TIPS WORKSHOP ‘WESTHOEK VERBEELDT’: ‘HET DAGELIJKS LEVEN IN DE 20E EEUW IN BEELDEN’ DOOR SARAH ELOY VAN HET HUIS VAN ALIJN.
1. Begin bij de beeldleveranciers. Zoek naar de context. Vraag door naar zaken waar de eigenaar zelf vaak niet aan denkt: hoe oud zijn de familieleden, geboortedatums, het eerste kind (vaak snel na het huwelijk, huwelijksfoto’s zijn soms zo te dateren), … Je kan ook vragen naar andere kaartjes of foto’s over hetzelfde onderwerp: geboortekaartjes, communieprentjes, trouwboeken, doodsbrieven, … . Hieruit kan misschien meer informatie over de datering van de foto naar boven komen. De context (de plaats van de foto) in het fotoalbum is ook belangrijk. Deze albums zijn meestal chronologisch samengesteld. Ook het album kan door zijn vorm of aard een indicatie geven over de datering. Dubbelcheck altijd. Niet alles dat de eigenaars van de foto’s zeggen, klopt altijd. De eigenaars weten immers niet altijd meer heel precies wanneer foto’s werden genomen. → Voorbeeld (HEU021500144): De periode is: 1914 tot 1940. Dit is weinig specifiek. Er is nog een veld ‘datering’ dat hier niet ingevuld is en wel een (ca.) specifieke datum kan weergeven. Aangezien iedereen met naam wordt beschreven, zou aan de hand van de geboortedatum het mogelijk moeten zijn om een betere schatting te maken van de periode. Dit zal sowieso een schatting zijn, maar dat is toch beter dan deze ruime periode. Bij het schatten van leeftijden bij foto’s eind 19e - begin 20e eeuw moet je wel opletten. Begin 20e eeuw zien mensen er naar ons aanvoelen veel ouder uit dan nu. Dit heeft te maken met de volledig andere kapsels, de kledij, stijfheid van poseren…
2. Kijk goed naar het origineel. Wat is de drager? Wat staat er op de achterkant? 2.1. Het formaat Het formaat van de originele foto is belangrijk. De carte-de-visites (6 x 9cm) en kabinetkaarten (10 x 14cm) zijn op het einde van de 19de en in het begin van de 20ste eeuw zeer populair. Ze verliezen aan populariteit vanaf 1914 (opkomst fotopostkaart). De carte-de-visite is het eerste formaat dat iets goedkoper is. Verschillen in formaat, de achterkant, de opdruk, de dikte van het papier, het gewicht, het karton waarop deze kaartjes worden gekleefd, … verschillen per decennium. Deze criteria kunnen in publicaties en online worden terug gevonden, bijvoorbeeld: Kockaerts, R. en Swinnen J., De kunst van het fotoarchief. 170 jaar fotografie en erfgoed, University Press Antwerp, 2009, 479 p. (aanwezig in bibliotheek Erfgoedcel CO7); Van den Dorpel, M., Kousemaker J.F. en Zondervan J.W., Het Nederlands Fotoportret 1860-1915. Een handleiding bij het dateren en bewaren van portretfoto’s, ’s Gravenhage, Centraal Bureau voor Genealogie, 1989, 60 p. (wordt aangekocht door Erfgoedcel CO7). Kabinetkaarten: http://en.wikipedia.org/wiki/Cabinet_card / Polaroid: http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_Polaroid_instant_cameras / Fotopostkaarten: http://www.cartophilie.be/
28/6/2012
Vanaf 1900 brengt kodak zijn Kodak Box uit in VS (bij ons na WOI). Deze camera met rolfilm zorgt voor het steeds populairder worden van fotografie en luidt de geboorte van de snapshots in. Vanaf begin 20e eeuw tot de jaren ‘50 werden alle belangrijke momenten vastgelegd in een studioportret. De populariteit hiervan verdwijnt door het toenemende succes van de amateurfotografie, behalve bij speciale gelegenheden. Vierkante foto’s zijn er vanaf 1963. Deze werden gemaakt met film 126 van Kodak en waren heel populair tot de jaren ‘70. Kleurfotografie bij amateurfotografen start eind jaren ’50 - begin jaren ’60. Polaroids zijn er vanaf 1963 en zijn vooral populair in de jaren ‘80 en ’90. Dia’s komen op vanaf de jaren ’50. Ze bestaan reeds langer, maar worden pas dan echt populair.
2.2. De achterkant Fotopostkaarten worden vooral begin 20ste eeuw gebruikt. Ook militairen gebruikten dit formaat om een foto van henzelf naar huis op te sturen. Vanaf 1906-1910 heeft de achterkant van de kaart 2 kanten: tekst – adres. Daarvoor werd de tekst meestal op de foto zelf geschreven. Kijk of de postzegel afgestempeld is. Daar kan ook een datum op terug te vinden zijn. Postzegels zelf kunnen ook gedateerd worden. Bij foto’s die genomen werden door straatfotografen staat dikwijls een nummer op de achterkant (waarmee de mensen de foto konden afhalen). Dit nummer kan je ook op weg helpen om de fotograaf te vinden en zo de periode waarin hij werkte te dateren. Bekendste voorbeeld: fotografen van Photohall aan de Belgische kust (1933-jaren ’60). De opdruk van het merk van het fotopapier op de achterkant is ook heel belangrijk. Dit verandert ongeveer per decennium. Enkele voorbeelden: Agfa + productnaam: vóór 1957; Agfa alleen: na 1945. Gevaert Ridax: vóór 1945; Gevaert: fusie met Agfa in 1964. Kodak: Velox: 1930-ca.1950; Kodak Velox Paper: ca.1955-ca.1970; A Kodak Paper: ca.1960-ca.1980; This paper manufactured by Kodak: ca.1970-ca.1990.
2.3. De fotograaf Op carte-de-visite’s, kabinetkaarten en studioportretten staat vaak de naam en het adres van de fotograaf. Als er geweten is wie de fotograaf is en waar de foto genomen werd, kan er ook veel informatie worden teruggevonden. De volgende publicatie, uitgegeven door het FotoMuseum in Antwerpen, kan ons hierbij op weg helpen: Directory of Photographers in Belgium 1839-1905, Museum voor Fotografie (Antwerpen), 1997, Volume I en II (wordt aangekocht door Erfgoedcel CO7). Hierin worden alle Belgische fotografen aan de hand van hun tewerkingstellingsplaats voorgesteld. Voor de latere fotografen (na 1905) kan het interessant zijn om in het archief te gaan kijken of er via het bevolkingsregister/patentenaanvragen iets te leren valt over wanneer bepaalde fotografen in de streek actief waren. → Voorbeeld (HEU001502416): Deze foto kan aan de hand van de fotograaf Emille Gilles gedateerd worden. Van 1895 tot 1897 was hij actief op het adres op de foto, Rue SaintJacques in Namen.
28/6/2012
2.4. Het fotoalbum Aan de hand van het fotoalbum waar de foto instaat, kan er ook veel informatie over de datum worden gevonden. De volgorde van de foto’s kan aanwijzingen geven. Tevens zijn bepaalde fotoalbummodellen in bepaalde periodes populair. Barbara Levine en Stephanie Snyder hebben in hun boek ‘Snapshots Chronicles. Inventing the American Photo Album’ (New York, 2005) aandacht voor fotoalbummodellen.
3. Wat is er precies te zien op de foto? Hoe wordt er geposeerd? Welke kleren dragen ze? Welke voorwerpen? 3.1. Studioportretten en schoolportretten De achtergrond, de attributen en de pose zijn heel belangrijk. In het begin van de fotografie (1860-1870) is de achtergrond van de studioportretten heel eenvoudig. Tegen de jaren 1890-begin 20ste eeuw komen er meer romantische taferelen op de achtergrond (de fotografen imiteren de schilderkunst). Als de gefotografeerde personen ergens op leunen, wijst dit op een lange sluitertijd (lang stilstaan). In de jaren ’20 krijg je geënsceneerde taferelen: fotografen bouwen in de studio een tafereel na. De foto’s waar enkel de buste op te zien is, zijn dan weer heel specifiek voor de jaren ’40. → Voorbeeld (HEU004513894): Deze romantische achtergrond is typisch voor studioportretten begin 20ste eeuw. Kledij en kapsel zijn typisch voor de jaren ’10.
3.2. Kledij en haarstijl De modegeschiedenis is zeer uitgebreid en verandert vaak. Dit maakt het niet evident om op basis van kledij en haarstijl te dateren. Je kan hiervoor bijvoorbeeld foto’s uit bepaalde tijdsperioden opzoeken via internet (via Google). Mannenmode verandert minder snel, dus het is moeilijker om op basis daarvan te dateren. Let op: kapsel, (zonne)bril, typische pasvormen, schoenen, gebruik bepaalde kleuren en prints, … Enkele voorbeelden – evolutie bruidskledij: 1904: zwarte bruidsjurken (tot de jaren ’30), die nadien nog kunnen gedragen worden; typisch kapsel van de vrouw. 1918: de kledij is al wat losser en ook het kapsel is losser. 1928: schoenen met een fijn bandje zijn typisch. Let op het bloemenkransje rond het hoofd. De lengte van de jurk mag al iets korter. Minder getailleerd. 1934: bruid in het wit. Bij de man verandert het hemd (de kraag). Typische golf in het kapsel van de vrouw. Typisch voor begin 20e eeuwse bruiden (vnl. jaren ‘10-‘30) zijn de oranjebloesems in was die verwerkt werden in de bloemenkrans op het hoofd of het bruidsboeket. Arendskelken komen dan weer eerder voor vanaf de jaren ‘40 en ‘50. 1948: alleen de buste is te zien. De vrouw heeft een typisch kapsel voor die jaren. 1958: permanent, de sleep (is duurder, de economische situatie verbetert). 1966: studioportretten verdwijnen, de fotograaf is er nu heel de huwelijksdag bij. Klassiek portret in het park. Korter kleedje. Handschoenen. Typisch kapsel voor de jaren ’60.
28/6/2012
1976: de man heeft een fluwelen pak aan. Het kleed mag iets speelser zijn. 1986: het kapsel van de man is typisch voor de jaren ’80. De man moet niet meer in het klassieke kostuum. De pakken worden oversized. 1994: de pakken worden nog meer oversized.
3.3. Interieur en dagelijkse objecten Let op: behangpapier, gebruik bepaalde kleuren, aanwezigheid televisie, keukentoestellen,… Deze foto dateert uit de jaren ’70: oranje prints, kaartje van Sarah Kay op de voorgrond, … Enkele voorbeelden: 1906: poseren bij de auto. Tip: advies vragen aan een auto-expert of autoboeken raadplegen. Typische kledij. 1913: uit het speelgoed kan je allerlei zaken afleiden. Tip: raadpleeg speelgoedboeken. Bijvoorbeeld, Monchhichi’s die opkomen vanaf de jaren ’70. Let op: speelgoed wordt vaak doorgegeven aan de volgende generaties. Dit wil zeggen dat dit een tip is voor vanaf wanneer deze foto kan genomen zijn. ca. 1928: art deco inrichting, waterkan, spiegel, vogelprint, haartooi. Let op: interieur veroudert en verandert niet met iedere trend (idem ‘vanaf wanneer’ ~ speelgoed). ca. 1935: lettertype is typisch jaren ’30. Je kan in Google bijvoorbeeld opgeven: lettertype jaren ’30. Let op: winkelborden en dergelijke veranderen niet met iedere trend. 1947: typische kinderkoets (hierover bestaan er ook naslagwerken). ca. 1958: badkamers zijn typisch vanaf de jaren ’50. In 1948 kwam er de Wet De Taeye: een premie voor een ingerichte badkamer. Hierdoor kwam er bij oudere huizen vaak een uitbouw met badkamer en keuken. Het fornuis komt op vanaf de jaren ’50. Er wordt niet meer op de kachel gekookt. De ijskast met afgeronde hoeken is ook iets nieuws in de nieuwe uitgebouwde keukens. Plastiek komt nu in gebruik (het afdruiprekje). (lees ook: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=G5E26P8IM) 1966: de kleuren zijn typisch voor de jaren ‘60. Rotanmeubels/ de kachel/ de televisie. Veel mensen kochten een televisie n.a.v. het huwelijk van koning Boudewijn, de landing op de maan, bij de verkiezing van een nieuwe paus, … . 1986: affiches van groepen aan de muur, typische mode. 1994: opkomst van de computer.
4. Echt geen idee? Zoek de specialist! Veel kenners van auto’s, uniformen, landbouwtuigen … Bij twijfel is het best om kenners te raadplegen. Soms heeft het geen zin om je te verdiepen in specifieke zaken, want de specialisten zullen het altijd beter weten. Het is aan te raden om onderling kennis uit te wisselen. Je kan ook op zoek gaan op het internet naar fora waar je dergelijke vragen kan stellen. De fora zijn vaak specifiek per thema. Sommige blijven lang bestaan, andere wisselen snel. Goed zoeken via google is de boodschap!
28/6/2012
VOORBEELDEN ‘WESTHOEK verbeeldt’ Tot slot worden de beelden besproken die door de vrijwilligers ter voorbereiding van de workshop werden doorgestuurd: HEU001500580 (smoorkot Dranouter): soms is het moeilijk om een foto te dateren. Identificatie via eigenaar? Origineel? Formaat? Aanduiding fotograaf? Fotopostkaart? Achterkant? Lettertype: eerder begin 20ste eeuw. Soutane? Vragen specialist. Kledij: begin 20ste eeuw – tot begin jaren ’20. Afhankelijk van origineel: datering ca. 19101920. HEU005502408 (werkweigeraars WOII Langemark): is reeds voldoende gedateerd. Tip: vermijd samengestelde woorden in de beschrijvingen (bijvoorbeeld: geen ‘huwelijksfoto’ maar ‘foto van een huwelijk’). Dit zorgt ervoor dat de zoekfunctie beter werkt. HEU005502409 (brandweerwagen Poelkapelle): men is niet zeker van de periode. Houten spaken wijzen op de jaren ’20, vanaf dan verdwijnen die. Misschien moet hier een forum van autospecialisten geraadpleegd worden. Deze wagen kan nog lang na het eerste gebruik in het bezit gebleven zijn van de brandweer. HEU005505113: tot 1950 werd dit uniform van de rijkswachter gedragen (forum: www.bloggen.be/gendarmecollection). Vermoedelijk na WOII door het model van de kleren van de twee personen. Identificatie via eigenaar? Formaat: snapshot vanaf jaren ’30. Datering: ca. 1945-1950. HEU005505138: identificatie via eigenaar? Formaat: moeilijk te zien – snapshot. Kledij/ haarstijl dames: schoenen, mode en kapsels typisch eind jaren ’20 – begin jaren ’30. Ronde brilletjes: eind jaren ’20 – jaren ’30 – begin jaren ’40. Ligstoel: vanaf jaren ’20. Datering: ca. 1925-1935. HEU005505127: identificatie via eigenaar? Formaat: moeilijk te zien – snapshot. Kledij/ haarstijl? Kledij na WOII. Eerder jaren 40-50 vragen aan specialist: “Deze wagen is zonder twijfel een Opel Olympia. Werd gemaakt in Duitsland van 1935 tot 1940 en terug hernomen van 1947 tot 1953.” Datering: ca. 1947-1955. HEU004504903: origineel: carte-de-visite – drager 6,2 x 10,3 cm: vanaf 1860 tot 1884. Achterkant? Gewicht? Decor studio: stoel om evenwicht te bewaren bij lange sluitertijd + sobere achtergrond: beginperiode carte-de-visite tot eind 1870. Fotograaf: Devolder J. – was actief in de Hondstraat 7 rond 1868. Uniform? Vragen specialist. Afhankelijk van origineel: datering ca. 1868-1875. Om tot een correcte datering te komen, is het samenleggen van verschillende elementen belangrijk. Eén op zichzelf staand element is vaak onvoldoende.
LITERATUURLIJST Het Huis van Alijn. Het leven zoals het was. De jaren 50, 60, 70 en 80 in België, Lannoo, 2009, 400p. Shrimpton J., Family Photographs & how to date them, Countryside Books, 2008, 191p. Directory of Photographers in Belgium 1939-1905, Museum voor Fotografie (Antwerpen), 1997, Volume I en II (wordt aangekocht door Erfgoedcel CO7) Kockaerts R. en Swinnen J., De kunst van het fotoarchief. 170 jaar fotografie en erfgoed, University Press Antwerp, 2009, 479p. (aanwezig in bibliotheek Erfgoedcel CO7) Lavédrine Bertrand, (re)Connaître et conserver les photographies anciennes, CTHS, 2008, 343p. Methodiek dossier@CBG (Nederlands Centraal Bureau voor Genealogie): http://cbgmethodiek.blogspot.be/
28/6/2012
Souvenirfotografie aan zee, Kunsttijdschrift Vlaanderen, jaargang 58, n° 326, 2009, 200p. Levine Barbara en Snyder Stephanie; Snapshots Chronicles. Inventing the American Photo Album, New York, 2005 Van der Zeijden, Visuele cultuur. Fotografie als historische bron en als medium voor etnologisch onderzoek, Cahiers voor Regionale Geschiedenis en Volkscultuur, Nederlands Centrum voor Volkscultuur, 2004, 84p. Van den Dorpel, M., Kousemaker J.F. en Zondervan J.W., Het Nederlands Fotoportret 1860-1915. Een handleiding bij het dateren en bewaren van portretfoto’s., ’s Gravenhage, Centraal Bureau voor Genealogie, 1989, 60p. (wordt aangekocht door Erfgoedcel CO7)
VRAGEN? Sarah Eloy – Huis van Alijn
[email protected] Het Huis van Alijn is een museum in Gent. De collectie belicht het dagelijkse leven in de 20e eeuw. Het museum heeft een uitgebreide werking. Samen met het publiek bouwen ze onder meer aan een digitaal fotoalbum over het dagelijks leven in de de 20e eeuw. Op regelmatige tijdstippen doen ze gerichte oproepen rond een bepaald thema in functie van de exporeeks en publicaties (bv. trots op mijn auto, mijn huisdier…). Samen met een groep vrijwillige supertaggers worden ‘tags’ (trefwoorden) toegekend aan anonieme snapshots. Studio Alijn, het kenniscentrum over het erfgoed van alledag, is de bibliotheek en het documentatiecentrum van het museum. Je kan er na afspraak onder meer boeken raadplegen, collecties digitaal doorzoeken, audio-opnames beluisteren, super8 en 8mm films visioneren enzovoort. http://www.huisvanalijn.be
28/6/2012