Technische documentatie Warmtepomp voor warm tapwater Lucht / water
Index 1
VOORWOORD...................................................................................................................................... 3
2
OMSCHRIJVING.................................................................................................................................. 3
3
TECHNISCHE GEGEVENS ................................................................................................................ 5
4
AFMETINGEN ..................................................................................................................................... .6 4.1
5
INSTALLATIE ...................................................................................................................................... 8 5.1 5.2 5.3
6
INWERKINGSTELLING EN TEST ........................................................................................................12 INSTELLING VENTILATORSNELHEID ................................................................................................12 WEERSTAND ....................................................................................................................................13 SCHAKELSCHEMA............................................................................................................................14
INBEDRIJFSTELLING...................................................................................................................... 16 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
9
HYDRAULISCHE AANSLUITING ........................................................................................................10 HYDRAULISCH SCHEMA..................................................................................................................11
ELEKTRISCHE VERBINDING........................................................................................................ 12 7.1 7.2 7.3 7.4
8
OMGEVINGSLUCHT ............................................................................................................................8 AFKOELING RUIMTE ..........................................................................................................................9 ZOMER/WINTERFUNCTIE……...…………………………………………………… ………………9
HYDRAULICA .................................................................................................................................... 10 6.1 6.2
7
AANBEVELINGEN VOOR VERVOER ....................................................................................................7
VENTILATIE .....................................................................................................................................16 INSTELLING VENTILATORSNELHEID ................................................................................................16 NA DE INBEDRIJFSTELLING..............................................................................................................17 AANPASSING SNELHEID ...................................................................................................................17 ONDERHOUDSNORMEN (VOOR BEVOEGD VAKKUNDIG PERSONEEL).......................................18
ANODE PRO TECH............................................................................................................................ 19
10
GEBRUIKERSINTERFACE.......................................................................................................... 20
11
CONTROLEPANEEL..................................................................................................................... 21 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6
DATUM/TIJD INSTELLING.................................................................................................................22 INSTELLING VAN WARMWATER TEMPERATUUR ..............................................................................23 INWERKINGSTELLING MODUS .........................................................................................................24 DESINFECTERING VAN LEGIONELLA ...............................................................................................25 SNELMENU ......................................................................................................................................25 HOOFDMENU ...................................................................................................................................26
12
ALARMMELDING EN TROUBLESHOOTING ........................................................................ 27
13
FABRIEKSINSTELLINGEN ......................................................................................................... 28
2
Voorwoord Dit document is de eerste vertaalde concept versie voor de Lucht / water versie van de nieuwe Techneco warmtepompboiler.
1
Omschrijving
Dit apparaat, in de lucht/water versie, is een warmtepompboiler die de warmte in de lucht gebruikt om tapwater op te warmen. Het geleverde apparaat bevat de warmtepomp en een boilervat die al op elkaar aangesloten zijn. Bovendien is het apparaat voorzien van een regelaar voor de verschillende functies en van een elektrische weerstandsverwarming. Het apparaat moet aangesloten worden op het waterleidingnet, het elektriciteitsnet en de ventilatieleidingen, zoals omschreven in de volgende hoofdstukken. De installatie dient in ieder geval uitgevoerd te worden door bevoegd personeel.
Opgelet! Het apparaat mag niet elektrisch gevoed worden noch in werking gezet eerst te vullen met water en gereinigd te hebben.
worden zonder het
Opgelet! Opgelet! Het apparaat moet geïnstalleerd worden conform de nationale installatie en constructienormen en richtlijnen.
3
BELANGRIJK: BELANGRIJK: Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderd fysiek en/of zintuiglijk vermogen of door personen zonder ervaring en kennis. Uitzondering is als deze gecontroleerd en onderricht zullen worden over de functionering van het apparaat door personen die de verantwoordelijkheid op zich nemen voor hun veiligheid. Kinderen moeten gecontroleerd worden door personen die de verantwoordelijkheid op zich nemen voor hun veiligheid, die zich vergewissen dat ze niet met het apparaat spelen.
Dit apparaat is conform aan de Richtlijn EU 2002/96/EC. Het symbool van de doorgestreepte vuilnisbak die zich op het apparaat bevindt, duidt aan dat het product, aan het einde van zijn levensduur, separaat moet behandeld worden van de huishoudelijke vuilnis. Het dient gebracht te worden naar een afvalinzamelingplaats voor elektrische of elektronische apparatuur of teruggeleverd te worden aan de leverancier op het moment van de aanschaf van een nieuwe gelijkwaardige apparatuur. De gebruiker blijft verantwoordelijk voor de levering van het apparaat aan het einde van zijn levensduur aan de verzamelcentra. De correcte gescheiden inzameling voor de verdere recycling van het apparaat, de verwerking en het milieuvriendelijke verwijderen daarvan helpt mogelijke negatieve gevolgen op het milieu en op de gezondheid vermijden, en bevordert de recycling van de materialen waar het apparaat uit bestaat. Voor verdere informatie over de beschikbare inzamelsystemen, kunt u zich wenden tot de plaatselijke afvalinzamelingdienst of tot de winkel waar u het product heeft aangeschaft.
4
2
Technische Technische gegevens
Omschrijving
Meeteenheid
Waarde
Warmtepomp Thermisch vermogen: Gemiddeld energieverbruik: COP Max. watertemperatuur: Hoeveelheid koelvloeistof R134a Hoeveelheid smeermiddel Estere: P max. koelcircuit – lagedruk zijde P max. koelcircuit – hogedruk zijde Verwarmingstijd (van 15 naar 53 ˚ C)
W W ˚C Kg l MPa MPa h
2100 630 3.3 65 0.50 0.35 1,02 3,1 8
V Hz A A
230 50 11 13
m3/h ˚C ˚C m3 mm m dB(A)
300 7 40 20 125 25 47
Elektrische aansluiting Spanning Frequentie Maximale voedingstroom Minimale aangeraden zekering
Luchtstroom Nominale luchtstroom: Min. luchttemperatuur b.u. à 90% u.r. Max. luchttemperatuur b.u. à 90% u.r. Minimaal ruimtevolume: Nominale diameter luchtleidingen: Max. lengte leidingen: Geluidsdrukniveau op 1 meter
Boiler Boiler inhoud Isolatie: Max. temperatuur met elektrisch element: Maximale bedrijfsdruk: Fittingen: Stalen bescherming: Geïntegreerde configureerbare weerstand: Beschermingsanode:
l cm ˚C MPa emaille W Pro Tech
300 5 70 0.6 •” 1500 – 2500
Afmetingen Hoogte: Afmetingen basis: Leeggewicht:
m m kg 5
1.90 0.65 x 0.90 130
3
Afmetingen 9
10
0
8 9 3
4
12 11
2
13 5 15
1
6
16
7
14
8
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2 3 4 5 6 7 8
Compressor Compressore Verdamper Evaporatore Entrata 125 ariamm 125mm Luchtinlaat Uscita aria Luchtuitlaat 125125mm mm Pompa di circolazione Circulatiepomp Condensatore Condensor Scheda elettrica Elektrische printplaat Piedini regolabili Verstelbare voetjes
9 10 11 12 13 14 15 16
6
9 Uscita Warmwater uitlaat acqua calda fredda 10Entrata Koudacqua water inlaat Ventilatore 11 Ventilator Isolamento 50mm 12 Isolering 50mm Tubo per sonda di temperatura 13Resistenza Temperatuursensor elettrica 14Pannello Elektrisch element di controllo 15Elettrodo Bedieningspaneel in titanio 16 Opofferingsanode
3.1
Aanbevelingen voor vervoer
De warmtepomp moet verpakt vervoerd worden, in verticale stand en met lege boiler. Vervoer door middel van heftruck De warmtepomp kan vervoerd en verplaatst worden door middel van een heftruck, dankzij de pallet die vastgemaakt is aan de basis van het apparaat. Iedere verplaatsing moet geschieden met verminderde snelheid, bovendien moet het apparaat handmatig worden ondersteund om kantelingen te voorkomen. Handmatig vervoer De warmtepomp beschikt over twee aan de basis vastgemaakte riemen, waarmee het mogelijk is het apparaat handmatig te vervoeren. De maximale toegestane kantelhoek van 45˚ mag nooit overschreden worden. Indien het onvermijdbaar is het apparaat gekanteld te vervoeren, dient men 2 uur te wachten voor het aanzetten van het apparaat. De riemen zijn een hulpmiddel tijdens het vervoer en de installatie van de boiler. Ze moeten geplaatst worden aan het onderstel en vastgemaakt worden met behulp van de voetjes.
Procedure: Procedure: Riem • • •
• • •
De boiler uitpakken. Bevestigingsbouten verwijderen van de pallet. De 6 voetjes aan de onderkant van de boiler schroeven. De vervoersriemen aanbrengen en vastmaken samen met de voetjes aan de 4 uiterste gaten. De boiler op de installatieplaats zetten. De vervoersriemen verwijderen of afknippen. Doorgaan met de installatie volgens de bijgevoegde documentatie.
Voetjes
Opgelet! Opgelet! De riemen zijn enkel bedoeld voor een handmatig gebruik op korte afstanden. Het gebruik van kranen is verboden. De boiler mag maximaal 20 cm. boven de grond worden geheven.
7
Riem
4
Installatie Installatie
Het apparaat is zodanig ontwikkeld om de maximale flexibiliteit in het gebruik te garanderen. Het is inderdaad mogelijk om de warmtepomp te integreren in een ventilatiesysteem van een enkele ruimte of van het hele huis (mechanische luchtcirculatie). De 4 basismogelijkheden zijn beschreven in de volgende hoofdstukken. In geval van aansluiting aan de pijpleiding moet de buis zodanig vastgemaakt worden aan de machine zodat deze niet verwijderd kan worden om zo de toegang tot de uitstroomopening te vermijden. Om de controles en de eventuele onderhoudsbeurten te verrichten, is het noodzakelijk om minimale afstanden van de wanden van de installatieruimte te houden.
10 cm
60 cm
20 cm 10 cm 210 cm
50 cm
Opgelet! Opgelet!
Voorzie een minimale doorgangsopening van: H x B = 190 x 70 cm !
4.1
Omgevingslucht
De eenvoudigste manier om de voordelen te garanderen van de warmtepompboiler is deze te plaatsen in de verwarmingruimte of in de wasserette. Zodanig kan men het onvermijdbare warmteverlies van de systemen toch benutten, door middel van deze te herstellen in het warme tapwater. De plaatsingruimte moet een volume hebben van minimaal 20 m3 en genoeg (??) ventilatie hebben. De omgevingstemperatuur mag niet dalen onder de 7 °C om de warmtepomp te kunnen gebruiken. Houdt u rekening met het feit dat de warmtepomp de omgeving om zich heen afkoelt en men de omgevingstemperatuur met 2 °C tot de 5 °C kan dalen.
Beperkingen in geval van installatie installatie zonder leidingen voor buitenlucht: 3
Minimale volumeruimte: 20 m
Minimale oppervlakteruimte: 8 m
Voldoende ventilatie (??)
8
2
4.2
Afkoeling van de ruimte
Bovendien is het mogelijk om de luchtleidingen te verbinden aan aangrenzende ruimten (bijv. een kelder) om de ruimte af te koelen en te ontvochtigen. Het benodigde materiaal is beschikbaar op de lijst met accessoires.
4.3
ZomerZomer-/winterfunctie
Een andere mogelijkheid is het koelen van een ruimte alleen in een gewenste periode. Zomer Winter Dit is mogelijk dankzij speciale verbindingen, handmatig wisselbaar, voor de zomer- en winterstand.
9
5 5.1
Waterzijdige installatie Hydraulische aansluiting
De aansluiting uitvoeren volgens het schema beschreven in paragraaf 6.2, rekening houdend met de volgende punten: De aansluiting aan het hydraulische netwerk van de boiler voor huishoudelijk gebruik e.d. moet geschieden d.m.v. een hydraulische veiligheidsgroep. De criteria voor zijn ontwerp, samenstelling en werking zijn bepaald in de EUROPESE NORM UNI EN 1487:2002 of in de gelijkwaardige geldende normen. Een dergelijke HYDRAULISCHE VEILIGHEIDSGROEP VEILIGHEIDSGROEP moet minstens inhouden: • een afsluitkraan; • een terugslagklep; • een controlesysteem voor de terugslagklep; • een veiligheidsklep; • een systeem voor het onderbreken van de waterbelasting. De bovengenoemde accessoires zijn nodig voor het veilig gebruiken van de warmtepompboiler. De maximale werkdruk moet zijn 0,6 MPa (6 bar). bar). Tijdens de verwarmingsfase is normaal dat bij het apparaat condenswater ontstaat; daarom is het NOODZAKELIJK de afvoer, die in ieder geval altijd open gelaten moet worden, te verbinden met een condensafvoer, op afschot te installeren, naar beneden gericht en in een vorstvrije plaats (zie paragraaf 6.2 - Hydraulisch schema). De veiligheidsgroep moet aangesloten worden op de koudwater inlaat. In ieder geval moet men voldoen aan de plaatselijke normen voor sanitair water. De aansluitingen van de boiler hebben een buitendraad van 3/4 ” en moeten verzegeld worden met een voegstrip of met hennep en voegpasta. Tijdens de werking kan condens vorming optreden, wat gelijk wordt afgevoerd via de condensafvoerleiding. (het is mogelijk dezelfde uitvoer van de veiligheidsgroep te gebruiken). Om de warmteverliezen in de warmwaterleidingen te minimaliseren is het noodzakelijk om de afstand tussen de boiler en de waterleidingen zo kort mogelijk te houden en te isoleren. Opmerking: Opmerking: om de installatie te vergemakkelijken kan men een kant-en-klare installatieset gebruiken bestaand uit invoerklep, veiligheidsgroep, T-leiding met gecertificeerde uitvoerklep EN1487 (zie lijst accessoires).
10
5.2
Hydraulisch schema
3 warm water
koud water 45°
Acqua fredda
Veiligheidsgroep
Koud water
4
2 1
Legenda:
1. Veiligheidsgroep met afsluitklep en regelbare terugslagklep. LET OP: draai de kraan maandelijks van de veiligheidsklep. 2. Sifon overstort. 3. Mengventiel: de installatie hiervan is optioneel. Echter is het verplicht in sommige landen: werkt als de binnentemperatuur van de boiler een bepaalde limiet overschrijdt. ( niet verplicht in Nederland) 4. Condens afvoer.
In de tekening kunt u de positie van de hydraulische in- en uitgangen zien.
11
6 6.1
Elektrische verbinding Inwerkingstelling en test
Voor iedere ingreep ingreep, apparaat van het elektrische net losmaken losmaken door de stekker uit het eep, het apparaat stopcontact te halen. halen.
Een nauwkeurige controle verrichten van het elektrische systeem en de overeenstemming checken met de geldende normen voor een hogere veiligheid, omdat de constructeur van het apparaat niet verantwoordelijk is voor eventuele schade door de niet gemaakte aarding van het apparaat of voor afwijkingen in de elektrische voeding. Controleren of het systeem adequaat is aan het door de boiler maximale gebruikte vermogen (zie de kaartgegevens) en of de doorsnede van de kabels voor de elektrische verbindingen geschikt en conform is aan de geldende regelgeving. Het is verboden meervoudige stopcontacten, verlengsnoeren of adapters te gebruiken. Het is verboden de leidingen van de hydraulische, verwarming- of gas- installatie voor de aarding van het apparaat te gebruiken. Het apparaat is voorzien van voedingskabel (type Y) en stekker. Indien de voedingskabel beschadigd is, moet deze door het personeel van de technische dienst worden vervangen. In dit geval dient de voedingskabel ingebracht te worden in de daarvoor geschikte opening, geplaatst in het onderste gedeelte van het apparaat. De kabel dient daarna worden doorgetrokken tot aan de aansluitkast. De aarding van het apparaat is verplicht en de aardleidingkabel (moet van geelgroene kleur zijn en langer dan de kabels van de fasen), moet vastgemaakt worden aan de aansluitkast bij het symbool. De voedingskabel blokkeren aan de basis van het apparaat met de bijgeleverde kabelvasthouder. Controleren voor de inwerkingstelling of de netspanning conform is aan de aangegeven waarden op de apparaten. De elektrische voeding moet uitgevoerd worden met in achtneming van de plaatselijke voorschriften. Zij moet gelijk zijn aan 2% stroom en binnen de 6% spanning. De garantie komt te vervallen indien de werking geschiedt buiten deze beperkingen. Indien nodig contact opnemen met de plaatselijke energieleverancier. In ieder geval moeten er de plaatselijke normen in acht worden genomen. In ieder geval moet men beschikken over een magneetthermische (externe) aardlekschakelaar, conform aan de plaatselijke normen en met de juiste ampère.
6.2
Instelling ventilatorsnelheid
De ventilator is geschikt om te functioneren op verschillende snelheidsniveaus. Afhankelijk van de lengte van de in- en uitvoerluchtleidingen zal het nodig zijn de snelheid van de ventilator aan te passen. De luchtafgifte moet minstens 300 m3/h zijn.
12
Opmerking: Opmerking: indien de boiler wordt geïnstalleerd zonder luchtleidingen, dan moeten de fabrieksinstellingen bewaard worden. Om de ventilator correct te kunnen instellen is het nodig de totale pijplengte te berekenen (zie paragraaf 8). 6.3
Weerstand Let op: op: eerst de boiler vullen voor te beginnen met de elektrische aansluiting. Iedere actie moet gebeuren in afwezigheid van spanning.
De boiler wordt geleverd met een driesnoerige kabel met stekker Schuko. De verhouding tussen weerstand en ampère is samengevat in de onderstaande tabel. Elektrische weerstand
Nominaal stroombereik
1500 W
6,82 A
2500 W
11,37 A
Om het weerstandsvermogen te kunnen aanpassen is het nodig de weerstandsbekabeling aan te passen, door de voorvoet te verwijderen en aan te sluiten als volgens tekening.
2500 Watt
1500 Watt
13
6.4
Elektrisch schema
Warm water
Koud water
1x230V/16A
TG02 Power supply cable type Y
PB1
- Sonda boiler / Boiler probe / Warmwasserfühler / Sonde boiler / Boilersonde
PB2
- Sonda sbrinamento / Defrosting probe / Frostschtzfühler / Sonde antigel / Ontdooisonde
PB3
- Sonda Aria entrata / Entry air probe/ Fühler anblick / Sonde vent d'entreé / Ingangsluchtsonde
HP
- Pressostato AP / HP Pressostat / HD Pressostat/ Pressostat HP / Pressostaat HP
KP
- Compressore / Compressor / Verdichter / Compresseur / Compressor
K1
- Relé resist. elettr. / Electrical heating relay / Heizungsrelais / Relais chauff electr / Relaisweerstand
K2
- Relé compress./ Compressor relay / Verdichter Leistungsrelais / Relais Compress. / Compressorrelais
N1
- Termoregolatore / Controller / Temperaturregler / Termoregulateur / Thermoregelaar
VP
- Ventilatore / Fan / Ventilator / Ventilateur / Ventilator
RE
- Resistenza elettrica / Electrical heating / Elektro Heizung / Chauffage electr / Elektrische weerstand
TS
- Termost. resist. elettr. / Electrical heating thermostat / STB Electro-Hz / Th. de securitè / Thermost. elektr. weerstand
PC
- Pompa condensatore / Condenser pump / Verdampfer Pumpe / Pompe condensateur / Condensor pomp
C1
- Condensatore / Condesator / Kondensator / Condensateur / Condensor
TG02 - Scheda elettrica / Karte elektrischer / Fiche électrique / Elektrische kaart PE
- Ventilatore / Ventilator / Ventilateur / Ventilator
14
1x230V/16A
Power supply cable type Y
15
7
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling
Om de warmtepompboiler in werking te kunnen stellen is het noodzakelijk om eerst de hydraulische, elektrische en ventilatie installatie voltooid te hebben. Overigens dient de boiler vol met water te zijn en men moet volledig de lucht laten uitspuiten. Hierna kan men de elektrische voeding aanzetten. Nadat de stroom is aangezet, moet gecontroleerd worden of het groene licht van de beschermingsanode aan staat. op het controlepaneel voor 5 sec. Om de boiler aan te zetten is het voldoende om de knop ingedrukt te houden. Nu is de boiler in werking en binnen enkele seconden zou een geluidsalarm moeten luiden die aanduidt dat de klok niet ingesteld is. Om hem in te stellen, volg de instructies van paragraaf 11.1. 7.1
Ventilatie Ventilatie
Om de ventilator correct in te stellen moet men rekening houden met de opvoerhoogte van de ventilator. In de positie 2 heeft de ventilator een opvoerhoogte van 100 Pa, en in de positie 3 een opvoerhoogte van 200 Pa. Bij voorbeeld: 200 Pa zijn gelijk aan ong. 25 m voor een standaard leiding van diameter 125 mm. Bovendien moet men één meter eraan toevoegen voor iedere bocht van 90° en voor iedere luchtuitlaat. Berekening (enkel (enkel diameter 125 mm): Totale lengte [m] = lengte leidingen [m] + aantal bochten 90° + totaal uitlaten Voorbeeld Totale lengte: 12m = 10 m leidingen + 1 bocht 90° + 1 luchtuitlaat
7.2
Instellen ventilatorsnelheid
De ventilator is geschikt om te functioneren op verschillende snelheidsniveaus. Afhankelijk van de lengte van de aan- en afvoerleidingen zal nodig zijn de snelheid van de ventilator aan te passen: tijdens deze operatie moet men rekening houden met de soort en de lengte van de benodigde leiding, en is alleen door vakspecialisten uit te voeren. De luchtafgifte moet minstens 300 m3/h zijn. Opmerking: Opmerking: indien de boiler wordt geïnstalleerd zonder luchtleidingen, dan moeten de fabrieksinstellingen bewaard worden. Snelheidsniveau
Opvoerhoogte
Lengte
2 – fabrieksinstellingen
100 Pa
tot 15 m
3
200 Pa
tot 25 m
16
7.3
Na de inwerking in werkingstelling werkingstelling
De verwarmingruimte kan gebruikt worden voor verschillende doeleinden. Belangrijk is dat de installatie functioneel is en dat er de thans geldende veiligheidsnormen in acht worden genomen en worden gehandhaafd. Het apparaat niet onderwerpen aan waterstralen of aan andere vloeistoffen of bijtende gassen. Niet gebruiken als legplank voor voorwerpen.
7.4
Aanpassing snelheid
De snelheid kan aangepast worden door middel van de elektrische kaart die zich aan de zijkant van het apparaat bevindt. Dit wordt gedaan met het afnemen van het zijpaneel gemerkt met een plakplaatje. Deze actie mag alleen door vakspecialisten uitgevoerd worden.
Om het vermogenniveau van de ventilator aan te passen, de schakelaar verplaatsen van positie 2 naar positie 3.
Let op: op: de aanpassingen uitvoeren met uitgeschakeld apparaat en ontkoppeld van het elektrische net.
X
X7
17
7.5
ONDERHOUDSNORMEN (voor bevoegd vakkundig personeel) personeel)
Het apparaat legen Het is noodzakelijk het apparaat te legen indien deze ongebruikt wordt gelaten in een ruimte waar het vriezen kan. Indien nodig, beginnen met het legen als volgt: - het apparaat van het elektrische net ontkoppelen; - indien geïnstalleerd de afsluitkraan afsluiten, anders de centrale kraan afsluiten van de huishoudelijke installatie; - de warmwaterkraan openen (wasbak of badkuip); - de hendel van de klep aandrijven (indien aanwezig) of de kraan geplaatst op de T-leiding bij ingang, openen. Mechanisme tegen overdruk Regelmatig verifiëren of het mechanisme tegen overdruk niet geblokkeerd is of beschadigd is en eventueel vervangen of de kalkaanslag verwijderen. Indien het mechanisme tegen overdruk voorzien is van een hendel of handvat, deze gebruiken om: - het apparaat te legen indien nodig; - regelmatig de correcte functionering te verifiëren. Het mechanisme tegen overdruk moet in ieder geval regelmatig (maandelijks) draaien om de kalkaanslag te verwijderen en om te controleren of het niet geblokkeerd is. Verdamper De verdamper van het stof en vuil schoonmaken. Ontkalking Ontkalking van de verdamper (ontkalkingkit).
18
8
Anode Anode Pro Tech
De speciale anode tegen corrosie Pro Tech (titaanelektrode) is beheerd door een elektrische kaart en heeft de volgende kenmerken: • • •
heeft een permanente stroomvoeding nodig efficiënte 100% bescherming tegen de corrosie van de boiler onderhoudsvrij (voor de controle daarvan hoeft de boiler niet geleegd te worden)
Indien het goed functioneert, zal alleen het groene licht branden, terwijl indien het rode licht begint te branden of het groene uitvalt, men de eigen technische dienst moet raadplegen.
Ter voltooiing van de bescherming tegen corrosie is er een kleine magnesiumanode aanwezig welke de boiler beschermt tijdens de periodes van stand-by en tijdens de eerste vulling.
19
9
Gebruikersinterface
De interface van het controlesysteem bestaat uit een display met 4 toetsen. Leds geven de functionering van de verschillende componenten, de verwarmingsmodus en de aanwezigheid van eventuele alarmen weer. Met behulp van de toetsen is het mogelijk om zich in het Menu te verplaatsen en de functioneringsmodus in te stellen. Toetsen • Inschakelen en uitschakelen indien op de toets blijven drukken • Verplaatsing binnen het menu • Wijziging van de parameterwaarden • Activeren Eco-modus indien op de toets blijven drukken • Verplaatsing binnen het menu • Wijziging van de parameterwaarden
Leds Alarm: brandt in geval van alarm, knippert indien alarm automatisch is ingetrokken
• Toegang tot menu en ondermenu’s • Wijziging parameters • Terug naar vorig menu
Compressor: brandt met compressor in werking, knippert met compressor op stand-by
• Activeren functie Herstarten indien op de toets blijven drukken
Weerstand: brandt indien weerstand in gebruik
eco Eco-modus: brandt indien Eco-modus
door timer is geactiveerd, knippert indien Eco-modus handmatig is ingesteld (d.m.v. toets “naar boven”).
20
10
Controlepaneel
De warmtepompboiler is uitgerust met een elektronisch controlesysteem.
Korte handleidingen
Warmtewisselaar
AUTO Stand Warmtepomp, vervolgens elektrische weerstand ECO Stand Alleen warmtepomp……………………………………….……. START Stand Warmtepomp, vervolgens elektrische weerstand………………… ON/OFF Aan/uit zetten…………………………………..
Watertemperatuur instellen
+
+
o
OFF Modus De waterverwarming is uitgeschakeld. De enige functie in werking is de functie bescherming tegen vorstschade. AUTO Modus Modus De AUTO modus is de normale gebruiksfunctie. De regelaar activeert de warmtepomp totdat de maximum temperatuur bereikt is, aan de hand van de temperatuur van de inlaatlucht (zie tabel van hoofdstuk 11.2). Indien de ingestelde temperatuur hoger is dan de bereikte temperatuur, wordt de geïntegreerde elektrische weerstand geactiveerd volgens de stand waarop de timer geprogrammeerd is (volgens fabrieksinstellingen van de timer, de weerstand kan geactiveerd worden alleen tussen 22:30 en 6:30 uur). ECO Modus De Eco modus garandeert minder energieverbruik en is dus goedkoper. Het voorkomt dat de geïntegreerde elektrische weerstand geactiveerd wordt, ongeacht op welke stand de timer geprogrammeerd is. Indien de warmtepomp niet beschikbaar is vanwege verval of te lage 21
buitentemperatuur, wordt het water niet verwarmd. Het is mogelijk om deze modus in te stellen zowel door de timer als handmatig, door op de knop
te drukken.
START functie De start functie zorgt voor de directe verwarming van de boiler totdat de gewenste temperatuur bereikt is, ongeacht de instelling waarop de timer is geprogrammeerd. Deze functie wordt geactiveerd door de knop . De verwarming wordt door de warmtepomp geactiveerd tot maximum temperatuur, welke gereguleerd wordt door de temperatuur van de inlaatlucht en ook, wanneer het nodig is, door de geïntegreerde elektrische weerstand in plaats van de warmtepomp. Wanneer de ingestelde temperatuur is bereikt, wordt het apparaat teruggezet in de vorige modus (OFF / AUTO / ECO).
10.1 Datum / tijd instellingen ins tellingen Bij het eerste begin van de werkzaamheden en na voortdurende onderbreking van de stroom (24-36 uur) dienen de datum en de tijd opnieuw ingesteld te worden. Het controlesysteem zal melden dat dit nodig en door een akoestisch signaal. De is door de volgende mededeling in de display instellingsprocedure is als volgt (zie ook onderstaand overzicht): druk op de knop scroll door het menu met de knoppen
en
tot de melding Dag
druk op de knop de meldingen wijzigen elke 3 seconden
,
en
dit betekent respectievelijk uur, minuut en dag het uur en de minuut (klok op 24 uur) kunnen gewijzigd worden door het drukken op de knoppen
en
de dagen moeten altijd gewijzigd worden met de knoppen
en
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag
, gevolgd door de
nummering, zoals weergegeven is in de tabel druk twee maal op de knop
om terug te keren naar de temperatuurdisplay
22
Afkorting d01 d02 d03 d04 d05 d06 d00
10.2 Instelling van warmwater temperatuur De instelling van de warmwater temperatuur wordt standaard ingesteld op 55ºC. Deze temperatuur kan gewijzigd worden door het volgen van onderstaande procedure: druk op de knop scroll door het menu tot de melding druk op de knop wijzig de temperatuur tot de gewenste temperatuur door op de knoppen druk twee maal op de knop
en
te drukken
om terug te keren naar de temperatuurdisplay
De maximum temperatuur tot welke de warmtepomp het water van de boiler zal verwarmen is afhankelijk van de temperatuur van het voorverwarmingssysteem van de inlaatlucht, volgens de volgende tabel: Lucht temperatuur C <7° 7° 10° 15° 20° 40° >40°
Toegevoegde temperatuur met de warmtepomp C TP Niet actief 45° 50° 57° 65° 65° TP Niet actief
Indien de gevraagde temperatuur hoger is dan de met de warmtepomp bereikte temperatuur wordt de geïntegreerde stroomweerstand ingezet in plaats van de compressor, volgens de wijze waarop de timer geprogrammeerd is (zie hoofdstuk 11.3). Indien de ECO modus actief is, wordt de weerstand niet ingezet.
Temperatuur bereikt met de warmtepomp
65° 65°C.
Temperatuur bereikt met de stroomweerstand
70° 70°C.
23
Om kalkaanslag te voorkomen dient de watertemperatuur ingesteld te worden in overeenstemming met de hardheid van het water. Voor hardheidswaarden hoger dan 15˚ Franse hardheid, mag de temperatuur niet hoger zijn dan 60˚ C.
10.3 Inwerkingstelling modus De inwerkingstelling default, standaard ingesteld, wordt in de Auto modus geleverd van 22:30 tot 6:30 uur en in de ECO modus van 6:30 tot 22:30 uur. Het is mogelijk om de Inwerkingstelling modus per dag of per week te wijzigen (OFF, AUTO, ECO), en het begin van de werkzaamheden en tijdsduur in te stellen. Het is mogelijk om maximaal op 2 verschillende modi per dag te programmeren. Deze instelling kan uitgevoerd worden volgens de volgende procedure: druk op de knop
gedurende 5 seconden (om het hoofdmenu in te schakelen)
scroll door het menu tot de melding druk op
met de knoppen
en
om de programmering van de timer in te schakelen
kies de dag welke u wilt instellen met de knoppen
en
(zie vorige tabel). Als u in dezelfde
inwerkingstelling modus in een keer voor alle dagen van de week wilt programmeren, dient u de letter dd te kiezen. Druk op Op dit punt zijn er 6 parameters die gewijzigd kunnen worden, waarmee de werking van de timer geprogrammeerd kan worden. Het zijn de volgende parameters: En0 → eerste proces modus Sn0 → tijd van inwerkingstelling van het eerste proces dn0 → tijdsduur van het eerste proces En1 → modus van het tweede proces Sn1 → tijd van inwerkingstelling van het tweede proces dn1 → tijdsduur van het tweede proces Note: de letter n wordt vervangen door het nummer van de dag (van 0 tot 6) of door de letter d (dagelijks), afhankelijk van de dag, die geprogrammeerd wordt. Om de parameters te wijzigen, is het voldoende om op de knop nummers te wijzigen met de koppen
.
• •
De modus kan ingesteld worden op Uit (0), Auto (1) en Eco (2) De tijd van inwerkinstelling wordt ingesteld met de afkortingen hxx (uur) e ‘xx (minuut) die elke 2 seconde wijzigen in de display De tijdsduur wordt ingesteld op hele uren
Note:
•
en
te drukken, en vervolgens de
te drukken om de wijziging op te Nadat een parameter is gewijzigd, is het voldoende om op de knop slaan en terug te gaan naar het vorige menu. Het volgende overzicht geeft een korte weergave van de hele procedure. 24
10.4 Desinfectering van legionella Het apparaat is in staat om een periodieke warmte desinfectie uit te voeren. Deze wordt standaard geprogrammeerd om wekelijks te desinfecteren op zondagavond. Als het water toch verwarmd wordt op een temperatuur van minstens 60°C, is de desinfectie overbodig en kan uitgeschakeld worden. De procedure om de desinfectie uit te schakelen is als volgt:
10.5 Snelmenu Met het snelmenu kunt u op eenvoudige wijze snelle toegang krijgen tot de hoofdparameters van de warmtepomp. Om het snelmenu aan te zetten, is het voldoende om op de knop structuur van het snelmenu is als volgt:
25
te drukken. De
Temperatuur instelling
Datum/tijd instelling
Sonde waarde
Tellers
Sonde waarde Als aanvullende informatie is het mogelijk om de ingestelde waarden van de sonde te bekijken die ingesteld zijn in de boiler (Pb1), in de verdamper (Pb2) en aan de buitenzijde (Pb3).
Teller
In de keuzeknop stroomweerstand
bevinden zich de tellers van de draaiuren van de compressor en van de pomp
, van de
.
10.6 Hoofdmenu Met het hoofdmenu is het mogelijk om de timer, de anti-legionella functie en andere parameters te programmeren.
Timer anti Legionella
Timer
Temperatuur anti-Legionella Toegang tot technisch menu (beschermd door wachtwoord)
26
De keuzeknop geeft toegang tot de parameters in functie. Om veiligheidsredenen is de keuzeknop beschermd door een wachtwoord en is dus slechts toegankelijk voor gekwalificeerde technici.
11
Alarmmelding en troubleshooting
Indien het controlesysteem een storing meldt, wordt een alarm geactiveerd dat de diverse componenten selecteert aan de hand van de foutcode en wordt deze uitgeschakeld. Tegelijkertijd klinkt een akoestisch signaal (dat uitgeschakeld kan worden door op een willekeurige knop te drukken) dat het probleem aangeeft en de afkorting van de foutmelding verschijnt in het display, volgens de volgende tabel . Afkorting
Niet vermeld
Oorzaak
Effect
Oplossing
Foutmelding temperatuursonde van de boiler.
Volledig uitgeschakeld.
Foutmelding interne temperatuursonde
Uitschakeling van de waterpomp. De Neem contact op met de technische dienst stroomweerstand werkt goed. van de leverancier.
Foutmelding interne temperatuursonde
Uitschakeling van de waterpomp. De stroomweerstand werkt goed.
De maximum werkdruk van het koelcircuit is bereikt (>26 bar).
Uitschakeling van de waterpomp totdat de werkdruk binnen de grens teruggezet wordt.
Indien de alarmmelding persisteert, neem dan contact op met de technische dienst van de leverancier.
De klok is niet ingesteld (eerste inwerkstelling of langer black-out) (>24h).
De warmtepomp en de boiler werken door, maar de timer wordt geprogrammeerd.
De klok instellen door het snelmenu, keuzeknop rtC (zie betreffende hoofdstuk).
Lucht is te koud – moet ontdooien.
De compressor wordt tijdelijk uitgeschakeld. De ventilator werkt door.
Afwachten tot het einde van het ontdooiingsproces (indicatieve duur: 15 minuten).
Lucht is te koud – Deze functie is niet mogelijk
Uitschakeling van de waterpomp.
Afwachten totdat de luchttemperatuur verhoogd wordt. Indien het vaker voorkomt, controleren of de boiler op de juiste plaats geïnstalleerd is .
27
12
Fabrieksinstellingen
Index
m. Waarde eenheid
Omschrijving
C01
Regelpunt instellen
°C
55,0
C07
Instelpunt minimum aanvoertemperatuur
°C
7,0
C08
Instelpunt maximum aanvoertemperatuur
°C
45,0
C13
Instelpunt ACS met apparaat op OFF stand
°C
2,0
r01
Instelpunt anti-legionella
°C
64,0
LE0
Functies toegankelijk voor inschakeling op dag 1
flag
1
OreLS0
Uur begin van inschakeling dag 1
uur
23
MinutiLS0 Minuut begin inschakeling dag 1
min
0
Ld0
Tijdsduur inschakeling dag 1
uur
7
Ed0
Functies toegankelijk tijdens dagelijkse inschakeling
num
2
Sd0h
Uur begin dagelijkse inschakeling
uur
6
Sd0m
Minuut begin dagelijkse inschakeling
min
30
dd0
Tijdsduur dagelijkse inschakeling
uur
16
Ed1
Functies toegankelijk tijdens dagelijkse inschakeling
num
1
Sd1h
Uur begin dagelijkse inschakeling
uur
22
Sd1m
Minuut begin dagelijkse inschakeling
min
30
dd1
Tijdsduur dagelijkse inschakeling
uur
8
28
Modus
AUTO
ECO
AUTO