bodem en taludbekleding van beton toegepast. Waterkering Voor de locaties van de nieuwe waterkeringen zie bijlage 6.
1.4 Beschikbare gronden Gebied ten westen van de duikplas (meebewegende deel) Het waterschap heeft een perceel van een particuliere eigenaar aangekocht, zodat ze het perceel in kan richten en aan de gemeente in eigendom over kan dragen. Voor de rest zijn en blijven de gronden
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
- 18 -
Definitief maart 2015
in bezit van: Rijkswaterstaat, Provincie Drenthe, Gemeente Meppel, Waterschap Reest en Wieden en Stichting Engelgaarde. Gebied ten oosten van de duikplas (gestuurde deel) Dit gebied is grotendeels in eigendom bij particulieren. Verder ligt de oude meander van de Koekanger Aa op grond van de Provincie Drenthe. De kade en watergang (nr. WWA-06-A2) langs de Koekanger Aa moeten zodanig worden verbreed dat hiervoor een strook grond moet worden aangekocht. Hierover zijn afspraken gemaakt met de huidige eigenaar. In dit gebied zal aan de eigendomssituatie verder niets veranderen.
1.5 Effecten van het plan Waterhuishouding Realisatie van de waterberging Engelgaarde heeft een positief effect op de waterstanden in de Wold Aa en daarmee ook op waterstanden in de omgeving. In geval van de extreme situatie die zich naar verwachting één keer per 100 jaar voordoet, is sprake van een daling van de waterstandspiek. Berekeningen hebben aangetoond dat de daling van de waterstand op de Wold Aa, door inzet van de volledige waterberging bij de wijk Haveltermade in Meppel (bij het huidige klimaat) 10-15 cm is. Dit maakt in deze wijk het verschil tussen wel en geen wateroverlast. In het centrum van Meppel is de daling 3-5 cm. Het oppervlak landbouwgrond dat inundeert neemt door de waterberging met 90% af. Grondwaterstanden Berekeningen hebben aangetoond dat de grondwaterstanden in de omgeving van de waterberging niet veranderen door de aanleg. Onder normale omstandigheden, als de berging niet vol staat, zal er niets van te merken zijn. Wordt de berging wel volledig ingezet, bij extreme omstandigheden, dan stijgen de grondwaterstanden in de omgeving licht. In een zone van enkele honderden meters zal dat gedurende een paar dagen 5-10 cm zijn. Hiervan valt geen wateroverlast te verwachten omdat de waterstanden ruim beneden maaiveld blijven en waar nodig maatregelen worden getroffen. Ecologie De aanleg van ca. 2,5 km natuurvriendelijke oevers, het uitbaggeren of verdiepen en aansluiten van oude meanders dragen bij aan een grotere variatie in biotopen en de soorten die daar voor kunnen komen. Ook de meebewegende waterberging, die zorgt voor meer dynamiek in het wandelbos en recreatiegebied, biedt nieuwe groeiplaatsen en meer kansen voor natuurlijke processen. De aanleg van de vispassage in de Wold Aa draagt bij aan betere leefomstandigheden voor vis. Landschap In het deel van de gestuurde waterberging zal het landschap veranderen doordat het karakter van het bos en oude meanders verandert. Het verwijderen en verleggen van waterkeringen heeft natuurlijk ook enig effect op hoe de omgeving eruit ziet. De grotere variatie en dynamiek maken het gebied interessanter. In het gestuurde deel zullen op een paar plaatsen waterkeringen moeten worden aangelegd die aansluiten bij het natuurlijke reliëf of de infrastructuur. Ze zullen nergens meer dan een meter hoger komen te liggen dan het maaiveld nu. De waterkeringen worden ingepast in het landschap en aangepast aan het grondgebruik, bijv. door ze met een flauw talud aan te leggen. Hierdoor zullen ze voor het grootste deel weinig opvallen. Recreatie en gebruik Het wandelbos en recreatiegebied zullen een deel van het jaar natter zijn dan nu, lokaal veel natter, maar ook een deel van het jaar droger. In een natte periode is het gebied minder goed begaanbaar voor voetgangers , maar het zal wel toegankelijk blijven. Alleen in extreme situaties wordt het zo nat dat toegang voor voetgangers niet of nauwelijks meer mogelijk is. Dat zijn ook de momenten dat er veel water geborgen moet worden. De fietspaden door het gebied worden op waterkeringen of kades aangelegd zodat die bruikbaar blijven.
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
- 19 -
Definitief maart 2015
1.6 Wijze waarop het werk zal worden uitgevoerd Op basis van het definitief ontwerp en de bestekstekeningen wordt een bestek gemaakt. In een bestek is het werk voor de aannemer technisch uitgewerkt. De aannemer werkt bij al haar handelingen volgens de wettelijk geldende bepalingen en de specifieke randvoorwaarden die in het bestek zullen zijn opgenomen. Voorwaarde voor de uitvoering is dat de werkzaamheden niet mogen leiden tot ongewenste grond- en oppervlaktewaterstanden in de omgeving. Ook moet en zal rekening gehouden worden met de eisen vanuit de Flora- en Faunawet en is de Gedragscode Flora- en Faunawet waterschappen 2012 van toepassing. De werkmethode en volgorde wordt bepaald na de aanbesteding en is op dit moment nog niet bekend. Naar verwachting starten de werkzaamheden in augustus 2015 en nemen ze maximaal een jaar in beslag.
1.7 Beschrijving van de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van nadelige gevolgen Ecologie Het gebied is onderdeel van de provinciale Ecologische Hoofdstructuur (EHS). In de zomer van 2012 heeft Tonckens Ecologie een Flora- en faunatoets uitgevoerd voor Engelgaarde. De resultaten uit dit onderzoek zijn beschreven in een rapportage; zie bijlage 5. Naast de effecten op soorten uit de Flora- en faunawet, zijn ook de effecten op de natuurdoelen van de EHS kort toegelicht. Bij de realisatie van de maatregelen wordt gewerkt volgens de Gedragscode Flora- en Faunawet van het waterschap. Bovendien zijn diverse mitigerende maatregelen in het plan verwerkt. Aanvullende voorwaarden zijn niet van toepassing. Mocht er onverwacht toch een noodzaak blijken te zijn voor een ontheffing Flora- en Faunawet, dan wordt die uiteraard aangevraagd. Archeologie De gemeente Meppel heeft in 2010 archeologische verwachtingskaart laten opstellen door ADC Heritage. Volgens deze kaart geldt hoofdzakelijk een middelhoge archeologische verwachting voor het plangebied. Deze middelhoge archeologische verwachting is niet zo zeer gestoeld op de bekende archeologische waarden binnen het plangebied, maar op de specifieke bodemopbouw ter plaatse en de veronderstelde gaafheid hiervan . In december 2012 is een Quickscan uitgevoerd naar de archeologische verwachtingswaarde voor het waterbergingsgebied Engelgaarde. Uit de Quickscan blijkt dat vrijwel niets bekend is over de aanwezigheid van archeologisch resten binnen het plangebied en het ruimere onderzoeksgebied. Binnen het onderzoeksgebied liggen geen archeologisch vondstmeldingen of archeologische monumenten (AMK-terreinen). Wel is er één waarneming bekend, namelijk de vondst van een midden-laat neolithische vuursteen bijl. Ter aanvulling op de Quickscan is een bureauonderzoek uitgevoerd. Op basis hiervan, en in overleg met het bevoegd gezag, zal op enkele locaties archeologische begeleiding worden ingezet tijdens de werkzaamheden.
1.8 Financieel nadeel Als gevolg van dit projectplan is geen financiële schade voorzien die de uitvoering van het project in de weg staat. Als een belanghebbende door dit plan ten onrechte schade lijdt of zal lijden die hij niet zelf hoeft te dragen, en die niet of niet voldoende op een andere manier is verzekerd, kan op grond van artikel 7.14 van de Waterwet een verzoek om schadevergoeding worden ingediend. Schade die specifiek in het bergingsgebied ontstaat door inzet van de waterberging, wordt in principe volledig vergoed. Er is geen sprake van normaal bedrijfsrisico, tenzij schade ontstaat door nalatigheid van de eigenaar/gebruiker. De regeling en procedures hiervoor zijn vastgelegd in de Regeling schadevergoeding waterbergingsgebieden waterschap Reest en Wieden.
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
- 20 -
Definitief maart 2015
Voor de wijze van indiening van een verzoek om schadevergoeding en voor de procedure wordt verwezen naar de procedureverordening Nadeelcompensatie Waterschap Reest en Wieden 2010. Een verzoek om nadeelcompensatie kunt u richten aan het Dagelijks Bestuur van Waterschap Reest en Wieden ter attentie van de afdeling Bestuurszaken, Postbus 120, 7940 AC Meppel.
1.9 Legger, beheer en onderhoud 1.9.1 Legger De wijzigingen in de vorm en afmetingen van watergangen, kunstwerken en waterkeringen als gevolg van dit project worden vastgelegd in de legger van waterstaatswerken van het waterschap. . Artikel 5.1., lid 1, van de Waterwet zegt dat de beheerder zorg draagt voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. Dit is een belangrijke voorziening voor het waterbeheer. De beheerder draagt er zorg voor dat de gegevens in de legger actueel blijven. De legger is van belang voor de toetsing van de waterstaatswerken aan de gestelde normen. Deze toetsing wordt mogelijk door de gegevens in de legger, waarin de vereiste toestand van de waterstaatswerken is aangegeven, te vergelijken met de feitelijke toestand van de waterstaatswerken. De legger is bepalend voor de onderhoudsverplichtingen over en weer tussen het waterschap en burgers / instanties op het gebied van de instandhouding van de waterstaatswerken. In de praktijk blijkt dat er tijdens de uitvoering vrijwel altijd kleine wijzigingen zijn ten opzichte van het oorspronkelijke plan. Het gaat om kleine afwijkingen in het werk, niet om fundamentele wijzigingen in het plan. De uiteindelijke maatvoering, na de revisiemeting, is bepalend voor de wijziging van de legger. Op de legger zullen de volgende wijzigingen worden doorgevoerd: het peilvak van het wandelbos wordt losgekoppeld van de wijk Oosterboer doordat de verbindingen onder het spoor door vervallen. Het wandelbos zal het peil van de Wold Aa volgen; in de gestuurde waterberging worden enkele watergangen en duikers (kunstwerken) aangepast; nieuwe inlaatwerken (ondersteunende kunstwerken); wijzigingen aan waterkeringen langs de Wold Aa en Koekanger Aa. 1.9.2 Beheer en onderhoud De inzet van het gestuurde waterbergingsgebied is de verantwoordelijkheid van Waterschap Reest en Wieden. Het waterschap ontwikkelt een beslissingsondersteunend systeem dat op grond van hydrologische en meteorologische informatie aangeeft wanneer waterbergingen binnen het hele beheergebied ingezet zouden moeten worden. Het meebewegende deel heeft geen actief beheer nodig voor inzet. Het voor waterberging in te richten gebied is voor het overgrote deel in eigendom en beheer bij andere eigenaren dan het waterschap en dat blijft ook zo. Van west naar oost is de situatie hieronder beschreven. Gemeente Meppel is en blijft eigenaar van het wandelbos en alle fiets- en wandelpaden die er in liggen. Ze bezit, beheert en onderhoudt ook het fietspad langs de Wold Aa dat voor de waterberging op de waterkering zal worden gelegd. De stichting Engelgaarde heeft eigendom en beheer van het natuur- en recreatiegebied ten westen van de duikplas (die zij ook bezit en beheert). Het waterschap is verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van de aangetakte meander. De percelen landbouwgrond zijn en blijven in eigendom en gebruik voor agrarische doeleinden. De watergang die het water vanaf de inlaat het gebied in gaat voeren, komt in beheer en onderhoud bij het waterschap. De waterkeringen die hier en daar nodig zijn, blijven in eigendom bij de grondeigenaren (particulieren of gemeente Meppel). Zij zijn verantwoordelijk voor het dagelijks onderhoud. Het waterschap krijgt het beheer en is verantwoordelijk voor het groot onderhoud. Het waterschap controleert de staat van de waterkeringen. De stukjes bos van de Provincie Drenthe blijven bij hen in eigendom.
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
- 21 -
Definitief maart 2015
De kunstwerken, zoals duikers, inlaten, uitlaat en vistrap, en watergangen die van belang zijn voor aan- en afvoer van water, en waterkeringen langs de Wold Aa en Koekanger Aa, komen in eigendom, beheer en onderhoud bij het waterschap. In een beheerdocument worden de beheer- en onderhoudsmaatregelen vastgelegd.
Aanleg van Waterberging Engelgaarde Meppel
- 22 -
Definitief maart 2015
Deel 2
Verantwoording
2.1 Verantwoording op basis van wet- en regelgeving 2.1.1 Waterwet Het werk dient bij te dragen aan de doelstellingen van de Waterwet, met name(artikel 2.1): a. Voorkoming / beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste b. Bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen c. Vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen Hoofddoelstelling van het project Engelgaarde is het realiseren van waterberging. Hydrologische analyses hebben aangetoond dat de kans op overstroming en wateroverlast afneemt, doordat de waterstanden in de Wold Aa tijdens extreme situaties minder hoog oplopen. De chemische en ecologische kwaliteit van het watersysteem profiteren van het project door de aanleg van natuurvriendelijke oevers, de meebewegende berging, het aantakken van oude meanders en de vispassage in de Wold Aa. Het plan is gemaakt in nauw overleg met diverse partijen in het gebied. De maatregelen voor waterberging en ecologie zijn zodanig op de overige functies in het gebied afgestemd dat er nauwelijks nadelige gevolgen zijn en de maatschappelijke functies onder normale omstandigheden ongehinderd kunnen doorgaan. In situaties van inzet van de waterberging zullen de overige functies van het gebied tijdelijk stilliggen, maar daar is expliciet voor gekozen zodat op andere locaties geen (of aanzienlijk minder) beperkingen optreden. Conclusie toetsing Waterwet De uitvoering van dit plan is in overeenstemming met de doelstellingen van de Waterwet. 2.1.2 Kaderrichtlijn Water In 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht geworden. De belangrijkste doelen van deze richtlijn zijn: goede chemische en ecologische kwaliteit van oppervlaktewateren, goede chemische kwaliteit van het grondwater en goed voorraadbeheer van het grondwater. Om deze goede toestand te bereiken zijn diverse maatregelen noodzakelijk aan het watersysteem. Een belangrijke invloed op de ruimtelijke inrichting vormen hydromorfologische maatregelen. Het plan voorziet in de aanleg van ca. 2,5 km natuurvriendelijke oevers, het aansluiten en uitbaggeren of uitdiepen van oude meanders en een vispassage in de Wold Aa bij de stuw Blijdestein. Dit draagt bij aan een natuurlijker beeksysteem met meer variatie. Ook de meebewegende waterberging in het wandelbos en het oostelijke stukje bos zal leiden tot een natuurlijker bos dat bij inundatie een zeker gunstig effect heeft op de waterkwaliteit. Conclusie toetsing Kaderrichtlijn Water De realisatie van de maatregelen draagt bij aan de verbeterging van de chemische en/of ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater. Ook de optrekmogelijkheden voor vis verbeteren de waterkwaliteit in de Wold Aa. 2.1.3 Waterbeheer 21e eeuw (WB21) De Commissie Waterbeheer 21e eeuw bracht in augustus 2000 advies uit over het toekomstige waterbeleid in Nederland. De kerngedachte van de Commissie is dat water meer ruimte nodig heeft via de trits vasthouden, bergen, afvoeren om op die manier wateroverlast in extreem natte omstandigheden te verminderen. Het waterbergingsgebied komt voor uit deze gedachte. Het meebewegende deel houdt water vast bij hogere waterstanden waardoor de afvoer wordt gedempt. Het gestuurde deel kan water bergen in geval van extreme omstandigheden en zo de afvoer aanzienlijk beperken. Conclusie toetsing WB21 Met onderhavig project wordt invulling gegeven aan de kerngedachte van de WB21. Het heeft een belangrijke bijdrage aan het verminderen van de wateroverlast.
Verantwoording
- 23 -
Definitief maart 2015
2.1.4 Natuurbeschermingswet/Natura 2000 De Natuurbeschermingswet richt zich op het beschermen van gebieden met natuur van Europees gehalte. Internationale verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, maar ook verdragen als bijvoorbeeld het Verdrag van Ramsar (Wetlands) zijn hiermee in nationale regelgeving verankerd. De Natura 2000 gebieden worden aangewezen en beschermd op grond van de natuurbeschermingswet. Het gebied van Engelgaarde is geen Natura 2000 gebied en er ligt ook geen ander Natura 2000 gebied binnen een straal van enkele kilometers. Conclusie toetsing Natuurbeschermingswet / Natura 2000 Effecten als gevolg van de maatregelen op gebieden die beschermd zijn binnen de Natuurbeschermingswet (Natura 2000 en Beschermde Natuurmonumenten) worden niet verwacht. 2.1.5 Flora en Faunawet De bescherming van soorten is in Nederland geïmplementeerd in de Flora- en faunawet (FF-wet). Op grond van de FF-wet is een groot aantal dier- en plantensoorten aangewezen als beschermde inheemse soort. Voor het in standhouden van de inheemse flora en fauna zijn in de Flora- en Faunawet verbodsbepalingen opgenomen. Zo is het onder meer verboden vaste verblijfplaatsen van beschermde diersoorten te beschadigen, individuen van beschermde diersoorten te doden of verwonden of beschermde plantensoorten te plukken. Daarbij geldt hoe zeldzamer en kwetsbaarder de populaties van bepaalde soorten zijn, des te strenger het beschermingsregime is. In oktober 2012 heeft Tonckens Ecologie een Flora- en faunatoets uitgevoerd voor Engelgaarde. Dit was noodzakelijk omdat de werkzaamheden uitgevoerd worden in een gebied waarvan bekend is dat er beschermde plant- en diersoorten voorkomen. Door middel van mitigerende maatregelen kan een negatief effect voorkomen worden. Voor een aantal soorten en soortgroepen (flora, vissen, zoogdieren) kunnen zelfs positieve effecten worden verwacht. Indien het, tegen de huidige verwachting in, het toch nodig zal zijn om een ontheffing aan te vragen, zal dit wordt tijdig voorafgaand aan het uitvoeren van de werkzaamheden worden gedaan. Conclusies toetsing Flora en Faunawet Door kleine aanpassingen in het plan en mitigerende maatregelen zijn geen belangrijke negatieve effecten te verwachten en kunnen zelfs positieve ontwikkelingen optreden. 2.1.6 Verdrag van Malta (archeologie) In 1992 tekenden een aantal Europese lidstaten het Verdrag van Malta inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed. Dit verdrag beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Het gaat om resten als nederzettingen, grafvelden en gebruiksvoorwerpen. In december 2012 heeft ARCADIS een Quickscan uitgevoerd naar de archeologische verwachtingswaarde voor het waterbergingsgebied Engelgaarde. Op basis daarvan is een vervolgonderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van archeologische resten in het plangebied. Er zijn een paar locaties in het gebied met waar mogelijk archeologische waarden aanwezig zijn. Conclusie toetsing archeologie Op een aantal locaties met een (middel)hoge archeologische verwachtingswaarde zal archeologische begeleiding worden ingezet tijdens graafwerkzaamheden. 2.1.7 m.e.r. beoordeling Volgens de Wet milieubeheer en het Besluit milieueffectrapportage moet bij initiatieven voor (het wijzigen van) bepaalde activiteiten worden beoordeeld of sprake is van milieueffecten. In gevallen dat een besluit of plan betrekking heeft op activiteiten die voorkomen op de C- of D-lijst van het Besluit milieueffectrapportage, moet worden bepaald welke procedure doorlopen moet worden om mogelijke milieueffecten te beoordelen. Uit de C-lijst volgt de m.e.r.-plicht, uit de D-lijst de m.e.r. beoordelingsplicht. Dit project valt in de D-lijst onder ‘aanleg, wijziging of uitbreiding van werken ter beperking van overstromingen’ en is dus beoordelingsplichtig. Ten behoeve van de herziening van het bestemmingsplan heeft Arcadis Nederland BV een m.e.r. beoordeling uitgevoerd. Er is gekeken naar de effecten van de plannen op natuur, hinder, bodem, water, cultuurhistorie, archeologie, landschap, verkeer en gebruiksfuncties.
Verantwoording
- 24 -
Definitief maart 2015
Conclusie m.e.r. beoordeling Uit de m.e.r.-beoordeling blijkt dat de realisatie van Waterberging Engelgaarde geen belangrijke nadelige gevolgen heeft voor het milieu, mits de voorgestelde mitigerende maatregelen worden getroffen. Op basis hiervan zien we af van het opstellen van een milieu effect rapportage. De m.e.r. beoordeling maakt onderdeel uit van dit projectplan en ligt tegelijkertijd ter inzage.
2.2 Verantwoording op basis van beleid 2.2.1 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. Het Rijk benoemt ruimte voor waterveiligheid als nationaal belang. Het Rijk is verantwoordelijk voor het integrale beheer van het hoofdwatersysteem en, samen met de waterschappen, verantwoordelijk voor de bescherming van Nederland tegen overstromingen. Het regionale en hoofdwatersysteem zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar wederzijds. Conclusie structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Met dit project wordt invulling gegeven aan het de structuurvisie Infrastructuur en ruimte. De overheden hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een goede koppeling. Het relevante ruimtelijke beleidskader voor het plangebied wordt gevormd door provincie Drenthe, het Waterschap Reest en Wieden en de gemeente Meppel.
Nationaal Waterplan Het Nationaal Waterplan (NWP) is het Rijksplan voor het waterbeleid voor de periode 2009-2015 en beschrijft de maatregelen die genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten. Het borduurt voort op de afspraken die werden gemaakt in het hierna te bespreken Nationaal Bestuursakkoord Water. Door klimaatsveranderingen zal er de komende jaren meer neerslag vallen dan voorheen. Het nemen van maatregelen is nodig om Nederland veilig en leefbaar te houden. In de periode tot en met 2015 geven de waterschappen de regionale watersystemen meer ruimte om meer neerslag op te vangen. Daar waar extra ruimte voor waterberging nodig is, zal dit door provincies en gemeenten worden afgewogen. De uitkomst van deze afweging krijgt een plek in de ruimtelijke plannen van gemeenten en provincies. In het Nationaal Waterplan wordt de gemeente Meppel genoemd als een gebied waar zich problemen voordoen door het samenvallen van piekafvoeren, waardoor de afvoer van het hoofdwatersysteem wordt gestremd. Om deze reden dienen maatregelen te worden genomen. Conclusie Nationaal Waterplan Met waterberging Engelgaarde wordt invulling gegeven aan het Nationaal Waterplan, specifiek aan het genoemde knelpunt bij Meppel.
Waterbeheer 21e eeuw Langdurige en overvloedige regenval in 1998 gaf aanleiding tot het instellen van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw (WB21). In 2000 heeft deze Commissie advies uitgebracht en uitgangspunten vastgesteld zoals anticiperen in plaats van reageren, meer ruimte voor water naast technische maatregelen, niet afwentelen, meervoudig ruimtegebruik en de drietrapsstrategie vasthouden-bergenafvoeren. Deze uitgangspunten zijn overgenomen in de kabinetsnota Anders Omgaan met Water (2000). e
Conclusie Waterbeheer 21 eeuw Dit project geeft invulling aan de WB21 opgaven van meer ruimte voor water, niet afwentelen, vasthouden en bergen, en meervoudig ruimtegebruik.
Verantwoording
- 25 -
Definitief maart 2015
Nationaal Bestuursakkoord Water Het Nationaal Bestuursakkoord Water is een bestuurlijke afspraak tussen het Rijk, de provincies, het Samenwerkingsverband Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen. Het bestuursakkoord heeft tot doel om in 2015 het Nederlandse watersysteem op orde te hebben en daarna op orde te houden, anticiperend op veranderende omstandigheden, zoals onder andere de verwachte klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en toename van verhard oppervlak. Uit het bestuursakkoord blijkt dat maatregelen dienen te worden genomen tegen wateroverlast in o.a. laaggelegen delen van de provincie Drenthe. Bij het zoeken naar ruimte voor waterberging dient, waar mogelijk, een koppeling te worden gelegd met andere functies zoals natuur, stadsvernieuwing, recreatie en herstructurering van de landbouw. Het bestuursakkoord noemt als maatregel voor het creëren van extra waterberging de hermeandering van de laaglandbeken. Retentie, berging en EHS worden hier in veel gevallen gecombineerd, en tegelijk kan worden bijgedragen aan de verdrogingsbestrijding. In de grote projecten wordt waterberging gecombineerd met wonen en werken aan het water, recreatie en natuurontwikkeling. Binnen het projectgebied van Engelgaarde wordt waterberging gecreëerd in het laaggelegen deel van Drenthe. Er komt waterberging in combinatie met natuur(-ontwikkeling), hermeandering en recreatie. Conclusie Nationaal Bestuursakkoord Water Met onderhavig project wordt invulling gegeven aan het Nationaal Bestuursakkoord Water. 2.2.2 Provinciaal beleid Omgevingsvisie Drenthe 2010 Het ruimtelijk beleid van de provincie Drenthe is verwoord in de Omgevingsvisie Drenthe 2010. De Omgevingsvisie vormt tevens het regionaal waterplan op grond van de Waterwet. Het doel van het regionaal waterplan is het creëren van een duurzaam en veerkrachtig watersysteem. Dit is noodzakelijk, omdat door klimaatverandering meer neerslag zal vallen. Het watersysteem dient berekend te zijn op de opvang van deze neerslag. Het is de ambitie van de provincie Drenthe dat het watersysteem in 2015 op orde is. De provincie wil de problemen met wateroverlast oplossen door de mogelijkheden voor wateropvang in beekdalen te verruimen. Het stroomgebied van de Wold Aa, ten noordoosten van Meppel, is in de Omgevingsvisie Drenthe aangewezen als een beekdal waar waterberging zal worden gerealiseerd. Conclusie Omgevingsvisie Drenthe 2010 Het onderhavig project is volledig in lijn met de ambities van de Omgevingsvisie Drenthe.
Verordening ruimtelijk omgevingsbeleid Het plangebied Engelgaarde is in de Verordening ruimtelijk omgevingsbeleid aangeduid als "Beekdal" en als "Bergingsgebied". Zie onderstaande afbeelding. Voor gebieden die als Beekdal zijn aangewezen voorziet de Verordening in een planologisch beschermingsregime, wat erop gericht is om de afvoer- en bergingscapaciteit van het regionale watersysteem uiteindelijk te kunnen vergroten. Voor gebieden die zijn aangeduid als "Bergingsgebied" dient het waterbergend vermogen van dat gebied behouden te blijven.
Verantwoording
- 26 -
Definitief maart 2015
Afbeelding 10: Fragment verbeelding Provinciale omgevingsverordening Drenthe, Blauwe arcering: Bergingsgebied, licht blauw: Beekdal. Conclusie verordening ruimtelijk omgevingsbeleid Het onderhavig project is volledig in lijn met de ambities uit de Verordening ruimtelijk omgevingsbeleid.
Beekdalenvisie De provincie heeft in deze visie beschreven dat zij streeft naar robuuste beekdalen met meer dynamische waterstanden, een meer natuurlijk peilbeheer en betere mogelijkheden voor vispasseerbaarheid. Bestaande functies moeten zich aanpassen aan deze toename van dynamiek maar moeten wel kunnen blijven functioneren. Het plangebied van Engelgaarde is aangeduid als gebied waar respect voor cultuurhistorie wordt verwacht. Bij ingrepen dient men creatief en respectvol om te gaan met wat nog resteert aan patronen en waar mogelijk herstel van die patronen. Conclusie beekdalenvisie Het project Engelgaarde is in lijn met deze visie. 2.2.3 Beleid Waterschap Reest en Wieden Waterbeheerplan Reest en Wieden 2010-2015 De nieuwe Waterwet (2009) verplicht waterschappen om waterbeheerplannen op te stellen met een looptijd van zes jaar. Het Waterbeheerplan Reest en Wieden is een uitwerking van het Provinciaal Omgevingsplan van de provincies Drenthe en Overijssel. Het waterbeheerplan bevat het integrale beleid van het waterschap met als hoofdthema’s: veiligheid, watersysteembeheer en de afvalwaterketen. Waterschap Reest en Wieden wil een aantal gebieden aanpassen aan de regionale normering voor waterveiligheid. Uitgangspunt hierbij is dat ieder (deel)stroomgebied zoveel mogelijk het eigen teveel aan water opvangt. Er wordt dus niet afgewenteld naar benedenstrooms gelegen gebieden. Om dit te bereiken heeft het waterschap onder andere het gebied Engelgaarde aangewezen als waterberging. Daarbij zullen in het gehele stroomgebied van de Wold Aa (waaronder het gebied Engelgaarde) maatregelen worden getroffen zoals het natuurvriendelijk inrichten van het gebied, het hermeanderen van de Wold Aa en het passeerbaar maken van stuwen voor vissen. Conclusie toetsing Waterbeheerplan Met onderhavig project wordt invulling gegeven aan het Waterbeheerplan.
Verantwoording
- 27 -
Definitief maart 2015
2.2.5 Gemeentelijk Beleid Structuurvisie De gemeenteraad heeft dit najaar (2013) de Structuurvisie Meppel 2030 ‘duurzaam verbinden’ vastgesteld. Meppel is rijk bedeeld met beekdalen, vaarten, oevers, parken en natuurzones die als groene zones de stad in steken. Toekomstige ontwikkelingen mogen geen afbreuk doen aan de kwaliteit van groen en water in Meppel. Het buitengebied heeft een belangrijke rol in het reguleren van water en als kerngebied en verbinding voor natuur. De landbouw heeft ruimte om zich te kunnen ontwikkelen en aan te passen aan gewijzigde omstandigheden, rekening houdend met de natuur- en landschapswaarden. Het totale gebied Engelgaarde/wandelbos fungeert als stadspark voor heel Meppel. De recreatieve mogelijkheden in het gebied moeten minimaal behouden blijven. Conclusie Structuurvisie 2030 Het project Engelgaarde is sluit aan bij de ambities uit de structuurvisie.
Stedelijke wateropgave In december 2009 hebben de gemeenteraad van Meppel en het Algemeen Bestuur van het waterschap Reest en Wieden de stedelijke wateropgave voor Meppel vastgesteld. De stedelijke opgave behelst de opgave voor het verwerken van het overtollig oppervlakte-, hemel- en grondwater. Het knelpunt voor oppervlaktewater in de gemeente Meppel is te weinig ruimte voor water in de woonwijken langs de Wold Aa en de Reest. Deze wijken lozen direct op deze regionale wateren, in plaats van het vast te houden in de wijk. Waterschap en gemeente hebben ervoor gekozen deze opgaven niet in de woonwijken zelf op te lossen, maar aan de stadsranden. Voor de Wold Aa is daarvoor het gebied Wandelbos/Engelgaarde gekozen, in aanvulling op de opgave die hier al lag vanuit de regionale waterberging. Conclusie Stedelijke wateropgave Met onderhavig project wordt invulling gegeven aan de Stedelijke Wateropgave.
2.3 Verantwoording van de keuzes in het project 2.3.1 Locatie Na de wateroverlast in 1998 hebben provincie Drenthe en o.a. het waterschap in 2006 in werkateliers kansrijke gebieden gezocht voor extra waterberging. Het gebied van Engelgaarde was er daar één van. Vervolgens heeft de provincie in 2009 de Deelstructuurvisie Waterbergingen Zuid Drenthe vastgesteld, een uitwerking van het toen geldende Provinciale Omgevingsplan. Daarmee is de locatie van deze waterberging bepaald. Tijdens de planvorming bleek het driehoekje ten zuiden van de spoorlijn Meppel-Hoogeveen waar manege de Baander is gelegen, geen logisch onderdeel voor de waterberging te zijn. Door de geïsoleerde ligging ten opzichte van de rest van de waterberging zou het heel lastig zijn daar water uit de Wold Aa te bergen. De duikplas is buiten de plannen gelaten vanwege een beperkte bijdrage aan de hydrologische doelen en het grote ecologische risico op een onherstelbaar verstoord systeem. Het perceel dat wordt begrensd door de Oosterbroekenweg en de N375 (ten westen van Broekhuizen) valt buiten de plannen omdat het te hoog ligt. Er is nog onderzocht om de driehoek grond ten oosten van de A32 bij de waterberging te betrekken maar het bleek moeizaam inzetbaar, waarbij de afweging is gemaakt dat de te bergen hoeveelheid niet opwoog tegen de te maken kosten. Ook voor een strook grond tussen de A32 en de spoorlijn Meppel-Leeuwarden bleek te gelden dat het water uit de Wold Aa er nauwelijks kan komen als gevolg van het natuurlijk reliëf. Daarom is ook dit gebied niet verder bij de inrichting betrokken. Wel zijn het wandelbos ten noorden van de Wold Aa en het bosje van Provincie Drenthe langs de N375 aanvullend bij het projectgebied getrokken. Hier was eenvoudig winst te halen voor meebewegende berging.
Verantwoording
- 28 -
Definitief maart 2015
2.3.2 Gestuurde en meebewegende waterberging De waterberging is deels gestuurd en deels meebewegend. De keuze voor een combinatie van deze twee houdt verband met de effectiviteit. Meebewegende berging functioneert al bij een hoge maar niet extreme waterstand. Ook beperkte afvoerpieken worden al gedempt, wat gunstig is voor de situatie in Meppel. In extreme situaties kan dan als aanvulling ook de gestuurde berging worden ingezet, als extra bijdrage aan het verlagen van de waterstanden in Meppel en op de omliggende landbouwgrond. De locatiekeuze is bepaald door het huidige grondgebruik. Het wandelbos en recreatie/natuurgebied van de Stichting Engelgaarde leent zich uitstekend voor meebewegende berging en kan een extra bijdrage leveren aan de natuurlijkheid en biodiversiteit. Het landbouwgebied is uiteraard niet gebaat bij regelmatige, beperkte inundaties. Alleen gestuurde berging met een hele lage inzetfrequentie is te combineren met landbouwkundige bedrijfsvoering. De keuze om de duikplas niet bij de berging te betrekken heeft twee redenen. Het blijkt erg lastig om het effect van de inlaat van beekwater op de waterkwaliteit en de ecologische waarden van de duikplas te voorspellen. Diverse mechanismes spelen een rol, waarbij het niet te zeggen is welk mechanisme uiteindelijk bepalend zal zijn. Daarnaast blijkt de bijdrage van de inzet van de duikplas aan de verlaging van de waterstanden zeer beperkt te zijn. 2.3.3 Locatie inrichtingsmaatregelen gestuurde berging Er is voor gekozen op twee plaatsen water in te kunnen laten. Het bergingsgebied is doorsneden door wegen en daardoor in compartimenten opgedeeld. Als deze compartimenten alle binnen 24 uur gevuld moeten kunnen worden, is dat het eenvoudigste als er op meer locaties water ingelaten kan worden. De exacte locaties zijn gekozen op grond van hun relatief bovenstroomse ligging. De watergangen die het water over de berging moeten verdelen sluiten uiteraard aan bij de inlaatwerken en zijn zo gekozen dat ze het water binnen de vereiste tijd goed over het gebied verspreiden. 2.3.4 Vistrap Er is gekeken naar de mogelijkheid om een min of meer natuurlijke vistrap aan te leggen, in de vorm van een cascade. Door het periodiek grote verval over de stuw Blijdestein (tot 1,4 meter) zou een ca. 300 meter lange cascade nodig zijn, wat een groot oppervlak vraagt. Dat legt een extra claim op landbouwgrond en brengt hoge kosten met zich mee. Er zou bovendien een kronkelig landschapselement verschijnen in een deel van het open gebied waar de karakteristieke strakke verkaveling nog duidelijk zichtbaar is. Zowel boven- als benedenstrooms van de vistrap worden al oude meanders aangesloten en natuurlijker oevers aangelegd dus ook het argument om voor meer natuurlijke omstandigheden te moeten zorgen, verviel hier. Daarom is gekozen voor een technische oplossing die goed in de oever van de Wold Aa is in te passen. 2.3.5 Verlegd fietspad door wandelbos Het fietspad dat van noord naar zuid door het wandelbos loopt en bij de wijk Oosterboer uitkomt ,krijgt een iets gewijzigde ligging. Hier is een waterkering nodig om het fietspad het hele jaar door bruikbaar te houden. Het fietspad kan waarborgen dat de bereikbaarheid van de hoogspanningsmast niet verslechtert. Zo wordt de infrastructuur gebundeld. De huidige bocht in het fietspad, waarmee het pad in westelijke richting naar de A32 kronkelt, verdwijnt en daarmee vermindert de kans dat mensen vanaf het fietspad naar de afrit van de snelweg A32 gaan. Dit verbetert de algemene verkeersveiligheid.
Verantwoording
- 29 -
Definitief maart 2015
2.4 Benodigde vergunningen en meldingen Op basis van nog lopende vooronderzoeken en het voorlopig ontwerp volgt nog een laatste check welke vergunningen nodig zijn, welk wettelijk kader geldt en welke gegevens/onderzoeken nodig zijn om deze vergunningen aan te vragen. In ieder geval zijn de volgende vergunningen nodig: 2.4.1 • • •
Projectplan (Waterwet), korte procedure Vaststelling projectplan door het Dagelijks Bestuur (gemandateerd) 6 weken ter inzage leggen projectplan Tegen het projectplan staat binnen zes weken na bekendmaking bezwaar open
2.4.2 Planologische inpassing Op grond van de Wet Ruimtelijk Ordening (Wro) is het vigerende bestemmingsplan buitengebied partieel herzien. In de herziening is de bestaande dubbelbestemming voor waterhuishoudkundige functies toegevoegd aan de geldende bestemming binnen het waterbergingsgebied. 2.4.3 Omgevingsvergunning Voor bepaalde kap- en bouwactiviteiten dient een omgevingsvergunning aangevraagd te worden. 2.4.4 Flora- en Faunawet Het waterschap zal tijdens de werkzaamheden werken conform de gedragscode „Gedragscode Floraen Faunawet Waterschappen‟. Een ontheffing is, zo het zich nu laat aanzien, niet nodig. 2.4.5 Vergunning Rijkswaterstaat, Prorail Voor de werkzaamheden op grond van Rijkswaterstaat dient een vergunning te worden aangevraagd. Mogelijk is ook een vergunning van Prorail nodig. Met hydrologische en geotechnische berekeningen zal moeten worden aangetoond of de maatregelen en het inzetten van de bergingen effect hebben op de stabiliteit van het spoorlichaam. Alleen als er aantoonbaar geen effect is, is een vergunning niet nodig. Deze vergunningen en meldingen doorlopen een aparte procedure. Het waterschap doet de melding of vraagt de vergunning aan bij de desbetreffende instantie.
Verantwoording
- 30 -
Definitief maart 2015
Deel 3
Rechtsbescherming
Bezwaarschrift Het plan ligt gedurende zes weken ter inzage. Belanghebbenden kunnen gedurende deze periode bezwaar op dit projectplan kenbaar maken. Een bezwaarschrift moet vóór afloop van de termijn van zes weken bij het waterschap zijn ingediend. Verzoek om voorlopige voorziening Het projectplan treedt na vaststelling in werking, ook al wordt er een bezwaarschrift ingediend. Dit betekent dat de maatregelen opgenomen in het projectplan kunnen worden uitgevoerd. Om dit te voorkomen kunnen belanghebbenden gelijktijdig of na het indienen van een bezwaarschrift een zogenaamd “verzoek voor het treffen van een voorlopige voorziening” vragen bij de Voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, sector bestuursrecht, Postbus 150, 9700 AD Groningen. Ook in dat geval is griffierecht verschuldigd. Tegen de beslissing op bezwaar staat vervolgens beroep en hoger beroep open bij de rechtbank en de Raad van State.
Rechtsbescherming
- 31 -
Definitief maart 2015
Deel 4
Bijlagen
Bij het projectplan horen onderstaande kaarten en tekeningen: Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6-1 Bijlage 6-2 Bijlage 6-3 Bijlage 6-4 Bijlage 7
mer beoordeling Engelgaarde Rapportage hydrologie Engelgaarde Grondwatereffecten Engelgaarde Archeologie Flora- en faunatoets Engelgaarde Waterkering situatie en profielen Engelgaarde Waterkering situatie en profielen Engelgaarde Waterkering situatie en profielen Engelgaarde Waterkering situatie en profielen Engelgaarde Definitief ontwerp
Basis voor het projectplan is het inrichtingsplan Waterberging Engelgaarde Meppel. De kaartfragmenten in dit projectplan zijn overgenomen vanaf de kaart van dit inrichtingsplan. Deze complete kaart is vanwege de omvang ervan niet als bijlage bijgevoegd maar is te downloaden van de site van Waterschap Reest en Wieden.
Bijlagen
- 33 -