KINDEREN SLACHTOFFER VAN HET VERKEER
WAT U MOET DOEN . WAT U MOET WETEN.
KINDEREN SLACHTOFFER VAN HET VERKEER
WAT U MOET DOEN . WAT U MOET WETEN.
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
) Het ergste wat je kan overkomen is een kind verliezen. Vorig jaar werden er 2.218 kinderen zwaar gewond of gedood in het verkeer. Dat zijn meer dan 6 jonge levens per dag. Onder hen 180 dodelijke slachtoffers. De cijfers gaan in dalende lijn, gelukkig maar. Zo telde België in 1990 nog 4.409 zware verkeerslachtoffers onder de 18 jaar, van wie 307 dodelijke slachtoffers. Maar het verkeer blijft nog al te vaak een moordmachine, onvoldoende beheerst door de persoon achter het stuur of onderschat door een argeloos kind dat de straat oversteekt. Deze onveiligheid blijft een belangrijke bedreiging voor de kwaliteit van ons leven. Ouders, familieleden, in vele gevallen ook de chauffeur achter het stuur, zijn getraumatiseerd voor de rest van hun dagen. Uit de evolutie van de cijfers blijkt dat we er wat kunnen aan doen. Om die reden hebben wij in het Veiligheidsplan de verkeersveiligheid uitgeroepen tot één van de maatschappelijke problemen die prioritair moeten worden aangepakt. Bedoeling is het aantal verkeersdoden en zwaargewonden drastisch te reduceren door middel van een aantal doelgerichte preventieve en repressieve maatregelen en een kwalitatief uitgebouwde nazorg. Elementair is dat de slachtoffers van het verkeer en hun familie hun rechten kennen. Vaak weten zij niet onmiddellijk wat zij moeten doen, waar zij met hun vragen en problemen terecht kunnen en welke instantie hen het juiste advies kan geven. Deze brochure wil daarbij een leidraad zijn. Ze is een initiatief van de VZW Ouders van Verongelukte Kinderen die hun eigen pijnlijke ervaring hebben aangewend opdat anderen leed bespaard zou blijven. De brochure bevat essentiële informatie over wat te doen in de dramatische omstandigheden vlak na een verkeersongeval. Het is mijn diepste hoop dat u zo weinig mogelijk een beroep zal moeten doen op deze brochure. Maar indien u of iemand uit uw onmiddellijke omgeving dan toch slachtoffer zou worden van een verkeersongeval, laat deze informatie dan een eerste stap zijn in het verwerkingsproces.
Marc Verwilghen Minister van Justitie 3
2
)
( INHOUDSTAFEL Voorwoord
6
DEEL 1 : HET ONGEVAL
8
I. Wat gebeurt er ter plaatse?
8
A. Interventie van de politiediensten B. Hulp aan gewonden C. In geval van overlijden D. De vaststellingen II. De tussenkomst van medische diensten A. Vervoer van gewonde slachtoffers B. Werking van de urgentiediensten C. Werking van het mortuarium D. Opvang van de ouders van slachtoffers E. Wegnemen van organen
16 16 16 16 17 18
III. Tussenkomst van de begrafenisondernemer A. Kosten van het medische transport
20 20
DEEL 2 : GERECHTELIJKE PROCEDURES
21
IV. Het begin van het onderzoek
21
A. Onderzoeksmaatregelen B. Intrekking van het rijbewijs C. Mogelijke onderzoeksprocedures D. Burgerlijke partijstelling E. Vervolg van de procedure F. Contacten tussen de ouders van het slachtoffer en het parket
(4
8 9 10 12
21 21 22 23 24 26
) V. Strafrechtelijke gevolgen A. Strafsancties in geval van een dodelijk ongeval B. Strafsancties in geval van zware verwondingen C. Opschorting van uitspraak, uitstel en alternatieve straffen
28 28 30 30
VI. Burgerrechtelijke gevolgen
32
A. Procedures B. Aansprakelijkheid en schadevergoeding C. Materiële, lichamelijke, morele en economische schade D. Houding van de verzekeringsmaatschappijen Epiloog Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V
: : : : : :
kritisch commentaar door de slachtofferverenigingen lexicon overzicht van de procedure tabellen (straffen per inbreuk) schadevergoeding bij overlijden nuttige adressen
32 34 36 46 47 50 57 58 61 62
5
2
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
VOORWOORD een dierbare of geliefde, die plots weggerukt werd, levendig te houden.
U hebt er nooit aan gedacht dat het u zou overkomen dat een geliefde door een verkeersongeval zwaargewond of gedood zou worden maar soms gebeurt het onherroepelijke. In onze maatschappij worden verkeersongevallen vaak gebanaliseerd, maar uw ganse leven wordt er in een mum van tijd door overhoop gehaald. Dan volgt een periode van ontreddering, van emoties die tijd vragen om hun bedding te vinden. Het is doorgaans een lange weg om zo’n ommekeer te verwerken en de herinnering aan
(6
U krijgt te maken met de administratieve en juridische gevolgen van het ongeval. Onmiddellijk na de gebeurtenissen wordt van u gevraagd snel beslissingen te nemen met belangrijke financiële gevolgen. U ontmoet vertegenwoordigers van instellingen, diensten of ondernemingen waarvan u niet altijd de preciese rol of taak begrijpt. Anderen hebben het meegemaakt vóór u : angst, ontreddering, het op korte termijn toch beslissingen moeten nemen. Begin 1994 hebben zij zich gegroepeerd in de vereniging “Ouders van Verongelukte Kinderen”, een groep van ouders die elkaar en ieder die in dergelijke situatie terechtkomt, wil bijstaan.
) Aan deze brochure hebben “Ouders van Verongelukte Kinderen” (OVK) en de vereniging “Ouders voor de bescherming van Kinderen op de weg” (VOBKW) samengewerkt. De redactie is slechts mogelijk geweest met de hulp van een aantal deskundige personen uit de magistratuur, de balie, de rijkswacht en de administratie1 . We hopen u via deze brochure te kunnen steunen met concrete informatie en raad. Misschien kunnen ze uw ontreddering iets draaglijker maken.
u achteraan uitgelegd. Daar vindt u tevens een lijst met nuttige adressen. Reacties, opmerkingen en suggesties op deze brochure zijn welkom, en kunnen op hun beurt weer anderen helpen.
In deel 1 vindt u, in chronologische volgorde van tussenkomst, iets over de verschillende diensten en instellingen waarmee u na het ongeval waarschijnlijk te maken zult krijgen. Deel 2 geeft informatie over mogelijke gerechtelijke procedures. Een aantal technische termen - in de brochure in cursief en vetjes gedrukt - vindt
(1) R. Constant, (Vrederechter). R. Dalcq, (Advocaat). P. Deblaere, (Kapitein, Rijkswacht, Provinciale Verkeerseenheid van Brabant). A. De Brouwer, (Vrederechter, vertegenwoordiger van de Belgische Sectie van de Internationale Unie van de Magistraten). B. Dewit, (Advocaat). J. Duhayon, (Voorzitter VOBKW Henegouwen). G. Halsberghe, (Ere Vice-Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel).
F. Herbert, (Voorzitter OVK). T. Papart, (Politierechter, vertegenwoordiger van de Koninklijke Bond van Vrederechters en Politierechters). F. Sergeant, (Voorzitter VOBKW). J. Spreutels , (Brigadecommissaris voor Vlaams Brabant). P. vander Straeten, (eerste Substituut van de Procureur des Konings). H. Verlinden, (ere-ondervoorzitter OVK, politierechter). (Met de medewerking van professor W. Buylaert, Diensthoofd, U.Z. Gent, dienst spoedgevallen).
7
2
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
DEEL1 : HET ONGEVAL I.WAT GEBEURT ER TER PLAATSE ? "A.
Interventie van de politiediensten(2)
1 Bij lichamelijke verwondingen of een ongeval met dodelijke slachtoffers zijn de politiediensten en de medische hulpverleningsdiensten (brandweer, dienst 100, medische urgentie-teams) de eersten die zich ter plekke begeven. Hier bespreken we de interventie van de politiediensten, die onmiddellijk op de hoogte gebracht moeten worden bij verwondingen of overlijdens op de weg. De medische hulpverlening komt in het volgende hoofdstuk aan bod. De politiediensten moeten vanzelfsprekend zo snel mogelijk vaststellingen kunnen doen. Het is daarbij van groot belang dat ze de toestand ter plekke precies kunnen beschrijven aan de hand van schetsen, foto’s, opmetingen, getuigenissen, verklaringen, enzo-
(8
voort. Al deze elementen worden opgenomen in het proces-verbaal, later vaak het belangrijkste stuk - soms zelfs het enige stuk - waarop de verantwoordelijkheid voor het ongeval zal worden beoordeeld. Om correcte vaststellingen te doen, blijven de betrokken voertuigen best in hun oorspronkelijke positie. Een verplaatsing kan de wedersamenstelling van de feiten bemoeilijken. Betrokkenen bij of getuigen van een ongeval zijn verplicht ter plaatse te blijven om de politiediensten de nodige informatie te geven. Wie toch onmiddellijk weg moet, bijvoorbeeld om gewonden te helpen of om de politie te verwittigen, moet aan de andere aanwezigen zijn naam en adres geven. Overigens verplicht de wet al wie aanwezig is bij een ongeval, of later ter plaatse toekomt, hulp en bijstand te verlenen aan de gewonden, bijvoorbeeld door hulpdiensten te verwittigen. Hij of zij
(2) Met “politiediensten” worden alle betrokken diensten bedoeld, zowel van de gemeentelijke politie als de Rijkswacht en de gerechtelijke politie.
) moet bovendien het ongeval signaleren aan de andere weggebruikers. 2 De opgeroepen politiediensten moeten hulp verlenen aan de gewonden indien de medische diensten op dat ogenblik nog niet aangekomen zijn, het verkeer regelen en beginnen met de vaststellingen betreffende het ongeval. Bovendien moeten ze de magistraat van dienst van het parket op de hoogte brengen. Deze kan beslissen om zelf ter plaatse te komen of om een expert te zenden. Hij kan ook verdere instructies geven aan de politiediensten, zoals we verderop zullen zien. Indien de magistraat beslist om zelf ter plaatse te komen of een expert te zenden, moeten de politiediensten er zorg voor dragen dat niets gewijzigd wordt op de plaats van het ongeval.
"B.
4 Nadat de zwaargewonden verzorgd en naar een ziekenhuis gebracht zijn, verzamelen de politiediensten, de gegevens van de weggevoerde personen : hun identiteit, waar ze vandaan kwamen, op welke wijze ze precies bij het ongeval betrokken waren, hun toestand, en door wie ze naar welk ziekenhuis gebracht werden. 5 De politie doet vervolgens alles wat ze kan om diefstal te verhinderen van voorwerpen die het slachtoffer ter plekke achterliet. Ze vertrouwen die voorwerpen bijvoorbeeld aan iemand toe, of vragen de familie deze zo snel mogelijk op te halen. 6 Vaak wordt de familie door de gewonde zelf of door het ziekenhuispersoneel op de hoogte gebracht. Bij levensgevaar, verwittigt de politie van de gemeente van het slachtoffer de familie.
Hulp aan gewonden
3 Bij zware verwondingen zijn de politiediensten niet bevoegd om gewonden te verzorgen en te vervoeren. Indien dit nog niet gebeurd is, zullen zij de nodige medische assistentie oproepen.
9
2
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
7 Heeft het slachtoffer lichte verwondingen opgelopen, dan heeft deze toch alle belang bij een medisch onderzoek : een verwonding kan niet alleen ernstiger zijn dan op het eerste gezicht lijkt, maar een nauwkeurig medisch attest kan ook belangrijk zijn in een eventuele latere gerechtelijke procedure.
"C.
In geval van overlijden.
8 Een overlijden moet door een geneesheer vastgesteld worden. Indien er tussen het ongeval en het overlijden een ziekenwagen opgeroepen werd, mag deze de overledene niet vervoeren. Ziekenwagens mogen immers geen overledenen vervoeren. Een aantal gemeenten hebben daarom met een begrafenisondernemer een overeenkomst afgesloten om de overledene naar het mortuarium te brengen dat door het parket werd aangeduid, of naar een privé-funerarium. 9 Na de identificatie van het slachtoffer, wacht de politie de moeilijke taak de familie op een tactvolle wijze
(10
(3)
op de hoogte te brengen. In de praktijk gebeurt dit vaak door het ziekenhuis waarnaar het slachtoffer vervoerd werd of persoonlijk, aan huis, door twee agenten. Ze trachten de familie te beschermen tegen een traumatische confrontatie. Dat is ook de reden dat politiediensten familieleden vaak niet toelaten onmiddellijk naar de plaats van het ongeval te gaan indien het slachtoffer zich daar nog bevindt3 . Gewoonlijk moet het lichaam van de overledene nog een poosje ter plaatse blijven om alle bewijselementen te verzamelen en preciese vaststellingen te doen. Omdat de opgeroepen parketmagistraat of deskundige niet altijd onmiddellijk beschikbaar is, kan hier enige tijd overheen gaan. Vertraging in de overbrenging naar het mortuarium kan ook te wijten zijn aan het treffen van veiligheidsvoorzieningen op de plaats van het ongeval. Uit bezorgdheid voor een waardige opvang van de nabestaanden bepaalt een ministeriële omzendbrief van 16 september 1998 de voorwaarden voor het verwittigen van
Zie “Kritische commentaar door de slachtofferverenigingen” in het Epiloog.
) de familieleden en het begroeten van de overledene. Ze bevat onder andere de volgende richtlijnen : - Van zodra het onderzoek dit toelaat, moet het lichaam van het slachtoffer overgebracht worden naar “een aangepaste plaats”; - indien het lichaam ter plaatse moet blijven, moet de noodzaak hiertoe op een duidelijke wijze uitgelegd worden; - het overlijden moet zo snel mogelijk gemeld worden door leden van de politie die hiervoor vorming gehad hebben, en best door twee personen; - de nabestaanden moeten tijdens dit gesprek informatie krijgen over de mogelijkheden tot het begroeten van de overledene. Na de overbrenging van de overledene naar het mortuarium, kan het parket aan een wetsgeneesheer opdragen bijkomend onderzoek te doen, en eventueel een autopsie uit te voeren om de juiste oorzaak van het
overlijden te achterhalen. De omstandigheden waarin dat gebeurde, waren in het verleden vaak alles behalve optimaal. Daarom heeft de ministeriële omzendbrief uitdrukkelijke richtlijnen geformuleerd voor een waardige opvang van overledene en nabestaanden : - op vraag van de magistraat zullen justitieassistenten bijstand organiseren voor de nabestaanden voor, tijdens en na het bezoek aan de overledene; - de overledene dient opgebaard te worden in een lokaal dat “de waardigheid van het slachtoffer en van de nabestaanden respecteert”; - indien er een autopsie uitgevoerd wordt, zal ook op die plaats een aangepast ontvangstlokaal moeten zijn; - de geneesheer die de autopsie uitvoert, dient de sporen daarvan zo veel mogelijk te verwijderen, met bijzondere zorg voor het gelaat. Wanneer hiervoor zo goed mogelijk zorg gedragen is, zal de procureur des Konings
2 11
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
het lichaam van de overledene vrijgeven aan de familie. De politie moet elk overlijden op de openbare weg ook aangeven bij de lokale gemeentelijke administratie. Deze bewaart de identiteitskaart van de overledene en moet de gemeente van woonplaats verwittigen. 10 In geval de gewonde overlijdt tijdens zijn of haar overbrenging naar het ziekenhuis, dienen de diensten van het ziekenhuis de familie en de gemeente van de overledene te verwittigen.
"D.
De vaststellingen
11 De politiediensten moeten bij hun vaststellingen een aantal gegevens opnemen : - een nauwkeurige schets van de plaats van het ongeval (opmetingen) met vermelding van de plaats van de voertuigen; - identificatiegegevens van de slachtoffers en de getuigen;
(12
- hun verklaringen; - vaststellingen betreffende de voertuigen, de bestuurders en omstandigheden van het ongeval. Wanneer er minderjarigen bij het ongeval betrokken zijn, dan zal de “burgerlijk aansprakelijke persoon”- doorgaans de ouders of de voogd - binnen de kortst mogelijke termijn verhoord worden. 12 De politiediensten maken het proces-verbaal met hun vaststellingen over aan de bevoegde parketmagistraat. Ze moeten tevens aan de betrokken partijen een aantal inlichtingen geven : - het adres, het telefoonnummer en de openingsuren van hun dienst; - het dossiernummer; - de identiteit van de betrokken partijen en verzekeringsgegevens; - de naam en het administratief adres van de procureur des Konings bij wie het p.v. in handen terechtkomt.
) De betrokken partijen moeten deze inlichtingen doorgeven aan hun verzekeringsmaatschappij, zo mogelijk via het Europees aanrijdingsformulier.
geen tijd te verliezen. Wie naderhand nog denkt aan bijkomende elementen die belangrijk kunnen zijn, kan het verhoor laten aanvullen met een bijkomend p.v. .
13 Het opgestelde proces-verbaal wordt enkel naar het parket verzonden, en bevat onder andere :
Het nummer van het p.v. is belangrijk om het dossier later ook bij de gerechtelijke diensten te kunnen volgen.
- datum, uur en plaats van de feiten;
14 Indien er sprake of een vermoeden is van alcoholintoxicatie (“alcoolemie”) of dronkenschap kan de politie volgende maatregelen uitvoeren op elke persoon die het ongeval mee zou kunnen veroorzaakt hebben, zelfs indien het om het slachtoffer gaat : 1) een ademtest (de “ethylotest”);
- de materiële vaststellingen van de politiediensten ( “verbalisanten”) en een door hen opgestelde plaatsbeschrijving; - de volledige identiteit van de betrokken partijen en hun verklaringen; - de omstandigheden van het ongeval (plaats, weersomstandigheden,..). Het is belangrijk dat de partijen zelf hun verklaringen laten opnemen in een procesverbaal. Kan dat niet ter plaatse, dan moet de politie hen zo snel mogelijk verhoren. Kunnen de slachtoffers slechts na hospitalisatie ondervraagd worden, dan contacteren ze best zelf de politiediensten om
2) indien het resultaat hiervan hoger is of gelijk aan 0,22 mg/ liter uitgeademde lucht (maximum alcoholgehalte van 0,5 mg/liter bloed), doet men een ademana-
2 13
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
lyse met een tweede apparaat, de ethylometer, die het exacte alcoholgehalte bepaalt. Dit geldt voor elke persoon die het ongeval zou kunnen veroorzaakt hebben, zelfs indien het gaat om het slachtoffer; 3) in geval de betrokkene ondanks ogenschijnlijke staat van dronkenschap weigert mee te werken met de controle, dan moet een dokter opgeroepen worden om een bloedstaal te nemen. Er kan ook een dokter opgeroepen worden indien een ademanalyse onmogelijk is; 4) bevat de ademanalyse een concentratie van minstens 0,35 mg/ liter lucht (= 0,8 mg/ liter bloed), dan kan de gecontroleerde persoon op eigen kosten een bloedstaal als tegenexpertise vragen; 5) zonder geldig motief is het weigeren van de ademtest, de ademanalyse of een bloedstaal strafbaar; 6) wanneer uit de controle een alcoholconcentratie van minstens 0,35 mg/ liter uitgeademde lucht (= 0,8 mg/ liter bloed) blijkt, of de gecontroleerde persoon
(14
in staat van dronkenschap is of weigert mee te werken, dan kunnen de politiediensten de parketmagistraat informeren. Deze kan de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs bevelen. Een advies van de parketmagistraat is verplicht indien het alcoholgehalte minstens 0,7 mg/ liter uitgeademde lucht bevat. 7) De magistraat kan eveneens beslissen de persoon die het ongeluk heeft veroorzaakt, aan te houden. De betrokkene moet dan zo snel mogelijk naar het parket worden overgebracht, en eventueel binnen de 24 uren in voorlopige hechtenis geplaatst worden. 8) Wanneer de betrokkene naar het ziekenhuis overgebracht werd, kan dezelfde procedure gevolgd worden, tenzij de aanwezige artsen een tegenadvies uitbrengen. 15 Niet enkel rijden onder invloed van alcohol is strafbaar. Volgens de wet van 16 maart 1999 horen ook andere drugs of geneesmiddelen (bijvoorbeeld amfetamines, morfine, cocaïne) thuis onder het lijstje van de stoffen die de rijvaar-
) digheid beïnvloeden. De vermoedelijke dader van een verkeersongeval kan ook hierop gecontroleerd worden door middel van een gestandaardiseerde testbatterij en, bij positief resultaat hiervan, een urinemon-
ster met sneltest. Is de urinetest eveneens positief, of weigert de betrokkene medewerking of is hij in de onmogelijkheid van zo’n test, dan kan een opgeroepen geneesheer een bloedproef doen.
16 Praktische raadgevingen. a) Controleer of u alle inlichtingen gekregen hebt van de politiediensten die de vaststellingen deden, en neem zo nodig contact op met hen. Controleer aandachtig al deze inlichtingen of laat deze controleren. Indien er vergissingen zijn of weglatingen, maak deze dan onmiddellijk over aan het parket en aan uw verzekeringsmaatschappij. b) Deel onmiddellijk alle inlichtingen mee aan uw verzekeringsmaatschappij. c) Rechtstreeks contact nemen met de verantwoordelijke chauffeur valt in de meeste gevallen erg zwaar. Indien u daar toch behoefte aan hebt, kan een vertrouwenspersoon of iemand van een slachtoffervereniging later die ontmoeting regelen.
d) Het is nuttig zo veel mogelijk inlichtingen te verzamelen over : - de preciese omstandigheden op de dag van het ongeval, eventuele sporen van het ongeval, foto’s van de plaats van het ongeval (hetzij op de dag van het ongeval, hetzij op een later moment). Let er op, als u foto’s laat maken, dat de weersomstandigheden (regen, mist, sneeuw, zonnestand, lichtintensiteit,...) zo nauwkeurig mogelijk deze van het tijdstip van het ongeval benaderen; - eventuele getuigenissen van personen die aanwezig waren op het ogenblik van het ongeval, en hun identiteit.
2 15
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
II. DE TUSSENKOMST VAN MEDISCHE DIENSTEN "A.
Vervoer van gewonde slachtoffers
17 Door een oproep aan het hulpcentrum 100 wordt de medische hulpverlening ingeschakeld. De persoon die de oproep beantwoordt, noteert zoveel mogelijk informatie over de plaats en de aard van het ongeval, het aantal slachtoffers en de ernst van hun toestand. Afhankelijk van de situatie zal een ziekenhuiswagen met twee ambulanciers of met een medische urgentiegroep (MUG) -die bestaat uit een arts en een verpleegkundige- uitgestuurd worden. Zelfs indien het slachtoffer geen teken van leven vertoont, worden kunstmatige beademing en hartmassage ingezet als laatste redmiddelen. Indien dit alles niet mag baten, zal een arts - enkel een arts is hiertoe gemachtigd - het overlijden vaststellen. Het slachtoffer wordt normaal gezien steeds naar het dichtstbij gelegen ziekenhuis met een erkende spoedgevallendienst gevoerd. De arts van de MUG kan echter om medische redenen beslissen naar een ander ziekenhuis te rijden, bijvoorbeeld wanneer een
(16
hersenverwonding een neurochirurgische ingreep vergt. "B.
Werking van de urgentiediensten
18 De spoedgevallendienst wordt op de hoogte gebracht van de komst van de gewonde. Na aankomst krijgen eerst en vooral de levensbelangrijke functies van ademhaling en bloedsomloop alle aandacht, maar het team zal ook snel overgaan tot onderzoek van de specifieke letsels. Indien nodig wordt er onmiddellijk geopereerd of met een andere behandeling gestart. "C.
Werking van het mortuarium
19 Wanneer het slachtoffer overleden is op de plaats van het ongeval, dan wordt hij of zij naar een mortuarium of een privé-funerarium overgebracht. De bestemming hangt af van de beschikbare ruimte en van plaatselijke verordeningen. Indien de gewonde in het ziekenhuis overlijdt, dan wordt het lichaam opgebaard in het mortuarium van het ziekenhuis.
) Het kan gebeuren dat het lichaam van de overledene niet onmiddellijk vrijgegeven wordt door de gerechtelijke diensten. In dat geval mag hij of zij wel gezien, maar nog niet aangeraakt worden. Bovendien mag de overledene nog niet gewassen worden, mogen er geen verbanden aangelegd worden en moeten ook persoonlijke voorwerpen, zoals kettingen of ringen, onaangeroerd blijven. Voor de nabestaanden is het vaak moeilijk afscheid nemen in deze omstandigheden.
Groeten kan en mag tijdens de openingsuren van het mortuarium en zo vaak de familie het wenst. In geval de ouders op de spoedgevallendienst nog geen kans tot groeten kregen, kunnen ze na aankomst in het ziekenhuis en in overleg met het personeel ook buiten de openingsuren in het mortuarium terecht.
Van zodra het lichaam echter is vrijgegeven, kan de overledene gewassen en aangekleed worden. Dit kan zowel met persoonlijke kledij als met kledij van het ziekenhuis. Van nu af kunnen de ouders en familie zonder beperking de overledene aanraken en afscheid nemen. Foto’s nemen of een haarlokje afsnijden, kan dan ook. Kinderen kunnen de overledene nu een laatste groet brengen, en het is goed hen toe te laten als ze erbij willen zijn. Het kan hen immers helpen in het rouwproces. Ook een tekening of knutselwerkje maken voor de overledene kunnen het afscheid makkelijker maken. Wenst een kind echter de overledene niet terug te zien, dan wordt het daartoe best niet gedwongen.
20 De opvang van slachtoffers hangt sterk af van het ziekenhuis waar de gewonde of overledene is opgenomen. Gewoonlijk vangt één van de verpleegkundigen en/of een arts van de spoedgevallendienst de familie op. Op veel spoedgevallendiensten is hiervoor een speciale spreekkamer voorzien.
"D.
Opvang van de ouders van slachtoffers
2 17
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
Het is een delicate taak de ouders en andere nabestaanden in te lichten, een taak die om tact en medeleven vraagt. Het is tevens belangrijk dat de medische bevindingen en handelingen in duidelijke en verstaanbare taal uitgelegd worden. In deze fase is het bij ernstig gekwetste slachtoffers vaak nog niet mogelijk om de overlevingskansen of de latere gevolgen van de letsels adequaat in te schatten. In geval de ouders eerst met vertraging aankomen in het ziekenhuis, en het slachtoffer reeds overleden is en opgebaard werd in het mortuarium, kunnen ze nog steeds contact leggen met het personeel van de spoedgevallendienst om meer te vernemen. Door de emoties wordt de informatie vaak niet volledig gevat op zo’n moment. Daarom is het belangrijk op een
(18
later moment opnieuw contact op te kunnen nemen met de hulpverleners. Sommige spoedgevallendiensten nemen zelf het initiatief om de familie korte tijd na het ongeval opnieuw te contacteren en/of de huisarts op de hoogte te stellen. "E.
Wegnemen van organen
21 Wettelijk gezien mag men bij elk overleden slachtoffer de organen wegnemen wanneer noch de betrokkene zelf noch zijn naaste verwanten hiertegen formeel verzet geuit hebben. Iedere meerderjarige die wilsbekwaam is, kan preventief bij de gemeentelijke administratie van zijn woonplaats een verklaring van verzet ondertekenen of zich integendeel als kandidaat-donor bekend maken. Minderjarigen die bekwaam zijn hun wil te uiten, kunnen hun verzet zelf uitdrukken of dit doen met behulp van verwanten. Verwanten kunnen dat doen voor een kind dat daartoe nog te jong of niet bekwaam is. Indien iemand omwille van zijn mentale toestand niet in staat is zijn wil uit te drukken, kan het verzet tijdens zijn leven aan-
) getekend worden door zijn wettelijke vertegenwoordiger, zijn voorlopige bewindvoerder of zijn dichtste bloedverwant. De dokter kan in geen geval organen wegnemen indien verzet werd uitgedrukt door het slachtoffer of door een verwante, tenminste voorzover de geneesheer hiervan op de hoogte werd gesteld. Het verzet van de verwante kan echter geen voorrang hebben op de uitdrukkelijke wil van het slachtoffer zelf, wanneer deze bijvoorbeeld een uitdrukkelijke verklaring als kandidaat-donor heeft afgelegd. Als verwanten gelden in deze context : de ouders of de familieleden tot in de eerste graad (broer, zus, zoon, dochter), en de echtgenoot of echtgenote die met het slachtoffer samenleven. In de praktijk geldt de eerste bekommernis van het personeel van de spoedgevallendienst uiteraard het leven van het slachtoffer te redden. Faalt dit echter en dreigt er hersendood, dan dringt zich de vraag op naar het wegnemen van organen. Het is een laatste daad van medeleven die gesteld kan worden. Voor sommige mensen is het een
ondersteuning te weten dat de dood van hun kind leidt tot verbetering van de situatie van een ander ziek kind. Om deze reden stemmen de meeste families in met de transplantatie van organen van hun gestorven kind. Organen die hiervoor in aanmerking komen zijn : het hart, de longen, de nieren, de ogen, tot zelfs de dunne darm en de pancreas toe. Voor er transplantatie kan plaatsvinden moet de hersendood bevestigd worden door drie artsen, onafhankelijk van het transplantatieteam. Daarna zal de verantwoordelijke arts de familie toestemming vragen voor de orgaandonatie. Deze beslissing wordt nooit genomen zonder toestemming van de familie, en de familie kan de toestemming dus weigeren tenzij de overledene zelf voordien uitdrukkelijk toestemming gaf.
2 19
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
III.TUSSENKOMST VAN DE BEGRAFENISONDERNEMER Eens de beslissing tot orgaandonatie genomen is, moet er een hele organisatie opgezet worden. Dit kan enkele uren in beslag nemen. Intussen wordt de donor met machines en met medicinale ondersteuning “in leven gehouden” tot de transplantatie uitgevoerd kan worden. In deze uren kan de familie bij hun geliefde blijven, en hem of haar aanraken of kleden. Na de ingreep wordt de betrokkene opnieuw overgebracht naar de dienst intensieve zorgen, waar er opnieuw de mogelijkheid is om afscheid te nemen. "A.
Kosten van het medische transport
22 De kosten van het medische transport zijn afhankelijk van het aantal afgelegde kilometers en worden gedeeltelijk terugbetaald door het ziekenfonds. 23 De door de familie gekozen begrafenisondernemer regelt het transport van de overledene naar de plaats van de begrafenisplechtigheid of naar de woonst van de overledene en bespreekt en organiseert met de familie de begrafenisplechtigheid.
(20
Aangezien de kosten voor het vervoer en de begrafenis van een verkeersslachtoffer deel uitmaken van de “economische schade” die voor een latere vergoeding in aanmerking komt, is het goed alle kostenbewijzen bij te houden. Eén speciale dienst van bepaalde begrafenisondernemers is weinig bekend. Ze kan nochtans helpen bij de rouwverwerking van families met zwaar gekwetste overledenen. Het gaat om de “thanatopraxie”, een moderne vorm van verzorging van overleden personen. Naast het vertragen van het ontbindingsproces en het verzekeren van een goede hygiëne, is het de bedoeling de gelaatstrekken van de overledene, indien ze beschadigd werden, zoveel mogelijk te herstellen. Namen en adressen van begrafenisondernemers opgeleid in deze praktijk zijn te bekomen bij het Belgisch Instituut voor Thanatopraxie, Verwéestraat 4, 1030 Brussel, tel. 02.215.27.61.
) DEEL2 : GERECHTELIJKE PROCEDURES IV.HET BEGIN VAN HET ONDERZOEK "A.
Onderzoeksmaatregelen
24 De procureur des Konings moet steeds op de hoogte gebracht worden van een dodelijk ongeval. De politiediensten krijgen hun instructies van hem of van zijn substituut. Het behoort tot de bevoegdheid van de procureur of zijn substituut om één of meerdere van de volgende maatregelen te bevelen : - de plaats van het ongeval bewaren zoals de feiten zich hebben voorgedaan; - “beschikken” over het lichaam van het slachtoffer voor verder onderzoek; - een of meerdere deskundigen aanstellen, bijvoorbeeld experts inzake autovoertuigen, geneesheren,..; - de onmiddellijke intrekking van het rijbewijs van de betrokken chauffeur; - voertuigen in beslag nemen;
- labo-deskundigen sturen, o.a. voor foto’s; - de dader eventueel verhoren; - de dader ter plaatse aanhouden en eventueel in voorlopige hechtenis plaatsen ( slechts uitzonderlijk); - een autopsie vorderen; - toelating geven voor een teraardebestelling. "B.
Intrekking van het rijbewijs
25 De onmiddellijke intrekking van het rijbewijs en het vervallen verklaren van het recht tot sturen zijn twee verschillende zaken. Het vervallen verklaren is een veroordeling die slechts later door een rechter kan uitgesproken worden. De onmiddellijke intrekking van het rijbewijs kan daarentegen onmiddellijk na het ongeval door de procureur des Konings bevolen worden in geval van :
2 21
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
- dronkenschap achter het stuur; - alcoholintoxicatie achter het stuur (= overschrijding van het maximum toegelaten alcoholgehalte); - vluchtmisdrijf; - doodslag of onvrijwillige verwondingen ter gelegenheid van een verkeersongeval; - sturen ondanks een vervallenverklaring van het recht tot sturen; - een ernstige verkeersovertreding (bijvoorbeeld een zware snelheidsovertreding). Bij het overwegen van het intrekken van het rijbewijs houdt de procureur des Konings rekening met de concrete situatie van de dader : houdt rijverbod bijvoorbeeld werkverlies in, zoals bij een vrachtwagenchauffeur of bij iemand die op een andere wijze niet op zijn of haar werk kan geraken? Het rijbewijs kan hooguit voor 15 dagen ingetrokken worden. Deze termijn mag echter tweemaal verlengd worden, zodat de maximumduur van de intrekking 45 dagen is.
(22
"C.
Mogelijke onderzoeksprocedures
26 Wie verhoord wordt, moet sinds 1998 wettelijk ingelicht worden van het recht om een gratis kopie van het procesverbaal van zijn of haar verhoor te krijgen. 27 De procureur des Konings kan de onderzoeksrechter vragen (“vorderen”) een aantal maatregelen te nemen. Hij kan dat onmiddellijk doen of eerst zelf verantwoordelijk blijven voor het onderzoek en het op een later moment overdragen aan de onderzoeksrechter. De procureur kan eveneens op verschillende momenten besluiten tot “seponering” van het onderzoek, dit is het dossier zonder gevolg rangschikken. De seponering kan een logisch gevolg zijn van de omstandigheden van het ongeval. Indien de verantwoordelijke voor het ongeval zelf overleden is, kan er bijvoorbeeld geen strafvervolging meer ingesteld worden. Ook wanneer de verantwoordelijke voor het ongeval niet of niet met zekerheid kan geïdentificeerd worden, zoals vaak het geval is bij vluchtmisdrijf, volgt seponering.
) Wanneer de verantwoordelijke voor het ongeval zelf overleden is, kunnen het slachtoffer en/of de nabestaanden via de politierechtbank nog wel vergoeding eisen voor alle schade die hun werd toegebracht. De eis tot schadevergoeding moet dan ingesteld worden tegen de erfgenamen van de verantwoordelijke en/of tegen de verzekeraar die zijn burgerlijke aansprakelijkheid dekte. Bij seponering wegens vluchtmisdrijf kan er eventueel samen met een advocaat bekeken worden of het een goed idee is een “klacht tegen onbekenden” in te dienen. In dat geval kan men zich burgerlijke partij stellen voor de onderzoeksrechter. Dergelijke stap heeft echter enkel zin indien bijkomende onderzoeksdaden een kans op succes hebben.
"D.
Burgerlijke partijstelling
28 Door zich burgerlijke partij te stellen, kunnen het slachtoffer en zijn familie reeds bij het onderzoek aangeven als een echte partij te willen deelnemen aan het gerechtelijk proces. Ze kunnen aldus verhinderen dat een beslissing genomen wordt zonder dat de burgerlijke partij hierin gehoord wordt. Een burgerlijke partijstelling kan op elk moment van het onderzoek gebeuren, zolang de procureur des Konings niet beslist heeft de zaak te seponeren of voor de politierechtbank te brengen.
Een beslissing tot seponering moet voortaan gemotiveerd worden en de “benadeelde persoon” of de burgerlijke partij moeten hiervan ter kennis gebracht worden. Wie benadeeld werd, doet er daarom goed aan zich als “benadeelde persoon” (zie verder) te melden of zich burgerlijke partij te stellen.
2 23
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
Maar zelfs indien ze zich niet formeel burgerlijke partij willen stellen, kunnen de slachtoffers of hun verwanten toch een beperkt aantal rechten doen gelden (zie verder). Heel concreet kan men zich burgerlijke partij stellen door, al dan niet via een advocaat, een klacht te richten aan de onderzoeksrechter. Daarin moeten de feiten uiteengezet worden en de identiteit van het slachtoffer en van al de personen die zich burgerlijke partij stellen, aangegeven worden. De klacht moet de datum en de plaats van de feiten bevatten alsook de dienst die het proces-verbaal heeft opgesteld. Het door de politiediensten meegedeelde dossiernummer is nuttig om te vermelden. In de klacht kan de burgerlijke partij de maatregelen omschrijven die ze van de onderzoeksrechter verwacht. Met deze klacht kan men naar de griffie van de bevoegde correctionele rechtbank gaan. De griffier vraagt een waarborgsom voor te schieten. Gewoonlijk schommelt die rond de 3000 BEF maar het kan ook oplo-
(24
pen tot (aanzienlijk) hogere bedragen, afhankelijk van de noodzaak tot bijkomende deskundigenonderzoeken. Met het betalingsbewijs van de griffie en de klacht kan men vervolgens naar de onderzoeksrechter van dienst gaan om zich burgerlijke partij te stellen. De onderzoeksrechter stelt dan een proces-verbaal van burgerlijke partijstelling op en geeft dit aan de procureur des Konings. Deze vraagt op zijn beurt aan de onderzoeksrechter om de maatregelen uit te voeren die hij nodig acht.
"E. Vervolg van de procedure De onderzoeksrechter neemt maatregelen en maakt dan zijn dossier over aan de procureur des Konings. Deze vraagt doorgaans aan de raadkamer om de zaak te verwijzen naar de politierechtbank. Maar hij kan ook een buitenvervolgingstelling vorderen, bijvoorbeeld bij gebrek aan bewijzen. De raadkamer moet beslissen of zij hier al dan niet mee akkoord gaat. De burgerlijke partijen en de verantwoordelijke voor het ongeval worden samen voor
) de raadkamer ontboden. Ze kunnen er hun opmerkingen geven over de voorgestelde actie. Beslist de raadkamer tot buitenvervolgingstelling dan kunnen de burgerlijke partijen hiertegen beroep aantekenen. In dat geval is het zeker aangewezen om een advocaat onder de arm te nemen. 29 Sinds 1998 (wet Franchimont) is de situatie van de ouders van slachtoffers gevoelig verbeterd : 1) Voortaan kunnen zij op beperkte wijze tussenkomen zonder zich burgerlijke partij te moeten stellen. Het volstaat dat zij het statuut van “benadeelde persoon” aannemen door middel van een uitdrukkelijke aanvraag bij het bevoegde parket. De verklaring dat men zich bekendmaakt als “benadeelde persoon” volstaat om elk document dat men nuttig acht te laten toevoegen aan het dossier en zich te laten inlichten over het verloop van de zaak : seponering, vordering van het gerechtelijk onder-
zoek, vervolging, zitting van de raadkamer of van de politierechtbank. 2) Wie zich burgerlijke partij stelt, heeft een aantal bijkomende rechten : - hij of zij kan aan de onderzoeksrechter toestemming vragen om het dossier in te zien, en beroep aantekenen indien de onderzoeksrechter inzage weigert of niet antwoordt; - hij of zij kan vragen om bijkomende onderzoeksmaatregelen, eveneens met mogelijkheid tot beroep indien de onderzoeksrechter niet antwoordt of de gevraagde maatregelen volledig of gedeeltelijk weigert. Een eventueel beroep wordt behandeld door de kamer van inbeschuldigingstelling.
2 25
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
Praktische raadgevingen Als ouder van het slachtoffer, of indien u eenvoudigweg meent schade te hebben geleden, kunt u vragen dat de aansprakelijke persoon wordt doorverwezen naar de politierechtbank. Daar kunt u schadevergoeding eisen. Ook indien de procureur de zaak geseponeerd heeft, is dit mogelijk.
U moet zich hiervoor burgerlijke partij stellen voor de onderzoeksrechter (zie hierboven) of de aansprakelijke persoon rechtstreeks dagvaarden voor de politierechtbank. Voor dit laatste doet u best beroep op een advocaat.
"F.
Dit neemt niet weg dat men in gelijk welk stadium van de procedure inlichtingen kan inwinnen over de stand van het dossier. Het is aangewezen interventies bij het parket te vermijden om het onderzoek niet onnodig te vertragen(4) . Wie meer wil weten over zijn dossier kan zich laten bijstaan door een advocaat of door iemand van de dienst slachtofferonthaal. Sinds 1996 bestaat er bij alle Belgische parketten een dienst slachtofferonthaal die te bereiken is via de justitiehuizen. Daar ontvangen en begeleiden justitieassistenten rechtzoekenden naar de bevoegde dienst of magistraat. Zij kunnen eveneens informatie geven over gespecialiseerde diensten voor slachtofferhulp. De lijst van de diensten slachtofferonthaal is achteraan in de brochure opgenomen.
Contacten tussen de ouders van het slachtoffer en het parket
30 Het parket zal het initiatief nemen om de burgerlijke partij of de benadeelde persoon - tenminste, indien die zich als dusdanig hebben bekendgemaakt - in te lichten van de afsluiting van het onderzoek en van de zitting van de politierechtbank.
(26
(4)
De gemiddelde duur van een opsporingsonderzoek ingesteld door de procureur des Konings of van een gerechtelijk onderzoek gevoerd door de onderzoeksrechter, bedraagt in het geval van onvrijwillige doodslag ongeveer één jaar, of meer in geval van een expertise.
) 31
Praktische raadgevingen
a) Aarzel niet om een beroep te doen op de dienst slachtofferonthaal bij het bevoegde parket. Zij kan u helpen bij de contacten met de substituut die met het dossier belast is. b) Vraag de naam van de substituut van de procureur die uw dossier behartigt. U kunt dit via een gewone brief doen met zoveel mogelijk informatie waardoor het dossier kan geïdentificeerd worden (het notitienummer of, bij gebrek hieraan, waar en wanneer de klacht werd ingediend).
tig zijn u te laten bijstaan door een advocaat. Het kan u de kommer en kwel besparen van contacten met de gerechtelijke overheid. Een advocaat kan de betekenis van gerechtelijke akten en documenten uitleggen en tussenkomen bij de bevoegde autoriteiten om informatie te verkrijgen. Hij of zij kan de substituut overtuigen toch over te gaan tot vervolging van de verantwoordelijke en u advies geven over het nut van een klacht bij een onderzoeksrechter of van een rechtstreekse vordering voor de rechtbank.
c) Vraag de substituut u over het verloop van het dossier op de hoogte te houden. U kan hem of haar rechtstreeks aanschrijven of u kan beroep doen op de dienst slachtofferonthaal. d) Indien de substituut de zaak wil seponeren en u hier niet mee akkoord gaat, kunt u schriftelijk uw argumenten hiertegen meedelen. Het kan daarbij nut-
2 27
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
V. STRAFRECHTELIJKE GEVOLGEN 32 Bij een verkeersongeval met dodelijke afloop of zware verwondingen zijn er twee mogelijke juridische gevolgen : - een strafrechtelijke procedure, een mogelijkheid wanneer de bestuurder een misdrijf beging; - een burgerrechtelijke procedure, gericht op herstel van de schade. Tot de eerste soort procedure neemt het parket of de raadkamer het initiatief. Bij een veroordeling wordt er gewoonlijk een boete en/of gevangenisstraf en/of verval van het recht om te sturen, uitgesproken. De burgerrechtelijke procedure daarentegen wordt op het initiatief van het slachtoffer of zijn familie ingeleid. Ze kan leiden tot schadevergoeding.
In dit hoofdstuk concentreren we ons op de strafrechtelijke procedure. In het volgende hoofdstuk komt de burgerrechtelijke procedure aan bod. "A.
Strafsancties in geval van een dodelijk ongeval.
33 De wet bepaalt het minimum en maximum van mogelijke strafsancties. Binnen deze wettelijke beperkingen heeft de rechter een grote vrijheid van beoordeling. Er zijn verschillende uitspraken mogelijk : 1) Gevangenisstraf en boetes Een dodelijk ongeval wordt als volgt bestraft : Hij die onopzettelijk iemands dood veroorzaakt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met een geldboete van vijftig frank tot duizend frank. (artikel 419 van het Strafwetboek) Het bedrag van de boete moet met 200 vermenigvuldigd worden, een praktijk vergelijkbaar met een indexaanpassing.
(28
) Een veroordeelde die een boete kreeg maar deze niet tijdig betaalt, dit is binnen twee maanden na de definitieve veroordeling, riskeert een vervangende gevangenisstraf van drie maand. Vervangende gevangenisstraffen worden in de praktijk zelden uitgevoerd. De rechter kan ook een boete én een gevangenisstraf opleggen. Effectieve gevangenisstraffen van 4 tot 7 maanden moeten echter slechts voor 30 dagen uitgezeten worden. Dit betekent dat een gevangenisstraf van 2 jaar, waarvan 18 maanden voorwaardelijk, en dus 6 maanden effectief, in de praktijk vaak tot 30 dagen beperkt blijft. Heeft de veroordeelde deze 30 dagen al uitgezeten in de vorm van een voorlopige hechtenis onmiddellijk na de feiten, dan heeft hij dus zijn gevangenisstraf volbracht. 2) Verval van het recht om een voertuig te besturen De dader kan bovendien veroordeeld worden tot verval van het recht gedurende 8 dagen tot 5 jaar een voertuig te bestu-
ren. Het verval gaat in 5 dagen na de betekening (officiële mededeling) van het vonnis door het parket. De veroordeelde moet voorafgaandelijk zijn rijbewijs afgeven aan de griffie van de rechtbank die het verval heeft uitgesproken. Wie rijdt ondanks het verval van het recht op sturen, kan bestraft worden met 15 dagen tot 6 maanden gevangenisstraf en/of met 500 tot 2 000 BEF boete (te vermenigvuldigen met 200). In dat geval is de rechter verplicht een verval uit te spreken voor een duur van 15 dagen tot 2 jaar. Wanneer de betrokkene tijdens de drie jaren ervoor reeds twee veroordelingen heeft opgelopen wegens vluchtmisdrijf, alcoholintoxicatie of dronkenschap aan het stuur, dan kan de rechter een verval uitspreken voor langer dan 5 jaar, zelfs een definitief verval. Bovendien kan de rechter bepalen dat de betrokkene alle of een deel van zijn rijexamens moet herdoen (theorie, praktijk, al dan niet gepaard met psychologische en medische testen).
2 29
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
Enkele relativerende bemerkingen : a) De maximumstraf wordt in de praktijk nooit uitgesproken. Het merendeel van de personen die voor de rechter verschijnen, geniet van de kwijtschelding van (vroegere) veroordelingen. Het verstrijken van een periode van drie jaar na de veroordeling houdt immers de automatische kwijtschelding van de vroeger uitgesproken straffen in, wat ook de ernst van het ongeval is. Het gevolg is dat de rechter vaak niet op de hoogte is van eerdere, kwijtgescholden veroordelingen van de persoon in kwestie. Dat maakt het natuurlijk moeilijker om op een rechtvaardige wijze de bestuurder te bestraffen.
b) De periode van verval van het recht op sturen kan samenvallen met de uitvoering van een gevangenisstraf, zodat dit verval niet meer geldt na vrijlating van de betrokkene. "B.
Strafsancties in geval van zware verwondingen
34 Bij een ongeval met zware verwondingen wordt de schuldige volgens artikel 420 van het Strafwetboek bestraft met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 6 maanden en/of met een boete van 50 tot 500 BEF, dus 10.000 tot 100.000 BEF. Bovendien kan de bestuurder veroordeeld worden tot verval van het recht op sturen voor de duur van 8 dagen tot 5 jaar. "C.
Opschorting van uitspraak, uitstel en alternatieve straffen
35 Onder bepaalde voorwaarden kunnen de hierboven beschreven strafrechtelijke veroordelingen een aantal modaliteiten inhouden die voorzien zijn in de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de proba-
(30
) tie, zoals gewijzigd door de wet van 10 februari 1994. Onder deze wet kan de persoon die schuldig is bevonden, niettemin aan een “proeftijd” worden onderworpen tijdens dewelke ofwel de veroordeling niet wordt uitgesproken (opschorting van uitspraak) ofwel de straf niet wordt uitgevoerd (uitstel van tenuitvoerlegging van de straffen), eventueel onder bijzondere voorwaarden (probatieopschorting of probatie-uitstel). Opschorting van uitspraak komt vrij zelden voor. Het betekent dat de rechtbank weliswaar vaststelt dat de betrokkene schuldig is doch beslist de uitspraak over de straf uit te stellen tot na verloop van een proeftijd (één tot vijf jaar). Verloopt de proeftijd zonder dat de betrokkene een nieuwe veroordeling oploopt, dan wordt de straf niet uitgesproken. Uitstel van tenuitvoerlegging betekent dat de rechtbank de betrokkene wel schuldig heeft bevonden en een straf heeft uitgesproken doch dat de uitvoering van de straf tijdens een proefperiode wordt
uitgesteld. De uitgesproken straf wordt niet uitgevoerd indien de betrokkene tijdens de proefperiode geen nieuwe veroordeling oploopt. In beide gevallen kan de maatregel als probatiemaatregel worden opgelegd. Dit betekent dat de betrokkene bovendien aan een aantal voorwaarden, die door de probatiecommissie worden bepaald, moet voldoen tijdens de probatieperiode. Hij blijft dan onder begeleiding van een justitieassistent. Deze voorwaarden kunnen erin bestaan dat de betrokkene “dienstverlening” zal verrichten. Deze niet bezoldigde dienstverlening wordt verricht in de vrije tijd tussen de schoolof beroepsactiviteiten. In de specifieke context van verkeersongevallen kan deze dienstverlening erin bestaan dat de betrokkene bv. in een revalidatiecentrum voor zware verkeersslachtoffers gaat werken. De dienstverlening varieert van minimum 20 uur tot maximaal 240 uur, te volbrengen binnen de twaalf maanden na de definitieve beslissing van de rechtbank.
2 31
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
Het volgen van een ontwenningsbehandeling kan eveneens een probatievoorwaarde zijn bv. indien het gaat om een dronken bestuurder.
Ook het volgen van een specifieke “opleiding”, bv. bij het BIVV (Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid), kan onder de probatiemaatregelen vallen.
VI. BURGERRECHTELIJKE GEVOLGEN. Herstel van schade bekomen is vaak geen eenvoudige en vanzelfsprekende zaak. De definitie van “aansprakelijkheid”, het al dan niet kunnen aansluiten bij een strafrechtelijke procedure en de houding van verzekeringsmaatschappijen spelen hierin een grote rol. In de volgende bladzijden willen wij u wegwijs maken in de procedures tot het bekomen van schadevergoeding, de wettelijke bepalingen over aansprakelijkheid, en het onderscheid tussen materiële, lichamelijke, morele en economische schade. "A.
Procedures
36 Om schadevergoeding te bekomen na een misdrijf kan het slachtoffer zich enerzijds aansluiten bij de strafvordering ingesteld door de bevoegde overheid
(32
(strafrechtelijke procedure) of, eerder uitzonderlijk, zelf het initiatief nemen tot een strafprocedure. De vergoeding van de schade kan ook gewoon via een burgerlijke vordering nagestreefd worden. Beide procedures volgen verschillende regels aangaande aansprakelijkheid en herstel van schade. Een kort overzicht van beide : 1) Strafrechterlijke procedure 37 Slachtoffers of de nabestaanden van een verkeersongeval kunnen voor de politierechtbank de vergoeding van alle geleden schade vragen. Deze vordering gaat op voor materiële, lichamelijke en morele schade. Wanneer de feiten echter een inbreuk inhielden op de strafwet of de wegcode, dan kan het parket eveneens het initiatief
) nemen om voor de politierechtbank een strafvordering in te stellen. Indien het parket beslist de bestuurder niet te vervolgen, dan kan het slachtoffer een strafvordering trachten af te dwingen door een “rechtstreekse dagvaarding” voor de betrokken politierechtbank te vragen. De slaagkansen daarvan zijn echter zeer beperkt. 38 Beslist het parket wel te vervolgen, dan kan het slachtoffer zijn burgerlijke vordering voor herstel van de schade als het ware hieraan toevoegen door zich burgerlijke partij te stellen. Als slachtoffer geeft dit de voldoening nauwer bij de werking van het gerecht betrokken te zijn, ook al heeft de eigen vordering enkel betrekking op het herstel van de geleden schade.
wondingen met vluchtmisdrijf of in staat van dronkenschap. In al deze gevallen wordt de aanwezigheid van de betichte bestuurder vereist. Alle strafrechtelijke of burgerrechtelijke procedures in verband met verkeersongevallen worden tegenwoordig uitsluitend behandeld door de politierechtbanken, ongeacht de omvang van de schade (wet van 11 juli 1994). 2) De burgerlijke vordering 39 Niemand is verplicht zich burgerlijke partij te stellen. Een burgerlijke vordering kan ook worden ingesteld los van de strafvordering. Dit is evenwel niet in het
De vervolgde bestuurder is niet verplicht persoonlijk te verschijnen voor de politierechtbank. Hij kan zich door een advocaat laten vertegenwoordigen. Uitzondering hierop vormt de vervolging wegens onvrijwillige doodslag, wegens slagen en ver-
2 33
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
belang van het slachtoffer indien het parket het initiatief neemt om strafrechterlijk te vervolgen. Dan heeft het slachtoffer er alle belang bij de vorderingen van het parket te ondersteunen en de veroordeling van de betichte chauffeur te bekomen. Mocht het slachtoffer om welke reden ook (bijvoorbeeld door gebrek aan tijdige informatie of door opname in het ziekenhuis) niet de gelegenheid gehad hebben om zich bij de strafvordering aan te sluiten, dan is het nog steeds mogelijke een afzonderlijke burgerlijke vordering voor de politierechtbank in te stellen. De politierechtbank moet alle vorderingen tot schadevergoeding als gevolg van een verkeersongeval onderzoeken, ongeacht het bedrag van de vordering en zelfs indien het ongeval niet op een openbare weg heeft plaatsgevonden.(5) Indien men een hoger beroep wil instellen tegen een vonnis van de politierechtbank, dan wordt dit behandeld door de correctionele kamer van de rechtbank van eerste aanleg.
(34
(5)
"B.
Aansprakelijkheid en schadevergoeding
40 Sinds 1 juli 1995 zijn er twee verschillende stelsels van aansprakelijkheid van toepassing : a) het eerste stelsel houdt in dat het slachtoffer dat de geleden schade vergoed wil zien, het bewijs moet leveren van de schade en de omvang ervan, het verband tussen de geleden schade en het ongeval en vooral, dat de schade te wijten is aan de “fout” van de betrokken bestuurder. Dit oorspronkelijke stelsel blijft van kracht voor de schade opgelopen door de bestuurders zelf van de voertuigen. Het geldt eveneens voor de vergoeding van de niet-lichamelijke schade (kleren, voorwerpen) die door de slachtoffers is geleden. Ook “administratieve kosten” (correspondentie, telefoon, verplaatsingen,...) vallen hieronder, vanzelfsprekend voor zover deze kosten door bewijsstukken gestaafd worden. b) het tweede stelsel steunt op de “objectieve aansprakelijkheid”, dit is een recht
Twee arresten van het Hof van Cassatie van 2 februari 2000 en 21 juni 2000 lijken evenwel aan te geven dat de politierechtbank niet bevoegd zou zijn om vorderingen tot schadevergoeding toe te kennen wanneer zij gesteund zijn op de “objectieve aansprakelijkheid” (zie verder).
) op schadevergoeding los van het bestaan van een fout. Het is van kracht zowel voor slachtoffer die niet in het voertuig waren als voor inzittenden en heeft betrekking op alle schade in verband met lichamelijke letsels of overlijden. Het verschil met het eerste stelsel : de betrokken slachtoffers (buiten het voertuig plus de inzittenden, maar niet de chauffeur) hebben nu de zekerheid dat hun schade zal worden hersteld. De vergoeding is immers niet meer afhankelijk van het bewijs van een fout van de bestuurder. De betrokken slachtoffers zullen vanzelfsprekend nog steeds de omvang van de schade evenals het oorzakelijk verband met het ongeval moeten bewijzen. Door een arrest (uitspraak) van het Arbitragehof van 15 juli 1998 geldt dit stelsel van objectieve aansprakelijkheid eveneens voor slachtoffers van ongevallen waarbij een trein of een tram betrokken is.
kunnen beroepen op een fout die het slachtoffer zou hebben begaan om aldus een verdeling van de aansprakelijkheid te bekomen. De enige uitzondering hierop is wanneer een slachtoffer van meer dan veertien jaar een “onverschoonbare fout” zou hebben begaan. Wat deze term inhoudt is niet erg duidelijk : het begrip “onverschoonbare fout” moet nog door de rechtbanken worden toegelicht. In Frankrijk, dat een rechtssysteem heeft vergelijkbaar met het onze, wordt “onverschoonbare fout” hoogst uitzonderlijk aangewend en enkel in gevallen van een “opzettelijke en bijzonder zwaarwichtige fout”, zoals bij een zelfmoordpoging van het slachtoffer.
De schade zal worden vergoed door de verzekeraar van het betrokken voertuig. Deze verzekeraar zal zich dus niet meer
2 35
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
In elk geval zal alle lichamelijke en morele schade aan een slachtoffer jonger dan 14 jaar vergoed worden. Dit geldt ook voor schade aan de rechthebbenden, dit is schade die door familieleden wordt geleden naar aanleiding van het overlijden van het slachtoffer. Familieleden van een zwaar gewond slachtoffer dat verder gehandicapt door het leven gaat, kunnen ook een vergoeding voor morele schade vragen. 41 Alle schade die niet terug te voeren is tot lichamelijke letsels of overlijden, valt onder het eerder genoemde, eerste stelsel van aansprakelijkheid. Dit wil zeggen dat het slachtoffer voor louter materiële schade nog steeds het
bewijs zal moeten leveren van de fout van de betrokken bestuurder. Dit betekent ook dat bij materiële schade aan de automobilist door de fout van het slachtoffer, de automobilist schadevergoeding van het slachtoffer kan eisen. Hetzelfde geldt wanneer de bestuurder lichamelijke letsels opgelopen heeft. Dit kan de procedures aanzienlijk compliceren. Het is verzekeraars echter verboden het bedrag dat zij verschuldigd zijn voor “objectieve aansprakelijkheid” te compenseren met het bedrag dat hun verzekerde van het slachtoffer zou kunnen eisen op basis van de fout-aansprakelijkheid. "C.
Materiële, lichamelijke, morele en economische schade
1) Materiële schade 42 Materiële schade staat tegenover lichamelijke schade, en verwijst naar schade aan het voertuig of aan voorwerpen die eigendom zijn van het slachtoffer.
(36
) Voor schade aan een voertuig wordt, op basis van akkoorden tussen verzekeringsmaatschappijen, afgeweken van de gebruikelijke aansprakelijkheidsregels : de verzekeraar van de eigenaar van het voertuig laat de schade aan het eigen voertuig door een deskundige vaststellen. Wanneer vaststaat dat de tegenpartij aansprakelijk is voor het ongeval, regelt hij vervolgens de vergoedingen. Wanneer de verzekerde aansprakelijk is, is hij of zij zelf verantwoordelijk voor eventuele eigen materiële schade, tenzij hij omnium verzekerd is.
en zullen echter niet zelden druk uitoefenen om de betaling tot een minimum te beperken. 2) Lichamelijke schade 43 Het vaststellen van lichamelijke schade en het bekomen van een vergoeding hiervoor is een complexe materie waaraan geneesheren, verzekeraars, tabellen en niet zelden ook advocaten te pas komen. We belichten achtereenvolgens deze verschillende aspecten :
Rol van de verzekeraar Voor de overige materiële schade wordt zelden overgegaan tot een deskundigenonderzoek. Meestal komt een inspecteur van de verzekeringsmaatschappij bij de betrokkene een inventaris opmaken van de beschadigde kleren en andere voorwerpen. Hierna wordt een forfaitair bedrag aangeboden, rekening houdend met de slijtage van de betrokken voorwerpen. Het is daarom goed bewijsstukken met betrekking tot de schade bij te houden (verplaatsingskosten, correspondentie, telefoon, enzovoort). Verzekeringsmaatschappij
De verzekeraar van elk voertuig dat bij een ongeval betrokken is, moet de schade aan de getroffen passagiers, voetgangers of fietsers vergoeden. Dit geldt ook voor de vervoersmaatschappij van bij een ongeval betrokken spoor- of tramvoertuigen. In de praktijk zullen passagiers zich meestal wenden tot de verzekeraar van het betrokken voertuig waarin ze zaten. Ze hebben gewoonlijk reeds snel na de feiten de naam van deze verzekeraar. Wanneer er meer
2 37
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
dan één voertuig bij het ongeval betrokken was, kan het slachtoffer zich wenden tot eender welke van de betrokken verzekeraars. Als gevolg hiervan hebben de verzekeraars onder elkaar afspraken gemaakt om de vergoeding van de lichamelijke en materiële schade snel te laten gebeuren. Ze regelen welke verzekeraar de voorlopige of definitieve vergoeding op zich neemt binnen het stelsel van “objectieve aansprakelijkheid” en welke verdeling de verzekeraars onder elkaar zullen maken. 46 Het kan gebeuren dat een inspecteur van één van de betrokken verzekeringsmaatschappijen niet lang na het ongeval aanklopt bij de slachtoffers. Verzekeraars willen immers snel een idee hebben van de omvang van de schade. Soms overschrijden deze verzekeringsin-
specteurs hun eenvoudige informatieopdracht. Het is daarom belangrijk dat slachtoffers of hun familieleden bij deze gelegenheid geen enkel document ondertekenen aangaande de feiten, de gezondheid van het slachtoffer, de aard van lichamelijke letsels, het inkomen, de beroepsactiviteit, enzovoort. Enkel een voorlopig ontvangstbewijs mag onder deze omstandigheden ondertekend worden(6). Het kan immers voorkomen dat de verzekeraar van het betrokken voertuig ermee instemt een provisie te betalen zodat de eerste noden van het slachtoffer of zijn familie als gevolg van het ongeval verholpen worden. Het voorlopig ontvangstbewijs met het toegekende bedrag mag wel ondertekend worden maar het is belangrijk na te gaan of er duidelijk vermeld staat dat het om een provisionele betaling gaat. In geval van twijfel is het goed eerst een advocaat raadplegen.
Rol van de advocaat 44 De verzekeringspolissen van het slachtoffer en zijn familie worden best
(38
(6) Men zal er bovendien goed aan doen hiervan een kopie te vragen.
) eerst nagekeken : heel wat polissen bevatten immers een rechtsbijstandverzekering. Vermits er verschillende rechtsbijstandverzekeringen bestaan, is het goed bij twijfel de verzekeringsmakelaar te raadplegen. Indien men een rechtsbijstandverzekering heeft, moet de rechtsbijstand-verzekeraar onverwijld op de hoogte gebracht worden van het ongeval. Heeft men reeds een advocaat gekozen, dan moet dit gemeld worden aan de verzekeraar. Volgens de verzekeringspolis en de wet zijn mensen steeds vrij bij de keuze van een advocaat. Men is met andere woorden niet verplicht de advocaat te nemen die de rechtsbijstandverzekeraar voorstelt. De keuze van een advocaat is niet altijd gemakkelijk omdat advocaten meer en meer gespecialiseerd zijn. Iemand die goed thuis is in huurproblemen, echtscheidingen of commerciële zaken is niet noodzakelijk een specialist op vlak van lichamelijke schade. Bij twijfel is het een goed idee zich te informeren bij de plaatselijke Orde van Advocaten.
Bij het eerste bezoek aan de gekozen advocaat is het goed nauwkeurige inlichtingen in te winnen over de berekening van het ereloon. Dit kan berekend worden op basis van het aantal uren werk maar ook op basis van een percentage van de vergoedingen. In het eerste geval vraagt men best informatie over het uurtarief, in het tweede geval informatie over het percentage dat naar het “ereloon” gaat. Onder normale omstandigheden, wanneer er geen uitzonderlijke complicaties zijn, zal het totale ereloon 10 procent van het bedrag van de vergoedingen niet overschrijden.
Rol van de geneesheer aangesteld door de verzekeringsmaatschappij 45 Bij een ongeval waarbij het slachtoffer een tijdelijke of blijvende invaliditeit of werkbekwaamheid heeft opgelopen, zal de verzekeraar van één van de betrokken voertuigen het slachtoffer uitnodigen tot een medisch onderzoek. Dit onderzoek is niet verplicht maar bij weigering maakt het
2 39
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
slachtoffer wel minder kans op een minnelijke regeling van de voorlopige en definitieve schadevergoeding.
Het is bovendien aangewezen een kopie bij te houden van elk ondertekend document.
Indien het slachtoffer ingaat op deze uitnodiging is het een goed idee zich te laten bijstaan door de geneesheer van zijn eigen keuze. Uiteraard moet men waarheidsgetrouw antwoorden op de gestelde vragen en de antwoorden zorgvuldig formuleren om te vermijden dat deze later tegen het slachtoffer ingeroepen worden.
Het verslag van een geneesheer, aangesteld door het slachtoffer, door een andere partij of door een verzekeraar, is niet bindend voor de rechter noch voor de andere partijen.
In geval van twijfel is het beter niet te antwoorden en de ondertekening van voorgelegde documenten gebeurt best na voorafgaandelijk advies van een advocaat.
Tabel der vergoedingen 46 Geregeld wordt door een aantal verenigingen van magistraten een “indicatieve tabel” gepubliceerd met minimumtarieven die aan slachtoffers van verkeersongevallen als schadevergoeding kunnen toegewezen worden. De tabel is louter indicatief; rechtbanken noch verzekeraars noch de betrokken partijen zijn hierdoor gebonden. Het is mogelijk hogere bedragen te vragen en te krijgen, zowel bij een minnelijke schikking als bij een vonnis van de rechtbank. De meest recente versie van de indicatieve tabel vindt u in bijlage achteraan.
(40
) Praktische raadgevingen :
3) Morele schade
a) houd alle bewijsstukken in verband met materiële of lichamelijke schade goed bij. Ze zijn belangrijk voor de terugbetaling door verzekeringsmaatschappijen of bij het gerechtelijk beslechten van een procedure voor schadevergoeding. b) teken onmiddellijk na het ongeval geen document met de verzekeraar over de feiten, de gezondheidstoestand van het slachtoffer, de aard van lichamelijke letsels, het inkomen en dergelijke. De ondertekening van eventuele ontvangst van een voorlopige schadevergoeding is in orde, zolang duidelijk vermeld is dat het een provisionele betaling betreft. c) lees uw verzekeringspolis na op een eventuele rechtsbijstandsverzekering. In dat geval wordt vertegenwoordiging door een advocaat van uw eigen keuze terugbetaald. d) Indien eventuele advocaatkosten voor uw eigen rekening vallen, informeer dan vooraf naar het uurtarief van uw advocaat of naar het percentage schadevergoeding dat hij voorstelt als ereloon.
47 Bij morele schade is er een verschil tussen de gevallen waar het slachtoffer overleden is en waarbij het dus zal gaan om morele schade van zijn nabestaanden, en de gevallen waarbij het slachtoffer gewond raakte.
Ongeval met dodelijke afloop 48 Bij overlijden van het slachtoffer hanteert de rechtspraak de volgende, louter indicatieve, bedragen : - verlies van een inwonende echtgenoot of partner : 350.000 tot 500.000 BEF. - verlies van vader of moeder : - 300.000 tot 400.000 BEF per kind indien de ouder nog samenwoonde met het kind. - 150.000 tot 250.000 BEF per niet inwonend kind. - verlies van een kind : - 300.000 tot 500.000 BEF voor elk van de ouders indien het kind nog
2 41
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
inwoonde. In enkele zeldzame gevallen werden hogere vergoedingen tot 1.000.000 BEF toegekend. - 200.000 tot 250.000 BEF voor elk van de ouders indien het kind niet meer bij hen inwoonde. - verlies van broer of zus : - 100.000 tot 250.000 BEF indiende de broer of zus nog inwoonde. - 50.000 tot 100.000 BEF indien de broer of zus niet meer inwoonde. Over het bedrag van deze vergoedingen worden in het nawoord enkele kritische bemerkingen gegeven.
Ongeval zonder dodelijke afloop 49 Een morele schadevergoeding kan in dit geval toegekend worden omdat de “aantasting van de fysieke integriteit”, of concreter de verwondingen, het slachtoffer ook moreel leed berokkenen. De rechtspraak hanteert hiervoor gewoonlijk een morele schadevergoeding van 1.000
(42
BEF (soms 1.500 BEF) per dag voor de hospitalisatieperiode en 800 BEF per dag buiten de hospitalisatieperiode in geval van volledige onbekwaamheid. De betrokken bedragen worden evenredig verminderd indien de onbekwaamheid minder dan 100 procent is. Naast deze “basisvergoeding voor morele schade” kunnen nog andere vergoedingen worden toegekend, bijvoorbeeld het “pretium doloris” of “de prijs van het leed”. Deze wordt door deskundigen op een schaal van 1 tot 7 graden geschat. Voor de vaststelling van een bedrag door de rechter bestaat geen enkele regel. Verder is er de “esthetische schade” die eveneens wordt geschat op een schaal van 1 tot 7. Deze schade betreft niet enkel zichtbare letsels maar elke aantasting van het beeld van slachtoffers aan derden. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat het slachtoffer zich voortaan met stok of kruk moet ondersteunen of verplicht is zich te verplaatsen in een rolstoel. Esthetische en economische schade gaan in deze gevallen vaak hand in hand.
) Tenslotte bestaan er nog enkele andere vormen van morele schade. Eén hiervan is het zogenaamde : aan behoeften met seksuele inslag niet meer kunnen voldoen of hieruit geen voldoening meer kunnen putten. Enkele voorbeelden hiervan : als vrouw in de toekomst slechts via keizersnede kunnen bevallen, onvruchtbaarheid als gevolg van het ongeval, en de waarschijnlijke vermindering van kans op huwelijk door de ondergane letsels. Over “genotsschade” wordt gesproken wanneer het slachtoffer door het ongeval in de toekomst moet afzien van een regelmatig beoefende vrijetijdsactiviteit. 4) Economische schade
vergoeding enkel slaan op de vervroegde betaling van deze kosten. Dit is het geval bij overlijden van een ouder of bij een zeker leeftijdsverschil tussen de echtgenoten. Verzekeringsmaatschappijen gaan er dan immers van uit dat kinderen normaliter de ouders begraven of de jongere partner de oudere, en dat de begrafeniskosten daarom natuurlijkerwijze vroeg of laat door hen zouden gedragen worden. Wanneer ingevolge het overlijden van het slachtoffer ook een bron van inkomsten wegvalt voor een naastbestaande, is er eveneens sprake van economische schade. Meestal gaat het om schade geleden door de partner ten gevolge van het overlijden van zijn echtgenoot of echtgenote, maar het kan
Ook hier verschilt de situatie naargelang de afloop van het ongeval.
Ongeval met dodelijke afloop 53 In geval van overlijden betreft de economische schade in de eerste plaats de begrafeniskosten. Indien deze kosten te dragen zijn door de erfgenamen, zal de
2 43
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
ook gaan om kinderen die inkomsten moeten derven, door het overlijden van vader of moeder. In deze gevallen stelt men eerst de inkomsten van het slachtoffer vast, waaruit vervolgens het netto inkomen afgeleid wordt. Er wordt nagegaan of en in welke mate dit inkomen in de toekomst kan worden gehandhaafd. Van het netto inkomen wordt het deel afgetrokken dat het slachtoffer aan zijn eigen onderhoud besteedde. Wat overblijft wordt beschouwd als inkomen dat rechthebbenden in de toekomst zullen moeten ontberen. De vergoeding hiervoor kan gebeuren via een kapitaalsuitkering of een rente. Meestal zal de vergoeding in kapitaal gebeuren.
Ongeval met niet-dodelijke afloop 50 In geval van niet-dodelijke verwondingen zullen vanzelfsprekend alle geneeskundige kosten aan het slachtoffer worden vergoed. Wanneer een tijdelijke onbekwaamheid resulteert in inkomensverlies, dan wordt dit vergoed op basis van het netto
(44
salaris, maar met de nodige reserves voor een eventuele belasting (zie verder). De vaststelling gebeurt meestal in twee stappen. Eerst zal de rechtbank een vonnis uitspreken over de aansprakelijkheid, waarbij een deskundige geneesheer wordt aangesteld om de verwondingen te omschrijven en de graad en eventuele duur van onbekwaamheid te bepalen. Het bedrag van de vergoeding wordt pas vastgesteld nadat de deskundige zijn verslag heeft ingediend. Het komt evenwel vaak voor dat een bedrag in een onderling akkoord tussen het slachtoffer en de betrokken verzekering wordt vastgesteld van zodra de deskundige zijn verslag heeft ingediend. 51 Een bijzondere situatie stelt zich wanneer het slachtoffer een minderjarige is. De transactie met betrekking tot de vergoeding (“dading”) kan in dat geval slechts plaatsvinden mits aan bepaalde voorwaarden voldaan is. Om de zaken zo eenvoudig mogelijk te houden, stellen verzekeringsmaatschappijen soms voor de dading door de ouders van de minderjarige te laten ondertekenen. De ouders ver-
) binden zich er dan toe de verzekeringsmaatschappij te vergoeden wanneer de minderjarige bij zijn meerderjarigheid de aangegane dading niet goedkeurt en een bijkomende vergoeding vraagt. Wanneer het om een minderjarige gaat, is het daarom voor de ouders aangewezen een advocaat te raadplegen alvorens dergelijk akkoord te ondertekenen. 52 Wanneer het slachtoffer in hoge mate onbekwaam geworden is (boven de dertig procent) neigt de rechtspraak ertoe het slachtoffer te vergoeden op basis van een kapitalisatieberekening. Deze komt overeen met het verlies in salaris of beroepsinkomen voor het slachtoffer. Indien er geen verlies van beroepsinkomen is, wordt er gekeken naar bijkomende inspanningen die nodig zijn voor het slachtoffer om zijn professionele activiteit verder te kunnen zetten.
te stellen per percentagepunt onbekwaamheid. De leeftijd van het slachtoffer, zijn beroepsinkomen en de omvang van schade spelen hierbij een rol. Bepaalde mensen komen hierdoor echter in een nadelige situatie, met name de thuisblijvende vrouw. De rechtspraak schat haar economische waarde immers zeer laag in. Het gebeurt dat de schade voor een thuisblijvende vrouw met een zware onbekwaamheid 15 000 tot 18 000 BEF per maand bedraagt. Hetzelfde gaat op voor kinderen en studenten. Het is moeilijk te bepalen wat de economische toekomst van een kind of een student is. Een rechter zal daarom vaak de schade van het kind bepalen op basis van een laag toekomstig loon.
Wanneer het slachtoffer in mindere mate onbekwaam geworden is, zal het nadeel “ex aequo et bono” worden vergoed. Dit betekent dat de rechter in billijkheid zal oordelen door een forfaitair bedrag vast
2 45
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
Kapitaal of rente 53 De berekening en toekenning van toekomstige economische schade gebeurt meestal door middel van kapitalisatietabellen, zoals in geval van overlijden. Het slachtoffer kan evenwel ook een geïndexeerde rente vragen. Dit biedt een mogelijke bescherming tegen geldontwaarding of de risico’s verbonden aan het beheren van een grote kapitaalsom. Verzekeraars houden echter niet van schadevergoeding via rente. Het verplicht hen een dossier open te houden, met alle beheerskosten vandien en met de onzekerheid over de ontwikkeling van de index. Een betaling in rente zal daarom in bijna
alle gevallen via de rechtbank moeten bekomen worden.
Fiscaal statuut van de vergoedingen 54 Vergoedingen voor een verlies aan inkomen zijn belastbaar. Dit geldt zowel bij blijvend als tijdelijk verlies van loon. 55 De andere vergoedingen zijn niet belastbaar : terugbetalingen van kosten, vergoedingen voor morele schade, voor verleden of toekomstige medische verzorging, bijstand van derden, vergoedingen voor de aantasting van de fysische integriteit zonder loonverlies, de interesten. "D.
Houding van de verzekeringsmaatschappijen
56 Niemand kan de verzekeringmaatschappijen verwijten geen liefdadigheidsinstellingen te zijn. Zij beheren in het belang van de verzekerden de inkomsten die zij samenbrengen. Sinds de tweede wereldoorlog is er wel grote vooruitgang geboekt in de vergoeding van slachtoffers
(46
) van verkeersongevallen, vooreerst door het instellen van een verplichte verzekering, en later door het oprichten van een Gemeenschappelijk Waarborgfonds voor schade veroorzaakt door niet verzekerde voertuigen en gestolen voertuigen. Desalniettemin zullen de verzekeringsmaatschappijen trachten de uit te keren bedragen te herleiden tot een minimum om hun kosten zo laag mogelijk te houden. Het is mogelijk een aangeboden vergoeding te betwisten en ondertussen
reeds een provisie uitbetaald te krijgen op basis van de onbetwistbare schade. Bij betwisting van een vergoeding houden vertegenwoordigers van verzekeringsmaatschappijen mensen soms voor dat een procedure met advocaatkosten duurder zal komen te staan dan de aangeboden vergoeding voor schadeposten. De slachtoffers hoeven dit echter niet zomaar te aanvaarden. Indien zij een verzekering rechtsbijstand hebben, draagt deze de kosten van een gerechtelijke procedure.
EPILOOG : KRITISCH COMMENTAAR DOOR DE SLACHTOFFERVERENIGINGEN De vereniging “Ouders van Verongelukte Kinderen” waardeert alle inspanningen die de overheid en andere instanties zich de laatste decennia getroosten om de situatie van slachtoffers en nabestaanden van verkeersongevallen zo draaglijk mogelijk te maken. Desalniettemin vallen er kanttekeningen te plaatsen bij bepaalde praktijken(7) .
(7) De nummers verwijzen naar de nummering in de tekst.
"Nr
9.
De zorg van de overheid om een confrontatie te vermijden tussen de familieleden en een geliefde die ter plaatse overleden is, is loffelijk maar beantwoordt niet altijd aan de behoeften van nabestaanden. Wij zouden de overleden dierbare zo snel mogelijk overgebracht willen zien naar
2 47
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
een aangepaste plaats waar hij of zij in een rustige sfeer gegroet kan worden. Dit zou de waardigheid van het slachtoffer als persoon ten goede komen en een uiting van respect aan de familie betekenen. Indien de overbrenging van een gewond slachtoffer niet als onverenigbaar met het onderzoek aanzien wordt, waarom geldt hetzelfde dan niet wanneer het slachtoffer ter plaatse overleden is? De ministeriële omzendbrief van 16 september 1998 over “waardig afscheid nemen” is een stap in de goede richting. Hopelijk zal in de toekomst hieraan ook aandacht gegeven worden bij de behandeling van ter plaatse overleden slachtoffers. "Nr
27.
Verder betreurt de vereniging van “Ouders van Verongelukte Kinderen” seponering van een rechtszaak wanneer het slachtoffer een jong kind is. De bevoegde parketmagistraat oordeelt dan soms dat de betrokken automobilist door het gedrag van het jonge kind “verrast” werd, zelfs al pleegde de betrokken chauffeur een inbreuk op de wegcode,
(48
zoals onaangepaste snelheid in een bebouwde kom. Wij verzetten ons met klem tegen een seponering om deze reden. De wegcode bepaalt uitdrukkelijk dat men dubbel voorzichtig moet zijn in aanwezigheid van kinderen. Het leven, ook dat van een jong slachtoffer, mag niet gebanaliseerd worden. "Nr
47.
Ook bij het vaststellen van bedragen voor morele schadevergoeding valt een kanttekening te maken : het valt op dat deze bedragen vaak bedroevend laag zijn, vooral wanneer een kind het slachtoffer is van een ongeval. Uiteraard valt er geen prijs te stellen op het leven van een kind. Het toegekende bedrag is echter wel een signaal van de waarde die de maatschappij hieraan hecht en geeft de boodschap dat
) het leven van een kind vaak veel minder waard is dan de waarde van de auto die het kind heeft gedood.... Indien er “herstel” van het leed beoogd wordt, heeft deze vaststelling alvast het omgekeerde effect. Bovendien hebben de vergoedingen voor morele schade in geval van overlijden niet eens de muntontwaarding gevolgd. De vergoedingen die thans uitgekeerd worden, komen ongeveer overeen met het dubbele van de vergoedingen van 50 jaar geleden. Als men rekening zou houden met de muntontwaarding tijdens deze periode, zou men de vergoedingen met vier moeten vermenigvuldigen. "Nr
56.
Tenslotte bouwt de nieuwe wet op “objectieve aansprakelijkheid” op geen enkele wijze bescherming in tegen de neiging van verzekeringsmaatschappijen om slachtoffers te overhalen akkoord te gaan met te geringe bedragen. De aansprakelijkheid zelf kan binnen dit kader niet meer betwist worden. Daardoor komt er meer ruimte voor een vertegenwoordiger van
een verzekeringsmaatschappij om de familie van een slachtoffer voor te houden dat een onmiddellijke betaling van de voorgestelde som aantrekkelijker is dan pogingen om via de rechtbank hogere bedragen te bekomen. Het heet dan immers dat een minnelijke schikking kosteloos is, dat het niet meer nodig is een advocaat te nemen, en dat de lange duur van een rechtszaak niet opweegt tegen onmiddellijke betaling. Hopelijk laten mensen zich niet door dergelijke argumenteringen overtuigen. Wij hopen alvast dat deze brochure voor u bijgedragen heeft tot een beter begrip van bestaande praktijken en procedures en dat ze enig houvast of raad mag bieden in het omgaan met diverse instanties. Mocht u over deze brochure nog vragen of opmerkingen hebben, aarzel niet die over te maken
2 49
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
BIJLAGE I : LEXICON "A Aanhoudingsbevel (mandat d'arrêt) : een rechtshandeling van de onderzoeksrechter tijdens het strafonderzoek, om iemand van zijn vrijheid te beroven en in de gevangenis te plaatsen. Aansprakelijkheid van gemeen recht (responsabilité de droit commun) : een principe van het Belgisch recht, waarbij ieder persoon die door zijn fout of nalatigheid schade veroorzaakt, het slachtoffer moet vergoeden; als fout of nalatigheid gelden “handelingen die een normaal voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden niet begaat”. Alkoholintoxicatie (intoxication alcoolique) : het toegelaten alkoholgehalte in het bloed bij het besturen van een voertuig is actueel 0,5 gram. Alkoholintoxicatie en dronkenschap zijn afzonderlijke begrippen, en worden door de strafwet als afzonderlijke misdrijven aanzien (zie “staat van dronkenschap”). Alkoholtest (alcootest) : onderzoek waar door middel van een ethylometer vastgesteld wordt hoeveel alkohol in het bloed aanwezig is (graad van alkoholintoxicatie).
(50
Autopsie (autopsie) : onderzoek van het lichaam van een overleden persoon om opgelopen letsels te beschrijven, en de doodsoorzaak vast te stellen. "B Begrafenistoelating (permis d'inhumer) : de familie van een persoon, die op een gewelddadige manier om het leven kwam, zal slechts over het lichaam mogen beschikken na toelating daartoe van het parket of de onderzoeksrechter. Buitenvervolgingstelling (non-lieu) : een beslissing die, na tegensprekelijk debat tussen de partijen, getroffen wordt door de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling, wanneer er geen voldoende elementen aanwezig zijn om een verdachte persoon wegens een misdrijf te vervolgen en deze door te verwijzen naar een strafrechtbank. Deze beslissing heeft slechts een voorlopig karakter : de raadkamer kan op haar beslissing terugkomen wanneer er nieuwe bewijselementen aangebracht worden. Niet te verwarren met de seponering die een eenzijdige maatregel van het parket is (cfr. hierna).
) Burgerlijke vordering (action civile) : vordering ingesteld voor een burgerlijke rechtbank of, bij wijze van burgerlijke partijstelling, voor een strafrechtbank met het oog op het bekomen van een vergoeding voor geleden schade. "D Deskundige (expert) : een persoon met technische bevoegdheid in een bepaald vakgebied die door het parket of de rechtbank verzocht wordt advies te verlenen over een technisch probleem. Het parket doet vaak beroep op een deskundige bij een dodelijk ongeval of met ernstige verwondingen, om de technische oorzaak en de omstandigheden van het ongeval vast te leggen. Maar ook betrokken partijen of hun verzekeraar kunnen beroep doen op een deskundige voor de vaststelling o.m. van voertuigenschade en/of de gevolgen van lichamelijke verwondingen. Dienst voor slachtofferonthaal (service d'accueil des victimes) : een dienst van het Ministerie van Justitie die voornamelijk als taak heeft slachtoffers van gewelddaden en hun families de nodige ondersteuning en begeleiding te geven bij hun contacten met het parket. De dienst oriënteert het
slachtoffer en familie naar de personen en diensten, die hen kunnen informeren over het verloop van de zaak waarin ze betrokken zijn, en informeert hen over hun rechten. Ze is over het algemeen gevestigd in de leidende gerechtshoven van een arrondissement of in een hof van beroep. "E Esthetische schade (préjudice esthétique) : wanneer het fysiek uiterlijk van een persoon geschonden werd, spreekt men van esthetische schade. Voor de begroting ervan werd een schaal opgesteld met een gradatie gaande van 1 tot 7. Ex aequo et bono : bepaalde schadeposten kunnen niet op basis van objectieve criteria begroot worden. Wanneer deze niet mathematisch te berekenen vallen of wanneer er geen of onvoldoende bewijsstukken voorhanden zijn voor dergelijke schade laat de wet de rechter toe deze te begroten in billijkheid. "K Kapitalisatieberekening (calcul de capitalisation) : berekening waarbij de rente op het kapitaal van de vergoeding ingerekend wordt. De berekening hangt af
2 51
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
van de gebruikte rentevoeten en van de tijdsduur. Klacht tegen x of onbekenden (plainte contre x, plainte contre inconnus) : wanneer na een gepleegd misdrijf de dader niet of onvoldoende bekend is, mag het slachtoffer niettemin klacht neerleggen bij het parket om na te gaan wie de dader is, en deze later te vervolgen. In dergelijk geval zal men spreken van een klacht tegen X of tegen onbekenden. "M Morele schade (dommage moral) : nieteconomische schade die volgt uit het fysiek of psychologisch lijden van het slachtoffer, bijvoorbeeld wegens de aantasting van de levenskwaliteit. Die schade kan zowel het slachtoffer treffen als zijn familieleden. "N Notitienummer (numéro de notices) : nummer gegeven aan ieder strafdossier dat door het parket geopend wordt. Dit nummer wordt normaal ook vermeld op alle stukken die tot een bepaalde strafzaak en strafdossier behoren; aan de hand van dit identificatiesysteem kunnen gerechtelijke autoriteiten binnengekomen stukken snel
(52
identificeren en laten onderbrengen in het desbetreffende dossier. Deze referentie is onontbeerlijk bij informatie naar de stand van zaken in een strafonderzoek. "O Objectieve aansprakelijkheid (responsabilité objective) : volgens dit principe moet schade altijd vergoed worden, ongeacht een eventuele fout van de schadeberokkenaar. Bij herstel van schade moet in dit geval enkel worden nagegaan of er een oorzakelijk verband is tussen de gestelde handeling en de schade. Het principe wordt o.m. toegepast bij het herstel van schade geleden door zwakke weggebruikers. Onderzoeksrechter (juge d'instruction) : een rechter van de rechtbank van eerste aanleg, aangeduid om het onderzoek te voeren. Hij kan optreden na klacht door het slachtoffer van een misdrijf. Meestal wordt hij ingeschakeld door het openbaar ministerie, om in de eerste fase van een strafonderzoek de nodige elementen te verzamelen om van een vermoedelijk misdrijf te bewijzen. Om zijn taak naar behoren te vervullen beschikt die rechter over uitge-
) breide bevoegdheden, zoals het bevelen van een huiszoeking, een aanhouding, een autopsie, een deskundigenverslag, het horen van getuigen, enz... Onmiddellijke intrekking van het rijbewijs (retrait du permis de conduire) : de procureur des Konings mag in bepaalde gevallen het rijbewijs van een bestuurder onmiddellijk intrekken. Dit is het geval bij zware misdrijven, bv. wanneer de bestuurder in staat van zware dronkenschap aangetroffen wordt, of met een zware alkoholintoxicatie of aan een niet toegelaten en excessieve snelheid reed, enz... De intrekking is voorlopig. Niet te verwarren met het “verval van het recht een voertuig te besturen”, een straf die door de rechter wordt uitgesproken. Onverschoonbare fout (faute inexcusable) : in het stelsel van de objectieve aansprakelijkheid (zie hierboven) kan het slachtoffer een zeer zware fout gemaakt hebben, met als gevolg dat het geen recht heeft op enige schadevergoeding. Het slachtoffer moet dan wel minstens 14 jaar oud zijn.
Openbaar Ministerie (ministère public) : verzamelnaam voor procureur en substituten die bij rechtbanken en hoven de maatschappij vertegenwoordigen en haar rechten verdedigen. Ze worden ook aangeduid als “parket” (zie : “Parket”). Openbare vordering (action publique) : vordering ingesteld door het openbaar ministerie, of via “rechtstreekse dagvaarding”, door het slachtoffer om door de rechter te laten vaststellen of er al dan niet inbreuk gepleegd werd op de strafwet en die inbreuk te laten bestraffen. "P Parket (parquet) : andere term voor het openbaar ministerie, dat bestaat uit de procureur en substituten. De termen parket en openbaar ministerie verwijzen naar dezelfde personen, belast met het waarborgen van de belangen van de maatschappij, en het vervolgen van inbreuken op de regels van de strafwetten. Pretium doloris : de Latijnse benaming voor morele schade of pijn en smart, door het slachtoffer en/of de naastbestaanden ondergaan als gevolg van het gepleegde misdrijf.
2 53
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
dissement. De procureur wordt bijgestaan door een aantal substituten die dezelfde gerechtelijke bevoegdheden hebben.
Pretium voluptatis : de Latijnse benaming voor de schade die berokkend wordt aan de sexuele lust- en/of voortplantingscapaciteit van een persoon. Proces-verbaal (procès verbal) : officieel document waarin bevoegde personen (magistraat, gerechtelijke politie, gerechtsdeurwaarder) verklaringen en materiële vaststellingen akteren die zij vastgesteld hebben in het kader van een strafonderzoek, vervolging, of tijdens de debatten van een strafzaak. Een dergelijk proces-verbaal wordt opgesteld om de klacht van een slachtoffer van een misdrijf te registreren alsook de vaststellingen van feiten op de plaats van het ongeval, en later tijdens het strafonderzoek. Procureur des Konings (procureur du Roi) : magistraat die aan het hoofd staat van een parket bij een rechtbank van eerste aanleg. Er is een procureur des Konings per arron-
(54
"R Raadkamer (chambre du conseil) : een kamer van een rechtbank van eerste aanleg. Ze beslist of een verdachte al dan niet (verder) in voorlopige hechtenis wordt gehouden. Hiertoe verschijnt de betrokken persoon elke maand voor de raadkamer. De raadkamer oefent ook controle uit over het verloop van het strafonderzoek. Als het onderzoek afgesloten is moet het parket de zaak opnieuw voor de raadkamer brengen. Deze oordeelt dan of de verdachte verwezen wordt naar een strafrechtbank of buiten vervolging gesteld wordt. De raadkamer zetelt “met gesloten deuren” : het publiek heeft geen toegang tot haar zittingen. De zittingen zijn uitsluitend voorbehouden aan de procespartijen. Hoger beroep tegen de beslissingen van de raadkamer worden behandeld door de kamer van inbeschuldigingstelling die deel uitmaakt van het hof van beroep. Rechtsbijstand (assistance judiciaire) : bijstand waarbij de Staat de procedurekosten
) alsmede de kosten voor bijstand door een deurwaarder of deskundige geheel of ten dele voor haar rekening neemt om onvermogende personen bij te staan. Rechtsbijstandsverzekering (assurance de protection judiciaire) : een verzekeringscontract waarbij de kosten van de verzekerde als eiser of verweerder gedekt worden. De omvang van de dekking kan variëren naargelang het afgesloten contract. Meestal bevat de polis een beperking, zodat boven het verzekerde bedrag de verzekerde zelf zal moeten instaan voor de kosten. In de praktijk wordt dergelijke verzekering vaak gekoppeld aan een andere polis (bv. de familiale verzekering of de BAverzekering voor auto-ongevallen). Ze kan echter ook een afzonderlijk contract zijn. Rechtstreekse dagvaarding (citation directe) : deze proceshandeling biedt de mogelijkheid aan het slachtoffer om de vermeende dader van een strafrechterlijke inbreuk zelf voor de bevoegde strafrechtbank op te roepen via dagvaarding wanneer het openbaar ministerie beslist geen vervolging in te stellen. De rechtbank moet zich dan uitspreken over de schuld van de
betichte, en indien ze deze weerhoudt, spreekt ze de wettelijk voorziene straf uit. "S Seponering (classement sans suite) : het parket kan beslissen dat er geen aanleiding bestaat om een persoon voor de bevoegde strafrechtbank te brengen. De seponering is een loutere administratieve beslissing waarop steeds kan teruggekomen worden. Ze betekent geen bewijs van onschuld Het gaat dus om een eenzijdige en gemotiveerde maatregel van het parket, zonder gerechtelijk debat. Hierin verschilt de seponering van de buitenvervolgingstelling (cfr. hierboven). Staat van dronkenschap (état d'ivresse) : staat waarin iemand zich bevindt onder invloed van drank, zodat hij de controle verloren heeft over zijn handelingen. Dronkenschap is niet hetzelfde als alkoholintoxicatie (zie hierboven). Substituut van de Procureur des Konings (substitut du Procureur du Roi) : een magistraat die deel uitmaakt van het parket;
2 55
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
hij is een medewerker en een ondergeschikte van de procureur des Konings, onder wiens toezicht hij de taak en de rol van het openbaar ministerie (cfr. hierboven) waarneemt. "V Verval het recht tot sturen van een motorvoertuig (déchéance du droit de conduire un véhicule) : straf die door een strafrechtbank wordt uitgesproken. Ze kan tijdelijk of definitief zijn. Ze mag niet verward worden met de “intrekking van het rijbewijs”, een maatregel die het parket onmiddellijk nà het ongeval kan bevelen voor een beperkte duur van max. 45 dagen. Vluchtmisdrijf (délit de fuite) : er is sprake van vluchtmisdrijf wanneer men als bestuurder betrokken bij een ongeval, de plaats van het gebeuren verlaat zonder zich om de schade of het slachtoffer te bekommeren. Men onttrekt zich aldus aan de nodige vaststellingen en vervolging.
(56
Vorderingsrecht (réquisitions) : het recht van het openbaar ministerie maatregelen te nemen om zijn rol naar behoren te vervullen : het verhoor van personen hetzij als verdachte hetzij als getuige; het vatten van de onderzoeksrechter om de nodige bewijzen te verzamelen voor het vaststellen van een vermoedelijk misdrijf; het vervolgen van de zaak voor de raadkamer, en vervolgens zonodig voor de strafrechtbank; het formuleren van de “betichting”; het vorderen van bepaalde straffen tegen de dader. De vordering van het openbaar ministerie laat de rechter wel soeverein in zijn beoordelingsrecht : het al dan niet vervolgen van vermeende strafbare daden. "W Wetsdokter (médecin légiste) : een geneesheer die door de rechtbank belast wordt om een medisch deskundigenonderzoek uit te voeren.
) BIJLAGE II : OVERZICHT VAN DE PROCEDURE ONGEVAL
VASTSTELLING DOOR POLITIEDIENSTEN
TWEE MOGELIJKHEDEN
SLACHTOFFER KAN ZICH BURGERLIJKE PARTIJ STELLEN BIJ ONDERZOEKSRECHTER
KENNISNEMING door Procureur des Konings
GERECHTELIJK ONDERZOEK* ONDER LEIDING VAN EEN ONDERZOEKSRECHTER
OPSPORINGSONDERZOEK onder leiding van de procureur des konings
- deskundigenverslagen - verhoor getuigen, slachtoffers, derden
- deskundigenverslagen - verhoor getuigen, slachtoffers, derden
EINDE ONDERZOEK BESLISSING
DAGVAARDING VOOR POLITIERECHTBANK + OPROEPING van slachtoffer door de Procureur des Konings
SEPONERING wordt aan slachtoffer betekend
ZITTING
TWEE MOGELIJKE REACTIES VAN SLACHTOFFER
VONNIS
SLACHTOFFER KAN DADER RECHTSTREEKS DAGVAARDEN VOOR DE POLITIERECHTBANK
ZITTING
SLACHTOFFER KAN ZICH BURGERLIJKE PARTIJ STELLEN BIJ ONDERZOEKSRECHTER
WORDT DOORGEGEVEN AAN PROCUREUR DES KONINGS DIE ONDERZOEKRECHTER AANSTELT
DOSSIER WORDT AAN DE PROCUREUR DES KONINGS OVERGEMAAKT
PROCUREUR DES KONINGS VORDERT
hetzij verwijzing naar politierechtbank, hetzij buitenvervolgingstelling
RAADKAMER
VERWIJZING NAAR POLITIERECHTBANK
BUITENVERVOLGINGSTELLING
ZITTING
HOGER BEROEP door burgerlijke partij of door Procureur des Konings
VONNIS
KAMER VAN INBESCHULDIGINGSTELLING
VERWIJZING naar politierechtbank
VONNIS
BUITENVERVOLGINGSTELLING Einde
ZITTING
* Kan ook na opsporingsonderzoek plaatsvinden.
VONNIS
- strafrechtelijk = boete, gevangenis, rijverbod, alternatieve straffen - burgerrechtelijk = schadevergoeding
2 57
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
BIJLAGE III : TABELLEN (STRAFFEN "1.
PER INBREUK)(8)
VERPLICHTE VERZEKERING
VERPLICHTE VERZEKERING verzekerd
Boete
Rijverbod
Gevangenisstraf
100 tot 1000 BEF
8 d./5 jaar of
8 d./6 maand
definitief Rijden zonder bewijs van verzekering
10 tot 500 BEF
NEEN
1 d./1 maand
Amende Boete
Déchéance Rijverbod
Emprisonnement Gevangenisstraf
Afwezigheid van rijbewijs
200 tot 2000 BEF
15 d./6 maand
Rijden ondanks onmiddellijke intrekking
200 tot 2000 BEF
15 d./6 maand
50 tot 500 BEF
8 d./5 jaar 8 d./def. indien herhaling 8 d./5 jaar 8 d./def. indien herhaling NEEN
10 tot 500 BEF
NEEN
1 d./1 maand
500 tot 2000 BEF
15 d./6 maand
10 tot 500 BEF
VERPLICHT 8 d./definitief NEEN
100 tot 1000 BEF
NEEN
NEEN
"2.
RIJBEWIJS
PERMIS DE CONDUIRE RIJBEWIJS
Rijden zonder begeleider Rijvergunning Rijden zonder drager te zijn van het rijbewijs Rijden ondanks vervallenverklaring Niet indienen van rijbewijs na vervallenverklaring Toevertrouwen van voertuig aan persoon die geen houder is van een rijbewijs of valt onder een vervallenverklaring
(58
(8) Het bedrag van de boetes moet met 200 worden vermenigvuldigd.
8 d./1 maand
1 d./1 maand
) "3.
VLUCHTMISDRIJF
DELIT DE FUITE VLUCHTMISDRIJF
Amende Boete
Déchéance Rijverbod
Emprisonnement Gevangenisstraf
Niet ter plaatse zijn gebleven Gewoon vluchtmisdrijf
10 tot 500 BEF 200 tot 2000 BEF
1 d./1 maand 15 d./6 maand
Vluchtmisdrijf +418/419/420
400 tot 5000 BEF
8 d./5 jaar 8 d./def. indien herhaling VERPLICHT 8 d. /definitief
Amende Boete
Déchéance Rijverbod
Emprisonnement Gevangenisstraf
25 tot 500 BEF
Neen
Neen
200 tot 2000 BEF
15 d./6 maand
8 d./5 jaar
200 tot 2000 BEF
15 d./6 maand
8 d./5 jaar
200 tot 2000 BEF 400 tot 5000 BEF
15 d./6 maand 8 d./definitief
8 d./5 jaar 1 maand/2 jaar
Verdubbeling mogelijk 200 tot 2000 BEF
8 d./definitief
1 maand/2 jaar
-
15 d./6 maand
"4.
15 d./2 jaar
ALKOHOL
IMPREGNATION ALCOOLIQUE ALCOLEMIE IVRESSE DRONKENSCHAP Gewone overschrijding van de maximale alcolemie Verzwaarde overschrijding van de maximale alcolemie Weigering van ademtest of bloedproef Rijden in staat van dronkenschap Recidive zware alcolemie of dronkenschap 2e recidive zware alcolemie of dronkenschap Een voertuig toevertrouwen aan iemand die blijkbaar in staat van dronkenschap is of iemand aanzetten om in die toestand te rijden
2 59
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
"5. SLAGEN EN VERWONDINGEN Boete
Rijverbod
Gevangenisstraf
50 tot 500 BEF
8 d./5 jaar
8 d./6 maand
50 tot 1000 BEF
8 d./5 jaar
3 maand/2 jaar
Boete
Rijverbod
Gevangenisstraf
Gewone inbreuken
10 tot 500 BEF
1 d./1 maand
Zware inbreuken
50 tot 500 BEF
In geval van 3 veroordelingen in het jaar 8 d./5 jaar
Onvrijwillige slagen en verwondingen Onvrijwillige doodslag
"6.
VERKEERSINBREUKEN
Art 29 en 38 K.B. 16/03/68
(60
8 d./1 maand
) BIJLAGE IV : SCHADEVERGOEDING BIJ OVERLIJDEN
Morele schade voor het verlies van : Echtgeno(o)t(e) Inwonende partner geen rechtsband vereist, wel duurzame genegenheidsband en dito samenwoning Feitelijk gescheiden met aanwijsbare reële kans op hereniging Ouder Inwonend Niet inwonend Kind Inwonend Niet inwonend Broer/zuster Inwonend Niet inwonend Grootouders Inwonend Niet inwonend Kleinkind Inwonend Niet inwonend Schoonouders Inwonend Niet inwonend Schoonkinderen Inwonend Niet inwonend Stiefvader/stiefmoeder Inwonend Niet inwonend Stiefzoon/stiefdochter Inwonend Bij goede band met kind Niet inwonend Verloofde (bij nakend huwelijk) Tante, oom, neef, nicht Bij bijzondere genegenheidsband
350.000 F 350.000 F 150.000 300.000 150.000 300.000 200.000 100.000 60.000 100.000 50.000 100.000 50.000 70.000 45.000 70.000 45.000 200.000 100.000 200.000 100.000 100.000
F F F F F F F F F F F F F F F F F F F F
20.000 F
Opmerking : Deze bedragen mogen niet onderling vergeleken worden, zij kunnen verhoogd of verminderd worden rekening houdend met speciale concrete omstandigheden als : bv. meter-, peterschap, gehuwd, ongehuwd, enig kind, leeftijd van de betrokkene, kind toegewezen aan en inwonend bij andere ouder bij echtscheiding...
2 61
)
(
Informatie en raadgevingen aan de verwanten van verkeersslachtoffers
BIJLAGE V : NUTTIGE ADRESSEN 1. Slachtofferonthaaldiensten bij het parket BRUSSEL (1000) Bijgebouw Justitiepaleis Quatre Brasstraat 13 LEUVEN (3000) Gerechtsgebouw Smoldersplein 5
tel: 016/27.25.26 fax : 016/27.27.27
GENT (9000) Gerechtsgebouw Koophandelsplein 23
tel : 09/267.43.80 fax : 09/267.43.05
KORTRIJK (8500) Gerechtsgebouw Burg. Denolfstraat 10 A
tel : 056/26.95.35 fax : 056/26.93.12
BRUGGE (8000) Kazernevest 3
tel : 050/47.34.35 fax : 050/47.36.93
DENDERMONDE (9200) Gerechtsgebouw Justitieplein 1
tel : 052/26.09.80 fax : 052/20.00.35
OUDENAARDE (9700) Kasteelstraat 18
tel : 055/33.50.65 fax : 055/33.50.50
VEURNE (8630) Gerechtsgebouw P. Benoitlaan 2
(62
tel : 02/508.72.94 fax : 02/508.75.57
tel : 058/31.10.65 fax : 058/31.21.12
IEPER (8900) Gerechtsgebouw Grote Markt 1
tel : 057/22.49.66 fax : 057/21.82.42
ANTWERPEN (2000) Gerechtsgebouw Britse Lei 55
tel : 03/216.53.25 fax : 03/238.79.97
MECHELEN (2800) Gerechtsgebouw Keizerstraat 20
tel : 015/28.81.11 fax : 015/28.82.22
HASSELT (3500) Dokter Willemstraat 23
tel : 011/29.03.18 fax : 011/29.03.42
TONGEREN (3700) Gerechtsgebouw Kielenstraat 24/1
tel : 012/39.96.02 fax : 012/39.96.72 of 48
TURNHOUT (2300) Begijnenstraat 3
tel : 014/47.17.62 fax : 014/47.18.80
2. Diensten van slachtofferhulp M. Sabbelaan 57, 2020 ANTWERPEN
Tel : 03/247.88.30
Hikstraat 47, 2200 HERENTALS
Tel : 014/23.02.42
G. Gezellestraat 54, 2830 WILLEBROEK
Tel : 03/886.28.10
Groot Eiland 84, 1000 BRUSSEL
Tel : 02/514.40.25
Diestsevest 40, 3000 LEUVEN
Tel : 016/27.04.00
St Hubertusplein 2, 3500 HASSELT
Tel : 011/28.46.49
O.L.V.- Kerkplein 30, 9200 DENDERMONDE
Tel : 052/25.99.55
Visserij 153, 9000 GENT
Tel : 09/225.42.29
O. Ponettestraat 87, 9600 RONSE
Tel : 055/20.83.32
) Garenmarkt 3, 8000 BRUGGE
Tel : 050/47.10.47
H. Cartonstraat 10, 8900 IEPER
Tel : 057/20.51.86
3. Plaatselijke verantwoordelijken van de vereniging “Ouders van Verongelukte Kinderen” BRUSSELSE AGGLOMERATIE Etienne Bauwens Laënneclaan 14 1020 Brussel ANTWERPEN Gerrit Vervoort R. Veremansstraat 11 2627 Schelle
tel : 02/478.77.75
tel/fax : 03/289.47.97
OOST- EN WEST VLAANDEREN Paul Vande Walle Stationstraat 14 tel : 055/38.80.37 9690 Kluisbergen fax : 055/38.88.87
LUIK Cécile Jacob
tel/fax : 087/22.14.31
LUXEMBURG Jean-Pol Solot Rue aux Sept Prés 11 6900 On
tel/fax : 084/21.02.83
NAMEN Joseph De Roy Quartier Joseph Gailly 27 6060 Gilly
tel : 071/41.94.15
WAALS BRABANT Joseph De Roy Quartier Joseph Gailly 27 6060 Gilly
LIMBURG & VLAAMS BRABANT Roger Verhaegen Oude Heerweg 95 3300 Tienen tel/fax : 016/78.87.14
HENEGOUWEN Michel Delentrée 29, rue Grande 7040 Genly
Rue Thiniheid 93 4801 Stembert
tel : 071/41.94.15
4. Andere verenigingen VOBKW Boskouterstraat 24 B-9410 Erpe-Mere
tel/fax : 053/80.63.79
APPER Hainaut Rue de Jollain 15 B B-7620 Hollain
tel/fax : 069/34.45.18
APPER Régions Wallonnes Rue de l'Alloue 13 B-4400 Flemalle tel/fax : 04/250.27.82
5. Diverse tel : 065/56.76.47
Belgisch Instituut voor Thanatopraxie Verwéestraat 4 1030 Brussel tel : 02/215.27.61
2 63
)
S
S
A
A
V
V
E
E
V.Z.W. OUDERS VAN VERONGELUKTE KINDEREN (O.V.K.) TERVURENLAAN 268 A 1150 BRUSSEL
D/2000/7951/NL/90
Verantwoordelijke uitgever : J. BARET - Waterloolaan 115 - 1000 Brussel
MINISTERIE VAN JUSTITIE WATERLOOLAAN 115 1000 BRUSSEL 02 542 65 11
[email protected]