CHINA
V.O.L.S. 2008
1
Wat staat er zoal in het verslagenboekje van onze reis naar China : Dag
Vrij. 25 + Za. 26 april Zo. 27 april Ma. 28 april Di. 29 april Wo. 30 april Do. 1 mei Vrij. 2 mei Za. 3 mei Zo. 4 mei Ma. 5 mei Di. 6 mei Wo. 7 mei Do. 8 mei Vrij. 9 mei Za. 10 mei Zo. 11 mei Ma. 12 mei
Auteur Voorwoord
John
Vlucht Schiphol – Shanghai – Suzhou Suzhou – Hangzou Hangzou – Zhoushuang – Shanghai Shanghai – nachttrein naar Beijing Beijing – Verboden Stad Beijing – Grote Muur - Chinese opera Beijing - excursies – nachttrein Xi’an Xi’an – Terracotaleger – “dumping diner” Xi’an stadsbezichtiging – nachttrein Lanzhou Lanzhou - Binglingsi Bingingsi - Xining Xining – tempel Ta’er Si Xining - Lanzhou Lanzhou – Chengdu- dag van de Panda’s Chengdu – Emei – Emei Shan Eimei Shan – Leshan Chengdu – vlucht naar Nederland Aardbeving vanuit het vliegtuig. Deelnemerslijst Chinareis 2008.
Thea Marianne Ger Henk Bernadette Wilfred Magda Mart Mariëtte + Mia Ger Claire Jo Dan Nicol Luc John Mariëlle
Blz. 2 6 11 19 29 41 49 55 60 69 74 86 97 107 116 122 137 149 154 156
Beeldverslag (film) : Wiel Brepoels. Fotoverslag : Marjo en Jos Degens. Verslagenboekje en lay out : John Pennings Foto’s : Jos Degens, Jo Eggen, Theo Goebbels, Henk de Heus, Angela Janssen, Dan Lumeij, Wilfred Nijssen, John Pennings, Ger Smeets, Mart Theeuwen, Marianne Van de Berg.
2
Voorwoord. Onvoorstelbaar ! V.O.L.S. gaat in 2008 naar China. De aantrekkingskracht van China heeft het aantal bezoekers fors doen toenemen. Volgens de Wereld Toerisme Organisatie is China in 2020 de populairste reisbestemming ter wereld. Iedereen die China bezoekt is onder de indruk van de schoonheid van de Chinese bezienswaardigheden. Onze reis brengt ons oog in oog met de Chinese wereldwonderen. We wandelen over de Chinese Muur en bewonderen de paleizen van de Verboden Stad in Beijing. Een leger van terracotta soldaten wacht ons op in de oude keizerstad Xi’an en in Shanghai ervaren we het wervelende leven van een wereldstad. Onderweg verblijven we op het platte land ; groene rijstterrassen, mistige bergpieken, vrouwen in klederdracht. Kan het idyllische ?
We gaan eerst naar Suzhou, een netwerk van grachten, bruggen en aan het water gelegen huizen. Dan gaan we naar Hangzhou, in de Middeleeuwen bekend als het Paradijs op aarde en door Marco Polo de hemel in geprezen als “de Hemelse Stad, de prachtigste van de wereld”. Verder naar Zhouzhuang, waar we tijdens een boottocht zullen genieten van de charmante oude stad. Van hier uit gaan we naar Shanghai, de grootste en meest dynamische stad van China. Sommige steden worden altijd geassocieerd met één enkel markant gegeven. In het geval van Shanghai is dat de Bund. De Bund (Zhongstan Lu) was het kloppend hart van het koloniale Shanghai. De hotels, banken, kantoren en clubs aan de boulevard, die uitkijken op de rivier Huangpu, zijn de grootse symbolen van het Westerse imperialisme. Nu gaan we drie dagen naar Beijing (Peking) de hoofdstad van de Volksrepubliek China. Beijing is een microkosmos van het moderne China en al zijn tegenstellingen, een levendige
3 mengeling van rijke consumenten, trendy jongeren, bedelaars en politieagenten. Er zijn veel bars en cafés en het amusement varieert van traditionele Beijing-opera en spectaculaire circusnummers tot moderne jazz en zelfs rauwe punkclubs. We gaan hier in Beijing heel veel bekijken : het Tianán Men-plein, de Verboden Stad, de tempel van de Hemel, de Koeienstraatmoskee, het Zomerpaleis, de Chinese Muur en nog veel meer.
Vanuit Beijing nemen we de nachttrein (softsleeper = vierpersoonsslaapcoupé) naar Xi’an, waar we natuurlijk het beroemde Terracottaleger willen gaan bekijken.
4 De fraaie rijen levensgrote aardewerken beelden van gele klei zijn gemaakt om het graf van Qin Shi Huangdi, de despoot die China meer dan 2200 jaar geleden verenigde, te bewaken. Bij opgravingen kwamen drie putten aan het licht met meer dan 7000 soldaten. Hier blijven we 2 dagen en dan zouden we naar Xiahe gaan.. Het bezoek aan het Labrangklooster gaat niet door, omdat de monniken tegen de Chinese regering in opstand zijn gekomen en alle excursies richting Xiahe kunnen niet doorgaan (verboden). Wij zullen naar een ander klooster gaan dat gelijkwaardig is aan het Labrang-klooster. Wel zullen we een bezoek brengen aan de Bingling Si grotten, heilige grotten met honderden Boeddha beelden. Op dag 15 vliegen we van Lanzhou naar Chengdu, de hoofdstad van Sichuan. Een moderne stad met een ontspannen sfeer en veel oude tempels. Hier brengen we ook een bezoek aan het Grote Panda Onderzoekcentrum. Met twee bussen gaan we verder naar het dorp Emei en de heilige berg Emei Shan. De hellingen van deze berg zijn bezaaid met kloosters en heiligdommen. De Emei Shan is ook een botanische schatkamer die 3200 plantensoorten herbergt. LET OP DE APEN ! Verder met de bussen naar Le Shan waar een 71 meter hoge Dafo (Grote Boeddha) is uitgehouwen in rode zandsteen. Hier staan ook nog vele prachtige tempels die met de Dafo verbonden zijn door de oude, deels overkapte, Haoshang brug.
5 Onze reis zit er weer op. Vanuit Chengdu vliegen we terug naar Schiphol. Tenminste dat dachten we. Toen het vliegtuig aanzette om te vertrekken, rommelde de aarde. Het was net of we over enkele verhogingen reden. Na enkele minuten vertelde de gezagvoerder, dat er een aardbeving had plaatsgevonden met een kracht van 7,9 op de schaal van Richter. Het epicentrum van deze aardbeving lag 100 km ten westen van Chengdu, precies daar waar wij ons een dag eerder bevonden. Een uur nadat wij de vertrekhal te Chengdu verlaten hadden, stortte een gedeelte van deze vertrekhal in en sprongen alle ruiten. Gelukkig weigerde onze gezagvoeder om de passagiers van ons vliegtuig uit te laten stappen. Dat was ons derde geluk, want de passagiers van de andere vliegtuigen werden nadat ze uitgestapt waren naar een stadion vervoerd en zijn daar enkele dagen moeten blijven. Onze groep had dus minstens drie engelbewaarders. Na negen uur in het vliegtuig doorgebracht te hebben, mochten we eindelijk opstijgen. Omdat de bemanning niet zoveel uren achter elkaar mocht werken moesten we via Helsinki vliegen, waar een nieuwe crew de taken overnam. Zodoende kwamen we pas dinsdagmorgen vroeg op Schiphol aan. Een mooie, maar ook wel vermoeiende, reis was toch nog goed afgelopen. John Pennings.
6
Vrijdag en zaterdag 25 en 26 april. Het vertrek – vlucht Schiphol – Shanghai – Suzhou. Ik slaap heel erg onrustig en het helpt niet als ik mezelf streng toespreek. Het leger mieren wenst geen omweg te nemen en zo moet alles door mijn hoofd om vervolgens een nog grotere mierenhoop te maken. Niet bepaald uitgerust sta ik dus even voor zeven uur op om nog met Jef koffie te drinken. Jef zou best meewillen om even in Beijing rond te kijken naar de bouwdrift die hij in 1998 heeft waargenomen, voor de rest niet. Deze reis begint niet met een afscheid aan de bus maar in de vroege ochtend thuis, omdat Jef vandaag samen met zijn broers een bezoek brengt aan zijn zus Gin die in Voorburg woont. (Nog even vragen: sleutel, geld, papieren met alle adressen en telefoonnummers?) Veel plezier!!! En tot gauw en ik bel als het kan, geen nieuws is goed nieuws! Ik heb ruim de tijd om te douchen want mijn koffer is gepakt. Marie-José heeft gezegd dat ik niet veel kleren nodig heb en alles is er te koop. Ik besluit mijn koffer nog eens kritisch te bekijken en haal er een jas, een trui en een paar schoenen uit. De vragen van afgelopen nacht houden me nu ook weer bezig. En ja, het is natuurlijk heel raar dat ik dit jaar niet echt aan iedereen uitbundig heb verteld dat ik op vakantie naar China ga. Zeg je China dan komt er immers meteen een ongewilde discussie op gang: Olympische Spelen, mensenrechten, Tibet, economische groei ten koste van ……..(ons?) etc. etc. Natuurlijk moeten die vragen gesteld worden en moeten mensenrechten bespreekbaar zijn, maar had dit niet eerder moeten gebeuren? Volgens mij al in de fase dat men overweegt om de Olympische Spelen in 2008 in China te houden. Als het besluit definitief is, is het toch moeilijk om het terug te draaien en bereiken we wat we willen bereiken als we dat op deze wijze doen? Ik heb hier geen antwoorden op en vragen, vragen des te meer! En die discussies wil ik nu niet aangaan. En soms is zwijgen dan intenser. Ik denk deze laatste weken vaker aan dat oude Chinees gezegde dat luidt: “bedenk dat hetgeen je gaat zeggen mooier moet zijn dan de stilte die er anders zou zijn”. Met een grote beker koffie ga ik voor het raam zitten en kijk naar de jeugd die naar school gaat en naar de tulpen die twijfelend hun hoofd boven de grond steken. Ik hoop dat onze blauwe regen me bloeiend verwelkomt als ik thuiskom. Yvonne en Jo komen me rond kwart voor twaalf ophalen. Bij het busstation aangekomen zien we dat iedereen er al is en ontzettende zin heeft om aan de reis te beginnen. De bus komt weldra en de chauffeur moppert over de “grote koffers” en deelt mede dat het tijd wordt om een maximale koffermaat te hanteren! Onze John telt, iedereen is er en we vertrekken richting Heerlen, Eindhoven en zonder file arriveren we ruimschoots op tijd op Schiphol. En ziedaar: onze John, behulpzaam zoals altijd en zonder te “knoteren” helpt iedereen die graag geholpen wil worden met het elektronisch inschepen (Belgische woorden spreken mij toch wel vaker meer aan; niet corrigeren graag!). We gaan winkelen met gesloten beurzen. Kijken wat het parfum kost en vergelijken met China, want daar is die vast goedkoper: welnu laat die nu in China duurder zijn! We kopen op advies van John, na een tip van Wilfred, de National Geographic van de maand mei die helemaal over China gaat. Ik zoek Jo maar kan hem niet vinden, want ik wil koffie drinken
7 daar waar hij het lekkerst is! Niet te vinden en Miel vraagt of ik in het Rijks Museum geweest ben? Neen, wel even doen hoor. Dus: even kijken naar de kleine collectie uit het Rijks Museum en dan is het toch van Gogh die mij het meest aanspreekt.
We gaan richting vliegtuig en we beginnen aan de vliegreis van zo’n 10 uur? Ik hou me eigenlijk nooit zo bezig met uren en tijden. Je overgeven is volgens mij het simpelst en volgens mij werkt dat het beste. Als je dat doet gaat volgens mij alles sneller voorbij. Keurig volgens schema landen we in Shanghai. En ik, ik ben ontzettend benieuwd !
8
We zijn vrij snel door de douanecontrole en op naar de koffers. Die lopen al op de band en de drugshonden snuffelen er, zonder succes, op los. Dan op naar de bus. Jason staat ons op te wachten. Jason? Wat is zijn Chinese naam? En waarom geef je je eigen naam op voor een westerse naam? Zou ik dat doen? Vast niet! De bus ziet er prima uit en de koffers, die gaan er allemaal in! We rijden weg van de luchthaven en ik weet niet wat ik zie. Jo en ik kijken elkaar aan, kijken naar buiten, naar links en rechts en plots suist er een zweeftrein voorbij, richting luchthaven. In München praten ze er al jaren over en is net besloten dat hij er niet komt en hier, hier is hij gewoon en er wordt niet over gepraat, of toch wel ?
We zien alleen zogenaamde “dikke auto’s” of taxi’s. De middenklasse en/of kleine auto is hier niet te zien. De wegen draaien over elkaar heen en misschien is een tochtje Shanghai iets voor Rijks Waterstaat? De gebouwen stralen de bouwdrift inderdaad uit! Ik ben verbaasd en verwonderd over de moderne architectuur. En binnen 10 minuten ben ik helemaal in de war. Ik ben verkeerd, niet goed, voorbereid. Natuurlijk weet ik dat het huidige China anders is dan: het China van de missieoptocht van vroeger; mensen met een geel gezicht en een ronde strooien hoed met vlecht eraan op hun hoofd; het China van The Last Empire; het China van de Culturele Revolutie; het China van Mao Zedong;
9 het China van de gewelddadige ontruiming van het plein van de Hemelse Vrede. Maar wat ik nu zie past toch niet bij mijn beeld, mijn voorbereiding. Al kijkend komt er steeds meer nieuwe andere informatie op me af en tegelijkertijd even zoveel vragen. Hoeveel mensen wonen hier? Dat is toch wel een essentiële vraag en die vraag bepaalt tegelijkertijd heel veel. We blijven hier niet .We zijn op doorreis naar Hangzou, maar we komen terug. Dat moet ook wel, want hier , hier wil ik toch wel even lopen, kijken en voelen. Maar eerst gaan we van Hangzou genieten. En in de loop van mijn reis door China is het misschien, heel misschien mogelijk dat er een paar antwoorden komen op de vele vragen die ik heb. En is het misschien mogelijk nog iets van traditie tegen te komen, die de modernisering heeft weerstaan. Al weet ik dat we niet komen in het Moso-gebied, gelegen in het Lugumeer-gebied:. Boek: Het land van de dochters, Yang Erche Namu (het lezen waard!) En heel misschien kan ik bij thuiskomst de discussies over China, die ongetwijfeld nog komen,aan! Weet ik er raad mee! Thea Bormans.
10
11
Zondag 27 april. Suzhou – Hangzou. We hebben heerlijk geslapen in het New City Garden Hotel in Suzhou. De bedden in China zijn hard maar daar zullen onze ruggen wel aan wennen. Het ontbijt laten we ons goed smaken, een heel uitgebreid buffet voor elk wat wils. .John loopt zoekend en mompelend rond. Op mijn vraag wat hij zoekt zegt hij: Ik kan nergens de slagroom s vinden ???!!!. Dat onze medereizigers met van alles rekening houden blijkt als Gerrie merkt dat ze een beetje geknoeid heeft op haar T shirt. Anne Marie staat meteen al klaar met een vlekkendoekje. Vlek weg, ook zonder Meister Propper. Jason onze gids die alles quicky wil doen en ons steeds maar maant tot spoed en doorlopen vertelt in de bus het programma van vandaag. We bezoeken verschillende Gardens (very crowdy) voegt hij er aan toe, een zijdefabriek en maken een boottocht op het kanaal van de stad. Hij legt uit waarom we hier in deze stad zoveel mooie tuinen aantreffen.. 1. Het weer is hier prima en er is veel water. 2. Er is Lime |(kalk) steen aanwezig. Een wezenlijk onderdeel nodig voor het decoreren van de tuinen. 3. Veel rijke mensen hebben dit gebied gekozen als hun verblijfplaats. 4. De bewoners hebben een Peacefull Mind. Jason verlaat quick de bus bij de eerste Garden en begint al te lopen. Follow me please zegt hij nog. Iedereen ligt in een deuk als hij helemaal alleen met zijn vlag vooruit snelt,terwijl 2/3 van ons gezelschap de bus nog moet verlaten. Tenslotte vinden we elkaar toch terug bij de ingang van de Lingering Garden. De tuin is heel mooi aangelegd, zoals alleen Chinezen of Japanners dit kunnen, vind ik. Mooie plekjes waar je stil kunt zijn. Een tuin is voor een Chinees een plek van harmonie en evenwicht, een manier om de wereld te vatten in een bepaalde symboliek. Het ontwerp berust op een versmelting van twee ideeën uit de Taoïstische Filosofie: de allesomvattende natuur en rust. Het opgaan in de natuur in afgezonderde meditatie leidde tot verlichting. Daarom liet de rijke en geschoolde Chinees in de stad een privé natuurtuin aanleggen. De tuin ademt een poëtische en schilderachtige sfeer en wil, hoewel volkomen kunstmatig, met een natuurgetrouwe weergave de natuur overtreffen. Je hebt water, gesteente, planten en architectuur nodig.
12
Veel te snel gaan we verder naar de volgende Garden, de tuin van de Nederige Administrateur. Dit zou de mooiste tuin zijn van de stad. Ik kan alleen maar zeggen, niets is minder waar. Wat een pracht, hier zou je helemaal alleen moeten kunnen lopen. De tuin werd in de 16e eeuw door een gepensioneerde magistraat, Wang Xian Chen, aangelegd en is in de loop van de tijd steeds aangepast en vernieuwd. Steeds weer zie je nieuwe verrassende plekjes, mooie waterpartijen en prachtige paviljoens. Een verademing. Verder met de bus. Rob zegt dat we straks hier, of in Sjanghai naar een zang en dansshow kunnen gaan. We hoeven nu niet te beslissen, denk er maar over. Hij kent ons langer dan vandaag. We besluiten te gaan lunchen. Het Chinese eten ( heel veel altijd) smaakt ons prima en we kunnen er nog ! geen genoeg van krijgen. Na de lunch op naar de zijdefabriek, waar we uitleg krijgen over het hele proces. De Chinezen hebben een wilde moerbeibladerende mot ontdekt die alleen in China leeft. De eitjes worden eerst op 18 graden Celsius gebracht en daarna oplopend tot 25 graden
13
14 Gehouden, waarop zij uitkomen. De zijderupsen worden nu op een constante temperatuur gehouden en dag en nacht eten zij moerbeiblad tot ze groot genoeg zijn om zich in te spinnen. De speekselklieren van de zijderups scheiden een heldere vloeistof af die stolt tot zijden vezels en een gom die de vezels bij elkaar houdt. Wanneer het moment van verpoppen is aangebroken spinnen ze van hun kleverige uitwerpselen een cocon. De poppen worden gestoomd en gaan dood, de gom is opgelost en de zijdevezels van elkaar gescheiden. De losse vezels ( deze kunnen 1- 4 km lang zijn ) worden samen geweven tot een draad.
We volgen het proces in de fabriek en zien hoe handig de medewerkers zijn bij de verwerking na het stomen. De machines draaien volop en we zien hoe prachtige producten ontstaan. Natuurlijk vinden we snel de winkel waar volop gekocht wordt. Ons laatste programmapunt is een boottocht op het Kanaal.
15
16 e aanleg van het Grote Kanaal startte in 486 v.C. Doel was de Yangzi met de Gele Rivier te
verbinden en daardoor de ene hoofdstad met de andere. Duizend jaar zou het duren voordat ’s werelds langste kunstmatige waterweg werd voltooid. Door de veranderende loop van de grillige Gele Rivier en de opkomst van het spoor raakte het Kanaal begin 20e eeuw geleidelijk in verval.
We zien hoe de mensen langs en op het water leven. Een interessante tocht en weer een rustpunt. Een Chinees aan boord probeert ons van alles te verkopen van speelkaarten en hoedjes tot tijgerbalsem toe.
17 Verzamelen bij de bus. Thea heeft niet, of eigenlijk wel, haar dag vandaag. In het zijdemuseum vergeet zij haar fototoestel en op de boot haar zonnebril. Beide komen wonderwel dankzij de H. Antonius bij haar terug. In de bus wordt besloten niet naar de show te gaan en deze uit te stellen tot een later tijdstip. Tijd voor het diner. Alweer heel lekker en veel, hoe doen ze dat toch? En waar laten ze het allemaal? Morgenvroeg vertrek om 8.15 uur. ’s Avonds gaan Wilma,Theo, Jet, Wil, Jo en ik nog even stadten. Maar eerst….willen we toch de 4e etage van ons hotel zien. Een glimp vingen we al op toen de liftdeuren hier opengingen. Wij op weg. Wouw, zeg dat ziet er blits uit. Mooie entourage, muziek, mooie jongens en nog mooiere meisjes en veel deuren. Wilma neemt het initiatief en opent een deur. Al gauw worden we onderschept en vriendelijk maar beslist, naar de lift gedirigeerd. Met onze gemiddelde leeftijd van rond de 61 vallen we toch wel uit de toon. In de lift kregen we de slappe lach toen we beseften, dat we bijna in de Chambres Separees terecht waren gekomen !! Naar buiten maar. Hier krijg je dorst van;waar is een bar of zoiets? Veel winkels, maar niets te drinken. Uiteindelijk vinden we toch iets. Ziet er goed uit en men maakt voor ons het licht aan. De mannen willen bier. Op de kaart wijzen we aan wat we willen, moet geen probleem zijn, toch ???
De serveerster komt terug en zegt. ICE ?? Nee, zeggen wij Beer !! Zij weer ICE ?? Nee, Beer !!
18 Uiteindelijk, na veel ongelovig kijken, brengt ze het bier. O, o … dat is lauw. We maken duidelijk met het bier in de hand, dat het koud moet zijn, door net te doen of we het koud hebben. Zij lacht breeduit en zegt ICE !!!!! Nou zeg , ook voor ons gaat nu het licht aan en we liggen in een deuk. Zo zie je maar, uiteindelijk kom je er wel. Het vocht doet ons goed en we gaan weer richting hotel. We duiken onder de wol en slapen heerlijk, tot morgen! Marianne Van de Berg.
Onze gids Jason. Tellen kon hij niet, was wel een liefje Draaide met zijn kontje als een madeliefje. *** In een boom waren apen aan het kezen Wat vreemd Dat doe je in bed zoals de Chinezen. Waarom zijn er minder apen dan Chinezen Omdat het in bed beter gaat dan in een boom, het kezen. Moraal : Keesden de Chinezen in een boom Dan had je nu geen 1½ miljard van die mafkezen. Emile
19 .Maandag 28 april. Hangzhou – Zhouzhuang - Shanghai. Vandaag hebben we weer een drukke dag voor de boeg. Druk in twee betekenissen. Druk omdat we veel programmapunten hebben en druk omdat we veel Chinezen tegen zullen komen. Eigenlijk vallen de buitenlandse toeristen, als ze er al zijn, nauwelijks op. We zijn een Italiaanse groep tegen gekomen en we zijn een Nederlands gezin gepasseerd, maar verder zien we alleen maar Chinezen. Het geld moet rollen, ook in China, dus de Chinezen die geld hebben gaan allemaal op vakantie. Om kwart voor zeven loopt de wekker af en staan we op. Kwart over acht is het vertrek gepland. Het ontbijt in het hotel is ruim. Alleen voor ons is het aanpassen. Er is wel brood, maar nauwelijks beleg. Met enige improvisatie kunnen we ons goed redden. Een beetje een Chinees ontbijt met bami moet ook kunnen. We hebben de koffers een half uur van tevoren in moeten leveren, zodat ze in de bus geladen kunnen worden. Het is ons al een paar keer opgevallen dat de chauffeur rustig naar het inpakken van de koffers staat te kijken met een sigaret in de mond. Hij zou toch moeten weten hoe de koffers in de bus gestouwd moeten worden, maar daar laat hij steeds de piccolo’s van het hotel voor zorgen. Daarom gaat het inruimen van de koffers niet vlot en volgen er uitgebreide discussies over de betalingswijze van de ruimen. Terwijl wij op vertrek staan te wachten zien we tegenover het hotel op een pleintje een hele groep mensen (paren) danspassen maken. Het lijkt wel line-dancing, want ze maken dezelfde bewegingen. De paren krijgen dansles. Ze dansen heel sierlijk.
Als we opstaan is het bewolkt. Om acht uur komt de zon langzaam door de wolken heen, die staan dan wel al hoog. Eindelijk, om half negen, vertrekken we vanaf het hotel. We zijn in Hangzhou. Hangzhou wordt geroemd om zijn schoonheid. Het is een pittoresk plaatsje met zes miljoen inwoners. Het is dus een grote stad met zijn hebbelijkheden en onhebbelijkheden. De stad wordt geroemd voor zijn West Lake. Het meer is in honderden jaren door verschillende keizers steeds uitgebreid en verfraaid. We gaan over het meer een boottocht maken. Jason vertelt sprookjes. Bij het meer zullen we vooral van de omgeving moeten genieten en dan horen daar ook enkele sprookjes bij. Hij vertelt een sprookje van een witte slang die
20 menselijk en onsterfelijk wil worden. Het verhaal loopt zielig af. Jason vertelt ook het sprookje van de Chinese Romeo en Julia. Ook dit verhaal loopt zielig af. Even voor negen uur melden we ons aan de kade. Er ligt een boot op ons te wachten. We stappen in en we gaan varen. We hadden gehoopt vele mooie foto’s te maken. Dat valt tegen. Het is zeer heiig. Met de zon in de rug is nog wel een foto mogelijk, maar tegen de zon in helemaal niet. We zien een fraaie weg met boogbruggetjes die door het meer loopt. Jason is lyrisch over het meer. Het meer is omringd door bomen. In het verleden lag het meer vol met planten, die zijn er allemaal uitgehaald. Het meer wordt netjes schoon gehouden. Eens per week wordt alle water van het meer ververst. Dan worden er links en rechts wat sluizen open gezet en stroomt de rivier door het meer. Volgens Jason houd je het meer zo gezond en schoon. We betwijfelen dat. We maken een rustig tochtje dat ongeveer drie kwartier duurt. Op een heuvel staat een smalle pagode. Deze is opgericht voor koning Qian Shu in de tiende eeuw, naar aanleiding van zijn onterechte arrestatie door de keizer. Even verder zien we een brede pagode op de Zonsondergangheuvel. Dit is oorspronkelijk ook een pagode uit de tiende eeuw. Van deze pagode, leren we nog het verhaal dat de boeren uit de omgeving geneeskrachtige eigenschappen toeschreven aan de stenen van de pagode. Deze werden dan ook ruim gestolen. De pagode stortte in. Ondertussen is hij weer netjes opgebouwd. Binnenin schijnt zelfs een lift te zitten, zodat de bezoekers eenvoudig naar boven kunnen om van het uitzicht te genieten; als het niet heiig is uiteraard. We kunnen vanaf het meer de stad niet zien liggen. Die ligt geheel in de nevel. We zien alleen wat vage contouren van flatgebouwen. We stappen bij een mooi parkje uit: het Huagang Gongyuan Park. Jason zal ons wel even door het park leiden. Met de vlag voorop en ferme pas gaan we het park in. We zijn natuurlijk niet alleen. Er zijn nog duizenden Chinezen samen met ons onderweg. Vooral een groep senioren met baseball-caps valt ons op. Ze zitten rustig onder een overdekt pad op een bankje uit te rusten van een, ongetwijfeld, enerverende wandeling door het park. In het park zijn mooie doorkijkjes. We zien ook witte en normale pauwen. Er is een fraai huis met een vijver die erom vraagt om gefilmd en gefotografeerd te worden.
21
Nadat we over paden en bruggetjes gelopen hebben komen we bij de uitgang. We hadden verwacht dat de boot er nog zou liggen. Die is al weer vertrokken. We lopen over een weg door het meer terug naar de bus. Er zijn natuurlijk allerlei handelaren die wat kwijt willen.
Vooral enige voorwerpen die lawaai maken vinden aftrek bij de groep. Zo worden er heel schelle fluitjes gekocht. Daar zal bij nacht en ontij op geblazen worden. Het is druk, ook op de bussenparkeerplaats, waar onze bus geen plek heeft gevonden. We moeten even aan de kant van de weg wachten tot de chauffeur ons komt oppikken. Lang leve de mobile telefoon. Om kwart voor elf zitten we in de bus en rijden we de heuvels in. De heuvels liggen aan de westkant van Hangzhou en ze zijn bekend voor de thee. Jason vertelt hele verhalen over de thee. Er zijn verschillende soorten thee. Hangzhou is vooral bekend voor de groene thee en volgens Jason helpt groene thee overal voor of tegen (je kunt het zo gek niet bedenken). Hij besteedt vooral aandacht aan het afvallende karakter van de thee. We zijn de heuvels nog niet in of we zien delen van theeplantages. Ze zijn niet zo groen als op Sri Lanka. Dat heeft te
22 maken met het weer. In Sri Lanka wordt het hele jaar door geplukt en hier in seizoenen. Na de pluk wordt de struik geschoren.
We dachten dat we naar een theefabriek gingen. We gaan echter naar een thee-instituut. Dit instituut ligt in Mei Jia Wu Village. Volgens Jason komt hier de beste thee vandaan. We
beginnen ons bezoek aan het thee-instituut met thee en we eindigen met kralen. Dat benodigd enige uitleg. We starten met een bezoek aan de theeplantage; we staan midden tussen de theestruiken. Daarna wandelen we naar een afdakje waar een man de thee zit te drogen. De thee wordt niet in de zon gedroogd, maar in warme metalen bakken. Met de hand wordt de thee heen en weer bewogen, zodat de thee niet te snel droogt of aanbakt. We krijgen in een ruimte van het instituut, kamer 18, een verkoopdemonstratie over de thee. We kunnen ook ruiken en proeven. Er is thee die geplukt wordt in maart, april, de zomer en de herfst. De thee van maart en april is de beste en de duurste. De voorlichter legt ons ook uit hoe je groene thee zet. Je mag nooit kokend water over de thee gieten, daar er dan allerlei gekke dingen met de thee gebeuren. De juiste temperatuur is 80 tot 85 graden. Groene thee
23 kun je vier keer achter elkaar opschenken van dezelfde blaadjes en als je klaar bent met thee drinken, dan eet je de blaadjes gewoon op. De voorlichter legt uit dat je in het Chinees dan ook geen thee drinkt, maar thee eet. Er wordt ijverig gekocht. We kopen een tweetal bussen van de beste thee en krijgen er een gratis busje bij. We zijn er toch ingetrapt. Het hadden net zo goed dure matrassen of schapenwollen dekens kunnen zijn die overal tegen helpen. We schuifelen door de winkel. Hier verkopen ze niet alleen thee, maar ook kleding, borduursels en uiteindelijk kralen. De koopwoede heeft ondertussen toegeslagen. Er wordt ruim ingekocht. Het is half een en het tijdschema begint, volgens Jason, krap te worden. Jason gaat zelfs zo ver dat hij vooruit belt naar het restaurant zodat alles klaar staat als we er zijn. Als we in het restaurant aankomen, staat inderdaad alles klaar. Het restaurant ligt in een zeer fraai park met een nog mooiere vijver. Het eten is lekker en echt Chinees. Na het eten haasten we ons naar de Lingyin Si Tempel. Vanaf de parkeerplaats naar de tempel zien we voor de eerste keer een paar bedelaars. Ze vallen ons hier op omdat ze gehandicapt zijn. Ze hebben geen handen, een gezwel in de nek en andere zichtbare gebreken. In het park dat we bezoeken zijn twee bezienswaardigheden. Eerst is daar de Feilai Feng (Hierheen Gevlogen Top). Ooit is er een boeddhistische monnik uit India gekomen. Toen de monnik hier aankwam beweerde hij, dat de berg met hem mee was gevlogen. De bewoners geloofden dat niet, waarop de monnik hen aanspoorde om in een grot te gaan kijken en daar zouden ze een witte en een bruine aap zien. Het was zo. Iedereen schijnt nu naar de berg toe te komen omdat hij elk moment kan opstijgen en dat wil men wel mee maken. We zien in de berg een drietal grotten. Op en in de wanden zijn reliëfs van Boeddha en andere aanverwante heiligen aangebracht. In elke grot kun je door aanraken iets regelen. In de eerste grot kun je regelen dat je lekker gaat slapen en in de tweede grot kun je door aanraking je geluk bevorderen.
We wandelen door een vallei omhoog. Het gaat met gezwinde spoed, want we hebben weinig tijd. Er zijn veel reliëfs tegen de rotswanden aangebracht. Jason wijst ons op een lachende Boeddha. Dit is het waarmerk van dit gebied. Altijd als je het over dit park met tempel hebt, zul je dit reliëf terug zien. Zoals altijd is het ook hier ontzettend druk. Er wordt een tweede entreekaartje gekocht. We kunnen de Lingyin Si, een Boeddhatempel, bezoeken. De eerste tempel stond hier al in de vierde eeuw. Na enkele oorlogen en branden is het grootste deel van de tempel nu uit d negentiende en twintigste eeuw. Het is iets minder druk. Dat zal wel komen door het tweede entreekaartje. We betreden de tempel op een groot rechthoekig plein van honderd bij honderdvijftig meter. Aan dit plein en achter de zichtbare tempel liggen tempels met vele Boeddhabeelden en andere, vaak angstwekkende, beelden.
24 Voor de hoofdtempel worden ijverig geurende stokken in brand gestoken en in een bak gestopt. Zo nu en dan worden grote hoeveelheden as verwijderd. Wat opvalt in deze tempel is dat je toch devotie ziet. Dat verwacht je niet Voor de hoofdtempel worden ijverig geurende stokken in brand gestoken en in een bak gestopt. Zo nu en dan worden grote hoeveelheden as verwijderd. Wat opvalt in deze tempel is dat je toch devotie ziet. Dat verwacht je niet van Chinezen. Je verwacht niet dat het een godsdienstig volkje is. Het hele complex ligt mooi tussen de groene bomen in een bos. Als we door de hoofdtempel met het enorme Boeddhabeeld heen lopen komen we bij de volgende tempel, ook weer met grote beelden. Zo gaat dat nog een paar keer door, tot op de top. Niet iedereen haalt het tot daar. Er was een strikte tijd afgesproken dat we terug bij de bus moesten zijn. Ik moet hier eerlijk zijn, dat heb ik niet gehaald, en met mij nog velen. Het was teveel in te korte tijd. We worden echter gerustgesteld met de mededeling dat we nog veel meer tempels zullen zien en wel meer dan ons lief is. De opdracht was om strikt drie uur te vertrekken, dat wordt vijf voor half vier. Als we in de bus zitten en onderweg zijn doen hele zakken snoep de ronde. We worden overvoerd met snoepjes en dropjes. Hier dient ook vermeld te worden dat we trots op Dan
25
kunnen zijn. Hij heeft in de bus voor de eerste keer een sms-je verstuurd, bericht terug ontvangen en het kunnen lezen, en daarna een antwoordbericht gestuurd. Het is geweldig. Proficiat Dan. Hij is trots op zich zelf. Jason licht de begintijden van de school toe. De basisschool begint hier meestal om zeven uur, dan lezen de leerlingen wat en om kwart voor acht begint de echte les. Afhankelijk van het type school gaat de lestijd korter of langer door. De universiteit is al helemaal gemakkelijk. Als je de examens maar haalt, dan is het goed. Om half vijf is er een plasstop en kunnen we onze benen strekken. We zitten op de snelweg. We hebben meer dan een uur nodig gehad om ons door Hangzhou te worstelen, van het ene stoplicht naar het andere. We hadden eigenlijk om zes uur in Shanghai willen zijn. Dat halen we bij lange na niet. Als we onderweg zijn geeft Rob een inleiding op morgen. We gaan vele dingen doen. Het is nog maar de vraag of het allemaal lukt. Het is zes uur als we Shanghai binnen rijden. In de buitenwijken liggen enorme wooncomplexen (flats) en zo hier en daar zien we een fabriek. Het is overal schoon en opgeruimd. Vanaf de snelweg zie je geen rotzooi. In de bus ontstaat enige discussie over het verloop van de middag. Er wordt besloten om eerst te gaan dineren. Er is een deel van een boot afgehuurd op de rivier Huangpu aan de Bund. We worstelen ons van het ene klaverblad naar het andere. We hebben er behoorlijk wat tijd voor nodig. Het uitzicht vanaf de boot, Huangpu River View Restaurant, is prachtig. Aan de overkant ligt Pudong. De moderne gebouwen van Pudong zijn allemaal verlicht met reclame-uitingen. We
26
zien ook de beroemde Oriental Pearl TV Tower staan. De Bund is bekend door de grote koloniale kantoren en hotels die er staan. Er is weinig van te zien, want de gebouwen zijn niet belicht (besparing naar aanleiding van de energieproblemen als gevolg van de zware winter). Nadat we van een lekker diner genoten hebben, gaan we nog even over de promenade van de Bund lopen. Het is druk, terwijl het toch geen zondag is. We mengen ons onder de mensen van Shanghai. Zo nu en dan varen er felverlichte passagiersboten langs en dan weer onverlichte vrachtboten. Nadat we van de lampjes aan de overkant genoten hebben, wandelen we terug naar de bus en rijden we naar het Shanghai Hotel. Het hotel heeft ontelbare verdiepingen, een grote luxueuze hal en fraaie kamers. Snel onder de douche en kijken of we nog ergens een pilsje kunnen drinken. De groep splitst zich. Een deel gaat naar de uitgaanswijk bij het centrale plein en een deel maakt nog even een korte wandeling in de buurt van het hotel. We sluiten de avond af in de bar van het hotel. Ger Smeets.
27
28
29
Dinsdag 29 april. Shanghai - Stad van Superlatieven – Nachttrein naar Beijing. Om 0.01 uur, want vanaf dat moment moeten we schrijven zegt John, kregen we in de lobby van het Shanghai-hotel onze tweede fles witte Dynasty-wijn. In de koeler natuurlijk, en met veel sjingzangpingpang. Maar voor € 20,00 mag dat ook wel. Magda, Jo, Yola en ik waren de gelukkigen. Aan een andere tafel zaten de notoire ‘doordrinkers’, we noemen geen namen, en toen we aankondigden om met het verslag te starten, werd het heel beschaafd aan die kant. Na mijn traditionele ochtendfoto uit het raam van onze kamer bracht de bus ons naar het Shanghai-museum. Inderdaad, kunnen we nu zeggen: het mooiste museum van China.
De vorm van het gebouw is als het Chinese geloof: de bovenkant is rond als de hemel, de onderkant vierkant als de aarde. Er zijn vele verbluffend mooie voorwerpen te zien. We kochten er 4 boekenleggers en dronken er 2 capuccino: de koffie bleek net zo duur als de souvenirs te zijn.
30
31
Daarna terug naar de Bund, maar nu overdag. En weer met de bus tussen en langs de wolkenkrabbers door, soms 1 soms 2 soms 3 niveau’s aan autowegen hoog en steeds weer de oh’s en ah’s over de symbolen van het nieuwe Chinese kapitalisme: skyscrapers in alle maten, kleuren en materialen, maar allemaal nieuw en trots
32 hun punten naar de hemel stekend. We hebben best wat wereldsteden gezien, maar dit alles wordt qua architectuur, aantal, omvang en schoonheid ruimschoots door Shanghai geslagen. We hadden ons van alles voorgesteld, maar niet DIT en niet HIER.
Op de Bund, de wandelpromenade langs de rivier, hadden ze ons meteen te pakken. De souvenirklevers, vriendelijk maar talrijk en volhoudend, hadden direct succes. Wij trouwens ook, vonden we, want we pingelden liefst 6 in plaats van 3 Tibetaanse schorten voor € 10,00
33 in onze Lidl-tuut. Missie geslaagd. Op naar het Peace-hotel nu. Memorabele historie uit de tijd van de Franse en Engelse invloed in Shanghai. Jammer dus, het hotel werd gerenoveerd, en was er ook duidelijk aan toe. Dus ging het richting winkelstraat daarachter. Dank zij een tip van Gerda, en onvrijwillig begeleid door een paar Chinezen die tipgeld roken, raakten we in een 2-hoog achteraf winkeltje met tassen. Allemaal “merktassen” natuurlijk, made in China. Yola zou een Vuitton meebrengen voor een vriendin en zag direct een leuke. 620 yuan dus. Nee, zei Yola, 200! De verkoopster sloeg haar handen voor haar ogen, begon overtuigend te kreunen, riep waarschijnlijk een stel verwensingen in het rond en typte toen 560 op de calculator. Nee hoor, 200, riep mijn wederhelft, meer geef ik echt niet. We besparen u de rest, u heeft het vast ook meegemaakt en verlieten vriendelijk groetend de zaak via 2 trappen. Toen we bijna op straat stonden kreeg Yola haar tasje toch ineens voor 200 yuan in handen gedrukt. Nou ja, zoveel succes maakt dorstig en toen vonden we toch een fantastisch westers terrasje op de Bund, helemaal op het eind en recht tegenover de tv-toren. En daar hadden ze toch lekker koud bier!! Het was een van de heerlijkste momenten van de hele reis.
De plicht riep, d.w.z. het volgende programmapunt, en dat was een bezoek aan de Jin Mao Tower, nog de op 3 na hoogste ter wereld met zijn 420,5 meter en zijn 88 verdiepingen. We suisden naar boven en hadden een prachtig zicht op de foggy stad beneden ons.
34 Het entreekaartje kon je boven inwisselen tegen een echte parel die, waar je bij stond, uit een schelp werd getoverd. Je kon hem natuurlijk zo meenemen, maar voor € 15,00 werd hij ter plekke in een kettinkje gehangen. Yola vond er niks aan. Toen was het tijd voor onze haast dagelijkse tempel. Eentje van bijzondere pracht en dito drukte. Namelijk de tempel met de jade boeddha en een schitterende liggende boeddha. We troffen het dat de monniken net hun gezangen aanhieven toen we er waren. Het was best indrukwekkend.
35
Ons dagelijkse groepsdiner was in de bijzondere ambiance van Thaise sferen. Helaas was de kwaliteit van het eten omgekeerd evenredig aan de schoonheid van de dansen en die van onze tafeldames (we zijn ons bewust dat die mening niet door ieder gedeeld wordt, althans wat het eten betreft!).
36
De dag was dus al (weer) een aaneenschakeling van bijzondere impressies, maar het zou nog niet ophouden voor onze reporters: onze eerste nachttrein, die van Shanghai naar Beijing, stond op ons te wachten. Iedereen benieuwd natuurlijk hoe dat zou zijn! Om te beginnen een georganiseerde chaos: we drongen ons met duizenden Chinezen door een stel poortjes, gooiden de koffers door de scanner, waar verder niemand naar keek, en belandden uiteindelijk na een hoop geschreeuw toch op het goede perron en bij de goede trein. Een luxe zogezegd, want het zag er allemaal keurig netjes en schoon uit. En: er was een bar-rijtuig bij! Tsja, en dan kent het geluk van de VOLS-groep geen grenzen meer. Uiteindelijk waren we er met bijna (?) allen en werkten het complete repertoire van Hollandse smartlappen en volksliederen af. Het charmante volharden van Martha bracht ook een stel Franse studenten in ons midden
37 en tenslotte zelfs een paar moedige Chinezen. In hartje China hebben we daar uit volle borst en met de hand op ons hart de Limburgse volkscultuur geïmplementeerd. Het was ontroerend! En de drank was op! En uw reporters om kwart voor 12 de allerlaatsten! Wat een dag !! Yola en Henk.
38
39
40
41
Woensdag 30 april. Beijing – Verboden Stad. Na de dolle avond van gisteren in de bar komen we precies om 7 uur aan in Beijing. De planning is hier beter dan van de NS bij ons. Kort voor aankomst worden we gewekt door pianomuziek uit de luidsprekers in de coupés, ik kan me wel wat leukers voorstellen om mee gewekt te worden. Langzaam wordt iedereen wakker (hoewel sommigen niet of nauwelijks geslapen hebben). Wij en onze hutgenoten Henk en Yola hebben prima geslapen, maar daar zal de genuttigde alcohol van gister ook aan bijgedragen hebben. We kunnen ons nog een beetje opfrissen en dan gaan we de trein uit, waar we worden verwelkomd door onze nieuwe gids Charlie. Hij zal ongetwijfeld officieel niet zo heten, maar alle jonge Chinezen nemen tegenwoordig een engelse naam aan. Via internet kun je je eigen naam in het Chinees ook vinden (tik op google je naam in en: get Chinese name en er komt een prachtige Chinese naam uit met karakters plus uitleg). Charlie is een forse jongen, die wel heel enthousiast is. Het valt ons op dat de mensen hier vaak een andere vorm van gezicht hebben, meer vierkant dan in de buurt van Shanghai,maar het is ook een heel ander deel van China.
Onze gids Charlie. Er bleef heel wat hangen Tussen zijn wangen. *** Charlie onze gids had behoorlijk last van zijn stem. Maar hij was niet de enige. Iedereen had last van Charlie’s stem Emile.
42 We rijden met de bus naar het hotel, wat een half uurtje rijden is. Onderweg zien we veel perkjes met bloemen en het verkeer valt mee, er is zo te zien geen smog. We rijden ook langs een soort fitnesstuin voor ouderen, met kleurrijke toestellen om de ouderen in conditie te houden, dat zou bij ons ook handig zijn, alleen regent het bij ons wel vaak.
Als we bij het hotel aankomen zijn al de kamers gelukkig al klaar en kunnen we lekker even douchen, verkleden en ontbijten. Alleen zijn de koffers nog niet gearriveerd.
43 Om 9.30 uur vertrekken we naar het Tian’an Menplein ofwel het plein van de poort van de Hemelse Vrede. Op het plein staat het mausoleum van Mao en een momument voor de helden van het volk en aan de zijkanten de Grote Hal van het Volk (zetel van het parlement) en het nationaal museum. Ook zien we een bord dat aangeeft hoe lang het nog duurt voor de Olympische Spelen beginnen, het staat op 100 dagen. Onderweg komen we nog een colonne van militairen tegen die geoefend hebben voor de Olympische Spelen. Het is er behoorlijk druk, misschien lijkt het daarom kleiner dan op de televisie. Er zijn veel toeristen, veelal Chinezen, maar ook veel gewone Chinezen, soms in mooie klederdrachten. De kindertjes die ze bij zich hebben, hebben allemaal broekjes met spleetjes van achter. Regelmatig worden ze boven een goot of bloemenperkje gehouden om te plassen en dat scheelt luiers. De mensen zijn bijzonder vriendelijk en willen graag op de foto gezet worden. Ook vinden ze ons een bezienswaardigheid en willen, als ze een camera hebben, met ons op de foto. Dat is weer eens wat anders. Er lopen ontzettend veel verkopers rond die van alles verkopen en er wordt ook veel gekocht. Ook zijn er Chinezen (duidelijk armere en meestal oudere vrouwen) die de lege plastic flesjes verzamelen. Ze hebben een grote zak bij zich waar ze de platgemaakte flesjes in verzamelen, daar krijgen ze dan een beetje geld voor als aanvulling op het pensioen of zelfs als enige inkomen. Zo blijft de stad wel schoon, maar gênant is het wel. We lopen door naar De Verboden Stad en komen dan nog langs een levensgroot portret van Mao.
Voor de ingang van de Verboden Stad komen we de Franse jongeren weer tegen van gister in de trein. Uiteraard bezoeken zij ook alle bezienswaardigheden in Beijing. De Verboden Stad (tot 1920 het keizerlijk hof en dus verboden voor de gewone man) bestaat uit een ommuurd complex, dat bestaat uit veel prachtig versierde gebouwen die elk een eigen functie hadden, grote pleinen met waterpartijen, stenen dierenbeelden en fraai versierde trappen. Het is allemaal schitterend maar wel weer heel erg druk met voornamelijk Chinese toeristen, maar als je een beetje van de route afgaat en een “zijstraatje” ingaat is het een beetje rustiger. In sommige gebouwen zijn mooie exposities. Er zijn ook veel gebouwen in restauratie, maar we
44 kunnen toch niet alles bekijken, zoveel is er te zien. Sommige hallen zijn van binnen door het raam te bezichtigen en zijn heel donker en sober ingericht. Aan het eind is er nog een tuin, waar de keizers vroeger in alle rust van konden genieten, maar ook hier is het heel druk. Het lijkt wel of alle Chinezen nu wel eens willen zien hoe de keizers vroeger woonden. In 1949 is het volledig opengesteld voor het publiek. Om 14.00 uur verzamelen we weer. Het is ondertussen lekker warm geworden. Het is te laat om ergens te gaan lunchen, dus stelt Rob voor om bij de hutongs wat te eten in te slaan. De hutong waar we naartoe gaan is een van de weinige oude wijken die nog overgebleven zijn in Beijing.
De rest is afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw (lees hoogbouw). Dat heet vooruitgang! Om een goede indruk te krijgen van de hutong gaan we met z’n allen in riksja’s door de wijk. Het is een hele colonne. We krijgen van een plaatselijke gids uitleg over het
45
46
47
leven in de wijk. We mogen ook bij iemand uit de wijk binnen in zijn huis kijken. Er is een halletje, een woonkamer, slaapkamer en aan de andere kant van het binnenplaatsje een keuken. Alles ziet er netjes uit. Er zijn alleen openbare toiletten en de douche is buiten. De meeste huizen zijn/worden netjes opgeknapt. Om 16.00 uur vertrekken we weer naar een theehuis, (wij dachten voor een theeceremonie, maar helaas) waar we jasmijnthee krijgen met een zoete lekkernij en zonnebloempitten.
48 Omdat het daarna teveel tijd kost om eerst naar het hotel te gaan en daarna te gaan eten, gaan we direct naar het restaurant. We gaan vanavond Peking eend eten. Er zijn uiteraard nog vele andere gerechten, maar er worden ook meerdere eenden door de koks onder ons toezicht gesneden en door ons heerlijk verorberd. Het is heel mals vlees. Dan is het tijd om naar het hotel te gaan, het was een lange dag na de treinreis van vannacht. Het is ondertussen al behoorlijk druk geworden. Er zijn wel veel fietsers in Beijing, maar geen nine million. Er zijn hier minder brommers dan in Shanghai. Het is wel heel schoon overal. Er zijn ook dag en nacht mensen bezig om de straten schoon te houden, personeel kost hier bijna niks. Ook staan de mensen hier netjes in de (lange) rij voor de bus, geen geduw maar netjes op je beurt wachten. Daar kunnen wij een voorbeeld aan nemen. Er zijn wel veel winkels met de duurdere merken (Chanel, Louis Vuitton) blijkbaar zijn er genoeg mensen die het zich kunnen veroorloven daar te kopen. Gelukkig zijn de koffers gearriveerd en kunnen we lekker in het hotel bij komen. Bernadette.
49
Woensdag 1 mei. Chinese Muur - voetmassage - Chinese opera. Na een heerlijk ontbijt vertrekken we vanuit Beijing om 8.00 uur met de bus richting Chinese Muur. Charlie wenst ons allen een goedemorgen. Rob bespreekt met ons in de bus dat het misschien verstandiger is om niet naar de toeristische plaats Badaling,maar naar Yuong Guan te gaan, aangezien de Chinezen ook verlof hebben en is het al zeer druk op de weg is en dat het op die plaats waarschijnlijk minder druk is. Met de bouw van de Chinese Muur is men ± 200 v.Chr. begonnen als wal om de Mongoliërs te weren. De muur, duizenden kilometers lang, slingerend over woestijnen, heuvels en vlakten. Maar in de 13e eeuw is de muur door de mongolen doorbroken worden en in de 17e eeuw door de Mantjoes. Thans zijn slechts enkele resten van de muur volledig gerestaureerd, waaronder die van Badaling en Yuong Guan. In Yuong Guan aangekomen, kunnen we kiezen welk gedeelte van de muur we willen beklimmen. Aan de linkerkant een minder steile klim of aan de rechterkant de steile klim. Voorzien van flesjes water beginnen we aan onze klim, en zien aan het begin van de klim verschillende verkoopkraampjes liggen Het is niet echt te merken dat het hier rustig is, want hier stikt het ook van de Chinezen. Aan het begin gaat het maar voetje voor voetje verder, totdat de trappen smal worden en we met de meute meelopen achter elkaar. Op sommige plaatsen kunnen we met zijn tweeën lopen en dan weer achter elkaar. Via dit pad moeten we ook weer naar beneden komen. Af en toe horen we van de Chinezen onsmakelijke geluiden. Het klimmen valt niet mee, want het zijn allemaal trappen en de trede zijn niet gelijk van hoogte. We lopen van toren naar toren. De torens liggen twee pijlscheuten van elkaar om geen enkel stuk onbeschermd te laten in die tijd. Tijdens de klim kunnen we rechts en links genieten van een schitterend uitzicht. De torens kunnen we ook beklimmen. Boven aangekomen genieten we van het uitzicht en daarna beginnen we weer aan de afdaling. Beneden aangekomen worden er crackers en koekjes gekocht, omdat we geen lunch onderweg nuttigen. We rijden terug naar Beijing. Charlie vertelt ons iets over knoflook. Als je een teent-
50
je knoflook eet dan is dit goed voor je lichaam. Eet je 2 teentjes dan verlies je je vrouw. Eet je 3 teentjes dan heb je geen vrienden meer over. We rijden door het Olympisch Dorp en langs het stadion. We roepen op de chauffeur en de gids dat we willen uitstappen om van dichtbij
51
foto’s te maken, maar de chauffeur rijdt door. We zien dat er wel Chinezen door het Olympisch dorp lopen. Is dit balen; Zij Wel Maar Wij Niet. We krijgen een voetmassage aangeboden. In de salon staan banken en bij iedere zitting staat een houten kuip gevuld met water waar, we onze voeten in moeten zetten. Een “dokter”vertelt
over massages, aansluitend komt er een escorte van personen die ons komen masseren. Ziet er heel leuk uit, iedereen zittend op een rij en te genieten van een lekkere massage. Ondertussen komen er ook enkele dokters met hun tolken binnen, die aan de hand van onze tong en onze pols voelend kunnen bepalen welke ziekte we onder de leden hebben. Ze geven via de tolk meteen advies welke medicijnen we het beste bij hun kunnen kopen om van onze
52 kwaaltjes af te komen. Na een half uur is de massage afgelopen en begeven we ons naar de bus. We rijden via de stadsmuur en de Verboden Stad naar ons hotel. Charlie vertelt ons nog iets over de Hutongs. Als er maar 1 woont, dan word je beschouwd als een misdadiger. Op de Binnenplaats mag maar 1 boom staan. Het aantal vissen, dat in de kommen zwemt, geeft aan hoe rijk ze zijn. We arriveren bij het hotel en hebben even tijd om ons om te kleden, voordat we gaan genieten van “Ïmperial Food “ geserveerd in een restaurant in de stad. Daarna zullen we naar de Peking Opera gaan. Om 18.15 uur vertrekken we in galakleding naar het restaurant. We zien niet echt het verschil tussen het normale eten en dit Imperial Food. Na het eten vertrekken we naar de opera. De Peking Opera werd gedurende het keizerrijk alleen in de Verboden Stad opgevoerd. Wanneer de voorstelling afgelopen was, gingen de artiesten buiten de muren naar het volk om hen ook een beetje te laten meegenieten van hun opvoering. Kleuren waren belangrijk binnen het keizerrijk. Geel was voor de keizer. Blauw betekent macht. Rood betekent pracht en roze betekent mooi. De Peking Opera verandert in de Ying Dynastie, voorheen was de opera een heel lange sessie. van enkele uren. Thans is deze veranderd in 3 bedrijven, die hoogstens 1 uur duren. De voorstelling stelt vooral acrobatische toeren en af en toe zang voor. De rollen worden gespeeld door mannen. We kunnen de verhalen volgen via de lichtbalk. De Chinezen kiezen ook voor de toeristische versie. Na afloop van de voorstelling willen nog enkelen van ons naar het meertje, om nog even een terrasje te pikken. Mia, Harrie, José en Angela staan meteen op de publieke dansvloer en laten zich meesleuren door de Chinese dansmuziek. Het is die avond een stuk drukker dan voorgaande avond en het wordt moeilijk om voor zoveel personen een terras te vinden maar het lukt toch. Uit de cafés klinkt harde muziek en we merken dat de Chinezen vrij hebben en ook hiervan genieten. Tegen twaalven willen de meeste van ons terug naar het hotel. Op straat proberen we een taxi aan te houden, maar datzelfde willen de Chinezen ook en maar kijken wie het snelste is. Enkelen van ons hebben
53
zelfs een hele sightseeing van de stad gekregen, omdat hun taxichauffeur niet wist waar het hotel lag. Maar ze zijn uiteindelijk toch bij het hotel gearriveerd. We kunnen weer terugzien op een schitterende dag. Claire Nijssen.
54
55
Vrijdag 2 mei. Peking – excursies – nachttrein naar Xi’an. De dag begint vandaag met wat oponthoud in de bus. We mogen nog niet naar het Zomerpaleis vertrekken, omdat enkelen van ons zich zouden hebben schuldig gemaakt aan het verdonkeremanen van kamersleutels, koffie en geheimzinnige zwarte doosjes . Later die week worden we zelfs beschuldigd van het stelen van beschimmelde badmatten. Rare Chinezen zijn het toch! Intussen gonst het in de bus van de verhalen over nachtelijke taxiritten van meer dan een uur en taxichauffeurs die de weg niet wisten. Onderweg naar het Zomerpaleis valt ons op dat er enorme aantallen nieuwe boompjes overal zijn aangeplant, heel dicht op mekaar en gesteund door evenveel stokken. Dat zal wel gedaan zijn om wat meer zuivere lucht in de door luchtvervuiling geplaagde stad te krijgen.
Het Zomerpaleis dateert van ongeveer de een na laatste eeuwwisseling en kwam op de plek van een in 1860 door de Engelsen en Fransen verwoest paleis . Deze plek trok in 1888 de aandacht van de roemruchte keizerin-weduwe Cixi ( van de laatste dynastie:de Qing). Ze was aanvankelijk een derderangs concubine, maar ze werd geüpgraded nadat ze een mannelijke troonopvolger had gebaard. Omdat het kind te jong was, installeerde ze zich zelf op de troon
56 toen de keizer stierf en voerde een gewetenloos bewind. De voor de uitbreiding van de marinevloot bedoelde gelden gebruikte zij voor het paleis, bestaande uit tempels, hallen, pagoden , paviljoens en een groot meer genoemd naar de stad Kunming) met daarin gelegen een grote marmeren praalboot waar ze graag thee dronk. Van een gebrek aan ironie kunnen we haar in elk geval niet betichten. Opvallend is dat we hier de kleur geel nergens tegenkomen. Die kleur hoort bij macht en zien we in de verboden stad, maar niet op deze plek ter verpozing. We bekijken de Hal van Lang Leven waar het Keizerpaar zich in de zomer terugtrok.
We vervolgen onze weg door een meer dan 700 meter Lange Gang, een lichte houten constructie versierd met talloze geschilderde taferelen uit de Chinese mythologie. Zo konden de keizers zonder nat te regenen en in de schaduw in hun lusthof wandelen. Tussen ceders en cipressen (die vanwege hun altijd groene kleur staan voor lang leven) , perken met pioenrozen en pergola’s van blauwe regen hebben we uitzicht op de Heuvel van het Lange Leven met daarop een tempel, waar de keizers zich naartoe lieten dragen. Achter me hoor ik dat onze gids Charlie, omdat we ons niet aan zijn sticky-rice-bevel willen houden, Nederlandse les krijgt. Hij roept keihard V.O.L.S. en Josian merkt op dat hij dat veel te nat uitspreekt. Wat een geluk dat de beste man ons niet verstaat, zeker als ik vervolgens iemand hoor zeggen dat Charlie ,vanwege zijn nekvetrollen ,vast geen kussen nodig heeft . We eindigen onze wande-
57 ling bij de marmeren boot, waarna we met een bootje naar de overkant van het meer varen. Het ietwat mistige weer geeft deze tocht een mysterieus tintje. John toont ons zijn laatste aanwinst: lange puntige fake-nagels . Volgens hem voor de carnaval maar volgens anderen om zich ergens aan te kretsen.
Op verzoek van een aantal dames heeft Rob besloten dan toch maar een parelwinkel te bezoeken. De dame van de winkel geeft ons een heldere uiteenzetting over het verschil tussen zoutwaterparels en zoetwaterparels en het daarmee samenhangende prijsverschil. Ze vertelt ook over de zeer zeldzame “goldenbrownpearl “ die Margareth Thatcher van China cadeau kreeg, vanwege de succesvolle teruggave van de Engelse kolonieparel Hong Kong. Ons volgend programmapunt is een bezoek aan de Lama-tempel in het noorden van de stad . Dit gebouw was eerst de residentie van prins Yong, maar werd tot klooster verbouwd toen deze in 1723 keizer werd en naar de verboden stad verhuisde. We wandelen door een met ginkgo-biloba’s omzoomde laan naar de verschillende tempelhallen toebehorend aan de Gele Kappensekte (de belangrijkste afdeling van het Tibetaans boeddhisme waarvan de Dalai Lama het hoofd is). In de hoofdhal zien we een standbeeld van Tsong Khapa , de stichter van deze sekte, maar de laatste hal biedt onderdak aan een enorme Boeddha van 26 meter hoog en uit een stam sandelhout gesneden. Volgens een plaquette behaalde dit beeld in 1990 een plek in het Guiness Book of Records. In een van de voorhoven, tussen een menigte offerende en bid-
58 dende mensen , ontwaar ik Maria en Thea druk in de weer met enorme wierookfakkels . Toch een bijzonder tafereel die twee blonde dames tussen die zwartharige Chinezen.
Als laatste onderdeel vandaag brengen we een bezoek aan de Tempel van de Hemel. Twee maal per jaar, na drie dagen vasten en mediteren, trok de keizer met een gevolg van vijfhon
59 derd ambtenaren naar deze tempel om te offeren en te bidden voor een goede oogst. Het com plex bestaat uit meerdere gebouwen binnen een vierkante omheining (dit staat voor de aarde). De tempel zelf bestaat uit drie ronde (dit staat voor hemel) witmarmeren terrassen met een eveneens ronde tempel erop, die weer bestaat uit drie lagen met blauw geglazuurde dakpannen erop. Bij de bouw van deze tempel zou geen enkele spijker zijn gebruikt. De drie blauwe daken worden gesteund door schitterend beschilderde pilaren, waarvan we maar een glimp te zien krijgen. Op weg naar de uitgang bekijken we nog een gebouw met een vanwege zijn akoestiek beroemde ronde muur. Miel besluit de proef op de som te nemen en weldra klinkt zijn beroemde gedicht: Ik hou van alle vrouwen, mijn hart is veel te groot. Daar ben ik mee geboren, daar ga ik ook mee dood. Thea bekijkt alle kleine kinderen aandachtig, sinds ze weet dat zij open broekjes dragen. Haar moederlijk instinct brengt haar in paniek als ze weer eens de kontjes bestudeert. Ze trekt me mee. Kijk dan! Dit zijn geen normale billetjes meer, hier is sprake van kindermishandeling, ze zitten onder de blauwe plekken. Gelukkig kan Wies, die oma is van een chinees kindje, haar geruststellen. Blijkbaar is zoiets niet abnormaal bij jonge Chineesjes. Rob, blijkbaar aangestoken door Miel’s dichtkunst, denkt daar anders over en reciteert een gedicht van Cees Buddingh: Ik ben de blauwbilgorgel, Mijn vader was een porgel, Mijn moeder was een porulan, Daar komen vreemde kindren van.
Wie van de drie heeft hier nu gelijk? Na het inmiddels welbekende “ronde-tafel-diner” begeven we ons naar het station voor onze nachttrein naar Xian. Cis, Martha, Annie en ik besluiten voor onze eigen rust en voor de rust van John geen nachtelijk feestje te bouwen en nadat we in de herencoupé nog op een glas wijn worden getrakteerd, kruipen we in onze softsleeper.
Magda Kerkhofs.
60
Zaterdag 3 mei. Xi’an. Museum – Terracottaleger – “dumplings” diner met culturele show. Toen we ’s morgensvroeg om 6’30’’ wakker werden in de trein naar Xi’an waren onze coupégenoten zich al aan ’t aankleden. Vroege vogels! Als we de coupédeur openschuiven zien we Dan al druk foto’s maken van het veranderde landschap. Het landschap is nu veranderd in o.a. bergen en terrassen. Diverse VOLS-leden waren al aangekleed en de conductrice/servicemedewerkster kwam al vragen of we koffie of thee wilden. Tevens kwam ze de prullenbak leegmaken en naar wat later bleek ook al de wc afsluiten. Er waren nog diverse
61 mensen die naar het toilet moesten en nadat we op de servicebel geduwd hadden kwam ze weer tevoorschijn. Na lang soebatten en erg boos praten wilden ze de deur wel weer openmaken, maar dan moesten we het toiletpapier in de plasticzak doen. Daarna sloot ze de wasruimte af en moesten we weer praten als Brugman om deze ruimte weer even open te krijgen. Geen vriendelijke service van de Chinese spoorwegen. Om 8’25’’ arriveerden we in een regenachtig Xi’an. Xi’an Xi’an, dat vroeger Chang’an heette, is de hoofdstad van de provincie Shaanxi. Het ligt in de rijke centrale laagvlakte van Shaanxi, ten zuiden van de rivier de Weihe en ten noorden van het Qinling-gebergte. Van de elfde eeuw v. Chr. tot de tiende eeuw n. Chr. is het de hoofdstad geweest van elf dynastieën, waaronder de westelijke Zhou, de Qin, de westelijke Han, de Sui en de Tang. Xi’an was tevens de hoofdstad van de opstandige Rode Wenkbrauwen(zo genoemd omdat zij hun wenkbrauwen verfden als onderscheiding) aan het eind van de westelijke Han-dynastie, en van de door Huang Chao geleide boerenopstand tegen het eind van de Tang-dynastie. Xi’an was ooit één van de grootste steden van de menselijke beschaving, het uiteinde van de beroemde Zijderoute en de eerste stad ter wereld met meer dan een miljoen inwoners. Nu heeft Xi’an acht miljoen inwoners. We worden door onze gids Liu Li (Lisa) in Xi’an verwelkomt en rijden met de bus langs de oude stadsmuren en de Drum- en Bell Tower. naar ons hotel. Onderweg vertelt Lisa dat ’t de vorige twee dagen heel warm (40 -42 C.) is geweest en dat de temperatuur nu veel aangenamer is. De regen moeten we op de koop toe nemen. Lisa hoopt, net als de twee voorgaande gidsen dat we ons “happy” voelen in China. Daarna test ze onze Chinese taalkennis, die blijkt heel magertjes te zijn. Maar zoals het een
62 goede gastvrouw betaamt, roemt ze onze Chinese taalkennis. Na de incheck in het MehuaGolden Tang International hotel kunnen we op de vijfde verdieping van het hotel gaan ontbijten. In deze zaal stonden 8 palmbomen van 7 meter hoog. Tevens werden in deze ruimte voorbereidingen getroffen voor de viering van twee bruiloften. De dames die voor de ingang van de ontbijtruimte stonden waren gekleed in lange jurken van slanke snit en hadden een “bont”cape om de schouders. We hebben nog geen kamers en koffers; dus vertrekken we zonder gedoucht te zijn naar het Shaanxi History Museum. Het museum is in de stijl van de Tang-dynastie gebouwd en bewaart vele kunstschatten. We gaan via de museumwinkel naar binnen en voor je goed en wel om je heen hebt gekeken heeft een van onze reisgenoten al bijna een namaak terracotta-soldaat gekocht. Beeld besteld, volgende week geleverd. Leg ik meteen naast mijn vrouw in bed en dan ben ik van de zeik af!!!!!! Het Shaanxi History Museum. Het museum is één van de mooiste musea van China. In het museum staan talrijke kunstschatten tentoongesteld. Hier kan men goed zien hoe belangrijk Xi’an is geweest als hoofdstad van veel dynastieën en hoe rijk de Chinese cultuur was. De talrijke kunstschatten zijn in een heldere opstelling tentoongesteld; met name de collectie bronswerk uit de Zhou-dynastie (elfde eeuw v. Chr. – 221 v. Chr.) is fantastisch. Hier wordt pas goed duidelijk hoe ontwikkeld de Chinezen in die vroege periode reeds waren op talloze artistieke gebieden. Alles is chronologisch weergegeven en er is Engelstalige uitleg. Op het einde van de eerste zaal staan enkele levensgrote terracotta-soldaten en – paarden. Als achterwand van dit tafereel diende een wand vol met alle verschillende gezichten van de terracottasoldaten. Om de hoek, achter glas, stonden een soldaat en een gans met nog sporen van de originele kleuren. Door een bijzonder oponthoud konden we nog wat langer in het museum ronddwalen en dan
63 gaan we naar het beroemde terracottaleger. Het is inmiddels heel hard gaan regenen. De paraplu-verkopers en de verkopers van plasticjassen doen goede zaken. We moeten een heel stuk lopen voor we binnen in het museum zijn. Door het slechte weer en om zo vlug mogelijk binnen te willen zijn raakt Mia het spoor bijster, maar gelukkig voor Harrie weet ze toch de goede weg terug te vinden. Terracottaleger.
64 Het leek te absurd om waar te kunnen zijn. Volgens een eeuwenoud Chinees geschiedenisboek werd Qin Shihuangdi, China’s eerste keizer, in 210 voor Christus begraven in een tjokvol graf. En niet zomaar een graf: het zou vol schatten liggen, en zelfs een heus paleis bevatten. Ook zou in de grafheuvel een model van de aarde te vinden zijn, en een van de hemel, met edelstenen als sterren. Stromende rivieren van kwik en automatische kruisbogen beschermen alle kostbaarheden tegen inbrekers. De keizer ligt er in een koperen kist. Maar hij ligt er niet in zijn eentje, aldus het boek: zijn kinderloze bijvrouwen volgden hem in het graf, net als de 700.000 dienstplichtigen die eraan werkten. Zij werden in de heuvel ingesloten. Iets ten noorden van het midden van China zou het moeten liggen, in de provincie Shaanxi, in een door mensen gemaakte heuvel. Tenminste, als je Sima Qian mocht geloven, de historicus die een eeuw na de dood van de keizer dit boek schreef over de Chinese geschiedenis. Shiji heette het, Optekeningen van de historicus. Sima Qians beschrijving van het keizerlijk graf werd lange tijd afgedaan als verzinsel. Tot 1974. In dat jaar was een boer uit de streek op zoek naar een waterbron. Al gravend stuitte hij
op een terracottagezicht. Onderzoekers uit Beijing hoorden van de vondst en kwamen kijken. Al snel vonden ze een groot aantal terracottabeelden: soldaten van bijna 2 meter hoog. Het was echter het topje van de ijsberg: er bleken duizenden van deze beelden te zijn. Met deze vondst werd het verhaal over de grafheuvel meteen veel aannemelijker. Dat zou meteen verklaren wat al die soldaten daar deden: ze moesten keizer Qin Shihiangdi’s grafheuvel be-
65 waken. Tegenwoordig zijn deze soldaten grijs, maar ooit zijn ze felgekleurd geweest. Want een aantal beelden draagt nog de sporen van verf. En wat zo opvallend is: elk beeld is anders. De soldaten werden geboetseerd uit klei van de Gele Rivier. Ze kwamen weliswaar uit mallen, maar verschillende mallen leverden verschillende soldaten op. Daarna werden ze stuk voor stuk met de hand afgewerkt. Dat is de reden dat ze allemaal ander haar hebben, andere snorren en baarden en andere ogen, van hoge officieren tot het lage voetvolk. Aan de beelden is duidelijk veel aandacht besteed. Toch waren ze eigenlijk niet voor mensenogen bedoeld, maar puur voor het hiernamaals. Opgesteld in ondergrondse tunnels moesten ze de grafheuvel beschermen zodat de keizer na zijn dood over de doden kon doorregeren. Tot nu toe zijn ruim 8000 terracottafiguren gevonden in drie grote kuilen. In de eerste kuil staan soldaten in slagorde, door officieren op strijdwagens aangevoerd. Kuil twee is volgestouwd met voetvolk en strijders te paard en de derde kuil bevat een groepje leiders die het leger aanstuurde. Een vierde kuil is leeg, vermoedelijk waren de beeldenmakers nog niet klaar met hun werk toen de keizer in 210 v. C. onverwacht stierf. Ook hier komen we via de museumwinkel binnen. De boer die het terracottaleger heeft gevonden zit achter een tafel en signeert de gekochte boeken over het terracottaleger. Er mogen geen foto’s van hem gemaakt worden. We beginnen met naar een instructieve film over het terracottaleger te kijken en dan kan ieder op zijn eigen manier het leger gaan bekijken. Ieders fantasie kan hier goed aan bod komen. De hoge verwachtingen van deze tentoonstelling worden nog overtroffen. Het is ongelofelijk wat hier allemaal te zien en te fotograferen is. In één woord geweldig. Nu moeten we vlug naar ons hotel om te douchen e.d. voor het Dumpling Banquet. In de hal van het hotel wacht een tiental kofferbezitters een leuke verrassing. De niet afgesloten koffers
66 waren met slotjes op slot gedaan en de sleutels in een zakje gedaan. Puzzelen dus!!!! Het Dumpling Banquet bestond uit verschillende gestoomde hapjes, die in deeg verpakt waren. Vis, ham, walnoten, eend, champignon, bloemen, garnalen, haaienvinnen waren gebruikt als vulling. Het deeg was vaak gevormd als b.v. - het gezicht van een aap - vorm van een openstaande staart van een pauw - vorm van een varken (geluk). Als laatste kwam een grote ketel waar een pan met soep inzat. De ketel bevatten verschillende gaten. De vlam eronder werd aangestoken en onder invloed van koper en de gebruikte brandstof werd het een kleurrijk schouwspel. Het eten was overheerlijk.
Het sluitstuk van deze dag was de Tang-show. In deze voorstelling van zang, muziek en dans met prachtige decors en kleding komt de Tang periode (816-906) weer tot leven. De dansen zijn geconstrueerd op basis van oude documenten uit de Tang-periode. Door de sierlijke bewegingen van de dansers, hun mooie kostuums, de prachtige decors en belichting was dit schouwspel een indrukwekkende en waardige afsluiting van onze eerste dag in Xi’an. Wies en Mart Theeuwen.
67
68
69
Zondag 4 mei. Stadsbezichtiging – nachttrein naar Lanzhou. Voor velen een uitslaapochtend en na een rustig ontbijt heeft een gedeelte van de groep al inkopen gedaan voordat we om 12 uur met de bus vertrekken. Dit wordt 12 uur 20, want door het steeds meer inkopen kan de toegenomen massa bagage niet zo vlot in de bus worden gestouwd. Het is een zonnige dag, warm en klam en soms wat bewolking. John verkoopt “hulpmiddelen”en neemt de bestellingen op. Miel moet zich noch verantwoorden voor een ontvreemd “kleedje” maar het beschimmelde
badmatje was ingeleverd bij de receptie en dan pas op weg. Met een enthousiaste Liza wordt het programma vastgesteld. We bezoeken de stadswal en stoppen bij de Oostpoort omdat deze gemakkelijk te beklimmen is. De totale ommuring is 14 km lang en de enthousiastelingen huren een fiets of tandem.
70
71 Door een misverstand vonden de zuinige Nederlanders de huurprijs te veel. Dit viel uiteindelijk mee omdat de Chinese mevrouw ons niet duidelijk kon maken dat we de borgsom terugkregen. Het half uurtje fietsen over de muur met een wel zeer onregelmatig wegdek was voor sommigen een zware opgave. De mannen dachten dat het in plaats van tussen Hemelvaart en Pinksteren, Pasen was. Daarna met de bus in de richting van de moskee van Xi án. Om deze te bereiken was al een zware opgave voor de groep want we liepen door de winkelstraatjes. De moskee is een combinatie van Chinese en Islamitische stijl.
Deze is ontstaan doordat Arabische soldaten in oorlogstijd de Chinezen hulp boden en in de hoofdstad Xi’ an bleven en hier trouwden. Ze worden minderheden genoemd en mogen meer kinderen hebben, bezoeken aparte scholen en hebben een voorkeursbehandeling op de universiteit. De moslims vormden de schakel met het westen en dit werd door de keizers gestimuleerd. Iedereen loopt na de uit leg door Liza, op eigen houtje, met eigen gevoelens en gedachten, door, langs en onder bouwsels en door de tuin.
72
73 Verder biedt Liza mogelijkheden om nog een jadefabriek of kalligrafiecentrum te bezoeken. De groep kiest voor vrij winkelen. Om 19.00 uur treffen we elkaar weer in het restaurant. De meeste mensen begonnen vol verwachting aan “de hotpot “. met verschillende reacties en gevolgen. Velen gingen met “bevlekte voorgevel”naar de bus. Na het bedanken van Liza en de chauffeur volgde een beschrijving en bezichtiging van foto´s met familieleden van de trotse Liza. De gebruikelijke chaos naar de trein volgt,waar feest en “bejaardencoupés” zijn. We zijn zelf ondergebracht bij de laatste categorie met paspoortcontrole en inleveren van treinkaartjes. Een unheimische gewaarwording door militairen met revolver, die steeds voor onze deur staan. John bezoekt ons met de bestelde hulpmiddelen en vertelt dat een koppel, onafhankelijk van elkaar elk 25 stuks besteld heeft. Nu de demonstratie: met de naald in het gaatje komt het haakje naar voren, hier het vaampje en doortrekken. Zelf is John van plan alle verzorgingscentra in het heuvelland van dit hulpmiddel te voorzien. Het wordt de “ invaamer “ genoemd. Op keiharde bedden gingen wij richting Lanzhou. Mariëtte en Mia.
74
Maandag 5 mei. Lanzhou – Binglingsi. Om half zes loopt de wekker af. Dat is wel heel erg vroeg. De wekker loopt af in de trein. We hadden een relatief korte treinreis en dus een korte nacht. Qua rijcomfort haalt deze treinreis het niet bij de afgelopen twee treinreizen. De wagon schommelt nog al heen en weer en de trein schokt als de trein sneller gaat rijden of als hij afremt. Onderweg zijn we ook op enkele stations gestopt. Daar hebben we niets van gemerkt. We sliepen. Als we naar buiten kijken zien we een heel ander landschap. Tot nu toe zijn we vooral vlak landschap gewend. Nu zitten we tussen heuvels en bergen en het landschap is droog.
De omgeving ziet er lang niet zo groen en welvarend uit als de gebieden die we tot nu toe bezocht hebben. We zullen de hele nacht gestegen zijn. Lanzhou ligt op 1560m. Zo goed en zo kwaad als het gaat knappen we ons even op aan de wasbakjes in de opfrisruimte. Om precies 6.32 uur rijdt de trein het station van Lanzhou binnen. We verzamelen op het perron en laten ondertussen de honderden Chinezen die samen met ons in de trein zaten voor ons het station verlaten. We sluiten achter aan. Dan kunnen we ontspannen lopen. Het is fris. Het zonnetje schijnt al en het zal vandaag een zonnige warme dag worden. Het station van Lanzhou is ook al weer enorm groot. We hebben nog geen kleine stations gezien. We zijn dan ook altijd in miljoenensteden in de trein en weer uitgestapt. In Lanzhou is het niet anders.
75 Michael, onze gids, staat op ons te wachten. We hoeven ook niet zo ver voor de bus te lopen. We laden onze spullen in de bus en we vertrekken direct naar het hotel. We logeren in Sapphire Hotel. Het is alweer een prima hotel dat van alle gemakken is voorzien. We worden
ook hier comfortabel ondergebracht. Het is frappant dat op dit vroege uur in de morgen onze kamers al gereed zijn. Het kan niet anders dan dat de kamers afgelopen nacht niet bezet waren. We kunnen het natuurlijk ook toeschrijven aan het Chinese organisatietalent. Ze willen tenslotte altijd alles tot in de puntjes regelen. Voor ons is dat echter heel fijn. Het hotel is op tien minuten rijden van het station. In het hotel zijn op de bekende efficiënte wijze snel de sleutels van de kamers uitgedeeld. We gaan ons even opfrissen (de wasgelegenheid in de trein was niet optimaal), even andere kleding aantrekken (we lopen al een tijdje in dezelfde kleding) en dan kunnen we ontbijten. We krijgen tot half tien de tijd om ons klaar te maken voor vertrek. We hebben vandaag een excursie gepland vanuit Lanzhou. Dit is afwijkend van het programma. Gisteren hebben we te horen gekregen dat Xiahe niets meer wordt. Xiahe ligt in een Tibetaans gebied in China. Er zijn in het daar liggende Labrang Klooster (waar wij naar toe wilden), enige kleine opstootjes geweest. Die zijn door een toerist gefilmd en zijn de hele wereld over gegaan. Het gevolg is dat er geen buitenlander meer naar toe kan. Per 1 mei zouden buitenlanders er weer naar toe kunnen, maar helaas, gisteren is een buitenlandse tourgroep die kant uit gegaan en niet verder dan een roadblock halverwege gekomen. Om onduidelijke redenen zijn ze tegen gehouden. Officieel is er geen blokkade, maar als het de andere groep niet
76 lukt heeft het voor ons ook geen zin, erg jammer is het wel. Rob heeft zijn uiterste best gedaan om een vervangend programma te verzinnen. Het is al heel wat, dat je in zo’n korte tijd een programma drastisch kunt wijzigen. Dat blijkt wel uit het hotel waar we vandaag in zitten, dat eigenlijk niet gepland was. Om half tien vertrekken we. We rijden een heel eind door Lanzhou. Dat is niet zo vreemd. Lanzhou is een langgerekte stad,die begrensd wordt door twee heuvelruggen. De stad is maar twee tot vier kilometer breed, maar wel vijfenveertig kilometer lang. De stad wordt in de lengterichting in tweeën gedeeld door de Gele Rivier. In Lanzhou wonen veel moslims. Dat is
meteen merkbaar. Binnen een paar minuten zijn we twee moskeeën gepasseerd. Een moskee is een al lang bestaande moskee. Het gebouw is helemaal nieuw. Dat is een gevolg van de verwoestende werking van de culturele revolutie. Toen zijn een paar heethoofden door China gereisd en alles,wat ook maar een beetje naar geloof riekte,werd vernietigd en als bijgeloof bestempeld. Terwijl we door de stad rijden probeert Michael wat te vertellen. Dat is bijna niet mogelijk. Even iets over de bus. We hebben een bus waar we met de groep net inpassen. De zitplaatsen zijn krap. Lanzhou is niet zo’n bekend toeristenoord, hier komen maar weinig toeristen. We moeten tevreden zijn met wat we hebben, maar we willen wel gerieflijk zitten, een werkende airconditioning hebben en dat valt, zoals we in de loop van de dag zullen merken, vies tegen. De geluidsinstallatie heeft zijn beste tijd ook gehad. Er zit een enorme echo/galm in de installatie. Michael is nauwelijks te verstaan en daarbij komt nog, dat het knopje om de microfoon
77 in te schakelen niet goed werkt. Op welke manier je het ook vast houdt, vaak valt het geluid helemaal weg. Het duurt een tijd voor we Lanzhou uit zijn. Dan zitten we meteen in de bergen. We rijden op een prima weg; zo op het eerste oog. Er zijn op enkele plekken, terwijl je het niet ziet aankomen, verzakkingen in het asfalt. Dan krijgt de bus een flinke klap. De chauffeur anticipeert hierop niet. Op de bergen, links en rechts van ons, bevinden zich terrassen. Deze smalle terrassen worden weinig meer gebruikt. Op sommige wordt maïs aangeplant. Als we zo door de vallei omhoog rijden zien we in het midden een droge beek. Links en rechts van de beek wordt er een klein beetje groente verbouwd. Het platteland in China loopt leeg en de streek wordt steeds droger. Dat is niet zo vreemd, want even ten noorden van Lanzhou begint de Gobi-woestijn. We rijden door een paar armtierige dorpjes waar we zelfs enkele ezeltjes zien. Om elf uur maken we een stop. Ik had het toch over de bus; de bus moet stoppen vanwege een te warme motor. Om kwart over elf rijden we over het hoogste stuk van de route van vandaag: 2000m. Rond half twaalf komen we aan bij het Liujiaxia Stuwmeer. Dit is het vertrekpunt van de bootjes naar de grotten van Bingling Si. Net voor we uitstappen, zegt Rob nog dat het het beste is dat we een vest of jas meenemen, het kan best koud zijn, want we maken gebruik van speedbootjes. Daar komt hij nu mee! We hebben jas en vest in het hotel laten liggen. We kunnen echter lenen, dan is dat probleem opgelost. We parkeren bij een stuwdam. Waarschijnlijk zal er bij de Bingling Si grotten niets te eten zijn. We moeten bij een heel kleine winkeltje dan toch maar wat eetbaars zoeken. We verzamelen ons bij het begin van de weg over de stuwdam. We moeten hier in een rij met twee man naast elkaar gaan staan. De stuwdam is een strategisch punt en de wacht moet ons goed kunnen tellen. Dan maar in de rij en op commando met links voor in colonne vooruit, het is heel wat voor ons om netjes in de rij te lopen. Het voorste deel houdt dat wel een tijdje vol, het achterste deel van de colonne waaiert al snel uit. Er wordt geen probleem van gemaakt.
78 Op tweederde van de weg over de stuwdam is een steiger. Hier stappen we in de speedbootjes. Verrassing; die zijn dicht. We hebben geen trui en geen vest nodig. Moeten we die toch maar meeslepen, we kunnen ze nu slecht aan de goede gevers terug geven. In vijfenveertig minuten varen we naar het startpunt van de wandeling naar de grotten van Bingling Si. Het is een mooi stuwmeer. Het eerste deel van de tocht gaat tussen steile hellingen door: de Hungkloof. Na tien minuten komen we op het open deel van het grote stuwmeer. De heuvels die we links en rechts zien zijn nauwelijks begroeid. Er staat een enkel struikje. We zien ook geen dorpjes. Op een plek staat een enkel armoedig huisje, een paar koeien en yaks en een eenzame visser. We passeren ook wat grotere rondvaartboten. Die doen er een paar uur over om het doel te bereiken. Het water is vlak en de boten kunnen een goede snelheid halen zonder heen en weer te springen. Dat is prettig. Zoals de Chinezen betaamt, hebben ze ook van de Bingling Si grotten een toeristische attractie gemaakt met een groot ontvangstgebouw. Daar hoeven we niet naar toe. Er wordt entree geheven en die wordt netjes door onze gids betaald. Niets te eten te krijgen? We zien op verschillende plekken potten met lekkere bamisoep staan. We beginnen aan onze wandeling. De zon schijnt lekker en het is warm. We schatten dat het rond de dertig graden is. Het is een mooie wandeling. Er is een fraai verhoogd pad aangelegd boven het hoogste niveau van het stuwmeer. In de tijd van de Tang-dynastie is een monnik naar India gereisd om wat meer op te steken van het Boeddhisme. Bij zijn terugkeer is hij op deze plek begonnen met het uithakken van Boeddhabeelden en andere figuren uit de rotsen. Sommige beelden zijn diep uit de rots gehouwen, andere voorstellingen zijn in reliëf aangebracht. Er is een enorme Boeddha van 27m hoog. We mogen geen foto’s maken van de voorstellingen in de Grotten. Onze gids, Michael is daar streng in. We worden door Een politieagent in de gaten gehouden. Stiekum worden er toch Enkle foto’s gemaakt. Het duurt even voordat we doorhebben Dat er zelfs camera’s ophangen om ons in de gaten te houden. De mooie wandeling voert langs tientallen grotjes met Boeddhabeelden. De grotten zijn netjes genummerd. Soms zien we alleen een bordje staan. De echte grot is enkele meters begraven
79
80 onder de slibafzetting van het stuwmeer. De grote Boeddha wordt naar hartelust gefotografeerd. Een deel van de Boeddha is uitgehouwen uit de rotsen en een ander deel is uit hout opgetrokken en daarna gestuct. Vroeger was de Boeddha veelkleurig beschilderd; daar is niets meer van over. Aan het eind van de wandeling komen we bij een klein tempeltje. In dit tempeltje ligt de slapende Boeddha. In werkelijkheid is het de stervende Boeddha. Hij ligt er vredig bij, dat is ook de bedoeling. De maker van het beeld wilde uitdrukken, dat we nergens bang voor hoeven te zijn. Dit beeld van de slapende Boeddha is uit grot 16 gehaald. Deze grot is in het meer verzonken.
81
82 We wandelen naar de uitgang. Op een van de primitieve terrasjes eten we een kom bamisoep en om drie uur gaan we naar de bootjes. We varen dezelfde weg terug. Dat gaat met een flinke vaart. Het zijn niet voor niets speedbootjes. Het weer is rustig en de bootjes glijden over het water. Alleen als we het vaarwater van een andere boot kruisen, springt de boot wel eens op. Tegen vier uur komen we aan bij de steiger en een kwartier later zitten we in de bus. We rijden terug naar Lanzhou.
Als we de parkeerplaats afrijden moeten we direct een flinke heuvel op. De chauffeur probeert een aanloop te nemen, maar dat helpt niet echt. Met moeite wordt de helling in z’n een genomen. De rit van de stuwdam naar het hotel duurt twee uur. Ook als we bergaf gaan daalt de temperatuur in de bus niet. De airconditioning krijgt het allemaal niet bijgebeend, als hij het al doet. Het is warm en benauwd in de bus. We zijn blij als we om kwart over zes uit de bus kunnen stappen. De koffers zijn er ! Hoera! Dan kunnen we ook in schone kleren. Een lekkere douche frist ons op voor het diner. Om half acht staan we bij de bus. Na een kwartier rijden zijn we bij het restaurant. Volgens Michael gaan we de specialiteiten van Lanzhou eten. Een van de specialiteiten is noodles. Voordat het diner begint geeft de hoofdkok, een dame, een demonstratie hoe noodles gemaakt dienen te worden. Ze produceert vanuit een rol deeg in no-time een heleboel zeer dunne slierten. Als je het deeg op een andere manier behandelt, krijg je driehoekige slierten. Ook platte
83 slierten zijn mogelijk. Het wordt allemaal gedemonstreerd en de vingervlugheid van de kokkin doet ons versteld staan. Het diner is op de gebruikelijke wijze: we zitten met een man of tien rondom een ronde tafel met een draaiplateau. Sommige gerechten zijn herkenbaar, andere zijn nieuw. Aan het begin van het diner krijgen we een kom noodlesoep. Het is de eerste keer dat we lekkere soep bij het diner krijgen. We keuvelen wat over de belevenissen van de dag. Om negen uur zitten we in de bus terug naar het hotel. Enkelen van ons voelen er wel voor om even in een beergarden te gaan zitten. In Lanzhou is dat de trend. We worden afgezet op het centrale plein. Hier staan vele tafels waar je lekker een pilsje kunt drinken. We zoeken een plek waar we drie tafels aan elkaar kunnen schuiven. Het personeel schuift stoelen bij en al snel staat het bier voor ons op tafel. John en Wilfred bestellen een tonnetje bier van anderhalve liter.
We zitten hier prima, in de open lucht, met een aangename temperatuur. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat je hier in China zit. Je moet daar echt bij nadenken. Als we willen betalen blijkt dat het allemaal bij elkaar 80 yuan is. Er volgt een discussie hoeveel iedereen moet betalen. Als je je realiseert hoeveel de kosten zijn (8 euro!!) dan is de beslissing snel gevallen. Gewoon honderd yuan op tafel, wat geld terug en klaar.
84 De taxi terug naar het hotel is ook een hele belevenis. Een van de obers van de beergarden helpt ons met het aanhouden van de taxi’s en die zijn er meteen. We stappen in en gaan op pad. Ger had een briefje bij zich, door Michael geschreven, met de naam en adres van het hotel. De taxi’s vinden het hotel snel. Tijdens de rit rijzen ons de haren te berge. De taxi gaat in vliegende vaart links de bocht om en komt daar frontaal op de verkeerde weghelft terecht. Ger ziet vier koplampen voor zich van de twee rijen auto’s die op hem afkomen. Een snelle ingreep voorkomt een ongeluk. De taxi waar John, Maria en Thea inzaten overkwam hetzelfde. Het ging zelfs zover, volgens horen zeggen, dat John de gordel omdeed. We komen veilig bij het hotel aan. Kosten 7 yuan (70 cent voor een ritje van 10 minuten). Een deel van de groep is na het diner naar de bar van het hotel gegaan en ook daar was het nog tot laat in de nacht gezellig en de hilariteit steeg soms tot grote hoogte als het er op aan kwam. Bernadette en Ger.
85
86
Dinsdag 6 mei. Van Lanzhou naar Xining. Na genoten te hebben van een uitgebreid ontbijt in het hotel begint iedereen zijn koffers naar de hal te slepen. Zoals afgesproken zullen we de komende dagen met 2 bussen reizen en wordt de groep in tweeën gesplitst. We hebben ook in iedere bus een gids. Bij het inladen van de bussen blijkt al snel, dat de laadruimte voor de koffers te klein is. Rob regelt met de gidsen dat er nog een transport busje bij moet komen om alle koffers te kunnen vervoeren. In onze bus krijgen we een vrouwelijke gids Lily. We rijden met de bussen naar het Provinciaal Museum van Gansu.in Lanzhou. Op de heenreis vertelt Lily, dat de provincie Gansu uit 9 provincies bestaat en ± 6 miljoen inwoners heeft en dat er in de hoofdstad Lanzhou 3,14 miljoen leven. De moederrivier is de Gele Rivier. Lanzhou was in oude tijden een belangrijke militaire stad. In het museum beginnen de gidsen bij een maquette met uitleg over de zijderoute. Er waren destijds 3 zijderoutes, de Landzijderoute, de Zeezijderoute en de Graszijderoute.
87 Enkele belangrijke bezienswaardigheden in het museum zijn maquettes met taferelen hoe de Chinezen vroeger handel dreven. Vooral van belang voor hun was de ruilhandel van stoffen voor paarden. Pas in 1969 werd in een graf een bronzen beeld van het vliegend paard ontdekt dat met zijn hoef rust op een zwaluwstaart. Dit vliegend paard is ook het symbool voor het toerisme. Een aanval van het leger met vooraan de paarden met de vechters en in het midden de paarden met de generaals. We zien muurschilderingen uit het dagelijks leven en enkele graven. We zien dat er veel potten en vazen in de graven liggen. De gids vertelt hoe hoger het aantal grafgiften des te rijker ze waren. Tevens zien we een graf met verschillende skeletten waarvan 2 skeletten er vreemd vervormd bij liggen. We horen dat die 2 skeletten waarschijnlijk de concubines waren en dat die in die tijd levend mee begraven werden. We vinden dit wel akelig. We volgen de gids en komen in een zaal die helemaal ingericht is als de oertijd met skeletten van dinosaurussen en een mammoet. Dit mammoetskelet hadden ze in 1983 in de Gele Rivier gevonden. In deze zaal kun je ook een PC spelletje spelen met dinosaurussen en kijken hoe zwaar je bent. Enkelen van ons proberen dit. We zijn erg onder de indruk van dit museum. Hoe ze het ingericht . en ingedeeld hebben.
We vertrekken om 11.10 uur vanaf de souvenirwinkel van het museum richting Xining. We verlaten de stad en maken onderweg nog een fotostop van de Gele Rivier, The Yellow River of wel HUANGHE in het Chinees. Buiten de stad zien we de industrieterreinen van Lanzhou. We rijden nu het binnenland in en zien de bergen verschijnen. Onderweg maken we een lunchstop in een klein dorpje, waar we een goed gevulde noedelsoep geserveerd krijgen. Maria, John, Wilfred en Claire worden in de goede kamer ontboden om daar hun soep te
88 nuttigen. Enkele kleine kinderen spelen in het restaurant en krijgen van Miel een bellenblazer. Achter het restaurant bevindt zich een theehuis en diegenen, die niet willen lunchen wandelen
er naar toe. Nadat iedereen genoten heeft van de soep, vervolgen we onze reis. Onderweg wordt er over de verschillende stromingen binnen de religie en de invloed van Tibet verteld.
89 In 1e instantie was er natuurgodsdienst, harmonie tussen mens, natuur en heelal. De belangrijkste macht lag in Tibet. Het boeddhisme ontstaat in India en krijgt dan volgelingen in China en Tibet. De belangrijkste personen zijn van Tjong Khppa en de Dalai Lama van de Gele Kappen. Er waren dus geestelijke en wereldlijke leiders. De volgelingen van de Gele Kappen gaan het land af, op zoek naar 3 jarige jongens, die eventueel de reïncarnatie zijn van de eerste. Dit gebeurt thans nog steeds. Heel belangrijk voor hun is het Kharma. Dit is een optelsom van wat je allemaal goed gedaan of gedacht hebt. Hoe hoger je Kharma, des te beter is je reïncarnatie. Je kunt je Kharma verbeteren door een pelgrimstocht te ondernemen, gebedsrollen laten draaien met de klok mee, zodat je gebeden naar boven stijgen. We rijden nu echt in de bergen en zien in de verte sneeuw op de bergtoppen liggen. We komen in een klein dorpje aan waar we een Boeddhistisch klooster zullen bezichtigen. Voor de huisjes van het dorp zien we een grote ronde kom van spiegelstukjes. We zien dat de mensen hierin koken gebruik makend van zonne-energie. Voor de ingang van het klooster, daterend uit de Ming Dynastie, zien we een authentieke betonmolen in werking. We lopen door de ingang van het klooster en worden door een monnik verwelkomd, die ons door de diverse tempels zal leiden. In de bomen zien we verschillende vlaggen hangen die als betekenis hebben, dat wanneer de wind erdoor blaast de gebeden mee naar boven zullen rijzen. Wat ons opvalt is dat er rust en eenvoud heerst in dit klooster. Op de muren zijn prachtige fragmenten ten geschilderd. De souvenirwinkel doet goede zaken, de monnik weet niet meer wie het eerst aan de beurt is, zijn handel vliegt over de toonbank van hoeden tot kettingen toe. Heel leuk waren de Openbare Toiletten. In een ruimte waren gaten in de bodem gemaakt,
90
vier op een rij met als afscheiding een muurtje.
91
Wanneer je door het gat naar beneden keek (was niet zo moeilijk want het gat was behoorlijk groot) zag je de mesthoop van diverse maanden liggen. We verlaten het klooster en het dorp en dalen de berg af. Halverwege de berg stoppen we bij een bergdorpje en gaan hier een
92
stukje lopen. De mensen zijn heel vriendelijk en we verblijden hun door het uitdelen van onze verzamelde kammen, shampoos, badschuim etc. Miel verblijdt de kinderen met de bellenblazers. Eerst durven ze ze niet aan te nemen en na uitleg zien we opeens de zeepbellen langskomen. Het valt ons op dat het dorp erg proper is, er zijn mensen op het land bezig. We zien ook irrigatiekanaaltjes in het dorp lopen voor de bewatering van hun land. Op een hoek
93 zitten mannen te kaarten. Ik word zelfs bij een gezin uitgenodigd om te komen theedrinken en ontvang zelfs van hun gehaakte inlegzolen. Weer verzameld bij de bussen dalen we berg af richting Xining. In Xining aangekomen besluit Rob dat we eerst in de stad gaan dineren voordat we naar het hotel gaan. Op het menu van die avond staat zelfs slang, lever en bloedworst. Wanneer onze magen weer gevuld zijn, lopen we naar de lift en komen tot de ontdekking dat het buiten flink regent. We rennen naar de bus aan de overkant van de straat en rijden naar het hotel. Na het verdelen van de kamersleutels en de check of iedereen zijn koffers heeft, trekt ieder zijn eigen plan. We kunnen weer terug zien op een schitterende dag. Wilfred Nijssen.
94
95
96
97
Woensdag 7 mei. Xining – tempel Ta’er Si Vandaag was gepland de vrije dag in Xiahe en in mijn gedachten vooraf, toen ik mij opgaf voor het schrijven van het reisverslag voor deze dag, dacht ik dat dat voor mij een mooie dag zou zijn om op een andere manier verslag te doen. Verslag in de vorm van een ex-ante en een ex-post beleving van onze reis tot op dat moment. Maar helaas, geen vrije dag omdat het programma moet worden aangepast. We mogen Tibet niet binnen. Zelf had ik daar al rekening mee gehouden. Vanuit welke belang zou de Chinese regering ons toelaten?! Nog meer pottenkijkers en nog meer repliek op de wijze waarop zij omgaan met de “opstandige deelstaat Tibet”. In hun, maar ook in mijn ogen altijd al een deel van het Chinese rijk geweest, al dan niet met een bepaalde mate van zelfbestuur. Het nu misbruiken en uitspelen in het kader van een vele jaren lopend conflict mbt Tibet en het daaraan koppelen van de Olympische spelen vind ik geen schoonheidsprijs verdienen. Mijn insteek in dit kader is, dat samen optrekken met de Chinezen veel meer resultaat geeft dan het tegen elkaar uitspelen. De spelen zelf zijn een fantastisch voorbeeld van samen sporten en verbroederen!
Niet getreurd was mijn eerste reactie, bezoek aan een van de bekendste tempels in de omgeving en van China. Dan maar geen evaluatie en beschrijving van; - de happy few die deelnemen aan de VOLS- reis en het niet schrijven van een parodie op de bende van vier c.s. vanuit onze reisleiding/deelnemers of - de bijna dagelijkse stoelendans voor een plaats in de bus of - de druk die op Rob wordt uitgeoefend voor het al dan niet inruimen van shopping-time of - het proberen om het programma te beïnvloeden of wie er mee gaat stappen in de “beergarten” of
98 -
-
separaat uit eten in een wat meer rustige omgeving met toch wat misschien meer herkenbaar eten dan het traditionele, naar mijn mening wel lekkere en gezonde dagelijkse echte Chinese eten van 3 Euro inclusief drankje of het bespreken van de kwaliteit van de gids, al dan niet sprekend met echo-effecten. Of hoe leuk het is om een taxiritje te maken van een kwartier voor 70 Eurocent
Al deze zaken, inclusief het aanwijzen en nader expliciteren van de MAO van VOLS, zijnde Emile, of de Deng Xiauping van VOLS, zijnde John komen dus niet in dit verslag aan de orde, omdat we naar Xining gaan en ik geacht word daarvan verslag te doen. Anders dan gedacht, of misschien beter, dan vooraf bedacht door mij, maar ook leuk gelet op al het moois dat we te zien krijgen volgens de Capitool gids en de informatie van Lili en Rob. We bezoeken daadwerkelijk de fantastische tempel Ta’er Si, ook wel Kumbum tempel genoemd door Lili, onze prima gids. Lili vertelt de historie van de tempel in relatie tot het Tibetaans boeddhisme en de geelmutsen. Daarover hieronder meer in kort bestek.
De tempel ligt ongeveer 30 km buiten Xining in de plaats Lusha’er in de hoogvlakte van Qinghai. De aanduiding Kumbum betekent 100.000 bruisende beelden/boeddha’s. De stichter van het klooster is Tjong Khappa tevens oprichter van de Gelugpa-secte, ook wel de geelmutsen genoemd, werd in deze streek geboren. De eerste tempel werd hier ter zijner ere gesticht in 1560! Er leven thans ongeveer 600 monniken die hun leven wijden aan studie en gebed. In het verleden werd het complex bewoond door 3600 monniken. De huidige in ballingschap levende 14e Dalai Lama is eveneens in dit gebied opgegroeid. De hoogtijdagen van het klooster lagen in de 17e en 18e eeuw, toen het klooster meer dan 52 zalen en 9300 kamers en slaapvertrekken omvatte en er dus plaats genoeg was voor 3600 monniken. Tijdens de culturele revolutie (1967 tot 1979) werd het complex gesloten. Nadien zijn de meeste gebouwen gerenoveerd en wonen er thans de 600 hiervoor genoemde
99 monniken. Het complex beslaat een oppervlakte van 400.000 m2 en bevat 20.000 schilderingen en borduurwerken.
100 De stijl laat zich kenmerken als een combinatie van Tibetaanse en Han-Chinese architectuur en is een van de meest belangrijke tempels in het Tibetaanse boeddhisme. Ter plekke krijgen we uitleg over het complex en een grote rondleiding door een Tibetaanse Boeddhist. Voor de ingang staat een soort “pagode” , aangeduid als een Chorten, waarvan het vierkant de aarde symboliseert, de koepel het water, de trappen het vuur en de parasol de wind, terwijl de kroon bovenop de atmosfeer voorstelt. Deze stoepa’s staan er in achtvoud naast elkaar en verbeelden de acht grote gebeurtenissen in het leven van Boeddha, vanaf geboorte tot nirvana. Het meest in het oog springend gebouw is de Tempel met het gouden dak, gebouwd op de plaats waar Tjong Khappa werd geboren. De daarnaast gelegen zilveren stoepa bevat zijn beeld. Ook is er nog de grote Meditatiehal. In deze hal, aangeduid als de Dajing Tang, kunnen wel 2000 monniken soetra’s reciteren. De hal is behangen met prachtige zijden Thangka’s. De zuilen zijn gewikkeld in mooie tapijten. Als laatste bijzondere tempel wil ik kort iets zeggen over de De Xiao Jinwa tempel (kleine gouden daktegel zaal) die reeds in 1631 is gebouwd en bij de ingang een aantal groteske wachters bevat met daarboven een dak van gouden tegels, waarlijk een fantastische aanblik.
Bijna vergeten, misschien door de minder prettige geur associatie, maar toch nog zeker vermeldenswaardig, is de Bloementempel vanwege de geweldig mooie sculpturen van geverfde yakboter. Lang leve de airconditioning want zonder deze was het daadwerkelijk een grote stinkende massa yak boter. Vraag is of er voor de tijd van de airconditioning een andere wijze van conserveren was? Tenslotte waren er nog grote gebedsrollen te zien. Gebedsrollen in vele kleuren en maten die, wanneer met de klok meedraaiend, een geschreven gebed naar de hemel sturen . De gelovigen lopen ook nu rond met het handformaat van de gebedsrol en lopen daarmee diverse dagen rondom het tempelcomplex. Ze maken tevens de linten vast aan diverse objecten. De linten kennen 5 kleuren, die de volgende betekenis hebben : -rood voor geluk -wit voor vrede -geel voor een lang leven -blauw voor een lang leven en wijsheid -groen voor het krijgen van een zoon.
101
Na deze rondleiding hadden we nog ruimschoots de tijd om de diverse andere tempels te bekijken. Verbazingwekkend waren de nieuwe tempels die er boven op de berg waren bijgebouwd, maar ook de hoeveelheid onderhoud die er werd verricht aan de tempels. Mijn conclusie is dat de boeddhisten royaal schenken voor onderhoud van de tempels, maar zeker ook voor hun eigen “wedergeboorte”, want schenken is een van de beoordelingscriteria voor de wijze waarop hij/zij wederkeert in het volgende leven.
102 Tenslotte zag ik dat, net zoals in het Vaticaan, op handige wijze geld wordt binnen gehaald van en door de gelovigen. Onze gids gaf aan dat vandaag toevallig de abt aanwezig was en dat wij voor 120 yuan, nadien aangepast naar 45 yuan een lint konden kopen en daarmee een bezoek konden brengen aan de abt!!! En jawel, een aantal onzer VOLS-leden liet zich misleiden en kwam een half uur later terug met een geweldige disceptie.
103 Al met al een mooi alternatief programma dat ik, en ik denk ook alle andere VOLS-medereisgenoten gelet op hun reacties, niet hadden willen missen. We hebben de avond afgesloten met een heerlijke maaltijd, wederom Chinees, maar wel weer anders. Iedere streek kent zijn eigen typische gerechten van zoet/zuur tot pittig en scherp. Jo Eggen.
104
Chinese rekenkundige reeks. Welk getal hoort niet in dit rijtje ? 4-7-10-13-16-18-19-22-25 Oplossing : 19 hoort niet in dit rijtje. Bij de afhaal Chinees : alle getallen zijn Nasi behalve 19 dat is bami. Emile.
105
106
107
Donderdag 8 mei. Xining – Lanzhou. Oorspronkelijk had ik ingetekend voor de Bingling Si grotten. Omdat het programma – de Chinese propagandamachine had Xiahe en omgeving tot verboden gebied verklaard voor buitenlanders en aldus vergrendeld voor eventuele relschoppers of anderszins het blazoen bevlekkend volk – dientengevolge gewijzigd was, ging dit avontuur voorbij aan mijn schrijvende pen. De ochtend was begonnen zoals altijd. Eerst genieten van een verfrissende douche die mijn Spartaans lichaam - Michelangelo Buonarroti zou er wel raad mee geweten hebben verleidde voor de zoveelste keer opgewekt in een drukke dag te stappen. Nou druk zou het vandaag niet worden, maar daar later meer over. Het luxe ontbijt van de achter ons liggende 4 en 5 sterren hotels was in rook opgegaan en we moesten het doen – en zeker de laatkomers – met een gematigd ontbijtje. Gelukkig was er vandaag wel brood en waren er ook gebakken eitjes. Wat heeft een verwende westerling dan nog te klagen. Zoals iedere dag nam ik 2 geroosterde sneetjes met 3 gebakken eitjes van Chinese scharrelkippen. Dat alles rijkelijk bedekt met krokant spek. Vandaag staat het Wufeng Huzhu klooster op het programma, maar we zullen als eerste een moskee bezoeken. De moskee is 600 jaar oud; gebouwd op een oppervlakte van 1000 m2 en biedt plaats aan 3000 moslim-mannen. De afgesproken ‘ inkomprijs’ wordt door de norse ‘bewaker’ ter plekke verhoogd, omdat de prijzen toevallig per april in de lift gingen.
Maar Hollanders zijn Hollanders en laten zich niet flessen. Dus werd gretig van het alternatief gebruik gemaakt: een nabij gelegen textielwinkel. Yola (van Henk) kocht er een kleurig jasje in licht groene en rose bloemmotieven, kleuren die perfect pasten bij de blonde Hollandse met groene oogschaduw en rose gelakte nagels aan vingers en tenen. Het stond haar beeldig en Henk betaalde graag voor zijn trots haar zo mooi te zien.
108 Maria verliet de zaak als volmaakte moslima en Wilfred volgde als moslim met fez, hij kocht de grootste maat en die zat nog krap. Kun je nagaan wat er in zo’n hoofd allemaal omgaat. Terug in de bus was de moskee gauw vergeten en was het thema de permanente ooglijn van Mia Loo, iets wat overigens perfect paste bij haar blauwe kijkers. Daar was Harrie ‘der Rosenkavalier’ het volledig mee eens en hij zal zeker bereid zijn om bij een volgende lift zijn beurs te trekken. Ook het liften van ander vrouwelijk schoon kwam ter sprake. Enkele vrouwen in de groep sloegen bedeesd hun uitgezakte oogleden ter aarde; anderen waren blij dat ze het mes van de chirurg met allure getrotseerd hadden en ze glommen van trots als gepolijste eieren op paaszondag. Overigens heette zo’n Wilfredpetje ‘pappacup’. Marjo Vlekken grapte bescheiden dat zij 2 ‘mamacups’ had waarvoor ze niet had hoeven af te dingen. Heel frivool en zwaar overdreven hapte ze naar lucht om te onderstrepen wat ze bedoelde. Gelukkig hadden de Penningsgangers toen nog geen weet – er verdwenen legio sjaals, blouses, rokken in hoogst zwangere handtassen – van de streng aangekondigde bagagenormen op de luchthaven. Al rijdend over hobbelige wegen reden we door het gebied van de Tu. We maakten een stop bij een dorpje. Als mieren op weg naar de lokdoos stroomden de dorpelingen toe. Bernadette deelde ballonnen uit in vragende handjes van kleine Chinezen. Ze zagen er een beetje Mongools uit met hun grof-rode konen. Met bolle wangen probeerden de ‘gelukkigen’ de lucht door het nauwe gaatje te persen. Bij sommigen lukte het en een stralende lach was een dank-je-wel aan Bernadette. Een klein meisje lachte me aan op een manier waarop Eva ooit Adam aan gelachen moet hebben: puur en in het volste vertrouwen dat de wereld ongerept en volledig te vertrouwen is. In haar ogen stond een kopie van haar hart. De meeste kinderen droegen fel gekleurde laarzen. Hopelijk zullen ze als volwassen Chinezen voor dit soort laarzen blijven kiezen en zich niet laten verleiden tot militaire marslaarzen in bruin of grijs. Nadat iedereen ingestapt was besloot Rob om niet naar het klooster te gaan: de weg was immers lang en nauwelijks berijdbaar.
109
We rijden naar een volgend dorpje en bezoeken er een huisje van de autochtone bevolking. Het ziet er allemaal keurig uit en de jonge gastvrouw is maar wat blij met de centjes die haar ten deel vallen. De smalle ‘straten’ zijn van beton en overdekt met stro. Zo gauw als het stro ‘smerig ’is wordt het aan de kant geveegd en komt er vers en schoon stro in de plaats. De mensen zijn vriendelijk en trots als ze hun eigen foto zien. Ze giechelen kinderlijk blij en spitten tevreden verder in hun groentetuintje. Ondanks het alternatief programma is iedereen tevreden met de dag. De ontmoeting met de boertjes – de authentieke dragers van de Chinese cultuur – is toch wel heel bijzonder. Zij houden ons a.h.w. een spiegel voor, een spiegel van de ziel. Zij hebben geen weet van westerse luxe; zij hebben er ook geen behoefte aan. Nog niet. Zij kennen geen stress en zijn tevreden met wat ze hebben. Hun rijkdom is gelegen in de dagelijkse portie rijst, in het gemeenschapsgevoel dat deel uit maakt van het leven. Het individualisme waar wij zo rijk aan zijn heeft geen vat op hen. De spiegel stelt de vraag : “Wie is er nu arm en wie rijk”. De lunch biedt voor niet-lunchers de gelegenheid om naar de markt te gaan. Monique voelt zich een beetje als Maxima. Zwaaiend en lachend naar mensen gaat zij haar weg, soms gevolgd door wel 5-6 Chinezen van alle leeftijden. Ik mag het graag zien, maar een zaak staat als een paal boven water: ik ben geen Willem Alexander. Na de lunch rijden we richting Lanzhou waar de stalen vogel, in afwachting van de Hollandse kudde, de nacht in gaat om daags erna de vleugels te spreiden richting Chengdu. Dan Lumey.
110
111
\
112
113
114
115
116
Vrijdag 9 mei. Langzhou – Chengdu - dag van de panda’s. Om kwart voor zes worden we door de wake up call gewekt. Erg vroeg maar het is dan ook een bijzondere dag vandaag. Vandaag gaan we naar de panda’s!! Kwart voor zeven netjes de koffers in een rij, klaar om in de bus te worden geladen. Deze keer is het vertrek uit het hotel geen probleem. Niemand die een doosje met onbekende inhoud wilde uitproberen, niemand die een beschimmeld matje mee naar huis wilde jatten (altijd een leuk souvenir). Het gesprek van het ontbijt is natuurlijk de bagage. Onze binnenlandse vlucht heeft voor de nodige opschudding gezorgd. Maximaal 5 kg handbagage en twintig kilo als koffer. Uiteindelijk viel het nog mee. Maar drie mensen zaten er boven. Dan en Monique konden ermee leven, Irene bleef heel stoïcijns en Marjo had er al op gerekend. Een groter probleem bleek later de zippo aansteker van Theo te zijn. Deze mocht absoluut niet het vliegtuig mee in. Aangezien het een dierbaar geschenk van meer dan twintig jaar geleden
117 was, checkte Theo 4 maal opnieuw in om dit pakje in de kofferlaadruimte mee te laten gaan. In Chengdu aangekomen staan twee jonge knulletjes op ons te wachten, Jerry en John. Het blijken onze gidsen te zijn. Aangezien men in Chengdu minder toerisme gewend is en dus niet berekend is op 46 gezonde Hollandse dames en heren, worden we in twee kleine bussen gesplitst. Onze gids Jerry spreekt aan een stuk door, als een lopende band, helaas in onverstaanbaar Chinees-engels. Rob hoor ik meerdere malen zeggen dat hij onzin staat te vertellen, maar dat heb ik deze reis al vaker gehoord. Hij neemt dan ook het roer bij tijd en wijlen over en vertelt de bus hoe het nu echt in elkaar zit. Dit wordt gewaardeerd met een applaus. De provincie Sichuan heeft een gunstig klimaat en zeer vruchtbare bodem voor landbouw en de ligging aan een zijrivier van de Yang Tse rivier zorgde ervoor, dat Chengdu een belangrijke handelsstad kon worden. De stad telt meer dan 10 miljoen inwoners. Overigens wordt het olympisch voetbal mede in Chengdu gehouden. Het inchecken in het hotel gaat vlug. De lunch daarentegen is een drama. Na 10 dagen Chinees eten zijn clubsandwiches en cappuccino's erg gewild en dat hebben ze in dit hotel. Bijna met zijn allen bestellen we dan ook wat. Hierop zijn die lieve Chinezen natuurlijk niet voorbereid en dit vraagt dan ook om problemen. Na drie kwartier is de koffie gearriveerd, maar de rest….Thea komt ook binnen, het is nog maar een kwartier voor vertrek en zoals Thea is, wil ze meteen overgaan tot drastische maatregelen. Het zijn echter alleen maar wij, die haar luide stem en geroep dat zij wel in de keuken wil gaan staan, horen. Terwijl het gros zit te wachten komt John ook nog eens vertellen dat een deur verder het heerlijkste buffet klaar stond, zij het dan Chinees. Heel goed voor de reeds heetgebakerde gemoederen. Enfin, Maria en ik hebben nog een broodje met elkaar kunnen delen.
118 Toch maar 45 minuten te laat vertrekken wij naar de tempel van Wenshu. We komen langs een spiraalvormig monument dat “forever” betekent, tevens zien we nog een van de weinige beelden van Mao Ze Dong. Jerry wil ons graag rondleiden in de tempel van Wenshu, maar zoals altijd … na 20 minuten zijn er nog 3 trouwe luisteraars bij hem te vinden, Maria, Cis en Mariëtte. Van een monnik krijg ik een boekje cadeau met allerlei mooie anekdotes, zo uit het leven gegrepen. Daarna is het natuurlijk shoppen geblazen. We lopen door leuke straatjes die helemaal in Chinese stijl zijn opgebouwd. Dit zien wij voor het eerst. Een verademing t.o.v. al die wolkenkrabbers en cementblokken.
119 Nu is het tijd voor het Panda fokcentrum. Hier slagen ze erin om nageslacht te produceren en dat is heel bijzonder. Ze proberen de panda te behoeden voor uitsterven…. Echter ze worden niet in het wild uitgezet. Dit is heel jammer. De panda is een statussymbool voor China geworden. Er leven nog ongeveer een 1000 panda’s in het wild. Zij leven in een erg ontoegankelijk en vochtig gebied met veel bamboe. De panda is namelijk een beersoort die in het wild alleen maar bamboe eet. Op zich is dit erg zeldzaam en door de jaren heen zo geëvolueerd omdat er voedseltekort was. Bamboe was overal in grote hoeveelheden voor handen en de panda’s kwamen zo gemakkelijk aan eten. Een bamboe bos bloeit een keer op de 50 jaar en dan ook alles tegelijk. Daarna gaat zo’n bos dood. De panda’s hebben dan dus niets meer te eten en moeten een ander bos zoeken en als dit niet lukt sterven ze van de honger. Om de bamboe gemakkelijk te kunnen eten gebruiken ze een zesde klauw aan hun poot (een vergroeiing van het bot van de pols). Hiermee ritsen ze de bladeren van de bamboestengel af. Bamboe heeft weinig voedselwaarde. Een panda moet zoveel mogelijk bamboe eten en zich zo min mogelijk bewegen. Hij eet en slaapt dus. Alleen tijdens de paartijd is hij actiever. Voortplanting in het wild is erg lastig. Het leefgebied is erg groot en aangezien zij nauwelijks bewegen, is het lastig om een partner te vinden. Een andere bedreigde diersoort, die ook in dezelfde natuurreservaten leeft, is de sneeuwluipaard die hoger in de bergen leeft.
We hebben drie uur lang in het fokcentrum rondgelopen en ik vond het geweldig. Een van de weinige keren dat we niet onder de voet gelopen werden door Chinese toeristen en de panda’s zijn natuurlijk prachtig om te zien. Je kunt zien dat ze het er goed hebben. Ze hebben veel groen om zich heen en wanneer de verzorger komt om de boel schoon te maken gaat er zelfs een panda tegen hem aanliggen. We zien ook nog een ander soort panda. De kleine panda, roodbruin van kleur. Hij kon wel familie van de vos zijn, echter wanneer hij loopt, zie je
120
duidelijk dat hij familie is van de grote panda.. Ze zijn niet zo gevuld als de grote panda, meer langwerpig, kortere poten en een prachtige lange staart. Wanneer we terug naar de uitgang lopen zijn de meesten er al. Het is laat geworden en we besluiten meteen door te rijden naar het restaurant. We komen in een straat terecht waar op het trottoir allemaal bakken vol vieze vaat staan. De mensen lijken de vaat te sorteren, voordat het in de vaatmachine gaat. Het blijkt de vaat van ons restaurant te zijn. Dit zorgt voor een beetje opschudding. Is ons restaurant wel hygiënisch genoeg? We hebben echter heerlijk gegeten. Sichuan staat bekend om haar pittige eten en daar houden wij wel van. Daarbij hadden ze heerlijke scampi's. Deze konden ze wat mij betreft zo in een sterrenkeuken bij ons serveren. Na het eten gaan de meesten naar het hotel. We besluiten nog even een blokje om te lopen en kunnen prachtig langs langs het water lopen en we zien zowaar een heel gezellig terras. Toch nog een pilsje vatten? Natuurlijk! Nicol.
121
122
Zaterdag 10 mei. Chengdu – Leshan – Emei Shan. Om 7.00 uur loopt na een goede nachtrust, de airco deed het voortreffelijk, de wekker af.
Na een lekkere douche en het naar beneden brengen van de koffers, alweer, genieten we omstreeks 8 uur van een lekker ontbijt. In de eetzaal treffen we voor het eerst meerdere Chinezen aan en het is er gezellig druk. Gelukkig neemt het ontbijt veel minder tijd in beslag dan de lunch gisteren, zodat iedereen iets voor negen uur bij de bus is.
123 Met verbazing stellen we vast dat de koffers nog in de hal staan. De reden is volgens de gids dat men pas met het inladen kan beginnen als alle koffers geteld zijn. Waarom dat nog steeds niet gebeurd is, is een onoplosbaar Chinees raadsel. Na enige discussie en de nodige opwinding, worden de koffers met verenigde krachten in de bus geladen en kunnen we omstreeks 9.15 uur vertrekken. Het is betrokken doch droog en het belooft een mooie en warme dag te worden. Zoals Rob gisterenavond al meedeelde gaat de tocht vandaag niet naar de heilige berg, dit doen we morgen, maar brengen we een bezoek aan de Dafo, de Grote Boeddha, in Le Shan. Nadien rijden we naar het hotel in Emei Shan. Deze wijziging in het programma heeft tot gevolg dat we niet in Le Shan overnachten en de laatste nacht opnieuw in het vertrouwde hotel in Chengdu verblijven. Op deze wijze mijden we het minst goede hotel van de ganse reis. Dit geniet de volledige instemming van ons reisgezelschap. Het ochtendverkeer in Chengdu valt mee, we geraken vrij vlot de stad uit en bevinden ons wat later op de snelweg richting Le Shan. De gids verontschuldigt zich uitgebreid voor het ongemak met de koffers, hij kon er natuurlijk niets aan doen.
Tijdens de rit naar Le Shan onderhoudt de gids ons over het belang van de thee in China. Deze nationale drank heeft immers diverse functies : hij is een zeer goede
124 dorstlesser en een uitstekend digestief, hij wordt gebruikt als afslankmiddel en heeft tevens antiseptische eigenschappen. De theecultuur bestaat dan ook meer dan 2.000 jaar in China.
Onze gids wijdt tevens uit over de welstand en het inkomen in Chengdu. Volgens hem ligt het gemiddeld inkomen op ongeveer 2.000 yuan, dit is 200 euro, per maand. Dit ontlokt bij John P. de vraag hoe het dan toch kan dat de jeugd in Chengdu, zoals hij heeft kunnen vaststellen op een terrasje gisterenavond, grote hoeveelheden bier consumeert. Het antwoord hierop is simpel : hoe meer bier je gelijktijdig bestelt, hoe beterkoop het wordt. Spijtig dat we dat nu pas achterhalen. We rijden intussen door een vochtig, weelderig en zeer vruchtbaar gebied. De boeren zijn op de velden bezig met het oogsten van een oliehoudende plant. Later blijkt dat het lijnzaad is. Het oogsten en de verdere verwerking gebeurt nog volledig manueel. Aansluitend aan deze teelt worden de meeste velden gebruikt voor de rijstteelt. Hiervoor maakt men nog veelvuldig gebruik van de waterbuffel. Dankzij het ideale klimaat en de vochtige, vruchtbare grond slaagt men erin om 3 teeltrotaties per jaar te behalen.
125 Op veel plaatsen wordt ook terrasbouw toegepast. Temidden van dit alles liggen talrijke vijvers gebruikt voor de viskweek. Dit levert prachtige landschappen op.
De laatste jaren wordt de landbouw meer en meer op een professionele wijze bedreven. Dit levert hogere rendementen en meer winst op. De keerzijde is echter dat meer en meer mensen op het platteland zonder werk, voeding en inkomen geraken. Zij zoeken met steeds meer hun heil in de steeds groeiende steden, doch eindigen meestal in werkloosheid en armoede. Onze gids vertelt eveneens dat hij samen met zijn collega in de andere bus, een bedrijfje opgestart heeft dat zich bezig houdt met het kweken van kippen met zwarte beenderen. Deze kippen zijn gekend om hun lekker vlees en de lekkere soep die ervan getrokken wordt. Hun zwarte beenderen worden gebruikt voor de aanmaak van bepaalde medicijnen die specifieke eigenschappen hebben en die enkel voor het vrouwelijk geslacht bestemd zijn. Over het effect van deze medicijnen laat de gids ons geruime tijd in het ongewisse. Na lang aandringen blijkt dat het gebruik ervan bepaalde verlangens bij de vrouwelijke helft van de bevolking stimuleert. Na deze mededeling sluit de gids dit onderwerp definitief af.
126 Omstreeks 10.30 uur houden we een korte sanitaire pauze tijdens dewelke we lekkere thee kunnen proeven. Het sanitair laten we echter maximaal links liggen. Even later vervolgen we onze weg naar de Grote Boeddha. Dit enorme beeld is uitgehouwen in de rode zandsteen van de heuvel Lingyun, gelegen aan de samenvloeiing van drie rivieren nabij Le Shan. De verraderlijke kolken, die het gevolg zijn van deze samenvloeiing, kostten tot ver in het verleden veel slachtoffers onder de passerende boten. In 713 besloot de monnik Haitong een heiligdom in de rotswand uit te houwen dat bescherming zou bieden aan de scheepvaart. De brokstukken afkomstig van deze werken werden in de rivieren geworpen waardoor deze een stuk rustiger stroomden. Op deze wijze heeft de Grote Boeddha in elk geval een indirect effect op de woeligheid van de wateren.
Dat de Boeddha zijn naam niet gestolen heeft, blijkt uit zijn afmetingen : zijn hoogte is 71 meter, aan de schouders is hij 28 meter breed, zijn oren hangen 7 meter af en zijn neus meet 5,6 meter. Zowel de heuvel Lingyun als de aangrenzende heuvel Wuyou zijn bezaaid met talrijke tempels, gelegen in een schitterend landschap en via een netwerk van paden met mekaar verbonden. Het geheel behoort terecht tot het werelderfgoed van de Unesco. Aangekomen in het stadje Le Shan maken we een boottocht naar de Grote Boeddha. We worden verdeeld over 2 boten en krijgen allen een verplicht zwemvest om. Vanaf
127 het water hebben we een schitterend zicht op het reusachtige beeld, dat statig op de heuvel zit en aan beide zijden geflankeerd wordt door in de rots uitgehouwen wachters. Tijdens de terugvaart naar Le Shan zien we zeer duidelijk het onderscheid in water afkomstig van de verschillende rivieren. De ene voert een slibrijk geel water aan, een andere helder en slibarm water.
128
We lunchen met een kleine groep in een plaatselijk restaurant in Le Shan. De afwezigen hebben weeral ongelijk, het eten is voortreffelijk en het bier koel en bijna gratis. Om 13.30 uur verzamelen we opnieuw bij de bus en vertrekken voor het bezoek te voet aan de Grote Boeddha. We lopen via de achterkant van de heuvel tot aan de bovenkant van zijn hoofd en dalen van hieruit af tot beneden aan zijn voeten. Het is druk en warm op de trappen, maar het loont de moeite. Beneden aangekomen en staande bij zijn acht meter lange voeten kunnen we pas echt vaststellen hoe enorm het beeld is. We genieten enige tijd van het schitterende zicht en klimmen langs de andere zijde terug naar boven.
129
130
131
132
Een aantal doorbijters, Cis, José, Maria, Josiane en ikzelf, lopen via een prachtig bospad met mooie uitzichten, naar een tempel op een aangrenzende bergflank gelegen. Ondanks de inzet van al de charme van mijn vrouwelijk gezelschap, krijgen we geen toegang tot de tempel en keren we noodgedwongen terug. Het natuurschoon vergoedt echter alles.
133
Boven op de heuvel bezoeken we nog een mooie en rustgevende tuin en een tempel met diverse prachtige Arhats. Nadien lopen we de heuvel terug naar beneden waar we om 17.00 uur bij de ingang samenkomen. Al onze medereizigers mogen zich via de ingang naar het punt van samenkomst begeven. Voor Josiane en mijzelf is dit niet weggelegd. We worden verplicht om de officiële uitgang te nemen en een omweg van een kleine kilometer te maken. Is er dan toch onderscheid tussen Vlamingen en Nederlanders?
Aangekomen bij de bus worden we opgewacht door een oud Chinees koppel, dat via de inzameling van PET flessen in hun levensonderhoud tracht te voorzien. Dit tafereel illustreert nogmaals op pijnlijke wijze de enorme kloof tussen rijk en arm in dit land. We stappen in de bus en vertrekken naar Emei Shan. Bij het verlaten van Le Shan stellen we vast dat dit in Chinese termen een kleine stad is, volledig gericht op het bezoek aan de Grote Boeddha, en waar voor de rest niet veel te beleven valt. Geen mens die het erg vindt hier niet te moeten overnachten.
134 Omstreeks 18.00 uur arriveren we in de stad Emei Shan. Het is een mooie stad met weinig hoogbouw, mooie huizen en heel veel groen. De stad telt tientallen witte huizen die allen visrestaurants blijken te zijn. De stad herbergt ook talrijke tempels en kloosters. Emei is immers een centrum van het boeddhisme. Even later arriveren we bij het hotel, schitterend gelegen in een weelderige groene omgeving en bestaande uit aparte paviljoens. We begeven ons direct naar paviljoen 8 en wachten ongeduldig om de kamers in te nemen. Gelukkig zijn de koffers nog niet uitgeladen want even later blijkt dat we in een verkeerd paviljoen zitten. Terug de bus in dan maar. Ter plaatse omkeren is voor onze bussen niet mogelijk en we leggen een groot gedeelte van de weg achterwaarts af. We blijken in het hoofdgebouw te verblijven en na enig oponthoud zijn we omstreeks 19.00 uur op onze kamers.
Hotel Hong Zhu Shan is een uitstekend 5 sterren hotel, schitterend ingeplant in een zeer mooie omgeving. Het hotel beschikt over alle mogelijke faciliteiten waar we wegens tijdgebrek niet van kunnen genieten.
135 Ook de badkamer is navenant en beschikt over twee douches. Een luxe, we zijn dan ook ruim op tijd beneden voor het diner. Dit vindt plaats in paviljoen 8 waar we deze keer met de pendelbus naar toe gaan. Het diner is lekker en goed verzorgd, maar staat toch niet in verhouding met het niveau van het hotel. We lopen te voet en via een meer terug naar het hoofdgebouw. Enkele dames in het gezelschap worden opgeschrikt door in het rond vliegende nachtlibellen, die volgens Rob echter niet kunnen bestaan. We genieten nog van een drankje in de bar of op het terras en maken ons klaar om tijdig naar bed te gaan. We moeten er morgen immers om 6.00 uur uit. Plotseling doet de mededeling de ronde, dat het winkeltje in het hotel nog open is en schitterende kleding aanbiedt. Uiteindelijk liggen we na het obligatoire aankopen iets na 24.00 uur in bed. Het einde van een lange, mooie en vermoeiende dag. Met de heilige berg in het achterhoofd slapen we snel in. Luc Crommen.
136
.
137
Zondag 11 mei. Emei Shan. We worden om 6.45 uur gewekt, dus een half uur te laat. Wederom genieten we van een geweldig ontbijt. Je kunt je niet voorstellen wat er niet te krijgen is. Van spek met ei tot bami en nasi en gebakken aardappelen. Er is echter geen slagroom want dat heb ik iedere morgen bij alle hotels bij het ontbijtbuffet gemist. Om 8.15 uur vertrekken we weer met twee bussen. We gaan vandaag als eerste het Wan Nian klooster bezoeken. Het is prachtig weer en vandaag zien we zelfs een heel klein stukje blauwe lucht. Dat hebben we tijdens onze hele reis tot nu toe nog niet gezien. Er was altijd smog zelfs in het binnenland. Om 8.20 uur moeten we overstappen op kleine busjes (10-12 personen per busje, dus vijf busjes) opdat ook de lokale mensen werk hebben en iets kunnen verdienen. De busjes zetten ons af bij het busstation. Het lijkt wel een paleis zoals dit busstation er uit ziet.
Van hieruit gaan we weer met kleine busjes naar de kabelbaan. Het is een zeer moderne kabelbaan met wagentjes voor 4 tot 6 personen. Het wordt een prachtige en mooie rit door de natuur en om 9.15 uur zijn we boven. Het laatste stuk moeten we natuurlijk weer trappen op en worden we gadegeslagen door de aanwezige apen. Dan komen we bij het klooster met als voornaamste in een van de tempels, een Boeddha op
138 een witte olifant. Natuurlijk zijn er ook vele andere tempelgebouwen, waar overal meerdere boeddha’s aanbeden worden. Overal kun je kaarsen en wierookstokjes en stokken tot wel 1,50 meter lang opsteken.
Overal is er vuur. De grote Boeddha op de olifant weegt 6,2 ton en is 7,5 meter hoog.
139
140
Na het bezoek aan dit klooster gaat het grootste gedeelte van onze groep, 35 personen wandelen, terwijl de rest ,11 personen, met kabelbaan en bus weer naar beneden gaat om daar nog twee kloosters te bezoeken. Als eerste komt de Bao Cuo tempel aan de beurt, de tempel van de liggende panter. Een prachtige tempel met natuurlijk weer heel veel boeddhabeelden. Er gaan slechts 4 personen mee naar dit klooster. De rest is te moe !
141
142
Nu gaan we lunchen. We rijden met de bus naar ons hotel, om te lunchen. Dit duurt erg lang en ondertussen komt de rest van de groep eveneens aan en luncht. Nu wordt er gevraagd wie nog meegaat naar het nonnenklooster, een van de weinige in deze landstreek. Nu gaan meer mensen mee. 22 In totaal. Dit is een bijzonder klooster met maar liefst 500 Arhats beelden ( discipelen van Boeddha). Het is een van de mooiste tempels, die we in China gezien hebben. Allerlei
Arhats in de raarste standen. Met kinderen, met de armen omhoog, met snorren, met en zonder haren en ga zo maar door, 500 stuks.
143
144
145 We gaan naar ons laatste hotel in Chengdu, waar we al eerder waren. Na te zijn ingeschreven , even een kleine rustpauze, lekker onder de warme douche en daarna een 5 sterren diner in het Sofitel hotel, dat vlakbij ons hotel ligt. Geweldig diner met oesters, mosselen, garnalen, 5 soorten verse vis , 5 soorten gebraden vis, verschillende soorten vlees waaronder biefstuk en heel veel verfijnde groenten. De deelnemers die
ergens anders zijn gaan eten hebben deze avond natuurlijk geweldig gebaald.
146
Na het diner nog een paar uurtjes naar de bar en toen naar onze kamer voor onze laatste nacht in China. Een mooie, leerzame maar ook vermoeiende reis was ten einde. John Pennings.
147
China 2008. Groep Gulpen gaat weer op stap Met de bus naar Schiphol, met zo nu en dan een grap Vliegen van Schiphol naar Shanghai was niet zo fijn Onze zit ruimte was heel erg klein Met de bus van Shanghai naar Sozhou gingen we op weg Een heel mooi plaatsje maar heel heel druk, wat een pech Naderhand in een bootje wat een geluk Ons kapiteintje begon te zingen, onze dag kon niet meer stuk Aan het Chinese eten begonnen we met goede moed In het begin smaakte dit ook heel erg goed De volgen de dag naar Hangzhou gegaan Waar we in de theetuin voor het eerst kleine kinderen met open achterbroekjes zagen staan Toen naar Shanghai, om in deze wereldstad te zijn zeker weten Is iets om nooit meer te vergeten Hier zijn we in de theetuin en de Jin Mao tower gegaan Waar we in de lift naar boven en er bovenop hebben gestaan In de nachttrein naar Beijing hebben we onze best gedaan
148
Om een feestje te bouwen en zijn voldaan naar bed gegaan In Beijing hebben we genoten En hebben ons hoofd met cultuur vol gegoten In Xi’an wat we al hadden verwacht Het terracotta leger, wat een pracht ’s Avonds al waren we moe Gingen van de prachtige show onze ogen echt niet toe De hotels betraden we allemaal vol goede moed Omdat ze waren allemaal even goed Naar Chendu zijn we gevlogen Hier werd voor sommigen van ons met angst de bagage gewogen In Chendu zijn we naar de panda’s gegaan Wat een heerlijke beesten, dus deden onze best er dicht bij te staan De gidsen waren soms niet om aan te horen Gelukkig heeft Rob ons met zijn uitleg wel kunnen bekoren Rob bedankt, je hebt het weer goed gedaan Anders denk ik dat we zo nu en dan flink in de kou hadden gestaan Vooral dit voorlaatste hotel ligt ongelooflijk fijn En zijn dankbaar dat we er bij mochten zijn
Jetty Berghmans.
149
Maandag 12 mei. Van Chengdu naar Amsterdam en Gulpen. Wie had kunnen denken dat deze dag zo anders zou zijn dan eerst gedacht. Gedacht hadden we, dat we de hele dag bezig zouden zijn met reizen terug naar Nederland. Opgestaan ben ik zoals altijd vroeg. Zelfs na 2 weken vakantie is later opstaan dan 7 uur moeilijk voor me; mijn rug vertelt me na enkele uren liggen, dat bewegen beter voor me is dan liggen. Omdat we weer eens een prima hotel hebben met een luxe badkamer trakteer ik mezelf nog op een bad, alvorens rond 08.0 uur te gaan ontbijten. Weer westers ontbijt, met gebakken eitje en brood. Veel fruit. Heerlijk dus. Om 10.00 uur staan alle koffers in de lobby klaar om in een apart bagagewagentje naar het vliegveld te gaan. Het is ons weer gelukt om meer bagage te hebben dan bij de start van de vakantie. Om 11.00 uur vertrekken we met twee bussen naar het vliegveld, waar we rustig en zonder bagageproblemen kunnen inchecken.
Zoals verwacht wordt de handbagage niet gewogen. Menigeen kan dus gerust
150 ademhalen en zonder bijbetalingen naar de taxfree shop gaan om de laatste "kloemelen" uit te geven. Zelf bezondig ik me hieraan natuurlijk ook; een mens kan namelijk nooit genoeg sjaals hebben nietwaar?? Kort voor vertrek babbelen we nog even met de crew van het vliegtuig; we geven aan allemaal blij te zijn dat we weer naar huis kunnen gaan. Hoe prachtig de vakantie ook geweest is, niets kan op tegen een bruine boterham met kaas en een kopje koffie.
Rond 13.30 uur is het dan zover; we kunnen aan boord. In tegenstelling tot de heenreis is er nu een klein vliegtuig, de stoelen zijn echter beduidend breder, en de beenruimte is ongekend. Zelfs mijn lange benen hebben voldoende plaats in dit vliegtuig. Omdat er lege plaatsen zijn krijgen we van de gezagvoerder de vrijheid om na de start op zoek te gaan naar lege plaatsen. Nooit had ik kunnen vermoeden dat de start nog ver weg van me is. Terwijl we op de startbaan staan, met ronkende motoren , om 14.10 uur, zien we de vleugels flink op en neer gaan. Nog niet ongerust vragen we ons af of er misschien een windhoos geweest is, of dat er net een vliegtuig geland is en we in de slipstream zaten. Naarmate de uren verstrijken wordt ons duidelijk dat er iets anders gebeurd is, dit wordt ook bevestigd door enkele journalisten met een laptop. Er heeft een aardbeving
151 plaatsgevonden, 60 kilometer van Chengdu, van 7.8 op de schaal van Richter. Omdat
niet duidelijk is wat er in Chengdu aan de hand is besluit de gezagvoeder, dat we het beste in het vliegtuig kunnen blijven zitten; het vinden van hotels zou wel eens onmogelijk kunnen zijn. Iedereen probeert vervolgens koortsachtig contact te krijgen met thuis, via telefoon en sms. Aangezien alle telefoonverkeer stil ligt, lukt dat slechts in enkele uitzonderlijke gevallen. Des te vreemder wordtik door iedereen om me heen aangekeken als ineens mijn telefoon rinkelt. Monica, mijn zus vraagt wat er aan de hand is; gedurende het gesprek kom ik er achter dat het thuisfront beter op de hoogte is dan wij. Ze kan me vertellen dat de luchthaven afgesloten is voor inkomend en vertrekkend verkeer en dat er veel gewonden en doden te betreuren zouden zijn. Ben blij dat ze thuis weten dat we niet gewond zijn en veilig en wel in het vliegtuig zitten. Rond half negen besluiten de Chinezen ons weg te slepen naar een veiligere plek. Inmiddels wordt er door de gezagvoeder aangegeven, dat de gesprekken met de vluchtleiding weer opgestart zijn en dat er een oplossing voor ons bedacht wordt. Doordat de tijd verstrijkt ontstaat er echter een dilemma; de crew heeft de maximale toegestane uren gewerkt en zal afgelost moeten worden. Er zal dan wellicht een tussenstop gemaakt moeten worden; gedacht wordt aan Teheran, Alma Ata en Helsinki. Rond 23.00 uur kunnen we vertrekken; tijdens de vlucht blijkt dat we naar Helsinki gaan.
152 Er zal een derde crew aan boord komen,welke op dat moment door KLM naar Helsinki gevlogen wordt. Ook wordt er dan een tweede keer getankt. Tijdens de hele vlucht valt me op dat niemand in het vliegtuig moppert, iedereen ondergaat gelaten wat er gebeurt. Iedere wijziging wordt zonder meer overgenomen en geaccepteerd. Ook het feit dat er weinig eten is ( wie had namelijk kunnen weten dat we ruim 20 uur in het vliegtuig zouden zitten) is geen probleem. Om 4.05 uur ( Nederlandse tijd) landen we dan eindelijk op Schiphol; ik ben nog nooit eerder zo blij geweest thuis te zijn. Tot mijn grote verbazing staat onze bus voor de aankomsthal en kunnen we om 5.15 uur vertrekken richting Eindhoven, Heerlen en Gulpen. In Eindhoven verlaten Anne Marie, Gerda en Ireen ons, in Heerlen stap ik natuurlijk zelf uit. Mede als gevolg van files ben ik pas rond 8.30 uur thuis. Thuis kan ik het natuurlijk niet laten om de tv aan te zetten. Ik schrik behoorlijk ; immers, een melding van een aardbeving is iets heel anders dan de beelden van vernieling ook echt zien. Het aantal doden loopt nu al dagen op en is inmiddels boven de 30.000. Wat er gebeurd is laat een dubbel gevoel achter; enerzijds hebben we genoten van een prachtige vakantie, anderzijds ben ik steeds vaker in gedachten in het rampgebied rond Chengdu . Marielle Hillen.
153
154
Aardbeving vanuit het vliegtuig. ( Artikel in Trouw vaneen passagier in het vliegtuig van Chengdu naar Schiphol waarin onze Chinagroep eveneens zat). Als een remtest, zo voelt het maandag iets voor half drie, als de KLM-Boeing 777 op het vliegveld van Chengdu op het punt van vertrekken staat. Wel wat vreemd, dat heen en weer gaan, want het toestel staat stil. 13.000 doden na beving in China Een aardbeving, horen we 10 minuten later van een bemanningslid, een aardbeving 100 kilometer ten noorden van de stad. Vijf doden en een aantal gewonden, verder alleen materiële schade. ’s Ochtends is het nog als elke dag in de miljoenenstad Chengdu. Vanuit het hotel waar we de nacht voor het vertrek doorbrengen is te zien hoe het verkeer rustig op gang komt. Veel wandelaars, fietsers, (elektrische) brommertjes, en langzaamaan de auto’s. Op de halfoverdekte markt met al zijn groenten, vis en vlees is het goed toeven, ook als enige westerling. Ruim twee weken waren we in China, om vogels te kijken en te filmen. Voornamelijk ten noordwesten van Chengdu in de provincie Sichuan, met als belangrijk reisdoel het gebied richting Tibet, de provincie Qinghai. Over prachtige, vaak slechte wegen gaat het. Over de Balang Shan-pas op meer dan 4500 meter hoogte, waar we de Tibetaanse Sneeuwhoenders zien, allerlei soorten roodmussen, en ook de schitterende diepblauwe Grandala’s. Vanuit de plaats Rilong klimmen we in de ochtendschemering te voet omhoog, in de richting van de berggroep de Vier Zusters, de jongste dik 6300 meter hoog. Onbereikbaar voor ons, letterlijk adembenemend. Het zijn feestdagen en na 8 uur trekken honderden Chinezen omhoog, vaak op ingehuurde paarden. Tegenvaller: buitenlandse toeristen mogen vanaf 1 mei de provincie Qinghai niet meer in. blijkt. Terug naar Rilong dan maar, en de dagen erna naar Wolong; filmen en een bezoek brengen aan het centrum van de Reuzenpanda’s. Bij de ingang een ontroerende beeldengroep van mensen die een gewonde panda dragen, terwijl de beer aan het infuus hangt. De beesten zijn schattig, groezelig bruinzwart, in plaats van zwartwit. Komt doordat ze steeds op hun rug bamboe liggen te breken en eten. Een dier met een ontstoken oog wordt afgevoerd. Of ik dat niet wil filmen, alstublieft. De alternatieve route voert naar het berggebied ten zuidwesten van Chengdu. Een tussenstop voor de lunch in Ya’an is geen straf: volgens Tina, onze vrouwelijke Chinese gids, is het de stad met de mooiste dames van China. Een kwestie van de gematigde regenval en het eten van vis uit de rivier, zegt ze. Logisch. In het hooggelegen Wawu Shan wordt druk gebouwd. Met beperkte middelen zijn mannen en vrouwen aan de slag om extra hotelruimte te bouwen en oude behuizing te vervangen. Het is meestal niet meer dan een juk met twee emmertjes water of stollend beton. Sjouwen met zakken, met golfplaten tegen de heuvels op. Stenen sjouwen. Zeven dagen per week, twaalf uur per dag, drie keer per dag naar de kantine voor een kom rijst. Echt stevig ziet het er niet uit.
155 Het lukt om een Pygmy Wren Babbler te filmen, een Mossluiptimalia van net 9 centimeter groot. Met een kabelbaan omhoog naar de top: 700 meter in 25 minuten. Later die dag, tegen donker, schiet vlak voor onze auto een Aziatische Luipaardkat de weg over. Er wordt hard gewerkt aan de wegen. Arme sloebers wonen in nauwelijks beschutting biedende tentjes langs de bergweg. Er worden tunnels gegraven. Zien er ook al niet echt bemoedigend uit, die Chinese tunnels. De passagiers van het toestel van China Eastern achter de KLM-777 zijn na een uur of vier geëvacueerd. Onze bemanning wil ons aan boord houden, zodat we zo snel mogelijk kunnen vertrekken. Dat kan nog uren duren: de verkeerstoren is direct na de beving ontruimd. In de terminal zou een deel van het dak naar beneden gekomen te zijn. Sms’en met huis is erg lastig. Vierhonderd pogingen kost het om een paar berichtjes weg te sturen. Er komt één reactie uit Nederland, en er zouden al duizenden doden zijn. De KLM-crew die in de stad een paar dagen kan uitrusten, beleeft angstige momenten op de 17de verdieping van het Sheraton Hotel. Een van hen wordt letterlijk van muur tot muur gesmeten, horen we. De bemanningsleden worden net als de Chinezen naar pleinen en een stadion gedirigeerd. Pas later mogen ze hun bagage ophalen. In het vliegtuig blijft het rustig, de sfeer is goed, geen wanklank te horen. De informatieverstrekking draagt hier aan bij. Zelfs de vele Chinezen aan boord blijven rustig. We worden weggesleept, staan een kwartier dwars op de landingsbaan, maar krijgen uiteindelijk kerosine en uitzicht op vertrek. De baan is onbeschadigd, blijkt als een binnenlandse kist plots het luchtruim kiest. Inkomend verkeer is er al een tijdje niet meer. Na bijna 10 uur wachten kan onze 777 omstreeks middernacht vertrekken. In Chengdu lijkt in het donker alles normaal. De verlichting doet het overal, zo te zien. Er rijden wat auto’s. Na een verplichte tussenstop in Helsinki landen we tegen kwart over vier op Schiphol. Een uurtje later zie ik de eerste beelden op CNN en BBC World. Ook van plaatsen waar wij waren. Zoveel kapot, niet te bevatten. Ya’an schijnt voor 80 procent vernietigd te zijn. Ook in Wolong is veel verwoest. Het zou me niet verbazen als ook onze hotels zijn ingestort. De Reuzenpanda’s zijn gespaard gebleven, zeggen de persbureaus. Dat lijkt me wat triviaal, nu er tienduizenden doden te betreuren zijn. De dag erna wordt het alleen maar erger. Schoolkinderen onder het puin. Op youtube staan beelden van de paniek op het vliegveld, op het moment dat wij op de baan stonden. Het is al met al de verkeerde vakantiefilm. Ik bel Tina. Haar mobieltje gaat over. Ze neemt niet op. Sylvia Zimmermann.
158
159
160
Het is mooi om te zien hoe de stress toeslaat als we bijna het hotel voor die nacht bereiken. De stress kippen en hanen springen zenuwachtig op en slaan driftig aan het verzamelen wat ze gekocht hebben. Zodra de bus stopt, schiet men de bus uit om bij de hotelbalie een sleutel te bemachtigen, want het kon de laatste kamer zijn. Dan de koffers! Het ziet er uit of we bij iedere aankomst een koffer kwijt zijn. Paniek maakt zich meester als er een koffer niet direct gevonden wordt. Heb je je koffer gevonden dan wil men allemaal tegelijk in de lift. Wat is het dan heerlijk als je op afstand op je gemak met een gekoeld glas bier wacht tot alles vanzelf oplost. Een van die keren zitten Maria, John , Jules en ik in de bar van het hotel met een heerlijk glas bier. Op tafel staat een esculaapachtig vaasje met een goudvis erin. Op 2 meter afstand is de bar met 2 jonge serveersters die ons bekijken of we van een andere planeet komen. Op dat moment ga ik met de hand in de vaas en pak zogenaamd de goudvis. Rammelend met mijn hand breng ik de goudvis naar mijn mond en eet hem smakelijk op, althans in de ogen van de Chinese serveersters. Die staan inmiddels gillend achter de bar en wijzen op de dader die zonet een goudvis gegeten heeft. Je kunt je voorstellen dat wij ook in een deuk lagen. Om de Chineesjes gerust te stellen heb ik ze laten zien dat de goudvis nog steeds in de vaas zat. Moraal van het verhaal; in plaats van bij aankomst te stressen, kom met ons een biertje drinken en meestal valt er wat te lachen ook. Emile.
Op onze rondreis bezoeken we een plaatsje ergens op het platte land. Het gehucht lijkt wel uitgestorven, maar zodra we door het dorp lopen komen ook de Chinezen uit hun lemen huizen. Bang en schuchter voor het witte gevaar naderen ze schuw. Nadat ze merken dat wij ook net mensen zijn en bovendien iets uit te delen hebben komt de beroemde Chinese lach op hun gezicht.We staan uit het hotel meegenomen presentjes uit te delen aan ongeveer 6 Chinese vrouwen en een oude man met één tand. De smeerseltjes, shampoos, douche mutsjes gingen vlug van de hand. Hilariteit ontstond toen ik de oude man een tandenborstel gaf en voordeed wat hij er mee moest doen. De Chinese dames lagen in een deuk en het oude mannetje met zijn glinster oogjes begreep ook de humor. Mijn chinees is niet zo best maar ik meende te horen dat de Chinese dames zeiden, dat ik toch wat laat was met de tandenborstel Je ziet al is er een wereld van verschil humor is internationaal. Emile.
161