Woorden
Wat zijn de grammaticale basiselementen?
I I
Woorden? Hetzelfde woord komt vaak in veel vormen voor: I I I I
I
koek / koeken / koekje / koekjes boek / boeken / boekje / boekjes dansen / dans / danst / danste / gedanst bakken / bak / bakt / bakte / gebakt
Deze vormen kennen een bepaalde productiviteit (nieuwe woorden) I I
faxen: fax, faxt, faxen, faxte, gefaxt sms: smsje, smsjes
Wat zijn de grammaticale basiselementen?
I I
¨ Lexicale opslag: kostbaar, inefficient Gemiste generalisatie: agreement (congruentie) I I I I
een koek / *een koeken / een koekje / *een koekjes een boek / *een boeken / een boekje / *een boekjes *ik dansen / ik dans / *ik danst / ik danste *ik bakken / ik bak / *ik bakt / ik bakte
I
Bijvoorbeeld: [eenenkv koekenkv ], [ik1e bak1e ]
I
Niet woorden, maar morfemen als basiselementen
Morfemen als grammaticale basiselementen
I
Wat is een morfeem?
I
Morfemen zijn de kleinste betekenisdragende elementen in een taal ´ of meer fonemen Morfemen bestaan uit e´ en
I I
Let op: een morfeem is *niet* hetzelfde als een lettergreep (morfeem 6= syllabe)
Voorbeelden van morfemen I
boter
I
groter
I
chocolaatjes
I
schoolbord
I
gewandeld
I
wandeling
Voorbeelden van morfemen I
boter
I
grot-er
I
chocolaa-tje-s
I
school-bord
I
ge-wandel-d
I
wandel-ing
Soorten morfemen I
Gebonden morfemen: niet zelfstandig bruikbaar
I
Vrije morfemen: wel zelfstandig bruikbaar
I
boter
I
grot-er
I
chocolaa-tje-s
I
school-bord
I
ge-wandel-d
I
wandel-ing
Soorten morfemen Stammen
Affixen
happy, gein, mani, fiets Prefixen Suffixen
Infixen Circumfixen
unhappy
mawani
geinig
Lakhota (North/South Dakota, een Sioux-taal): mani ∼ loop mawani ∼ ik loop
gefietst
Infixatie
I
Infixatie komt redelijk veel voor:
I
Cantonees: ´ yuhksyun => yuhk-gwai-sy un ¯ ¯ lelijk => verschrikkelijk lelijk
I
Engels: fantastic => fan-bloody-tastic
´ ∼ duivel) (gwai
Reduplicatie I
I
Reduplicatie: een stam (of een deel ervan) vormt een affix aan de stam zelf ¨ reduplicatie als Yidiny (Noord Queensland, Australie): meervouds-markering I I
I
Hausa (West-Afrika / Sahel): reduplicatie als intensificatie I I I I I I
I
gindalba (Hagedis) gindalgindalba (Hagedis.Meerv) can (daar) can-can (ver weg) maza (snel) maza-maza (erg snel) dare (avond/nacht) daddare (laat in de avond)
Vgl: Hij sliep en sliep en sliep.
Hoe morfemen combineren I
stoel => stoel-en
I
steel => steel-t
I
stoel 6=> stoel-t
I
Er is een rol weggelegd voor woordsoort De drie voornaamste processen waarmee morfemen combineren
I
I I I
Derivatie Inflectie Samenstellen (compounding)
Wat zijn woordsoorten eigenlijk? I
¨ versus Grammaticale categorieen ¨ Lexicale categorieen
I
¨ Lexicale categorieen: N (noun), A (adjective/adverb), V (verb)
I
N: stoel, water, gezelligheid, verzinseltjes
I
A (adjective): rood, gezellig, mooi
I
A (adverb): gisteren, vaak, wel
I
V: wandelen, gegeten, at
Wat zijn woordsoorten eigenlijk? I
¨ versus Grammaticale categorieen ¨ Lexicale categorieen
I
¨ Grammaticale categorieen:
I
D (determiner): lidwoorden (de, het, een), telwoorden (drie, veel), kwantoren (elke, alle, geen)
I
Pronomina: hij, zij, ik, hun, jullie
I
Voegwoorden: want, en, maar, omdat
I
C (complementizer): dat
I
P (preposition): in, op, onder, voor, met
Wat zijn woordsoorten eigenlijk?
I
Lexicaal: stoel, water, gezelligheid, verzinseltjes, rood, gezellig, mooi, gisteren, wandelen,. . .
I
Grammaticaal: de, het, een, drie, elke, alle, geen, hij, zij, want, omdat, maar, en, als, dan
Wat zijn woordsoorten eigenlijk? I I
¨ versus Grammaticale categorieen ¨ Lexicale categorieen ¨ Lexicale categorieen: I I I I
I
Inhoudswoorden Open klasse; er is ruimte voor nieuwe woorden Veel morfologie ¨ betekenis Referentiele
¨ Grammaticale categorieen: I I I I
Functiewoorden Gesloten klasse; weinig vernieuwing Weinig morfologie Betekenis moeilijk in isolatie te bepalen
Morfologie en woordsoorten I
Compounding: I
I
Derivatie: I I
I
inhoudswoord + inhoudswoord = inhoudswoord
toepassing van gebonden morfeem de woordsoort verandert meestal
Inflectie: I I I I
toepassing van gebonden morfeem behoud van woordsoort gedreven door specifieke syntactische omgeving vormt een paradigma
Compounding I
Relatief simpel morfologisch mechanisme
I
Twee inhoudswoorden worden aan elkaar geplakt om een nieuw inhoudswoord te vormen
I
School-bord, tafel-kleed, achter-ingang, schaats-baan
I
vries-drogen, zand-stralen
I
sneeuw-wit, bloed-rood
I
Compounding herken je aan klemtoon I I I
zwartboek / zwart boek kleinkind / klein kind black board
Derivatie I
Inhoudswoorden combineren met een grammaticaal morfeem om een nieuw inhoudswoord te vormen, meestal van een andere categorie
I
wandel-ing, schrijv-er, computer-en, ver-grijz-en
I
blauw-ig, on-logisch, be-drinken
I
bemoeizucht-ig-heid
I
Derivatie is niet ongelimiteerd toepasbaar: *schrijv-ing, *on-verdrietig, *be-eten
Inflectie I
I
Inhoudswoorden combineren met een grammaticaal morfeem om een nieuwe vorm van hetzelfde woord (dezelfde categorie) te krijgen Inflectie is grammaticaal relevant (het nalaten van inflecteren kan resulteren in een ongrammatikale expressie), dit in tegenstelling tot derivatie
I
*deze boek / deze boek-en *de man zijn . . . / de mann-en zijn . . . dit boek / dit boek-je de gelukkige vrouw is . . . / de on-gelukkige vrouw is. . .
inflectie inflectie derivatie derivatie
Belangrijk: verschillende typen inflectie bij verschillende ¨ categorieen
Inflectie op N I I
Enkelvoud/meervoud: boek / boek-en ¨ Naamval (case): Konig (koning)
Duits
Der Mann sieht den Sohn des K¨onigs in dem Garten De1 man ziet de4 zoon de2 koning.2 in de3 tuin I
Naamval (case): talo (huis)
Fins
talo
talo-n
talo-na
talo-ksi
talo-ssa
nominatief
accusatief
partitief
translatief
inessief
Inflectie op A I
Vergrotende trap: I I I
I
Niet altijd morfologisch: I I
I
Nederlands: slim => slimmer Engels: smart => smarter Duits: schlau => schlauer More beautiful / *beautifuller meer nodig / *nodiger
De meeste talen: geen morfeem voor vergrotende trap Nihongo-wa
doitsgo
yori
muzukashi
Japanese-TOP German from difficult
’Japanese is more difcult than German.’ (Japans)
Inflectie op V I
Getal: ik loop / wij lopen
I
Persoon: ik loop / hij loopt
1e/3e
I
Tijd: ik stap / ik stapte
TT/VT
I
Nederlands versus Spaans:
1e spreek spreken 1e hablo hablamos
2e spreekt spreken 2e hablas ´ hablais
enkelv/meerv
3e spreekt spreken
enkelv meerv
3e habla hablan
enkelv meerv
Inflectie op V I
Wijs (mood): I
Conjunctief (aanvoegende wijs): zo waarlijk helpe mij God almachtig leve de Koningin!
I
Indicatief (aantonende wijs): hij helpt mij de Koningin leeft
I
Imperatief (gebiedende wijs): help mij! stop met roken!
Inflectie versus Derivatie
I
Inflectie is categorie-gebonden en vindt na derivatie plaats
I
Tafel-tje-s / *Tafel-s-tje
I
Wandel-ing / *Wandel-t-ing / *Wandel-ing-t
Woordstructuur I
on-gelukkig-er
on
I
?
of
I
gelukkig
er
on
gelukkig
er
´ van deze varianten Semantiek kiest voor e´ en
Inflectiemodel met Finite State Automaat
table
tables
sheep
mouse
mice
Derivatiemodel met Finite State Automaat
I
Derivatiemodel is doorgaans moeilijker en complexer dan inflectiemodel
I
Voorbeeld: derivatie op bijvoeglijk naamwoorden
I
redelijk / redelijk-erwijs / on-redelijk
Derivatiemodel met Finite State Automaat
I
redelijk / redelijk-erwijs / onredelijk
Derivatiemodel met Finite State Automaat
I
redelijk / redelijk-erwijs / onredelijk
I
onredelijkerwijs
Derivatiemodel met Finite State Automaat
I
redelijk / redelijk-erwijs / onredelijk
I
onredelijkerwijs (284 Google hits) ”En ja, ook ik knipper met mijn lichten, als een vrachtwagen mij onredelijkerwijs in de ankers wil dwingen! Echter niet, als het redelijk is!”
I
*dommerwijs / *ondom / *ondommerwijs / domweg
I
*redelijkweg (0 Google hits)
I
dom genoeg, vreemd genoeg, *vreemderwijs, *vreemdweg
Levels of morphological analysis surface level ⇕ interim level
phonology/orthography recognizing stem + morphological rules (e.g. number)
⇕
lexical level
Levels of morphological analysis surface level
foxes
⇕ interim level
fox^s#
phonology/orthography recognizing stem + morphological rules (e.g. number)
⇕
lexical level
fox +N +PL
This model establishes an input/output relation – useful for both analysis and generation
English morphological number rule - Tnum
# - end of word ^ - end of morpheme Analyzing singularity/plurality in regular and irregular nouns
Stemming and categorization of nouns - Tstems
@ = wildcard A “dictionary” dictionary” categorizing nouns as regular/irregular
Abstract Plurality phonology/orthography
fox^s phonology:
/foksez/
orthography: foxes
In both cases there are rules for adding
S!
Orthographic rule – e before s
FST for connecting surface string with stemmed string: girl girls fox foxes
girl# girl^s# fox# fox^s#