Water 2020 Van Water 2020 naar Topsector Water
Verslag van een bijeenkomst van CEO’s uit de watersector op 25 februari 2011
2
Water 2020 | Van Water 2020 naar Topsector Water
maart 2011
Voorwoord In de toekomstvisie Water 2020 – Wereldleiders in water schetst de Nederlandse watersector zijn ambitie voor de komende 10 jaar: uitgroeien tot The Water Valley van de wereld. Twee uitgangspunten staan hierbij centraal: Nederland werkt aan water voor een duurzame wereld, en Nederland verbindt koopmanschap met solidariteit. In de visie zijn negen strategische hoofdlijnen naar de toekomst uitgezet, waarlangs doorbraken moeten worden gerealiseerd voor een sterkere positie van de watersector op de wereldmarkt. Daarvoor moeten keuzes worden gemaakt. CEO’s van bedrijven, overheden, kennisinstellingen en NGO’s hebben zich op vrijdag 25 februari gebogen over de te realiseren doorbraken in de komende jaren. In dit verslag worden de resultaten van deze bijeenkomst gepresenteerd, als een zo volledig mogelijke weergave van de discussie zonder daarin al te willen voorsorteren op keuzes die het Topteam Water voor de komende jaren zal gaan maken. Vier hoofdvragen stonden bij de discussie centraal: wat zijn de criteria voor de keuzes van de doorbraken in de komende jaren, waar in de wereld kunnen we die doorbraken realiseren, welke doorbraken zijn haalbaar, en hoe kunnen we die bereiken? Volgens de deelnemers moet de sector gaan voor resultaat vóór 2015, met doorbraken die snel tot meer omzet leiden zonder dat daar subsidies voor nodig zijn. Dit moet in eerste instantie worden gerealiseerd op bestaande markten; uitbreiding met doorbraken naar nieuwe markten moet worden ingezet maar levert resultaten op de langere termijn. Een aantal initiatieven is reeds gestart, de trein rijdt, het gaat vooral om uitrollen en opschalen. Binnen de bestaande markten zou de sector geen onderscheid moeten maken naar welvaartsniveau; de focus ligt op de identificatie van marktkansen en het bedienen van die markt. Drie thema’s hebben de potentie om de stakeholders in de watersector te verbinden en waar Nederland van oudsher sterk is zodat de Nederlandse watersector wereldwijd het verschil kan maken: Enabling Delta Life, Providing More Crop per Drop, en Providing Water for All. De businesscases die in de komende jaren tot doorbraken kunnen leiden, zullen voor een belangrijk deel binnen deze thema’s worden gevonden. Doorbraken kunnen worden gerealiseerd door als stakeholders gezamenlijk met één businessmodel nieuwe markten te benaderen, daarbij de regie te gunnen aan de sterkste speler, elkaars lokale aanwezigheid en contacten te benutten, en personeel uit te wisselen om elkaar te versterken. Bedrijfsmatige, en niet beleidsmatige, criteria moeten leidend zijn bij de benadering van markten, waarbij overheden mee kunnen helpen de randvoorwaarden voor de financiering en uitvoering te verbeteren (level playing field, regelgeving). De sector moet zijn oriëntatie op de thema’s van de afgelopen jaren aanpassen op verschuivingen naar de toekomst: de toekomst is geen extrapolatie van het verleden, maar het verleden wordt op transformerende wijze in de toekomst geïntegreerd. Het voorliggende verslag presenteert de uitkomsten van de bijeenkomst op 25 februari. Ondertussen is het Topteam Water aan de slag gegaan onder leiding van de heer Koos van Oord. Daar zullen belangrijke ontwikkelingen gaan plaatsvinden. Vanuit de sector zullen wij een bijdrage leveren aan de vormgeving van het topgebied en daartoe op basis van de hier gekozen thematische insteek business cases voorstellen voor verdere ontwikkeling in het topgebied. Die exercitie wordt in de komende weken en maanden vormgegeven, opnieuw samen met u. Rond 20 april wordt opnieuw een CEO-bijeenkomst gepland om de tussenresultaten te valideren en het gesprek met het Topteam Water voort te zetten. Met vriendelijke groeten,
Sybe Schaap, voorzitter NWP Menno Holterman, voorzitter Stuurgroep Watertechnologie Harry Baaijen, wnd voorzitter Stuurgroep Deltatechnologie
3
Den Haag, 14 maart 2011
maart 2011
Water 2020 | Van Water 2020 naar Topsector Water
4
Water 2020 | Van Water 2020 naar Topsector Water
maart 2011
1. Doorbraken: wat is de
afbakening, wat zijn onze criteria? Binnen de Topsector Water moeten we als watersector investeren in doorbraken op de korte, middellange en lange termijn. Voor de lange termijn moeten we nu werken aan verbindingen met andere sectoren, zoals de sectoren voor olie & gas, agri & land- en tuinbouw en food & beverage. Daarmee leggen we nu het fundament voor de doorbraken van de toekomst. Het leggen van die verbindingen gaat veel verder dan kleine aanpassingen op onze werkwijze uit het verleden; het gaat om het doorbreken van die werkwijze van veelal zelfstandig opererende waterpartijen naar een gezamenlijke productontwikkeling van de watersector met andere sectoren. Een sterke Topsector Water vraagt echter ook om doorbraken op de korte en middellange termijn. Daarvoor moeten we ons richten op de doorbraken die we dankzij de investeringen van de afgelopen jaren kunnen realiseren. Bij de keuzes voor die doorbraken geldt een aantal criteria: We willen resultaat vóór 2015. De Topsector Water moet snel oogsten. De keuzes van de Nederlands watersector moeten (zoveel mogelijk) resulteren in doorbraken die binnen 4 jaar (kabinetsperiode) geld opleveren. Een aantal succesvolle projecten is reeds geïnitieerd waardoor de kans van slagen en de serieuze groeistrategie voor de watersector ook in realiteit wordt omgezet. We zetten in op laaghangend fruit. De korte oogsttijd betekent dat moet worden gekozen voor landen waar de sector al 5-10 jaar actief is, en dus bekend is met de markt, en voor innovaties die nu al klaar liggen om als product of dienst te worden geïmplementeerd. Die innovaties zijn er. Voorbeelden zijn de samenwerking van Rotterdam met Jakarta en de ‘facelift’ van de Afsluitdijk. We gaan voor 25% meer export per jaar. Water is weliswaar een topgebied, maar hangt in het lijstje met topgebieden naar omvang van de export wel onderaan. Als sector moeten we niet tevreden zijn met een verdubbeling van de export in 2020. Die ambitie is onvoldoende. Er zijn veel grotere stappen nodig om op een heel ander niveau te komen. Als watersector moeten wij vaststellen waar we op uit willen komen en vervolgens moeten we afleiden wat de komende jaren moet worden gedaan. Een toename van de export met 25% per jaar is een stevige ambitie. Kansen voor een forse verhoging van de export liggen vooral in de relatie met food + beverage, olie + gas, en land + tuinbouw. We doen het zonder subsidies, net als Shell. De watersector moet niet gaan voor subsidies maar voor investeringen. Wij nemen Shell als voorbeeld en laten de subsidiëring vanuit de overheid los. Er is binnen de sector veel synergie. Nu de subsidiëring onder druk staat, is het moment aangebroken om die synergie te benutten en meer samen te werken. Investeringen in fundamenteel onderzoek en grote overheidsprojecten levert prestaties op die wij de wereld kunnen laten zien. Deltawerken zijn de beste subsidies!
5
maart 2011
Water 2020 | Van Water 2020 naar Topsector Water
2. Doorbraken: waar realiseren we ze? De kansen voor de watersector om de komende jaren de exportpositie te vergroten, verschillen van land tot land. Dat geldt voor het kunnen zetten van grote stappen op de korte en middellange termijn, en voor het toekomstperspectief op lange termijn. We bereiken de eerste grote stappen in bestaande markten. Het laaghangend fruit zijn de diamanten van nu: de niches waarin de sector nu leidinggevend is en op korte termijn zijn positie kan versterken. Daarvoor moet de sector zich richten op de bestaande markten. Dankzij deze landenfocus kunnen we als sector binnen 3-4 jaar al een grote stap zetten in de vergroting van de export. Voor de lange termijn is er geen geografische beperking. Voor de langere termijn leggen wij onszelf als sector geen geografische begrenzing op. De wereld is onze markt. Wel maken wij keuzes op basis van de stabiliteit van landen, hun wetgeving en de kansen (koopkracht op een termijn van 10 jaar) voor de afzet van onze producten en diensten. Nieuwe markten zullen de komende 4 jaar (nog) niet aan de gewenste eerste grote stap naar wereldleiderschap bijdragen. Voorbeelden van ‘nieuwe’ regio’s zijn Zuid-Amerika (Brazilië), India en Australië. We maken geen onderscheid in welvaartsniveau. Bij de versterking van onze exportpositie speelt OS geen rol. We willen veel mensen bereiken met producten die zij zich kunnen veroorloven. Tot de doelgroep horen ook de economisch zwakkeren.
6
Water 2020 | Van Water 2020 naar Topsector Water
maart 2011
3. Doorbraken: welke realiseren we? Als watersector kunnen wij concreet een groot aantal potentiële doorbraken voor de komende jaren benoemen. Voor de drie genoemde thema’s wordt hiervan in onderstaande een selectie gegeven.
3.1 Providing Water for All Doorbraaktechnologie. Op korte termijn kunnen we op een aantal vraagstukken doorbraaktechnologie leveren: (1) toepassing brak water voor verbouwen voedsel, (2) total water re-use (geen afvalwater meer), (3) benutting van watervoorraden uit mijnen (acid water), (4) desalination bij laag energieverbruik, (5) kleinschalige, decentrale oplossingen voor drinkwatervoorziening en afvalwaterbehandeling, (6) bestrijding zoutindringing bij grote steden in delta’s, (7) opwekking energie uit water (bv de warmte uit waterafvoer). Bij deze doorbraken moet Nederland zoveel mogelijk de proeftuin zijn. Verbreding. De watersector moet het bereik van de toepassing van zijn kennis en organisatievermogen verbreden door ook op andere domeinen te opereren. Voorbeelden zijn de aanleg van irrigatiekanalen in Egypte en (mogelijk) het overnemen van de rol van waterbedrijven in landen waar de overheid hieruit terugtreedt (bv Croatië). Ook moeten businesscases worden aangeboden die meer doelen dienen dan watervoorziening alleen: (met name) ook de volksgezondheid, de energievoorziening, de voedselproductie en infrastructuur als geïntegreerd systeem. Daarvoor is samenwerking nodig met partners van buiten de watersector. Selectie. De kansen voor het verkopen van een goed product in arme landen zijn groter als dat product is gericht op alleen drinkwater en niet ook op sanitatie. Het gaat dan om veel kleinere hoeveelheden water; het product is dan een aantrekkelijkere (en op termijn goedkopere) oplossing dan drinkwater uit flessen (denk aan systemen voor nazuivering van drinkwater, met kansen voor Unilever en Philips).
3.2 Enabling Delta Life Doorbraaktechnologie. Op korte termijn kunnen wij op een aantal vraagstukken doorbraaktechnologie leveren: (1) water voor de olie- en gasindustrie, (2) aanleg van havens en transportinfrastructuur, (3) kustverdediging en landinrichting. Ook zijn er kansen vanuit de (voortzetting van de) innovatieprogramma’s Flood Control 2015 en Building with Nature, die het nieuwe (duurzame) bouwen van bedrijven samen met kennisinstellingen illustreren. Governance. De overheid kan op verschillende manieren doorbraken creëren voor het bedrijfsleven. Via regelgeving (zie hieronder), het aanbieden van een kredietverzekering of garantiefonds, maar ook door zelf terug te treden uit verantwoordelijkheden die het bedrijfsleven ook kan invullen. Voorbeelden zijn het beheren van de vaargeul van rivieren, en het overnemen van de drinkwatervoorziening. Regelgeving. Regelgeving kan doorbraken tegenhouden én initiëren. De invoering van de Kaderrichtlijn Water, bijvoorbeeld, leidt tot innovaties en internationale marktkansen voor de Nederlandse watersector. Suggesties voor regelgeving die tot doorbraken kunnen leiden, zijn een verplichte afname van minstens 2% blue energy door de industrie, een verplicht minimaal aandeel aan innovaties bij grote projecten, en een verplichte teruglevering van nutriënten aan
maart 2011
Water 2020 | Van Water 2020 naar Topsector Water
7
landen die kunstmest exporteren. Waar regelgeving doorbraken tegenhoudt, kunnen acties worden genomen om dat tegen te gaan, zoals de vereenvoudiging (en verkorting) van planprocedures. Ook zou voorkennis een voorwaarde voor inschrijving in plaats van uitsluiting moeten zijn. Enabling Delta Life. Wij hebben het in Nederland goed voor elkaar. Vanuit de breedte van de sector kunnen wij andere landen lange termijn plannen bieden die aansluiten op de lokale situatie (Fit to Culture). Deze werkwijze, Enabling Delta Life, geeft Nederland marktkansen in de komende jaren, bijvoorbeeld bij het helpen inrichten van delta’s elders in de wereld. De planvorming binnen het Deltaprogramma is een goed voorbeeld van een aanpak die Nederland internationaal kan uitventen. International Delta Assessment Center. De Nederlandse kennisinstellingen versterken de komende jaren hun positie als wereldwijd kenniscentrum voor delta’s. Vanuit die positie kunnen wij onze adviesrol versterken ten aanzien van de kansen en risico’s voor investeringen in delta’s
3.3 Providing More Drop per Crop Doorbraaktechnologie. Wij kunnen op korte termijn op een aantal vraagstukken doorbraaktechnologie leveren: (1) ontzouting (niet in grote hoeveelheden, wel met betaalbare oplossingen), (2) decentrale oplossingen, (3) de Kaderrichtlijn Water, (4) ICT en sensoring, (5) biobased economy, (6) nutriënten terugwinning. Een cruciaal vraagstuk is het watergebruik in de landbouw: 70% van al het watergebruik gaat hier aan op. Reductie van dit waterverbruik moet een topprioriteit worden, en technologie van de Nederlandse watersector moet daaraan bijdragen. De biobased economy richt zich op de benutting van natuurlijke materialen als grondstoffen voor allerlei producten en energie. Governance. Water is te goedkoop. Via het prijsmechanisme is niet op waterverbruik te sturen en dus wordt teveel water verspild. Water moet realistisch worden geprijsd. Vanuit het Nederlandse governance model kunnen wij dit elders in de wereld introduceren. Agriparken. De watersector kan samen met de land- en tuinbouwsector en de energiesector agriparken ontwikkelen waar efficiënt (met weinig water- en energieverbruik) voedsel wordt geproduceerd. Een combinatie van doorbraaktechnologieën komt hier bij elkaar, zoals gewasveredeling, recycling van water en grondstoffen, en de industrie voor kassenbouw. Als voorbeeld geldt het Chinese beleid van License to Operate: met de bouw van een fabriek moet ook een plan klaarliggen hoe efficiënt met (stoffen in) industriewater wordt omgegaan. Bij doorbraaktechnologie op het grensvlak van water en land- en tuinbouw zal laatstgenoemde waarschijnlijk de trekker moeten zijn; de watersector zal op ontwikkelingen in de land- en tuinbouw moeten aanhaken (mestkevertheorie/H2O-inside). Intelligence voor besluitvormingsprocessen. De watersector kan sterker profiteren van het verzamelen en vervolgens analyseren van informatie ter ondersteuning van besluitvormingsprocessen. Het kan hierbij gaan om het verkennen van geografische markten en eindgebruikers (marketing intelligence), het verkennen van ontwikkelingen binnen de watersector zelf (business intelligence), of de analyse van het productieproces van grondstof tot eindproduct (supply chain intelligence).
8
Samenwerking multinationals. De watersector moet met multinationals projecten ontwikkelen om de lokale productie van grondstoffen te verbeteren. Die productie is veelal in handen van, aan multinationals verbonden, lokale leveranciers. De multinationals zijn klanten van de watersector. De sector moet weten wie die klanten zijn en waar zij hun grondstoffen vandaan halen (welke landen opportuun zijn).
Water 2020 | Van Water 2020 naar Topsector Water
maart 2011
4. Doorbraken: hoe realiseren we die? De wijze waarop wij doorbraken kunnen bereiken, heeft veelal te maken met onze werkwijze en bedrijfscultuur. Om de ambitie van Topsector Water te kunnen waarmaken, zullen wij als sector op een aantal onderdelen radicaal anders met elkaar en onze omgeving moeten omgaan. De CEO’s hebben voor hun eigen sector een groot aantal aanbevelingen gedaan. Benader het buitenland met één businessmodel. Nederlandse bedrijven moeten andere landen benaderen vanuit een gezamenlijk businessmodel, op basis van een gezamenlijke analyse, en niet ieder afzonderlijk. Het Duitse bedrijfsleven laat zien hier erg succesvol mee te zijn. Zo kunnen veel grotere opdrachten worden binnengehaald, waar de individuele bedrijven uiteindelijk meer profijt van hebben dan de kleinere opdrachten waar ‘ieder voor zich’ nu voor gaat. Samen op pad gaan vanuit één businessmodel voorkomt bovendien dat Nederlandse bedrijven elkaar met hun technologie beconcurreren. De gemeente Rotterdam merkt dat het buitenland belangstelling heeft voor wat de regio te bieden heeft; de sector kan meer ‘verkopen’ als zij zich verenigt en een eenduidige boodschap voor het voetlicht brengt. Werk vanuit de vraag, niet vanuit het aanbod. De watersector moet de wereld niet intrekken met oplossingen die vóór anderen bedacht zijn. De sector moet elders de vraag ophalen en die leidend laten zijn voor het te realiseren product. Stop de vrijblijvendheid. We moeten producten verkopen en hebben elkaar daarbij nodig. We moeten consortia vormen, alleen dan kunnen we grote projecten realiseren. Samenwerking is nu nog teveel: ‘ik wil wat jij hebt gratis’. Bewust kiezen voor ‘nieuwe’ combinaties van partners uit de sector kan helpen die samenwerking af te dwingen. Wissel personeel uit. Partners binnen de sector moeten hun eigen zwakke plekken durven benoemen en personeel uit gaan wisselen om die zwakke plekken te compenseren. Maak gebruik van de lokale aanwezigheid van derden. Nederlandse bedrijven moeten hun netwerken in andere landen aan elkaar beschikbaar stellen. Het Nederlandse bedrijfsleven zit over de hele wereld, maar verschillende bedrijven zitten vaak in verschillende landen. Ze kunnen elkaar toegang bieden tot nieuwe markten. Trek samen op in het traject van innovaties. Bedrijven, kennisinstellingen en overheden moeten in het traject van kennisontwikkeling naar de toepassing van innovaties niet na elkaar maar samen met elkaar optrekken. Bedrijven moeten bij het begin van het traject (kennisontwikkeling) worden betrokken. De ervaringen van het bedrijfsleven moeten aan het eind van het traject in de kennisinstellingen worden ‘teruggeploegd’. Dit is het succes van projecten als Building with Nature en Flood Control 2015. Kijk anders naar de thema’s van het verleden. De hoofdthema’s van de toekomst zijn niet perse de hoofdthema’s van het verleden. De thema’s van het verleden kunnen echter doorlopen als bijproduct in de thema’s van de toekomst; bijvoorbeeld waterveiligheid als component binnen natuurontwikkeling en energieopwekking. Kies markten vanuit bedrijfsmatige, niet vanuit beleidsmatige criteria. Bedrijfsmatige criteria betekenen, bijvoorbeeld, dat markten worden geopend door voor financiering samen te werken met lokale banken. Dat levert meer op dan kleine subsidies vanuit beleidsmatige criteria. Niet OS maar de bedrijven moeten de landenfocus bepalen.
maart 2011
Water 2020 | Van Water 2020 naar Topsector Water
9
Betrek de financiële sector er beter bij. De financiële sector vindt de watersector moeilijk te begrijpen. De watersector moet de financiële sector de kansen van water laten zien. Neem de regie. Binnen de deelsector watertechnologie is er te weinig leiderschap en onderling vertrouwen. Dat remt de samenwerking. Bedrijven moeten op zoek gaan naar elkaars ‘win-wins’, de regie durven nemen en, bij het benaderen van nieuwe markten, het leiderschap gunnen aan de sterkste speler. De (semi-) publieke sector kan de verbindende schakel zijn die bedrijven bij elkaar brengt (ze hebben immers geen marktbelang); zo kan belastinggeld worden terugverdiend in het buitenland. Start de consolidatie van veel kleine spelers. Binnen het segment watertechnologie zijn zeer veel kleine bedrijven en kennisinstellingen actief, die veelal onafhankelijk van elkaar opereren. Er zal consolidatie moeten plaatsvinden om tot spelers te komen die sterker staan in de concurrentie op de wereldmarkt. Bedrijven benut de contacten van (semi-)overheden. (Semi-)overheden werken samen met lokale partners in bv ontwikkelingslanden. Het bedrijfsleven wordt hier onvoldoende bij betrokken. De contacten van (semi-)overheden moeten beter worden benut. Samen kunnen ze betere en goedkopere producten leveren. Overheden verbeter de randvoorwaarden voor bedrijven. Financiering van projecten is de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven en de kennisinstellingen. Voor het realiseren van doorbraken is echter ook de overheid aan zet: bv door een level playing field te bieden en ruimte (in regelgeving) te bieden waardoor projecten elkaar in de financiering kunnen aanvullen (werken met mutipliers) en geld van Brussel, Den Haag en private partijen kunnen worden gebundeld. Zoek de verbinding met andere topsectoren. Water is een cruciaal onderdeel in de meeste topsectoren. De verbinding van Topsector Water met de andere topsectoren moet in beeld blijven. De topsectoren moeten de samenwerking zoeken.
10
Water 2020 | Van Water 2020 naar Topsector Water
maart 2011
5. Hartenkreten ‘aan de wand’ Naast bovenstaande samenvatting van de resultaten van de discussies, hebben de genodigden stellingen kunnen poneren ‘aan de wand’. Veel van deze stellingen komen in bovenstaande samenvatting terug. Een aantal aanvullende stellingen is hieronder geplaatst. Samenwerking. We moeten de samenwerking zoeken met nieuwe spelers (uit sectoren als land- en tuinbouw, voedingsindustrie en olie & gas) die het huidige stramien opschudden en waarmee gezamenlijk wereldmarkten worden veroverd. De bedrijven binnen de deelsector watertechnologie moeten de positie van grotere bedrijven binnen de deelsector deltatechnologie benutten om wereldspeler te worden. NGO’s hebben specifieke kennis en ervaring op het gebied van soft engineering bij de drinkwatervoorziening in ontwikkelingslanden. Deze kennis en ervaring moeten drinkwaterleidingbedrijven, ingenieursbureaus e.d. structureel in hun activiteiten meenemen. Technologie. We moeten technologie realiseren waarbij water als bron van energie wordt gebruikt en drinkwater een bijproduct is. Open source innovatie moet de standaard zijn; we moeten innovaties gaan delen. Onderwijs en onderzoek. We moeten blijven investeren in het ‘voeden’ van de watersector via onderwijs en fundamenteel onderzoek (mensen en faciliteiten). We moeten de onderzoeksagenda en het onderwijsprogramma synchroniseren met de lange termijn opgaven van het Deltaprogramma. We moeten een beter onderscheid maken tussen de kennisbehoefte op de korte en de lange termijn. We moeten het technisch onderwijs rigoureus internationaal en zakelijk maken. De Topsector Water moet zorgen voor een klimaat waarbij studenten uit het buitenland in Nederland willen studeren voor een toekomst in de watersector. Overheid. De overheid moet zich hard (blijven) maken voor innovatieve projecten zodat de watersector prestaties in eigen land kan laten zien als etalage voor de wereld. Sales. De watersector moet zijn producten en diensten beter leren verkopen en innovaties sneller naar de markt zien te brengen (kortere time to market). De innovatiestrategie moet agressiever. Je kunt je voorsprong in de wereld heel snel verliezen. Cultuur. De watersector moet ervan doordrongen raken dat de ‘eigen parochie’ niet (meer) leidend is. Het is tijd voor een saus van realiteitszin en sense of urgency als het gaat om de positie van de Nederlandse watersector op het wereldtoneel. Financiering. De focus moet liggen op integrale, financieel haalbare modellen voor watervoorziening, sanitatie en hygiëne. Marketing. De watersector moet consequent gezamenlijk optrekken in de marketing van Nederlandse producten en diensten, en in de PR-strategie van een goed en duurzaam vestigingsklimaat in Nederland. Consolidatie. De watersector moet zich ontwikkelen naar een beperkt aantal integrale watercyclusbedrijven en één vooraanstaand kennisinstituut voor de ontwikkeling van water- en deltatechnologie.
maart 2011
Water 2020 | Van Water 2020 naar Topsector Water
11
Deelnemers CEO-bijeenkomst
De discussie is gevoerd door de volgende personen: Harry Baayen Dirk Jan van de Berg Cees Buisman Bertrand van Ee Peter de Haan Menno Holterman Roelof Kruize Frank Goossensen Sybe Schaap Theo Schmitz Cees Slingerland Rik van Terwisga Maurice Tax Sylvo Thijsen Frank Verhoeven Paula Verhoeven
Deltares Technische Universiteit Delft Wetsus DHV AidEnvironment Norit Waternet Arcadis Netherlands Water Partnership Vewin/NWP bestuur Alterra Vitens Bright Spark Grontmij Boskalis/NWP bestuur Rotterdam
Reacties Directeuren-generaal Aan het eind van de middag schoven de Directeuren-generaal aan van de ministeries waar de Topsector Water het meest mee te maken heeft (I&M: Annemieke Nijhof, EL&I: Renee Bergkamp en Simon Smits), alsmede Willem Zwalve van AgentschapNL. Zij kregen een samenvatting van de belangrijkste resultaten van de bijeenkomst en hen werd gevraagd hierop te reageren. Hieronder is hun reactie samengevat. De timing van deze bijeenkomst is goed en de gemeenschappelijkheid in de verhalen vanuit de watersector is groot. De watersector legt terecht de relatie met de economie en maatschappelijke uitdagingen. Een sterk punt is ook de relatie die wordt gelegd met andere sectoren, steeds binnen de economische context. Veel van de gepresenteerde ideeën zijn technisch gericht. Gelukkig is er ook aandacht voor governance, leiderschap en de rol van regelgeving. Ook de schaarste van grondstoffen en human capital moet nadrukkelijk worden genoemd, als aanjager van innovaties. Bij de bijeenkomst van de CEO’s was de maritieme sector niet vertegenwoordigd: deze moet wel bij het vervolg worden betrokken. We moeten goed in beeld brengen waar we het als watersector mee gaan winnen. Wat onderscheid ons van de anderen? Daar moeten we eerlijk in zijn: we moeten elkaar vertellen in welke landen we offertes verliezen zodat we daarvan kunnen leren. De deelsectoren watertechnologie en deltatechnologie verschillen van karakter. Die verschillen moeten we erkennen. Het aanbod moet aansluiten op de vraag. Daarbij staat de relatie tussen water en voedselzekerheid zeer prominent op de agenda. De Nederlandse watersector is voor buitenlanders slecht toegankelijk door de grote verbrokkeling. Ook is het voor buitenlanders moeilijk een beeld te krijgen van wat de sector te bieden heeft: googlen levert veel Nederlandstalige publicaties op.
12
Water 2020 | Van Water 2020 naar Topsector Water
maart 2011