Een uitkering: wat moet u weten? U ontvangt een uitkering of hebt een uitkering aangevraagd. In deze informatiefolder staat beschreven wat u van de gemeente mag verwachten, maar ook wat er van u verwacht wordt. Het is belangrijk dat u deze informatie goed doorleest, zodat u weet wat uw rechten, plichten en mogelijkheden zijn. Ook kunt u alle papieren, brieven en informatie over uw uitkering samen met deze informatie verzamelen. Zo hebt u alle gegevens over uw uitkering bij de hand. De gemeente wijst u twee consulenten toe: een consulent Werk die u begeleidt op uw weg naar de arbeidsmarkt en een consulent Inkomen, die antwoordt geeft op al uw vragen over uw uitkering. Deze informatie is een naslagwerk. Raadpleeg om op de hoogte te blijven ook regelmatig internet zoals de website van de gemeente. Op internet vindt u een schat aan informatie: niet alleen de regelingen, maar ook mogelijkheden om een verzoek voor ondersteuning (bijstand) te doen. Nieuwsberichten treft u ook vaak aan op de informatiepagina’s van de gemeente in het huis-aan-huisblad. Hebt u vragen of begrijpt u iets niet? Neem dan gerust contact op met uw consulent. Hij of zij helpt u graag verder!
Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
Inhoudsopgave 1 De Participatiewet .......................................................................................................... 3 2 Re-integratie .................................................................................................................. 4 2.1 Wat mag u bij uw re-integratie van ons verwachten? .............................................. 4 2.1.1 Inspanningsverplichting van de gemeente en uzelf .......................................... 4 2.1.2 Trajectplan ....................................................................................................... 5 2.1.3 Scholing ........................................................................................................... 5 2.1.4 Ontheffing van de arbeidsverplichting en/of re-integratieverplichting ............... 5 2.1.5 Medisch en/of psychisch onderzoek ................................................................. 5 2.1.6 Kosten met betrekking tot re-integratie ............................................................ 5 2.1.7 Kinderopvang ................................................................................................... 6 2.1.8 Inkomstenvrijstelling ......................................................................................... 6 2.1.9 Premies ............................................................................................................ 6 2.2 Welke plichten hebt u? ............................................................................................ 6 2.2.1 Arbeidsverplichting ........................................................................................... 6 2.2.2 Re-integratieverplichting................................................................................... 8 2.2.3 Overige verplichtingen ..................................................................................... 8 2.2.4 De tegenprestatie ............................................................................................. 8 3 Uitkering ........................................................................................................................11 3.1 Waar moet u aan voldoen? ....................................................................................11 3.1.1 Inlichtingenplicht..............................................................................................11 3.1.2 Medewerkingsplicht .........................................................................................13 3.1.3 Overige inkomstenbronnen .............................................................................13 3.1.4 Overige verplichtingen ....................................................................................13 3.2 De kostendelersnorm .............................................................................................13 4 Extra mogelijkheden voor u ...........................................................................................16 4.1 Collectieve zorgverzekering ...................................................................................16 4.2 Bijzondere bijstand .................................................................................................16 4.3 Inkomenstoeslag ....................................................................................................17 4.4 Deelname aan het maatschappelijk verkeer en studiekostentoeslag .....................17 4.5 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen ..............................................................18 4.6 Schuldhulpverlening ...............................................................................................18 4.7 Zelfstandig ondernemen ........................................................................................18 4.8 WMO en Jeugdzorg ...............................................................................................18 5 Wat gebeurt er als u uw plichten niet nakomt? ..............................................................19 5.1 Boetes bij fraude en maatregelen ..........................................................................19 5.1.1 Boetes bij fraude .............................................................................................19 5.1.2 Boete bij herhaalde fraude ..............................................................................19 6 Onderzoeken.................................................................................................................20 7 Hoe gaan we met elkaar om? .......................................................................................21 8 Bent u niet tevreden? ....................................................................................................22 8.1 Klachten .................................................................................................................22 8.2 Bezwaar en beroep ................................................................................................22 8.3 Dwangsom .............................................................................................................22 8.4 Nog vragen? ..........................................................................................................22 9 Informatie en contactgegevens .....................................................................................24 Eén aanspreekpunt .......................................................................................................24 Ondersteuning op maat .................................................................................................25
2 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
1 De Participatiewet Participatiewet bevordert re-integratie Wie kan werken, hoort niet afhankelijk te zijn van een uitkering. Maar mensen met een bijstandsuitkering of met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking kunnen vaak moeilijk werk krijgen. Daarom wil het kabinet maatregelen nemen om deze mensen vooruit te helpen. De nieuwe regels staan in de Participatiewet die per 1 januari 2015 is ingegaan. Hoofdpunten Participatiewet In de Participatiewet voegt het kabinet de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wajong samen. De nieuwe wet houdt in grote lijnen het volgende in: Wajong Een Wajong-uitkering is sinds 1 januari 2015 alleen nog mogelijk voor mensen die helemaal niet meer kunnen werken (‘volledig en duurzaam arbeidsongeschikt’). Wie nog wel (gedeeltelijk) kan werken, valt dan onder de Participatiewet. Wie nu al een Wajong-uitkering ontvangt, wordt mogelijk herkeurd, maar blijft onder de Wajong vallen. Wsw Per 1 januari 2015 zijn de voorwaarden voor een plaats in de sociale werkvoorziening veranderd. Wie voor 2015 in een sociale werkplaats werkte, kan daar blijven. Er komen geen nieuwe Wsw medewerkers meer bij. Loondispensatie Voor iedereen die straks onder de Participatiewet valt (mensen met bijstand, Wajong, Wsw) geldt het systeem van de zogeheten loondispensatie. Dit betekent dat iemand onder voorwaarden onder het minimumloon aan de slag kan. Dat is altijd tijdelijk. Uiteindelijk moeten loon plus aanvullende uitkering samen even hoog zijn als het minimumloon. Op dit punt moet de nieuwe wet nog verder worden uitgewerkt. Meer mensen met arbeidshandicap aan het werk Bij grote werkgevers moet in de toekomst een gedeelte van het personeelsbestand bestaan uit mensen met een arbeidshandicap. Dit wordt vanaf 1 januari 2015 stapsgewijs ingevoerd.
3 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
2 Re-integratie Arbeidsverplichtingen en strengere maatregelen Met re-integratie bedoelen we alle activiteiten die bijdragen aan uw deelname aan de arbeidsmarkt (arbeidsinschakeling) of aan de maatschappij (participatie). Het doel van reintegratie is dat u (weer) in uw eigen levensonderhoud kunt voorzien. Daarom gaat de wet er vanuit dat voor u ‘elk werk’ passend is. Dit betekent dat u verplicht bent om ook werk beneden uw niveau aan te nemen. Bij het aanvragen van een uitkering is er, voor mensen jonger dan 27 jaar, in de beginfase de verplichting om eerst zelf te zoeken naar werk of scholing en een inspanningsverplichting voor mensen die 27 jaar of ouder zijn. Wat moet u doen wanneer u jonger bent dan 27 jaar? U moet de mogelijkheid onderzoeken om weer naar school te gaan of te gaan studeren. Indien u nog aanspraak kunt maken op studiefinanciering, dan is dit een voorliggende voorziening en bent u verplicht hiervan gebruik te maken. U heeft een zoektijd van 4 weken. In die 4 weken gaat u zelf actief op zoek naar de mogelijkheid om aan het werk te komen of weer naar school te gaan. Vraagt u na vier weken alsnog een bijstandsuitkering aan? Dan bent u verplicht aan te tonen dat u voldoende hebt gedaan om (in de afgelopen vier weken) betaald werk te krijgen. Dit doet u door aan de volgende voorwaarden te voldoen: U staat als werkzoekende ingeschreven bij UWV Werkbedrijf. U spreekt met een studieadviseur van een school(instelling) om uw studiemogelijkheden te onderzoeken. Wanneer u géén startkwalificatie hebt (niet in bezit van een MBO-2,-3,-4, HAVO- of VWO-diploma) dient u contact op te nemen met Straks.nu. U zoekt naar vacatures in kranten, op internet en via andere mogelijkheden U schrijft zich in bij tenminste een aantal uitzendbureaus. U reageert op een aantal vacatures. Wat moet u doen wanneer u ouder bent dan 27 jaar? Dan hebt u een inspanningsverplichting. U dient al het mogelijke te doen om aan betaalde arbeid te komen. Dit doet u door aan de volgende voorwaarden te voldoen: U staat als werkzoekende ingeschreven bij UWV werkbedrijf. U zoekt naar vacatures in kranten, op internet en via andere mogelijkheden; U schrijft zich in bij tenminste een aantal uitzendbureaus; U reageert op tenminste een aantal vacatures. Gesprek over re-integratie Regelmatig hebt u gesprekken met uw consulent Werk over uw re-integratieverplichtingen. Het is van belang dat u bewijsstukken, zoals sollicitatiebrieven, reacties hierop en inschrijvingsbewijzen meebrengt. U kunt dan aantonen wat u allemaal hebt gedaan. Breng deze bewijsstukken en uw CV (overzicht van je opleidingen, banen en andere belangrijke dingen die je hebt gedaan) mee tijdens het gesprek.
2.1 Wat mag u bij uw re-integratie van ons verwachten? 2.1.1 Inspanningsverplichting van de gemeente en uzelf 4 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
De gemeente is verplicht u, waar nodig, te ondersteunen bij uw re-integratie. Denkt u bijvoorbeeld aan sollicitatiebegeleiding, een leerwerktraject, een leerwerkplek, scholing en werken met behoud van uitkering. Dit laatste betekent dat de gemeente u een baan aanbiedt waar u direct aan de slag kunt met behoud van uitkering. U bent verplicht mee te werken aan de ondersteuning die de gemeente u aanbiedt.
2.1.2 Trajectplan De afspraken over uw re-integratie kunnen worden vastgelegd in een trajectplan. Deze afspraken zijn leidend voor uw re-integratietraject. Het trajectplan is bindend voor de gemeente en uzelf: beide partijen zijn dus verplicht de afspraken uit het plan na te komen. Op verschillende momenten gaat uw consulent Werk na of u uw afspraken voldoende nakomt en wat het resultaat daarvan is.
2.1.3 Scholing In het trajectplan kunnen afspraken staan over het volgen van een opleiding of cursus. Uw consulent Werk beoordeelt of een cursus of opleiding noodzakelijk is voor het vinden van een baan. Daarnaast beoordeelt uw consulent Werk of de cursus of opleiding haalbaar is.
2.1.4 Ontheffing van de arbeidsverplichting en/of re-integratieverplichting De consulent Werk onderzoekt samen met u de mogelijkheden om weer aan het werk te gaan. In het uitzonderlijke geval dat re-integratie op dit moment voor u niet mogelijk is, kan uw consulent Werk ontheffing verlenen van de arbeidsverplichting. Deze ontheffing geldt altijd voor een nader vast te stellen periode. Bent u een alleenstaande ouder en is uw jongste kind jonger dan vijf jaar, dan zou u tot deze doelgroep kunnen behoren. U wordt dan niet vrijgesteld van de re-integratieverplichting, maar u moet in de vastgestelde periode een opleiding volgen of meewerken aan het bevorderen van uw kansen op betaald werk voor de toekomst. Kinderopvang kan dan vergoed worden door de Belastingdienst via de kinderopvangtoeslag. U leest hierover meer in paragraaf 2.1.7. Een ontheffing van de arbeidsverplichting en/of re-integratieverplichting en de duur hiervan delen we altijd via een beschikking aan u mee. U hebt pas ontheffing voor de arbeids- en/of re-integratieverplichting als u een beschikking hebt ontvangen waarin dit vermeld staat.
2.1.5 Medisch en/of psychisch onderzoek Soms is het nodig dat de gemeente een medisch en/of psychisch onderzoek laat uitvoeren om te beoordelen of er sprake is van medische of psychische beperkingen. Een verklaring van uw eigen arts is onvoldoende. Een door de gemeente aangewezen onafhankelijke arts adviseert over uw beperkingen in relatie tot uw arbeids(on)geschiktheid. Als een medisch advies aanleiding geeft tot ontheffing van de arbeidsverplichting, krijgt u dit altijd via een beschikking te horen.
2.1.6 Kosten met betrekking tot re-integratie Als u deelneemt aan een re-integratietraject kan de gemeente bepaalde kosten vergoeden. U moet vooraf toestemming krijgen van uw consulent Werk om in aanmerking te komen 5 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
voor een mogelijke vergoeding van deze kosten. Ook moet u (achteraf) bewijsstukken van deze kosten overleggen.
2.1.7 Kinderopvang Hebt u kinderen tot twaalf jaar? Volgt u (en uw partner) een re-integratietraject waardoor u thuis afwezig bent? Via de Belastingdienst kunt u kinderopvangtoeslag aanvragen om de opvangkosten van uw kinderen tot twaalf jaar te vergoeden. Het is dus erg belangrijk dat u zelf kinderopvangtoeslag aanvraagt bij de Belastingdienst. Meer informatie hierover vindt u op de website van de Belastingdienst: www.belastingdienst.nl. Als er daarnaast nog extra kosten zijn in verband met de kinderopvang kunt u dat bespreken met uw consulent Werk.
2.1.8 Inkomstenvrijstelling Als u bijstand ontvangt en in deeltijd gaat werken, worden uw inkomsten gekort op uw uitkering. In bepaalde situaties kunt u tijdelijk een vrijstelling krijgen op uw inkomsten. U moet dit zelf aanvragen. Uw consulent Werk kan u hierover meer informatie geven.
2.1.9 Premies In een aantal gevallen kunt u in aanmerking komen voor een premie als u gaat werken, stage gaat lopen of een opleiding hebt voltooid. Uw consulent Werk bepaalt op basis van de gemeentelijke regels of u hiervoor in aanmerking komt. Hij of zij geeft u hierover graag meer informatie. U moet er wel zelf naar informeren.
2.2 Welke plichten hebt u? 2.2.1 Arbeidsverplichting U bent verplicht om uzelf als werkzoekende in te schrijven en ingeschreven te blijven bij UWV WERKbedrijf (via: www.werk.nl). Dit past in het streven om zo snel mogelijk weer in uw eigen levensonderhoud te kunnen voorzien zonder gebruik te maken van gemeentelijke voorzieningen, zoals een uitkering. Het is uw eigen verantwoordelijkheid om de inschrijving tijdig te verlengen. Nieuwe arbeidsverplichtingen? Wie een bijstandsuitkering heeft, heeft meestal ook arbeidsverplichtingen. Die houden in dat u er zelf zo veel mogelijk aan moet doen om weer aan werk te komen of om actief mee te doen in de samenleving. De arbeidsverplichtingen zijn niet nieuw, die staan al langer in de Wet werk en bijstand. Maar in de Participatiewet zijn ze uitgebreider beschreven. Als u zich niet aan deze verplichtingen houdt, krijgt u vanaf 2015 met strengere maatregelen te maken. Wat zijn de arbeidsverplichtingen? Vanaf januari 2015 hebt u met een bijstandsuitkering in principe de volgende arbeidsverplichtingen: 1. U probeert betaald werk te vinden. Daarvoor moet u bijvoorbeeld vacatures zoeken, solliciteren, een werkmap aanmaken op www.werk.nl en ingeschreven staan bij een of meer uitzendbureaus. 6 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
2. U zoekt niet alleen naar werk in uw eigen woonplaats, maar ook in uw regio of nog verder weg. En als u werk vindt of werk wordt aangeboden, dan neemt u dit aan. 3. U bent bereid om voor uw werk te reizen. Werk waarvoor u elke dag tot maximaal 3 uur moet reizen (11/2 uur heen en 11/2 uur terug) mag u niet weigeren. Als het nodig is om werk te krijgen of te behouden, en als het voor u en uw gezin mogelijk is, moet u zelfs verhuizen. U moet dan wel een contract hebben voor ten minste een jaar en zo veel verdienen met deze baan dat u geen bijstandsuitkering meer nodig hebt. 4. U helpt de gemeente om een plan van aanpak voor uw re-integratie te maken en uit te voeren. U houdt zich aan de afspraken die u hierover met de gemeente maakt. U neemt de re-integratievoorzieningen die de gemeente u biedt aan. 5. U zorgt ervoor dat u uw kennis en vaardigheden bijhoudt of verbetert, als dit nodig is voor het krijgen of behouden van werk. Dus als u een cursus moet volgen om de nieuwste benodigde technieken in uw vakgebied te leren, dan doet u dat ook. 6. U doet geen dingen die het krijgen van werk of het behouden daarvan moeilijker maken. En u doet uw best bij sollicitaties. Zo zorgt u ervoor dat u netjes gekleed, met een verzorgd uiterlijk en op tijd op uw sollicitatiegesprek of op uw werk verschijnt. Moet u aan alle arbeidsverplichtingen voldoen? Ja, alle mensen met een bijstandsuitkering moeten deze arbeidsverplichtingen nakomen. U moet er ‘naar vermogen’ alles aan doen om werk te vinden of te behouden. De gemeente zal daarom nagaan wat u kunt doen om werk te zoeken en wat misschien niet. In uw plan van aanpak - dat u samen met de gemeente maakt - staat daarom precies wat de gemeente van u verwacht. Wat gebeurt er als u zich niet aan de arbeidsverplichtingen houdt? Als u de arbeidsverplichtingen en afspraken hierover met de gemeente niet nakomt, dan zal de gemeente een maatregel opleggen. U krijgt dan tijdelijk een lagere uitkering of zelfs helemaal geen uitkering. Voor het niet nakomen van de eerste drie genoemde verplichtingen bij punt 1 zal de gemeente uw persoonlijke situatie bekijken en een passende maatregel opleggen. Voor de arbeidsverplichtingen bij punt 2 tot en met 6 én voor het niet ingeschreven staan bij een uitzendbureau geldt dit: De eerste keer dat u zich niet aan een of meer van deze verplichtingen houdt, krijgt u ten minste een maand helemaal geen uitkering. De gemeente kan er voor kiezen om die maand te verrekenen met uw uitkering voor de maand of de twee maanden erna. U krijgt dan twee of drie maanden een lagere uitkering (50% of 66,6%). Als u binnen een jaar weer uw arbeidsverplichtingen niet nakomt, krijgt u in ieder geval langer dan bij de eerste keer en ten hoogste drie maanden helemaal geen uitkering. En houdt u zich vanaf dat moment binnen een jaar nog een keer niet aan de verplichtingen, dan krijgt u zonder meer drie maanden geen uitkering. Iedere volgende keer krijgt u weer drie maanden geen uitkering. Krijgt u altijd een lagere uitkering als u zich niet aan de arbeidsverplichtingen houdt? Ja, in principe wordt uw uitkering altijd verlaagd of krijgt u helemaal geen uitkering als u de arbeidsverplichtingen niet nakomt. Maar de gemeente kan wel rekening houden met uw situatie. Dat betekent dat u bij zeer dringende redenen toch een (deel van uw) uitkering kunt krijgen, ondanks dat u zich niet aan de arbeidsverplichtingen hebt gehouden. Kunt u er echt niets aan doen dat u zich niet aan een van deze arbeidsverplichtingen hebt gehouden? Dan is het mogelijk dat u geen verlaging van uw uitkering krijgt. 7 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
Bent u binnen de periode van verlaging van uw uitkering bereid om uw arbeidsverplichtingen toch (weer) na te komen? Kunt u dit bewijzen? Dan kan de gemeente de verlaging meteen stoppen. Vanaf dat moment hebt u dan weer recht op uw volledige uitkering.
2.2.2 Re-integratieverplichting U bent verplicht om gebruik te maken van alle aangeboden voorzieningen die gericht zijn op re-integratie. Dit betekent dat u verplicht bent mee te werken aan bijvoorbeeld (taal)cursussen, bij- en omscholing, medische en/of psychische onderzoeken en capaciteitsonderzoeken. Uw consulent Werk kan u ook doorverwijzen naar een re-integratiebedrijf. Als hij of zij u aanmeldt bij een re-integratiebedrijf bent u verplicht daaraan mee te werken. Als u ziek wordt tijdens een traject of om een andere reden niet kunt verschijnen op de plek waar u verwacht wordt, dan bent u verplicht u af te melden bij uw consulent Werk én bij degene die u verwacht.
2.2.3 Overige verplichtingen U moet ook voldoen aan alle verplichtingen die in de andere hoofdstukken van deze folder beschreven zijn.
2.2.4 De tegenprestatie Wat is een tegenprestatie? U ontvangt een uitkering van de gemeente. De gemeente mag u vragen daarvoor een tegenprestatie te doen. Die tegenprestatie bestaat uit onbetaald werk dat nuttig is voor de samenleving. De gemeente kan u ook werkervaring laten opdoen in een participatieplaats, of vrijwilligerswerk als onderdeel van uw re-integratietraject. Daar krijgt u ook niet voor betaald. Toch is dit geen tegenprestatie. Wat zijn de kenmerken van een tegenprestatie? Een tegenprestatie bestaat uit activiteiten met de volgende kenmerken: Het zijn activiteiten voor een paar uur per dag of per week. Het zijn activiteiten voor enkele weken of maanden, dus niet voor lange tijd. Het is geen werk waarvoor u eigenlijk betaald moet worden. Het mag dus geen ‘gewone baan’ zijn. Het hoeft geen activiteit te zijn waarmee u uw kansen op betaald werk vergroot, zoals bij een participatieplaats of vrijwilligerswerk vaak wel het geval is. Maar de activiteit mag uw kansen op betaald werk ook niet in de weg staan. En het moeten activiteiten zijn die u in staat bent om te doen. Dat wil zeggen dat de gemeente bij een tegenprestatie rekening moet houden met lichamelijke of psychische beperkingen, de zorg voor (jonge) kinderen, de zorg voor een hulpbehoevende partner of familielid (mantelzorg), uw beheersing van de Nederlandse taal en de reistijd van uw huis naar de werkzaamheden. Bespreek met de gemeente wat voor soort activiteiten u zou kunnen doen en wat voor u mogelijk is en wat niet. Wat kunt u doen als tegenprestatie? 8 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
Als tegenprestatie voor uw bijstandsuitkering kunt u verschillende dingen doen. Tegenprestaties zijn bijvoorbeeld klussen die door verenigingen, organisaties en maatschappelijke instellingen worden aangeboden. Denk aan: Koffie schenken in een wijkhuis. Leesouder zijn op school. Het opknappen van speelplekken in de wijk. Taalmaatje zijn voor inburgeringsplichtigen. Na een storm de takken van wandelpaden in het stadspark verwijderen en ander klein natuuronderhoud. Misschien bent u al actief als vrijwilliger. Dan kunt de gemeente voorstellen om dat als tegenprestatie te laten gelden. Hoe komt u aan een tegenprestatie? Er zijn verschillende mogelijkheden: de gemeente heeft een klus voor u of u kunt kiezen uit een aantal activiteiten. U kunt ook zelf een voorstel voor een tegenprestatie doen. Als u zelf iets mag uitkiezen, zoek dan een organisatie of vereniging die u aanspreekt. U kunt bellen of langsgaan. Maar vaak is er ook een vrijwilligerscentrale in de buurt waar u terecht kunt voor meer informatie. Wat zijn de voordelen voor u? Een tegenprestatie doen kan heel nuttig zijn. Niet alleen voor de samenleving, maar ook voor u zelf! U ontmoet andere mensen, u ontwikkelt vaardigheden die u bij een betaalde baan goed kunt gebruiken en u doet iets nuttigs voor andere mensen. Wat gebeurt er als u niet meewerkt? Als de gemeente van u een tegenprestatie vraagt, maar u wilt hieraan niet meewerken, dan kan de gemeente u een maatregel opleggen. Dat betekent dat u één of een aantal maanden een lagere uitkering of helemaal geen uitkering krijgt. Hoeveel lager en hoe lang, dat bepaalt de gemeente zelf. De gemeente heeft daarvoor regels vastgelegd in een verordening. 2.2.5 Verblijf in het buitenland of tijdelijk verblijf buiten de gemeente U bent verplicht om minimaal twee weken vooraf bij de gemeente te melden dat u in het buitenland of tijdelijk buiten de gemeente verblijft. Deze melding geldt niet alleen als u op vakantie gaat, maar óók als u om andere reden buiten de gemeente verblijft. Een kortdurend verblijf ergens in Nederland, bijvoorbeeld voor enkele dagen, wordt niet beschouwd als vakantie en dus niet op uw vakantiedagen in mindering gebracht, maar moet wel gemeld worden. Als u een re-integratietraject volgt, gelden de volgende voorwaarden voor uw tijdelijk verblijf buiten de gemeente: U mag alleen buiten de gemeente verblijven als dit geen vertraging oplevert voor uw re-integratietraject. Overleg dit altijd met uw consulent Werk. Als u een opleiding volgt, mag u alleen weg tijdens schoolvakanties. Als u werkt, moet u ook altijd toestemming vragen aan uw werkgever voor uw verblijf elders. Als u een ander soort traject volgt, zal uw consulent Werk altijd eerst contact opnemen met uw trajectbegeleider. Wacht het resultaat hiervan altijd af. Let op! 9 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
Meld minimaal twee weken voordat u weggaat uw vertrek bij de gemeente. Oók als u om een andere reden dan vakantie in het buitenland of tijdelijk buiten de gemeente verblijft. Als u een re-integratietraject volgt, overlegt u eerst met uw consulent Werk. Geef precies door wanneer u weggaat en wanneer u weer terug bent. Als u twijfelt of u melding moet doen, overleg dan altijd eerst met uw consulent Werk. Als u een partner of andere gezinsleden hebt die ook buiten de gemeente verblijven, moeten deze personen dezelfde procedure volgen. Hoe lang mag u buiten uw gemeente verblijven? Alle mensen van 18 jaar tot aan de pensioengerechtigde leeftijd met een PW- of IOAWuitkering mogen maximaal vier weken per jaar buiten de gemeente verblijven met behoud van uitkering. Dit mag één periode van vier weken zijn, maar kan ook in kortere periodes gebeuren. Deze periodes mogen niet aansluiten op die van het voorafgaande kalenderjaar als daarmee de totale periode van vier weken wordt overschreden. U mag dus nooit langer dan vier weken aaneengesloten buiten de gemeente verblijven. Vakantie in Nederland Wanneer u een bijstandsuitkering ontvangt en binnen Nederland met vakantie gaat, mag u langer dan vier weken wegblijven. Dan moet u wel het volgende doen: Toestemming vragen aan de gemeente. Doorgeven waar u verblijft en gedurende welke periode. Zorgen dat eventuele post van de gemeente wordt doorgestuurd naar uw vakantie adres. Actief blijven zoeken naar een baan (solliciteren). Direct terugkeren naar huis als er werk voor u is. Als u een re-integratietraject volgt gelden voor u ook de hierboven genoemde voorwaarden.
10 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
3 Uitkering Uw consulent Inkomen geeft antwoord op al uw vragen rondom uw uitkering en bijzondere bijstand.
3.1 Waar moet u aan voldoen? 3.1.1 Inlichtingenplicht U bent verplicht om alle informatie die van invloed kan zijn op uw uitkering direct bij uw consulent Inkomen te melden. Dit doet u door een wijzigingsformulier in te vullen. Het wijzigingsformulier hebt u van de gemeente gekregen. U bent ook verplicht om persoonlijke gegevens en inlichtingen over uw persoonlijke situatie te verstrekken. Natuurlijk is uw privacy belangrijk. Daarom gaan we voorzichtig om met persoonlijke gegevens. Daarnaast beschermt de Wet bescherming persoonsgegevens uw privacy. Maar het is onmogelijk om uw recht op uitkering vast te stellen als we uw gegevens niet kunnen controleren. Daarom is in de wet geregeld dat een uitkeringsinstantie uw gegevens op waarheid mag controleren. Inkomsten U moet al uw inkomsten via het inkomsten- of wijzigingsformulier aan de gemeente doorgeven. Niet alleen uw eigen inkomsten, maar ook de inkomsten van uw eventuele kind(eren) vanaf 16 jaar en uw eventuele partner. Deze inkomsten zijn namelijk van invloed op de hoogte van uw uitkering. Onder inkomen wordt onder andere verstaan: loon; uitkeringen (bijvoorbeeld WAO, Wajong); inkomsten uit vermogen (bijvoorbeeld dividend, rente en spaargeld); inkomsten uit verhuur, onderhuur, kostgangers; heffingskortingen van de Belastingdienst; alimentatie; giften; pensioen; studiefinanciering Vermogen Met vermogen bedoelen we al uw bezittingen. Denkt u hierbij aan: tegoeden op lopende rekeningen, spaarrekeningen, internetrekeningen, certificaten en spaarplannen of contant geld (ook van uw minderjarige kinderen); een eigen huis, een vakantiehuis of andere onroerende zaken; een eigen auto, motor, caravan, boot; vermogen en onroerende zaken in het buitenland; beleggingen, zoals aandelen en obligaties; levensverzekeringen, particuliere pensioenopbouw; giften en erfenissen; vermogen uit boedelscheiding; vee (paarden, pony’s enzovoorts). 11 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
De vaststelling van uw vermogen en de vermogensgrens Op basis van uw aanvraag stelt de gemeente uw vermogen vast. Men telt daarvoor de bezittingen bij elkaar op en brengt de eventueel aantoonbare schulden hierop in mindering, met uitzondering van uw studieschuld. In de Participatiewet (PW) is geregeld dat een deel van uw vermogen wordt vrijgelaten. Het is dus belangrijk dat u al uw bezittingen en schulden correct aan ons doorgeeft. Ook als u een bijstandsuitkering ontvangt, bent u verplicht uw consulent Inkomen op de hoogte te houden van uw bezittingen. Let op! Geef wijzigingen in uw inkomen en vermogen altijd door aan uw consulent Inkomen via het wijzigingsformulier! (zie hieronder). Woon/leefsituatie In de Wet werk en bijstand staan drie omschrijvingen die belangrijk zijn voor de hoogte van uw uitkering. Deze zijn: 1. Alleenstaande U bent ongehuwd, hebt geen ten laste komend kind onder de 18 jaar en voert geen gezamenlijke huishouding. 2. Alleenstaande ouder U bent ongehuwd, hebt de volledige zorg voor ten minste één ten laste komend kind onder de 18 jaar en voert geen gezamenlijke huishouding met een ander. 3. Gehuwden U wordt aangemerkt als gehuwden als u gehuwd bent of samenwoont Wijzigings- en inkomstenformulier Uw leefsituatie is erg belangrijk om de hoogte van uw uitkering te bepalen. Daarom moet u wijzigingen in de leefsituatie van u en uw gezinsleden altijd zo snel mogelijk aan uw consulent Inkomen doorgeven. Denk hierbij aan: huwelijk; samenwonen; echtscheiding; verhuizing; kind op kamers; opname in inrichting of detentie. Geef wijzigingen in uw persoonlijke leefomstandigheden zo snel mogelijk door via het wijzigingsformulier. Deze wijzigingen kunnen invloed hebben op de hoogte van uw uitkering. Voorbeelden van zulke wijzigingen zijn: u gaat weer (betaald) werken; uw leefsituatie is veranderd; u hebt een andere auto gekocht. Een aantal mogelijke wijzigingen staan overzichtelijk op het wijzigingsformulier en zijn in de toelichting verder beschreven. Weet u niet zeker of u iets moet melden? Neem dan altijd contact op met uw consulent Inkomen. Als u het wijzigingsformulier hebt ingeleverd, ontvangt u een nieuw wijzigingsformulier. 12 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
Inkomstenformulier Afhankelijk van uw situatie (bij wisselende inkomsten) ontvangt u een inkomstenformulier. Als u dit formulier ontvangt, moet u dit iedere maand invullen en terugsturen, inclusief bewijsstukken (bijvoorbeeld uw loonstrook).
3.1.2 Medewerkingsplicht U bent verplicht alle medewerking te verlenen die de gemeente van u vraagt. Dit betekent onder andere dat u verplicht bent om bij uw consulent(en) op gesprek te komen. Daarmee voorkomt u dat uw uitkering wordt verlaagd of zelfs stopgezet wordt. Ook moet u alle gevraagde informatie tijdig aan uw consulent(en) aanleveren.
3.1.3 Overige inkomstenbronnen Heffingskortingen (Belastingdienst) Heffingskortingen zijn teruggaven op uw inkomstenbelasting of uw premie volksverzekering. U moet de voor u van toepassing zijnde heffingskortingen zelf aanvragen bij de Belastingdienst. Sommige heffingskortingen worden gezien als inkomsten. In die gevallen kort de gemeente die bedragen op uw uitkering en ontvangt u dus een lagere uitkering. Let op! Heffingskorting(en) worden altijd gekort op uw uitkering, ook als u deze niet hebt aangevraagd. Het is daarom erg belangrijk dat u zelf de voor u van toepassing zijnde heffingskortingen op tijd aanvraagt. U kunt recht hebben op meerdere heffingskortingen. Dit is afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Op de website www.belastingdienst.nl kunt u de teruggaaftest invullen voor heffingskortingen. Als u niet over een computer beschikt, dan kunt u een aanvraagformulier aanvragen via de belastingtelefoon 0800-0543. Voor het invullen van belastingformulieren kunt u onder bepaalde voorwaarden ook terecht bij de Belastingdienst. U moet dan een afspraak maken via de Belastingtelefoon. Houd bij het maken van een afspraak uw Burgerservicenummer (BSN) bij de hand. Toeslagen (Belastingdienst) Naast heffingskortingen kunt u ook recht hebben op toeslagen. Deze toeslagen kent de Belastingdienst apart toe. De Belastingdienst betaalt de toeslagen ook uit. Met een laag inkomen hebt u of uw partner vaak recht op verschillende toeslagen van de Belastingdienst. Dit is afhankelijk van uw inkomen en de samenstelling van uw huishouden. De Belastingdienst kent onder andere huurtoeslag, zorgtoeslag en de kinderopvangtoeslag. Op de website www.belastingdienst.nl kunt u de teruggaaftest invullen voor een proefberekening van uw toeslag. Ook kunt u via deze website toeslagen aanvragen. Als u niet over een computer beschikt kunt u een aanvraagformulier aanvragen via de belastingtelefoon: 0800-0543.
3.1.4 Overige verplichtingen U moet ook voldoen aan alle verplichtingen die in de andere hoofdstukken beschreven zijn.
3.2 De kostendelersnorm 13 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
Wat is de kostendelersnorm? Kort gezegd betekent de kostendelersnorm dat als u een woning deelt met meer volwassenen, uw bijstandsuitkering daarop wordt aangepast. Hoe meer personen van 21 jaar of ouder in uw woning, hoe lager uw bijstandsuitkering. De reden hiervoor is dat als er meer personen in één woning wonen, zij de woonkosten kunnen delen. Vandaar de kostendelersnorm. Wat is een meerpersoonshuishouden? De kostendelersnorm geldt voor volwassenen die samen een woning delen. Dit heet een meerpersoonshuishouden. Dit kan bijvoorbeeld een gezin zijn met twee ouders en een aantal volwassen inwonende kinderen. Er kan ook nog een inwonende (groot)ouder bij horen, een broer of zus, neef of nicht. Of de aanhang van de volwassen zoon of dochter. Voor de kostendelersnorm maakt het niet uit of u getrouwd bent en of u familie bent van elkaar. Het maakt ook niet uit waarom u samen een woning deelt. De voordelen van woningdelen staan los van de redenen waarom u samenwoont. Daarom geldt in álle meerpersoonshuishoudens de kostendelersnorm. Wie telt er wel en niet mee voor de kostendelersnorm? Bij de kostendelersnorm tellen de inkomsten en het vermogen van u en uw partner mee voor uw recht op een uitkering, omdat u daarmee een gezamenlijke huishouding hebt. De inkomsten en het vermogen van andere huisgenoten niet. De huisgenoten zelf tellen wel mee voor de hoogte van uw uitkering. Maar niet alle volwassenen tellen mee voor de kostendelersnorm. Wie tellen niet mee? jongeren tot 21 jaar, studenten die een studie volgen die recht kan geven op studiefinanciering (Wsf 2000), leerlingen die de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgen, meerderjarige leerlingen die onderwijs volgen dat recht geeft op Wet tegemoetkoming onderwijskosten schoolgaande kinderen (Wtos), kamerhuurders en kostgangers die een normale (commerciële) prijs betalen voor de kamer en/of de kost en inwoning. Verhuurders en kostgevers die een zakelijk of commerciële relatie hebben met de huurders of kostgangers in hun woning. Hoe werkt de kostendelersnorm? Hoe meer volwassen personen tot een meerpersoonshuishouden behoren, hoe lager de bijstandsuitkering per uitkeringsgerechtigde. In onderstaande tabel ziet u de hoogte van de bijstandsuitkering in percentages per huishoudtype. Hierbij staat 100% voor de bijstandsuitkering voor gehuwden en samenwonenden: Huishouden
Bijstandsnorm per persoon
Eénpersoonshuishouden Tweepersoonshuishouden Driepersoonshuishouden Vierpersoonshuishouden Vijfpersoonshuishouden
70% 50% 43 1/3 % 40% 38%
Totale bijstandsnorm als alle personen bijstand ontvangen 70% 100% 130% 160% 190%
Dus bij een huishouden met vier meetellende personen krijgt elke persoon die recht heeft op een bijstandsuitkering een uitkering van maximaal 40% van de gehuwdennorm. 14 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
Bovenstaande tabel stopt bij een vijfpersoonshuishouden, maar de kostendelersnorm geldt ook voor huishoudens met nog meer personen. Hoe zit het met de uitkering voor alleenstaande ouders? Vanaf 1 januari 2015 is de uitkering voor een alleenstaande ouder met de kostendelersnorm gelijk aan die van een alleenstaande. Maar als alleenstaande ouder kunt u in aanmerking komen voor een hoger kindgebonden budget van de Belastingdienst. U krijgt bij uw budget een zogenoemde alleenstaande-ouderkop. Als u nog geen kindgebonden budget heeft, moet u dit voor het einde van het jaar zelf aanvragen bij de Belastingdienst. De Belastingdienst gebruikt een andere definitie van partner dan de gemeente. Het is daarom mogelijk dat u voor de gemeente alleenstaande ouder bent, maar voor de Belastingdienst niet. Dat kan het geval zijn als uw partner in een verpleeginrichting woont of in detentie is. U komt dan niet in aanmerking voor de alleenstaande-ouderkop. Voor alleenstaande ouders die op 31 december 2014 een bijstandsuitkering hebben is er een overgangsregeling. Komt u daarvoor in aanmerking? Dan heeft u tot 1 januari 2016 recht op een aanvulling van 20% op uw bijstandsuitkering. Daarna krijgt u geen aanvulling meer, alleen een hoger kindgebonden budget. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de gemeenten zoeken nog naar een oplossing voor de periode na 31 december 2015. Alleenstaande ouders die niet in aanmerking komen voor de alleenstaande-ouderkop, kunnen contact opnemen met de gemeente voor een aanvraag bijzondere bijstand. Hoe zit het met jongeren tot 21 jaar? Jongeren tot 21 jaar vallen niet onder de kostendelersnorm. De uitkering van een 18-, 19- of 20-jarige wordt niet volgens de kostendelersnorm berekend. Ook niet als deze jongere bij zijn ouders inwoont. Voor hem of haar verandert er niets. Wanneer gaat de kostendelersnorm in? De kostendelersnorm is geregeld in de Participatiewet. Deze is ingegaan op 1 januari 2015. Voor mensen die (opnieuw) een bijstandsuitkering aanvragen na 1 januari 2015 zal de kostendelersnorm direct gelden. Als u op 31 december 2014 een bijstandsuitkering ontvangt en op die dag met anderen een woning deelt en de uitkering ook in 2015 ontvangt, valt u onder het overgangsrecht. U krijgt tot 1 juli 2015 een bijstandsuitkering die op de oude manier is berekend. Daarna geldt ook voor u de kostendelersnorm.
15 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
4 Extra mogelijkheden voor u 4.1 Collectieve zorgverzekering De gemeente heeft bij zorgverzekeraar VGZ een Collectieve Zorgverzekering afgesloten. Veel uitkeringsgerechtigden hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om via deze regeling een zorgverzekering met aanvullende verzekering af te sluiten. Het afsluiten van deze verzekering is niet verplicht. Om de collectieve zorgverzekering van de gemeente nog iets aantrekkelijker voor u te maken, wordt een deel van de premie door de gemeente betaald. Aanmelden Aanmelden voor de collectieve zorgverzekering doet u bij de gemeente. U neemt hiervoor telefonisch contact op. Als u al verzekerd bent bij VGZ, dan kunt u zich via de gemeente het hele jaar door aanmelden. Als u niet bij VGZ verzekerd bent, is het alleen mogelijk uzelf in november en december aan te melden via de gemeente. Als voorwaarde geldt in alle gevallen dat u geen betalingsachterstand van de zorgpremie hebt en dat er geen andere betalingen bij uw zorgverzekeraar openstaan. Wat doet u als u een achterstand in de betaling van uw zorgpremie hebt? Als u de premie voor uw zorgverzekering niet betaalt, stuurt uw zorgverzekeraar na twee maanden betalingsherinneringen of aanmaningen. Uw zorgverzekeraar zal u vervolgens een betalingsregeling aanbieden. Reageert u hier niet op en hebt u na zes maanden nog steeds niet betaald, dan meldt uw zorgverzekeraar u als wanbetaler aan bij het College van Zorgverzekeringen (CVZ). Uw zorgverzekeraar brengt u hiervan schriftelijk op de hoogte. Bent u het oneens met het besluit, dan moet u contact opnemen met uw zorgverzekeraar. Zodra u bent aangemeld als wanbetaler bij het CVZ betaalt u geen zorgpremie meer aan uw zorgverzekeraar. U moet vanaf dat moment de premie plus een boete betalen aan het CVZ. Als u een uitkering van de gemeente ontvangt, zullen de standaardpremie en de boete automatisch door de gemeente van uw uitkering worden ingehouden en worden doorbetaald aan het CVZ. Dit is de gemeente wettelijk verplicht. Als u de schulden volledig hebt afgelost kunt u zich, bij interesse, pas (weer) aanmelden bij het VGZ voor deelname aan de aanvullende verzekering. Let op! Bovenstaande acceptatievoorwaarden gelden voor alle zorgverzekeringen, dus niet alleen voor de collectieve Zorgverzekering.
4.2 Bijzondere bijstand Bijzondere bijstand is een tegemoetkoming voor bijzondere kosten. Het gaat om noodzakelijke extra kosten die u niet uit uw eigen inkomen of bezit kunt betalen en waarvoor ook geen vergoeding mogelijk is vanuit een andere regeling of verzekering. In principe gaat het om bijzondere, noodzakelijke kosten als gevolg van individuele omstandigheden. Niet de aard van de kosten zijn bepalend, maar de omstandigheden van u of uw gezin. Welke kosten komen voor vergoeding via bijzondere bijstand in aanmerking? Het is moeilijk een opsomming te geven van alle soorten kosten die voor bijzondere bijstand in aanmerking kunnen komen. Op hoofdlijnen kunnen de soorten onderverdeeld worden naar de volgende categorieën (dit is dus geen uitputtende opsomming): 16 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
kosten met betrekking tot of in verband met: kinderopvang; thuiszorg; werk en scholing; overige kosten. Voor uitgaven die iedereen doet (zoals eten, kleding, huur en de aanschaf van een koelkast of wasmachine) kunt u in de regel geen bijzondere bijstand aanvragen. U kunt nooit bijzondere bijstand krijgen voor onder andere: het betalen van een boete, zoals een verkeersboete; het betalen van alimentatie voor uw kinderen of ex-partner; de kosten van geleden schade of toegebrachte schade, zoals brandschade of schade aan uw auto; de premie voor een vrijwillige WIA-, Ziektewet- of WW-uitkering; kosten die vallen onder uw wettelijk bepaald eigen risico vrijwillig genomen eigen risico bij de zorgverzekering; een bijzondere, experimentele medische behandeling in Nederland of in het buitenland die niet via de verzekering of via de AWBZ wordt vergoed; De gemeente verstrekt standaard geen bijzondere bijstand voor medische kosten. Wij hebben het mogelijk gemaakt dat inwoners met een laag inkomen (maximaal 110% van het geldende bijstandsniveau) kunnen deelnemen aan een collectieve zorgverzekering bij zorgverzekeraar VGZ. Let op! U moet bijzondere bijstand altijd aanvragen vóórdat u de kosten maakt. Aanvragen van bijzondere bijstand U kunt contact opnemen met een medewerker van de gemeente. De medewerker kan u dan meteen vertellen of het zinvol is een aanvraag voor bijzondere bijstand in te dienen. De gemeente beoordeelt de aanvraag voor bijzondere bijstand op de noodzaak hiervan. Bij de beoordeling van de hoogte van de vergoeding houdt de gemeente rekening met de collectieve ziektekostenvergoeding.
4.3 Inkomenstoeslag Personen jonger dan de AOW-leeftijd en met een inkomen dat tenminste drie jaar op het sociale minimum zit, kunnen in aanmerking komen voor de Inkomenstoeslag. Dit is een inkomensondersteuning. Uw inkomen mag de laatste drie jaar niet hoger zijn geweest dan de op u van toepassing zijnde bijstandsnorm. In hoofdstuk 5 leest u daar meer over.
4.4 Deelname aan het maatschappelijk verkeer en studiekostentoeslag Er bestaat een mogelijkheid een vergoeding te krijgen voor kosten van sport, ontspanning en cultuur. Denk daarbij aan de kosten van het lidmaatschap van (sport)verenigingen. Voor informatie hierover kunt u terecht bij de gemeente. Ook kan het zo zijn dat u als studerende in aanmerking komt voor een studiekostentoeslag.
17 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
4.5 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen U kunt een aanvraag indienen voor kwijtschelding van uw gemeentelijke belastingen. Zolang u een bijstandsuitkering ontvangt, krijgt u in principe jaarlijks automatisch kwijtschelding van de volgende gemeentelijke belastingen: onroerend zaakbelasting; afvalstoffenheffing tot een maximum bedrag; rioolrecht. Voor vragen over kwijtschelding gemeentelijke belastingen kunt u terecht bij de gemeente.
4.6 Schuldhulpverlening Als u door problemen of onvoorziene omstandigheden niet meer aan uw financiële verplichtingen kunt voldoen en u vindt daar op eigen kracht geen oplossing voor, dan hebt u problematische schulden. Uw consulent Inkomen kan u doorverwijzen naar organisaties die u helpen schuldenvrij te raken. U moet zich wel realiseren dat het vinden van een oplossing vooral afhankelijk is van uw eigen inzet. Ook als u wordt begeleid bij het oplossen van uw schulden blijft de aflossing van schulden uw eigen verantwoordelijkheid.
4.7 Zelfstandig ondernemen Als u vanuit de bijstand zelfstandig ondernemer wilt worden kunt u hulp krijgen bij het opzetten van uw bedrijf. Hebt u interesse om als zelfstandig ondernemer aan de slag te gaan? Geef dit aan bij uw consulent(en) zodat zij u kunnen doorverwijzen naar de consulent die belast is met de uitvoering van de Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004).
4.8 WMO en Jeugdzorg Wmo staat voor Wet maatschappelijke ondersteuning. Deze wet verplicht gemeenten om alle inwoners zo goed mogelijk te laten meedoen in de samenleving. Daarnaast heeft de wet tot doel mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. U kunt bij het centrum voor maatschappelijke deelname (CMD) terecht voor onder andere de volgende WMO-producten: hulp bij het huishouden; rolstoelvoorziening; vervoersvoorzieningen; woonvoorzieningen. Ook kunt u ondersteuning krijgen voor kinderen (jeugdzorg). Hebt u vragen over de Wmo en Jeugdzorg? Het CMD helpt u graag (zie de adressenlijst bij H9).
18 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
5 Wat gebeurt er als u uw plichten niet nakomt? 5.1 Boetes bij fraude en maatregelen Het niet nakomen van uw verplichtingen kan leiden tot een (tijdelijke) verlaging van uw uitkering en of een boete. Zorg er dus altijd voor dat u: voldoende medewerking verleent; zich aan de arbeids- en re-integratieverplichtingen houdt; op tijd inlichtingen verstrekt. Eén van de verplichtingen die u hebt is het meewerken aan uw re-integratietraject. Als u dat niet of niet naar behoren doet, kan aan u een maatregel worden opgelegd. Dit betekent een tijdelijke verlaging van uw uitkering. De hoogte en duur van de verlaging zijn vastgelegd in de Maatregelenverordening die u kunt vinden op de website van de gemeente.
5.1.1 Boetes bij fraude Als u een uitkering ontvangt moet u sommige wijzigingen in uw situatie doorgeven aan de uitkeringsinstelling. Het gaat om gegevens die van invloed kunnen zijn op (de hoogte van) uw uitkering. Doet u dat niet of te laat, of geeft u foute gegevens door, dan pleegt u fraude. Hebt u fraude gepleegd en daardoor bijvoorbeeld te veel uitkering ontvangen, dan moet u het te veel ontvangen geld helemaal terugbetalen. Daarnaast krijgt u een boete die net zo hoog is als het bedrag dat u te veel hebt ontvangen aan uitkering. De minimale boete is € 150,00. U krijgt de boete van de uitkerende instelling (SVB, UWV, Belastingdienst/Toeslagen of de gemeente). Zij zijn verplicht u een boete op te leggen.
5.1.2 Boete bij herhaalde fraude Als u voor de tweede keer fraudeert, moet u niet alleen het te veel ontvangen geld terugbetalen, maar krijgt u een boete van anderhalf keer het bedrag dat u onterecht hebt ontvangen. Deze boete wordt ingehouden op uw uitkering. Daarnaast kan de gemeente na de tweede overtreding uw uitkering maximaal 3 maanden stopzetten.
19 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
6 Onderzoeken Als u een uitkering ontvangt, krijgt u te maken met een aantal onderzoeken. Zowel bij aanvang van de uitkering als tussentijds vinden er onderzoeken plaats en hebt u contact met uw consulent(en) De gemeente controleert met enige regelmaat of u uw uitkering nog terecht ontvangt. Zo heeft de gemeente inzage in bestanden van onder andere de Belastingdienst en het Inlichtingenbureau van het Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid. Daarnaast kan de gemeente ook bij u zelf gegevens opvragen. De gemeente voert deze onderzoeken niet willekeurig uit. De momenten van onderzoeken naar de rechtmatigheid en doelmatigheid zijn periodiek vastgestelde momenten. Het kan natuurlijk voorkomen dat een consulent vaker informatie opvraagt of u vaker wil spreken. U bent dan verplicht om daaraan gehoor te geven. Toezichthouder De gemeente heeft een aantal medewerkers aangewezen als toezichthouder. Deze personen hebben hiervoor een speciaal legitimatiebewijs ontvangen. De toezichthouder moet toezicht houden op naleving van de regels van de Participatiewet (PW), Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemers (IOAW), Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (IOAZ). Om deze taak te kunnen uitvoeren is het de toezichthouder toegestaan om buiten u om informatie te krijgen van derden zodat het recht op uitkering kan worden vastgesteld. De toezichthouder mag: plaatsen betreden, bijvoorbeeld de plaats waar iemand werkt; zich laten vergezellen door een andere persoon; inlichtingen vorderen; medewerking vorderen; inzage vorderen in zakelijke gegevens, kopieën maken en/of stukken meenemen; onderzoeken en monsters nemen; inzage van een identiteitsbewijs van personen vorderen. De bevoegdheden van de toezichthouder zijn vastgelegd in de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) artikel 5:15 tot 5:20
20 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
7 Hoe gaan we met elkaar om? Huis- en gedragsregels van de gemeente Bezoekers van het gemeentehuis moeten de volgende huis- en gedragsregels in acht nemen: Het is bezoekers niet toegestaan: verbaal of fysiek geweld te gebruiken in welke vorm dan ook; overlast gevend of aanstootgevend gedrag te vertonen; seksueel getinte opmerkingen te maken of handtastelijk te worden; discriminerende opmerkingen van welke aard dan ook te maken; te intimideren op welke manier dan ook; slag- , steek- of vuurwapens of ander potentieel schade toebrengend gereedschap mee te brengen; alcohol of drugs of iets soortgelijks te gebruiken, dan wel te roken op andere dan daarvoor uitdrukkelijk aangewezen plaatsen; onder invloed van alcohol of drugs het gemeentehuis te betreden; huisdieren mee te nemen, met uitzondering van geleidehonden. Elke bezoeker is verplicht: zich respectvol te gedragen naar een medewerker; aanwijzingen van een medewerker op te volgen; zich te legitimeren als een medewerker daarom verzoekt. Ook buiten het gemeentehuis moet elke bezoeker deze regels in acht nemen bij contacten met medewerkers van de gemeente. Sancties: Een bezoeker die zich niet houdt aan deze regels kan worden geconfronteerd met: verwijdering uit het gemeentehuis; aangifte van een strafbaar feit bij de politie; verhaal van de schade; ontzegging van de toegang tot het gemeentehuis gedurende een bepaalde periode; verlaging van de uitkering gedurende een bepaalde periode.
21 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
8 Bent u niet tevreden? 8.1 Klachten De gemeente probeert haar taken klantgericht uit te voeren. Toch kunt u ontevreden zijn over het optreden van een medewerker of bestuurder. Hebt u hierover een klacht? Laat het ons dan weten, dat is uw recht! Het geeft de gemeente de kans uw klacht op te lossen en de dienstverlening te verbeteren. Als u een klacht hebt, kunt u deze richten aan de gemeente (voor contactgegevens zie hoofdstuk 9).
8.2 Bezwaar en beroep Als u het niet eens bent met een beslissing van de gemeente kunt u hier bezwaar tegen maken. Dit kan ook als u vindt dat u te lang op een beslissing hebt moeten wachten. De wettelijke termijn voor de afhandeling van een uitkeringsaanvraag is acht weken. Dit betekent dat de gemeente binnen deze periode een beslissing moet hebben genomen. U dient uw bezwaar in bij het College van Burgemeester en Wethouders. U doet dit schriftelijk en binnen zes weken na ontvangst van de beslissing. In de gemeente behandelt een bezwarencommissie uw bezwaar. Deze commissie geeft een advies over het bezwaar aan het College. Het College beslist daarna. Als u het niet eens bent met het nieuwe besluit van het College, kunt u binnen zes weken in beroep gaan bij de rechtbank. De rechter zal dan een oordeel over de situatie geven.
8.3 Dwangsom Als u een aanvraag of een bezwaarschrift hebt ingediend doet de gemeente er natuurlijk alles aan om uw aanvraag of bezwaar goed af te handelen én u op tijd een beslissing te sturen. Mocht dit onverhoopt niet lukken, dan hebt u recht op een vergoeding. Als u niet op tijd een beslissing hebt gekregen kunt u een beroep doen op de Wet dwangsom. U kunt een vergoeding vragen door een brief te sturen. Daarin moet u het volgende opnemen: naam en adres; datum waarop u de brief schrijft; omschrijving van de aanvraag of bezwaarschrift; datum en nummer van de ontvangstbevestiging die u hebt gekregen; nummer van de rekening waarop de vergoeding kan worden overgemaakt; uw handtekening. Deze brief kunt u sturen naar de gemeente (voor contactgegevens zie hoofdstuk 9). Na het ontvangen van de brief heeft de gemeente twee weken de tijd om een beslissing te nemen.
8.4 Nog vragen? Hebt u naar aanleiding van de informatie nog vragen? Neem dan contact op met uw consulent(en). Zij helpen u graag. Daarnaast kunt u bij het gemeentehuis folders krijgen met in22 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
formatie over diverse onderwerpen op het gebied van de gemeente. Ook op de website van de gemeente en het ministerie (www.szw.nl) vindt u meer informatie. Een aantal handige adressen en telefoonnummers hebben we voor u op een rijtje gezet.
23 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
9 Informatie en contactgegevens Informatie over de bereikbaarheid van de Gemeente Nuenen Bezoekadres: Jan van Schijnveltlaan 2, 5671 CK Nuenen, Tel 040 2631631 Postadres: Postbus 10 000, 5670 GA Nuenen e-mail:
[email protected] website: www.nuenen.nl Openingstijden Wanneer u langs wilt komen, op het gemeentehuis, voor een dienst, informatie of een verzoek kunt u een afspraak maken. (040 2631631: www.nuenen.nl). Medewerkers zijn dagelijks tijdens telefonisch spreekuur te bereiken van 9:00-10:00 uur (040 2631631). Ook kan er voor een persoonlijk contact met een consulent een afspraak worden gemaakt. Overige belangrijke adressen / telefoonnummers UWV Werkbedrijf Werkplein Mercado, Smalle Haven 109-111, 5611 EH Eindhoven 040 8514000 www.werk.nl en www.uwv.nl Voor aanvragen van een DigiD: www.digid.nl Belastingdienst, www.belastingdienst.nl , tel. 0800-0543 Kinderbijslag (Sociale VerzekeringsBank), www.svb.nl , tel. 024-3431020 Zorgverzekeraar VGZ telefoonnummer 0900-8490 (lokaal tarief). http://www.vgz.nl/zorgverzekering/gemeentepakket Voor meer informatie over wet- en regelgeving/voorzieningen www.wetten.nl www.rijksoverheid.nl www.szw.nl Terug naar School: www.straks.nu Voor inzicht in uw geldzaken: www.nibud.nl Nuenen c.a. Centrum Maatschappelijke Deelname (CMD) Hulp en advies nodig over opvoeding van uw kind, omgaan met geld, dagbesteding, zelfstandig blijven wonen, vrijwilligerswerk of mantelzorg? Dan is er in Nuenen één plaats voor al uw vragen: het Centrum Maatschappelijke Deelname (CMD). U kunt tijdens openingstijden altijd even binnenlopen! Adres:
Berg 22c
Telefoon: (040) 283 16 75 E-mail:
[email protected]
Open:
maandag t/m donderdag 08.30-16.00 uur, vrijdag 08.30-12.30 uur.
Eén aanspreekpunt Voorheen moest u met uw vragen op het gebied van zorg, opvoeding en inkomen naar verschillende plaatsen. Dat wil de gemeente Nuenen niet meer. Bij het Centrum 24 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014
Maatschappelijke Deelname (CMD) heeft u één aanspreekpunt. Samen met deze vast medewerker kijkt u naar uw situatie en zorgvraag. Uw vraag staat centraal. Ook uw huisarts, de school van uw kind of een andere instantie kan u adviseren contact op te nemen met het CMD. Ondersteuning op maat Met de medewerker van het CMD bespreekt u wat u zelf of met behulp van familie, vrienden, buren en kennissen kunt doen. Lukt het niet om uw problemen zelf of met uw omgeving op te lossen? Dan ondersteunt het CMD u. Bijvoorbeeld bij het bekijken van de mogelijkheden van dagbesteding, een cursus opvoedondersteuning of een woningaanpassing. Heeft u specialistische hulp nodig? De medewerkers van het CMD, die goede contacten hebben met gespecialiseerde hulpverleners zoals jeugden thuiszorginstellingen, begeleiden u graag.
Welzijn/maatschappelijke dienstverlening: Lev groep : www.levgroep.nl Adviesraad sociaal beleid:
[email protected] Stichting Plusminus: Een vrijwilliger van Plusminus komt bij u op huisbezoek en geeft voorlichting over allerlei regelingen waar u mogelijk gebruik van kunt maken. Zij helpen u ook met het invullen van formulieren en bemiddelen met hulpverlenende instanties. Stichting Leergeld Nuenen: www.leergeld.nl Jeugdsportfonds Nuenen: www.jeugdsportfonds.nl Voedselbank Nuenen: www.voedselbanknuenen.nl Woningbouw Helpt Elkander, Vincent van Goghstraat 78, 5671 GZ Nuenen (040) 283 45 08 www.helpt-elkander.nl
25 Aan de inhoud van deze informatiefolder kunnen geen rechten worden ontleend. (Druk)fouten voorbehouden. Versie: Januari 2014