CARRIERE &OPLEIDING
Eind van de zomer rapporteert de door de Orde ingestelde commissie-Kortmann over de toekomst van de beroepsopleiding. Het Advocatenblad stelde een schaduwcommissie samen, om de echte commissie op weg te helpen bij haar zware taak
Wat vinden stagiaires van de beroepsopleiding?
Schaduwcommissie Kortmann: Tatiana Scheltema redacteur Advocatenblad
Au b rey Va I ks
A
an welke opleidingseisen moet
gemoederen
Aubrey: ' Je kunt wel een breder vakkenpakket aanbieden, maar als de inhoud van die vakken al nergens op slaat, heeft het weinig zin'
2
[ADVOCATENBLAD ~18 juni 2010
een beginnend
advo-
caat voldoen? Het houdt de binnen
de advocatuur
(l008) begon haar stage bij Boskamp & Willems Advocaten, een middelgroot kantoor in Eindhoven, dat naast inselventie- en ondernemingsrecht ook een algemene pral
al een paar jaar bezig. Sinds 1988zijn advocaat-stagiairesverplichtdezelfde beroepsopleiding te volgen, die wordt georganiseerd door de Orde. Maar de praktijk is inmiddels dermate veranderd dat de beroepsopleiding dringend aan herziening toe is. Een tiental grote kantoren wachtte dat niet af en richtte twee jaar geleden de Law Firm School (LFS)op, waar Stagiaires van de aangesloten kantoren een op de Zuidas-praktijk toegespitste opleiding konden volgen. Voor de beroepsopleiding van de Orde werd vrijstelling gevraagd, en verkregen. Het bracht de rest van de advocatuur flink in beroering: als een deel van de balie een eigen -lees: elitaire - opleiding zou volgen, kwam de eenheid binnen de balie in gevaar, en dreigen er twee soorten advocatuur te ontstaan. Zeer onwenselijk, vonden de tegenstanders. Tegelijkertijd ontkent niemand dat de huidige beroepsopleiding slecht aansluit op de praktijk. Om de impasse in het College van Afgevaardigden te doorbreken, stelde de Algemene Raad een commissie in van deskundigen uitde(onderwijs) praktijk onder leiding van de Nijmeegse rector magnificus Bas Kortmann, die niet alleen de Law Firm School maar de beroepsopleiding in den brede onder de loep moest nemen. De commissie zal eind van de
zomer een rapport uitbrengen. Maar hoe kijken de advocaat-stagiaires er zélf tegenaan? Vandaar dat het Advocatenblad ad hoc een eigen schaduwcommissie samenstelde, bestaande
uit jonge
advocaten
uit
alle geledingen van de advocatuur, die hun stage nét, of net niet heb-
ben afgerond. Tijdens een middag brainstormen
kwam deze commis-
sie tot het volgende advies.
Samen of niet? Alexander Peerboom bijt het spits af. 'Het doel van de beroepsopleiding was om alle advocaten een brede basis aan kennis en kunde te bieden, zodat je na drie jaar bij wijze van spreken een eigen bord in de ruin kunt zetten. Na twintig jaar kun je eens kijken of er aanpassingen of verbeteringen doorgevoerd kunnen worden. Als er sprake is van problemen, moet je naar de héle beroepsopleiding kijken, voordat je een traject inzet waarbij je de beroepsopleiding niet meer aan iedereen gaat aanbieden. Het staar kantoren natuurlijk vrij om extra cursussen aan te bieden als daar behoefte aan is. Maar door het verlenen van vrijstellingen, zoals nu gebeurt aan studenten van de Law Firm School, krijg je een onderscheid tussen beroepsopleidingen. Dat is ongewenst.' Marianne Valk van Van Doorne gooit de knuppel maar meteen in het hoenderhok: 'Ik kom van zo'n law Firm SchooIkantoor. Ik begrijp op zich jouw zorg wel, dat je een tweede-
ling zou krijgen, maar je moet de Law Firm School niet onderschatten: het biedtechtwel heel veel extra ten opzichte vande gewone beroepsopleiding. De LFS is opgezet vanuit het idee dat de grote kantoren een bepaald type cliënt bedienen, met vaak omvangrijk zaken die bepaalde specialistische kennis vereisen. Die kennis wordt dus alleen aangeboden aan mensen die het nodig hebben. Vergis je niet: het is een heel pittig programma, dat ruim een jaar duurt.je bentelke twee weken twee dagen weg van kantoor, dns je mist een flink stuk praktijk. Het is een diepte-investering die kantoren in jou doen: de eerste anderhalf jaar ben je beperkt in de praktijk inzetbaar zodat je daarna kunt meedraaien in de praktijk van deze kantoren. Dat is de toegevoegde waarde. Maar voor mensen op kantoren met een andersoortige praktijk is het overbodige ballast en zou het zonde vande tijd en de energie zijn om dat programma te volgen. Dus ik zou het programma van de LFS zeker niet over de hele beroepsopleiding willen uitbreiden.' Alexander: 'Maar wat gebeurt er als je bijvoorbeeld na drie jaar naar een ander kantoor gaat, waar wel een procespraktijk wordt gevoerd? Hoe gaat dat eruitzien? Dan heb je dus wel een opleiding voor de adviespraktijk gehad, maar niet op andere vlakken: Marianne: 'Wij moeten gewoon de tentamens van de Orde maken. In die zin word je net als iemand die de beroepsopleiding doet geacht om na drie jaar een zelfstandige praktijk te kunnen voeren, en Joop je wat opleidingsniveau betreft in lijn met andere kantoren. De extra stof die wordt aangeboden is toegespitstop ondernemingsrecht. transacties, insolventierecht, maar ook procesrecht. Die kennis is puur extra en doet nier af aan je opleiding tot een goede advocaat. Maar daarbij:
de mensen die op een groot kantoor gaan werken hebben denk ik ook niet de ambitie om na drie jaar dat bord in de tuin te zetten:
Marianne
Vall«200B)werktbij de sectie proces- en verzekeringsrecht van Van Doorne op de Zuidas in Amsterdam. Zezit in het derde jaar van haar stage. Zij volgde de law Firm School, die pittig was - er wordt een enorme inzet en betrokkenheid van je geëist. Maar bepaald toegespitst op de praktijk van grote kantoren.
Alexander houdt vol: 'Het gaat mij niet zozeer om de LFS, maar om duidelijkheid over de héle beroepsopleiding. Wat is het doel ervan? Past die nog bij de tijd? Dáár moeten keuzes gemaakt worden. Het lijkt me niet raadzaam dat je differentiatie in de opleiding krijgt, tenminste: als je die als Orde wilt aanbieden.'
Aansluiting universiteit Maar die differentiatie is et al: namelijk bij de rechtenopleidingen van de universiteiten. 'Waar het allemaal mee is begonnen,' zegt Marianne, 'is dat er op die grote kantoren mensen kwamen van allerlei verschillende universiteiten. En iedereen bleek een heel ander curriculum te hebben gevolgd. De LFS was bedoeld om iedereen even op hetzelfde plan te zetten. Voor de beroepsopleiding geldt denk ik nog sterker dat mensen allemaal een heel ander aanvangsniveau hebben, afhankelijk van de faculteit waar ze toevallig hebben rondgelopen. Daarover zou de Orde metde universiteiten moeten praten: Met de intrede van de togamaster zijn sommige unlverslteiten daar al mee bezig, en zonder civiel effect word je sowieso nier beëdigd. Maar moeten universireiten ook speciaal voor
Marianne: 'De mensen die op een groot kantoor gaan werken hebben niet de ambitie om na drie jaar dat bord in de tuin te zetten'
. 18
juni
2010
jADVOCATENllLAD
.
13
CARRIERE &OPLEIDING
Marl< Husen (1007)werkt bij het Advokatenkollektief Rotterdam en hoopt dit jaar zijn stage af te ronden. Hij voert de klassieke sociale praktijk: arbeidsrecht, sociaal zekerheidsrecht, een beetje familierecht, vrijwel alles op toevoegingsbasis.
Marie 'Je zou als Orde kunnen zeggen: alleen met een bepaalde master die is goedgekeurd door de Orde kom je de advocatuur in'
de advocatuur gaan opleiden? Wi1lem Loorbach vindt van niet. 'Je kunt universireiten niet vragen hun curriculum af re stemmen op de advocatuur. Zo werkt het niet. en zo zou het ook niet moeten werken, denk ik: Mark Husen is het gedeeltelijk met hem eens: 'Universireiten zijn waardevrije. wetenschappelijke
instellingen.
Tegelijkertijd
zou je als Orde wel
kunnen zeggen: alleen met een bepaalde master die is goedgekeurd door de Orde kom je de advocatuur in.' Zo werkt het immers ook in het notariaat, en bij studies als fiscale economie of accountancy.
Aubrey Valks: 'Die leiden toch ook op
om in een specifieke tak van sport te gaan werken? Voor de universiteiten
kan het trouwens
ook een stimulans
bepaalde vakken wel aan te bieden.' Marianne naar die faculteiten
Willem 'Je kunt universiteiten niet vragen hun curriculum af te stemmen op de advocatuur, zo werkt het niet, en zo zou het ook niet moeten werken'
de route
heb je dan maar te gaan. Anders snijd je
af In hoeverre vraagje de mensen dan te vroeg om
zich vast te pinnen?'
Specialisatie
juni
2010
kan
aanvangsniveau
ding
op de fundamenten
voortborduren
Maar de pretentie
zouden
Er zijn genoeg
waar ook in secties wordt gewerkt,
middelgrote
en de klanten
en kunzijn vind kanroren
en waar je ook met spe-
bezig bent. De zaken hebben
de omvang
moeten
weliswaar
als die op de Zuidas,
niet altijd
maar inhou-
Als ik naar mezelf kijk: ik zit ik ben alleen maar met insolventie-
delijk is er niet veel verschil. op een nichekantoor,
en
recht bezig. Maar daar komt ook wel wat anders En die kennis
had
ik wel wat uitgebreider
beroepsopleiding zou daar eigenlijk
in de huidige
bij kijken.
willen hebben.
De
vorm is veel te summier.
een soort tussenstap
moeten
Je
maken: dat
je uitgaat van een elementaire
basis ten aanzien van het pro-
cesrecht, ondernemingsrecht,
arbeidsrecht.
en familierecht.
En dat
misschien
je daarbovenop
hetzij inhouse,
zelfs
specifie-
herzij via de Law Firm
de beroepsopleivan de praktijk.
om een zo breed mogelijke
commissie
last century, vindt unaniem.
Strafrechtadvocate
basis te bie-
min of meer op te leiden rot generalist,
is de
Sociaal advo-
Annemarie
doet, is je heel veel specifieke rugkomen
van der Velden
beaamt:
veel van niets. Wat de Orde nu
'Het is vooralontzettend
dingen
in de tenramenvragen.
leren, die allemaal
uitlegt hoe een civiele procedure
te-
Maar het zijn allemaal
trucjes. Ik heb er veel meer behoefte
caat Mark: 'Vroeger was er gewoon
aan dat iemand
mij
werkt. Maar elke keer
minder recht. Veertig jaar geleden
dat je denkt: Ja, vertel! Dan stopt her alweer. We moesten
kon je nog heel goed een genera-
ons een keer presenteren
list zijn. maar om nu van meer dan
we allemaal.
Daar krijg
drie
Toen zeiden
we: zullen we het dan nog een keer doen, zo-
dentie
\ 18
ik sterk achterhaald.
ke kennis aanbiedt,
Met een eenduidiger
(1008)werktbijWybenga Wildeboer van den Puttelaar in Rotterdam, een middelgroot kantoor met een algemene praktijk. Het kantoor doet sinds de jaren tachtig incasso's voor de internationale vakbond voor zeevarenden.
ADVOCATENBLAD
willen volgen. 'Het idee dat die kennis
de alleen op de Zuidas aanwezig
cialisaties
'is een
en verdieping:
vindt Aubrey - zij had ook best een LFS-achti-
ge opleiding
personen-
behoorlijk
41
'Absoluut:
is aan specialisatie
School. De Orde biedt dat nu echt te weinig.'
den en iedereen
Willem Loorbach
zijn om
vult aan: 'En
'Het succes van de Law Firm School,' zegt Alexander, signaal dat er behoefte
vakgebieden bij te houden
alle
jurispru-
is best lastig:
dat we het commentaar
voor een video. Dus dat deden
je dan heel veel commentaar kunnen
verwerken?
op.
Maar dat kon
CARRIERE &OPLEIDING
An nema rie va n der Velden
(2008) isstrafrechtadvocaat bij Cleerdin & Hamer in Amsterdam, en doet ook cassatiezaken. Na haar studie werkte Van der Velden enige tijd als docente straf- en strafprocesrecht aan de Universiteit leiden.
niet, daar bood het programma geen ruimte voor. Ik denk dat het idee van de Law Firm School moet worden geprojecteerd op de héle beroepsopleiding. Jullie willen misschien helemaal geen strafrecht leren omdat je er nooit iets mee zult doen. Dus het zou misschien een soort keuzevak moeten zijn, net als mediation en al die andere specifieke vakken, waar je nu een soort snuffelstage in krijgt. Ik voel veel meer voor verdiepende keuzevakken. een beetje op het niveau van de VSo.' 'Maar goed, dat hoeft niet in de beroepsopleiding,' zegt Willem. 'Hier in Rotterdam moet je de punten voor je stageverklaring al voor een groot deel halen met VSO-cursussen. Op die manier gaan ze er vanuit dat je cursussen kiest die bij je vakgebied passen.'
Kwaliteit en professiona lise ri ng Een heikel punt is wel de kwaliteit van de docenten. Aubrey: 'Ik weet niet hoe het bij jullie is geregeld, maar in Breda is de kwaliteitenorm wisselend. Soms trefje een heel goede docent, en had je echt hetidee dat je iets opstak, maar soms kwam iemand alleen een praatje houden, vooralover zijn eigen praktijk. Terwijl je met vragen zat die de docent niet eens kon beantwoorden. En dat is dan je leermoment! Je kunt wel een breder vakkenpakket aanbieden, maar als de inhoud van die vakken al nergens op slaat, heeft (2004) voert een civiele adviespraktijk bij het weinig zin: Annemarie verzucht: 'In Amsterdam ClaassenAdvocaten in Eindhoven. Na de Beroepsopleiding volgde hij de Grotius Acaheb je dat ook. Mensen die al jaren hetzelfde riedeltje afdraaien, en er ook nog op demie. Hijadviseert particulieren en bedrijgebrand zijn om op tijd naar huis te gaan. ven op het gebied van ondernemingsrecht, Die zeggen doodlenk om halftwaalf: "wileffectenrecht en insolventierecht. len jullie nog opdrachten bespreken? We kunnen ook stoppen." Ik hoef daar heus niet rot zes uur te zitten, maar dit is natuurlijk het andere uiterste. Kijk: zij halen nu hiermee hun punten. Dat is naAlexander: 'Door tuurlijk heel veilig.' vrijstellingen aan Mark: 'Een goede advocaat is nier altijd ook een goede studenten van de docent. Het kan natuurlijk wel - het beste dat ik me van law Firm 5choolluijg de beroepsopleiding herinner is de dag beslag- en executieje een ongewenst recht. Die mevrouw was ook docent in Leiden, ze had een goed verhaal. Maar daar moet je dan wel in investeren. Dat onderscheid tussen zal wel weer duurder zijn dan wanneer je mensen punten beroepsopleidingen' geeft om een cursus te geven.'
Alexander Peerboom
Maar vergaande professionalisering is ook niet zaligmakend, meent Marianne. 'De universiteiten van Utrecht en Nijmegen denken mee over het curriculum van de Law Firm Schoo1.Maar de praktijk leert dar er toch nog een kloof zit russen de verwachtingen, en wat jij wilt. In de beroepsopleiding kun je VSO-cursussen zelf kiezen en zodoende afstemmen op je eigen praktijk of bel angst elling, maar de LFS haalt die keuzevrijheid de facto bij je weg, omdat ze de beroepsopleiding en de VSO comprimeert in één jaar. Dat pakt vaat de één beter uit dan voor de ander,'
Gedragsrecht Nu op hoofdlij nen een zekere eensgezindheid lijkt te zij n bereikt, wordt het tijd voor het vaststellen van de bindende factoren. Iedereen is het wel eens dar juist het sociale aspect van de beroepsopleiding van enorm belang is.Annemarie: 'Dat je elkaar leert kennen heeft een grote toegevoegde waarde. Nu zie je de Zuidas-advocaten alleen maar op de praktijkleerdagen. Daar horen we een beetje elkaars verhalen, maar dat is het dan wel. Dat isjammer: Wil1em: 'Bij ons zie je ze niet eens, ze zaten in een aparte dag.' Marianne: 'Bij ons ook, en ik vind het een slechte zaak dac de Orde daarvoor heeft gekozen. Die zegt: we willen de mensen die in de beroepsopleiding bij elkaar zaten niet weer vermengen met de mensen van de Law Firm School. Gelukkig heb ik aan mijn studietijd wel mensen overgehouden die op kleinere kantoren zijn gaan werken. Dus ik hoor wel hoe het er daar aan toegaat. Soms luister ik met verbazing, soms denk ik: wat gaaf dat je daar de ruimte voor krijgt in zo'n kleiner verband. Maar verder kom ik door de zaken die ik doe vooral mensen tegen die ook op LFS-kantoren zitten. En die sociale cohesie is ook belangrijk voor je verdere loopbaan: Willem begrijpt het wel: 'Het idee van praktijkleerdagen is toch dar je je openstelt, en als er dan ineens allemaal mensen bij zitten die je niet al kent kan dat het doel juist weer doorkruisen. Maar het is wel een nadeel: aan de ene kant hou je die sociale structuur gescheiden, terwijl die al uir elkaar groeit omdat de praktijk al zo verschilt. Lasrig. Ik zou er denk ik niet voor kiezen om dat weer te gaan vermengen: Mark: 'Bij ons zaten er ineens een paar van Hourhoff bij. Ik had nier het gevoel dat die mensen nou ineens zoiets hadden van: jullie hier, en wij daar. Dus dat was wel oké.'
Vervolg op pagina 9
18 juni 2010 lADVOCATEN13LAD
j5
LC L.1)11.
Vervolg van pagina
5
De grote gemene deler is zonder twijfel het gedragsrecht, vindt de commissie. Mark zegt: 'of je nou in een hoge toren zit, of driehoog achter: je komt het allemaal tegen. Daarin onderscheiden wij ons ook van andere juridische dienstverleners.' Maar juist aan het gedragsrecht wordt in de beroepsopleiding veel te weinig aandacht besteed, vindt Annemarie: twee uurtjes bij opleidingsinstituut Woudschoten. 'Het zijn ook maar 42 regels,' merkt willem droogjes op. 'Maar jij vindt dat je gedragsrechtelijk onvoldoende onderlegd bent na de cursus?' Annemarie: 'Zeker, er kan meer casuïstiek worden geboden.' Mark: 'Onder het mom van: leer van de fouten van anderen want je hebt geen tijd om ze zelf te maken ...' Aubrey: 'Op mijn oude kantoor kwamen we geregeld dingen tegen waarvan we dachten: hoe kunnen we hier nou het best te werk gaan zodat we nog wel aan de Gedragsregels voldoen? Of de wederpartij deed iets waarvan je dacht: kloptdat nou, of hoe zit dat?' Marianne: 'Wij zijn laatst bij een cursus tuchtrecht op kantoor goed bijgepraat. Dat
was zeer, zeer nuttig! Want in de junsprudentie van het hof zit ook een ontwikkeling. net als in die van de Hoge Raad. Als er iets in de advocatuur in beweging is, is het wel het gedragsrecht. Kijk naar Enaït: dat is ook nog nooit eerder vertoond.'
De casus De algemene conclusie luidt: in de beroepsopleiding moet meer ruimte komen voor specialisatie en verdieping. De opleiding moet meer op de praktijk zijn gericht, mer enerzijds vakken die iedereen nodig heefr, en anderzijds de mogelijkheid om te verdiepen. Een deel van het lesmateriaal is dringend aan vervanging toe. En: het mag besr wat langer duren dan nu her geval is. Maar hoe zou je dat allemaal in de praktijk kunnen combineren? 'Je zou er een soort lopende praktijkopleiding van moeten maken,' zegt Willem, 'waarin naast de theorie allerlei praktische zaken aan bod komen: hoe ga je om met termijnen, met dagvaarden, hoe stel je stukken op?'
Marianne oppert: 'Giet de hele opleiding in één grotecasus! Die begint in jaar 1. Daarin ga je bijvoorbeeld in onderhandeling met je wederpartij over een contract. Dar loopt stuk, je gaat procederen, bedenk het maar. En gaandeweg de casus krijgje steeds meer aspecten van de praktijk erbij. Je kunt het per vakgebied inbouwen.' De hbo-opleiding rechten werkt in het laatste jaar immers ook zo. Annemarie: 'Het is dus bewezen dat het kan.je zou ook verschillende ingangen kunnen maken: gedragsrcchr voor iedereen, en daarnaast keuzeblokken, bijvoorbeeld met civiel, straf- en bestuursrecht. Daarvan zou ik er best twee willen kiezen. Dan leid je mensen toch breder op dan alleen op dat ene gebied. Aan de andere kam word ik ook nier onnodig geconfronteerd mer beslag- en faillissemenrsrecht, waar ik echt niks mee ga doen. Je hebt dan ook meer tijd, en die dagen hou je over om je in die cursus re verdiepen. Ik denk dat je dan echt iets toevoegt - dan heb je het iets minder wijd dan het nu is, omdat wc nier meer allemaal die zes of zeven vakken hebben. Maar je leert wel nog steeds die andere stagiaires kennen, want je bent niet alleen maar met het eigen clubje:
18
juni
2010
lADVOCATENnLAD
19