Wat leren we uit de eerste onderwijsplannen?
Rapport Centrumsteden
VVSG Marleen De Vry Maart 2009
Wat leren we uit de eerste onderwijsplannen?
Rapport Centrumsteden Voor u ligt het rapport over het onderzoek naar de eerste onderwijsplannen van de centrumsteden. Deze onderwijsplannen zijn opgesteld in het kader van het Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau van 30 november 2007 (B.S. 12 februrai 2008) en dateren van het voorjaar van 2008. Zowel het Ministerie van Onderwijs en Vorming als de centrumsteden zelf waren benieuwd naar diverse aspecten van het nieuwe beleid dat inmiddels onder de vlag ‘lokaal flankerend onderwijsbeleid’ wordt gevoerd. Hoe zouden de centrumsteden hun regierol vorm geven? Wat zouden ze als hun visie en missie naar voor schuiven? Welke strategische doelstellingen zouden ze voorop stellen? Welke acties en projecten hierop enten en hoe de beleidsuitvoering opvolgen? Wat zouden ze terecht brengen van de verplichtingen die het decreet hun in ieder geval oplegt? Het onderzoek verliep in drie fasen, die overeenkomen met de drie onderdelen van deze bundel. Basis van het onderzoek is de thematische inventaris die u vindt als laatste deel van dit rapport. De hoofdbrok van het werk is de horizontale analyse van dit materiaal, te vinden als middenste deel. Het rapport opent met de synthese van gegevens en tendensen die uit deze analyse zijn gedestilleerd. We hopen u hiermee leerzame en inspirerende lectuur te bezorgen.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden 1
inhoud
Wat leren we uit de onderwijsplannen? Synthese Regiefunctie en neutraliteit
6
Visie en missie
7
Strategische en operationele doelstellingen
8
De decretale verplichtingen
9
Samenwerking met andere sectoren
10
Acties en projecten in het kader van flankerend onderwijsbeleid
10
1. Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
10
2. Focus op risicojongeren
11
3. Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
11
4. Leerkrachtige schoolomgevingen
12
5. Veilige schoolomgevingen
12
6. Sociale voordelen
12
7. Sociaal onderwijsbeleid
12
8. Wegwijs in leer- en studietrajecten
13
9. Levenslang levensbreed leren
13
10. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
13
Indicatoren onderwijsplannen en projectaanvragen
13
Indicatoren onderwijsplannen
13
Indicatoren projecten
14
Afstemming tussen centrumsteden en LOP’s
14
Wat leren we uit de onderwijsplannen? Analyse Regiefunctie en neutraliteit in onderwijsplannen centrumsteden
18
Visie, missie in onderwijsplannen
28
Strategische en operationele doelstellingen
33
De decretale verplichtingen
42
Samenwerking met andere sectoren
50
Acties en projecten - Analyse per beleidsspoor
55
2 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden
1. Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
55
2. Focus op risicojongeren
60
3. Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
62
4. Leerkrachtige schoolomgevingen
67
5. Veilige schoolomgevingen
72
6. Sociale voordelen
75
7. Sociaal onderwijsbeleid
77
8. Wegwijs in leer- en studietrajecten
79
9. Levenslang levensbreed leren
81
10. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
84
Indicatoren onderwijsplannen en projecten
87
Indicatoren onderwijsplannen
87
Indicatoren projecten
97
Afstemming tussen centrumsteden en LOPS’s
105
Wat leren we uit de onderwijsplannen? Basisgegevensbestand Stad Aalst
114
Stad Antwerpen
118
Stad Brugge
126
Stad Genk
130
Stad Gent
134
Stad Hasselt
138
Stad Kortrijk
148
Stad Leuven
156
Stad Mechelen
161
Stad Oostende
170
Stad Roeselare
176
Stad Sint-Niklaas
182
Stad Turnhout
187
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden 3
4 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden
Wat leren we uit de eerste onderwijsplannen?
Synthese
Regiefunctie en neutraliteit De centrumsteden voeren sinds het Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau een netoverschrijdend beleid ten aanzien van het onderwijs op hun grondgebied of waren hier voordien al mee gestart. De centrumsteden zien daarbij voor zichzelf een taak weggelegd als regisseur van het netoverschrijdend netwerk van onderwijspartners, waarin ook actoren uit andere sectoren een plaats hebben. Getuige hun onderwijsplannen.
?
Vraag is hoe zij als regisseur optreden. Wat houdt de regierol in? In welke mate is het beleid vraaggestuurd? Hoe sluit het beleid aan bij het strategisch beleid van de stad? Hoe krijgt de neutraliteit van de stad vorm? Minimaal houdt de regierol in dat de stad met de onderwijsactoren netoverschrijdend overleg organiseert en in haar beleid inspeelt op behoeften die door de onderwijsinstellingen of hun partners (LOP, CLB,…) worden gesignaleerd of die door de stad of door stedelijke diensten worden gedetecteerd. De stad stelt een budget ter beschikking en stelt een coördinator of regisseur aan. Deze coördineert het overleg, zorgt voor gedragen en onderbouwd beleidsadvies – hij zorgt onder meer voor de redactie van het onderwijsplan - en bewaakt de uitvoering van het beleid. Het gemeenschappelijk strategisch doel van het flankerend beleid – zeg maar de missie - namelijk gelijke kansen of maximale slaagkansen voor ieder ondersteunen, wordt in alle centrumsteden gerealiseerd door samenwerking met de diverse onderwijsactoren en met diverse stadsdiensten. De stad Genk spreekt van een voorwaardenscheppende en ondersteunende rol voor de stad, waarbij vijf regiefuncties worden gecombineerd: • Makelaarsfunctie: partners stimuleren tot deelname, initiëren van discussies • Interne regiefunctie: afstemming en koppeling tussen stedelijke programma’s • Externe regiefunctie: aansturen van gezamenlijke beleidsontwikkeling • Initiatieffunctie: realisaties van het eigen schoolopbouwwerk of de eigen onderwijscel • Controlefunctie: controle op de uitvoering van het onderwijsplan
?
Vraag is vervolgens hoe het advies tot stand komt en het beleid wordt gevoerd? Is er een adviesstructuur? Is er een beleidscel of -dienst? Een bijkomende vraag is wie de politieke verantwoordelijkheid draagt voor het flankerend onderwijsbeleid: één schepen, enkele schepenen, het College? De meeste centrumsteden hebben een eigen stedelijke onderwijsoverlegstructuur opgericht of hebben plannen in die richting. ORA oftewel Onderwijsraad Antwerpen, O.O.M. of Onderwijsoverleg Mechelen, OOR of Oostendse onderwijsraad en de Onderwijsraad Turnhout zijn de kinderschoenen ontgroeid en sturen het stedelijk beleid aan. De Beleidsgroep Onderwijs Gent, de Onderwijsraad Hasselt, het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid Leuven en de SNOR oftewel Sint-Niklase Onderwijsraad gingen relatief recent van start als stedelijke onderwijsraden. Aalst, Genk en Roeselare overwegen de oprichting van respectievelijk een overlegstructuur vanuit de stad Aalst, een lokaal onderwijsplatform Genk en een Overlegplatform Flankerend Onderwijsbeleid Roeselare. In Brugge fungeert het LOP als overlegorgaan voor het leerplichtonderwijs. De onderwijsdeskundige adviseert het stadsbestuur. Voor het hoger onderwijs, het kunstonderwijs en het volwassenenonderwijs hebben Brugge, Kortrijk en Roeselare aparte overlegorganen.
?
Wat is de omvang van de beleidscel of -dienst? Die bepaalt of beperkt immers sterk de mogelijkheden voor het beleid. De onderwijsplannen geven hierover nauwelijks uitsluitsel. Toch een overzicht: De Afdeling Algemeen OnderwijsBeleid van Lerende Stad in Antwerpen is ongetwijfeld de grote broer onder de netoverschrijdende onderwijsdiensten met tientallen medewerkers. Onderwijscellen met 3 tot
6 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden synthese
5 medewerkers zijn er in Mechelen en Turnhout. De andere centrumsteden redden het met 1 (soms 2) medewerker(s), die weliswaar steun krijgen van andere stadsdiensten. Een grootstad als Gent moet het redden met 1/5FT medewerkster! Werk aan de winkel, dus. Het flankerend onderwijsbeleid staat in de meeste centrumsteden nog in de kinderschoenen en moet er zich nog waarmaken.
?
Tenslotte de vraag naar de politieke verantwoordelijkheid. Uiteraard is het stedelijk beleid een kwestie van collegiaal bestuur en draagt het College de eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beleid. Illustratief is evenwel het voorbeeld van Hasselt, waar net als in vele steden de bevoegdheden voor onderwijsbeleid erg versnipperd zijn en er nood is aan goede samenwerking. Om het nieuwe beleidsveld echt een plaats te geven, is voldoende profilering nodig. De reorganisatie die daarvoor nodig is, is her en der volop aan de gang of in voorbereiding. Voorbeeld: Verwevenheid van bevoegdheden in Hasselt (…) alle schepenen zijn mee bevoegd voor het flankerend lokaal onderwijsbeleid. Het is dus een gedragen en gedeelde verantwoordelijkheid van het hele politieke stadsbestuur. (…) Anderzijds hebben de volgende schepenen met hun specifieke bevoegdheden en hun eigen diensten expliciet te maken met flankerend onderwijsbeleid(…) Schepen van Onderwijs, bevoegd voor onderwijsbeleid, de stedelijke basisscholen, het deeltijds kunstonderwijs en het conservatorium Schepen van studentenzaken Schepen van Welzijn, bevoegd voor gelijke onderwijskansen en opvoeding
Neutraliteit wordt gewaarborgd door De aanstelling van een van het stedelijk onderwijs onafhankelijke ambtenaar of beleidscel. Nog niet in alle centrumsteden is dit het geval. Het voorzien van een apart budget; transparantie m.b.t. de middelen Ruimtelijke scheiding van stedelijke onderwijsdiensten (het geval in Antwerpen, Brugge, Mechelen, Sint-Niklaas en Turnhout) Een eigen advies- en overlegstructuur (supra) Stappen daartoe zijn of worden overal gezet.
Visie en missie Visie en missie m.b.t. het flankerend onderwijsbeleid en m.b.t. het onderwijsplan Alle dertien centrumsteden streven ernaar om maximale slaagkansen en talentontwikkeling voor iedereen en in het bijzonder voor kansengroepen te ondersteunen in samenwerking met en met respect voor (het eigen pedagogisch project van) de lokale onderwijsinstellingen. Antwerpen en Roeselare verwijzen hierbij naar de Lissabondoelstellingen. Hasselt pleit voor “brede scholen die deel uitmaken van de buurt en de samenleving”. De helft van de centrumsteden benadert het flankerend onderwijsbeleid bewust bottom-up en werkt behoefte- of vraaggestuurd. De onderwijsinstellingen geven knelpunten aan. De stad streeft naar consensus over prioriteiten en probleemaanpak. Ze brengt daarbij haar knowhow in en faciliteert samenwerking met andere stedelijke beleidsdomeinen. Genk, Hasselt, Leuven, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout koppelen hun beleidsvisie aan het Lokaal Sociaal Beleid(s plan). In Leuven is het Onderwijsbeleidsplan een onderdeel van dit Lokaal Sociaal Beleidsplan.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden synthese 7
Deze eerste versie van het Onderwijsplan wordt veelal als werkinstrument ervaren, met bijbehorende onzekerheid, vooral over wat goede indicatoren zijn. Een plan vereist visievorming (of -verfijning), een set doelstellingen voor het beleid op de (middellange) termijn van een legislatuur, en inputdata voor de omgevingsanalyse c.q. nulmeting. Vraag is welke data relevant zijn met betrekking tot de doelstellingen en welke indicatoren geschikt om de output van beleidsacties en/of het bereikte effect op de strategische doelen te meten. Tenslotte heeft het onderwijsplan een duidelijke rol als communicatie-instrument naar de lokale partners en achterban toe. Het zet het lokaal flankerend onderwijsbeleid op de kaart en de agenda. Het plan is bovendien goedgekeurd door de gemeenteraad en kan daarmee bogen op een stevig draagvlak.
Strategische en operationele doelstellingen
?
De indeling in strategische en operationele doelen gebeurt niet overal op het zelfde abstractieniveau en de formulering is lang niet altijd SMART. Strategische en operationele doelstellingen zijn daarom samengenomen op zoek naar speerpunten en tendensen. De vraag is: Welke prioritaire beleidsthema’s worden naar voren geschoven voor het lokaal flankerend onderwijsbeleid? Het unanieme antwoord van alle centrumsteden luidt: gelijke kansen helpen bevorderen. De missie komt m.a.w. als doelstelling terug. De speerpunten in dat gelijkekansenbeleid zijn: brede school en/of brede leeromgeving (score 10 op 13), vervolgens ex aequo (8 op 13) de aanpak van moeilijk hanteerbare jongeren en spijbelaars, ondersteuning c.q. betrokkenheid van ouders en betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Integrale veiligheid scoort hoog in 7 centrumsteden, een doelbewust sociaal beleid (met onder meer kansenpassen) in 6, een actief taalstimuleringsbeleid in 5 steden (al blijken minstens 7 steden taalstimuleringsacties te ondersteunen). Tenslotte zetten 6 steden nadrukkelijk in op innovatie in onderwijs en profileren 4 steden zich zelfbewust als studentenstad. Opvallend is dat maar liefst 9 van de 13 centrumsteden in hun allereerste onderwijsplan aangeven dat ze nog volop bezig zijn met het uitbouwen van beleid en overlegstructuren. 7 steden stellen ook ondubbelzinnig dat ze de samenwerking tussen het onderwijsveld en stedelijke actoren wensen aan te zwengelen. De ontwikkeling van beleid en structuren is dus vaak nog mede de scope van de eerste onderwijsbeleidsplannen.
Een kort overzicht: Gelijke kansen in onderwijs (LLL inclusief): 13 Aalst, Antwerpen (stad en OCMW), Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout Brede school en/of brede vrijetijdsbesteding: 10 Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout Moeilijk hanteerbare jongeren en spijbelaars: 8 Antwerpen, Brugge, Hasselt, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout Ondersteuning van ouders: 8 Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Sint-Niklaas Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt: 8 Antwerpen, Brugge, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout Veiligheid in scholen en schoolomgevingen (verkeer, preventie van agressie): 7 Aalst, Antwerpen, Brugge, Gent, Kortrijk, Roeselare, Turnhout Sociaal beleid (kansenpas e.d.): 6 Aalst, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout
8 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden synthese
Innovatie in onderwijs: 6 Antwerpen, Gent, Kortrijk, Oostende, Sint-Niklaas, Turnhout Taalstimuleringsbeleid: 5 Aalst, Genk, Hasselt, Mechelen, Sint-Niklaas Studentenstad: 4 Antwerpen, Gent, Kortrijk, Mechelen Uitbouwen van beleid en/of overlegstructuren: 9 Aalst, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout Samenwerking tussen onderwijs en stedelijke actoren stimuleren: 7 Gent, Hasselt, Kortrijk, Mechelen, Oostende, Roeselare, Turnhout
De decretale verplichtingen
?
Het decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau (30/11/2007) vraagt van alle steden en gemeenten inspanningen inzake controle op de leerplicht, spijbelbeleid en kleuterparticipatie. Wat melden de centrumsteden terzake?
Controle op de leerplicht: Wie wordt ingeschakeld? In alle centrumsteden blijkt het de dienst onderwijs of de cel flankerend onderwijsbeleid te zijn – in Antwerpen meer specifiek het CMP (Centraal Meldpunt) - die deze taak ter harte neemt. Gent, Genk en Leuven verzuimden helaas dit met zoveel woorden in hun onderwijsplan neer te schrijven. De cel onderwijs schakelt overal de wijkagent van de lokale politie in; waar er een jeugddienst of een ‘dienst jeugd en gezin’ is, gaat het om agenten van deze afdeling. De gegevens van het departement onderwijs worden meestal ook even gecheckt door de dienst bevolking of burgerzaken. Of de cel onderwijs of het CMP overal – zoals in Antwerpen en Turnhout – de hele afhandeling van de dossiers opvolgt, is niet duidelijk. Het is wel een goede praktijk die navolging verdient. Regelmatig schoolbezoek/spijbelen Antwerpen, Mechelen en Turnhout hebben een volwaardig spijbelplan. De andere steden hebben acties; een integraal plan is er in de maak. Spijbelplan in werking: Antwerpen, Hasselt (acties politie), Kortrijk (acties politie), Leuven (integratiedienst, sociale dienst politie), Mechelen, Sint-Niklaas, Turnhout Spijbelplan in ontwikkeling: Aalst, Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Oostende, Roeselare (LOP-werkgroep) Kleuterparticipatie Deze acties gebeuren in alle centrumsteden systematisch in samenwerking met het LOP en het CLB. In samenwerking met LOP: Aalst, Antwerpen, Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare (gepland), Sint-Niklaas, Turnhout Aparte initiatieven van de stad vinden we in: Antwerpen, Brugge, Genk (opvoedingswinkel), Gent (tolkendienst), Mechelen (promotiecampagne, afspraken met OCMW en Kind en Gezin). Noot Alle centrumsteden hebben of krijgen op korte termijn een opvoedingswinkel. Het Decreet houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning van 13 juli 2007 is echter een initiatief van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en heeft strikt genomen niets te maken met het onderwijsbeleid. Vandaar dat slechts enkele steden in hun onderwijsplan melding maken van de opvoedingswinkel.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden synthese 9
Samenwerking met andere sectoren
?
Hoewel deze vraag in de onderwijsplannen niet verplicht aan de orde was, melden zeven centrumsteden spontaan met welke stedelijke diensten er samenwerking is. Sommige steden voorzien bovendien de noodzaak van een veel intensievere samenwerking en/of beduidend meer dwarsverbindingen dan tot nu toe het geval was. Die samenwerking zou zelfs een neerslag moeten vinden in de beleidsplannen van die andere stedelijke diensten. Ook externen (LOP, CLB, CBJ) zouden het onderwijsplan als instrument kunnen hanteren in hun eigen beleid.
Met welke sectoren of diensten is er al sectoroverschrijdende samenwerking in deze centrumsteden? In alle 7 is er een sterke (deels structurele) samenwerking met de diensten Lokale politie, Veiligheid, Preventie (o.a. drugbeleid), de Cultuur- en de Sportdienst. De Mobiliteitsdienst wordt als partner genoemd in 6 onderwijsplannen. De Jeugddienst in 5, net als de diensten Welzijn, OCMW en Minderhedenbeleid en de Milieudienst. Kinderopvang en Opvoedingsondersteuning zijn partners in 4 centrumsteden, evenals de diensten Werkgelegenheid, Industrie en Economie. Met de Wijkwerking zijn er op 3 plaatsen contacten. Met Gezondheid wordt in 2 steden samengewerkt. De diensten met één hit zijn Onderwijs (kostprijs onderwijs, studietoelagen), de Reinigingsdienst, Toerisme, de Voorlichtingsdienst en het Noord-Zuid Team. Met welke sectoren wordt een sterke ‘link’ in het vooruitzicht gesteld? Onderwijs-arbeidsmarkt / werkgelegenheid (kwalificatie ‘zeer belangrijk’ in Bestuursakkoord Antwerpen) Onderwijs-cultuur (Bestuursakkoord Antwerpen) Onderwijs-jeugd (Bestuursakkoord Antwerpen) Onderwijs-sport (Bestuursakkoord Antwerpen) Onderwijs-gezondheid (Bestuursakkoord Antwerpen) Onderwijs-preventie Onderwijs-Lokale politie Onderwijs- Voor-en-naschoolse kinderopvang / Opvoedingsondersteuning
Acties en Projecten
?
in het kader van flankerend onderwijsbeleid
Wat zijn de speerpunten van het flankerend onderwijsbeleid van de centrumsteden? In welke acties en projecten investeren ze? Per beleidsspoor zijn dat:
1. Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders Beleidsacties in volgorde van populariteit: Huiswerkondersteuning, naschoolse studiebegeleiding: 8 Aalst, Brugge, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout Stimulering ouderbetrokkenheid, moedergroepen: 7 Aalst, Hasselt, Leuven, Mechelen, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout Opvoedingsondersteuning: 7 Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Mechelen, Sint-Niklaas, Turnhout Voor- en vroegschoolse taalstimuleringsprogramma’s: 6 Aalst, Antwerpen, Genk, Hasselt, Kortrijk, Mechelen
10 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden synthese
Zomerklasjes, vakantie- en vrijetijdsactiviteiten: 6 Aalst, Antwerpen, Hasselt, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout Taalstimulering voor oudere kinderen en jongeren: 5 Antwerpen, Kortrijk, Mechelen, Oostende, Sint-Niklaas Taalprogramma’s voor ouders: 5 Antwerpen, Genk, Hasselt, Kortrijk, Mechelen Brugfigurenproject: 4 Aalst, Gent, Leuven, Oostende Kleuterparticipatie: 3 Antwerpen, Leuven, Sint-Niklaas Tolkendienst: 2 Gent, Turnhout Thuistaal op school: 1 Gent
2. Focus op risicojongeren De volgende steden melden in hun Onderwijsplan dat ze organiseren: Time-out voor (tijdelijk) niet-schoolbare jongeren: 9 Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Kortrijk, Mechelen, Oostende, Sint-Niklaas, Turnhout Aanpak spijbelgedrag: 4 Antwerpen, Leuven, Mechelen, Turnhout Schoolspotters: 2 [4] Hasselt, Mechelen, [Antwerpen, Gent] Een centraal meldpunt: 1 Antwerpen Conflictbemiddeling: 1 Hasselt
3. Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid Welke netoverschrijdende acties en/of ondersteuning voor scholen en schoolteams bieden de centrumsteden aan: Ontwikkeling van beleid m.b.t. aanpak schoolverzuim en spijbelen: 5 [7] Training sociale en/of probleemoplossende vaardigheden, geweldpreventie: 5 Taal(stimulerings)beleid: 4 [10] Ontwikkeling doorstromingsprogramma’s in het SO, schooluitvalpreventie: 4 Preventieve gezondheidszorg, fruitproject: 3 Alcohol- en drugpreventiebeleid: 3 Kleuterparticipatie: 2 Internationale uitwisseling: 2 Diversiteit en gelijke kansen in hoger onderwijs, o.a. in lerarenopleiding: 2 Vormings- en sensibiliseringstechnieken voor leerkrachten BaO m.b.t. omgaan met diversiteit en kansarmoede: 2 [3] Sensibiliseringsstrategieën voor ouderbetrokkenheid en onderwijsondersteunend gedrag bij ouders: 2 [4] Ontwikkeling educatieve of onderwijsnetwerken op stedelijk of buurtniveau: 2 Milieuvriendelijk schoolbeleid: 1 Verkeersveiligheidsplan, schoolvervoerplannen: 1 Huiswerkbeleid: 1 [2]
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden synthese 11
4. Leerkrachtige schoolomgevingen Met welke initiatieven ondersteunen de centrumsteden een leerkrachtige schoolomgeving intra en extra muros? Cultuureducatief aanbod: 8 Brede school: 7 Sport: 6 Milieu- en natuureducatief aanbod: 4 Erfgoed: 3 Gezondheidsbeleid op scholen: 3 Burgerschap, verdraagzaamheid, diversiteit, ontwikkelingseducatie: 3 Sensibiliseringsacties afval en duurzaamheid: 2 Zinvolle vrijetijdsbesteding: 2 Logistieke ondersteuning evenementen en schoolfeesten: 2 Aantrekkelijke studentenstad: 2 Verkeerseducatie: 1 Samenwerking met DKO: 1 Didactisch materialenpark nijverheidsonderwijs (i.s.m. Resoc): 1
5. Veilige schoolomgevingen Met mobiliteitsplannen en verkeersveilige schoolomgevingen zijn de meeste centrumsteden vertrouwd. Tien besteden aandacht aan duurzame mobiliteit van leerlingen of hebben een mobiliteitsplan (Aalst, Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Kortrijk, Mechelen, Oostende, Roeselare, Turnhout), negen werken aan verkeersveilige schoolomgevingen (Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Kortrijk, Mechelen, Oostende, Roeselare, Turnhout). Aandacht voor geweldvrije schoolomgevingen met respect voor ieders integriteit is nog relatief nieuw. Vier steden, nl. Antwerpen, Gent, Hasselt en Kortrijk werken aan een dergelijk integraal veiligheidsbeleid.
6. Sociale voordelen De sociale voordelen blijken in de onderwijsplannen van de centrumsteden geen populair beleidsinstrument. Grootste probleem is de budgettaire kost. Sociale voordelen zijn lineair en kunnen niet selectief voor een kansarme doelgroep worden toegepast. Het gaat om een puur netoverschrijdend subsidiemechanisme, waarbij van overleg of beleidsvoering nauwelijks sprake is. Waar en waarvoor worden sociale voordelen toegekend? Leerlingenvervoer BaO: 2 [3] - Hasselt, Roeselare, [Oostende] Voor- en naschoolse opvang: 2 [1] - Hasselt, Mechelen (regiefunctie) Infrastructuur ter beschikking: 2 - Mechelen, Roeselare (materiaal) Toegang zwembad: 1 - Roeselare Middagtoezicht: [1] - Mechelen (regiefunctie)
7. Sociaal onderwijsbeleid Volgende steden melden in hun Onderwijsplan dat ze een sociaal onderwijsbeleid voeren door middel van Een samenhangend sociaal beleid voor kansarme leerlingen en hun ouders: 8 Antwerpen, Hasselt, Kortrijk, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout Het invoeren van kansenpas(sen) of cheques: 7 Aalst, Gent, Hasselt, Kortrijk, Oostende, Sint-Niklaas, Turnhout Het overnemen van onbetaalde schoolrekeningen: 2 Gent, Sint-Niklaas Het uitbouwen van sociale studentenvoorzieningen: 2 Gent, Kortrijk
12 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden synthese
8. Wegwijs in leer- en studietrajecten Zeven centrumsteden melden in hun Onderwijsplan dat ze hun inwoners ondersteunen bij het vinden van een aangepast onderwijstraject: Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Oostende
9. Levenslang levensbreed leren De centrumsteden zijn nog op zoek naar de wijze waarop ze het lokale levenslang levensbreed leren kunnen ondersteunen en bekend en aantrekkelijk maken voor moeilijke doelgroepen. Ze proberen daarnaast ook samenwerkingsverbanden op te zetten met lokale actoren uit cultuuren andere sectoren. Tien centrumsteden signaleren in hun onderwijsplan hun bekommernis en acties m.b.t. het levenslang leren: Antwerpen, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout.
10. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt De centrumsteden zijn overtuigd van het belang van goede stage- en leerwerkplekken, vooral voor leerlingen van DBSO, BSO en TSO. Daarvoor zetten 9 van de 13 centrumsteden zich nu al in. De sociale economie, de knelpuntberoepen, leerwerkplekken bij de stad zelf en overlegplatformen als Resoc en PAL zijn in volle ontwikkeling (elk 4 steden) als pistes voor een betere overgang tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Innovatie ondersteunen in het hoger en het hoger beroepsonderwijs en mogelijkheden creëren voor deze doelgroep studenten is nieuw maar lijkt veelbelovend. Hetzelfde geldt voor het meewerken aan competentieplatforms.
Indicatoren onderwijsplannen en projectaanvragen Indicatoren onderwijsplannen
?
Waarvoor gebruiken de centrumsteden indicatoren? Wat volgen ze ermee op? In de meeste onderwijsplannen vinden we zowel indicatoren die betrekking hebben op de omgevingsanalyse of nulmeting (ex ante) als indicatoren waarmee de voortgang van acties en projecten wordt opgevolgd (ex nunc). Zes steden beperken zich in hun eerste onderwijsplan tot de omgevingsanalyse. Het is niet helemaal duidelijk welke van deze gegevens uiteindelijk als indicator voor de opvolging van de beleidsuitvoering zullen worden gebruikt. De relatie tussen gegevens en doelstellingen moet nog worden uitgeklaard. De omgevingsanalyse in het allereerste onderwijsplan functioneert vaak vooral als eye-opener voor mandatarissen en lokale beleidsmensen, voor wie de lokale bril inzake onderwijsbeleid nog nieuw is.
Voor de omgevingsanalyse wordt gebruik gemaakt van de gegevens van Agodi (GOK-cijfers, schoolbevolking, schoolse vertraging, leerlingen met taalondersteuning per net, instroom in SO en HO uit omringende gemeenten,…), van de Stadsmonitor (zowel kwantitatieve als kwalitatieve indicatoren, met o.a. de appreciatie van de samenwerking binnen het LOP), van indicatoren uit andere stedelijke beleidsplannen (lokaal sociaal beleidsplan, jeugdbeleidsplan, beleidsplan lokaal overleg kinderopvang, minderhedenbeleidsplan, gegevens van de preventiedienst). Opvallend is dat de indicatoren – met uitzondering van Kortrijk - vooral op het leerplichtonderwijs slaan, soms op het hoger onderwijs en nauwelijks op het deeltijds kunstonderwijs en het levenslang levensbreed leren. Voor de beleidsresultaten dient een onderscheid te worden gemaakt tussen indicatoren voor de opvolging van acties en projecten en indicatoren die als ambitie hebben de effecten van het beleid op het niveau van de strategische doelstellingen te meten. Opvolging gebeurt permanent of jaarlijks. Voor een evaluatie van doelstellingen en effecten van beleid volstaat een effectmeting een of twee maal per legislatuur. Vooral hierbij rijzen vragen. Hoe dit aanpakken? Zijn er binnen de bestaande beleidsruimte
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden synthese 13
voldoende acties om een meetbaar effect te aggregeren per strategische doelstelling? Vaak is dat niet mogelijk en moeten prioriteiten worden gesteld. Voldoende reden om erover te waken dat ook strategische doelstellingen zo SMART mogelijk worden geformuleerd. Op het niveau van de strategische doelstellingen geven de centrumsteden inderdaad nauwelijks indicatoren op. Zeven centrumsteden bepalen hun indicatoren wel systematisch per operationele doelstelling. Met name de voortgang van de acties en projecten wordt gemonitord, vooral met kwantitatieve gegevens. Zaak is om met deze gegevens de realisatiegraad per actie te beschrijven. Een weloverwogen aggregatie van gegevens volstaat daarvoor. Alles willen meten is immers niet efficiënt. Her en der moet deze oefening nog worden gemaakt. Sommige steden gaan verder en proberen de effecten van acties in kaart te brengen. Dat gebeurt met kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren. Zo gebruikt Genk bijvoorbeeld taaltoetsen die in samenwerking met het basisonderwijs worden afgenomen als indicator om het effect van taalstimuleringsprogramma’s in kaart te brengen. Genk ontwikkelde ook een evaluatieset voor de indicator ‘verhoogd inzicht ouders’, het brengt de mate van competentiegevoel van kleuterleidsters met betrekking tot uitdagingen in kaart, alsook de mate van positieve beoordeling van acties door de partners. Genk scoort hiermee hoog op het criterium voor goede indicatoren, FABRIC. Genk streeft zelfs naar een permanente monitoring van het beleid met behulp van sleutelindicatoren als de evolutie in het BaO (mate van taalen onderwijsachterstand), de betrokkenheid bij kleuterparticipatie en de evolutie in het spijbelgedrag of schoolverzuim. Het gaat om een beperkt aantal indicatoren die samen toch een groot deel van de strategische doelstellingen bestrijken. Noot : SMART: Specific, Measurable, Achievable, Relevant, Time-bound; FABRIC: Focused, Appropriate, Balanced, Robust, Integrated, Cost effective
Indicatoren projectaanvragen Op het niveau van de projectdoelstellingen slagen de centrumsteden er alle in om aangepaste indicatoren te vinden. In sommige gevallen gaat het uitsluitend om kwantitatieve gegevens. Soms gaat het om producten: de realisatie van… Tenslotte hanteren vele centrumsteden ook kwalitatieve indicatoren: tevredenheidsmetingen, rondvraag bij partners, evaluatie door een jury, inventaris van signalen. De kunst is om met deze indicatoren een zicht te geven op de realisatiegraad van (de doelstellingen van) het project. Evaluatie van de projecten gaat nog een stap verder: evaluatie veronderstelt immers ook dat de zwakke punten in het project worden gevonden en geremedieerd, desnoods dat het project zelf wordt herdacht.
Afstemming tussen centrumsteden en LOP’s De centrumsteden voeren sinds het Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau een netoverschrijdend beleid t.a.v. het onderwijs op hun grondgebied of waren hier voordien al mee gestart. De schroom om een netwerk op te starten met actoren uit andere netten, is verdwenen. De centrumsteden zien voor zichzelf duidelijk een taak weggelegd als regisseur van een dergelijk netwerk. Getuige hun onderwijsplannen. De LOP’s effenden in vele gevallen het pad naar deze netoverschrijdende werking. Zij zorgden dikwijls ook voor de impuls tot interne samenwerking tussen stedelijke diensten, een belangrijk aspect van de regierol. Stedelijk onderwijsbeleid en LOP’s, netoverschrijdende opdracht met deels andere accenten De meeste steden ervaren de eigen opdracht inzake onderwijsbeleid als ruimer dan de rol die de LOP’s op hun grondgebied meekregen vanuit het GOK-decreet. Een van de redenen hiervoor is dat het stedelijk onderwijsbeleid zich bekommert om alle onderwijs-
14 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden synthese
niveaus en alle onderwijsvormen. Behalve het leerplichtonderwijs – waarin de LOP’s werken aan gelijke onderwijskansen – is voor de steden ook het hoger onderwijs, het kunstonderwijs en het volwassenenonderwijs – tweedekansonderwijs en basiseducatie inbegrepen – van belang. Steden hangen een deel van hun imago en identiteit op aan hun aantrekkingskracht in de omliggende regio, vooral aan de aantallen studenten in het hoger onderwijs. Alle steden profileren zich dus als studentenstad en pakken uit met een studentvriendelijk beleid. Ook het DKO en in mindere mate het VWO liggen hen nauw aan het hart. Dit belet niet dat alle centrumsteden zich prioritair scharen achter het Vlaams gelijkekansenbeleid en in die context in de LOP’s een sterke partner aantreffen. Het decreet betreffende het lokaal flankerend onderwijsbeleid geeft beide niet voor niets dezelfde opdrachten. De strategische doelstellingen van de onderwijsplannen laten er geen twijfel over bestaan dat de centrumsteden het Vlaamse gelijkekansenbeleid wensen om te zetten in een eigen stedelijk gelijkekansenverhaal. Stedelijk onderwijsoverleg en LOP’s, netoverschrijdend overleg met deels andere accenten In Brugge, Hasselt en Roeselare fungeren de LOP’s als overlegorgaan voor het leerplichtonderwijs. Het hoger onderwijs, het kunstonderwijs en het volwassenenonderwijs hebben er aparte overlegstructuren. De andere centrumsteden hebben een eigen stedelijke onderwijsoverlegstructuur opgericht of hebben plannen in die richting. ORA oftewel Onderwijsraad Antwerpen, O.O.M. of Onderwijsoverleg Mechelen, OOR of Oostendse onderwijsraad en de Onderwijsraad Turnhout zijn de kinderschoenen ontgroeid. De Beleidsgroep Onderwijs Gent, de Onderwijsraad Hasselt, het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid Leuven en de SNOR oftewel Sint-Niklase Onderwijsraad gingen relatief recent van start als stedelijke onderwijsraden. Aalst, Genk en Roeselare overwegen de oprichting van respectievelijk een overlegstructuur vanuit de stad Aalst, een lokaal onderwijsplatform Genk en een Overlegplatform Flankerend Onderwijsbeleid Roeselare. Waarom twee onderscheiden organen? Voor de centrumsteden was de opdracht om een onderwijsplan op te stellen een belangrijke stimulans om losse onderwijsgebonden initiatieven op te nemen in een integraal onderwijsbeleid. In deze context garandeert de oprichting van een eigen overlegstructuur ownership van het beleid, een belangrijke factor voor succes. Het onderwijsplan moet bovendien worden goedgekeurd door de gemeenteraad. Dit creëert een stevig draagvlak voor het beleid. Complementariteit, samenwerking en afstemming De vraag is hoe de samenwerking tussen LOP en het stedelijk beleid kan worden georganiseerd om het gewenste beleid te versterken. De centrumsteden stellen zich daarbij pragmatisch op: Waarin zijn we complementair? Bij welke thema’s of acties is er gevaar voor overlapping? Hoe stroomlijnen we het advies zo efficiënt mogelijk en hoe houden we de vergaderagenda’s werkbaar? Wat doen we samen? Complementariteit is er op verscheidene punten: de LOP-werking inzake omgevingsanalyse, nauwe netwerking met de onderwijspartners en inschrijvingsbeleid wordt door de steden in dank aanvaard. De twee nieuwe decretale opdrachten – de bevordering van kleuterparticipatie en uitwerking van een spijbelbeleid – leiden eveneens tot complementariteit, zij het overal met eigen afspraken. Gevaar op overlap is er zodra het LOP zijn gelijkekansenwerking verbreedt naar thema’s die buiten de aanvankelijke decretale opdrachten van het GOK-decreet liggen, bijvoorbeeld de opvolging van risicojongeren of het oprichten van een sociaal onderwijsfonds. Samenwerking en afstemming gebeurt concreet door agendapunten en vergadermomenten naast elkaar te leggen, vergaderingen op elkaar te doen aansluiten, thema’s te clusteren zodanig dat de waarnemers gericht aanwezig kunnen zijn en een vergaderindigestie wordt vermeden. voorkomen is zeer belangrijk omdat de onderwijspartners van LOP en onderwijsraad ook nog worden verwacht op het overleg kinderopvang en het overleg opvoedingsondersteuning. Werk aan de winkel voor de regisseur van dienst! Samenwerking en afstemming kan tenslotte worden bereikt door aan elkaars werking deel te nemen. Op dit punt is het plaatje in alle centrumsteden verschillend. Alles daarover in de uitgebreide analyse van de afstemming tussen centrumsteden en LOP’s.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden synthese 15
16 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden synthese
Wat leren we uit de eerste onderwijsplannen?
Analyse
Regiefunctie en neutraliteit in onderwijsplannen centrumsteden De centrumsteden voeren sinds het Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau een netoverschrijdend beleid t.a.v. het onderwijs op hun grondgebied of waren hier voordien al mee gestart. De centrumsteden zien daarbij voor zichzelf een taak weggelegd als regisseur van het netoverschrijdend netwerk van onderwijspartners, waarin ook actoren uit andere sectoren een plaats (kunnen) hebben. Getuige hun onderwijsplannen.
?
Vraag is in hoeverre ze als regisseur sturend optreden. In welke mate is het beleid vraaggestuurd? Hoe sluit het beleid aan bij het strategisch beleid van de stad? Hoe krijgt de neutraliteit van de stad vorm? Minimaal houdt de regierol in dat de stad met de onderwijsactoren netoverschrijdend overleg organiseert en in haar beleid inspeelt op behoeften die door de onderwijsinstellingen of hun partners (LOP, CLB,…) worden gesignaleerd of die door de stad of door stedelijke diensten worden gedetecteerd. De stad stelt een budget ter beschikking en stelt een coördinator of regisseur aan. Deze coördineert het overleg, zorgt voor gedragen en onderbouwd beleidsadvies – hij zorgt onder meer voor de redactie van het onderwijsplan - en bewaakt de uitvoering van het beleid. Het gemeenschappelijk strategisch doel van het flankerend beleid – zeg maar de missie - namelijk gelijke kansen of maximale slaagkansen voor ieder ondersteunen, wordt in alle centrumsteden gerealiseerd door samenwerking met de diverse onderwijsactoren en met diverse stadsdiensten. De stad Genk spreekt van een voorwaardenscheppende en ondersteunende rol voor de stad, waarbij vijf regiefuncties worden gecombineerd: • Makelaarsfunctie: partners stimuleren tot deelname, initiëren van discussies • Interne regiefunctie: afstemming en koppeling tussen stedelijke programma’s • Externe regiefunctie: aansturen van gezamenlijke beleidsontwikkeling • Initiatieffunctie: realisaties van het eigen schoolopbouwwerk of de eigen onderwijscel • Controlefunctie: controle op de uitvoering van het onderwijsplan
?
Vraag is vervolgens hoe het advies tot stand komt en het beleid wordt gevoerd? Is er een adviesstructuur? Is er een beleidscel of -dienst? Een bijkomende vraag is wie de politieke verantwoordelijkheid draagt voor het flankerend onderwijsbeleid: één schepen, enkele schepenen, het College? De meeste centrumsteden hebben een eigen stedelijke onderwijsoverlegstructuur opgericht of hebben plannen in die richting. ORA oftewel Onderwijsraad Antwerpen, O.O.M. of Onderwijsoverleg Mechelen, OOR of Oostendse onderwijsraad en de Onderwijsraad Turnhout zijn de kinderschoenen ontgroeid en sturen het stedelijk beleid aan. De Beleidsgroep Onderwijs Gent, de Onderwijsraad Hasselt, het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid Leuven en de SNOR oftewel Sint-Niklase Onderwijsraad gingen relatief recent van start als stedelijke onderwijsraden. Aalst, Genk en Roeselare overwegen de oprichting van respectievelijk een overlegstructuur vanuit de stad Aalst, een lokaal onderwijsplatform Genk en een Overlegplatform Flankerend Onderwijsbeleid Roeselare. In Brugge fungeert het LOP als overlegorgaan voor het leerplichtonderwijs. De onderwijsdeskundige adviseert het stadsbestuur. Voor het hoger onderwijs, het kunstonderwijs en het volwassenenonderwijs hebben Brugge, Kortrijk en Roeselare aparte overlegorganen.
?
Wat is de omvang van de beleidscel of -dienst? Die bepaalt of beperkt immers sterk de mogelijkheden voor het beleid. De onderwijsplannen geven hierover nauwelijks uitsluitsel. Toch een overzicht: De Afdeling Algemeen OnderwijsBeleid van Lerende Stad in Antwerpen is ongetwijfeld de grote broer
18 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
onder de netoverschrijdende onderwijsdiensten met tientallen medewerkers. Onderwijscellen met 3 tot 5 medewerkers zijn er in Mechelen en Turnhout. De andere centrumsteden redden het met 1 (soms 2) medewerker(s), die weliswaar steun krijgen van andere stadsdiensten. Een grootstad als Gent moet het redden met 1/5FT medewerkster! Werk aan de winkel, dus. Het flankerend onderwijsbeleid staat in de meeste centrumsteden nog in de kinderschoenen en moet er zich nog waarmaken.
?
Tenslotte de vraag naar de politieke verantwoordelijkheid. Uiteraard is het stedelijk beleid een kwestie van collegiaal bestuur en draagt het College de eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beleid. Illustratief is evenwel het voorbeeld van Hasselt, waar net als in vele steden de bevoegdheden voor flankerend onderwijsbeleid erg versnipperd zijn en er nood is aan goede samenwerking. Om het nieuwe beleidsveld echt een plaats te geven, is voldoende profilering nodig. De reorganisatie die daarvoor nodig is, is her en der volop aan de gang of gepland. Voorbeeld: Verwevenheid van bevoegdheden in Hasselt (…) alle schepenen zijn mee bevoegd voor het flankerend lokaal onderwijsbeleid. Het is dus een gedragen en gedeelde verantwoordelijkheid van het hele politieke stadsbestuur. (…)Anderzijds hebben de volgende schepenen met hun specifieke bevoegdheden en hun eigen diensten expliciet te maken met flankerend onderwijsbeleid(…) Schepen van Onderwijs, bevoegd voor onderwijsbeleid, de stedelijke basisscholen, het deeltijds kunstonderwijs en het conservatorium Schepen van studentenzaken Schepen van Welzijn, bevoegd voor gelijke onderwijskansen en opvoeding
Neutraliteit wordt gewaarborgd door De aanstelling van een van het stedelijk onderwijs onafhankelijke ambtenaar of beleidscel. Nog niet in alle centrumsteden is dit het geval. Het voorzien van een apart budget; transparantie m.b.t. de middelen Ruimtelijke scheiding van stedelijke onderwijsdiensten (het geval in Antwerpen, Brugge, Mechelen, Sint-Niklaas en Turnhout) Een eigen overlegstructuur Stappen daartoe zijn of worden overal gezet.
Regiefunctie - analyse Hoe geven de steden vorm aan hun regierol? Stad Aalst
Beschrijving regiefunctie
• (p. 25) “De regierol houdt in dat er een beleid tot stand komt door middel van een breed horizontaal overleg en door samenwerking met zeer diverse partners. Zo zal een netwerk kunnen ontstaan dat het gelijkekansenbeleid ondersteunt. • De stad Aalst is de organisator en heeft de regiefunctie van het onderwijsplan: de stad Aalst bepaalt het budget en de grootte de stad Aalst neemt de leiding en de verantwoordelijkheid voor de opmaak en de uitvoering van het plan, coördineert en bewaakt • Het onderwijsplan wil ordenen en regisseren in beleidshandelingen die vroeger reeds gebeurden en legt hierbij de nadruk op gelijke kansen. • Het onderwijsplan neemt ook nieuwe voorstellen en maatregelen op waarbij alle scholen gelijk behandeld worden. Hierbij wordt weerom vertrokken van een bezorgdheid om gelijke kansen.”
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 19
Stad Antwerpen
Beschrijving regiefunctie
Tussen 2000 en 2006 is het onderwijsbeleid van de stad Antwerpen sterk veranderd. Tot 2003 had de stad alleen een bedrijfseenheid stedelijk onderwijs. Met de hervorming tot het stedelijk bedrijf Lerende Stad kwam er een aparte afdeling algemeen onderwijsbeleid, die alle netoverschrijdende onderwijsactiviteiten groepeert. Ze werkt aan de volgende zwaartepunten: onderwijsvernieuwing, kansengroepen, uitvalpreventie risicojongeren, verkeersveilige schoolomgeving. Het beleidsplan algemeen onderwijsbeleid werd goedgekeurd door de Onderwijsraad Antwerpen in december 2002 en door de gemeenteraad in februari 2003.(p.5) Daarmee was Antwerpen de eerste Vlaamse stad die beschikte over een netoverschrijdend lokaal onderwijsplan. De nota was aanleiding voor de vorming van een afdeling algemeen onderwijsbeleid binnen de stedelijke administratie en de oprichting van de beheersstructuur Baobab voor het netoverschrijdend beheer van lokale en bovenlokale middelen die de stad investeert in lokaal onderwijsbeleid. (p.3) Het stadsbestuur (Gemeenteraad en College van Burgemeester en Schepenen): de stad heeft er definitief voor gekozen een beleid te voeren voor scholen en lerenden van alle netten. • Binnen het stedelijk bedrijf Lerende Stad is de afdeling algemeen onderwijsbeleid verantwoordelijk voor beleidsvoorbereiding en -uitvoering voor alle netoverschrijdende initiatieven van het Antwerpse stadsbestuur. Ze volgt de projecten op en werkt faciliterend voor het onderwijs in het algemeen. • De vzw Baobab (Beheersstructuur algemeen onderwijsbeleid Antwerpen) beheert de middelen die bovenlokaal en via sponsoring in het algemeen onderwijsbeleid geïnvesteerd kunnen worden. In deze vzw zijn zowel de politieke als de onderwijswereld vertegenwoordigd. • De uitvoerders zijn organisaties die overeenkomsten afsluiten met vzw BAOBAB om goedgekeurde acties uit te voeren (p.6)
Stad Brugge
Beschrijving regiefunctie
• Uitgangspunten van het Decreet zijn de rol van steden in het beleid ten aanzien van alle lerenden en scholen op het grondgebied, het ondersteunen van het Vlaamse gelijkekansenbeleid in het lokaal beleid en de differentiëring tussen de beheersrol t.a.v. de eigen scholen en de regiefunctie m.b.t. alle lerenden en alle scholen op het grondgebied. De regierol van de stad heeft zowel een horizontale als een verticale component. Enerzijds veronderstelt regisseren een brede horizontale samenwerking met vele partners: alle lokale onderwijsactoren en de relevante partners uit andere sectoren. Het heeft betrekking op de raakvlakken tussen het onderwijs en het sociaal beleid. Een integraal beleid impliceert tevens een verticale samenwerking. Verschillende beleidsniveaus moeten op elkaar inspelen. (p.3) • De uitwerking en algemene coördinatie van het lokaal onderwijsbeleid wordt toegewezen aan de dienst lokaal onderwijsbeleid met als aanspreekpunt de onderwijsdeskundige. Voor de begeleiding van dit proces wordt een beroep gedaan op diverse overlegfora. Het is de onderwijsdeskundige die het stadsbestuur zal moeten adviseren wanneer beleidsbeslissingen betreffende het lokaal onderwijsbeleid moeten worden genomen. Naast de overkoepelende coördinatie zal per beleidsdomein ook moeten worden aangegeven welke stadsdienst zal instaan voor de concretisering, uitwerking en opvolging van operationele beslissingen. (p. 7)
Stad Genk
Beschrijving regiefunctie: voorwaardenscheppend en ondersteunend
Uitgangspunten: ownership van beleidsgebeuren, transparantie en dialoog, openheid en vertrouwen tussen alle partners, systematische en gezamenlijke opvolging en evaluatie, een blijvend dynamisch gebeuren, brug naar andere beleidsdomeinen, onderwijs een belangrijk lokaal beleidsthema, streven naar samenwerking en integratie.
20 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Combinatie van 5 regiefuncties door het stadsbestuur: • Makelaarsfunctie: partners stimuleren tot deelname, initiëren van discussies • Interne regiefunctie: afstemming en koppeling tussen stedelijke programma’s • Externe regiefunctie: aansturen van gezamenlijke beleidsontwikkeling • Initiatief-functie: realisaties van het eigen schoolopbouwwerk • Controlefunctie: controle op de uitvoering van het onderwijsplan (p.7-8)
Stad Gent
Beschrijving regiefunctie
(p.2) “Lokale overheden kunnen sterke bondgenootschappen opzetten voor gelijke kansen in het onderwijs met alle schoolnetten. (…) In een centrumstad als Gent worden scholen geconfronteerd met noden die hun eigen school ruim overschrijden en die alleen kunnan worden aangepakt door een integraal samenwerkingsverband met verscheidene partners aan te gaan. De onderwijspartners zijn niet alleen ontvangers, maar ook coöperatoren in het Gentse onderwijslandschap. (…) Het stadsbestuur wil ervoor zorgen dat alle betrokkenen evenwaardig kunnen participeren door een onafhankelijk orgaan op te richten dat het netoverschrijdend onderwijsbeleid in de stad stuurt en door het uitschrijven van een gemeenschappelijk onderwijsplan voor de volgende jaren.” (p.5) De Schepen van Onderwijs en Opvoeding van de Stad Gent nam het initiatief om, in samenwerking met alle Gentse onderwijspartners, een Beleidsgroep Onderwijs Gent op te richten die zich als één centraal orgaan op een gestructureerde manier kan bezinnen over niveauoverstijgende aangelegenheden. De Beleidsgroep Onderwijs Gent stelt zich als doel de communicatie te bevorderen tussen de netten en de verschillende onderwijspartners door een regelmatig(2 maandelijks) en gestructureerd overleg te organiseren, waarbij rekening wordt gehouden met de eigenheid van de verschillende onderwijspartners. Hierbij wordt een consensus nagestreefd in de werking en de besluitvorming. (p.6) “Een centrumstad zoals Gent wil haar regisseursfunctie uitdrukkelijk opnemen in dit lokale onderwijsbeleid. (…)Als alle partners in een dergelijke Beleidsgroep Onderwijs vertegenwoordigd worden, zijn er wellicht voldoende voorwaarden gerealiseerd om een ondersteunende regie te voeren.”
Stad Hasselt
Beschrijving regiefunctie
(p.4) “Het lokaal flankerend onderwijsbeleid voegt echter een nieuwe, sectoroverschrijdende dimensie toe. (…) zijn er heel wat raakvlakken tussen het onderwijs en de diverse domeinen van het lokale beleid. Om hierop in te spelen moet de gemeente, volgens het decreet, haar rol als “regisseur” vervullen. Ditimpliceert dat de lokale overheid over onderwijsgerelateerde thema’s netoverschrijdend samenwerkt met een veelheid aan actoren en partners.”
Stad Kortrijk
Beschrijving regiefunctie
(p.3) Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 heeft de stad Kortrijk het onderwijsdossier opnieuw geopend. Dit betekende geenszins een breuk met een gevestigde traditie van faciliterende investeringen en flankerende en begeleidende maatregelen naar de onderwijsinstellingen toe maar wel een groeiend inzicht in de rol die de stad kon spelen in de ontwikkeling van het onderwijs in al zijn vormen op haar grondgebied. Typisch voor de stad Kortrijk is op vandaag de aanwezigheid van een hele reeks overlegplatformen waar de onderwijsspelers, over de netten heen, regelmatig samenwerken om het onderwijslandschap in Kortrijk vorm te geven. De resultaten van deze consequente “bottom up” strategie worden steeds duidelijker en zijn veel belovend voor de toekomst.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 21
Stad Leuven
Beschrijving regiefunctie
(p.2) “Scholen en vormingsinstellingen zijn echter geen eilanden: als zij gelijke kansen willen geven aan iedereen, de leerlingen en studenten slaagkansen in het leven willen garanderen en hun tewerkstellingskansen willen verhogen, dan moeten zij bruggen slaan naar elkaar, maar ook naar andere partners, diensten en voorzieningen (sociale voorzieningen, werkgelegenheidsinitiatieven, …). De stad wil dit stimuleren en hierbij een regierol opnemen. Deze regierol houdt in concreto in dat de stad inspeelt op een aantal behoeften die door de onderwijsinstellingen of hun partners gesignaleerd worden of die door de stad zelf – actief op diverse beleidsdomeinen – gedetecteerd worden. Het uiteindelijke doel van de regierol, het creëren van maximale slaagkansen voor iedereen, kan pas gerealiseerd worden samen met de diverse onderwijsinstellingen en partners. Het flankerend onderwijsbeleid is ook niet alleen de taak van de cel onderwijs, maar krijgt mede vorm door de samenwerking met de verschillende stadsdiensten.”
Stad Mechelen
Beschrijving regiefunctie
(p.2-3) Een basisvoorwaarde om de regiefunctie op te nemen en een onderwijsflankerend beleid uit te bouwen is in Mechelen reeds verschillende jaren aanwezig in de vorm van het Onderwijs Overleg Mechelen. (…) De doelstellingen van het O.O.M. zijn: • Door communicatie en overleg tussen de verschillende onderwijsnetten en andere partners in het onderwijsveld efficiënt reageren op stedelijke problematieken • Een beleidsvisie ontwikkelen • Een regiefunctie uitoefenen bij netoverschrijdende projecten De nadrukkelijke beleidsoptie van het Mechelse stadsbestuur om een volwaardige, neutrale regierol op te nemen binnen het onderwijslandschap heeft zich o.a. vertaald in de oprichting van de dienst onderwijsondersteuning. (…) De stad heeft verschillende beleidsdomeinen die duidelijke raakvlakken vertonen met het onderwijs: kinderopvang, mobiliteit, veiligheid, werkgelegenheid, sport, cultuur, welzijn, … Vanuit de stad worden er op deze verschillende domeinen initiatieven op touw gezet met het oog op het realiseren van een leefbare stad en aandacht voor gelijke kansen voor iedereen. De stad is bijgevolg de ideale partner om vanuit haar regiefunctie op het gebied van onderwijs, een breed neten sectoroverschrijdend overleg te organiseren om gezamenlijke initiatieven van de grond te krijgen en afstemming tussen de verschillende partners te bevorderen in het kader van de uitbouw van een onderwijsflankerend beleid. Op deze manier wordt het lokaal flankerend onderwijsbeleid een inclusief beleid. Het huidige O.O.M. is een krachtig instrument om via beleidsvoorbereiding en -advisering het inclusief onderwijsbeleid van de stad mee vorm te geven.”
Stad Oostende
Beschrijving regiefunctie
(p.1) Binnen een gemeentelijke structuur is de sector onderwijs slechts één van de vele sectoren. Tot voor enkele jaren voerden de sectoren elk voor zich een beleid dat niet noodzakelijk steeds werd gekenmerkt door samenhang en lange termijnvisie. Dit is uiteraard mede het gevolg van de bestuurlijke organisatie die ingevolge de 6- jaarlijkse gemeenteraadsverkiezingen kan wijzigen. Stilaan groeide de wens naar het bepalen van langere termijndoelstellingen. Deze vinden hun neerslag in een Bestuursakkoord en steeds vaker in een strategische nota. Door meer samenwerking tussen aanpalende sectoren groeide ook de grotere samenhang tussen diverse strategische doelen. Ook in Oostende werd deze weg afgelegd en kwam in de loop van 2007 na de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 een eerste strategische nota tot stand voor de sector onderwijs. (p.49) Er zijn structurele samenwerkingsverbanden opgezet tussen de dienst Onderwijs en andere
22 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
(stedelijke) diensten: de Lokale Politie Oostende, Cel Drugbeleid, de Jeugddienst, de Cultuurdienst, de Sportdienst, de Diensten voor (Buitenschoolse) Kinderopvang, het Netwerk Opvoedings-ondersteuning Oostende en het preventief integraal ontwikkelproject “De Katrol”. (p.2) Naast een tweejaarlijkse follow-up, zullen wij elke zes jaar het onderwijsbeleidsplan volledig opnieuw evalueren via de methode van dialoog.
Stad Roeselare
Beschrijving regiefunctie
De regierol houdt in dat het onderwijsbeleid tot stand komt in een breed horizontaal overleg en in samenwerking met zeer diverse partners, ook in verwante beleidsdomeinen, waardoor een netwerk ontstaat dat het beleid schraagt. Het maatschappelijk belang van onderwijs en vorming is zeer groot en kan nauwelijks overschat worden. (…)Bij dit alles moet er aandacht zijn voor de leervragen en leerwensen van iedereen. Maar er is bijzondere aandacht nodig voor specifieke doelgroepen, om te vermijden dat er een kloof ontstaat. De stad wil vanuit dit maatschappelijk en persoonlijk belang van kennis en vaardigheden waar nodig en mogelijk samenwerking stimuleren met alle relevante actoren (werkgelegenheid, economie, welzijnsactoren, wijken, politie, cultuur en sport, kinderopvang, …) (p.21) De stad wil een neutrale, breed gedragen onderwijsregie voeren: Bevorderen van de samenwerking over de netten en niveaus heen o.a. doo oprichten van een net- en niveauoverschrijdend overlegplatform
Stad Sint-Niklaas
Beschrijving regiefunctie
In augustus 2007 richtte het stadsbestuur een cel flankerend onderwijsbeleid op. Hiermee wil het een regiefunctie op zich nemen om al deze initiatieven samen te brengen en een betere afstemming te creëren, zodat daar waar hiaten bestaan nieuwe initiatieven kunnen groeien. Het flankerend onderwijsbeleid zal niet enkel vanuit welzijnsgerelateerde thema’s vertrekken, maar zal zijn werkdomein ook opentrekken naar mobiliteit, milieu, cultuur, sport, jeugd, enz…., afhankelijk van waar noden ontstaan. De coördinator flankerend onderwijsbeleid zal hét aanspreekpunt worden voor alle materies die van en naar het onderwijsveld komen en gaan.
Stad Turnhout
Beschrijving regiefunctie
(p.7) Hier past het om te beginnen met een zin uit de missietekst van het Lokaal Sociaal Beleid: Het lokaal bestuur voert een integraal en inclusief welzijnsbeleid voor de stad Turnhout. De cel onderwijs wil hierbinnen voor onderwijs een belangrijke en centrale positie innemen. Het is de bedoeling om het lokaal onderwijsbeleid verder uit te bouwen van kleuterschool tot volwassenenonderwijs. Verder uitbouwen in de zin dat Turnhout al een jarenlange traditie van netoverschrijdend overleg en acties rond gelijke onderwijskansen heeft in het basisonderwijs. Wij geloven dat beleid vanuit ervaringen op organische en pragmatische wijze tot stand moet komen. Respect voor het tempo, de eigenheid en het engagement van de diverse partners is hierbij essentieel. We zijn ervan overtuigd dat een beleid slechts inhoud en vorm krijgt wanneer het concrete acties en projecten tot leven brengt. De nadruk ligt voor ons dus op handelen. Het lokaal onderwijsplan is dus een middel om tot doordachte afspraken en concrete acties (gesteund door de Vlaamse overheid) te komen. (p.9) Het stadsbestuur wil binnen het lokale onderwijsveld de positie van regisseur innemen en verder bouwen aan een lokaal onderwijsbeleid van kleuterschool tot volwassenenonderwijs en dit met een regionale uitstraling. (…) Het stadsbestuur wil de communicatie tussen onderwijspartners bevorderen maar ook van en naar de stad. Het stadsbestuur wil het uitwerken van initiatieven stimuleren en
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 23
een ontmoetingskader bieden waar ervaringen en voorstellen uitgewisseld kunnen worden. (…) Het stadsbestuur betrekt de onderwijsinstellingen van Turnhout bij het strategische planningsproces van het lokale onderwijsbeleid om zo een breed draagvlak te behouden. (…) Het stadsbestuur stimuleert en stroomlijnt de optimale doorstroming van informatie over onderwijs naar burgers en scholen en vice versa. (…) Het stadsbestuur wil de Turnhoutse onderwijsinstellingen ruim flankeren via de raakvlakken met andere beleidsdomeinen om zo een gunstig klimaat te bevorderen waarin scholen hun aanbod kwaliteitsvol kunnen ontplooien. (p.19) Het onderwijsgebeuren neemt in Turnhout een belangrijke plaats in. Al 11 jaar zet het stadsbestuur in op een ploeg onderwijs, een netoverschrijdende ondersteuning aan scholen, dienstverlening aan gezinnen met extra aandacht voor kwetsbare burgers.
Stad Hasselt
Verwevenheid van bevoegdheden & Expleciete bevoegdheden
Verwevenheid van bevoegdheden Op basis van de hierboven geschetste inventaris kan je stellen dat alle schepenen mee bevoegd zijn voor het flankerend lokaal onderwijsbeleid. Het is dus een gedragen en gedeelde verantwoordelijkheid van het hele politieke stadsbestuur. Expliciete bevoegdheden Anderzijds zijn er specifieke bevoegdheden die expliciet gelinkt zijn en relevant om hier te schetsen Schepen van Onderwijs, mevr. Lieve Pollet, oa. bevoegd voor onderwijsbeleid, de stedelijke basisscholen, deeltijds kunstonderwijs en conservatorium Schepen van studentenzaken, mevr. Valerie Delre Schepen van Welzijn, dhr. Toon Hermans, oa. bevoegd voor gelijke onderwijskansen en opvoeding, Vanuit de stedelijke administratie zijn volgende diensten hieraan verbonden • Stedelijke dienst onderwijs, administratie stedelijke basisscholen • Steunpunt Onderwijs en Opvoeding, afdeling welzijn Vanuit het Steunpunt O&O worden momenteel de FLOB-projecten geïnitieerd, gecoördineerd en opgevolgd. • Studentenzaken, jeugddienst, afdeling welzijn
Neutraliteit - analyse Hoe bewaken de centrumsteden hun neutraliteit inzake flankerend onderwijsbeleid? Stad Aalst
Neutraliteit
• “Het engagement vanuit de stad Aalst is er om een lokaal onderwijsbeleid te ontwikkelen door het vrijmaken van financiële (projecten) en personele (aanstellen regisseur) middelen. Ook zal er in de nabije toekomst een nieuwe overlegstructuur geïnstalleerd worden.” (p.4) • “Het college van burgemeester en schepenen heeft op 18 februari 2008 beslist om de formatie aan te passen bij gemeenteraadsbeslissing en bij de eerst komende budgetwijziging het krediet te voorzien voor de aanstelling van een ambtenaar die het lokaal flankerend onderwijsbeleid zal uitbouwen en ondersteunen. Alhoewel de stad Aalst ook inrichtende macht is voor de eigen onderwijsinstellingen staat dit los van de werking van deze ambtenaar. De ambtenaar zal zonder onderscheid of voorkeur samenwerken met alle onderwijsinstellingen binnen het Aalsters grondgebied.” (p.35)
24 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Stad Antwerpen
Neutraliteit
Tot 2003 had de stad alleen een bedrijfseenheid stedelijk onderwijs. Met de hervorming tot het stedelijk bedrijf Lerende Stad kwam er een aparte afdeling algemeen onderwijsbeleid, die alle netoverschrijdende onderwijsactiviteiten groepeert.(p.5) Tegelijk werd de beheersstructuur Baobab opgericht voor het netoverschrijdend beheer van lokale en bovenlokale middelen die de stad investeert in lokaal onderwijsbeleid. (p.3) De oprichting van een nieuwe afdeling heeft een aantal duidelijke voordelen: • De stad heeft nu een neutraal aanspreekpunt voor onderwijs, zowel voor burgers als voor professionele partners binnen en buiten onderwijs. • Overleg kan beter worden gestructureerd en opgevolgd • Beleidsvoorbereidend werk voor stedelijk en algemeen onderwijsbeleid kan worden gescheiden. • Verschillende projecten en acties kunnen beter op elkaar worden afgestemd (p.5) Duidelijke relaties tussen onderwijs en stadsbestuur. De rol van de schepen voor onderwijs als hoofd van het stedelijk onderwijs moet duidelijk afgebakend zijn van zijn rol in het netoverschrijdend onderwijsbeleid. Dit moet duidelijk zijn bij zijn vertegenwoordigers (wie spreekt voor het algemeen onderwijsbeleid, wie voor het stedelijk onderwijs?) en bij de beleidsinhouden: welke gaan over het stedelijk onderwijs welke over het algemeen onderwijsbeleid? Aangezien erkenning van de partners zo belangrijk is, mag het algemeen onderwijsbeleid geen zaak van het stadsbestuur alleen zijn. De spelregels zoals geschetst in paragraaf 2.2. over de Antwerpse beleidscontext moeten op dit vlak garanties bieden, evenals de vertegenwoordiging van de onderwijspartners in de regie-vzw Baobab.. (p.17)
Stad Brugge
Neutraliteit
• De opdracht tot het ontwikkelen van een lokaal onderwijsbeleid is door het stadsbestuur gedelegeerd aan de dienst lokaal onderwijsbeleid. Deze dienst staat los van de dienst stedelijk onderwijs die fungeert als inrichtende macht van het stedelijk onderwijs. Hiervoor werd door de gemeenteraad de noodzakelijke kaderwijziging goedgekeurd. • De dienst lokaal onderwijsbeleid staat onder leiding van de onderwijsdeskundige. Ook hier werd door de gemeenteraad de functieomschrijving goedgekeurd. • De onderwijsdeskundige staat in voor de concrete uitwerking van de in het decreet voorziene regiefunctie van de stad als centrumstad. (p.5) • Conform het advies van de VLOR om een duidelijke scheiding aan te brengen tussen de middelen voor het eigen onderwijs en die voor het flankerend onderwijsbeleid, d.w.z. transparantie van de financiële middelen te creëren, Worden projectsubsidies ingeschreven onder artikelengroep 70360/***-** en sociale en andere voordelen onder artikelengroep 70260/***-** Komt er een bijlage die een totaaloverzicht brengt van de middelen op de diverse begrotingsartikels. (p.6)
Stad Genk
Neutraliteit
• Netoverschrijdend overleg (via LOP of een toekomstig onderwijsplatform) over de voorbereiding, ontwikkeling en evaluatie van het beleid • Alle projecten en programma’s op buurt- en stedelijk niveau met maximale betrokkenheid van alle relevante scholen BaO en So, ongeacht het net en van ouders en kinderen van de doelgroep Bij acties op buurt-, stedelijk of gemeenschapsniveau rekening houden met vrije schoolkeuze en het bestaan van meerdere netten (p.8)
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 25
Stad Gent
Neutraliteit
(p.2) “Het stadsbestuur wil ervoor zorgen dat alle betrokkenen evenwaardig kunnen participeren door een onafhankelijk orgaan op te richten dat het netoverschrijdend onderwijsbeleid in de stad stuurt en door het uitschrijven van een gemeenschappelijk onderwijsplan voor de volgende jaren.” (P.6) idem + “Bovendien worden alle maatregelen en middelen die toebedeeld worden aan het stedelijk onderwijs voorgelegd aan de Gentse gemeenteraad. De middelen in het kader van het flankerende onderwijsbeleid worden jaarlijks voorgelegd aan de Vlaamse overheid én aan de Beleidsgroep Onderwijs Gent.” (p.7): “In de huidige begroting zijn in ieder geval al heel wat middelen voorzien die worden aangewend door het Departement Onderwijs en Opvoeding Stad Gent voor netoverschrijdende acties en projecten”
Stad Hasselt
Neutraliteit
(p. 34) Momenteel worden de projecten Wonderwel en Pitstop, in het kader van FLOB-middelen, aangestuurd en gecoördineerd vanuit het Steunpunt Onderwijs en Opvoeding, afdeling Welzijn. Vanuit het Steunpunt trachten we in te spelen op de gelijke onderwijskansen en noden in de Hasseltse scholen. Hierbij zijn risicoschoolloopbanen en schoolkenmerken doorslaggevend en niet de netgebondenheid van de school. Om ook in de toekomst neutraliteit te garanderen is openheid in de besteding van stedelijke middelen naar het onderwijs een voorwaarde.
Stad Kortrijk
Neutraliteit
(p.3) Als centrumstad, die alleen nog optreedt als inrichtende macht in de sfeer van het deeltijds kunstonderwijs en voor het basisonderwijs in de kleinste deelgemeente Kooigem, heeft ze die oefening zonder vooroordelen en met de nodige inpartialiteit kunnen aanvatten. (p.6) Omdat de stad zelf slechts een beperkte rol speelt als inrichtende macht van eigen basisonderwijs is ze bijzonder goed geplaatst om haar neutraliteit te garanderen t.o.v. alle scholen en netten, wat dan ook het uitgangspunt is van haar beleid. (p.30) De stad is slechts zelf nog in zeer beperkte mate inrichter van onderwijs. Naast de eigen koninklijke academie voor schone kunsten en het stedelijk conservatorium zijn er geen andere instellingen voor deeltijds kunstonderwijs. Daarnaast is de stad nog inrichtende macht van slechts één basisschooltje met 2 vestigingsplaatsen, waarvan één in Kortrijk zelf en één in de verre deelgemeente Kooigem. Dit is een uiterst klein gedeelte van het onderwijslandschap in de stad. Daarom is de stad zeer goed geplaatst om haar neutraliteit te garanderen t.o.v. alle scholen en netten. In haar lokaal flankerend onderwijsbeleid is het garanderen van een gelijke behandeling van alle scholen en alle netten het uitgangspunt. Voor al haar acties, activiteiten, initiatieven, projecten en ondersteuning wordt nooit onderscheid gemaakt tussen de scholen of de netten. Het aanbod en de informatie wordt altijd doorgespeeld naar alle scholen. Elke school wordt gelijk behandeld. Als er voor bepaalde zaken criteria worden gehanteerd, wordt tussen de onderwijsinstellingen die aan de criteria voldoen geen onderscheid gemaakt. Ook de diverse overlegplatforms voor onderwijsaangelegenheden zijn per niveau samengesteld uit vertegenwoordigers van alle netten.
Stad Leuven
Neutraliteit
(p.7) De stad Leuven organiseert geen secundair onderwijs en is de inrichtende macht van één basisschool en één school voor buitengewoon onderwijs (type 8). De opdracht tot het ontwikkelen van een lokaal onderwijsbeleid is door het stadsbestuur gedelegeerd aan de dienst onderwijs. De dienst onderwijs bestaat uit twee cellen, de administratieve cel staat in voor de ondersteuning van de stedelijke scholen, de tweede cel is de cel beleidsondersteuning en werd
26 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
recent uitgebouwd. Binnen deze cel beleidsondersteuning werden twee projectcoördinatoren aangeworven die de netoverschrijdende projecten coördineren. De cel beleidsondersteuning werkt ook nauw samen met andere stadsdiensten. Verder zal het lokaal onderwijsbeleid vorm gegeven worden door het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid dat samengesteld is uit vertegenwoordigers van alle onderwijsnetten en organisaties uit het middenveld.
Stad Mechelen
Neutraliteit
(p.2) Ondanks de aanwezigheid van het O.O.M. vanaf 1999, werd het stadsbestuur soms nog te vaak gepercipieerd als rechter en partij. Sinds de overdracht van het stedelijke basis- en secundair onderwijs in 2002 kan de neutraliteit van het stadsbestuur nog meer gegarandeerd worden bij de uitbouw van een lokaal flankerend onderwijsbeleid.
Stad Oostende
Neutraliteit
(p.14) Hoewel in de memorie van toelichting bij het decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau voorgesteld wordt dat het lokale bestuur het best het flankerend beleid realiseert via een aparte ‘afdeling’ en een gescheiden begroting, is dit op dit ogenblik niet realistisch ingevolge de huidige structuur. Voor de realisatie, organisatie en coördinatie van het flankerend beleid zijn door de hogere overheid geen extra middelen voorzien. De bestaande onderwijsdienst wordt met dit flankerend beleid ‘belast’ zonder extra man-/vrouwkracht. In Oostende bestaat deze dienst uit 1 voltijds hoofd van dienst en 3½ administratieve medewerkers. De voltijdse onderwijsregisseur wordt sedert 1 september 2003 gesubsidieerd via Stedenfondsmiddelen.
Stad Roeselare
Neutraliteit
(p.21) De stad wil een neutrale, breed gedragen onderwijsregie voeren
Stad Sint-Niklaas
Neutraliteit
(p.4) Om een flankerend onderwijsbeleid uit te bouwen wierf het stadsbestuur een fulltime ambtenaar aan die zich enkel met deze materie bezig houdt. Ruimtelijk zit deze coördinator flankerend onderwijsbeleid niet bij de collega’s die zich bezig houden met het eigen stedelijk onderwijs. Het flankerend onderwijsbeleid staat los van het stedelijk onderwijs en heeft ook aparte begrotingskredieten. Met het flankerend onderwijsbeleid zal het stadsbestuur transparanter zijn naar het onderwijsveld. De sociale en andere voordelen zullen kaderen in de nieuwe regelgeving. De cel flankerend onderwijsbeleid zal zich uitsluitend bezig houden met netoverschrijdende initiatieven. Alles wat vanuit deze cel georganiseerd of ondersteund wordt, zal gericht zijn naar alle scholen en alle netten in deze stad. Een structureel netoverschrijdend overlegplatform zal mee het beleid vorm geven. In een jaarlijks actieplan zal de concretisering gebeuren van dit onderwijsplan. Flankerend onderwijsbeleid is eveneens opgenomen als nieuwe bevoegdheid in het schepencollege, waarmee het belang van deze opdracht wordt beklemtoond.
Stad Turnhout
Neutraliteit
(p.5) De opdracht tot het ontwikkelen van een lokaal onderwijsbeleid is door het stadsbestuur gedelegeerd aan de cel onderwijs. Alhoewel de stad ook inrichtende macht is, staat dit los van de werking van de cel onderwijs. Dat is zichtbaar in verschillende locaties, gescheiden budgetten, eigen overleg, enz. De onderwijsraad zal het lokaal onderwijsbeleid vormgeven en is samengesteld uit vertegenwoordigers van alle netten. De cel onderwijs werkt zonder onderscheid of voorkeur samen met alle onderwijsinstellingen op Turnhouts grondgebied onder leiding van de welzijnscoördinator en een directeur “Burger en samenleving”.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 27
Visie, missie in onderwijsplannen Wat leert een quick scan over de visie en missie van de centrumsteden m.b.t. het flankerend onderwijsbeleid en m.b.t. het onderwijsplan? Alle dertien centrumsteden wensen maximale slaagkansen en talentontwikkeling voor iedereen en in het bijzonder voor kansengroepen te ondersteunen in samenwerking met en met respect voor het eigen pedagogisch project van iedere onderwijsinstelling. Antwerpen en Roeselare verwijzen naar de Lissabondoelstellingen. Hasselt pleit voor “brede scholen die deel uitmaken van de buurt en de samenleving”. De helft van de centrumsteden benadert het flankerend onderwijsbeleid bottom-up en werkt behoefte- of vraaggestuurd. De onderwijsinstellingen geven knelpunten aan. De stad streeft naar consensus over prioriteiten en probleemaanpak. Ze brengt daarbij haar knowhow in en zorgt waar mogelijk voor samenwerking met andere beleidsdomeinen. Genk, Hasselt, Leuven, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout koppelen hun beleidsvisie aan het Lokaal Sociaal Beleid(s plan). In Leuven is het Onderwijsbeleidsplan een onderdeel van dit Lokaal Sociaal Beleidsplan. Deze eerste versie van het Onderwijsplan wordt veelal als werkinstrument ervaren, met bijbehorende onzekerheid, vooral over wat goede indicatoren zijn. Een plan vereist visievorming (of –verfijning), een doelstellingenboom – het gaat immers over de (middellange) termijn van een legislatuur – en inputdata voor de omgevingsanalyse c.q. nulmeting. Vraag is welke data relevant zijn en welke indicatoren geschikt om het effect van beleidsacties en/of strategische doelen te meten. Tenslotte heeft het onderwijsplan een duidelijke rol als communicatie-instrument naar de lokale partners en achterban toe. Het zet het lokaal flankerend onderwijsbeleid op de kaart en de agenda.
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst
Visie, missie
De visie van de stad Aalst vindt zijn neerslag in het onderwijsplan. Dit plan wordt opgevat (p.25) als groeiplan, als werkinstrument, als dynamisch plan waaraan tussentijdse evaluaties en bijsturing zijn gekoppeld. De stad Aalst is de organisator en heeft de regiefunctie van het onderwijsplan: • De stad Aalst bepaalt het budget en de grootte ervan • De stad Aalst neemt de leiding en de verantwoordelijkheid voor de opmaak en de uitvoering van het plan, coördineert en bewaakt. Het onderwijsbeleid in Aalst streeft naar • beter onderwijs • gelijke kansen voor alle leerlingen op het Aalsters grondgebied.
Stad Antwerpen
Visie, missie
Visie: (p.6) Iedereen in Antwerpen heeft en grijpt de kans om een kwalificatie te halen die leidt tot actief en verantwoord burgerschap, brede persoonsvorming en toegang tot het hoger onderwijs en/of tot de arbeidsmarkt. Iedereen in Antwerpen heeft en grijpt de kans om zich levenslang en levensbreed te vormen. De kostprijs van het onderwijs mag het leren niet beperken. De kennis van het Nederlands is cruciaal, betrokkenheid van de ouders een belangrijke sleutel tot succes. Missie: (p.6) De stad wil de regisseur blijven van een nog intensere samenwerking tussen alle netten. Gelijkwaardigheid, partnerschap en financiële transparantie staan voorop.
28 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Stad Brugge
Visie, missie
Het onderwijsbeleid in Vlaanderen is erop gericht kwaliteitsvol onderwijs en gelijke kansen in onderwijs aan te bieden aan alle lerenden. Dit is in eerste instantie de taak van de scholen. Maar gelijke kansen worden pas reëel als kansarme groepen extra zorg en ondersteuning krijgen, en dat vanaf hun eerste stappen in de kinderopvang tot hun eerste stappen op de arbeidsmarkt. Anders haken zij af. Scholen kunnen deze maatschappelijke opdracht niet alleen aan. Hier ligt de cruciale rol van het lokaal flankerend onderwijsbeleid: samenwerken met het hele lokale onderwijsveld en met diverse lokale partners, waaronder vooral zij die met kansengroepen en inburgering te maken hebben, maar eveneens met actoren die instaan voor mobiliteit, kinderopvang, veiligheid, cultuur en vrije tijd, werkgelegenheid.
Stad Genk
Visie, missie
Meerjarenbeleidsplan 2008-2013: De stad wil – zonder zelf leerplichtonderwijs in te richten – aan haar burgers, jong en oud, een leerrijke omgeving aanbieden die een optimale ontwikkeling van ieders talenten stimuleert, gericht op sterkere onderwijsloopbanen, een volwaardige participatie aan het maatschappelijk leven, de ontwikkeling van krachtige loopbanen op maat van ieders kunnen en interesses, op ondernemerschap zowel economisch als sociaal-cultureel, individuele ontplooiing en sociale cohesie. Met bijzondere aandacht voor gelijke onderwijskansen moet het stimuleren van talentontwikkeling en het verwerven van sociaal-economische basisvaardigheden ertoe leiden dat Genk een draagkrachtige bevolking krijgt die de evolutie naar een creatieve kennismaatschappij aankan. Lokaal onderwijsplan: Het stadsbestuur van Genk wenst in dat kader “de kansen van kinderen en jongeren in het algemeen en van allochtone of kansarme kinderen en jongeren in het bijzonder op een volwaardige schoolloopbaan te verhogen via een krachtig flankerend onderwijsbeleid en in de volgende beleidsperiode, complementair aan het Vlaamse gelijke onderwijskansenbeleid, bij te dragen tot een doelmatiger lokaal gelijke onderwijskansenbeleid en dat via • De versterking van de samenwerking tussen onderwijs en welzijnsactoren op buurt- en stedelijk niveau • Het aanwenden van lokale hefbomen en know how De ontwikkeling van complementaire programma’s en impulsen (m.n. schoolopbouwwerk, opvoedingsondersteuning, taalstimulering…) die netoverschrijdend en neutraal zijn en bijzondere aandacht hebben voor de sociaal-economisch zwakste gezinnen
Stad Gent
Visie, missie
(p. 9-10) Onderwijs en opvoeding bestendigen al te vaak de bestaande sociale ongelijkheid. In nogal wat gevallen wordt ze er zelfs door versterkt. Op het vlak van democratisering is er al heel wat gebeurd. Maar toch is er nog een lange weg af te leggen. “There is nothing so unequal as the equal treatment of unequals”. Gelijke kansen betekent veelal verscheidenheid in aanpak. Elke persoon moet zich op een gelijkwaardige manier kunnen ontplooien. Iedereen heeft toegang tot onderwijs. Tot daar de theorie. In werkelijkheid zijn de drempels voor heel wat kinderen, studenten en cursisten té hoog. Vaak zijn er financiële hinderpalen. Soms is er sprake van mobiliteitsproblemen. In nog andere gevallen zorgen taal- en cultuurverschillen voor een barrière. Een onderwijs dat alle kinderen maximale kansen wil geven om hun talenten en vaardigheden te ontplooien, maakt werk van die obstakels. Voor mensen die niet alle kansen gekregen hebben of niet alle kansen benut hebben tijdens de leerplicht, zorgt onderwijs voor een tweede kans via het volwassenenonderwijs.
Stad Hasselt
Visie, missie
De visie van het Hasseltse Stadsbestuur betreffende onderwijs wordt in de beleidsverklaring 2007-2012 omschreven als: “Onderwijs is de basis voor persoonlijke ontwikkeling en welvaart. Hasselt beschikt over zeer goede scho-
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 29
len. De stad moet een klimaat creëren waarin de scholen kwaliteitsvol onderwijs kunnen aanbieden en kunnen uitgroeien tot brede scholen die deel uitmaken van de buurt en de samenleving. Kinderen en jongeren opvoeden is een opdracht van de ouders, de school en de samenleving. “ Naast deze visie vanuit het stadsbestuur moeten we ook rekening houden met en respect hebben voor het tempo, de eigenheid en het engagement van de diverse partners. Enkel op die manier kan een visie en beleid gedragen worden. Wij zijn ervan overtuigd dat een onderwijsbeleid slechts inhoud en vorm krijgt wanneer concrete acties en projecten tot leven komen. De focus ligt daarom op handelen en samen doelstellingen realiseren. Het onderwijsbeleidsplan is voor ons een communicatiemiddel om te komen tot doordachte afspraken, afstemming en concrete acties.
Stad Kortrijk
Visie, missie
Typisch voor de stad Kortrijk is op vandaag de aanwezigheid van een hele reeks overlegplatformen waar de onderwijsspelers, over de netten heen, regelmatig samenwerken om het onderwijslandschap in Kortrijk vorm te geven. De resultaten van deze consequente “bottom up” strategie worden steeds duidelijker en zijn veel belovend voor de toekomst. Een onderwijsbeleid, dat op alle niveaus de krachten bundelt om de nieuwe en zeer talrijke uitdagingen te beantwoorden, lijkt ons de enige goede weg te zijn. De (alsnog te schaarse) middelen, die het decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau sinds kort ter beschikking stelt aan de centrumsteden, bevestigen ons in de overtuiging dat de realisatie van objectieven als “de gelijkheid van onderwijskansen” een sterke lokale verankering behoeven.
Stad Leuven
Visie, missie
(p.2) De regierol houdt in concreto in dat de stad inspeelt op een aantal behoeften die door de onderwijsinstellingen of hun partners gesignaleerd worden of die door de stad zelf – actief op diverse beleidsdomeinen – gedetecteerd worden. Het uiteindelijke doel van de regierol, het creëren van maximale slaagkansen voor iedereen, kan pas gerealiseerd worden samen met de diverse onderwijsinstellingen en partners. Het flankerend onderwijsbeleid is ook niet alleen de taak van de cel onderwijs, maar krijgt mede vorm door de samenwerking met de verschillende stadsdiensten.
Stad Mechelen
Visie, missie
(p.4) Via de uitbouw van een lokaal flankerend onderwijsbeleid wil de stad Mechelen de scholen maximaal ondersteunen zodat iedere leerling in Mechelen met succes zijn schoolloopbaan in het onderwijs kan doorlopen met het oog op het behalen van een kwalificatie.” Een basisvoorwaarde om de regiefunctie op te nemen en een onderwijsflankerend beleid uit te bouwen is het O.O.M., het Onderwijs Overleg Mechelen, dat in 1999 is opgericht als gestructureerd overleg- en adviesplatform tussen de lokale onderwijsactoren en het stadsbestuur van Mechelen. De doelstellingen van het O.O.M. zijn: • door communicatie en overleg tussen de verschillende onderwijsnetten en andere partners in het onderwijsveld efficiënt reageren op stedelijke problematieken. • Een beleidsvisie ontwikkelen • Een regiefunctie uitoefenen bij netoverschrijdende projecten Sinds de overdracht van het stedelijk BaO en SO in 2002 kan de neutraliteit van het stadsbestuur nog meer gegarandeerd worden. De nadrukkelijke beleidsoptie van het Mechels stadsbestuur om een volwaardige, neutrale regierol op te nemen heeft zich ook vertaald in de oprichting van de dienst onderwijs-
30 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
ondersteuning, die de opdracht heeft om het lokaal flankerend onderwijsbeleid verder uit te bouwen. Uitgangspunten daarbij zijn: • een breed net- en sectoroverschrijdend overleg • gelijke (onderwijs)kansen als rode draad • ontwikkelen van een Mechelse stadsmonitor • promotie van Mechelen als onderwijsstad
Stad Oostende
Visie, missie
(p.10) Onze visie werd dan ook als volgt geformuleerd: als lokaal bestuur willen we via het onderwijsbeleid maximale zorg voor alle schoolgaanden op het grondgebied realiseren alsook de vrije schoolkeuze garanderen. Hoe zien we daarbij onze rol als lokaal bestuur, of met andere worden hoe zien we onze missie, wat zullen we ‘doen’ om onze visie te realiseren? Dat willen we doen door twee strategische doelstellingen na te streven: • SD1: Objectief flankerend onderwijsbeleid realiseren • SD2: Kwaliteitsvol stedelijk onderwijs organiseren
Stad Roeselare
Visie, missie
(p.10) De stad Roeselare wil als lokale overheid alle onderwijs- en vormingsinitiatieven ondersteunen die op haar grondgebied worden genomen. Op die manier kan het lokaal bestuur de vrije keuze verzekeren en ook vlotter de regierol opnemen die haar is toebedeeld. Zij wil dit doen met een uitgesproken engagement – als inrichter van het eigen stedelijk onderwijs – en tegelijk op een objectieve basis. De nadruk komt te liggen op een flankerend beleid waarbij ook de strijd wordt aangebonden tegen kansarmoede en uitsluiting. Een gelijke behandeling van kinderen en hun ouders, wat ook hun schoolkeuze is, is dan ook een vanzelfsprekendheid. Onderwijs en vorming als sociaal grondrecht Onderwijs en vorming is een sociaal grondrecht, vastgelegd in de grondwet. art. 23: Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden. Daartoe waarborgen de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel, rekening houden met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen. 5° het recht op culturele en maatschappelijk ontplooiing. Het decreet Lokaal Sociaal Beleid heeft ook linken naar diverse andere grondrechten. • Art. 24 §3: ieder heeft recht op onderwijs, met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden. De toegang tot het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht. Maatschappelijk belang van onderwijs en vorming Het maatschappelijk belang van onderwijs en vorming is zeer groot en kan nauwelijks overschat worden. De consequentie ervan is een uitgesproken engagement voor onderwijs en vorming. Dit is des te meer nodig omdat kennis, constructieve gedragingen, sociale en technische vaardigheden en een actief respect voor fundamentele waarden uiterst belangrijk zijn voor de persoonlijke ontwikkeling, voor de toegang tot de arbeidsmarkt en de uitbouw van een loopbaan, maar evenzeer in functie van een participatie aan het cultureel en maatschappelijk “verkeer”. Bovendien evolueert de maatschappij bijzonder snel en de complexiteit neemt sterk toe. Levenslang leren is des te meer cruciaal om maatschappelijk verder te kunnen participeren (cf. evolutie inzake automatisering en informatica). Bij dit alles moet er aandacht zijn voor de leervragen en leerwensen van iedereen. Maar er is bijzondere aandacht nodig voor specifieke doelgroepen, om te vermijden dat er een kloof ontstaat. De stad wil vanuit dit maatschappelijk en persoonlijk belang van kennis en vaardigheden waar nodig en mogelijk samenwerking stimuleren met alle relevante actoren (werkgelegenheid, economie, welzijnsactoren, wijken, politie, cultuur en sport, kinderopvang, …)
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 31
Stad Sint-Niklaas
Visie, missie
Visie: (p.26) De stad Sint-Niklaas wil met zijn flankerend onderwijsbeleid gunstige randvoorwaarden scheppen, netoverschrijdend, voor alle leerlingen en scholen op het grondgebied. Bijzondere aandacht gaat uit naar de meest kwetsbare groepen en naar gelijke onderwijskansen. Een goede samenwerking tussen het stadsbestuur en het onderwijsveld kan alleen maar gebeuren door netwerking, informatiedoorstroming en vooral door in dialoog te gaan, als gelijkwaardige partners. Missie: (p.26) Het lokaal flankerend onderwijsbeleid wil alle scholen en onderwijsnetten ondersteunen, zowel dagonderwijs als deeltijds en volwassenenonderwijs. Om dit beleid te concretiseren zal het stadsbestuur een structureel beleidsoverleg oprichten in het voorjaar 2008. In dit overlegorgaan zullen bij voorkeur alle onderwijsniveaus en alle aanwezige netten zetelen. Het flankerend onderwijsbeleid zal hierin niet enkel vertrekken vanuit de sociale invalshoek, maar ook nadrukkelijk op alle andere terreinen van het maatschappelijk leven (cultuur, mobiliteit, sport, milieu, jeugd, …) initiatieven nemen.
Stad Turnhout
Visie, missie
(p.7) De visie over de beleidsontwikkeling Hier past het om te beginnen met een zin uit de missietekst van het Lokaal Sociaal Beleid: Het lokaal bestuur voert een integraal en inclusief welzijnsbeleid voor de stad Turnhout. De cel onderwijs wil hierbinnen voor onderwijs een belangrijke en centrale positie innemen. Het is de bedoeling om het lokaal onderwijsbeleid verder uit te bouwen van kleuterschool tot volwassenenonderwijs. Verder uitbouwen in de zin dat Turnhout al een jarenlange traditie van netoverschrijdend overleg en acties rond gelijke onderwijskansen heeft in het basisonderwijs. Wij geloven dat beleid vanuit ervaringen op organische en pragmatische wijze tot stand moet komen. Respect voor het tempo, de eigenheid en het engagement van de diverse partners is hierbij essentieel. We zijn ervan overtuigd dat een beleid slechts inhoud en vorm krijgt wanneer het concrete acties en projecten tot leven brengt. De nadruk ligt voor ons dus op handelen. Het lokaal onderwijsplan is dus een middel om tot doordachte afspraken en concrete acties (gesteund door de Vlaamse overheid) te komen. We vertrokken vanuit een conceptueel schema, de doelmatigheidscyclus (G. Bouckaert & W. Van Reeth, 1994) om het onderwijsplan Turnhout vorm te geven. De redenering achter deze cyclus is dat een legitiem overheidsbeleid wordt ontwikkeld en uitgevoerd als antwoord op bepaalde behoeften die zich binnen de maatschappij manifesteren. Vertrekken vanuit behoeften impliceert dat de wortels van ons beleid in de praktijk, bij werkelijke noden liggen. (p.9) Missie Turnhout is een krachtige aantrekkingspool voor onderwijs. Het leerproces in al zijn vormen en voor alle leeftijden heeft niet enkel een economische betekenis. De lokale overheid moet een gunstig klimaat scheppen voor levenslang en levensbreed leren, voor laagdrempelige onderwijs- en vormingsmogelijkheden gericht op alle leeftijden en bevolkingsgroepen. Voldoende kansen voor opleiding, ondernemen en werkgelegenheid geven mensen, en in het bijzonder jongeren, hoop en perspectief op een zinvolle toekomst. Naargelang de educatieve behoeften van de verschillende groepen die onderscheiden kunnen worden (junioren, medioren, senioren) moet de stedelijke overheid onderzoeken hoe die noden meer en beter opgevangen kunnen worden. Daarom zal op het vlak van onderwijs en vorming meer vraaggericht en minder aanbodgericht gewerkt worden. Specifieke aandacht moet gaan naar de risicogroepen op de arbeidsmarkt en de raakvlakken met andere beleidssectoren.
32 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Strategische en operationele doelstellingen De indeling in strategische en operationele doelen gebeurt niet overal op het zelfde abstractieniveau. Beide zijn daarom samengenomen op zoek naar speerpunten en tendensen. De vraag is: Wat wordt naar voren geschoven als belangrijke doelstelling voor het lokaal flankerend onderwijsbeleid? Het unanieme antwoord van alle centrumsteden luidt: gelijke kansen. De speerpunten in dat gelijkekansenbeleid zijn: brede school en/of brede leeromgeving (score 10 op 13), dan ex aequo (8 op 13) de aanpak van moeilijk hanteerbare jongeren en spijbelaars, ondersteuning c.q. betrokkenheid van ouders en betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Integrale veiligheid scoort hoog in 7 centrumsteden, een doelbewust sociaal beleid (met onder meer kansenpassen) in 6, een actief taalstimuleringsbeleid in 5 steden (al blijken minstens 7 steden taalstimuleringsacties te ondersteunen). Tenslotte zetten 6 steden nadrukkelijk in op innovatie in onderwijs en profileren 4 steden zich zelfbewust als studentenstad. Opvallend is dat maar liefst 9 van de 13 centrumsteden in hun allereerste onderwijsplan aangeven dat ze nog volop bezig zijn met het uitbouwen van beleid en overlegstructuren. 7 steden stellen ook ondubbelzinnig dat ze de samenwerking tussen het onderwijsveld en stedelijke actoren wensen aan te zwengelen. Een kort overzicht: • Gelijke kansen in onderwijs (LLL inclusief): 13 Aalst, Antwerpen (stad en OCMW), Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Brede school en/of brede vrijetijdsbesteding: 10 Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Uitbouwen van beleid en/of overlegstructuren: 9 Aalst, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Moeilijk hanteerbare jongeren en spijbelaars: 8 Antwerpen, Brugge, Hasselt, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Ondersteuning van ouders: 8 Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Sint-Niklaas • Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt: 8 Antwerpen, Brugge, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Samenwerking tussen onderwijs en stedelijke actoren stimuleren: 7 Gent, Hasselt, Kortrijk, Mechelen, Oostende, Roeselare, Turnhout • Veiligheid in scholen en schoolomgevingen (verkeer, preventie van agressie): 7 Aalst, Antwerpen, Brugge, Gent, Kortrijk, Roeselare, Turnhout • Sociaal beleid (kansenpas e.d.): 6 Aalst, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Innovatie in onderwijs: 6 Antwerpen, Gent, Kortrijk, Oostende, Sint-Niklaas, Turnhout • Taalstimuleringsbeleid: 5 Aalst, Genk, Hasselt, Mechelen, Sint-Niklaas • Studentenstad: 4 Antwerpen, Gent, Kortrijk, Mechelen
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 33
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst
Strategische en operationele doelstellingen
1. Een lokaal flankerend onderwijsbeleid uitbouwen 1. Neutraal aanspreekpunt voor de stad Aalst en de lokale (onderwijs)actoren 2. Een lokaal flankerend onderwijsbeleid voeren 3. Netwerking, samenwerking en overleg met het onderwijsveld 2. Onderwijs, opleiding en vorming bieden gelijke kansen aan kinderen en jongeren, ongeacht het milieu waaruit ze afkomstig zijn 1. Taalstimulering verder versterken 2. Kansenpas ondersteunen 3. Veilig en duurzaam naar school 1. Analyseren gegevens en noden Initiatieven opzetten met de dienst mobiliteit
Stad Antwerpen
Strategische doelstellingen
LS03 - Iedereen in Antwerpen heeft en grijpt de kans om een kwalificatie te behalen die leidt tot actief en verantwoord burgerschap, brede persoonsvorming en toegang tot het hoger onderwijs en/of de arbeidsmarkt. LS04 - Scholen en schoolomgevingen zijn aangename leer- en leefomgevingen waar veiligheid, integriteit en respect gewaarborgd zijn voor leerlingen, leerkrachten en de buurt. LS05 - Door communicatie, educatie, sensibilisering worden scholen – leerplichtonderwijs – op het grondgebied van de stad Antwerpen verkeersveiliger LS06 - Het Antwerps hoger onderwijs vormt een krachtig netwerk. LS13 - Antwerpen is een studentenstad met internationale uitstraling LS15 - De stad zorgt ervoor dat kinderen en jongeren meer bezig zijn met cultuur en sport WNE05 - De stad en het OCMW garanderen aan elke Antwerpenaar het recht op levenslange en levensbrede competentieontwikkeling en op zinvolle activiteiten.
Stad Brugge
Strategische en operationele doelstellingen
Het is de rol van onderwijs om een formele erkenning te geven aan het afwerken van een leertraject van formeel of zelfs informeel leren (Ervaringsbewijzen en getuigschriften Elders Verworven Competenties). De strategische doelstelling van het lokaal flankerend onderwijsbeleid wordt daardoor alle lokale lerenden en in het bijzonder de lokale kansengroepen te ondersteunen bij het behalen van een (formele) kwalificatie, die hen toegang geeft tot hetzij een hoger onderwijsniveau, hetzij de arbeidsmarkt. Aan deze strategische doelstelling wordt een breed palet van operationele doelen met bijhorende concrete actiepunten gekoppeld. (zie de 10 beleidssporen)
Stad Genk
Strategische en operationele doelstellingen
SD: Het flankerend onderwijsbeleid wil een complementair en voorwaardenscheppende bijdrage leveren aan de bevordering van de gelijke onderwijskansen van alle Genkse leerlingen van het BaO en het SO, met bijzondere aandacht voor kinderen uit kansarme en/of allochtone gezinnen. OD1: het ontwikkelen van een degelijk lokaal onderwijsbeleid en het flankerend ondersteunen van de onderwijspartners OD2: de pedagogische inzet en draagkracht van ouders versterken OD3: de taalvaardigheid (in het Nederlands) van kinderen en jongeren versterken (Taaloffensief + Bibus)
34 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Stad Gent
Strategische en operationele doelstellingen
SD1 Gelijke kansen bevorderen in Gent voor alle onderwijsniveau’s - OD We werken aan een optimalisering van de instroom, doorstroom en uitstroom in het onderwijs - OD Specifieke doelgroepen in Gent vragen specifieke acties - OD Kleuterparticipatie en geregeld schoolbezoek - OD Levenslang Leren in Gent - OD Ondersteunen van leerrecht-Leerplicht SD2 Samenwerking tussen Gentse onderwijsactoren stimuleren - OD Het concretiseren van de verschillende overlegorganen in Gent Het oprichten van de Beleidsgroep Onderwijs Gent Project Brede School - OD Financiële en logistieke maatregelen nemen die net-en niveauoverstijgend zijn in Gent Een aantal educatieve diensten zijn expliciet opgezet om een aanbod te verstrekken aan alle onderwijsinstellingen in Gent SD3 Innovatie in Gent stimuleren - OD Begeleiden en initiëren van experimenten en proeftuinen SD4 Gent Studentenstad - OD Gent wil een gecoördineerd en geïntegreerd beleid voeren naar de studenten op haar grondgebied SD5 Veilige en gezonde schoolomgeving creëren SD6 Ouderbetrokkenheid ondersteunen en aanmoedigen
Stad Hasselt
Strategische en operationele doelstellingen
1. Stedelijke onderwijsregie ontwikkelen OD 1: Het stadsbestuur zoekt afstemming en koppeling tussen alle stedelijke diensten om tot vraaggericht flankerend onderwijsbeleid te komen. OD 2: Het stadsbestuur zoekt afstemming tussen alle lokale actoren om tot een gezamenlijk vraaggericht onderwijsbeleid te komen. 2. Klimaat voor kwaliteitsvol onderwijs creëren OD 1: Kleuterleidsters, leerkrachten, docenten, … ondersteuning bieden naar kennis en vaardigheden in hun omgang met diversiteit. OD 2: Scholen en schoolteams in het secundair onderwijs op een actieve manier ondersteunen in hun omgang met moeilijk hanteerbare jongeren en spijbelaars 3. Elk kind maximale kansen bieden om talenten te ontplooien OD 1: Stad Hasselt wil een actieve partner zijn in de veralgemeende deelname aan het kleuteronderwijs OD 2: Kinderen stimuleren in hun taalvaardigheid om doorstromingskansen te realiseren in hun schoolloopbaan OD 3: Kinderen een zinvolle vrijetijdsbesteding bieden die een positieve invloed heeft op de schoolloopbaan OD 4: Stad Hasselt ondersteunt de hogeschool bij hun inspanningen om leerkrachten in opleiding te vormen met aandacht voor kansengroepen 4. Empowerment, responsabilisering van ouders OD 1: Verhoging van ouderbetrokkenheid en onderwijsondersteunend gedrag bij ouders OD 2: Investeren in pedagogische vaardigheden en het zelfwaardegevoel van ouders is essentieel om de startpositie en participatie van kinderen in het onderwijs te verbeteren /optimaliseren. 5. Werken aan Bredere Schoolomgeving OD 1: Scholen ondersteunen in hun “brede school”-doelstellingen OD 2: Scholen flankeren om raakvlakken met andere domeinen te bevorderen, te faciliteren. 6. Streven naar een zo groot mogelijke gekwalificeerde uitstroom
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 35
Stad Kortrijk
Strategische en operationele doelstellingen
SD1: De stad stimuleert en ondersteunt de uitbouw en groei van het hoger onderwijs OD1: Uitbouwen van Kortrijk als studentvriendelijke stad OD2: Ondersteunen en stimuleren van de onderwijsinstellingen als kenniscentra OD3: Studentenhuisvesting verbeteren OD4: Ondersteunen van (nieuwe) opleidingen en afstudeerrichtingen die inspelen op economisch en maatschappelijk weefsel van stad en regio SD2: De stad stimuleert de uitbouw van het DKO in relatie met onderwijsinstellingen en culturele verenigingen OD1: Uitvoering van een vooruitstrevend DKO-beleid OD2: Kunstonderwijs in scholen brengen OD3: Muziekonderricht en muziekpedagogische initiatieven binnen muziekmaatschappijen bevorderen SD3: Ondersteunen van de uitbouw van het volwassenenonderwijs OD1: Realiseren van instelling- en netoverschrijdende samenwerking OD2: Uitbouw van de leerwinkel OD3: Helpen realiseren van infrastructuur LLL SD4: Volledige schoolloopbaan op maat van de jongeren en toekomstgericht OD1: Voorkomen van leerachterstand en schooluitval OD2: Communicatie tussen ouders en school bevorderen in functie van schoolcarrière van de kinderen SD5: Flankerend ondersteunen van scholen om het schoolklimaat te bevorderen OD1: Communicatie tussen school en de stad verbeteren OD2: De stad wil een zo ruim mogelijke ondersteuning geven aan de scholen om hen te helpen in hun pedagogische opdracht en het behalen van eindtermen OD3: Infrastructurele randondersteuning van de scholen OD4: Preventiewerking SD6: Scholen betrekken bij het onderwijsbeleid van de stad OD1: Uitbouw van en participeren aan overlegstructuren met het onderwijsveld
Stad Leuven
Strategische en operationele doelstellingen
SD 1 Het stadsbestuur wil een netwerk uitbouwen om de communicatie tussen de onderwijspartners en binnen het LOP basis- en secundair onderwijs te bevorderen. OD 1.1 De stad heeft een blijvende actieve en participatieve rol in het dagelijks bestuur en de Algemene Vergadering van het LOP basis en LOP secundair onderwijs. OD 1.2 De stad heeft een periodiek overleg met de LOP-voorzitters en de LOP-deskundigen. OD 1.3 De stad coördineert het overlegorgaan Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid met vertegenwoordigers van het secundair- en hoger onderwijs. OD 1.4 De stad heeft een ad hoc overleg met de coördinerende directeurs basisonderwijs SD 2 Het stadsbestuur wil gelijke kansen en diversiteit in het onderwijs en ontwikkelt initiatieven die ten goede komen aan de gelijke onderwijskansen. OD 2.1 De stad coördineert in samenwerking met de lokale onderwijspartners naschoolse studiebegeleiding in de eerste graad van het secundair onderwijs voor jongeren die schoolachterstand hebben en die nood hebben aan extra ondersteuning (het Buddyproject). OD 2.2 De stad ondersteunt projecten die tot doel hebben om de communicatie tussen de school, het CLB en de kansarme ouders te verbeteren via het bewerkstelligen van openheid bij de school en de CLB-medewerkers ten aanzien van de ouders. Communicatie betekent zowel de algemene
36 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
communicatie op maat van de kansarme ouders als specifieke communicatie bij eventuele problemen. Op dit moment krijgt deze doelstelling uitwerking in het project Drieklap. OD 2.3 De stad zorgt voor een breed netwerk rond het kind, waardoor de totale ontwikkeling van het kind gestimuleerd wordt en elk kind gelijke en maximale ontwikkelingskansen krijgt. Deze doelstelling wordt gerealiseerd door de ontwikkeling van Brede Scholen. SD 3 De stad ijvert voor een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. OD 3.1 De stad stimuleert de contacten tussen TSO en BSO studenten en de bedrijfswereld. De dienst onderwijs werkt hiervoor nauw samen met de dienst economie. OD 3.2 De stad ondersteunt vzw Basiseducatie voor het organiseren van projecten die tot doel hebben de basiscompetenties van deelnemers aan opleidings- en tewerkstellingsprojecten te verhogen en op peil te brengen. Deze basiscompetenties zijn noodzakelijk om: met succes te kunnen functioneren in opleidings- en tewerkstellingsprojecten te beantwoorden aan de noodzakelijke basiscompetenties die gevraagd worden bij de doorstroom naar de arbeidsmarkt. SD 4 De stad wil alle inwoners informatie verstrekken over het onderwijslandschap. OD 4.1 Via de website van de stad Leuven wordt een actuele databank met de relevante gegevens van alle Leuvense scholen ter beschikking gesteld aan de Leuvense bevolking. OD 4.2 De dienst onderwijs heeft een eerstelijnsdoorverwijsfunctie voor alle informatie betreffende het onderwijs. SD 5 De stad wil mensen motiveren om levenslang te leren. OD 5.1 De stad ondersteunt vzw basiseducatie voor het organiseren van laagdrempelige cursussen rond basisvaardigheden (rekenen, taal). OD 5.2 De stad zorgt voor extra aanbod NT2 cursussen en stimuleert allochtonen om Nederlands te leren in samenwerking met vzw Basiseducatie. OD 5.3 De stad zorgt met de cel wijkontwikkeling en de integratiedienst voor het bepalen van het laagdrempelig aanbod in de aandachtswijken (brede cursussen zoals PC-initiatie, cursus rijbewijs voor allochtone vrouwen e.d.).
Stad Mechelen
Strategische en operationele doelstellingen
SD 1 Het stadsbestuur voert een transparant en integraal onderwijsbeleid. OD 1.1. Om de externe samenwerkingsverbanden te optimaliseren, organiseert de stad een gestructureerd overleg met de lokale onderwijsactoren vanuit een integrale benadering van de sociale werkelijkheid (= de externe regierol van de stad). OD 1.2.Binnen de beleidsdomeinen die raakvlakken vertonen met het onderwijs, organiseert de stad verschillende initiatieven ter ondersteuning van de onderwijspartners in Mechelen. Om deze initiatieven te realiseren streeft de stad ernaar de interne samenwerkingsverbanden te optimaliseren via departements- en/of dienstoverschrijdend overleg (= de interne regierol van de stad). SD 2 Het stadsbestuur ondersteunt de scholen bij het realiseren van gelijke onderwijskansen en het voorkomen van ongekwalificeerde uitstroom met bijzondere aandacht voor maatschappelijk kwetsbare leerlingen. OD 2.1.De stad werkt een ondersteuningsbeleid uit gericht op het verbeteren van de Nederlandse taalkennis en de schoolbetrokkenheid van leerlingen en hun ouders. OD 2.2. De stad biedt een ondersteuningskader aan met het oog op het voorkomen/verminderen van probleemgedrag van leerlingen in en rond de scholen. OD 2.3.De stad biedt ondersteuning aan de scholen om spijbelgedrag te voorkomen, aan het licht te brengen en/of te verminderen.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 37
OD 2.4.In het kader van het “bredeschoolconcept” creëert de stad een leerkrachtige, stimulerende schoolomgeving. OD 2.5. De stad bouwt een sociaal onderwijsbeleid uit met oog voor armoede en sociale uitsluiting. OD 2.6.De stad werkt een ondersteuningskader uit gericht op een betere doorstroming van maatschappelijk kwetsbare jongeren in het onderwijs naar de reguliere arbeidsmarkt. OD 2.7. De stad werkt een ondersteuningsbeleid uit gericht op het bevorderen van de deelname van kleuters aan het kleuteronderwijs. SD 3 Het stadsbestuur versterkt de maatschappelijke betekenis van de onderwijsinstellingen in Mechelen. OD 3.1. De stad promoot Mechelen als onderwijsstad. OD 3.2.De stad profileert Mechelen als studentenstad.
Stad Oostende
Strategische en operationele doelstellingen
SD1 Objectief flankerend onderwijsbeleid realiseren OD1: Netoverschrijdend onderwijsoverleg organiseren en stimuleren OD 1.1. Onderwijs “regisseren” = inhoudelijk voorbereiden, organiseren en opvolgen OOR en deelraden (gezondheid, mobiliteit, projecten, minisociale kaart, onderwijs en vorming,…) OD 1.2. Opzetten van structurele samenwerkingsverbanden met nterne diensten OD 1.3. Meewerken aan LOP OD2. Kansarmoede bestrijdende projecten organiseren, subsidiëren en controleren OD 2.1. Structurele projecten voorbereiden, organiseren en verantwoorden naar hogere overheden toe (vb. Brugfiguren), alsook kleinschalige vernieuwende schoolprojecten stimuleren door subsidiërong en projectsubsidies OD 2.2. Acties uitvoeren i.v.m. vermindering van schoolkosten o.a. onderwijscheques verkopen OD3 Informatieplicht van de lokale overheid i.v.m. ‘gelijke kansen’ voor alle schoolgaanden nakomen OD 3.1. Laagdrempelig loket bemannen: informatie verzamelen, ordenen, toegankelijk maken en beschikbaar stellen OD 3.2. Netoverschrijdende onderwisjpromotie = correcte informatie en bekendmaking van alle scholen op het grondgebied OD 3.3. Controle op leerplicht en sensibiliserend acties inclusief m.b.t. kleuterparticipatie OD 3.4. Sociale voordelen OD4. Concrete bijdragen leveren tot het verhogen van de opleidingsgraad en de tewerkstelling van de inwoners OD 4.1. Faciliteren van en samenwerken aan integratieprojecten die het positief zelfbeeld van kinderen verhogen (o.a. projecten kunstinitiatie) OD 4.2. Levenslang en levensbreed leren stimuleren en actief ondersteunen OD 4.3. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt: meewerken aan bestaande overlegfora en –platforms die bruggen slaan tussen onderwijs en werk OD5. Een gecoördineerd beleid voeren inzake probleemjongeren op school OD 5.1. Werken aan schoolmoeheid en voorkomen van drop-out o.a. door organiseren en subsidiëren van diverse time-outzones OD 5.2. Organiseren van netoverschrijdende vorming rond actuele thema’s i.v.m. schooluitval en conflicthantering OD 5.3. Faciliteren van netoverschrijdende samenwerking in het kader van zorgcontinuüm SD2 Kwaliteitsvol stedelijk onderwijs organiseren OD1: PERSONEEL: Wettelijke verplichtingen als schoolbestuur opvolgen en correct uitvoeren OD2: FINANCIEEN: Financieel beheren van ontvangsten en uitgaven in functie van correcte verantwoording WL à dept Onderwijs OD3.1: MATERIEEL: Beleid opmaken en beheren van schoolgebouwen en materieel
38 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
OD3.2: ADMINISTRATIEF: Administratieve verplichtingen als schoolbestuur correct nakomen OD4: PEDAGOGISCH – INHOUDELIJK: Vormgeven aan, bijsturen van en toezien op de naleving van het Pedagogisch Project (BaO)/Artistiek Pedagogisch Project (DKO)
Stad Roeselare
Strategische en operationele doelstellingen
SD 1 De stad wil een neutrale, breed gedragen onderwijsregie voeren 1.1 Oprichten van een net- en niveauoverschrijdend overlegplatform 1.2 Aanbieden van educatief materiaal aan scholen (milieudienst, bibliotheek) 1.3 Educatieve bezoeken mogelijk maken 1.4 Ter beschikking stellen van infrastructuur 1.5 Controle op de leerplicht 1.6 Stimuleren van kleuterparticipatie 1.7 Voeren van een spijbelbeleid SD 2 De stad streeft samen met alle actoren naar een breed en kwalitatief aanbod binnen het basisonderwijs 2.1 Toekennen van sociale en andere voordelen Gratis schoolzwemmen voor basisscholen van alle netten Geregeld leerlingenvervoer voor de basisscholen van alle netten Gratis ontlenen van (feest)materialen aan de basisscholen van alle netten 2.2 Project huiswerkondersteuning 2.3 Zomerklasjes voor anderstaligen 2.4 Project aanpak van moeilijk gedrag bij kleuters 2.5 Streven naar een LOP-basisonderwijs 2.6 Aanbod verkeerseducatie lokale politie 2.7 Octopus 2.8 Duurzaam naar school (duurzaam woon-schoolverkeer in het gewoon basisonderwijs) Stad als IM 2.9 Infrastructuur 2.10 Middelen 2.11 Omkadering Relatie stad-school optimaliseren 2.12 Onderzoeken van een mogelijke verzelfstandiging van het gemeentelijk basisonderwijs 2.13 Financiële tussenkomsten voor allerhande schoolkosten aan gezinnen Andere actoren 2.13 Financiële tussenkomsten voor allerhande schoolkosten aan gezinnen SD 3 De stad wil haar regionale positie in functie van het secundair onderwijs minimaal behouden en waar mogelijk versterken Deelname aan overleg 3.1 Deelname LOP secundair onderwijs Opzetten van flankerende beleidsacties 3.2 Projectwerking: STORE (Groep Intro) Vlot bereikbare en veilige schoolomgevingen creëren 3.3 Aanbod verkeerseducatie lokale politie 3.4 Ontmoetingsplaats Polenplein 3.5 Tussenkomst busabonnement 3.6 Vlotte busverbindingen Met OCMW 3.7 Brugproject: samenwerking CDO Roeselare en Lendelede 3.8 Financiële tussenkomsten voor allerhande schoolkosten aan gezinnen 3.9 Travak – voortrajecten
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 39
SD 4 De stad wil de aanwezigheid van en de samenwerking met het hoger onderwijs versterken 4.1 Samenwerken in het kader van het huis van de voeding 4.2 Opmaak Europees project: seniorenhuis van de toekomst SD 5 De stad wil haar toonaangevende regionale positie inzake DKO verder uitbouwen en hiervoor samenwerking opzetten met het bredere culturele veld 5.1 Onderzoeken van mogelijk samenwerking met privé-initiatieven en amateurverenigingen Voorzien in de nodige middelen, infrastructuur en omkadering 5.2 Infrastructuur 5.3 Middelen 5.4 Omkadering SD 6 De stad wil het aanbod aan vorming en onderwijs voor volwassenen verbreden in functie van de leervragen en –wensen van deze bevolkingsgroep met bijzondere aandacht voor de noden van diverse doelgroepen en kansengroepen 6.1 Opvolgen van ontwikkelingen betreffende Consortium 12 6.2 In kaart brengen van overlappingen en leemtes inzake volwassenenonderwijs en daartoe eventueel ook contacten leggen met andere vormingsorganisaties 6.3 Infrastructuur 6.4 Middelen 6.5 Omkadering 6.6 Aanbod lessen Nederlands binnen het Lokaal Opvang Initiatief (i.s.m. CBE en CVO’s)
Stad Sint-Niklaas
Strategische en operationele doelstellingen
• (p.26-27) In overleg met het LOP zal de stad vooral inspelen op het verbeteren van de relatie tussen de school en het thuismilieu van de kinderen en tussen de school en zijn maatschappelijke omgeving (buurt, welzijnswerk, jeugdwerk…). De combinatie van langlopende projecten en innovatieve proefprojecten wordt daarbij het uitgangspunt. Omdat de stad de autonomie van de scholen wil respecteren, is de methode van de projectsubsidiëring (GOK-projectenfonds) de meest aangewezen manier van werken. Dit laat ook toe om initiatieven, over de onderwijsnetten heen, extra aan te moedigen. • De stad wil samen met het OCMW, de organisaties voor kansarmen, de scholen en het LOP ook inspanningen blijven leveren om een transparant ‘kostenverlagend beleid’ in de scholen te promoten. Onder meer via het sedert begin 2007 operationele schoolparticipatiefonds wordt ook een oplossing uitgewerkt voor de problematiek van de hoge schoolkosten voor kwetsbare gezinnen. • Stad en OCMW willen de kansen op stages en tewerkstelling voor jongeren uit het deeltijds onderwijs vergroten door zelf het stagemeesterschap of het werkgeverschap op te nemen, ook via bemiddeling bij andere werkgevers in het Waasland. De stad doet concreet inspanningen om het aantal WEPplaatsen voor jongeren uit het deeltijds onderwijs te vergroten en om hun werkinteresse te stimuleren via de volgwerkdagen (snuffelstages) bij verschillende stadsdiensten. • De stad zet overleg op en bevordert netwerkvorming tussen onderwijs- en vormingsinstellingen inzake algemene bekendmaking en profilering van volwassenenvorming (grote leermarkt), ter bevordering van de kennis van het Nederlands en inzake kansarmoede. SD 1 een lokaal flankerend onderwijsbeleid uitbouwen OD 1.1: een neutrale regierol voor het bestuur OD 1.2: een beleid uitvoeren OD 1.3: netwerking, samenwerking, overleg OD 1.4: Brede School promoten (samenwerking tussen school en schoolomgeving/buurt) OD 1.5: communicatie
40 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
SD 2 een weloverwogen doelgroepenbeleid uittekenen of bestendigen OD 2.1: ondersteunen van ouders OD 2.2: kansarmoede bestrijden OD 2.3: niet-leerplichtigen (nieuwe) kansen bieden OD 2.4: ondersteunen van bijzondere doelgroepen SD 3 schoolse achterstand aanpakken en schooluitval vermijden OD 3.1: een maximale kleuterparticipatie bevorderen OD 3.2: preventie en remediëring van achterstand OD 3.3: een actief spijbelbeleid voeren OD 3.4: begeleiden van risicojongeren OD 3.5: doorstroming naar de arbeidsmarkt versoepelen NB: Vele acties en doelstellingen die eigenlijk flankerend onderwijsbeleid zijn, staan in het sociaal beleidsplan van de stad.
Stad Turnhout
Strategische en operationele doelstellingen
SD 1 Het stadsbestuur wil binnen het lokale onderwijsveld de positie van regisseur innemen en verder bouwen aan een lokaal onderwijsbeleid van kleuterschool tot volwassenenonderwijs en dit met een regionale uitstraling. OD 1.1. Het stadsbestuur wil de communicatie tussen onderwijspartners bevorderen maar ook van en naar de stad. OD 1.2. Het stadsbestuur wil het uitwerken van initiatieven stimuleren en een ontmoetingskader bieden waar ervaringen en voorstellen uitgewisseld kunnen worden. OD 1.3. Het stadsbestuur betrekt de onderwijsinstellingen van Turnhout bij het strategische planningsproces van het lokale onderwijsbeleid om zo een breed draagvlak te behouden. OD 1.4. Het stadsbestuur stimuleert en stroomlijnt de optimale doorstroming van informatie over onderwijs naar burgers en scholen en vice versa. OD 1.5. Het stadsbestuur van Turnhout ondersteunt onderwijsmandatarissen en –diensten uit de regio bij het uitbouwen van een onderwijsbeleid. SD 2: Het stadsbestuur wil de Turnhoutse onderwijsinstellingen ruim flankeren via de raakvlakken met andere beleidsdomeinen om zo een gunstig klimaat te bevorderen waarin scholen hun aanbod kwaliteitsvol kunnen ontplooien. OD 2.1. De cel onderwijs zorgt voor een gevarieerd en gestroomlijnd aanbod van stedelijke producten aan de onderwijsinstellingen. • Stedelijke producten: verkeersveiligheidsplan (VELO, CROEScontrole, diefstalveilige fietsenrekken, STOP-actieplan, schoolroutekaarten, schoolvervoerplannen, project zichtbaarheid) project middelenmisbruik, axenroos, filosoferen met kinderen sportacademie toelages kwetsbare kinderen: sporttoelage, vrijetijdspas, zorgtariefpas grabbel- en swappas, speelpleinwerking scholenjogging en oriëntatielopen duurzaamheidsconvenant (opleiding composteren, papiercontainers, energiebeheer) hulp bij duurzaam bouwen en verbouwen ontlening tentoonstellingen, educatief en logistiek en feestmateriaal subsidies milieu,noord-zuid, cultuur spelotheken kinder- en tienerwerking in wijken met aandacht • Producten van andere stadsdiensten dan cel onderwijs. Zie samenwerking met andere sectoren
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 41
OD 2.2. De cel onderwijs zorgt voor de verbinding tussen de onderwijspartners en andere beleidsdomeinen. OD 2.3. Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen de sectoren mobiliteit en onderwijs. OD 2.4. Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen de onderwijswereld en de bedrijfswereld. OD 2.5. Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen onderwijs en jeugd. OD 2.6. De cel onderwijs ondersteunt onderwijsinstellingen bij het aanvragen van subsidies die de school ten goede komen. SD 3 Het stadsbestuur wil het streven naar gelijke onderwijskansen in Turnhout flankeren zodat ongekwalificeerde uitstroom wordt tegen gegaan. De 2 projectaanvragen 2008-2009 focussen zich op deze doelstelling. OD 3.1. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van onderwijsinstellingen om binnen hun school een kansenverrijkend beleid uit te bouwen. OD 3.2. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van leerkrachten om gelijke onderwijskansen te bieden. OD 3.3. De cel onderwijs ondersteunt de lerarenopleidingen uit de regio bij hun inspanningen om leerkrachten te vormen met aandacht voor kansengroepen. OD 3.4. De cel onderwijs neemt deel aan bestaande fora die tot het onderwijskader van Turnhout behoren om daar impulsen te geven met het oog op gelijke kansen. OD 3.5. De cel onderwijs ondersteunt de CLB’s bij hun inspanningen om kansengroepen te bereiken. OD 3.6. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van vrijetijdsinitiatieven om een aanbod uit te bouwen dat toegankelijk is voor kansengroepen. OD 3.7. De cel onderwijs versterkt kinderen, jongeren en ouders van kansengroepen.
De decretale verplichtingen Het decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau (30/11/2007) vraagt van alle steden en gemeenten inspanningen inzake controle op de leerplicht, spijbelbeleid en kleuterparticipatie. Wat melden de centrumsteden terzake? Controle op de leerplicht: Wie wordt ingeschakeld? Aalst: dienst onderwijs Antwerpen: CMP (Centraal Meldpunt) Brugge: Dienst lokaal onderwijsbeleid i.s.m. jeugddienst lokale politie en dienst bevolking Genk: / Gent: / Hasselt: Wijkagent van de lokale politie Hazodi Kortrijk: Dienst jeugd en gezin van de lokale politie Leuven: / Mechelen: Lokale politie Oostende: Dienst onderwijs Roeselare: Lokale politie Sint-Niklaas: Lokale politie Turnhout: Cel onderwijs (coördinatie), dienst burgerzaken, wijkagent
42 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Regelmatig schoolbezoek/spijbelen: Antwerpen, Mechelen en Turnhout hebben een volwaardig spijbelplan. De andere steden hebben acties; een integraal plan is er in de maak. Spijbelplan in werking: Antwerpen, Hasselt (acties politie), Kortrijk (acties politie), Leuven (integratiedienst, sociale dienst politie), Mechelen, Sint-Niklaas, Turnhout Spijbelplan in ontwikkeling: Aalst, Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Oostende, Roeselare (LOP-werkgroep), Kleuterparticipatie: Deze acties gebeuren in alle centrumsteden systematisch in samenwerking met het LOP en het CLB. In samenwerking met LOP: Aalst, Antwerpen, Brugge, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare (gepland), Sint-Niklaas, Turnhout Aparte initiatieven van de stad vinden we in: Antwerpen, Brugge, Genk (opvoedingswinkel), Gent (tolkendienst), Mechelen (promotiecampagne, afspraken met OCMW en Kind en Gezin). Noot: Alle centrumsteden hebben of krijgen op korte termijn een opvoedingswinkel. Ze werken daarvoor samen met het Departement Welzijn. Vandaar dat slechts enkele steden in hun onderwijsplan melding maken van de opvoedingswinkel.
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst
Minimale decretale eisen
• Controle op de leerplicht: coördinatie door de dienst Onderwijs • Regelmatig schoolbezoek/spijbelen: Er is nog geen specifiek spijbelbeleidsplan De sociale dienst van de lokale politie en de preventiedienst organiseren acties om het spijbelen aan te pakken. Spijbelende jongeren worden opgezocht en naar school of naar de sociale dienst gebracht. Ook de CLB’s werken rond spijbelen. Er zijn interne samenwerkingsafspraken tussen de politie, de sociale dienst, de dienst jeugd, de dienst preventie en het regionaal welzijnsoverleg. De werkgroep spijbelen organiseerde: 1. een preventie- en sensibiliseringscampagne naar huisrtsen toe m.b.t. medische attesten 2. enquête in het BaO 3. actie “afwezigheden, wat doen we ermee?” 4. netwerkvorming om verdoken spijbelgevallen op het spoor te komen 5. vorming en informatie • Kleuterparticipatie werkgroep in LOP BaO prioritair thema in op te richten onderwijsraad
Stad Antwerpen
Minimale decretale eisen
• Kleuterparticipatie (p.16) Alle kinderen gaan vanaf de eerste kleuterklas naar school. (200) (p.23) maatregelen die leiden tot een hogere deelname van kleuters aan het onderwijs (p.24) aanpak onregelmatige kleuterschoolbezoekertjes • Leerplichtcontrole en spijbelen
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 43
(p.16) Het aantal jongeren dat regelmatig spijbelt daalt en de negatieve gevolgen van spijbelen dalen. De stad zet hiertoe het spijbelbeleid verder en investeert verder in het project SWAT. (202) (p.24) Het aandeel veelspijbelaars in Antwerpen evolueert in de richting van het aandeel in heel Vlaanderen. (…)Een spijbelfunctionaris ingebed in het centraal meldpunt voor risicojongeren ondersteunt, in nauwe samenwerking met de CLB, de spijbelpreventieve en opvolgingsacties en coördineert deze waar nodig met het departement onderwijs, de lokale politie en het jeugdparket. De spijbelfunctionaris monitort gegevens op school- en buurtniveau en doet voorstellen voor lokale acties. Daarnaast worden ‘spijbelmetingen’ gekoppeld aan onderzoek en afgezet tegen de Vlaamse cijfers.
Stad Brugge
Minimale decretale eisen
• Stimuleren van de kleuterparticipatie: niet-ingeschreven kleuters: Gelet op de bescherming van de privacy wordt een protocol tussen het Ministerie van Onderwijs en Kind & Gezin afgesloten. Het Decreet terzake werd door de Vlaamse Raad goedgekeurd in zitting van 23 januari 2008. De onderwijsdeskundige zal binnen deze materie overleg voeren met de regioverantwoordelijke van K&G en de informatie voorleggen aan het LOP BaO. Onregelmatig aanwezige kleuters: Deze problematiek situeert zich grotendeels binnen de zorg + problematiek. De stad erkent hierbij de rol van het onderwijs-aan-huisproject ’t Scharnier als indicator voor deze problematiek. De problematiek is een overlegmaterie binnen het LOP BaO waar de onderwijsdeskundige op aanwezig is. • Medewerking aan de leerplichtcontrole: Het administratief onderzoek m.b.t. de leerplicht berust bij de dienst lokaal onderwijsbeleid i.s.m. de jeugddienst van de lokale politie en de dienst bevolking. • Medewerking aan het geregeld schoolbezoek: Ondersteuning van het uitwerken van een protocol Spijbelaanpak, op initiatief van beide LOP’s en de politiezone Brugge met hierbij tevens aandacht voor problematische afwezigheden van leerlingen in het voltijds en deeltijds leerplichtonderwijs. Doelstelling is de opmaak van een samenwerkingsakkoord tussen de lokale politie, scholen en CLB’s en het Parket van Brugge, waarin ieders rol duidelijk is. Het is een vervolledigen van het driesporenbeleid rond jeugdproblematiek. Dit houdt in dat men zowel de pistes van preventie, zorg als repressie samen bewandelt. Ook de stedelijke preventiedienst wordt bij het protocol betrokken. Als leidraad voor het te voeren spijbelbeleid wordt verwezen naar het actieplan “Een sluitende aanpak…” actie 11: stedelijk beleid en de begeleiding van de overlegplatforms gelijke kansen.
Stad Genk
Minimale decretale eisen
• Ontwikkelen van stedelijk beleid inzake kleuterparticipatie en de aanpak van schoolverzuim en spijbelen P.14: ontwikkeling van een brede sensibilisatiestrategie voor ouders van jonge kinderen over startvoorwaarden kleuterschool i.s.m. Kind en Gezin, de federaties, de Opvoedingswinkel en het Onthaalbureau
Stad Gent
Minimale decretale eisen
• OD Kleuterparticipatie en geregeld schoolbezoek De toeleiding naar de kleuterschool en de communicatie hierover optimaliseren we door het uitwerken van een plan van aanpak in elk schoolnet De zorg voor de ingeschreven kleuters, die onregelmatig naar school komen, blijft bij de school en CLB.
44 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
De ouderbetrokkenheid moet gestimuleerd worden bij het schoolgebeuren vanaf de leeftijd van de jongste kinderen. We pleiten dan ook voor het optimaliseren van de communicatie door het maximaal inzetten van tolken. Financiële drempels voor de scholen om dit te realiseren moeten weggewerkt worden. • OD Ondersteunen van leerrecht-Leerplicht Het organiseren van het Steunpunt leerrecht-leerplicht Project On@break door VZW De Werf en Albezon
Stad Hasselt
Minimale decretale eisen
• De medewerking aan het bevorderen van het geregeld schoolbezoek (maw. Spijbelpreventie) Acties in het kader van spijbelpreventie worden momenteel voornamelijk opgezet door de stedelijke preventiedienst en de lokale politie Hazodi. Vanuit de preventiedienst werd een Schoolspotter (startbaner) aangeworven. Deze worden ingezet in de omgeving van de hotspots (bushaltes, schoolomgeving, station, etc.) om overlast en spijbelen bij jongeren te voorkomen. Ook de Jeugdpolitie doet steekproefgewijs controles tijdens de schooluren bij jongeren die in het stadscentrum of in de omgeving van bushaltes, scholen, cafés, … rondhangen. Een structureel overleg met preventiedienst, politie en scholen moet leiden tot een degelijk spijbelpreventie-beleid. • De medewerking aan de leerplichtcontrole Momenteel wordt de leerplichtcontrole opgevolgd door de lokale politie Hazodi, meer specifiek de wijkagent. • De medewerking aan maatregelen die moeten leiden tot een veralgemeende deelname van kleuters aan het onderwijs In het kader van “het jaar van de kleuter” en thema kleuterparticipatie werd er in samenwerking met het LOP een werkgroep kleuterparticipatie opgestart. In deze werkgroep zetelen scholen (zorg+ leerkrachten), CLB, LOP-deskundige, schoolopbouwwerk (Steunpunt onderwijs en opvoeding) en Kind & Gezin. Tijdens dit overleg wordt er afstemming gezocht tussen de opdrachten en acties vanuit de verschillende domeinen onderwijs en welzijn om te komen tot de veralgemeende deelname van alle Hasseltse kleuters aan het kleuteronderwijs. Dit vertaalt zich niet enkel naar inschrijving van kleuters, maar ook de actieve deelname en betrokkenheid aan het kleuteronderwijs. Gezamenlijke acties zullen verder ontwikkeld worden.
Stad Kortrijk
Minimale decretale eisen
• Het bevorderen van het geregeld schoolbezoek De problematiek van de systematische afwezigheden en spijbelen is in eerste instantie een aangelegenheid van de school en het betrokken CLB. Daar worden de nodige stappen genomen om het spijbelgedrag weg te werken. Het aandeel van de stad in de aanpak van deze problematiek wordt momenteel opgenomen door de lokale politie. Deze heeft een samenwerkingsakkoord met de CLB’s waar alle stappen tot aanpak van problematische afwezigheden en spijbelen opgenomen zijn. Als het CLB van mening is dat na de eerste 2 stappen van zelf ondersteunend werken en contact met en/of doorverwijzen naar externe hulpverlening, een 3de stap zich opdringt, namelijk een
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 45
doorverwijzing naar het Comité Bijzondere Jeugdzorg, dan wordt de hulp ingeschakeld van de dienst Jeugd en Gezin van de lokale politie. De politie onderscheidt hierbij 2 luiken. Een preventief luik waarbij zij contact opnemen met betrokkenen en via een zekere sociale druk een oplossing in samenwerking met het CLB proberen te bewerkstelligen. Een tweede luik is een repressief luik waarbij ze Proces Verbaal opmaken. Hierbij worden wel volgende regels gehanteerd: de stappen, gezet door de politiedienst, gebeuren enkel in hardnekkige en vastgelopen situaties en steeds in overleg met CLB en school. Naar de toekomst toe wil de stad ook op een tweede vlak meehelpen aan het bevorderen van de problematische afwezigheden en spijbelen. Dit situeert zich binnen de werking van het LOP secundair omdat men ook daar in de toekomst van deze problematiek werk wil maken. Men voorziet eerst een omgevingsanalyse, waarbij enerzijds gegevens zullen verzameld worden en anderzijds worden nagegaan welke maatregelen thans door de diverse scholen, diverse diensten en organisaties genomen worden om de problematische afwezigheden en het spijbelen te voorkomen. Op basis van deze analyse zal een actieplan ontwikkeld worden voor een efficiënte aanpak. De stad, die vertegenwoordigd is in het LOP secundair onderwijs, wil ten volle medewerken en ondersteuning geven aan de uitwerking van dit actieplan. • De organisatie van de leerplichtcontrole Elk jaar, meestal in de maand januari, krijgt de stad van het Ministerie van Onderwijs en Vorming een lijst van leerplichtigen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister maar die niet voorkomen op de inschrijvingslijsten van de scholen. Deze lijsten worden doorgestuurd naar de dienst Jeugd en Gezin van de Lokale Politie met het verzoek contact op te nemen met de ouders van betrokken leerplichtigen en na te gaan waarom ze niet voorkomen op de inschrijvingslijsten van de scholen. Dit kan zijn omdat ze in het buitenland verblijven of ingeschreven zijn in een school over de landsgrens. Deze controle gebeurt door de persoon die tevens aanspreekpunt is van de scholen in het kader van het veiligheidsprotocol. Vaak worden hiervoor ook de wijkagenten ingeschakeld. Na deze controle worden de door het Ministerie opgestuurde lijsten ingevuld en teruggestuurd. • Het stimuleren van de kleuterparticipatie Alle Kortrijkse basisscholen doen inspanningen om kleuters naar school te krijgen. Ze gaan op huisbezoek, verstrekken informatie via de media, Toch ontsnappen bepaalde groepen kinderen aan deze acties en zijn niet tijdig ingeschreven. Dit komt enerzijds doordat scholen de niet-ingeschreven kinderen niet altijd kennen. Anderzijds merken we dat nog niet alle scholen inspanningen doen om de ingeschreven kleuters dagelijks naar school te laten komen. Vanuit het Lokaal overleg voor het Basisonderwijs werd in de loop van het schooljaar 2006-2007 een werkgroep opgericht ter bevordering van de kleuterparticipatie. Deze werkgroep bestond uit een vertegenwoordiger van K&G, een CLB medewerker, het stedelijk onderwijsopbouwwerk, een directeur uit het basisonderwijs, de onderwijsmedewerker van het Provinciaal Integratiecentrum en de Lop-deskundige. Vanuit deze werkgroep kwam de folder ‘Op naar de kleuterklas! Tips voor ouders’ tot stand. Vanaf het schooljaar 2007-2008 werd deze werkgroep uitgebreid naar aanleiding van de start van de zorg+leerkrachten. Vanuit de stad wordt de volle medewerking verleend aan deze werkgroep in functie van het versterken van de kleuterparticipatie. Deze werkgroep stelt zich tot doel: 1. Zicht krijgen op de lokale actoren die betrokken zijn bij de verhoging van de participatie van kleuters aan het onderwijs: rechtstreeks betrokkenen (scholen, CLB, Gemeente, Kind en Gezin) betrokken op actieniveau lokale netwerken: lokaal overlegplatform voor het basisonderwijs, netwerk opvoedingsondersteuning, lokaal overleg kinderopvang,
46 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
verenigingen: ouders, armen, allochtonen samenlevingsopbouw: buurtwerk, onderwijsopbouwwerk hulpverlening: huisartsen, Centrum voor Algemeen Welzijnswerk centrum voor Basiseducatie (CBE) 2. Samenbrengen van de lokale actoren in een overleg 3. Opmaken van een omgevingsanalyse. Volgende gegevens worden van elke kleuterschool verzameld gedurende een afgesproken periode: aanwezigheidsregistratie registratie van redenen van afwezigheid registratie per leeftijd bij niet ingeschreven kleuters: redenen, geografisch, leeftijd 4. Vanuit de gegevensverwerking concrete acties uitschrijven en uitvoeren om de participatie van kleuters aan het onderwijs te versterken.
Stad Leuven
Minimale decretale eisen
SD 6 De stad streeft er naar om zoveel mogelijk kinderen op school te krijgen. OD 6.1 De stad voorziet intensieve begeleiding van de kinderen en jongeren van het woonwagenterrein (ROM-project). De integratiedienst werkt hiervoor nauw samen met de dienst onderwijs. OD 6.2 De stad richt een werkgroep op met onderwijs- en welzijnspartners om na te gaan wat er al gebeurt rond kleuterparticipatie en ondersteunt acties OD 6.3 De stad neemt deel aan de stuurgroep leerrecht en ondersteunt de acties van de jeugd en sociale dienst van de politie om het spijbelgedrag tegen te gaan.
Stad Mechelen
Minimale decretale eisen
• Geregeld schoolbezoek – spijbelbeleid: zie acties onder OD 2.3. I.s.m. verschillende partners (onderwijs, CLB’s, parket, lokale politie, welzijnssector, huisartsenkring, …) is een spijbelplan opgesteld voor de Mechelse situatie. Vanaf het werkingsjaar 2008 wordt jaarlijks een evaluatierapport van de geïntegreerde werking betreffende het spijbelen opgemaakt. • Leerplichtcontrole: De lokale politie Mechelen engageert zich om jaarlijks de gegevens van de Vlaamse Overheid inzake absoluut schoolverzuim te controleren. • Maatregelen ter bevordering van de kleuterparticipatie: zie acties, beoogde effecten en indicatoren bij OD 2.7. Dat zijn: Ontwikkelen van een promotiecampagne: affiche, radio en tv, stripverhaal ontwikkelen Lijst van afspraken met OCMW en Kind en Gezin om hun cliënten te sensibiliseren voor kleuterparticipatie Vormingssessies i.s.m. het LOP voor intermediairs en doelgroepenorganisaties over het belang van kleuterparticipatie Acties van het onderwijsopbouwwerk ter bevordering van kleuterparticipatie jaarlijks evalueren
Stad Oostende
Minimale decretale eisen
(p.26) Controle op de leerplicht en sensibiliserende acties inclusief met betrekking tot kleuterparticipatie. 3.3.a. De informatie over leerplicht is permanent verstrekt via loketfunctie en lokale infocampagne. 3.3.b. In samenwerking met het departement Onderwijs is er jaarlijks een gepersonaliseerde opvragingsactie ten aanzien van niet-getraceerde leerplichtigen gebeurd. 3.3.c. Onder impuls van het LOP is meegewerkt aan sensibiliserende informatieacties i.v.m. schoolparticipatie in het algemeen en kleuterparticipatie in het bijzonder.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 47
Stad Roeselare
Minimale decretale eisen
1.5 Controle op de leerplicht • De stad ontvangt een brief van het ministerie met een lijst van Roeselaarse leerplichtigen die nergens zijn ingeschreven • De lokale politie krijgt vervolgens de opdracht om de naleving van de wet op de leerplicht te onderzoeken voor die leerplichten die worden vermeld in de brief van het ministerie • De bevindingen van het onderzoek worden daarna teruggekoppeld naar het ministerie 1.6 Stimuleren van kleuterparticipatie • Samenwerking/brainstorming op lokaal niveau met diverse partners (echter nog geen LOP basisonderwijs) • Veralgemeende inschrijving belangrijk maar ook regelmatige deelname moet nagestreefd worden! Zie ook: voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, wat betreft de gegevensuitwisseling in het kader van de stimulering van de kleuterparticipatie (Vlaams Parlement stuk 1474/1 – 2007-2008). 1.7 Voeren van een spijbelbeleid • In Roeselare (slechts) 0,5% regelmatige spijbelaars in voltijds secundair onderwijs (bron: stadsmonitor) • In Roeselare 24% regelmatige spijbelaars in deeltijds secundair onderwijs (8 centrumsteden halen nog slechtere scores) • LOP – werkgroep spijbelen • School-Time-Out project oa. voor spijbelaars
Stad Sint-Niklaas
Minimale decretale eisen
od 3.2: een actief spijbelbeleid voeren actie 3.2.1: medewerking aan leerplichtcontrole actie 3.2.2: spijbelacties van de politie actie 3.2.3: overleg/samenwerking politie-onderwijs • stiptheidsactie spijbelen In overleg met de scholen en de politie worden in het schooljaar 2007-2008 voor het eerst stiptheidsacties rond spijbelen georganiseerd. De agenten worden extra gesensibiliseerd om elke jongere waarvan ze denken dat deze leerplichtig is, aan te spreken en mee te nemen naar het politiekantoor. De contactpersoon rond spijbelen bij de politie gaat een gesprek aan met de jongere en escorteert deze naar school. De school contacteert de ouders. od 3.3: een maximale kleuterparticipatie bevorderen actie 3.3.1: medewerking aan en ondersteuning van initiatieven die groeien vanuit de werkgroep kleuterparticipatie van het LOP actie 3.3.2: het GOK-projectenfonds De stad wil stimuli inbouwen tot deelname van àlle peuters en kleuters aan het kleuteronderwijs, met het oog op hun taal- en sociale ontwikkeling. • werkgroep kleuterparticipatie In de schoot van het LOP is er sinds kort een werkgroep rond kleuterparticipatie opgestart. Het doel is om zowel te werken naar niet-ingeschreven kleuters als naar onregelmatig schoollopende kleuters. De stad is vertegenwoordigd met de dienst kinderopvang, de dienst samenleving en de coördinator flankerend onderwijsbeleid en zal zo zijn medewerking bieden aan initiatieven die de kleuterparticipatie in Sint-Niklaas kunnen bevorderen.
48 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Stad Turnhout
Minimale decretale eisen
Manier waarop het bestuur meewerkt: a) aan het geregeld schoolbezoek In 2001 startte een werkgroep “schooluitval” vanuit het Jeugdwelzijnsoverleg een onderzoek naar de ernst van de problematiek schoolverzuim in Turnhout. Cel onderwijs was een van de deelnemers. De problematiek in Turnhout was niet dramatisch, maar toch ernstig genoeg om actie te ondernemen. Sindsdien hebben we in de stad een aantal samenhangende initiatieven opgestart: • Overleg scholen en partners o.l.v. cel onderwijs en schepen onderwijs Samenwerkingsprotocol scholen-politie-parket Arrondissementele stuurgroep Time-out (scholen, CLB’s, LOP, Stad, uitvoerders Time out kort en lang) Module “omgaan met moeilijke leerlingen” van ARKTOS in lerarenopleiding en secundaire scholen Overleg CLB-politie en politie-parket Time-out kort programma door Arktos: 40 trajecten in arrondissement Turnhout & HERGO Time-out lang programma door Cirkant uit de bijzondere jeugdzorg: 15 trajecten in arr. Turnhout Bemiddelingen door LOP-deskundige Netwerktafel risicojongeren: deblokkeren dossiers van jongeren die al lange tijd thuis zitten met partners onderwijs en welzijn Forum leerlingenbegeleiders: netoverschrijdende ervaringsuitwisselingen Onderwijsraad (hier signaalfunctie) • Aandeel stad Turnhout: Trekker scholenoverleg, onderwijsraad en forum leerlingenbegeleiders Stimulator verbindingen tussen partners Financierder Time-out kort programma voor jongeren Turnhout twv 20 000 EUR Deelnemer van stuurgroep b) aan de leerplichtcontrole Sinds enige jaren volgt Turnhout volgende werkwijze: 1. Stad Turnhout ontvangt schrijven van departement onderwijs met een lijstje van leerlingen die leerplichtig zijn, maar niet ingeschreven zijn op een school 2. Secretariaat bezorgt brief aan cel onderwijs. 3. Cel Onderwijs checkt bij burgerzaken de actuele persoons- en adresgegevens. 4. Cel onderwijs maakt een attest per leerling op (briefhoofd Stad Turnhout) 5. Het hoofd van de wijkagenten wordt gebriefd en ontvangt de lege attesten en de namenlijst. 6. Wijkagenten brengen een huisbezoek en vragen een ondertekende verklaring aan ouders/voogd. 7. Het diensthoofd lokale politie bezorgt de groep ondertekende attesten aan cel onderwijs 8. Cel onderwijs checkt, maakt het dossier Turnhout administratief in orde en verzendt naar het departement. Dit geheel neemt maximaal een periode van 3 weken in beslag. In Turnhout gaat het nooit om meer dan 10 leerlingen. Meestal hebben we te maken met verhuizers, leerlingen in de bijzondere jeugdzorg of kinderen met Nederlandse nationaliteit die in Nederland naar school gaan. Zelden zijn het zorgwekkende leerlingen die opvolging nodig hebben. c) aan het stimuleren van kleuterparticipatie. Cel onderwijs participeert aan de stuurgroep LOP basis Turnhout en de stuurgroep kleuterparticipatie. Daar werd dit voorstel i.v. m. kleuterparticipatie goedgekeurd op 15/5/07: Project kleuterparticipatie - Definitief Voorstel LOP basis Turnhout Vaststelling/hypothese: Doelgroepleerlingen stappen later in het kleuteronderwijs of zijn vaker afwezig of te laat. Daardoor worden leer- en ontwikkelingsachterstanden opgebouwd die in een later stadium nog moeilijk te remediëren zijn.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 49
Onderzoek: 3 vragen liggen aan de basis: 1. Zijn alle 2,5 tot 5-jarigen ingeschreven in een kleuterschool? 2. Zijn de ingeschreven kleuters regelmatig aanwezig? Komen ze op tijd? Wat zijn de drempels en de hefbomen om tot een grotere participatie te komen? - De 1ste vraag is ondertussen beantwoord. Het departement onderwijs heeft de niet ingeschreven kleuters in kaart gebracht. In Turnhout zijn 26 kleuters tussen 2,5 en 5 jaar niet ingeschreven. Dat is 2,12%. - Om een antwoord te vinden op de 2de vraag willen we als volgt te werk gaan: 1. Wat? Literatuurstudie i.v.m. drempels op school, thuis en binnen de brede maatschappelijke context die de kleuterparticipatie bemoeilijken en hefbomen en goedeparktijkvoorbeelden die de kleuterparticipatie bevorderen Wie? 2 studententeams (Geel & Vorselaar) Geel kijkt naar de context van de school, Vorselaar naar de school zelf. 2. Wat? Proefproject met een beperkt aantal scholen Wie? 5 kleuterscholen uit de 3 netten. 4 scholen hebben veel GOK-leerlingen, 1 wat minder. Afhankelijk van de knelpunten zullen oplossingen naar voor geschoven worden die het stadsbestuur extra kan opnemen. Momenteel is de cel onderwijs rond kleuterparticipatie al actief door: • goede praktijkvoorbeelden netoverschrijdend uit te wisselen op het zorgforum basisonderwijs • op directieniveau ideeën uitwisselen op de jaarlijkse dag kansarmoede ( 3e week januari sinds 2004) • uitwisseling informatie op stuurgroepen LOP en onderwijsraad • kleutertaalvakantie krokus (40à 60 kwetsbare kleuters geselecteerd door 18 scholen oefenen taal en sociale vaardigheden olv kleuteronderwijzers in opleiding. De recrutering is voor scholen een kans om ouders aan te spreken) • 2 vormingen rond taal en ouderbereik per scholjaar voor schoolteams basisonderwijs olv cel onderwijs • ondersteuningsinitiatieven aan huis is een kans om ouders dichter bij de school te brengen • opmaak en promotie signaallijst kansarmoede (www.turnhout.be/schoolopbouwwerk) om kwetsbare • kinderen sneller te herkennen en te werken rond kansarmoede in je klas en op je school • opmaak en promotie doe de GOK-test (www.turnhout.be/school_signaal): je handelen als leerkracht in 10 minuten in kaart .
Samenwerking met andere sectoren
?
Hoewel deze vraag in de onderwijsplannen niet verplicht aan de orde was, melden zeven centrumsteden spontaan met welke stedelijke diensten er samenwerking is. Sommige steden voorzien bovendien de noodzaak van een veel intensievere samenwerking en/of beduidend meer dwarsverbindingen dan tot nu toe het geval was. Die samenwerking zou ook een neerslag moeten vinden in de beleidsplannen van die andere stedelijke diensten. Over deze noodzaak tot samenwerken schrijft Mechelen: “Vanuit deze verschillende domeinen worden initiatieven op touw gezet in functie van het realiseren van een leefbare stad en aandacht voor gelijke kansen voor iedereen. De stad is dus een ideale partner om als regisseur een net- en sectoroverschrijdend overleg te organiseren en een inclusief flankerend onderwijsbeleid te voeren. (…)Het is de bedoeling dat beleidsaspecten zoals jeugd, cultuur, sport, welzijn… mee aan het onderwijsbeleid worden gelinkt. In dat opzicht is het belangrijk dat dit onderwijsbeleidsvisieplan evenzeer een beleidsinstrument kan zijn voor de welzijnssector, cultuurmakers, sport- en jeugdsector (...) en voor externe organisaties zoals de LOP’s, CBJ (comité bijzondere jeugdzorg), de CLB’s e.d.”
50 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Met welke sectoren of diensten is er nu sectoroverschrijdende samenwerking in deze 7 centrumsteden? • Lokale politie, Veiligheid, Preventie (o.a. drugbeleid): 7 Aalst, Antwerpen (Bestuursakkoord), Mechelen, Oostende (structurele samenwerkingsverbanden), Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Cultuur: 7 Aalst, Antwerpen (Bestuursakkoord: link onderwijs-cultuur zal zeer belangrijk zijn), Mechelen, Oostende (structurele samenwerkingsverbanden), Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Sport: 7 Aalst, Antwerpen (Bestuursakkoord: link onderwijs-sport zal zeer belangrijk zijn), Mechelen, Oostende (structurele samenwerkingsverbanden), Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Mobiliteit: 6 Aalst, Antwerpen, Mechelen, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Jeugd: 5 Aalst, Antwerpen (Bestuursakkoord: zeer belangrijk), Oostende (structurele samenwerkingsverbanden), Roeselare, Turnhout • Welzijn, OCMW, Minderhedenbeleid: 5 Aalst, Antwerpen (Bestuursakkoord), Mechelen, Roeselare, Turnhout • Milieu en Afval: 5 Aalst, Antwerpen, Oostende, Sint-Niklaas, Turnhout • Kinderopvang, Opvoedingsondersteuning: 4 Antwerpen (Bestuursakkoord), Mechelen, Oostende (structurele samenwerkingsverbanden), Roeselare • Werkgelegenheid, Industrie en Economie: 4 Antwerpen (Bestuursakkoord belangrijkste uitdaging is onderwijs en arbeidsmarkt dichter bij elkaar brengen), Mechelen, Oostende, Roeselare • Wijkwerking: 3 Antwerpen, Roeselare, Turnhout • Gezondheid: 2 Antwerpen (Bestuursakkoord), Sint-Niklaas • Onderwijs (kostprijs onderwijs, studietoelagen): 1 Antwerpen, Turnhout • Reinigingsdienst: 1 Oostende • Toerisme: 1 Oostende • Voorlichtingsdienst: 1 Oostende • Noord-Zuid Team: 1 Turnhout Met welke sectoren wordt een sterke ‘link’ in het vooruitzicht gesteld? • Onderwijs-arbeidsmarkt/werkgelegenheid(kwalificatie“zeerbelangrijk”inBestuursakkoordAntwerpen) • Onderwijs-cultuur (Bestuursakkoord Antwerpen) • Onderwijs-jeugd (Bestuursakkoord Antwerpen) • Onderwijs-sport (Bestuursakkoord Antwerpen) • Onderwijs-gezondheid (Bestuursakkoord Antwerpen) • Onderwijs-preventie • Onderwijs-Lokale politie • Onderwijs- Voor-en-naschoolse kinderopvang / Opvoedingsondersteuning
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 51
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst
Acties of projecten waarin andere sectoren samenwerken met lokale onderwijspartners
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Welzijn / OCMW / Minderhedenbeleid Onderwijskansen voor elk kind; ouderbetrokkenheid; brugfiguren Lokale politie / veiligheid / preventie Pesten;veilig surfen op het internet; druggebruik en weerbaarheidstips tegen druggebruik Mobiliteit Convenanten met scholen m.b.t. fietspoolen, gemachtigde opzichters, fietsregistratie Werkgelegenheid Cultuur Uitbouw educatieve werking stedelijk museum; werking bib; zomertaalspeelbad Jeugd Info voor studenten en scholieren; interactie tussenstudentenclubs en scholen; 100-dagenviering; scholen openstellen voor jeugdtoerisme 7. Sport Tekort aan gemeentelijke sportinfrastructuur; tekort aan sport- en speelpleintjes; uitleen sportmateriaal; blijvend stimuleren schoolsport 8. Milieu MOS-werking; compostmeesters
Stad Antwerpen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Samenwerking met andere sectoren – cfr Bestuursakkoord 2007-2012
Welzijn / OCMW / kinderopvang / opvoedingsondersteuning: cfr. bestuursakkoord Lokale politie / veiligheid / preventie: cfr. bestuursakkoord Mobiliteit Werkgelegenheid / economie: zie bestuursakkoord: belangrijkste uitdaging is onderwijs en arbeidsmarkt dichter bij elkaar brengen Cultuur cfr. Bestuursakkoord: link onderwijs-cultuur zal zeer belangrijk zijn Jeugd: cfr. Bestuursakkoord: zeer belangrijk Sport cfr. Bestuursakkoord: link onderwijs-sport zal zeer belangrijk zijn Milieu andere • gezondheid cfr. Bestuursakkoord • wijkwerking • kostprijs; studietoelagen
Stad Brugge /
Stad Genk /
Stad Gent /
Stad Hasselt / 52 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Stad Kortrijk /
Stad Leuven /
Stad Mechelen
Samenwerking met andere sectoren
(p.2-3) De stad heeft verschillende beleidsdomeinen die duidelijke raakvlakken vertonen met het onderwijs: kinderopvang, mobiliteit, veiligheid, werkgelegenheid, sport, cultuur, welzijn,…Vanuit deze verschillende domeinen worden initiatieven op touw gezet ifv het realiseren van een leefbare stad en aandacht voor gelijke kansen voor iedereen. De stad is dus een ideale partner om als regisseur een neten sectoroverschrijdend overleg te organiseren en een inclusief flankerend onderwijsbeleid te voeren. O.O.M Beleidsvisieplan 2007-2012 p.5 “Het onderwijs is geen alleenstaande actor in de verdere uitbouw van een maatschappelijk platform. Het is de bedoeling dat beleidsaspecten zoals jeugd, cultuur, sport, welzijn… mee aan het onderwijsbeleid worden gelinkt. In dat opzicht is het belangrijk dat dit onderwijsbeleidsvisieplan evenzeer een beleidsinstrument kan zijn voor de welzijnssector, cultuurmakers, sport- en jeugdsector. Concreet wordt dan gedacht aan stedelijke diensten, maar ook aan externe organisaties zoals de LOP’s, CBJ (comité bijzondere jeugdzorg), de CLB’s e.d.”
Stad Oostende
Samenwerking met andere sectoren
1.2.a. Er zijn structurele samenwerkingsverbanden opgezet tussen de dienst Onderwijs en andere (stedelijke) diensten: de Lokale Politie Oostende, Cel Drugbeleid, de Jeugddienst, de Cultuurdienst, de Sportdienst, de Diensten voor (Buitenschoolse) Kinderopvang, het Netwerk Opvoedingsondersteuning Oostende en het preventief integraal ontwikkelproject “De Katrol”. 1.2.b. Stedelijke diensten benutten maximaal de algemene vergaderingen van de OOR als kanaal om hun onderwijsgelinkte thema’s te laten aansluiten. (p.27) De onderwijsregisseur i.s.m. de gemandateerde ambtenaar Diverse andere stedelijke diensten: Jeugddienst, Sportdienst, Cultuurdienst, Reinigingsdienst, Toerisme Oostende vzw, dienst Leefmilieu, dienst voor Sociale Zaken, Bibliotheek, Lokale Politie Oostende, diensten voor (Buitenschoolse) Kinderopvang, Voorlichtingsdienst, Juridische dienst, diensten voor Industrie en Economie, Veiligheids- en preventieplan, Stedelijk Zwembad, Openluchtcentrum Duin en Zee, Musea en de Stedelijke werkhuizen.
Stad Roeselare
Samenwerking met andere sectoren
(p. 12) De stad wil vanuit dit maatschappelijk en persoonlijk belang van kennis en vaardigheden waar nodig en mogelijk samenwerking stimuleren met alle relevante actoren (werkgelegenheid, economie, welzijnsactoren, wijken, politie, cultuur en sport, kinderopvang, …) De lokale overheid wenst een integraal beleid te voeren en maakt in het onderwijsbeleid dwarsverbindingen met… • Beleidsdomeinen binnen het Lokaal Sociaal Beleid • Wonen • Werken • Gezondheid (inclusief drugbeleid) • Gezinnen (inclusief kinderopvangbeleid) • Senioren • Etnisch-culturele minderheden • Wijken
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 53
Andere beleidsdomeinen • Sport • Cultuur en vrije tijd: 1.2 Aanbieden van educatief materiaal aan scholen (milieudienst, bibliotheek) • Mobiliteit • Veiligheid • Economie • Jeugd De vruchten van deze dwarsverbindingen zijn de diverse acties die hieruit tot stand komen. Een overzicht daarvan vindt u in deel 3 (Beleidsacties Onderwijs & Leren 2008) van deze publicatie.
Stad Sint-Niklaas
Samenwerking met andere sectoren
• actie 1.2.2: oprichting interne dienstoverschrijdende stuurgroep (mei 2008) • actie 1.2.3: opvolgen acties van andere stadsdiensten (cultuur, sport, mobiliteit, …) • actie 1.2.4: haalbaarheidsonderzoek naar noden en behoeften van diverse actoren OPERATIONELE DOELSTELLING 1.3: netwerking, samenwerking, overleg • actie 1.3.1: FLOB-ambtenaar verkent het hele onderwijsveld (2008) • actie 1.3.2: oprichten structureel netoverschrijdend overleg tussen het stadsbestuur en alle scholen rond een brede waaier maatschappelijke en culturele acties (verkeersveiligheid, drugpreventie, spijbelen, cultuurparticipatie, milieu, sport, gezondheid …) (april 2008) (p.30) Verschillende stadsdiensten (cultuur, mobiliteit, sport, milieu, jeugd, …) hebben een eigen beleidsplan, waarin eveneens doelstellingen naar het onderwijsveld opgesteld werden. In een latere fase zullen ook deze doelstellingen geïntegreerd worden in dit algemeen onderwijsplan.
Stad Turnhout
Samenwerking met andere sectoren
Stedelijke producten: • verkeersveiligheidsplan (VELO, CROEScontrole, diefstalveilige fietsenrekken, STOP-actieplan, • schoolroutekaarten, schoolvervoerplannen, project zichtbaarheid) • project middelenmisbruik, axenroos, filosoferen met kinderen • sportacademie • toelages kwetsbare kinderen: sporttoelage, vrijetijdspas, zorgtariefpas • grabbel- en swappas, speelpleinwerking • scholenjogging en oriëntatielopen • duurzaamheidsconvenant (opleiding composteren, papiercontainers, energiebeheer) • hulp bij duurzaam bouwen en verbouwen • ontlening tentoonstellingen, educatief en logistiek en feestmateriaal • subsidies milieu,noord-zuid, cultuur • spelotheken • kinder- en tienerwerking in wijken met aandacht Dit zijn producten van andere stadsdiensten dan cel onderwijs. Hun producten zijn al opgenomen in het plan. • huur lokalen, plezierboot overmorgen, raadsherenpark • bezoeken bibliotheek, theater, dans, muziek, wereldcinema, workshops, tento’s • laatste 100 dagen • jongerenwijzer • hulp bij stage, beleidsplannen, subsidieaanvragen, promotionele ondersteuning • tolkendienst voor sociaal tolken • educatieve wandelingen en geleide bezoeken
54 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
• vormingen erfgoed en erfgoedkoffer • simulatie werking gemeenteraad • veiligheidsbeleid koten in Turnhout • website jeugd, website Turnhout studentenstad • regierol kinderopvang Operationele doelstelling 2.2 De cel onderwijs zorgt voor de verbinding tussen de onderwijspartners en andere beleidsdomeinen. In te zetten instrumenten: 1. Onderwijsraad 2. Overleg stedelijke diensten 3. Nieuwsbrief Operationele doelstelling 2.3 Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen de sectoren mobiliteit en onderwijs. In te zetten instrumenten: 1. Overleg en samenwerking cel onderwijs met Stadsregio Turnhout 2. Overleg en samenwerking cel onderwijs met De Lijn en NMBS (NIEUW) Operationele doelstelling 2.4 Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen de onderwijswereld en de bedrijfswereld. In te zetten instrumenten: 1. Overleg en samenwerking cel onderwijs met ambtenaar Lokale Economie: onderwijs-ondernemen 2. samenwerking rond Turnhout studentenstad Operationele doelstelling 2.5 Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen onderwijs en jeugd. In te zetten instrumenten: 1. Jeugdwelzijnsoverleg 2. Overleg en samenwerking 3. Jongerenbeurs 4. Tienerbeurs 5. Communicatie en projecten ter verbetering van de relatie tussen scholen en jeugdverenigingen (NIEUW)
Acties en Projecten
?
analyse per beleidsspoor
Wat zijn de speerpunten van het flankerend onderwijsbeleid van de centrumsteden? In welke acties en projecten investeren ze? Per beleidsspoor zijn dat in volgorde van belang:
1. Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders De volgende steden melden in hun Onderwijsplan dat ze organiseren • Huiswerkondersteuning, naschoolse studiebegeleiding: 8 Aalst, Brugge, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Stimulering ouderbetrokkenheid, moedergroepen: 7 Aalst, Hasselt, Leuven, Mechelen, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Opvoedingsondersteuning: 7 Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Mechelen, Sint-Niklaas, Turnhout
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 55
• Voor- en vroegschoolse taalstimuleringsprogramma’s: 6 Aalst, Antwerpen, Genk, Hasselt, Kortrijk, Mechelen • Zomerklasjes, vakantie- en vrijetijdsactiviteiten: 6 Aalst, Antwerpen, Hasselt, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Taalstimulering voor oudere kinderen en jongeren: 5 Antwerpen, Kortrijk, Mechelen, Oostende, Sint-Niklaas • Taalprogramma’s voor ouders: 5 Antwerpen, Genk, Hasselt, Kortrijk, Mechelen • Brugfigurenproject: 4 Aalst, Gent, Leuven, Oostende • Kleuterparticipatie: 3 Antwerpen, Leuven, Sint-Niklaas • Tolkendienst: 2 Gent, Turnhout • Thuistaal op school: 1 Gent
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst
Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
• Realiseren van gelijke onderwijskansen voor elk kind (vooral taalprogramma’s) De Babbeldoos Taalsprokkels Kleuterproject om taalachterstand weg te werken Huiswerkbegeleiding Samenwerking met Kaho St-Lieven rond doorstroom van allochtone studenten naar HO Uitwerken educatief materiaal Zomerproject “Taalbubbels” • Verhogen van ouderbetrokkenheid Scholen motiveren en ondersteunen bij het organiseren van activiteiten rond ouderbetrokkenheid (vb. ouderlokaal) Via spontane contacten, huisbezoeken en/of vorming, ouders proberen wegwijs maken in onze onderwijsstructuur, hen proberen aanzetten tot deelname en betrokkenheid in de school van hun kind. Opvoedingsondersteuning • Brugfiguur in communicatie Pictogrammenwoordenboek Bemiddeling tussen scholen en ouders bij problemen Organiseren van vorming
Stad Antwerpen
Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
(p.16) Iedereen op het grondgebied van de stad krijgt de kans om Nederlands te leren. Daartoe voert de stad een actief taalbeleid. Dit impliceert technieken om bij leerlingen de kennis van het Nederlands te versterken (extra uren Nederlands, driejarige middenschool) maar ook om anderstalige ouders de kans te geven Nederlands te volgen op of nabij de school van hun kinderen (199, 201)
56 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
(p.23) Een plan taal en geletterdheid zal een aantal bestaande acties moeten bundelen en versterken die in de eerste plaats gericht zijn op versterking van taal én taalgebruik bij jonge kinderen en hun ouders, daarnaast op ondersteuning voor oudere kinderen en jongeren, bijvoorbeeld om vakantieverlies tegen te gaan, maar ook in de overgang naar het hoger onderwijs en de arbeidsmarkt. Specifieke acties voor een plan taal- en geletterdheid • stimulering taal kinderen en ouders in voorschoolse kinderopvang en kleuterschool; • programma’s om vakantieverlies tegen te gaan • taalstimuleringprogramma’s voor kinderen en jongeren voor wie taal een barrières is voor hun plannen: volgen van ASO, hoger onderwijs, … • taal op de werkvloer, voor werkzoekenden, leefloners, nieuwkomers, … (p.23) maatregelen die leiden tot een hogere deelname van kleuters aan het onderwijs (p. 25) In Antwerpen worden samen met het Huis van het Nederlands, de Schoolbrug en het onthaalbureau voor anderstalige nieuwkomers laagdrempelige lessen NT2 voor volwassenen georganiseerd.
Stad Brugge
Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
Hierbij wordt vertrokken van het gegeven van kansenongelijkheid. De opvoedingswinkel en het project studieondersteuning aan huis vallen onder dit beleidsspoor.
Stad Genk
Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
• Stimuleren van de voor- en vroegschoolse taalontwikkeling van 0- tot 12-jarigen, inzonderheid van 2,5- tot 6-jarigen. • Verdere ontwikkeling, afstemming en netwerking rond taalactiverend en taalstimulerend gedrag van ouders vanuit de beleidsnota “Millimeterwerk” • Ontwikkeling van buitenschoolse taalprogramma’s, gericht op kinderen en ouders (uitbreiding Bibus)
Stad Gent
Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
• Project Thuistaal op School • Brugfigurenproject
Stad Hasselt
Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
(b.v. voor- en vroegschoolse taalstimulering) • Wonderwel: samenwerking tussen de afdeling welzijn en het onderwijs in functie van kleuterparticipatie, een goede start van de schoolloopbaan, taalstimulering, een succesvolle overgang naar het secundair onderwijs en een gekwalificeerde uitstroom. • Voorschoolse stimulering (0 – 3 jaar) krijgt voornamelijk vorm via samenwerkingsverbanden met Kind & Gezin. Verpleegkundigen wijzen ouders op het belang van voorlezen, samen boekjes inkijken, tonen van voorbeelden, … (Peuterbadje) • Vroegschoolse stimulering: Boek en Spel op bezoek waarbij studenten in het kader van een alternatieve stage bij maatschappelijk kwetsbare gezinnen aan huis gaan om samen met kinderen (focusgroep = 3 tot 7 jaar, andere kinderen in het gezin worden er uiteraard ook bij betrokken) en ouders spelletjes te spelen en boekjes te lezen. Hoofddoelen: taal- en ontwikkelingsstimulering en ouderbetrokkenheid • Taalstimulering: Babbeldoos: Op zaterdagnamiddag, op een speelse manier, met een thematische insteek, het taalgebruik van anderstalige kinderen stimuleren en verbeteren. Dit schooljaar waren er gemiddeld 25 tot 35 kinderen aanwezig.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 57
Poppentheaters: laagdrempelige activiteit op woensdagnamiddag, in een lagere school in de buurt worden alle ouders en kinderen uitgenodigd om naar het poppentheater te komen, de selectie van de theatergezelschappen wordt bepaald op basis van hun aandacht voor de Nederlandse taal en het gebruik ervan. Dit schooljaar werden er in 7 scholen (met veel gok-kinderen) poppentheaters georganiseerd. Vlinderjuf (zie punt 3) Verteltassen: in opstartfase, de verteltas is afkomstig van de storysacks en is een initiatief door ouders. OUDERS • School en taal voor mama’s: in samenwerking met Basiseducatie – Open school wordt in de VB De Boomgaerd taalonderricht gegeven aan anderstalige moeders. De taal wordt sterk gelinkt aan het klasgebeuren en schoolse taal. • Zeer nauwe samenwerking met LOP BO en LOP SO: • Participatie van medewerkers SOO in werkgroepen en stuurgroepen: goede netwerking, maar tijdsintensief • Werkgroep LOP-Bieb • Werkgroep omgevingsanalyse • Werkgroep LOP-dag • Werkgroep onderwijs Ter Hilst • … Logistieke en administratieve ondersteuning van LOP door stedelijke dienst onderwijs Ontbijtkransjes in Runkst en Kuringen moedergroep Ter Hilst: komen samen in het kader van onderwijs, hebben samen met het LOP de “ Code – 10 tips voor gelijke onderwijskansen “ ontwikkeld Opvoedingswinkel Hasselt: sinds september 2007 heeft Hasselt een opvoedingswinkel waar alle opvoedingsverantwoordelijken terecht kunnen in hun zoektocht naar info, hun vragen, vorming … ivm met de opvoeding van kleuters, kinderen, jongeren, … (0-18 jaar). Ouders informeren over het aanbod en meerwaarde van het jeugdwerk (verwerven van diverse competenties). In het verleden bracht de babbeldoos al eens een bezoek aan de speelpleinwerking.
Stad Kortrijk • • • •
• • • • •
Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
Organiseren van extra begeleiding voor kleuters met leerachterstand en hun ouders Organiseren van Nederlandse praatgroepen voor allochtone ouders. Ondersteunen van huiswerkondersteuning Organiseren van centraal meldpunt voor anderstalige nieuwkomers en hen, in overleg met scholen, dispatchen naar school waar ze meest kans hebben op extra begeleiding (aanvullende lestijden voor onthaalonderwijs) Ondersteunen van time-out project en taalondersteuningsprojecten. In het speciale gok-project in scholen met groot percentage gokkinderen wordt veel aandacht besteed aan ouderwerking. Organiseren van Nederlandse praatgroepen in de scholen zelf. Ter beschikking stellen van pictogrammenwoordenboek in basisscholen voor anderstaligen en het gebruik ervan stimuleren. Uitwerken van een pictogrammenwoordenboek voor secundair onderwijs
Stad Leuven
Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
SD 2 Het stadsbestuur wil gelijke kansen en diversiteit in het onderwijs en ontwikkelt initiatieven die ten goede komen aan de gelijke onderwijskansen. OD 2.1 De stad coördineert in samenwerking met de lokale onderwijspartners naschoolse
58 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
studiebegeleiding in de eerste graad van het secundair onderwijs voor jongeren die schoolachterstand hebben en die nood hebben aan extra ondersteuning (het Buddyproject). OD 2.2 De stad ondersteunt projecten die tot doel hebben om de communicatie tussen de school, het CLB en de kansarme ouders te verbeteren via het bewerkstelligen van openheid bij de school en de CLB-medewerkers ten aanzien van de ouders. Communicatie betekent zowel de algemene communicatie op maat van de kansarme ouders als specifieke communicatie bij eventuele problemen. Op dit moment krijgt deze doelstelling uitwerking in het project Drieklap. OD 6.1 De stad voorziet intensieve begeleiding van de kinderen en jongeren van het woonwagenterrein (ROM-project). De integratiedienst werkt hiervoor nauw samen met de dienst onderwijs. OD 6.2 De stad richt een werkgroep op met onderwijs- en welzijnspartners om na te gaan wat er al gebeurt rond kleuterparticipatie en ondersteunt acties
Stad Mechelen • • • • • • •
Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
SNELproject (= spelend Nederlands leren) i.s.m. jeugddienst; vanaf 2008 ook voor tieners Uitbouw opvoedingsondersteuning en opvoedingswinkel Voorlees- en taalstimuleringsprojecten voor kinderen en moeders (vrouwengroepen) Subsidie BaO voor opvang anderstalige nieuwkomers Oplossing wachtlijsten NT2 i.s.m. Centra BaEd Project “eerste hulp bij huiswerk” + aandacht voor oudersensibilisering Behoeftenonderzoek vanuit LOP + onderwijsopbouwwerk PRISMA
Stad Oostende
Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
(p.23) Structurele projecten voorbereiden, organiseren en verantwoorden naar hogere overheden (o.a. brugfiguren) alsook kleinschalige, vernieuwende schoolprojecten stimuleren door subsidiëring en projectsubsidies (p.24) Laagdrempelig loket bemannen:informatie verzamelen, ordenen, toegankelijk maken en beschikbaar stellen (p.28) Faciliteren van en samenwerken aan integratieprojecten die het positief zelfbeeld van kinderen verhogen (o.a. projecten voor Kunstinitiatie, taalprojecten)
Stad Roeselare
Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
2.2.Project huiswerkondersteuning 2.3 Zomerklasjes voor anderstaligen 2.4 Project aanpak van moeilijk gedrag bij kleuters
Stad Sint-Niklaas
Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
SD 2 een weloverwogen doelgroepenbeleid uittekenen of bestendigen OD 2.1: ondersteunen van ouders actie 2.1.1: de opvoedingswinkel actie 2.1.2: moedergroepen actie 2.1.3: het GOK-projectenfonds actie 2.1.4: sensibiliseringsacties rond verschillende thema’s OD 2.4: ondersteunen van bijzondere doelgroepen actie 2.4.1: Bloemetjeskoor actie 2.4.2: saz-lessen actie 2.4.3: toeleiding allochtonen in SAMWD
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 59
actie 2.4.4: workshops Schone Kunsten actie 2.4.5: De Droomschool actie 2.4.6: het GOK-projectenfonds actie 2.4.7: overleg opzetten (bv. Roma-overleg) SD 3 schoolse achterstand aanpakken en schooluitval vermijden OD 3.1: een maximale kleuterparticipatie bevorderen actie 3.1.1: medewerking aan en ondersteuning van initiatieven die groeien vanuit de werkgroep kleuterparticipatie van het LOP actie 3.1.2: het GOK-projectenfonds OD 3.2: preventie en remediëring van achterstand actie 3.2.1: wereldklas De Droomballon actie 3.2.2: LIFT ism CLB’s actie 3.2.3: STOP ism CKG actie 3.2.4: ondersteuning huistaakbegeleidingsinitiatieven actie 3.2.5: taal- en spelstage actie 3.2.6: het GOK-projectenfonds
Stad Turnhout
Ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders
OD 2.1. De cel onderwijs zorgt voor een gevarieerd en gestroomlijnd aanbod van stedelijke producten aan de onderwijsinstellingen. • Stedelijke producten: spelotheken kinder- en tienerwerking in wijken met aandacht • Dit zijn producten van andere stadsdiensten dan cel onderwijs. Hun producten zijn al opgenomen in het plan. tolkendienst voor sociaal tolken regierol kinderopvang SD 3: Het stadsbestuur wil het streven naar gelijke onderwijskansen in Turnhout flankeren zodat ongekwalificeerde uitstroom wordt tegen gegaan. De 2 projectaanvragen 2008-2009 focussen zich op deze doelstelling. OD 3.1. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van onderwijsinstellingen om binnen hun school een kansenverrijkend beleid uit te bouwen. OD 3.7. De cel onderwijs versterkt kinderen, jongeren en ouders van kansengroepen. 1. Ondersteuning aan huis 2. Taalvakanties 3. Vergoeding voor anderstalige nieuwkomers speelpleinwerking 4. Systeem rond studietoelagen (NIEUW) 5. Ondersteuning initiatieven van derden rond opvoeding/onderwijs 6. Folder Cel Onderwijs (gevolg: inventaris hulpvragen)
2. Focus op risicojongeren De volgende steden melden in hun Onderwijsplan dat ze organiseren: • Time-out voor (tijdelijk) niet-schoolbare jongeren: 9 Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Kortrijk, Mechelen, Oostende, Sint-Niklaas, Turnhout • Aanpak spijbelgedrag:4 Antwerpen, Leuven, Mechelen, Turnhout
60 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
• Schoolspotters: 2 [4] Hasselt, Mechelen, [Antwerpen, Gent] • Een centraal meldpunt: 1 Antwerpen • Conflictbemiddeling: 1 Hasselt
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst /
Stad Antwerpen
Focus op risicojongeren
(p.6) In het kader van een preventieve aanpak wil de stad blijven investeren in het spijbelbeleid (centraal meldpunt, het project SWAT – Samen werken aan toekomst tegen deviant gedrag,…). Het bestuur wil de band tussen het centrale meldpunt aan de ene kant en de coördinatie opvoedingsondersteuning en de doelgroepenregie risicojongeren aan de andere kant voort ontwikkelen. (p.24) Het aandeel veelspijbelaars in Antwerpen evolueert in de richting van het aandeel in heel Vlaanderen. (p.26) Er is een netwerk voor detectie, opvang en begeleiding voor tijdelijk niet schoolbare jongeren aanwezig. Het centraal meldpunt fungeert in samenwerking met doelgroepregie en de diensten rond opvoedingsondersteuning als draaischijf.
Stad Brugge
Focus op risicojongeren
Basisgegeven is het feit dat leerbedreigde risicojongeren ongekwalificeerd dreigen uit te vallen. Crisismanagement staat dan ook centraal. De time-outprogramma’s vallen onder dit item.
Stad Genk
Focus op risicojongeren
/
Stad Gent
Focus op risicojongeren
Project On@break door VZW De Werf en Albezon
Stad Hasselt
Focus op risicojongeren
Begeleiden van risicojongeren, vooral spijbelaars en (tijdelijk) niet schoolbare jongeren • PITSTOP (nieuwe naam voor Time Out time In) Helpen van jongeren met een problematische schoolloopbaan. Bieden van nieuwe kansen en preventieve acties. • Peer Mediation vorm van conflicthantering en conflictbemiddeling Leerkrachten worden getraind om leerlingen in de school zelf op te leiden tot conflictbemiddelaars Stad Hasselt heeft deze vorming gefinancierd voor geïnteresseerde scholen (schooljaar 2005-2006) Deelnemende scholen: VTI, THHI, KTAII, Schakelschool, Toverfluit, … Project loopt nog steeds in deze scholen Nazorgfase wordt opgevolgd door het steunpunt in samenwerking met CMGJ • Schoolspotter (vanuit preventiedienst) - Startbaner die ingezet wordt op de hotspots (bushaltes, schoolomgeving, station, etc.) om overlast en spijbelen bij jongeren te voorkomen.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 61
Stad Kortrijk
Focus op risicojongeren
• Ondersteunen van time-out project
Stad Leuven
Focus op risicojongeren
OD 6.3 De stad neemt deel aan de stuurgroep leerrecht en ondersteunt de acties van de jeugd en sociale dienst van de politie om het spijbelgedrag tegen te gaan.
Stad Mechelen • • • • •
Focus op risicojongeren
Overlegplatform PRoS met stad, onderwijs en lokale politie Financiële ondersteuning PRoS-project van CGG De Pont Schooluitvalpreventieproject Project “schoolspotters” Werkgroep en actieplan “spijbelen”
Stad Oostende
Focus op risicojongeren
(p.30) Werken aan schoolmoeheid en voorkomen van drop out o.a. door het organiseren en subsidiëren van diverse time-outzones (p.40) controle op de leerplicht en sensibiliserende acties, inclusief m.b.t. kleuterparticipatie
Stad Roeselare
Focus op risicojongeren
Projectwerking: STORE (Groep Intro) = School Time-Out RoeselarE
Stad Sint-Niklaas
Focus op risicojongeren
OD 3.4: begeleiden van risicojongeren • actie 3.4.1: korte time-out • actie 3.4.2: lange time-out
Stad Turnhout
Focus op risicojongeren
• Korte time-out (uitgevoerd door Arktos)
3. Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid De volgende steden melden in hun Onderwijsplan dat ze netoverschrijdende actie en/of ondersteuning organiseren voor scholen en schoolteams m.b.t. • Ontwikkeling van beleid m.b.t. aanpak schoolverzuim en spijbelen: 5 [7] Genk, Gent (Steunpunt), Hasselt (schoolspotters), Mechelen (PRoS), Sint-Niklaas, [Antwerpen, Turnhout] • Training sociale vaardigheden en probleemoplossende vaardigheden, geweldpreventie: 5 Gent, Hasselt (peer mediation), Kortrijk (antipestproject, schooladoptieplan van de lokale politie), Mechelen (omgaan met agressie), Oostende
62 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
• Taal(stimulerings)beleid: 4 [10] Aalst, Genk, Hasselt, Turnhout, [Antwerpen, Kortrijk, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas] • Ontwikkeling van doorstromingsprogramma’s in het SO, schooluitvalpreventie: 4 Genk, Mechelen, Oostende (zorgcontinuüm), Turnhout • Preventieve gezondheidszorg, fruitproject: 3 Hasselt, Roeselare, Turnhout • Alcohol- en drugpreventiebeleid: 3 Aalst, Kortrijk, Turnhout • Kleuterparticipatie: 2 Aalst, Genk • Internationale uitwisseling: 2 Antwerpen, Roeselare • Diversiteit en gelijke kansen in hoger onderwijs, o.a. in lerarenopleiding: 2 Antwerpen, Turnhout • Vormings- en sensibiliseringstechnieken voor leerkrachten BaO m.b.t. omgaan met diversiteit en kansarmoede: 2 [3] Genk, Turnhout, [Antwerpen] • Sensibiliseringsstrategieën voor ouderbetrokkenheid en onderwijsondersteunend gedrag bij ouders: 2 [4] Genk, Turnhout, [Gent, Oostende] • Ontwikkeling educatieve of onderwijsnetwerken op stedelijk of buurtniveau: 2 Genk, Roeselare • Milieuvriendelijk schoolbeleid: 1 Mechelen • Verkeersveiligheidsplan, schoolvervoerplannen: 1 Turnhout • Huiswerkbeleid: 1 [2] Turnhout, [Hasselt]
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst
Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
Taalbeleid, aanwezigheidsbeleid, kleuterparticipatie, alcohol- en drugbeleid tijdens evenementen
Stad Antwerpen
Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
(p.20) De stad stimuleert de netoverschrijdende samenwerking. (p.21) Het Antwerpse onderwijs maakt meer gebruik van internationale ondersteuning en uitwisseling. (p.29) Het hoger onderwijs in Antwerpen vormt een krachtig netwerk voor onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening dat op verschillende terreinen afgestemd is op de sociale, culturele en economische realiteit van een grootstad. Nagestreefde doelstellingen: 1. Versterkte samenwerking binnen de associatie 2. De stad maakt meer gebruik van de wetenschappelijke kennis in de associatie 4. Diverse instroom en gelijke kansen in het hoger onderwijs 5. Diverse instroom en gelijke kansen in de lerarenopleiding
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 63
Stad Brugge
Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
Lokaal worden de scholen van de verschillende netten met een aantal identieke problemen geconfronteerd. Zo kan financiële en logistieke netoverschrijdende hulp worden aangeboden rond o.m. drugspreventiebeleid, cultuurparticipatie…
Stad Genk
Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
• Ontwikkeling en realisatie van specifieke communicatie- en sensibiliseringsstrategieën mbt taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid • Ontwikkeling van een brede vormings- en sensibiliseringsstrategie voor Genkse kleuterleidsters mbt de verdere verkleuring van het kleuteronderwijs en een nieuwe wijze van omgaan met diversiteit, kansarmoedeprocessen en anders- en meertaligheid • Ondersteuning van BaO bij de ontwikkeling van ouderbetrokkenheid en taalstimuleringsbeleid • Ontwikkeling en implementatie van buurt- en schoolgebonden programma’s om het onderwijsondersteunend gedrag van kansarme en/of allochtone ouders te stimuleren en te versterken • Verdere ontwikkeling en werking van educatieve en/of onderwijsnetwerken op stedelijk of buurtniveau • Ondersteuning van de werking van de LOP’s • Ontwikkeling en realisatie van doorstromingsprogramma’s in het SO • Ontwikkelen van stedelijk beleid inzake kleuterparticipatie en de aanpak van schoolverzuim en spijbelen
Stad Gent
Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
• Het organiseren van het Steunpunt leerrecht-leerplicht • trainingen rond sociale vaardigheden en probleem-oplossende vaardigheden
Stad Hasselt
Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
(schoolklimaat, aanpak van geweld, taalbeleid) • Vlinderjuf: ondersteuning van scholen en leerkrachten in de vorm van workshops, materialen, methodieken, organisatie van werkbezoeken, ervaringsuitwisseling, … • Aanpak van geweld: zie ook Peer Mediation (punt 2) • aanwerving schoolspotters: startbaners die voornamelijk ingezet zullen worden in het • kader van spijbelpreventie (dienst preventie) • Viasano: in 2007, Tentoonstelling “Beweeg” voor studenten middelbaar onderwijs en opvanginitiatieven. In 2008, cursus beweeg je fit voor kinderen met neiging tot overgewicht van 2 tot 12 jaar gedurende een twaalftal weken startend in april 08. • In het kader van Viasano en preventieve gezondheidszorg: aanbod naar de scholen toe een diëtiste te voorzien tijdens een half lesuur per klas van het vierde leerjaar en een ontbijt. • Appelactie Actie naar alle Hasseltse basisscholen in het kader van Viasano en Hasselt Gezonde stad: 7000 appels werden aan 25 scholen verdeeld op maandag 21 mei 2007. • Organisatie van Hasselt kinderrechtenstad waar de rechten van het kind vorm krijgen. • Wordt nu gepland binnen het Golemproject. • Taalacademie Hasselt • Opvoedingswinkel Hasselt: waar ook leerkrachten als opvoedingsverantwoordelijken terecht kunnen met al hun vragen ivm opvoeding van kinderen en jongeren. Bovendien zijn het LOP en de CLB’s partner in het Lokaal Samenwerkingsverband Opvoedingsondersteuning. • Hasselt Kinderrechtenstad: Golem-project (cultuur, jeugd, onderwijs)
64 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Stad Kortrijk
Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
Opzetten van diverse preventieprojecten zoals drugpreventieproject en antipestproject. De dienst preventie werkt sterk vernieuwende campagnes uit voor de scholen ter voorkoming van druggebruik, pestgedrag en steaming. Het “schooladoptieplan” is een specifiek preventief project, opgezet door de politie, voor de schoolgaande jeugd dat op een gestructureerde manier overlast, jeugdcriminaliteit en andere problemen zoals pestgedrag, druggebruik en overlast wens te voorkomen door activiteiten en lessen te organiseren in de scholen.
Stad Leuven /
Stad Mechelen
Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
• Stimuleren milieuvriendelijk schoolbeleid i.s.m. milieudienst en IGEMO (educatief materiaal, subsidiereglement) • Overlegplatform PRoS met stad, onderwijs en lokale politie • Werkgroep “omgaan met agressie” • Protocolovereenkomst politie-parket-onderwijs • Schooluitvalpreventieproject • Ondersteuning bemiddelings- en oriënteringscel LOP • Werkgroep en actieplan “spijbelen”
Stad Oostende
Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
(p.31) Organiseren van netoverschrijdende vorming rond actuele thema’s i.v.m. schooluitval en conflicthantering (p.32) Faciliteren van netoverschrijdende samenwerking in het kader van zorgcontinuüm
Stad Roeselare
Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
SD 4: De stad wil de aanwezigheid van en de samenwerking met het hoger onderwijs versterken 4.1 Samenwerken in het kader van het huis van de voeding 4.2 Opmaak Europees project: seniorenhuis van de toekomst
Stad Sint-Niklaas
Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
OD 3.3: een actief spijbelbeleid voeren actie 3.3.1: medewerking aan leerplichtcontrole actie 3.3.2: spijbelacties van de politie actie 3.3.3: overleg/samenwerking politie-onderwijs
Stad Turnhout
Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid
OD 2.1. De cel onderwijs zorgt voor een gevarieerd en gestroomlijnd aanbod van stedelijke producten aan de onderwijsinstellingen. Stedelijke producten: • verkeersveiligheidsplan (VELO, CROEScontrole, diefstalveilige fietsenrekken, STOP-actieplan, schoolroutekaarten, schoolvervoerplannen, project zichtbaarheid) • project middelenmisbruik, axenroos, filosoferen met kinderen • laatste 100 dagen SD 3: Het stadsbestuur wil het streven naar gelijke onderwijskansen in Turnhout flankeren zodat ongekwalificeerde uitstroom wordt tegen gegaan.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 65
OD 3.1. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van onderwijsinstellingen om binnen hun school een kansenverrijkend beleid uit te bouwen. In te zetten instrumenten basisonderwijs: 1. Prikkelpakket & coachingsmap 2. Signaallijst kansarmoede 3. Startmap voor scholen met anderstalige nieuwkomers 4. Huiswerkbeleid 5. Website Doe de GOK-test 6. Subsidie Fruit op school 7. Subsidie schoolzwemmen 8. Subsidie tolkenprestaties 9. Overzicht van alle initiatieven en overleg rond GOK in Turnhout 10. Ontwikkelen van een visie op diversiteit 11. Ontwikkelen van een Sociaal Fonds In te zetten instrumenten secundair/hoger/volwassenenonderwijs: 1. Prikkelpakket en coachingsmap 2. Signaallijst kansarmoede 3. Overleg met de vervolgcoaches van anderstalige nieuwkomers 4. Overleg en samenwerking rond sociale stages (St. Jozef college) 5. Overleg en samenwerking met LOP rond actieplan spijbelen en overleg risicojongeren 6. Overleg en samenwerking met LOP rond coachen “kansen in het onderwijs” (NIEUW) 7. Informatie van ouders rond de maatregelen die in het hoger onderwijs genomen worden om de kostprijs te verlagen. (NIEUW) 8. Ontwikkelen van een visie op diversiteit 9. Overzicht van alle initiatieven en overleg rond GOK in Turnhout OD 3.2. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van leerkrachten om gelijke onderwijskansen te bieden. In te zetten instrumenten basisonderwijs: 1. Zorgforum 2. Infogids ouderbereik 3. Ondersteuning aan huis spelen en voorlezen 4. Brugfiguren Rode Kruis 5. Anderstalige ouderbrieven 6. Taalvakanties 7. speelpleinwerking (jeugddienst) 8. reguliere jeugdverenigingen (jeugddienst) 9. Vorming- en cirkeldagen 10. Huur van educatief materiaal en boeken 11. Tolkendienst (promoten) In te zetten instrumenten secundair/hoger/volwassenenonderwijs: 1. Forum zorgbegeleiders (met aandacht voor overgang basis - secundair, vertaling prikkelpakket en signaallijst) 2. Infogids ouderbereik 3. Pakket leerlingenbereik (hoe leerlingen motiveren voor onderwijs) 4. Korte time-out (uitgevoerd door Arktos) 5. Anderstalige ouderbrieven 6. Vorming- en cirkeldagen 7. Tolkendienst (promoten) OD 3.3. De cel onderwijs ondersteunt de lerarenopleidingen uit de regio bij hun inspanningen om leerkrachten te vormen met aandacht voor kansengroepen.
66 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
4. Leerkrachtige schoolomgevingen De volgende steden melden in hun Onderwijsplan dat ze een leerkrachtige schoolomgeving intra en extra muros ondersteunen via • Cultuureducatief aanbod: 8 Aalst (museum, bib), Antwerpen, Gent, Hasselt, Kortrijk, Mechelen, Roeselare, Turnhout • Brede school: 7 Antwerpen, Genk, Gent, Hasselt, Leuven, Mechelen (Skoel Skillz), Sint-Niklaas • Sport: 6 Aalst, Antwerpen, Hasselt, Kortrijk, Mechelen, Turnhout • Milieu- en natuureducatief aanbod: 4 Aalst, Hasselt, Mechelen, Roeselare, • Erfgoed: 3 Hasselt, Mechelen, Turnhout • Gezondheidsbeleid op scholen: 3 Gent, Hasselt (fruit), Turnhout (project middelenmisbruik, fruit) • Burgerschap, verdraagzaamheid, diversiteit, ontwikkelingseducatie: 3 Hasselt (DVD Onverdraagzaamheid, kindergemeenteraad), Mechelen (meldpunt racisme, participatie scholen aan buurtinitiatieven, educatieve koffers diversiteit, Globobooster), Turnhout (kindergemeenteraad) • Sensibiliseringsacties afval en duurzaamheid: 2 Hasselt, Turnhout • Zinvolle vrijetijdsbesteding: 2 Hasselt (jeugdwerk, jeugdhuis; doecheques; sportkampen, speeltuintjes verbonden aan een school e.a.), Mechelen, • Logistieke ondersteuning evenementen en schoolfeesten: 2 Kortrijk, Turnhout • Aantrekkelijke studentenstad: 2 Antwerpen, Mechelen, • Verkeerseducatie: 1 Hasselt (educatieve koffer, verkeerspark) • Samenwerking met DKO: 1 Kortrijk (o.a. muzische klassen cfr. Bosklassen) • Didactisch materialenpark nijverheidsonderwijs (i.s.m. Resoc): 1 Kortrijk
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst
Leerkrachtige schoolomgevingen
Sport, stedelijk museum, bib, milieudienst
Stad Antwerpen
Leerkrachtige schoolomgevingen
(p.22) Antwerpse leerlingen kunnen terecht in een eigentijds en flexibel extra muros aanbod. (p.22) Alle leerlingen ongeacht hun economische, persoonlijke, sociale en culturele achtergrond hebben gelijke kansen in Antwerpse scholen, die een voortrekkersrol spelen op het vlak van onderwijsvernieuwing en kwaliteitsverbetering. (p.24) Antwerpse scholen zijn aantrekkelijke leer- en leefomgevingen die maximaal de leerkansen van
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 67
de omgeving gebruiken in de uitbouw van een meer integrale dienstverlening. (…) Brede school, een onderwijsconcept dat scholen stimuleert om netwerken te vormen met partners uit andere sectoren is bij uitstek geschikt om dit te stimuleren (p.31)Antwerpen is een studentenstad met internationale uitstraling. • ND 1: Antwerpen is een aantrekkelijke stad voor binnen- en buitenlandse studenten. • ND 2: Antwerpen studentenstad stimuleert en ondersteunt studentenvriendelijke initiatieven. Alle studenten kennen het aanbod van Antwerpen studentenstad en meer studenten maken er gebruik van. • ND3: Studenten en buurtbewoners leven in goede verstandhouding samen in een herkenbare studentenbuurt. (p.33) De bedrijfseenheden Lerende Stad (jeugd en onderwijs) en Cultuur en Sport werken samen om jongeren te stimuleren meer gebruik te maken van de kansen in cultuur en sport zowel tijdens de schooltijd als in de vrije tijd.
Stad Brugge
Leerkrachtige schoolomgevingen
Diverse Vlaamse ministeries lanceren projectoproepen in het kader van de brede school. Initiatieven terzake dienen te komen van de scholen zelf.
Stad Genk
Leerkrachtige schoolomgevingen
• Optimaliseren van de schoolomgeving als interculturele leeromgeving • Ontwikkelen van proeftuinen brede school in BaO en SO
Stad Gent
Leerkrachtige schoolomgevingen
• Project Brede School • Een aantal educatieve diensten zijn expliciet opgezet om een aanbod te verstrekken aan alle onderwijsinstellingen in Gent • Het ondersteunen van een gezondheidsbeleid op scholen
Stad Hasselt
Creëren van een leerkrachtige, stimulerende schoolomgeving: brede school
• Schoolcomposteren • Tutt Frutti Hasselt Jaarlijkse fruitabonnementen met 2/3 lokaal fruit. • Bezoek fruitbedrijf in voorjaar Voor leerkrachten en ouders van deelnemende scholen aan Tutti Frutti Hasselt. • Pendejos! Idioten’ Eenakter rond drie milieuthema’s: composteren, bestrijdingsmiddelen en chemische oorlogvoering met nabespreking. Dienst Leefmilieu zorgt voor informatie en promotie. Enkel voor secundair onderwijs. Dienst Leefmilieu subsidieert het toneelstuk. • Drinkwaterfonteinen Begeleiding en informatie voor scholen over de installatie en het gebruik. Infofolder voor de leerlingen en affiches. De dienst leefmilieu voorziet per geplaatst toestel een subsidie, samen met de Watermaatschappij. • Afvalpreventie in school Ter beschikking stellen van gele en blauwe rolcontainers (120 L) en zwarte papierboxen om afval te sorteren. Begeleiding van de school met opmaak van een afvalplan door dienst leefmilieu. • Educatieve koffers (3): Compostkoffer, Verkeerskoffer, Afvalkoffer worden gratis uitgeleend aan alle scholen in Hasselt. Periode: 2006/2007 en 2007/2008 • Educatieve spelen: ‘Pak je afval’ spel, ‘Het afvalmonster’, ‘Water’worden uitgeleend.
68 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
• Gus & Toos”-project: Project aanvang schooljaar. Brooddozen en drinkbussen worden tegen democratische (gesubsidieerde) prijzen aan de schoolgaande jeugd aangeboden. Dit is een project ontwikkeld door de werkgroep duurzaamheidsambtenaren van de AML en wordt in verschillende Zuid-Limburgse gemeenten uitgevoerd. • “MOS-Schakels” In het kader van MOS (Milieuzorg Op School) van de provincie Limburg, biedt de dienst leefmilieu een hele reeks MOS-schakels aan de scholen aan. Een MOS-schakel is een bedrijf, organisatie of vereniging die zijn/haar deuren wil openzetten voor een Hasseltse klas. Dit kunnen de watermaatschappijen en de brandweer zijn, maar ook fruit- en zuivelboerderijen, wereldwinkel, waterzuiveringsstation, het recyclagepark enz. Het zijn allemaal organisaties die op een positieve wijze aan milieu werken. Bezoek van MOSschakels door scholen. • “Hasselt Proper” Een zwerfvuilactie in samenwerking met de scholen, dienst reiniging en een aantal externe diensten. Een klas/school engageert zich om het zwerfvuil in de omgeving van de school of elders op te ruimen. Het materiaal hiervoor wordt ter beschikking gesteld door de dienst reiniging en de school ontvangt hiervoor een subsidie. • Afdeling sport Stad Hasselt: projecten voor schoolgaande jeugd Tijdens de schooluren. Sportklassen: Aanbod voor het basisonderwijs, met de klas één week naar de sporthal. Jaarlijks ongeveer 30 sportklassen. Zwembegeleiding: Voor het schoolzwemmen kunnen de LO leerkrachten een lesgever van de Afdeling sport inhuren. Ongeveer 30 lesopdrachten per week. Begeleiding schoolsportdagen: LO leerkrachten kunnen lesgever(s) inhuren om te helpen bij de organisatie van een sportdag. Sportschool gemeentelijke basisschool Rapertingen: Samenwerkingleerkrachten en Afdeling sport om dagelijks een extra uur sport aan te bieden. Voor en na de schooluren maar ook tijdens de speeltijd. Action park en sportbos: Avonturenparcours voor jongeren van -12 jaar (sportbos) en jongeren van +12 jaar (Action Park). Verkeerspark: Drie mogelijkheden om te reserveren. 1.Vrij gebruik met eigen materiaal. 2. Huur van materiaal. 3. Huur materiaal en lesgever. Na de school. Naschoolse sport Spalbeek: 1 x per week omnisport aanbod voor kinderen van het basisonderwijs meteen na de schooluren. In Spalbeek door beperkt sport aanbod in deze wijk. Zwemcursussen: Op maandag, vrijdag en zondag watergewenning, zwemles en zwemvervolmaking. Wekelijks 280 deelnemers. Omnisport woensdagnamiddag voor kinderen met obesitas: Wekelijks sportuurtje met sportmonitor van Afdeling sport en begeleiding van diëtiste. Action park en sportbos. Schoolsport, tornooien i.s.w. met SVS (schoolsport): Op woensdagnamiddag trefbal, voetbal, handbal, zwemmen, netbal, volleybal, basketbal, gevechtssporten, ………… Tijdens schoolvakanties. Sportkampen: Jaarlijks meer dan 200 sportweken voor jongeren. Een zeer gevarieerd aanbod met ongeveer 6000 deelnemers per jaar. Evenementen. Vrij gebruik Hasseltse openlucht sportterreinen. “Samen” DVD tegen onverdraagzaamheid. Verlengd naar 2008. (16 jaar) Projecten voor het onderwijs in de musea: Modemuseum. Nationaal Jenevermuseum
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 69
Het Stadsmus: Permanent educatief aanbod - Tijdelijk educatief aanbod - Lesbrieven Viva Veldeke Erfgoedproject KA1 Hasselt Atheneumproject: een traject met leerlingen van ASO van het vierde en vijfde jaar, over de Groene Boulevard, waarin verschillende richtingen verschillende projectjes uitvoeren, en dat zal resulteren in een tentoonstelling (HET Stadsmus) en publicatie over de Groene Boulevard. Lesbrieven Veldeke: Denktraject erfgoededucatie: erfgoedcel participeert in het denktraject rond erfgoed en educatie (organisatie van CANON Cultuurcel, FARO en VIOE) Traject erfgoed met XIOS Hogeschool: Dag van de Regionale Geschiedenis: Project mondelinge geschiedenis i.s.m. KTA II: leerlingen nemen interviews af in verband met het kazerneleven. Vormgeving studenten afdeling Media en Design (KHLim): studenten ontwerpen tentoonstelling over Expo ‘58, die in april in Het Stadsmus loopt. Plannen voor een kleuterproject rond erfgoed in Hasselt: in samenwerking met XIOS Hogeschool Project: Arktos Hasselt in de breedte leren Bloembollen - De dienst groen plant in de herfstperiode 60.000 bloembollen met de kinderen van de lagere scholen. Domein Kiewit - Organiseert educatieve natuuractiviteiten voor BaO en SO Poppentheaters: zie taalstimulering Aankoop van oude turnzaal van VB De Boomgaerd Runkst, voor de ontwikkeling van een wijkcentrum (momenteel wachten op schattingsdossier) Huiswerkclubs - Ondersteunen van huiswerkclubs in de VB Mozaïek en VB Catharina ism Steunpunt O&O en stedelijke Bieb, terugkoppeling op werkgroep LOP-Bieb Omgevingsanalyse “School en Buurt”: Uitgevoerd voor onderzoeksinstituut SEIN (UHasselt) Financiering door Stad Hasselt Deelname aan een zinvolle vrijetijdsbesteding jeugdwerk/jeugdhuis. Het is eigen aan het jeugdwerk dat men er vele competenties leert. Deelname aan kindergemeenteraad, kindparticipatie (alle scholen vaardigen een leerling af). Samenwerking met de scholen omtrent de doecheque (vanaf dit jaar ingegaan, zal in toekomst eerder wijkwerking zijn). Verdeling zomerfolder over aanbod jeugddienst gebeurt via de scholen. Kinderstadsroute wordt vaak gedaan in schoolverband. Hasselt organiseert de “Week van het Huisdier” in oktober met speciale aandacht voor de scholen. Speelpleintjes verbonden aan een school
Stad Kortrijk
Leerkrachtige schoolomgevingen
• Initiatieven wisselwerking muzische vorming uitwerken in het BaO waarbij leerkrachten van academie en conservatorium samen in klassen van het BaO muzische vorming geven terwijl de klastitularissen in de academie of conservatorium zelf bijscholing volgen. • Initiatieven muzische vorming uitwerken in BaO en SO waarbij leerkrachten van academie of conservatorium respectievelijk beeldende vorming of muziek, woord en dans geven in klassen terwijl de klasleerkrachten zelf aanwezig zijn en ter plaatse zich op die manier bijscholen. • Uitwerken en aanbieden van muzische klassen naar analogie met bv. Bosklassen • Werkgroep “school in de stad” met vertegenwoordiging van alle stadsdiensten die activiteiten
70 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
• • • • • • •
organiseren voor scholen met de bedoeling de activiteiten op elkaar af te stemmen en een gezamenlijke eenduidige communicatie naar de scholen te organiseren. Brochures met gezamenlijk aanbod van cultuur, sport, DKO enz voor scholen Infrastructuur sport en cultuur: de scholen kunnen volgens een uitgewerkt en voordelig retributiereglement gebruik maken van sport- en infrastructuur. Scholen kunnen sportlesgevers en –sportmateriaal huren bij de sportdienst De sportdienst organiseert sportklassen en interscolaire sportwedstrijden. De culturele sector heeft een uitgebreid aanbod schoolvoorstellingen, educatieve cultuurprojecten en geleide bezoeken ter ondersteuning van de culturele en esthetische opvoeding. Logistieke steun en ter beschikking stellen van evenementenmateriaal bij schoolfeesten. In samenwerking met Resoc een inventaris opmaken van het didactisch materiaal waar het nijverheidsonderwijs nood aan heeft om voldoende te kunnen inspelen op de noden van de industrie en via de sectorfondsen het didactisch materiaalpark upgraden.
Stad Leuven
Leerkrachtige schoolomgevingen
OD 2.3 De stad zorgt voor een breed netwerk rond het kind, waardoor de totale ontwikkeling van het kind gestimuleerd wordt en elk kind gelijke en maximale ontwikkelingskansen krijgt. Deze doelstelling wordt gerealiseerd door de ontwikkeling van Brede Scholen.
Stad Mechelen
Leerkrachtige schoolomgevingen
• Interne regierol stad m.b.t. onderwijs en sport, cultuur en toerisme, dienst diversiteit, ruimtelijke planning en mobiliteit, politie, stadswachten, jeugd, kinderopvang en opvoedingsondersteuning, ontwikkelingseducatie, leefmilieu en economie: • Subsidiereglement verbetering sportinfrastructuur • Wederzijds advies inzake sportgerelateerde thema’s • Gestructureerd naschools sportaanbod + info hierover via de scholen • Kunsteducatie voor BaO en SO i.s.m. DKO: museum, erfgoedactie…, pedagogische pakketten, cultuurhistorische wandelingen… • Drempelverlagende activiteiten bib voor BaO en SO • Educatieve koffers diversiteit • Tolkendienst gratis na ondertekening afspakennota • Meldpunt racisme • Samenwerking met jeugddienst ikv brede school, vrijetijdsaanbod, SOMS (= stedelijk overleg Mechelen studentenstad) • Educatiepakketten ontwikkelingseducatie (o.a. Globobooster) en subsidiereglement voor activiteiten • Lesmateriaal leefmilieu • Bredeschoolproject “Skoel Skillz” • Sensibilisering van stadsdiensten bij buurtinitiatieven voor participatie van de buurtscholen • Impulsen opm hogeschoolstudenten meer te betrekken bij het sociale, culturele en sportieve leven te betrekken
Stad Oostende
Leerkrachtige schoolomgevingen
(p.23) Structurele projecten voorbereiden, organiseren en verantwoorden naar hogere overheden (o.a. brugfiguren) alsook kleinschalige, vernieuwende schoolprojecten stimuleren door subsidiëring en projectsubsidies
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 71
(p.45) Er is een wetenschappelijk onderbouwd beoordelingskader voor de beoordeling van kleinschalige vernieuwende schoolprojecten door de stuurgroep van de OOR.
Stad Roeselare
Leerkrachtige schoolomgevingen
1.2 Aanbieden van educatief materiaal aan scholen (milieudienst, bibliotheek)
Stad Sint-Niklaas
Leerkrachtige schoolomgevingen
OD 1.4: Brede School promoten (samenwerking tussen school en schoolomgeving/buurt)
Stad Turnhout
Leerkrachtige schoolomgevingen
OD 2.1. De cel onderwijs zorgt voor een gevarieerd en gestroomlijnd aanbod van stedelijke producten aan de onderwijsinstellingen. Stedelijke producten: • project middelenmisbruik, axenroos, filosoferen met kinderen • sportacademie • scholenjogging en oriëntatielopen • duurzaamheidsconvenant (opleiding composteren, papiercontainers, energiebeheer) • hulp bij duurzaam bouwen en verbouwen • ontlening tentoonstellingen, educatief en logistiek en feestmateriaal • subsidies milieu,noord-zuid, cultuur • spelotheken • Subsidie Fruit op school • Subsidie schoolzwemmen Dit zijn producten van andere stadsdiensten dan cel onderwijs. Hun producten zijn al opgenomen in het plan. • bezoeken bibliotheek, theater, dans, muziek, wereldcinema, workshops, tento’s • laatste 100 dagen • educatieve wandelingen en geleide bezoeken • vormingen erfgoed en erfgoedkoffer • simulatie werking gemeenteraad
5. Veilige schoolomgevingen De volgende steden melden in hun Onderwijsplan dat ze werken aan: • Duurzame mobiliteit van leerlingen, een mobiliteitsplan: 10 Aalst, Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Kortrijk, Mechelen, Oostende, Roeselare, Turnhout • Een verkeersveilige schoolomgeving: 9 Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt, Kortrijk, Mechelen, Oostende, Roeselare, Turnhout • Een geweldvrije schoolomgeving met respect voor ieders integriteit: 4 Antwerpen, Gent, Hasselt, Kortrijk
72 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst
Veilige schoolomgevingen
Mobiliteitsplan
Stad Antwerpen
Veilige schoolomgevingen
(p.6) Schoolomgevingen moeten veilig zijn. Veilig door het ontbreken van wapens, geweld en agressie. En verkeersveilig, zowel in de naaste omgeving als tussen school en thuis. (p.26) Net- en sectoroverschrijdende samenwerkingsverbanden regelen de aanpak van veiligheid, respect en integriteit in en rond Antwerpse scholen. (p.27) m.b.t. verkeer en mobiliteit • Op het grondgebied van de stad Antwerpen kunnen scholen terecht voor informatieve vragen over verkeer en mobiliteit in functie van schoolomgevingen, educatief aanbod, verplaatsingen, regelgeving, begeleiding, gemachtigd opzichters, ... • Voor scholen op het grondgebied van de stad Antwerpen is er een postbusfunctie verkeersveilige schoolomgeving en mobiliteit in functie van administratief dossier, advies, coördinatie en communicatie. • In Antwerpen kunnen scholen of situatiegerelateerde werkgroepen en partners voor hun verkeers- en mobiliteitseducatieve projecten terecht op LS/AOB voor advies, ondersteuning, samenwerkingsverbanden op het vlak van educatief aanbod.
Stad Brugge
Veilige schoolomgevingen
Zone 30, mobiliteitsplan, duurzaam naar school…
Stad Genk /
Stad Gent
Veilige schoolomgevingen
• vzw studentENmobiliteit – fietsverhuur voor studenten • Het gecoördineerd inzetten van lijn-en schoolspotters • In de stad Gent maken we actief werk van het S.T.O.P.-principe
Stad Hasselt
Veilige schoolomgevingen
Creëren van vlot bereikbare en veilige schoolomgevingen: mobiliteitsplan, zone 30 • Veiligheidsprotocol Hasselt-Zonhoven-Diepenbeek: Dit protocol dient om de veiligheid en de bescherming van personeelsleden en leerlingen uit bovengenoemde scholen te bevorderen. In de eerste plaats willen de ondertekenaars voorkomen dat op school of in schoolverband strafbare feiten worden gepleegd. In de tweede plaats willen ze de slachtoffers van strafbare feiten opvangen en hen tegen represailles beschermen. En ten slotte willen ze voor de daders voorzien in vormen van opvang en begeleiding, liever dan in bestraffende maatregelen (ontwikkelen van preventieve maatregelen).Contactpersoon: vaste politionele aanspreekpunten jeugdcriminaliteit voor de schoolgemeenschappen per provincie: Rob Vanderhoydonk, tel: 011 28 72 47 • ’t Is klasse met de politie - Project voor de leerlingen van het 6de leerjaar (lager onderwijs) rond 2 thema’s. 1) Om hen bekend te maken met de werking van de politie.2) Om hen op de hoogte te brengen van de gevaren en nadelen van druggebruik. Ze komen bij de politie op bezoek, krijgen daar een rondleiding en uitgebreide uitleg. • Herinrichting van schoolomgeving in de buurt van een gewestweg (module 10 van het mobiliteitsconvenant). Bv: Zegestraat.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 73
• Herinrichting van de Elfde Liniestraat: straat, gelegen aan het stedelijk zwembad en Kapermolenpark, met verschillende secundaire scholen en de Provinciale Hogeschool Limburg, studentenhome, internaat, … • Zone 30 Alle scholen in Hasselt zijn uitgerust met zone 30. • September verkeersmaand Week 1: SENSIBILISERINGSWEEK De eerste dagen van het schooljaar is de politie aanwezig aan de scholen voor het goede verloop van het verkeer. Er worden tevens jaarlijks 5 scholen aangepakt in het Octopusprogramma om zo de infrastructuur in de schoolomgeving veilig te maken voor de kinderen. Week 2: Fietsen is een feest In de verschillende scholen worden er vlagjes uitgedeeld die aan de fiets moeten worden gehangen. Deze vlagjes leggen het accent op de fiets en tonen aan dat fietsen in Hasselt gezond is en een feest is. Koppeling Verkeer -> Gezonde Stad. Week 3: Fiets in orde! Zichtbaar zijn met de fiets begint met een goed uitgeruste fiets. Politie houdt gerichte controles en adviseert de fietsers. De politie HAZODI voert een controle actie uit op 27 september tussen 7u30 en 9u00 op het Vrijwilligersplein in de Heilig Hartwijk met specifieke aandacht voor de schoolgaande jeugd. • ‘MORE’ Mobile REporters: educatief mobiliteitsspel, mei –juni. • ‘Autoluwe Schooldagen’ (mei) Schoolbevolking neemt deel aan reeks mobiliteitsacties aangeboden door provincie i.s.m. gemeenten. Dienst leefmilieu biedt samen met dienst preventie enkele activiteiten extra aan in bepaalde periode (zie ook MORE): fietsgraveren, fietsen controleren, … • Acties in het kader van veilige schoolomgeving (vanuit preventiedienst): SIEN gezien: project rond het thema zichtbaarheid in het verkeer voor de leerlingen van de lagere school De wijze raad van Koenraad - project voor de leerlingen van de lagere scholen rond fietsdiefstalpreventie. Zij krijgen preventietips over hoe ze hun fiets kunnen beveiligen. • Fietspooling
Stad Kortrijk
Veilige schoolomgevingen
• De stad sluit scholenovereenkomsten af met alle scholen (basis en hoger) “veilig en milieuvriendelijk naar school voor een duurzaam veilige schoolomgeving” waarin afspraken gemaakt worden voor het realiseren van een veilig schoolverkeer en veilige schoolomgeving. De afspraken situeren zich op vlak van ter beschikking stellen van materialen, sensibiliseringscampagnes, educatieve pakketten, opleidingen, preventiecampagnes, informatie enz. • Veilige schoolomgeving: bij alle scholen de nodige verantwoorde infrastructurele maatregelen nemen voor de realisatie van veilige schoolomgevingen, zoals zone 30, verkeersremmende ingrepen, gemachtigde opzichters, enz. • Met het afsluiten van een veiligheidsprotocol wil de stad en de politie de veiligheid en de bescherming van de personeelsleden en leerlingen in en rond de scholen bevorderen. De aanstelling van een aanspreekpunt voor de scholen biedt de mogelijkheid om preventief en of gericht op te treden bij strafbare feiten.
Stad Leuven /
Stad Mechelen
Veilige schoolomgevingen
• Organisatie van het O.O.G. (Onderwijs Overleg Gemeente) gedurende de looptijd van het pilootproject “netoverschrijdend leerlingenvervoer” • Afspraken over intern vervoer naar zwembad en bibliotheek. • Inbreng vanuit dienst ruimtelijke planning en mobiliteit: opmaak schoolvervoerplannen, update schoolbereikbaarheidskaart, zone 30, overleg over infrastructurele verbeteringen schoolomgeving
74 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
• Acties lokale politie: “veilig schoolbegin”, “wel jong, niet gek”, fietsexamen • Acties stadswachten: fietscontroles, graveeracties, opleiding gemachtigde opzichter • Parkeerbeleid voor werknemers (lkn) in de binnenstad
Stad Oostende
Veilige schoolomgevingen
Project Duurzaam naar school
Stad Roeselare
Veilige schoolomgevingen
2.6.Aanbod verkeerseducatie lokale politie 2.7 Octopus 2.8 Duurzaam naar school (duurzaam woon-schoolverkeer in het gewoon basisonderwijs) 3.4 Ontmoetingsplaats voor jongeren voor en na school (Polenplein) 3.5 Tussenkomst busabonnement (50% korting voor alle scholieren) 3.6 Vlotte busverbindingen
Stad Sint-Niklaas /
Stad Turnhout
Veilige schoolomgevingen
OD 2.3. Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen de sectoren mobiliteit en onderwijs. In te zetten instrumenten: 1. Overleg en samenwerking cel onderwijs met Stadsregio Turnhout 2. Overleg en samenwerking cel onderwijs met De Lijn en NMBS (NIEUW) OD 2.1. De cel onderwijs zorgt voor een gevarieerd en gestroomlijnd aanbod van stedelijke producten aan de onderwijsinstellingen. - verkeersveiligheidsplan (VELO, CROEScontrole, diefstalveilige fietsenrekken, STOP-actieplan, schoolroutekaarten, schoolvervoerplannen, project zichtbaarheid)
6. Sociale voordelen De volgende steden melden in hun Onderwijsplan dat ze een beleid van sociale voordelen voeren: Voor- en naschoolse opvang: 2 [1] Hasselt, Mechelen (regiefunctie) Middagtoezicht: [1] Mechelen (regiefunctie) Infrastructuur ter beschikking: 2 Mechelen, Roeselare (materiaal) Toegang zwembad: 1 Roeselare Leerlingenvervoer BaO: 2 [3] Hasselt, Roeselare, [Oostende] De sociale voordelen blijken in de centrumsteden geen populair beleidsinstrument. Grote probleem is de budgettaire kost. Sociale voordelen zijn lineair en kunnen niet selectief voor een kansarme doelgroep worden toegepast. Het gaat om een puur netoverschrijdend subsidiemechanisme, waarbij van overleg of beleidsvoering nauwelijks sprake is.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 75
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst /
Stad Antwerpen /
Stad Brugge
Sociale en andere voordelen
Sociale voordelen zijn een lineair subsidiemechanisme met niet te onderschatten impact op het gemeentebudget. Vragen terzake zullen dan ook strikt bekeken worden teneinde het flankerend onderwijsbeleid betaalbaar te houden.
Stad Genk /
Stad Gent /
Stad Hasselt
Beleid voeren t.a.v. de “sociale voordelen”
• Stad Hasselt organiseert buitenschoolse kinderopvang op verschillende locaties in Hasselt • Gratis busvervoer op Hasselts grondgebied • Samenwerking met De Lijn: scholen kunnen tijdens de daluren in overleg met De Lijnwinkel regulier busvervoer benutten.
Stad Kortrijk /
Stad Leuven /
Stad Mechelen
Sociale voordelen
• Afsprakennota met de BaO scholen ikv gebruik zwembad en bibliotheek • Regiefunctie ikv voor- en naschoolse opvang en middagtoezicht
Stad Oostende
Sociale voordelen
Alle voordelen die door stedelijke diensten toegekend worden aan stedelijke en niet- stedelijke scholen op het grondgebied van de Stad, worden in kaart gebracht. De bestaande sociale voordelen zijn verder toegepast en de financiële en organisatorische haalbaarheid van alle voordelen is onderzocht.
Stad Roeselare • Gratis schoolzwemmen voor basisscholen van alle netten • Geregeld leerlingenvervoer voor de basisscholen van alle netten • Gratis ontlenen van (feest)materialen aan de basisscholen van alle netten
Sint-Niklaas /
Stad Turnhout / 76 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Sociale voordelen
7. Sociaal onderwijsbeleid De volgende steden melden in hun Onderwijsplan dat ze een sociaal onderwijsbeleid willen voeren door: • Ander (samenhangend) sociaal beleid voor kansarme leerlingen en hun ouders: 8 Antwerpen, Hasselt, Kortrijk, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Invoeren kansenpas(sen) of cheques: 7 Aalst, Gent, Hasselt, Kortrijk, Oostende, Sint-Niklaas, Turnhout • Overnemen onbetaalde schoolrekeningen: 2 Gent, Sint-Niklaas • Sociale studentenvoorzieningen: 2 Gent, Kortrijk
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst
Sociaal onderwijsbeleid
Kansenpas ondersteunen
Stad Antwerpen
Sociaal onderwijsbeleid
(p.23) De uitdaging: een samenhangend sociaal beleid ontwikkelen voor de Antwerpse (kans)arme leerlingen en hun ouders.
Stad Brugge
Sociaal onderwijsbeleid
Gezien kansarmoede vaak samenhangt met letterlijke armoede dient een gelijkekansenbeleid oog te hebben voor kosten van sociale, sportieve en culturele activiteiten buiten het dagelijks onderwijsgebeuren.
Stad Genk /
Stad Gent
Sociaal onderwijsbeleid
• Project onbetaalde schoolrekeningen • Coördinatie ‘cultuurcheques voor studenten’, een samenwerking met de • studentenvoorzieningen alle Gentse hoger onderwijsinstellingen, stad Gent en de Gentse cultuurhuizen. Drempelverlagend voor cultuurinitiatieven door de lage prijs. • Coördinatie databank Kot@gent, een samenwerking met studentenvoorzieningen van alle Gentse hoger onderwijsinstellingen om te streven naar een kwaliteitsvol aanbod studentenhuisvesting. Brochure ‘op kot in Gent’, website ‘kot@gent’.
Stad Hasselt Uitbouwen van een sociaal onderwijsbeleid met oog voor armoede en sociale uitsluiting • In het kader van het lokaal sociaal beleid en het uitschrijven van het lokaal Sociaal beleidsplan werden 3 prioritaire thema’s verder uitgediept. Eén van deze thema’s was Werken / inkomen / onderwijs. • Doecheques – Alle kinderen en jongeren tussen 4 en 16 jaar en gedomicilieerd in Hasselt, hebben recht op 2 doecheques. Een doecheque heeft een waarde van 1,25 euro en is te verkrijgen bij de stedelijke jeugddienst. Met deze cheques kan je activiteiten betalen bij Hasseltse jeugdinitiatieven die een overeenkomst hebben met de stad Hasselt.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 77
• Speelpleinwerking (4-16jaar): Verdeling vakantiefolder via de scholen. Tijdens de zomervakantie organiseert de jeugddienst speelpleinwerking • Bouwspeelplaats (8 -13 jaar): Verdeling gebeurt samen in/met de folder voor speelpleinwerking. Op 2 plaatsen organiseert de jeugddienst tijdens de zomervakantie deze bouwspeelplaats. • Onderzoek naar vrije tijdsbesteding bij maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren: De bedoeling was om de stem te horen van deze groep kinderen en jongeren • OCMW Hasselt: in het kader van individuele dossiers wordt onderwijs als een van de levensdomeinen meegenomen in de begeleiding. Bij jongeren betekent dit dat wanneer er leefloon toegekend wordt aan een jongere die studeert, een Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie (GPMI) afgesloten wordt, waarin enkele concrete afspraken staan. • Lokaal Cliëntoverleg (OCMW): rondetafelgesprek met alle betrokken partijen, ouders, jongeren, … kan georganiseerd worden in het kader van een crisissituatie en risicoschoolloopbaan. • Kleuterwerking in de sociale wijk Ter Hilst in samenwerking met CKG ’t Hummelhuis. • Tijdens de werking werken moeders mee om de ontwikkeling en sociale vaardigheden van kleuters te stimuleren. • Huiswerkbegeleiding Ter Hilst: aan kinderen van het lager onderwijs wordt een rustige en stimulerende omgeving geboden om onder begeleiding van vrijwilligers hun huiswerk te maken.
Stad Kortrijk
Sociaal onderwijsbeleid
• • • • •
Gratis openbaar vervoer op het grondgebied van de stad voor alle studenten Gratis bibliotheekpas en 50% korting op sportpluskaart (voor sportactiviteiten). Korting in culturele instellingen d.m.v. cultuurcheques. Uitgifte van Kortrijkse studentenpas waarbij studenten voordelen krijgen in diverse handels- en horecazaken. Renoveren van Jeugdherberg met medewerking met provincie, toerisme Vlaanderen en hogescholen met realisatie van een aantal studentenkamers voor buitenlandse studenten. • Onderzoek naar en opzetten van samenwerkingsstructuur tussen overheid, onderwijs en privé om flexibel verhuurbare studentenkamers mogelijk te maken.
Stad Leuven /
Stad Mechelen • • • • • • •
Sociaal onderwijsbeleid
Toelagereglement meerdaagse extra-murosactiviteiten Ondersteuning infodagen schooltoelagen van het departement Ondersteuning werkgroep schoolkosten LOP BaO Deelname aan armoedeoverleg vanuit onderwijs Vorming over omgaan met armoede Overleg over groepskortingen voor scholen bij diverse activiteiten Overleg met mutualiteiten over onkosten buitenschoolse activiteiten
Stad Oostende
Sociaal onderwijsbeleid
(p.23) Acties uitvoeren i.v.m.vermindering van schoolkosten o.a. onderwijscheques verkopen (p.24) Laagdrempelig loket bemannen:informatie verzamelen, ordenen, toegankelijk maken en beschikbaar stellen (p.48) Onderwijs ‘regisseren’ = inhoudelijk voorbereiden, organiseren en opvolgen OOR en deelraden (gezondheid, mobiliteit, projecten, minisociale kaart, onderwijs en vorming …)
78 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Stad Roeselare
Sociaal onderwijsbeleid
2.13 en 3.8. Financiële tussenkomsten voor allerhande schoolkosten aan gezinnen (ism OCMW)
Stad Sint-Niklaas
Sociaal onderwijsbeleid
SD 2: een weloverwogen doelgroepenbeleid uittekenen of bestendigen OD 2.2: kansarmoede bestrijden actie 2.2.1: schoolparticipatiefonds actie 2.2.2: kansenpas en begeleiderspas actie 2.2.3: steunfonds ‘vrienden van de academie’ actie 2.2.4: kansenpastarief DKO actie 2.2.5: sociaal tarief Vrije Ateliers
Stad Turnhout
Sociaal onderwijsbeleid
OD 2.1. De cel onderwijs zorgt voor een gevarieerd en gestroomlijnd aanbod van stedelijke producten aan de onderwijsinstellingen. Stedelijke producten: • toelages kwetsbare kinderen: sporttoelage, vrijetijdspas, zorgtariefpas • grabbel- en swappas, speelpleinwerking Dit zijn producten van andere stadsdiensten dan cel onderwijs. Hun producten zijn al opgenomen in het plan. • tolkendienst voor sociaal tolken OD 3.6. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van vrijetijdsinitiatieven om een aanbod uit te bouwen dat toegankelijk is voor kansengroepen. In te zetten instrumenten 1. Taalvakanties 2. Vergoeding voor anderstalige nieuwkomers speelpleinwerking (tot 15 jaar) 3. Overleg en samenwerking
8. Wegwijs in leer- en studietrajecten De volgende 7 steden melden in hun Onderwijsplan dat ze hun inwoners ondersteunen bij het vinden van een aangepast onderwijstraject: Antwerpen , Brugge, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Oostende
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst /
Stad Antwerpen
Wegwijs in leer- en studietrajecten
(p.21) Elke Antwerpenaar is geïnformeerd over het onderwijsaanbod.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 79
Stad Brugge
Wegwijs in leer- en studietrajecten
Mensen hebben vaak absoluut geen besef van het lokale onderwijsaanbod. De rol van de stedelijke overheid kan er dan ook in bestaan mee te werken aan lokale onderwijsmarkten onder de vorm van logistieke steun, de uitgifte van een netoverschrijdend onderwijsaanbod, de medewerking aan de promotie van de proefpas hoger onderwijs.
Stad Genk /
Stad Gent
Wegwijs in leer- en studietrajecten
• geïntegreerd beleid in de klas en op de school over studie-en beroepsoriëntering. • Project De Stap: De STAP is niet meer weg te denken als belangrijke actor wat studiekeuze en onderwijsoriëntering betreft in Gent.
Stad Hasselt
Wegwijs maken in leer- en studietrajecten
• BaO-infoavond voor anderstalige ouders met kinderen van het 5de en 6de leerjaar. SOOwelzijn zorgde voor de aanwezigheid van vertalers-tolken (die simultaan vertaalden voor de aanwezige ouders) en de toeleiding van de ouders in samenwerking met alle Hasseltse basisscholen • Leren Thuis Leren: project waarbij hogeschoolstudenten lerarenopleiding aan huis gaan bij leerlingen met een risicoschoolloopbaan in het kader van studiebegeleiding.
Stad Kortrijk
Wegwijs in leer- en studietrajecten
• Regelmatige overlegvergaderingen met alle partners van de leerwinkel om net- en instellingsoverschrijdende gezamenlijke problematieken aan te pakken • Gezamenlijke promotiecampagnes • Gezamenlijke organisatie van een jaarlijkse Grote Leermarkt. • Financieel ondersteunen en meewerken aan activiteiten van de Leerwinkel. • Stimuleren en meewerken aan de uitbreiding van de leerwinkel naar een platform waar alle volwassenenonderwijsorganisatie van het consortium XII Menes deel van uitmaken.
Stad Leuven
Wegwijs in leer- en studietrajecten
SD 4 De stad wil alle inwoners informatie verstrekken over het onderwijslandschap. OD 4.1 Via de website van de stad Leuven wordt een actuele databank met de relevante gegevens van alle Leuvense scholen ter beschikking gesteld aan de Leuvense bevolking. OD 4.2 De dienst onderwijs heeft een eerstelijnsdoorverwijsfunctie voor alle informatie betreffende het onderwijs.
Stad Mechelen /
Stad Oostende
Wegwijs in leer- en studietrajecten
(p.25) Netoverstijgende onderwijspromotie = correcte informatie en bekendmaking van alle scholen op het grondgebied (p.24) Laagdrempelig loket bemannen:informatie verzamelen, ordenen, toegankelijk maken en beschikbaar stellen
Stad Roeselare /
80 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Stad Sint-Niklaas /
Stad Turnhout /
9. Levenslang levensbreed leren De centrumsteden zijn nog op zoek naar de wijze waarop ze het lokale levenslang levensbreed leren kunnen ondersteunen en bekend en aantrekkelijk maken voor moeilijke doelgroepen. Ze proberen ook samenwerkingsverbanden op te zetten met lokale actoren uit cultuur- en andere sectoren. Het gaat om een ruime waaier niet-leerplicht- onderwijs, waarin recentelijk volop is gereorganiseerd: hoger en hoger beroepsonderwijs, regulier volwassenenonderwijs, volwassenenonderwijs voor bijzondere doelgroepen (basiseducatie, tweedekansonderwijs, NT2 oftewel Nederlands voor anderstaligen, inburgeringscursussen) en artistiek onderwijs (het Deeltijds Kunstonderwijs DKO). Tien centrumsteden signaleren in hun onderwijsplan hun bekommernis en acties m.b.t. het levenslang leren: Antwerpen, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, SintNiklaas en Turnhout.
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst /
Stad Antwerpen
Levenslang levensbreed leren
(p. 25) In Antwerpen worden samen met het Huis van het Nederlands, de Schoolbrug en het onthaalbureau voor anderstalige nieuwkomers laagdrempelige lessen NT2 voor volwassenen georganiseerd. (p.32) Elke Antwerpenaar heeft naast recht op onderwijs ook daarna recht op levenslange competentieontwikkeling, die ideaal gezien aansluit op en samenspoort met de inhouden die in het onderwijs aangeboden worden. Voor Antwerpenaren die om welke reden dan ook niet kunnen doorstromen naar werk, wordt een aangepast aanbod van zinvolle activiteiten voorzien.
Stad Brugge
Levenslang levensbreed leren
Levenslang en levensbreed leren is de verzamelnaam voor het niet-leerplichtgerichte onderwijsaanbod. Initiatieven terzake dienen gericht op het toegankelijk maken van deze onderwijsvormen voor kansarme doelgroepen.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 81
Stad Genk /
Stad Gent
Levenslang levensbreed leren
• Levenslang leren via het Hoger onderwijs, deeltijds kunstonderwijs en het volwassenenonderwijs stimuleren. Hierbij gaat specifieke aandacht naar de bestrijding van laaggeletterdheid. Dit doen we oa. door het versterken van de basiseducatie en het volwassenenonderwijs in het algemeen. • Het aanstellen van een coördinator voor het Gents Plan Geletterdheid in 2008. • Interactief project met de stadsbibliotheek • Project De Digitale kloof
Stad Hasselt
Stimuleren van levenslang levensbreed leren
• Educatieve wegwijzer = een informatiepunt dat een volledig overzicht biedt van het uitgebreide opleidingsaanbod voor volwassenen in Hasselt en omstreken (Alken, Diepenbeek, Zonhoven). Educatieve Wegwijzer is een dienst van het Cultuurcentrum Hasselt. De producten van Educatieve wegwijzer zijn: Kunsteducatie CCha Schoolbrochure CCha Educatieve brochure: in 3 edities opgemaakt, voor het kleuter-, lager- en secundair onderwijs. • CJP paspoort: Het gaat hier om een actie waarbij de stad middelen investeert zodat alle Hasseltse jongeren én alle Hasseltse studenten tussen 18 en 26 jaar het paspoort krijgen en dit in samenwerking met Hasseltse hogescholen en universiteiten. • Student Take Off
Stad Kortrijk
Levenslang levensbreed leren
• In samenwerking tussen onderwijs, beleid en industrie de noden van de regio bepalen om toegepast onderzoek in Kortrijkse hoger onderwijsinstellingen uit te breiden, tevens in grensoverschrijdend perspectief. • Genereren van middelen om meer toegepast onderzoek in Kortrijkse instellingen te houden en te krijgen. • Mogelijkheden voor nieuwe opleidingen, afstudeerrichtingen, post-graduaten en schakelprogramma ’s stimuleren en financieel ondersteunen. • Helpen zoeken om middelen te genereren. • Stimuleren van samenwerkingsverbanden tussen de hoger onderwijsinstellingen om in overleg te treden met betrekking tot nieuwe opleidingsmogelijkheden of rationalisering. • Ondersteunen van samenwerkingsverbanden tussen hoger onderwijs, secundair onderwijs en volwassenenonderwijs met betrekking tot het uitbouwen van hoger beroepsonderwijsopleidingen. • Onderzoeken en ondersteunen van grensoverschrijdende samenwerking met onderwijsinstellingen uit het Eurodistrict. • Verruiming van het aanbod aan cursussen bv. via multidiciplinaire cursussen rond toneel. • Anticiperende acties naar jongeren onder de huidige decretale leeftijdsgrenzen. • Doorgedreven samenwerking met onderwijsinstellingen uit BaO en SO en culturele verenigingen • Ontwikkelen van een investeringsprogramma in infrastructuur en didactisch materiaal op legislatuurbasis. • Organisatie van promotieprogramma. • Herstructurering van stedelijk DKO-administratie en stroomlijning/uitbreiding van filiaalwerking. • Bestaand reglement voor formeel muziekonderricht door muziekmaatschappijen en financiële ondersteuning ervan actualiseren. • Uitwerken van een reglement voor creatieve, kwalitatieve en laagdrempelige muziekpedagogische initiatieven.
82 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
• Uitwerken van een programma voor nieuwbouw voor bibliotheek en centrum LLL als geïntegreerd geheel. • Uitwerken samenwerkingsovereenkomst met alle betrokken partijen voor realisatie van BibLLLiotheek. • Uitwerken van een overeenkomst met betrokken cvo’s om het centrum LLL ook open te stellen voor andere organisatoren LLL.
Stad Leuven
Levenslang levensbreed leren
SD 5 De stad wil mensen motiveren om levenslang te leren. OD 5.1 De stad ondersteunt vzw basiseducatie voor het organiseren van laagdrempelige cursussen rond basisvaardigheden (rekenen, taal). OD 5.2 De stad zorgt voor extra aanbod NT2 cursussen en stimuleert allochtonen om Nederlands te leren in samenwerking met vzw Basiseducatie. OD 5.3 De stad zorgt met de cel wijkontwikkeling en de integratiedienst voor het bepalen van het laagdrempelig aanbod in de aandachtswijken (brede cursussen zoals PC-initiatie, cursus rijbewijs voor allochtone vrouwen e.d.).
Stad Mechelen
Levenslang levensbreed leren
• Vanaf 2008 wordt gestructureerd overleg opgestart met de hogescholen, CVO’s en het kunst- en muziekonderwijs in Mechelen. • Uitbouw van optimale structuur DKO met antennes in buurgemeenten, beiaardschool geïntegreerd in DKO • Ondersteuning initiatieven voor verhogen allochtone deelnemers aan LLL Promotie Mechelse onderwijsaanbod via Streekkrant e.d.
Stad Oostende
Levenslang levensbreed leren
(p.29) Levenslang en levensbreed leren stimuleren en actief ondersteunen d.m.v. openlesmomenten, cultuurleermarkt en Oostende Studentenstad
Stad Roeselare
Levenslang levensbreed leren
SD 6: De stad wil het aanbod aan vorming en onderwijs voor volwassenen verbreden in functie van de leervragen en -wensen van deze bevolkingsgroep met bijzondere aandacht voor de noden van diverse doelgroepen en kansengroepen SD 5: De stad wil haar toonaangevende regionale positie inzake DKO verder uitbouwen en hiervoor samenwerking opzetten met het bredere culturele veld 5.1 Onderzoeken van mogelijk samenwerking met privé-initiatieven en amateurverenigingen 6.6 Aanbod lessen Nederlands binnen het Lokaal Opvang Initiatief (i.s.m. CBE en CVO’s)
Sint-Niklaas
Levenslang levensbreed leren
SD 2: een weloverwogen doelgroepenbeleid uittekenen of bestendigen OD 2.3: niet-leerplichtigen (nieuwe) kansen bieden
actie 2.3.1: seniorenatelier Pieter-Benedict de Maere actie 2.3.2: Grote Leermarkt actie 2.3.3: ondersteuning tweedekansonderwijs actie 2.3.4: ondersteuning Consortium IX
• actie 2.3.5: ondersteuning Huis van het Nederlands • actie 2.3.6: ondersteuning Centrum voor Basiseducatie
TURNHOUT
Levenslang levensbreed leren
Inventaris aanbod levenslang leren
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 83
10.Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt De centrumsteden zijn overtuigd van het belang van goede stage- en leerwerkplekken, vooral voor leerlingen van DBSO, BSO en TSO. Daarvoor zetten 9 van de 13 centrumsteden zich nu al in. De sociale economie, de knelpuntberoepen, de stad zelf en overlegplatformen als Resoc en PAL zijn in volle ontwikkeling (elk 4 steden) als pistes voor een betere overgang tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Innovatie ondersteunen in het hoger en het hoger beroepsonderwijs en mogelijkheden creëren voor deze doelgroep studenten is nieuw maar lijkt veelbelovend. Hetzelfde geldt voor het meewerken aan competentieplatforms. De volgende steden melden in hun Onderwijsplan dat ze actie (wensen te) ondernemen voor een optimale aansluiting tussen onderwijs, bedrijfsleven, arbeidsmarkt en, waar nodig, het OCMW. Ze doen dat door: • Faciliteren van werkplekleren en stageplaatsen, eventueel met voor- en brugtrajecten, voor leerlingen (vooral DBSO) en studenten: 9 Antwerpen, Brugge, Gent, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout • Invulling van knelpuntberoepen: 4 Antwerpen, Brugge, Gent, Mechelen • Als werkgever creëren van werkplekleren voor kansarme jongeren (o.a. in de sociale economie): 4 Hasselt, Brugge, Mechelen, Sint-Niklaas • Meewerken aan overlegfora (Resoc, PAL): 4 Antwerpen, Mechelen, Oostende, Turnhout (via ambtenaar lokale economie) • Ontwikkeling van een competentieplatform met medewerking van stad, OCMW en bedrijfsleven: 2 Antwerpen, Leuven • Uitbouw van het hoger beroepsonderwijs: 1 Antwerpen • Creëren van stages, projecten of studieopdrachten voor studenten HO binnen het stadsbestuur, b.v. gebiedswerking, maatschappelijke veiligheid, preventieprojecten, cultuurprojecten: 1 Kortrijk • Ondersteunen van LED’s (Laagdrempelige expertise- en dienstverleningscentra) i.f.v. valorisering van vernieuwend onderzoek in het HO in bedrijven: 1 Kortrijk • Scriptieprijs Innovation Awards: 1 Kortrijk
De centrumsteden zelf aan het woord Stad Aalst /
Stad Antwerpen
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
(p.6) Opleiding, vorming en attitude zijn cruciaal om werk te vinden. De stad wil onderwijs en arbeidsmarkt dichter bij elkaar brengen en daarvoor ook putten uit bovenlokale fondsen. (p.16) De samenwerking tussen onderwijs, arbeidsmarkt en bedrijfsleven wordt versterkt in functie van organisatie hoger beroepsonderwijs (tussen hoger secundair en bachelor) en creëren van stageplaatsen (203); invulling van knelpuntberoepen (204); ontwikkeling van een competentieplatform door stad, OCMW en bedrijfsleven (205)
84 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
(p.32) ND - 1 Er is een goede afstemming tussen alle actoren op het vlak van activering, competentieontwikkeling en werk. ND - 2 De stad optimaliseert levenslange en levensbrede competentieontwikkeling voor jongeren, leerlingen van het voltijds/deeltijds onderwijs, leerkrachten, werknemers, werkzoekenden en andere doelgroepen. ND - 3 Tegen 2013 is er een optimale wisselwerking onderwijs - arbeidsmarkt - bedrijfsleven. ND - 4 Op het grondgebied van de stad Antwerpen krijgt het hoger beroepsonderwijs vorm als een onderwijsniveau aansluitend op het secundair onderwijs, maar primair gericht op het verwerven van algemene en specifieke beroepscompetenties.
Stad Brugge
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
Het stimuleren van partnerschappen tussen scholen en het lokaal bedrijfsleven door o.m. projecten Alternerend leren (netoverschrijdende samenwerking DBSO, stad, bedrijven) en de rol van de stad en het OCMW als werkgever bij knelpuntberoepen.
Stad Genk /
Stad Gent
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
• Project Deeltijds@work • De arbeidsmarkt wordt gesensibiliseerd voor specifieke doelgroepen in samenwerking met de lokale en sociale economische projecten via oa. Het jongerenbanenplan ism. LWB, VDAB, het jeugdwerk...
Stad Hasselt
Werken aan een betere aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt
• Bio-stagiars: BIO staat voor beroepsinlevingsovereenkomst en houdt in dat jongeren die schoolmoe zijn gedurende 3 dagen per week stage lopen op een werkplek en hiervoor ook loon ontvangen. Leerlingen Deeltijds Onderwijs krijgen de mogelijkheid om praktijkervaring op te doen op de centrale uitvoeringsdiensten van Stad Hasselt • Droomjob fabriek • Cityteam - Jongeren krijgen een eerste werkervaring maar leren tegelijkertijd de opdrachten/ taken/ structuur van de stad kennen. • Stageplaatsen in de eigen organisatie
Stad Kortrijk
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
• Stimuleren van deelname van onze onderwijsinstellingen aan het project “Innovation Awards” van het Kortrijks ondernemerscentrum. Aan de hogescholen worden jaarlijks heel wat innovatieve eindwerken geschreven, met boeiende thema’s uit de profit en non-profitsector. De “Innovation Awards” is een scriptieprijs die deze eindwerken wil valoriseren en meer implementeren in de bedrijfs- en ondernemerswereld. • Stimuleren, coördineren en organiseren van stages, projecten en studieopdrachten van de onderwijsinstellingen voor opdrachten en taken binnen het stadsbestuur zoals gebiedswerking, maatschappelijke veiligheid, preventieprojecten, cultuurprojecten enz. • Ondersteunen van de ontwikkeling van LED’s (Laagdrempelige expertise- en dienstverleningscentra) in de West-Vlaamse Hogescholen. Via LED’s wordt de aanwezige en vernieuwende kennis binnen de context van de onderzoeksopdracht van de hogescholen op een professionele wijze gevaloriseerd in het economisch weefsel van stad en provincie.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 85
Stad Leuven
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
SD 3 De stad ijvert voor een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. OD 3.1 De stad stimuleert de contacten tussen TSO en BSO studenten en de bedrijfswereld. De dienst onderwijs werkt hiervoor nauw samen met de dienst economie. OD 3.2 De stad ondersteunt vzw Basiseducatie voor het organiseren van projecten die tot doel hebben de basiscompetenties van deelnemers aan opleidings- en tewerkstellingsprojecten te verhogen en op peil te brengen. Deze basiscompetenties zijn noodzakelijk om: met succes te kunnen functioneren in opleidings- en tewerkstellingsprojecten te beantwoorden aan de noodzakelijke basiscompetenties die gevraagd worden bij de doorstroom naar de arbeidsmarkt.
Stad Mechelen • • • • • •
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
Samenwerking met onderwijs ikv beleidsplan (lokale) economie Tewerkstelling en begeleiding van lln DBSO in de stad en in sociale tewerkstelling Stageplaatsen voor lln TSO/BSO+ communicatie met scholen hierover Ondersteunen opleidingsprojecten voor kansengroepen, o.a. lasopleiding Werkgroep onderwijs-arbeidsmarkt i.s.m. Resoc PAL-overleg
Stad Oostende
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
(p.30) Aansluiting onderwijs –arbeidsmarkt: meewerken aan bestaande overlegfora en -platforms die bruggen slaan tussen onderwijs en werk
Stad Roeselare
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
3.7.Brugproject: samenwerking CDO Roeselare en Lendelede ism OCMW 3.9 Travak – voortrajecten ism OCMW
Stad Sint-Niklaas
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
OD 3.5: doorstroming naar de arbeidsmarkt versoepelen actie 3.5.1: volgwerkdagen actie 3.5.2: stageplaatsen actie 3.5.3: weppluscontracten
Stad Turnhout
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
OD 2.4. Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen de onderwijswereld en de bedrijfswereld. In te zetten instrumenten: 1. Overleg en samenwerking cel onderwijs met ambtenaar Lokale Economie: onderwijs-ondernemen 2. samenwerking rond Turnhout studentenstad
86 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Indicatoren onderwijsplannen en projecten Indicatoren onderwijsplannen
?
Waarvoor gebruiken de centrumsteden indicatoren? Wat volgen ze ermee op? In de meeste onderwijsplannen vinden we zowel indicatoren die betrekking hebben op de omgevingsanalyse of nulmeting (ex ante) als indicatoren waarmee de voortgang van acties en projecten wordt opgevolgd (ex nunc). Zes steden beperken zich in hun eerste onderwijsplan tot de omgevingsanalyse. Ze geven daarmee een beschrijving van de onderwijssituatie in de stad. Het is niet helemaal duidelijk welke van deze gegevens uiteindelijk als indicator voor de opvolging van de beleidsuitvoering zullen worden gebruikt. De relatie tussen gegevens en doelstellingen moet nog worden uitgeklaard. De omgevingsanalyse in het allereerste onderwijsplan functioneert vaak vooral als eye-opener voor mandatarissen en lokale beleidsmensen, voor wie de lokale bril inzake onderwijsbeleid nog nieuw is. Voor de omgevingsanalyse wordt gebruik gemaakt van de gegevens van Agodi (GOK-cijfers, schoolbevolking, schoolse vertraging, leerlingen met taalondersteuning per net, instroom in SO en HO uit omringende gemeenten,…), van de Stadsmonitor (zowel kwantitatieve als kwalitatieve indicatoren, met o.a. de appreciatie van de samenwerking binnen het LOP), van indicatoren uit andere stedelijke beleidsplannen (lokaal sociaal beleidsplan, jeugdbeleidsplan, beleidsplan lokaal overleg kinderopvang, minderhedenbeleidsplan, gegevens van de preventiedienst). Opvallend is dat de indicatoren vooral op het leerplichtonderwijs slaan, soms op het hoger onderwijs en nauwelijks op het deeltijds kunstonderwijs en het levenslang levensbreed leren. Uitzondering is Kortrijk, dat zich in zijn onderwijsplan hoofdzakelijk op het niet-leerplichtonderwijs concentreert. Gent betrekt alvast het aandeel kansarmen in hoger onderwijs en in de permanente vorming bij de nulmeting. Oostende hanteert een zeer brede set indicatoren uit de stadsmonitor, met ook gegevens over veiligheid, huisvesting en zo meer. Voor de beleidsresultaten dient een onderscheid te worden gemaakt tussen indicatoren voor de opvolging van acties en projecten en indicatoren die als ambitie hebben de effecten van het beleid op het niveau van de strategische doelstellingen te meten. Het eerste gebeurt permanent of jaarlijks. Het tweede een of twee maal per legislatuur. In het laatste geval is het belangrijk om binnen de bestaande beleidsruimte voldoende acties te kunnen ondernemen om een meetbaar effect te aggregeren per strategische doelstelling. Vaak is dat niet mogelijk en moeten prioriteiten worden gesteld. Voldoende reden om erover te waken dat doelstellingen zo SMART mogelijk worden geformuleerd. Op het niveau van de strategische doelstellingen geven de centrumsteden nauwelijks indicatoren op. Zeven centrumsteden bepalen hun indicatoren wel systematisch per operationele doelstelling. Met name de voortgang van de acties en projecten wordt gemonitord, vooral met kwantitatieve gegevens als aantal vergaderingen, aantal beleidsadviezen, aantal leerlingen met stageplaats binnen de stad, aantal acties en initiatieven ten behoeve van studenten, aantal sensibiliserings-campagnes. Zaak is om met deze gegevens de realisatiegraad per actie te beschrijven. Een weloverwogen selectie van gegevens volstaat daarvoor. Alles willen meten is niet efficiënt. Her en der dient deze oefening nog te worden gemaakt. Sommige steden gaan verder en proberen de effecten van acties in kaart te brengen. Dat gebeurt met kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren. Zo gebruikt Genk bijvoorbeeld taaltoetsen die in samenwerking met het basisonderwijs worden afgenomen als indicator om het effect van taalstimuleringsprogramma’s in kaart te brengen. Genk ontwikkelde ook een evaluatieset voor de indicator ‘verhoogd inzicht ouders’, brengt de mate van competentiegevoel van kleuterleidsters met betrekking tot uitdagingen in kaart, alsook de mate van positieve beoordeling van acties door de partners. Genk scoort hiermee hoog op het criterium voor goede indicatoren, FABRIC. Genk streeft zelfs naar een permanente monitoring van het beleid
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 87
met behulp van sleutelindicatoren als de evolutie in het BaO (mate van taal- en onderwijsachterstand), de betrokkenheid bij kleuterparticipatie en de evolutie in het spijbelgedrag of schoolverzuim. Het gaat om een beperkt aantal indicatoren die samen toch een groot deel van de strategische doelstellingen bestrijken. Noot : SMART: Specific, Measurable, Achievable, Relevant, Time-bound; FABRIC: Focused, Appropriate, Balanced, Robust, Integrated, Cost effective
Wie gebruikt welke indicatoren? Stad Aalst • • • • • • • • • • •
schoolbevolking per onderwijsniveau, -type en -net schoolse vertraging per onderwijsniveau en per sexe “spijbelgedrag” SO GOK-cijfers ln BaO en SO leerlingenstromen (als indicator voor veilige schoolomgeving) woonplaats lln DKO en BaO uitstroom uit BaO instroom in SO, DBSO en BUSO uitstroom SO omgevingsanalyse LOP achterstelling/leerachterstand lln BaO met nood aan taalondersteuning per net
Stad Antwerpen • Omgevingsanalyse: Antwerpse indicatoren worden opgevolgd en in kaart gebracht i.s.m. DSPA en LOP’s • Beleidsresultaten (tussentijds en einde rit): mate waarin de vooropgestelde acties per strategische doelstelling worden gerealiseerd.
Stad Brugge Indicatoren uit OP: herkomst Vlaamse indicatoren van de Stadsmonitor gemeentelijke profielschets Stadsmonografie Brugge lokaal sociaal beleidsplan jeugdbeleidsplan beleidsplan lokaal overleg kinderopvang bevragingen LOP’s gegevens van de stedelijke dienst preventie onderwijsstatistieken van het departement onderwijs Indicatoren meerjarenplan OP · Ondersteunen leerlingen en ouders Kleuterparticipatie: registratie Departement Onderwijs, Kind & Gezin en LOP BaO Leerplichtcontrole: lijsten dienst leerplichtcontrole Wegwerken voorschoolse taalachterstand: bevraging leerplichtonderwijs en VWO + gegevens buitenschoolse opvang en peutertuinen + voortgangsrapport LOB Wegwerken taalachterstand kansarme gezinnen: bevraging OCMW via Sociaal huis, Yambo en ’t Scharnier + voortgangsrapport LOB 88 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
· Begeleiden risicogroepen Leerbedreigde risicojongeren minder afhankelijk maken van hulpverlening + sociale weerbaarheid verhogen: registratie hulpverlening + terugval (jaarverslagen projecten) · Ondersteunen schoolteams en schoolbeleid Aanbod netoverschrijdende ondersteuning inzake maatschappelijke problematieken: trajectbegeleiding drugbeleid, spijbelgedrag, agressiegedrag, probleemgedrag tolerantie: registratie aanbod + terugval, registratie probleemgedrag · Leerkrachtige schoolomgeving, brede school Kwaliteitsvol aanbod sport, cultuur, samenleving: registratie vraag en aanbod Stadsklassen: registratie aanvragen van scholen BaO en SO; vernieuwde aanpak ‘stadsverkenningen’ proefproject; promotie voor stadsklassen en stadsverkenningen Proefproject Brede School: haalbaarheidsrapport, (later) begeleidingsrapport · Creëren vlot bereikbare en veilige schoolomgeving Veiliger mobiliteit: registratie verkeerstechnische dienst lokale politie en mobiliteitscel Fietsverhuurproject studentenfietsen: verhuurresultaten Fietspunt Organisatie veiliger schoolomgeving: verslagen verkeerstechnische dienst e.a. Promoten gebruik openbaar vervoer: gegevens mobiliteitscel De Lijn · Sociaal flankerend onderwijsbeleid uitbouwen Merkbare vermindering achterstelling kansarmen: indicatoren kansarmoede Brugge Verhogen cultuurparticipatie risicogroepen: verslagen LOP, Brugge Plus, buurtwerking en OCMW Ondersteuning sportparticipatie: verslagen LOP, sportraad, buurtwerking en OCMW · Wegwijs in leer- en studietrajecten Studiewijzer: realisatie aanbod papieren en elektronische studiewijzer Promotie studieaanbod in de regio: aftoetsing binnen het lokale onderwijsveld Profileren van de stad als onderwijscentrum HO: registratie studieaanbod HO in Brugge (o.a. unieke studierichtingen) + stuur- en werkgroep Brugge studentenstad · Stimuleren levenslang leren Merkbaar verhoogde instap van kansarme doelgroepen in aangepast leertraject: registratie OCMW, Huis vh Nedl, RVA, cvo’s en centrum BaEd Ondersteunen lokale werking centrum BaEd: jaarverslag CBE Ondersteunen lokale werking CVO’s: jaarverslag consortium Webros · Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt Ondersteunen werkplekleren: gegevens VDAB, OCMW, BuSO en DBSO, RESOC Ondersteunen regionaal overlegplatform: jaarlijkse voortgangsrapporten regionaal overlegplatform Hogere tewerkstelling kwetsbare jongeren: gegevens OCMW, LOP SO, VDAB en RESOC Hogere tewerkstelling kwetsbare jongeren: gegevens OCMW, LOP SO, VDAB en RESOC
Stad Genk • aanknopingspunten omgevingsanalyse Stedenfonds, minderhedenbeleid en LOP • taalvaardigheid kleuters en deelnemers taalstimuleringsprogramma’s (taaltoetsen) hogere scores op taalvaardigheidstesten • betere kencijfers onderwijsachterstand niveau 5de leerjaar • verhoogde kleuterparticipatie verhoogd inzicht ouders verhoogde deelname ouders aan schoolgebeuren toegenomen mate van ouderparticipatie aantal sensibiliseringscampagnes participatie kinderen en ouders aan verrijkings- en stimuleringsprogramma’s analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 89
• • • •
• •
kleuterleid(st)ers mate verbetering beginvoorwaarden volgens kleuterleidsters aantal deelnemende kleuterleidsters mate van competentiegevoel kleuterleidsters m.b.t. uitdagingen positieve beoordeling impact beleidsplan en programma’s door partners toename educatieve initiatieven in impulswijken optimalisering van de aanpak van schoolverzuim en spijbelen vermindering schoolverzuimcijfers verbeterde samenwerking tussen onderwijs en welzijn verbeterde doorstroming allochtone jongeren in SO Actiepunt: permanente omgevingsanalyse inzake onderwijs: monitoring evolutie in het BaO, kwalitatieve en kwantitatieve analyse kleuterparticipatie; idem spijbelgedrag en schoolverzuim
Stad Gent Indicatoren uit OP • evolutie studenten- en leerlingenaantallen • procentuele stijging aantal GOK-leerlingen • percentage leerlingen met andere thuistaal dan het Nederlands • kwaliteit van samenwerking rond gelijke kansen in het BaO • evolutie spijbelcijfers • aandeel kansarmen in hoger onderwijs • aandeel kansarmen in permanente vorming: basiseducatie, TKO, LLL • schoolse vertraging in BaO en in SO
Stad Hasselt • Indicatoren uit de Profielschets Hasselt): (=omgevingsanalyse) = nulmeting voor evaluatie • aandeel lln in kleuteronderwijs tov kleuterpopulatie • aandeel lln LO % in Hasselt wonende lln BaO % instroom in SO wel/niet in Hasselt wonend • schoolse vertraging in BaO (5de leerjaar) en in SO (per onderwijsvorm) • Stadsmonitor: % spijbelaars % niet-Belgen in BSO • Stadsmonitor: % tevredenheid over speel- en over sportvoorzieningen % leeractiviteiten van niet-studerenden % laaggeschoolden in VDAB-beroepsopleiding % langdurig werkloze werkzoekenden appreciatie samenwerking rond GOK in BaO en in SO
Stad Kortrijk Aantal deelnames van Kortrijkse studenten aan Innovation Awards • Aantal concrete implementaties van eindwerken in profit- en non-profitsector. • Aanwezigheid van onthaal- en opvolgingsstructuren binnen de stad voor geïntegreerde projecten door hogescholen. • Aantal instellingsoverschrijdende samenwerkingen voor projecten binnen de stad.
90 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
• LED’s: aantal vernieuwende projecten inzake kennisvalorisatie en aantal bedrijven, organisaties en instellingen die vernieuwende toepassingen en procedures implementeren • Aantal onderzoeksprojecten. Nieuwe verordeningen. • Aanwezigheid van infovergadering voor kotbazen. • Aantal kamers voor buitenlandse studenten in jeugdherberg en binnenstad. • Betere kwaliteit van de studentenkamers • Aantal flexibel verhuurbare studentenkamers Aantal nieuwe opleidingen, afstudeerrichtingen en schakelprogramma’s. • Ontstaan van hoger beroepsopleidingen. • Contacten met onderwijsinstellingen uit het Eurodistrict. Aantal inschrijvingen, ook in/vanuit deelgemeenten. • Aantal experimentele initiatieven/cursussen. • Realisatie van specifiek promotieprogramma. • Investeringsprogramma op begroting Aantal scholen dat beroep doet op DKO. • Aantal en kwaliteit van toonmomenten door de deelnemende scholen. • Aantal inschrijvingen in DKO. Nieuwe reglementen. • Hoogte van uitbetaalde toelagen. • Aantal muziekmaatschappijen die dossiers indienen. • Aantal muziekpedagogische initiatieven. Overlegvergaderingen • Aantal (nieuwe) cursussen en bijscholingen. • Aantal deelnemers. • Realisatie van de studie. • Gezamenlijke promotie-initiatieven • Samenwerking in organisatie leermarkt. Hoeveelheid, relevantie en accuraatheid van de beschikbare documentatie. • Aantal bezoekers Leerwinkel en website Leerwinkel. • Aantal mensen die via of dankzij de leerwinkel de stap naar het LLL zetten. • Aantal persartikels, verspreide flyers en affiches • Aantal activiteiten in de Leerwinkel. Ontwikkelen van een gezamenlijk bouwprogramma. • Vinden van financieringsmiddelen. • Afsluiten overeenkomst eigendomsstructuur Percentage leerachterstand in scholen met hoog percentage GOK-kinderen. • Aantal ouders op schoolactiviteiten • Aantal time-out jongeren en aantal terugstromingen naar school • Aantal succesvolle/negatieve schooltrajecten Ouderbetrokkenheid • Aantal ouders op school(activiteiten) die vroeger nooit verschenen waren. • Aantal kinderen die niet gepast reageren op meegegeven infobriefjes. • Realisatie nieuw pictogrammen-woordenboek voor secundair onderwijs. Stedelijke initiatieven voor scholen • Aantal gezamenlijke stadsuitgaven voor scholen. • Aantal reacties van scholen op aanbod. • Snelheid waarmee de scholen antwoord krijgen op hun vragen.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 91
Hoeveelheid gebruik dat gemaakt wordt van het diverse aanbod. • Aantal scholen dat een schoolovereenkomst afsluit met de stad. • Tevredenheid van de scholen over het aanbod. • Realisatie van financieringsproject gelijke kansen voor deelname aan schoolprojecten. Veiligheid • . Aantal infrastructurele maatregelen voor veilige schoolomgeving • Verkregen budgetten sectorfondsen voor upgrade didactisch materieel nijverheidsonderwijs. Aantal scholen die beroep doen op preventieprojecten. • Aantal contacten met en interventies van het aanspreekpunt. • Aantal scholen dat instapt in schooladoptieplan en aantal optredens van de politie in de scholen. Overleg met het onderwijsveld • . Aantal overlegvergaderingen • Aantal acties en projecten die voorvloeien uit het overleg. cijfers: inwoners en schoolbevolking; spijbelgedrag in So en in DBSO; schoolse vertraging in BaO, ASO, TSO, BSO; participatie allochtonern in BSO; spreiding GOK-lln in BaO over deelgemeenten; instroom uit randgemeenten naar SO; LLL in Kortrijk
Stad Leuven Omgevingsanalyse: • Demografie: bevolkingsaantal, woonmobiliteit, percentage alleenstaanden, nationaliteit, inkomensgroep, aandeel leefloners, aantal geboorten in kansarme gezinnen • Aantal leerlingen per onderwijsvorm • aantal scholen per onderwijsvorm • GOK-indicatoren • anderstalige nieuwkomers • trekkende bevolking • schoolse achterstand in BaO en in SO per onderwijsvorm, per sexe en per indicator Belg/niet-Belg • spijbelgedrag in SO en in DBSO • aandeel niet-studerenden in LLL (CVO en DKO) aandeel laaggeschoolde niet werkende werkzoekenden in beroepsopleidingen VDAB
Stad Mechelen • Beginsituatie / nulmeting met Leerlingenaantallen Onderwijs- en vormingsaanbod Schoolse vertraging in 5de klas BaO en 3de SO: aandeel volgens herkomst/nationaliteit, onderwijsvorm + vgl; met andere cs (cijfers Departement onderwijs en vorming en Stadsmonitor) Sociale en etnische achtergrond van lln BaO en lln SO (GOK-indicatoren - gegevens LOP’s) Aantal definitieve uitsluitingen uit het SO Spijbelgegevens SO en DBSO (bron: Departement onderwijs en vorming) • Strategische doelstelling 1: transparant en integraal flankerend onderwijsbeleid Operationele doelstelling 1.1.: gestructureerd overleg met de onderwijsactoren Indicatoren: Tevredenheidsgraad onderwijsactoren Aantal vergaderingen van O.O.M. BaO en O.O.M. SO (minstens 4) Aantal beleidsadviezen geformuleerd in beide O.O.M.’s
92 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Aantal beleidsadviezen, opgevolgd door het stadsbestuur Bestaan van gestructureerd overleg met HO, CVO’s en DKO Aanwezigheid extra medewerker voor de dienst onderwijsondersteuning Bestaan afsprakennota met scholen BaO m.b.t. gebruik zwembad en bibliotheek Aantal vergaderingen van het O.O.G. (minstens 3) Operationele doelstelling 1.2.: initiatieven ter ondersteuning van onderwijspartners door diverse stedelijke diensten Indicatoren: Lijst acties naar onderwijs toe vanuit beleidsdomeinen Sport Cultuur en toerisme Diversiteit Ruimtelijke planning en mobiliteit Politie en stadswachten Kinderopvang en opvoedingsondersteuning Ontwikkelingseducatie Leefmilieu economie • Strategische doelstelling 2: ondersteuning GOK-beleid van scholen, met name voorkomen van ongekwalificeerde uitstroom en bijzondere aandacht voor maatschappelijk kwetsbare leerlingen Operationele doelstelling 2.1.: verbeteren taalkennis Nederlands en schoolbetrokkenheid van leerlingen en ouders Indicatoren: Aantal gezinnen in voorleesproject Thee met koekjes Tevredenheidsgraad vrijwilligers en gezinnen in voorleesproject Aantal ouders in taalstimuleringsproject BaO Tevredenheidsgraad scholen en ouders aan taalstimuleringsproject BaO Aantal allochtone vrouwen in reguliere NT2 Aanbod naar tieners: SNeL-project NT2 Aantal anderstalige nieuwkomers met extra taalomkadering Aantal cursisten op wachtlijst NT2 in BaEd Jaarlijks evaluatieverslag met meting van ouderbetrokkenheid in BaO en SO (aantal projecten en/of overeenkomsten) door schoolopbouwwerk Tevredenheidsgraad van betrokkenen bij project EHBH (ouders, scholen, kinderwerkingen, moskee) Operationele doelstelling 2.2.: ondersteuningskader aanbieden voor voorkomen of verminderen van probleemgedrag in en rond scholen Indicatoren: Aantal vergaderingen overlegplatform PrOS activiteitenverslag PrOS aantal begeleidingen aantal bereikte gezinnen tevredenheidsgraad van alle betrokkenen (school, CLB’s, ouders, leerlingen) aantal initiatieven door werkgroep ‘omgaan met agressie’ jaarlijks evaluatieverslag werking protocol politie-parket-onderwijs bestaan schooluitvalpreventieproject aanwezigheidsgraad van dienst onderwijsondersteuning op vergaderingen van project ‘schoolspotters’ aanwezigheidsgraad van dienst onderwijsondersteuning op bemiddelings- en oriënteringscel LOP + aantal verslagen
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 93
Operationele doelstelling 2.3.: ondersteuning scholen bij aanpak spijbelgedrag Indicatoren: Aantal vergaderingen werkgroep spijbelen Bestaan van lokaal geïntegreerd spijbelplan Jaarlijks evaluatierapport werkgroep spijbelen + aantal voorstellen tot bijsturing daarin Operationele doelstelling 2.4.: bredeschoolconcept, leerkrachtige, stimulerende schoolomgeving Indicatoren: Aantal vergaderingen en activiteiten van stuurgroep project ‘Skoel Skillz’ Aantal lln uit maatschappelijk zwakke omgeving + onderwijsvorm Aantal (buurt)initiatieven georganiseerd door stadsdiensten (wijk- en dorpszaken, jeugddienst, sportdienst, …) waarbij de (buurt)scholen worden betrokken Operationele doelstelling 2.5.: sociaal onderwijsbeleid met oog voor armoede en sociale uitsluiting Indicatoren: Aantal lln met stadstoelage voor extra-murosactiviteiten Bestaan van een toelagereglement voor meerdaagse extra-murosactiviteiten, dat afgestemd is op de schooltoelage van het OCMW Aantal ouders op infomomenten schooltoelagen van het Departement onderwijs en vorming Bestaan van een plan van aanpak (code) m.b.t. schoolkosten Aanwezigheidsgraad van dienst onderwijsondersteuning op vergaderingen armoedeoverleg Overzicht groepskortingen van scholen voor buitenschoolse activiteiten Samenwerking met ziekenfondsen rond problematiek kansarmoede en buitenschoolse activiteiten Aantal scholen met vorming rond ‘omgaan met lkn en ouders die in armoede leven’ Operationele doelstelling 2.6.: ondersteuningskader uitwerken voor betere doorstroming maatschappelijk kwetsbare jongeren naar de reguliere arbeidsmarkt Indicatoren: Aantal lln DBSO tewerkgesteld binnen de stad Aantal lln TSO/BSO met stageplaats binnen de stad Jaarlijks overzicht stageplaatsen binnen de stad Aantal deelnemers in opleidingsprojecten dat doorstroomt naar de reguliere arbeidsmarkt Aantal vergaderingen van het overleg sociale tewerkstelling Aanwezigheidsgraad dienst onderwijsondersteuning op vergaderingen van a. Werkgroep onderwijs-arbeidsmarkt (vanuit Resoc) b. Overleg PAL Aantal nieuwe initiatieven, acties en projecten met oog op betere doorstroming van kwetsbare jongeren naar de reguliere arbeidsmarkt Operationele doelstelling 2.7.: ondersteuningsbeleid kleuterparticipatie Indicatoren: Bestaan promotiecampagne Overzicht afspraken met OCMW, Kind en Gezin en partners van het netwerk opvoedingsondersteuning Aantal vormingssessies Jaarlijks evaluatieverslag acties kleuterparticipatie door onderwijsopbouwwerk • Strategische doelstelling 3: maatschappelijke betekenis van de onderwijsinstellingen versterken Operationele doelstelling 3.1.: Mechelen promoten als onderwijsstad Indicatoren: Bestaan van promotiemateriaal Haalbaarheidsonderzoek uitbouw centrale onderwijswinkel Overzicht maatregelen parkeervriendelijk beleid voor lkn Aantal bijdrage over onderwijs in stedelijke communicatiekanalen Operationele doelstelling 3.2.: profilering als studentenstad
94 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Indicatoren: Aantal sociale, culturele en sportieve initiatieven gericht naar hogeschoolstudenten Overzicht impulsen uitbouw studentenhuisvestingsbeleid Aanwezigheid studentenambtenaar in organigram van de stad Bestaan van gestructureerd overleg met HO, CVO’s en DKO Aantal initiatieven, acties en organisaties die ondersteund worden met het oog op grotere instroom allochtone jongeren in HO
Stad Oostende • Bevolkingspiramide, aantal scholen, aantal leerlingen • Specifieke onderwijsgegevens: aantal kleuters en kleuterparticipatie GOK-indicatoren (nog niet ingevoerd) schoolse vertraging in BaO en SO aandeel niet-studerende bevolking dat leeractiviteiten onderneemt aantal problematische opvoedingssituaties (POS) bij Comité bijzondere jeugdzorg • Bevolkingsgegevens: bevolkingsevolutie en leeftijdspiramide aantal gezinnen met kinderen aantal nieuwkomers en vreemdelingen • Gegevens welzijn en armoede: gemiddeld inkomen per gezin, evolutie van de inkomens aantal leefloners aantal WIGW-statuut aantal geboortes in kansarme gezinnen aantal plaatsen in de kinderopvang • Huisvesting: Aandeel huurwoningen op woningmarkt Gemiddelde verkoopprijs woningen • Werkgelegenheid: evolutie werkloosheidsgraad evolutie werkzaamheidsgraad • Veiligheid Aantal diefstallen en afpersingen per 1000 inwoners Aantal misdrijven tegen de fysieke integriteit Aantal misdrijven tegen eigendom Aandeel delicten gepleegd door minderjarigen • Mobiliteit en verkeersveiligheid: Totaal aantal ongevallen Totaal aantal ingeschreven personenwagens • Meting onderwijsregie: Verslagen stuurgroep en algemene vergaderingen OOR Aanwezigheid van aangepast huishoudelijk reglement Aanwezigheid evaluatienota Onderwijsplan + tweejaarlijkse tussentijdse evaluatie • Meting netoverschrijdend samenwerken: Aantal gestructureerde overlegmomenten en /of afsprakennota’s Aantal gestructureerde overlegmomenten en verslagen algemene vergaderingen OOR
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 95
• Medewerking aan LOP: Verslagen dagelijkse besturen / algemene vergaderingen LOP Verslagen algemene vergaderingen OOR
Stad Roeselare • Scholen, leerlingenaantallen, geografische spreiding • Stadsmonitor +vgl andere cs Schoolse vertraging 5de leerjaar Schoolse vertraging 3de SO per onderwijsvorm Aandeel spijbelaars in voltijds SO Aandeel spijbelaars in DBSO Aandeel niet-Belgen in voltijds BSO Score op kwaliteit van samenwerking rond GOK Instroom SO van buiten de stad Aandeel laaggeschoolde werklozen met VDAB-beroepsopleiding Aandeel leeractiviteiten in niet-studerende bevolking
Stad Sint-Niklaas Omgevingsanalyse: • BaO: scholen schoolbevolking GOK-indicatorleerlingen Schoolse vertraging 5de leerjaar • SO: Scholen Schoolbevolking per onderwijsvorm en –graad Schoolse achterstand in 3 SO Spijbelcijfers • HO, VWO en DKO: schoolbevolkingscijfers
Stad Turnhout • omgevingsanalyse aantal inwoners per leeftijdscategorie aandeel Belgen/niet-Belgen aantal geboortes in kansarme gezinnen aantal leefloontrekkers aantal onderwijsinstellingen per type, per niveau en per net aantal kleuters die onregelmatig naar school komen aantal lln in BaO, SO, HO, VWO cijfers schoolverzuim, tuchtdossiers en definitieve uitsluiting aantal lln met problematische afwezigheid PV’s spijbelen en/of problematische opvoedingssituatie schoolse vertraging aantal GOK-leerlingen in BaO en in SO aantal anderstalige nieuwkomers per onderwijsniveau percentage instroom vanuit andere gemeenten in BaO en SO
96 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
participatie allochtonen in BSO op basis van nationaliteit aandeel niet-studerende bevolking dat leeractiviteiten onderneemt • Werking + communicatie m.b.t. onderwijsraad Percentage onderwijsinstellingen vertegenwoordigd op de onderwijsraad agenda’s en verslagen van de onderwijsraad aantal informatiekanalen inhoud van de communicatie • Beleid / beleidsvoerend vermogen jaarlijkse bevraging naar tevredenheid bij doelgroepen en onderwijspartners aanwezigheid lokaal onderwijsplan aanwezigheid en verslagen werkgroep noden afstemming aanbod Cel Onderwijs met noden uit het onderwijsveld aantal vertegenwoordigde diensten in de werkgroep stedelijk aanbod aantal initiatieven, agenda’s en verslagen werkgroep stedelijk aanbod aantal sectoren (overzicht) waarmee samenwerkingsverbanden bestaan aantal gezamenlijke initiatieven met andere beleidssectoren aanwezigheid verslagen overlegmomenten met andere sectoren jaarlijkse actualisering van het overzicht van subsidieaanvragen overzicht / aantal van alle initiatieven ter verhoging van kleuterparticipatie overzicht / aantal initiatieven om schooluitval te bestrijden overzicht / aantal initiatieven om het watervaleffect tegen te gaan percentage studenten in de lerarenopleiding die deelnemen aan initiatieven m.b.t. kwetsbare jongeren overzicht / aantal inspanningen van lerarenopleiding m.b.t. gelijke onderwijskansen overzicht van toegankelijk (taal, sociaal) educatief aanbod aantal scholen met huiswerkbeleid, diversiteitsbeleid, communicatiebeleid aantal initiatieven om school en thuissituatie op elkaar af te stemmen percentage scholen, vertegenwoordigd op het zorgforum, het forum leerlingbegeleiders, de cirkeldagen agenda’s en verslagen zorgforum en forum leerlingbegeleiders aantal gezinnen bereikt door ondersteunende initiatieven van de Cel Onderwijs aantal ondersteunende initiatieven, gericht naar kansengroepen in het kader van onderwijs aanwezigheid inventaris hulpvragen
Indicatoren projectaanvragen Op het niveau van de projectdoelstellingen slagen de centrumsteden er alle in om aangepaste indicatoren te vinden. In sommige gevallen gaat het uitsluitend om kwantitatieve gegevens: het aantal vergaderingen, verslagen … of om een beoogde stijging of daling in aanwezigheid, in tolkuren, in vragen. Soms gaat het om producten: de realisatie van… Tenslotte hanteren vele centrumsteden ook kwalitatieve indicatoren: tevredenheidsmetingen, rondvraag bij partners , evaluatie door een jury, inventaris van signalen. De kunst is om met deze indicatoren een zicht te geven op de realisatiegraad van (de doelstellingen van) het project. Evaluatie van de projecten gaat nog een stap verder: evaluatie veronderstelt immers ook dat de zwakke punten in het project worden gevonden en geremedieerd, desnoods dat het project zelf wordt herdacht.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 97
Wie gebruikt welke indicatoren? Stad Aalst • Taalspeelbad aantal kinderen begeleid door de taalleerkracht aantal gevolgde nascholingen door de taalleerkracht netwerkvorming: lijst van organisaties, personen en instellingen waarmee de taalleerkracht samenwerkt • Alfaklassen aantal scholen die een beroep doen op de taalcoach aantal hulpvragen van (gok)leerkrachten, zorgcoördinatoren aantal scholen in begeleiding bij de taalcoach aantal Nederlandsonkundige anderstaligen dat niet in aanmerking komt voor het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers (o.a. Franstalige Belgen uit Brussel die naar Aalst uitwijken)
Stad Antwerpen • Brede school Stimuleringsfonds drie inhoudelijke toetsstenen: diversiteit, verbindingen, participatie organisatorisch: standaarddocumenten voor planning, evaluatie, afrekening Verspreiding bredeschoolgedachte leerkansen uit projecten uitdragen (vormingssessies, studie- en ontmoetingsdagen, artikels, verslagen, website, begeleiden studenten) ontwikkeling verspreidingsmethodiek brede school samenwerking met ruimer werkveld (partners buiten Antwerpen) • Netwerk anders kiezen Realisatie van de volgende acties: Realisatie van volgende producten: inventaris materialen, methodieken, onderzoek m.b.t. ‘Anders kiezen’, jaarlijkse brochure ‘SO in Antwerpen’, begeleidingsbrochure voor keuzebegeleiders SO,leerlijn ‘Anders kiezen’ voor alle onderwijsniveaus, inventaris GOK-plannen met thema ‘doorstroming en oriëntering’ Realisatie van netoverschrijdend extra-murosaanbod ‘Anders kiezen’ Nascholingsaanbod en –materiaal voor lkn en keuzebegeleiders (o.m. Wacker-methodiek) Overlegmomenten en actieplan met GOK-begeleiders en lkn i.v.m. doorstroming en oriëntering Reflectiemoment in ORA op visietekst ‘keuzebegeleiding’ Publicatie modules ‘keuzevaardigheden’ voor de lerarenopleiding Convenant tussen de stad en onderwijspartners i.v.m. acties rond overgang SO-HO met tweejaarlijks evaluatie- en netwerkmoment Inventarisatie in- en doorstroom kansengroepen in HO Realisatie visie- en activiteitennota voor samenwerking Associatie HO en de stad + netwerkmoment Realisatie website i.s.m. Associatie HO i.v.m. in-, door- en uitstroom kansengroepen in HO Werking Studiewijzer • SWAT Permanente meting van resultaten Jaarlijkse tevredenheidsmeting Onderzoek: opvolging schoolloopbaan gedurende 2 jaar door SWAT, daarna door CMP
98 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
• Werkplekleren en HBO Realisatie metingen (cijfermatige analyse) bij begin, in midden, op einde van project van het aantal stage- en werkervaringsplaatsen van het aantal ingevulde stageplaatsen voor lkn van het voltijds engagement bij jongeren in het DBSO Realisatie evaluatie van methodieken, bijscholingen en handboek Realisatie regelmatige bevragingen kwaliteit stageplaats (studenten, begeleiders, lkn) Realisatie regelmatig overleg met alle betrokken actoren Evolutie van het aantal HBO-richtingen in Antwerpen
Stad Brugge • ‘t Scharnier (ex ante) schoolse vertraging in het BaO problematische afwezigheden ongekwalificeerde uitstroom schoolse vertraging SO vraag naar studieondersteuning aan huis aantal aanmeldingen voor studieondersteuning aantal betrokken scholen • ’t Scharnier (effectmeting) aantal meldingen van overgang BLO-gewoon SO welbevinden, betrokkenheid en competentie van de lln in kwestie toename van het aantal contacten ouders-school tevredenheid van de ouders over deze contacten tevredenheid van ouders, school en lln over de werkpunten en de opvolging ervan aantal initiatieven talentontwikkeling, studie- en beroepskeuze tevredenheid van scholen, CLB’s en ouders over de gerealiseerde initiatieven tevredenheid van scholen, CLB’s, ouders en lln over gebruik portfolio tevredenheid over de nazorg studieondersteuning bij ouders, lln, scholen en CLB’s aantal contactmomenten tussen lln en begeleider in het kader van de nazorg tevredenheid over het nazorgformulier bij de partners tevredenheid van lln, ouders, scholen en CLB’s bij overstap na definitieve uitsluiting • Time-outproject BLINK aantal aanmeldingen voor time-out aantal begeleidingen terugkeer naar de oorspronkelijke school overstap naar een andere school gaat over naar een hoger jaar aard van de aanmeldingsproblematiek in%
Stad Genk Taaloffensief • Ex ante: Thuistaal • Ontwikkeling meetinstrument Bibus met tussentijdse procesevaluatie in januari summatieve proces- en productevaluatie in juni • Hoe?
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 99
• Kwantitatief: Opkomstcijfers Aanwezigheidslijsten Bereikt aantal deelnemers bij de vormingstrajecten… • Kwalitatief Tevredenheids- en effectiviteitsmeting bij ouders Bibus Tevredenheids- en effectiviteitsmeting bij alle kleuterleid(st)ers van Genk Uitleningscijfers en inschrijvingscijfers bibliotheek Tevredenheids- en effectiviteitsmeting bij ouders en organisaties i.v.m. Taalkoffer Betrokken ouders – Sterke ouders • Ex ante: Scholingsgraad “ouders” • Evaluatiecriteria kwantitatief (registratie stad + peiling bij partners) Opkomstgegevens ouders op ouderinitiatieven Aanwezigheidsgegevens (gedifferentieerd) Vaderbetrokkenheid (aanwezigheid vaders op vaderinitiatieven) Bereik (vooropgestelde aantallen vgl, gerealiseerde aantallen) • Evaluatiecriteria kwalitatief Tevredenheids- en effectiviteitsonderzoek m.b.t. acties bij scholen Evaluatie door deelnemers van tevredenheid, verworven inzicht, bruikbaarheid info, eigen inzet en betrokkenheid Onderzoek bij gezinnen naar bekendheid van acties, boodschappen Rondvraag bij partners inzake betrokkenheid, kwaliteit van producten en processen, impact en effectiviteit van programma’s en acties
Stad Gent • time-out (direct nadien)aanwezigheid op school; positieve evolutie studie- en attituderesultaten (na 1 maand) idem + vermindering incidenten • deeltijds@work stijging % regulier tewerkgestelde jongeren daling % jongeren in brugprojecten minstens status quo % jongeren in voortrajecten • tolk- en vertaalservice aantal bijkomende tolkuren tevredenheid scholen over verbeterde communicatie met ouders • project De Stap aantal bereikte consultanten tevredenheidsmeting • elektronisch vraagregistratiesysteem aantal aanmeldingen met indicator “laaggeschoold” met indicator “schoolse achterstand” aantal “vragen TKO” aantal vragen mbt structuur VWO
Stad Hasselt PITSTOP • Aantal + aard noden buiten mogelijkheden huidige time-out
100 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Begeleiding tijdens schorsingen Betrokkenheid ouders bij de schoolloopbaan van risicojongeren Ondersteuning van leerkrachten bij moeilijke klasgroep • Schoolse vertraging t.o. gemiddelde cs koppeling aan herkomst lln (in casu instroom van buiten Hasselt) en onderwijsvorm • Spijbelcijfers • Aandeel niet-Belgen in voltijds BSO • Aantal ‘Jongeren Op de Dool’ en BOS-jongeren (=Buitengegooid Op School) in SO Wonderwel - nulmeting • Cijfers uit bevraging Bao en omgevingsanalyse ‘School en buurt’: • % gezinsoudsten van niet-Belgische origine • Geen van de ouders spreekt thuis Nederlands • % ouders laaggeschoold • % gezinnen enkel levend van vervangingsinkomen • Anderstalige nieuwkomers in onthaalklas + vervolguren Wonderwel - evaluatie • Aantal overlegmomenten met K&G, LOP, andere externe partners • Inventaris van signalen rond taalstimulering en kleuterparticipatie • Bevraging van sleutelfiguren en LOP-partners over de lopende projecten • Per deelproject: Aanbod en respons in aantallen Kwalitatieve beoordeling door directies, lkn en kinderen Kwantiteit en aard van de gevoerde communicatie over de projecten Aantal anderstalige nieuwkomers in BaO Aantal en kwaliteit van workshops, vormingsmomenten, ontwikkelde materialen Effectmeting via eindwerken hogeschoolstudenten
Stad Kortrijk • Project GOK-Leerachterstand-Kleuters-Ouders GOK-percentages in BaO (vooral in kleuterklas en 1ste leerjaar) tevredenheid van ouders en kind over het project (steunouders) eindresultaten in 1ste leerjaar (overgang van 1 naar 2de klas)
Stad Leuven • Project 3-klap: Stijging deelname/betrokkenheid kansarme ouders aan/door vormingsaanbod op school Grotere vertrouwdheid met CLB-werking door groter bereik van ouders Valorisatie deskundigheid van geëngageerde ouders Promotie begeleidings- en zorgtraject d.m.v. folder en infosessies Aantal resulterende vormingssessies • Project Brede School Opstart Brede School in deelgemeente Kessel-Lo Aantal adviesvragen van alle scholen aan de projectmedewerker Thematisch Naar methodiek
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 101
Stad Mechelen • Project schooluitvalpreventie Doelstelling 1: tijd/kans voor reflectie Indicator/meting: tevredenheidsvragenlijst voor leerlingenbegeleider, CLB-medewerker, PrOsbegeleider, ouders en jongere Doelstelling 2: herstel relatie school-jongere Indicator: aantal jongeren terug naar de school van herkomst (bevraging einde schooljaar) Doelstelling 3: probleemgedrag duiden in context met oog op duurzame verandering Indicator: copingvragenlijst • Project huiswerkbegeleiding Doelstelling 1: begeleidingscapaciteit verhogen Indicatoren Aantal kinderen in huiswerkbegeleiding Regelmatige aanwezigheid van deze kinderen Aandeel GOK-leerlingen in naschoolse opvang t.o.v. aandeel GOK-lln op school Aantal betrokken ouders (meting door aanwezigheid op oudercontacten, op uitnodiging tot contact met de huiswerkklas, reacties op schriftelijke communicatie) Aantal ouders actief in relevante opvang- en begeleidingsinitiatieven in de wijk Doelstelling 2: betere afstemming tussen bestaande huiswerkbegeleidingsinitiatieven Indicatoren Bestaan/frequentie wijkgebonden overleg rond knelpunten, noden, visies, oplossingen Inventaris bestaande aanbod opvang en begeleiding in de wijk Inventaris samenwerkingsafspraken met contextgegevens Doelstelling 3: pedagogische vorming voor begeleiders Indicatoren Uren vorming per begeleider Evaluatie van de vorming door de begeleiders Aanbod vorming op maat Overleg met begeleiders (o.m. over registratie feedback naar school en ouders) Doelstelling 4: kritische analyse huiswerkbeleid scholen Indicatoren Bevraging scholen en lkn (i.s.m. onderwijsopbouwwerk, wijkgebonden kinderwerkingen, preventieproject stad, diversiteitsproject stad) Oprichting buurtgerichte werkgroepen met o.a. participatie ouders
Stad Oostende • Brugfigurenproject organiseren en opvolgen: Aantal gestructureerde overlegmomenten Uitwerken beroepsprofiel brugfiguren Opvolging evolutie bf-project d.m.v. registraties en bevraging welbevinden actoren Aantal en aard van verkregen projectsubsidies Realisering aangepast subsidiereglement • Project onderwijscheques: Aantal verkochte onderwijscheques Rapportering van de aangegane studie- en engagementsverklaringen • Sociaal onderwijssecretariaat, laagdrempelig loket: Uitwerken kerntakennota
102 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
•
•
•
•
•
•
•
•
Aantal gestructureerde overlegmomenten + evaluatierapport + registratie aantal consultaties Uitwerken sociale kansenkaart Oostende Aantal overlegmomenten + registratie vragen trajectbegeleiding Netoverschrijdende onderwijscommunicatie op de stedelijke website: Aantal overlegmomenten + aantal door scholen ingevulde deelsites onderwijsaanbod Overzichtslijst opendeurdagen en infomomenten op de stedelijke website Jaarlijkse brochure Onderwijs en Vorming in Oostende Controle leerplicht i.s.m. LOP: Aantal gestructureerde overlegmomenten + verslagen Aantal acties en consultaties m.b.t. niet-getraceerde leerplichtigen Evaluatieverslag, gebaseerd op registratie spijbelaars Sociale voordelen: Registraties (rapportage) Evaluatieverslag gebaseerd op registraties Integratieprojecten ter bevordering van positief zelfbeeld (o.a. met kunstinitiatie) Aantal overlegmomenten Registratie deelneming acties Evaluatie acties Acties LLL, cultuurleermarkt en “Oostende Studentenstad”: Aantal overlegmomenten Aantal initiatieven + registratie respons evaluatieverslag Time-out: Aantal overlegmomenten Registratie aantal time-outaanvragen en aantal politie-interventies Verslagen stuurgroep time-out Vorming leerkrachten en leerlingen i.v.m. schooluitval en conflicthantering Aantal overlegmomenten Aantal en aard van de aangeboden vormingsmomenten Netoverschrijdende samenwerking i.v.m. zorgcontinuüm Aanwezigheid netwerk zorgverantwoordelijken op stedelijke website Geactualiseerde Minisociale kaart Aantal overlegmomenten + uitwerken van samenwerkingsovereenkomst DKO en CLB’s
Stad Roeselare • Time-out Beschrijving projectdoelstellingen en –resultaten Cijfergegevens time-outbegeleiding Nieuwe projectnoden • Taalstimulering Selectie voor huiswerkbegeleiding op basis van GOK-gegevens Meting ouderbetrokkenheid? Wiebelweken Nederlands thuistaal niet Nederlands 6-12j eerste leerjaar afgerond
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 103
Stad Sint-Niklaas • Time-out: (opvolging via onderzoek Karel de Grotehogeschool en UA) Aantal jongeren dat naar dezelfde school terugkeert Aantal jongeren dat slaagt op het einde van het schooljaar Aantal jongeren dat het volgende schooljaar opnieuw tot de school wordt toegelaten Aantal jongeren dat tijdens of na het schooljaar van onderwijsvorm verandert Gestandaardiseerde kwalitatieve evaluatieformulieren voor jongere, ouders, school en CLB Jaarlijkse evaluatie samenwerking beide CLB’s op stuurgroepoverleg time-out Jaarlijkse evaluatie samenwerking met VZW Intro op stuurgroepoverleg time-out • Schoolparticipatiefonds: Ingediende onbetaalde facturen per school, per type gezin, per studievorm Aandeel gezinnen, bekend bij OCMW Zelfde of nieuwe gezinnen? Evolutie per schooljaar? GOK- vs. niet-GOK-scholen Relatie tussen kostenbesparend beleid en ingediende factuur? Evaluatievergadering met de jury Terugkoppeling naar de scholen • GOK-projectenfonds: 30% GOK-leerlingen als criterium in het reglement (BaO , BSO, DBSO, BUSO)
Stad Turnhout • Samenwerkingsverbanden binnen het onderwijsveld Aanwezigheid van omgevingsanalyse welzijn cel onderwijs omgevingsanalyse LOP inventaris noden door cel onderwijs memorandum onderwijsraad knelpunten vanuit ORA zorgforum BaO en SO aandeel instroom uit buurgemeenten (stadsmonitor) geboorten in kansarme gezinnen (NIS) aantal deelnemers per onderwijsraad aantal lezers website en nieuwsbrief onderwijsbeleid aantal contacten en adviesvragen van andere stedelijke diensten tav onderwijscel gedragen onderwijsplan met werkpunten per niveau positieve evaluatie van de initiatieven van de onderwijscel financiering loonkost van 3 onderwijsconsulenten vanuit stedelijke begroting • Time-out kort aantal aanmeldingen time-out aantal rondetafelgesprekken aantal begeleidingen time-out aantal geweigerde time-out (jongere niet bereid) aantal geweigerde time-out (lkn niet bereid) doorverwezen naar LTO andere hulpverlening aantal scholen met time-out aanmeldingen aantal scholen met time-out traject
104 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Afstemming tussen centrumsteden en LOP’s inzake onderwijsoverleg en onderwijsbeleid De centrumsteden voeren sinds het Decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau een netoverschrijdend beleid t.a.v. het onderwijs op hun grondgebied of waren hier voordien al mee gestart. De schroom om een netwerk op te starten met actoren uit andere netten, is verdwenen. De centrumsteden zien voor zichzelf duidelijk een taak weggelegd als regisseur van een dergelijk netwerk. Getuige hun onderwijsplannen. De LOP’s effenden in vele gevallen het pad naar deze netoverschrijdende werking. Zij zorgden dikwijls ook voor de impuls tot interne samenwerking tussen stedelijke diensten, een belangrijk aspect van de regierol. Stedelijk onderwijsbeleid en LOP’s, netoverschrijdende opdracht met deels andere accenten De meeste steden ervaren de eigen opdracht inzake onderwijsbeleid als ruimer dan de rol die de LOP’s op hun grondgebied meekregen vanuit het GOK-decreet. Gent stelt: “De LOPs kaderen in het GOK-de creet en de oprichting ervan wordt rechtstreeks in dit decreet vermeld. De Beleidsgroep Onderwijs Gent kadert in het decreet flankerend onderwijsbeleid en is hierin een middel om een lokaal onderwijsplan en een onderwijsbeleid uit te bouwen. De LOPs werken specifiek rond gelijke onderwijskansen. Het actiegebied van de LOPs Gent vallen samen met het grondgebied Gent. De Beleidsgroep Onderwijs Gent beperkt zich niet enkel tot gelijke onderwijskansen, maar gaat ook ruimer. Hoe kan het lokale bestuur het onderwijs stimuleren, versterken in de meest ruime zin.” Leuven sluit aan bij deze visie: “Het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid kadert in het decreet Flankerend Onderwijsbeleid en heeft tot doel om mee een lokaal onderwijsbeleid uit te bouwen. Het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid beperkt zich niet alleen tot gelijke kansen.” Een van de redenen hiervoor is dat het stedelijk onderwijsbeleid zich bekommert om alle onderwijsniveaus en alle onderwijsvormen. Behalve het leerplichtonderwijs – waarin de LOP’s werken aan gelijke onderwijskansen – is voor de steden ook het hoger onderwijs, het kunstonderwijs en het volwassenenonderwijs – tweedekansonderwijs en basiseducatie inbegrepen – van belang. Steden hangen een deel van hun imago en identiteit op aan hun aantrekkingskracht in de omliggende regio, vooral aan de aantallen studenten in het hoger onderwijs. Alle steden profileren zich dus als studentenstad en pakken uit met een studentvriendelijk beleid. Ook het DKO en in mindere mate het VWO liggen hen nauw aan het hart. Dit belet niet dat alle centrumsteden zich prioritair scharen achter het Vlaams gelijkekansenbeleid en in die context in de LOP’s een sterke partner aantreffen. Het decreet betreffende het lokaal flankerend onderwijsbeleid geeft beide ook niet voor niets dezelfde opdrachten. De strategische doelstellingen uit de onderwijsplannen tonen dit aan. Eén onderwijsplan beperkt zich tot de drie decretale opdrachten als strategische doelstelling van het gelijkekansenbeleid, maar pakt toch uit met concrete gelijkekansenprojecten. De andere twaalf onderwijsplannen nemen het gelijkekansenbeleid expliciet op als eerste of tweede strategische doelstelling van het flankerend onderwijsbeleid, waarbij de gelijke kansen het moeten opnemen tegen het ontwikkelen zelf van een flankerend onderwijsbeleid. Het lijdt m.a.w. geen twijfel dat de centrumsteden het Vlaamse gelijkekansenbeleid wensen om te zetten in een eigen stedelijk gelijkekansenverhaal. Stedelijk onderwijsoverleg en LOP’s, netoverschrijdend overleg met deels andere accenten Hoe is de situatie te velde? In Brugge en Hasselt fungeren de LOP’s als overlegorgaan voor het leerplichtonderwijs. In Roeselare geldt dit voor het LOP SO. Voor een LOP BaO is Roeselare vragende partij. Voor het hoger onderwijs, het
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 105
kunstonderwijs en het volwassenenonderwijs hebben Brugge, Hasselt en Roeselare aparte overlegorganen. De andere centrumsteden hebben een eigen stedelijke onderwijsoverlegstructuur opgericht of hebben plannen in die richting. ORA oftewel Onderwijsraad Antwerpen, O.O.M. of Onderwijsoverleg Mechelen, OOR of Oostendse onderwijsraad en de Onderwijsraad Turnhout zijn de kinderschoenen inmiddels ontgroeid. De Beleidsgroep Onderwijs Gent, de Onderwijsraad Hasselt, het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid Leuven en de SNOR oftewel Sint-Niklase Onderwijsraad gingen relatief recent van start als stedelijke onderwijsraden. Aalst, Genk en Roeselare overwegen de oprichting van respectievelijk een overlegstructuur vanuit de stad Aalst, een lokaal onderwijsplatform Genk en een Overlegplatform Flankerend Onderwijsbeleid Roeselare. Waarom twee onderscheiden organen? OP Gent stelt op p. 6-7: “De LOPs kaderen in het GOK-decreet en de oprichting ervan wordt rechtstreeks in dit decreet vermeld. De Beleidsgroep Onderwijs Gent kadert in het decreet flankerend onderwijsbeleid en is hierin een middel om een lokaal onderwijsplan en een onderwijsbeleid uit te bouwen.” Genk motiveert het op te richten onderwijsoverlegorgaan als volgt: “Het belangrijkste lijkt ernstig te informeren en zo breed mogelijk samen te dialogeren zonder daarbij de draagkracht van de educatieve partners te overschrijden. Indien het flankerend onderwijsbeleid en de stedelijke acties binnen de beleidscyclus daar aan bod komen en niet overlappend bilateraal onderhandeld dienen te worden , kan dit tijdsbesparend werken en een breed draagvlak genereren .” Voor de centrumsteden was de opdracht om een onderwijsplan op te stellen een belangrijke stimulans om losse onderwijsgebonden initiatieven op te nemen in een integraal onderwijsbeleid. In deze context garandeert de oprichting van een eigen overlegstructuur ownership van het beleid, een belangrijke factor voor succes. Het onderwijsplan moet bovendien worden goedgekeurd door de gemeenteraad en krijgt hiermee een stevig draagvlak voor het beleid. “Op het terrein lijkt de werking van gemeentelijke onderwijsraden een goed medium om de sector te ‘organiseren’, zodat die als sector met andere sectoren in overleg kan gaan. Hoe de LOP’s en dergelijke onderwijsraden zich tot elkaar moeten verhouden, moet vooralsnog verder worden uitgeklaard. Een parallelle structuur lijkt ons niet overbodig opdat zo tegelijkertijd het kansenbeleid als het intersectorale beleid aandacht krijgt.” (Mahieu, P., Schoolbeleid en stadsbeleid. Aanzetten tot een geopedagogiek, Wolters-Plantyn, Mechelen, 2005, p.68)
“Onderwijsraad en LOP, samen sterk, complementair, naar samenwerking en afstemming “ (Onderwijsraad Hasselt, 31/01/2008) De vraag is dan hoe de samenwerking tussen LOP en het stedelijk beleid kan worden georganiseerd om het gewenste beleid te versterken. De centrumsteden stellen zich daarbij pragmatisch op: Waarin zijn we complementair? Bij welke thema’s of acties is er gevaar voor overlapping? Hoe stroomlijnen we het advies zo efficiënt mogelijk en hoe houden we de vergaderagenda’s werkbaar? Wat doen we samen? Complementariteit is er op verscheidene punten. Alle centrumsteden tonen zich enthousiast over de omgevingsanalyses van de LOP’s en het netwerk dicht bij de scholen (o.a. met de CLB’s) dat ze hebben opgebouwd. Ze maken van beide graag gebruik. Daarnaast wordt ook de LOP-werking inzake inschrijvingsbeleid in dank aanvaard. De twee nieuwe decretale opdrachten – de bevordering van kleuterparticipatie en uitwerking van een spijbelbeleid – leiden eveneens tot complementariteit, zij het overal met eigen afspraken. Gevaar op overlap is er zodra het LOP zijn gelijkekansenwerking verbreedt naar thema’s die buiten de aanvankelijke decretale opdrachten van het GOK-decreet liggen, bijvoorbeeld de opvolging van
106 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
risicojongeren of het oprichten van een sociaal onderwijsfonds. Hierover moeten afspraken worden gemaakt. Dit gebeurt overal, zij het op verschillende wijze, getuige het bijgevoegde overzicht. Samenwerking en afstemming gebeurt concreet door agendapunten en vergadermomenten naast elkaar te leggen, vergaderingen op elkaar te doen aansluiten, thema’s te clusteren zodanig dat de waarnemers gericht aanwezig kunnen zijn. Een vergaderindigestie voorkomen is zeer belangrijk omdat de onderwijspartners van LOP en onderwijsraad ook nog worden verwacht op het overleg kinderopvang en het overleg opvoedingsondersteuning. Werk aan de winkel voor de regisseur van dienst! Samenwerking en afstemming kan tenslotte worden bereikt door aan elkaars werking deel te nemen. Op dit punt is het plaatje in alle centrumsteden verschillend. Alles daarover eveneens in onderstaand overzicht. De volledige inventaris van het onderwijsoverleg en de wijze van samenwerking met het LOP is te vinden vanaf p. 9.
Stad Aalst De bevoegde ambtenaar/regisseur is lid van de algemene vergadering van beide LOP’s en participeert aan de themawerkgroepen binnen de LOP’s. De schepen van onderwijs heeft geregeld overleg met de dagelijkse besturen van beide LOP’s. De beide LOP’s waren partners bij het opstellen van het onderwijsplan. Ze brengen advies uit bij de indiening van de projectaanvragen i.k.v. het lokaal flankerend onderwijsbeleid.
Stad Antwerpen De meest permanente vorm van overleg van de LOP’s gebeurt binnen de stuurgroepen, waarin de schepen van onderwijs zetelt als waarnemer, maar waarin stedelijke diensten als de integratiedienst en het onthaalbureau zetelen met stemrecht. (p.7) Volgende afspraken moeten het probleem van overlapping tussen LOP en ORA counteren: • Deskundigen en voorzitters LOP zetelen als waarnemer in de plenaire vergadering van de ORA en kunnen worden uitgenodigd voor het vast bureau. • Verantwoordelijken LOP, ORA en algemeen onderwijsbeleid komen tweemaandelijks samen en bespreken de agenda’s van de afgelopen en komende vergaderingen. Bij mogelijke of dreigende overlap wordt afgesproken in welke bedding een thema wordt opgenomen. Vuistregel: LOP legt zich toe op inschrijvingsbeleid en individuele leerlingtrajecten, tenzij het een niveauoverstijgend project betreft. ORA spitst zich toe op samenwerkingsverbanden met andere sectoren en andere onderwijsniveaus (volwassenenonderwijs, hoger onderwijs). De ORA buigt zich ook over de samenwerking tussen basis en secundair onderwijs. Doelgroepenbeleid wordt besproken op beide fora; deskundigen LOP en vertegenwoordigers AOB bewaken de overlapping en zorgen waar nodig voor informatiedoorstroom. Rapportering over projecten van de afdeling algemeen onderwijsbeleid gebeurt aan ORA, daarnaast aan stuurgroepen LOP voor die projecten waar dat relevant is. Spontaan advies Zowel de ORA als de LOP’s kunnen spontaan advies uitbrengen aan het stadsbestuur. Het advies wordt overgemaakt aan de schepen voor onderwijs en jeugd, via de secretaris van de ORA. Indien de schepen het nodig acht kan deze adviezen van het LOP voorleggen aan de ORA voor bijkomend commentaar en omgekeerd.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 107
Gevraagd advies 1: projecten Elk onderwijsproject dat de stad Antwerpen ontwikkelt wordt ter advies voorgelegd aan de ORA. Heeft het project betrekking op inschrijving, doelgroepenbeleid of individuele leerlingtrajecten in een bepaald onderwijsniveau, dan kan de schepen voor onderwijs een bijkomend advies vragen aan de betreffende LOP-stuurgroep. Gevraagd advies 2: beleidsplannen Onderwijsplannen van de stad Antwerpen (of andere plannen waarin onderwijs een belangrijke rol speelt) worden ontwikkeld door de afdeling algemeen onderwijsbeleid van de stad Antwerpen in overleg met het onderwijsveld. Na goedkeuring door de schepen voor onderwijs wordt het plan voorgelegd aan de ORA voor advies. Bevat het plan specifieke passages of projecten die betrekking hebben op LOPmaterie, dan kan de schepen een bijkomend advies vragen aan de betreffende LOP-stuurgroep.
Stad Brugge De onderwijsdeskundige is gemandateerd om de stad te vertegenwoordigen binnen het dagelijks bestuur en de algemene vergadering van het LOP Ba en het LOP SO. Daarenboven is er geregeld overleg tussen de onderwijsdeskundige en de deskundige-ondersteuner LOP’s regio Brugge. Dit overleg wordt voor bepaalde onderwerpen uitgebreid met de voorzitters LOP basisonderwijs en LOP secundair onderwijs.
Stad Genk Deelname aan het LOP BaO en het LOP SO (OP p.15) • Actieve participatie aan de vergaderingen van het LOP en de thematische werkgroepen, waarbij er bijzondere aandacht is voor de participatie van ouders en allochtone vertegenwoordigers • Coördinatie en uitvoering van overeengekomen deelacties
Stad Gent De voorzitters en de deskundigen van de LOPs zullen er samen over waken dat beide fora complementair werken. We bekijken samen wie wat doet en versterken elkaar waar mogelijk en gewenst is. Zo kan er bij de ontwikkeling van het onderwijsplan gebruik gemaakt worden van omgevingsanalyses die door de LOPs werden gemaakt. Heel concreet nemen de voorzitters of de deskundigen van de LOPs deel aan de Beleidsgroep. Er wordt een vast agendapunt gemaakt van de terugkoppeling uit de beleidsgroep op het dagelijkse bestuur van de LOPs.
Stad Hasselt In de afsprakennota met het LOP zal: • een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen LOP-materie en thema’s in het kader van het FLOB • het wisselend voorzitterschap geregeld worden • praktische organisatie van overlegmomenten (logistiek, secretariaat, …) voorzien worden • een overzicht van werkgroepen opgenomen worden • … Het LOP kan tevens signalen geven en verduidelijking vragen bij de verdere uitdieping van het beleidsplan en de beleidsvisie van het stadsbestuur naar de toekomst.
Stad Kortrijk De stad is via haar verantwoordelijke van de stedelijke cel onderwijs en via de verantwoordelijke van het stedelijk schoolopbouwwerk, niet alleen vertegenwoordigd in de algemene vergadering van beide LOP’s,
108 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
maar deze afgevaardigden zijn tevens lid van beide dagelijkse besturen. Ook een verantwoordelijke van de stedelijke integratiedienst maakt deel uit van zowel de algemene vergadering en van het dagelijkse bestuur van het LOP secundair. Via deze vertegenwoordigingen wordt de werking van de beide LOP’s terug gekoppeld naar de stedelijke diensten en de stedelijke beleidsverantwoordelijken. De vertegenwoordigers van de stad proberen hierbij zoveel mogelijk ondersteuning en medewerking te geven aan initiatieven en acties van de LOP’s. Zo worden via kanalen en netwerken van de stad infobrochures van het LOP verspreid, participeert het schoolopbouwwerk aan de werkgroep kleuterparticipatie van het LOP basis en organiseert het ook, mede naar aanleiding van besprekingen in het LOP, een centraal meldpunt voor anderstalige nieuwkomers.
Stad Leuven Ambtenaren nemen deel aan het dagelijks bestuur, de algemene vergadering en de werkgroepen van het Lokaal Overlegplatform. De initiatieven die voortkomen uit deze vergaderingen of werkgroepen worden door de stad ondersteund. Ook andere projecten of initiatieven van derden die als doel hebben om gelijke kansen te bevorderen kunnen door de stad ondersteund worden. De stad heeft op regelmatige basis een overleg met de LOP-voorzitters en LOP-deskundigen van het basis- en secundair onderwijs. De projecten en acties die ondernomen worden vanuit het Netwerk Flankerend Onderwijs worden teruggekoppeld naar de LOP’s. De LOP’s kunnen een signaalfunctie vervullen en onderwijsproblematieken doorspelen naast het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid. De LOP-voorzitters, de LOP-deskundigen en de dienst onderwijs zullen er over waken dat beide fora complementair werken.
Stad Mechelen Inhoudelijke afstemming • Zowel het O.O.M. als het LOP geven in hun beleidsplannen duidelijk aan rond welke thema’s ze wensen te werken en op welke wijze ze hiertoe zullen samenwerken met het LOP respectievelijk het O.O.M. In de mate van het mogelijke wordt in de beleidsplannen ook reeds aangegeven voor welke thema’s het O.O.M. respectievelijk het LOP de regie zal opnemen. Het door het O.O.M. geadviseerde beleidsplan in het kader van het flankerend onderwijsbeleid wordt ook ter advies voorgelegd aan het LOP. Beide adviezen worden aan het Mechelse stadsbestuur voorgelegd • Ook bij de opmaak van de jaarplannen waarin de thema’s van de beleidsplannen verder worden geconcretiseerd, zal de wijze waarop het O.O.M. en het LOP hiertoe zullen samenwerken met elkaar, verder worden geëxpliciteerd. • Vanuit haar decretale opdrachten bespreekt het LOP prioritair/neemt het LOP de regie over volgende thema’s: Opmaken van omgevingsanalyse in het kader van ongelijke onderwijskansen binnen het werkingsgebied; Inschrijvingsbeleid en -perioden in het werkingsgebied; Bemiddeling en oriëntering bij inschrijvingsproblemen (weigeringen, definitieve uitsluitingen, jongeren zonder school,…; Onthaalonderwijs en (gewezen) anderstalige nieuwkomers; Kleuterparticipatie; Lokale projecten die in het kader van het lokaal flankerend onderwijsbeleid een advies van het LOP vereisen; • Het O.O.M. bespreekt prioritair/neemt regie over volgende thema’s: Alle aan de stad Mechelen gelinkte beleidsdomeinen die een netoverschrijdend overleg vragen; Alle thema’s die in het kader van het lokaal flankerend onderwijsbeleid een lokale afstemming vereisen;
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 109
Leerlingenvervoer (O.O.G.); Netoverschrijdende samenwerking tussen alle onderwijsniveaus in Mechelen: basis-, secundair onderwijs, hoger onderwijs, volwassenonderwijs, basiseducatie, muziekconservatorium, kunstonderwijs; Overleg met parket, politie en onderwijs; • M.b.t. thema’s die kaderen in het Gelijke Onderwijskansendecreet (vb. taalstimulering en ouderbetrokkenheid, spijbelen, schoolkosten,…) en in principe aan bod kunnen komen in beide overlegfora, bespreken O.O.M. en LOP vooraf wie de regie opneemt. Hierbij zal o.a. rekening worden gehouden met de opgebouwde knowhow rond het thema, de administratief-logistieke omstandigheden en ondersteuning waarop men kan terugvallen binnen de respectievelijke overlegfora. Praktische samenwerking • O.O.M. en LOP streven naar een maximale afstemming van de vergaderkalender. Om overlap te vermijden en verslaggeving van verschillende werkgroepen/stuurgroepen zo efficiënt mogelijk te agenderen, worden de agenda’s voor de stuurgroepen van het O.O.M. en de dagelijkse besturen in overleg opgesteld. • Bij de samenstelling van de stuurgroepen van het O.O.M. en de dagelijkse besturen van het LOP wordt op het niveau van de stad Mechelen gestreefd naar een maximaal aantal dubbelmandaten. Op deze manier kan inhoudelijke overlap maximaal worden vermeden. • Bij de jaarlijkse opmaak van de jaarplannen, overleggen de gemandateerden voor LOP en O.O.M. over: a) welke werkgroepen worden opgestart/gecontinueerd; b) met welke samenstelling; c) voor welke duur en tijdstip van vergaderen. LOP en O.O.M. maken duidelijke afspraken over wie de regie neemt over welke werkgroepen. Daarbij zal de vergaderdruk sterk de rode draad zijn doorheen de afspraken. • Oprichting van ad-hoc-werkgroepen tijdens het schooljaar worden steeds overlegd tussen O.O.M. en LOP • Adviezen geformuleerd door het LOP, die relevantie hebben voor het Mechelse onderwijsveld en de lokale overheid worden evenzeer besproken in het OOM. De adviezen van O.O.M. en LOP worden bij voorkeur in consensus overgemaakt aan de stad Mechelen. Indien er geen consensus is, geven O.O.M. en LOP een apart advies. • Om overlappingen bij het ontwikkelen van projecten/acties/initiatieven in het kader van het onderwijs te vermijden, wordt elk project (actie, initiatief) dat de stad Mechelen ontwikkelt, tijdig besproken in het O.O.M. Een project kan dus een initiatief zijn van de stad zelf (bestuur, andere diensten), maar ook groeien vanuit het onderwijsoverleg zelf. In beide situaties wordt het advies van O.O.M. gevraagd en overgemaakt aan het stadsbestuur. Heeft het project betrekking op gelijke onderwijskansen/thema’s waarrond het LOP actief is dan wordt dit besproken in het LOP en tevens hun advies gevraagd. Er kunnen ook projecten worden voorgesteld vanuit het LOP. Wanneer de stad Mechelen voor dit project evenzeer een regisseursrol opneemt, wordt dit besproken in het O.O.M. In elk geval wordt de stad geïnformeerd over alle initiatieven die het LOP neemt bij monde van hun vertegenwoordiger in het dagelijks bestuur en het plenum. • De verslaggeving van de werkgroepen/stuurgroepen wordt in O.O.M. en LOP efficiënt geagendeerd. De inhoudelijke discussie wordt in het O.O.M. en LOP niet opnieuw overgedaan, tenzij er opnieuw een netoverschrijdend advies vereist is. • De stad Mechelen is vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur en algemene vergadering van de LOP’s. Het verslag en de agenda van de stuurgroep O.O.M. wordt bezorgd aan de LOP-deskundige. De LOPdeskundige kan worden uitgenodigd op de stuurgroep O.O.M. in functie van de agenda en als extern deskundige.
110 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse
Stad Oostende De stad neemt deel aan het dagelijks bestuur/de algemene vergadering van het LOP Oostende Middelkerke BaO en SO en haar deelorganen en bewaakt mee de de afstemming van de thema’s.
Stad Roeselare · Streven naar een LOP-basisonderwijs in Roeselare · Deelname LOP secundair onderwijs (OP p.28) De stad is hierin zelf geen initiatiefnemer maar wenst wel zoveel mogelijk betrokken te zijn bij het LOP SO.
Stad Sint-Niklaas De coördinator flankerend onderwijsbeleid woont zowel de algemene vergaderingen als de dagelijkse besturen van de beide LOP’s bij. Er is een goede samenwerking tussen de LOP’s en het flankerend onderwijsbeleid. Het LOP wordt zeer nauw betrokken bij de werking van het GOK-projectenfonds en geeft advies op de projecten die met de middelen flankerend onderwijsbeleid van de Vlaamse overheid tot stand komen. Ook voor de opmaak van dit onderwijsplan werden de dagelijkse besturen van de beide LOP’s betrokken.
Stad Turnhout • Afstemming inhoud LOP en onderwijsraad De cel onderwijs en de voorzitters en de deskundige van het LOP zullen er samen over waken dat beide fora complementair werken. We bekijken samen wie wat doet en versterken elkaar waar mogelijk en gewenst is. Zo kan er bij de ontwikkeling van het onderwijsplan gebruik gemaakt worden van omgevingsanalyses die door het LOP werden gemaakt. Heel concreet hebben de voorzitters en de deskundige van het LOP een zitje in de onderwijsraad. De deskundige heeft ook een zitje in het dagelijks bestuur van de onderwijsraad. Er zijn wekelijkse contacten tussen cel onderwijs en de LOP-deskundige. De cel onderwijs zetelt in bijna elke werkgroep, elke stuurgroep en elke algemene vergadering van LOP basis en LOP secundair. Door de vertrouwensrelatie die met de jaren is gegroeid tussen de cel onderwijs en de LOP-deskundige zijn harde afspraken op papier om overlap te voorkomen niet aan de orde. • Aanpassingen langs beide kanten Er is wederzijds wat geschikt in vergadermomenten. Wat liep en positief geëvalueerd wordt blijft lopen. We doen veel samen (schoolkosten, ondersteuningsinitiatieven, cirkeldag, nieuwjaarsreceptie, time-out... ) We leggen de plannen LOP en Stad naast elkaar & werken samen of complementair.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden analyse 111
112 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Wat leren we uit de eerste onderwijsplannen?
Basisgegevensbestand
Stad Aalst Koppeling aan andere beleidsplannen • Meerjarig beleidsprogramma 2008-2013 met rol van de stad in onderwijs (inrichtende macht en faciliterende regiefunctie) • Sportbeleidsplan 2008-2013 met aandacht voor sportinfrastructuur, sport- en speelpleintjes, uitleen sportmateriaal, schoolsport en interscholenwerking • Cultuurbeleidsplan 2008-2013 met aandacht voor de scholieren- en studentenwerking (Dienst Jeugd), evenementen en jeugdtoerisme • Mobiliteitsplan 2004: convenanten met scholen over leerlingenmobiliteit en veiligheid • Dienst leefmilieu: MOS (Milieuzorg op School) • Minderhedenbeleidsplan 2007-2010 met onderwijsopbouwwerk als prioritair thema • Dienst Preventie van de politie met initiatieven naar het BaO • Strategisch veiligheids- en preventieplan 2007-2010: drug- en alcoholpreventie Koppeling aan andere beleidsdomeinen • “Wie spreekt over onderwijs, heeft het dus ook over toegang tot infrastructuur, gezondheidszorg en milieu, sociale zorg, veiligheid en mobiliteit, sport en cultuur en natuurlijk jeugd en een dynamische communicatie” (p.4) • Zie supra: sport, jeugd, cultuur, mobiliteit en verkeersveiligheid, leefmilieu, preventie Beschrijving regiefunctie • (p. 25) “De regierol houdt in dat er een beleid tot stand komt door middel van een breed horizontaal overleg en door samenwerking met zeer diverse partners. Zo zal een netwerk kunnen ontstaan dat het gelijkekansenbeleid ondersteunt. • De stad Aalst is de organisator en heeft de regiefunctie van het onderwijsplan: de stad Aalst bepaalt het budget en de grootte de stad Aalst neemt de leiding en de verantwoordelijkheid voor de opmaak en de uitvoering van het plan, coördineert en bewaakt • Het onderwijsplan wil ordenen en regisseren in beleidshandelingen die vroeger reeds gebeurden en legt hierbij de nadruk op gelijke kansen. • Het onderwijsplan neemt ook nieuwe voorstellen en maatregelen op waarbij alle scholen gelijk behandeld worden. Hierbij wordt weerom vertrokken van een bezorgdheid om gelijke kansen.” Neutraliteit • “Het engagement vanuit de stad Aalst is er om een lokaal onderwijsbeleid te ontwikkelen door het vrijmaken van financiële (projecten) en personele (aanstellen regisseur) middelen. Ook zal er in de nabije toekomst een nieuwe overlegstructuur geïnstalleerd worden.” (p.4) • “Het college van burgemeester en schepenen heeft op 18 februari 2008 beslist om de formatie aan te passen bij gemeenteraadsbeslissing en bij de eerst komende budgetwijziging het krediet te voorzien voor de aanstelling van een ambtenaar die het lokaal flankerend onderwijsbeleid zal uitbouwen en ondersteunen. Alhoewel de stad Aalst ook inrichtende macht is voor de eigen onderwijsinstellingen staat dit los van de werking van deze ambtenaar. De ambtenaar zal zonder onderscheid of voorkeur samenwerken met alle onderwijsinstellingen binnen het Aalsters grondgebied.” (p.35) Aard onderwijsoverleg • LOP BaO en LOP SO • “Gesprekken met heel wat personen uit de Aalsterse onderwijspraktijk” (p.4) • Intentie tot oprichten nieuwe overlegstructuur vanuit de stad Aalst, met werking in themagroepen. “Eveneens zal er een onderwijsraad opgericht worden die het lokaal flankerend onderwijsbeleid zal vormgeven en samengesteld is uit vertegenwoordigers van alle netten.” (p.35) 114 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Wijze van samenwerking met het LOP (OP p.28) Momenteel wordt de opstart van de regiefunctie (onderwijsplan, onderwijsraad) en de uitwerking en coördinatie van de projecten lokaal onderwijsbeleid waargenomen door een ambtenaar van de dienst onderwijs stad Aalst. Deze is lid van de algemene vergadering van beide LOP’s. Eveneens participeert deze persoon in de werkgroepen taalbeleid en kleuterparticipatie van het LOP BaO. Wanneer de regisseur aangesteld is zal deze eveneens deelnemen aan beide overlegstructuren van de LOP’s en deelnemen aan de verschillende themawerkgroepen. De samenwerking met beide LOP’s verloopt goed. Er is regelmatig informeel en formeel overleg en samenwerking met de LOP-deskundige. Het is de bedoeling dat er duidelijke afspraken zijn rond te behandelen onderwerpen door de LOP’s en de onderwijsraad. Er zal over gewaakt worden dat beide structuren niet dezelfde thema’s behandelen, maar complementair werken. Op gezette tijden is er overleg met de schepen van onderwijs en de dagelijkse besturen van beide LOP’s. Vanuit deze vergaderingen worden thema’s aangereikt voor het lokaal onderwijsbeleid. Ook voor de opmaak van dit plan zijn beide LOP’s betrokken partners. Eveneens brengen de LOP’s advies uit bij de indiening van de projectaanvragen i.k.v. het lokaal flankerend onderwijsbeleid. Beide omgevingsanalyses van de LOP’s kunnen dienen als onderbouw voor de ontwikkeling van het lokaal onderwijsbeleid. Visie, missie De visie van de stad Aalst vindt zijn neerslag in het onderwijsplan. Dit plan wordt opgevat (p.25) als groeiplan, als werkinstrument, als dynamisch plan waaraan tussentijdse evaluaties en bijsturing zijn gekoppeld. De stad Aalst is de organisator en heeft de regiefunctie van het onderwijsplan: De stad Aalst bepaalt het budget en de grootte ervan De stad Aalst neemt de leiding en de verantwoordelijkheid voor de opmaak en de uitvoering van het plan, coördineert en bewaakt. Het onderwijsbeleid in Aalst streeft naar beter onderwijs gelijke kansen voor alle leerlingen op het Aalsters grondgebied. Strategische en operationele doelstellingen 4. Een lokaal flankerend onderwijsbeleid uitbouwen 1. Neutraal aanspreekpunt voor de stad Aalst en de lokale (onderwijs)actoren 2. Een lokaal flankerend onderwijsbeleid voeren 3. Netwerking, samenwerking en overleg met het onderwijsveld 5. Onderwijs, opleiding en vorming bieden gelijke kansen aan kinderen en jongeren, ongeacht het milieu waaruit ze afkomstig zijn 1. Taalstimulering verder versterken 2. Kansenpas ondersteunen 6. Veilig en duurzaam naar school 1. Analyseren gegevens en noden 2. Initiatieven opzetten met de dienst mobiliteit Minimale decretale eisen • Controle op de leerplicht: coördinatie door de dienst Onderwijs • Regelmatig schoolbezoek/spijbelen: Er is nog geen specifiek spijbelbeleidsplan De sociale dienst van de lokale politie en de preventiedienst organiseren acties om het spijbelen aan te pakken. Spijbelende jongeren worden opgezocht en naar school of naar de sociale dienst gebracht. analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 115
Ook de CLB’s werken rond spijbelen. Er zijn interne samenwerkingsafspraken tussen de politie, de sociale dienst, de dienst jeugd, de dienst preventie en het regionaal welzijnsoverleg. De werkgroep spijbelen organiseerde: 1. een preventie- en sensibiliseringscampagne naar huisrtsen toe m.b.t. medische attesten 2. enquête in het BaO 3. actie “afwezigheden, wat doen we ermee?” 4. netwerkvorming om verdoken spijbelgevallen op het spoor te komen 5. vorming en informatie • kleuterparticipatie werkgroep in LOP BaO prioritair thema in op te richten onderwijsraad Acties per beleidsspoor 1.
ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders 1. realiseren van gelijke onderwijskansen voor elk kind (vooral taalprogramma’s) De Babbeldoos Taalsprokkels Kleuterproject om taalachterstand weg te werken Huiswerkbegeleiding Samenwerking met Kaho St-Lieven rond doorstroom van allochtone studenten naar HO Uitwerken educatief materiaal Zomerproject “Taalbubbels” 2. Verhogen van ouderbetrokkenheid Scholen motiveren en ondersteunen bij het organiseren van activiteiten rond ouderbetrokkenheid (vb. ouderlokaal) Via spontane contacten, huisbezoeken en/of vorming, ouders proberen wegwijs maken in onze onderwijsstructuur, hen proberen aanzetten tot deelname en betrokkenheid in de school van hun kind. Opvoedingsondersteuning 3. Brugfiguur in communicatie Pictogrammenwoordenboek Bemiddeling tussen scholen en ouders bij problemen Organiseren van vorming 2. focus op risicojongeren 3. ondersteunen schoolteams en -beleid: taalbeleid, aanwezigheidsbeleid, kleuterparticipatie, alcohol- en drugbeleid tijdens evenementen 4. leerkrachtige schoolomgevingen: sport, stedelijk museum, bib, milieudienst 5. veilige schoolomgevingen: mobiliteitsplan 6. sociale voordelen 7. sociaal onderwijsbeleid: kansenpas ondersteunen 8. wegwijs in leer- en studietrajecten 9. levenslang levensbreed leren 10. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt Samenwerking met andere sectoren • Welzijn / OCMW / Minderhedenbeleid Onderwijskansen voor elk kind; ouderbetrokkenheid; brugfiguren • Lokale politie / veiligheid / preventie Pesten;veilig surfen op het internet; druggebruik en weerbaarheidstips tegen druggebruik
116 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
• Mobiliteit Convenanten met scholen m.b.t. fietspoolen, gemachtigde opzichters, fietsregistratie • Werkgelegenheid • Cultuur Uitbouw educatieve werking stedelijk museum; werking bib; zomertaalspeelbad • Jeugd Info voor studenten en scholieren; interactie tussenstudentenclubs en scholen; 100-dagenviering; scholen openstellen voor jeugdtoerisme • Sport Tekort aan gemeentelijke sportinfrastructuur; tekort aan sport- en speelpleintjes; uitleen sportmateriaal; blijvend stimuleren schoolsport • Milieu MOS-werking; compostmeesters • andere Indicatoren uit OP • • • • • • • • • • •
schoolbevolking per onderwijsniveau, -type en -net schoolse vertraging per onderwijsniveau en per sexe “spijbelgedrag” SO GOK-cijfers ln BaO en SO leerlingenstromen (als indicator voor veilige schoolomgeving) woonplaats lln DKO en BaO uitstroom uit BaO instroom in SO, DBSO en BUSO uitstroom SO omgevingsanalyse LOP achterstelling/leerachterstand lln BaOmet nood aan taalondersteuning per net
Indicatoren uit projectaanvragen • Taalspeelbad aantal kinderen begeleid door de taalleerkracht aantal gevolgde nascholingen door de taalleerkracht netwerkvorming: lijst van organisaties, personen en instellingen waarmee de taalleerkracht samenwerkt • Alfaklassen aantal scholen die een beroep doen op de taalcoach aantal hulpvragen van (gok)leerkrachten, zorgcoördinatoren aantal scholen in begeleiding bij de taalcoach aantal Nederlandsonkundige anderstaligen dat niet in aanmerking komt voor het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers (o.a. Franstalige Belgen uit Brussel die naar Aalst uitwijken)
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 117
Stad Antwerpen Koppeling aan andere beleidsplannen Beschrijving regiefunctie Tussen 2000 en 2006 is het onderwijsbeleid van de stad Antwerpen sterk veranderd. Tot 2003 had de stad alleen een bedrijfseenheid stedelijk onderwijs. Met de hervorming tot het stedelijk bedrijf Lerende Stad kwam er een aparte afdeling algemeen onderwijsbeleid, die alle netoverschrijdende onderwijsactiviteiten groepeert. Ze werkt aan de volgende zwaartepunten: onderwijsvernieuwing, kansengroepen, uitvalpreventie risicojongeren, verkeersveilige schoolomgeving. Het beleidsplan algemeen onderwijsbeleid werd goedgekeurd door de Onderwijsraad Antwerpen in december 2002 en door de gemeenteraad in februari 2003. (p.5) Daarmee was Antwerpen de eerste Vlaamse stad die beschikte over een netoverschrijdend lokaal onderwijsplan. De nota was aanleiding voor de vorming van een afdeling algemeen onderwijsbeleid binnen de stedelijke administratie en de oprichting van de beheersstructuur Baobab voor het netoverschrijdend beheer van lokale en bovenlokale middelen die de stad investeert in lokaal onderwijsbeleid. (p.3) Het stadsbestuur (Gemeenteraad en College van Burgemeester en Schepenen): de stad heeft er definitief voor gekozen een beleid te voeren voor scholen en lerenden van alle netten. • Binnen het stedelijk bedrijf Lerende Stad is de afdeling algemeen onderwijsbeleid verantwoordelijk voor beleidsvoorbereiding en –uitvoering voor alle netoverschrijdende initiatieven van het Antwerpse stadsbestuur. Ze volgt de projecten op en werkt faciliterend voor het onderwijs in het algemeen. • De vzw Baobab (Beheersstructuur algemeen onderwijsbeleid Antwerpen) beheert de middelen die bovenlokaal en via sponsoring in het algemeen onderwijsbeleid geïnvesteerd kunnen worden. In deze vzw zijn zowel de politieke als de onderwijswereld vertegenwoordigd. • De uitvoerders zijn organisaties die overeenkomsten afsluiten met vzw BAOBAB om goedgekeurde acties uit te voeren (p.6) Neutraliteit (zie supra) Tot 2003 had de stad alleen een bedrijfseenheid stedelijk onderwijs. Met de hervorming tot het stedelijk bedrijf Lerende Stad kwam er een aparte afdeling algemeen onderwijsbeleid, die alle netoverschrijdende onderwijsactiviteiten groepeert.(p.5) Tegelijk werd de beheersstructuur Baobab opgericht voor het netoverschrijdend beheer van lokale en bovenlokale middelen die de stad investeert in lokaal onderwijsbeleid. (p.3) De oprichting van een nieuwe afdeling heeft een aantal duidelijke voordelen: • De stad heeft nu een neutraal aanspreekpunt voor onderwijs, zowel voor burgers als voor professionele partners binnen en buiten onderwijs. • Overleg kan beter worden gestructureerd en opgevolgd • Beleidsvoorbereidend werk voor stedelijk en algemeen onderwijsbeleid kan worden gescheiden. • Verschillende projecten en acties kunnen beter op elkaar worden afgestemd (p.5) Duidelijke relaties tussen onderwijs en stadsbestuur. De rol van de schepen voor onderwijs als hoofd van het stedelijk onderwijs moet duidelijk afgebakend zijn van zijn rol in het netoverschrijdend onderwijsbeleid. Dit moet duidelijk zijn bij zijn vertegenwoordigers (wie spreekt voor het algemeen onderwijsbeleid, wie voor het stedelijk onderwijs?) en bij de beleidsinhouden: welke gaan over het stedelijk onderwijs welke over het algemeen onderwijsbeleid? Aangezien erkenning van de partners zo belangrijk is, mag het algemeen onderwijsbeleid geen zaak van het stadsbestuur alleen zijn. De spelregels zoals geschetst in paragraaf 2.2. over de Antwerpse beleidscontext moeten op dit vlak garanties bieden, evenals de vertegenwoordiging van de onderwijspartners in de regie-vzw Baobab.. (p.17) Aard onderwijsoverleg • In de Onderwijsraad Antwerpen overleggen vertegenwoordigers van de onderwijsnetten en andere actoren uit het veld van onderwijs en vorming over een brede waaier van onderwijsgerelateerde onderwerpen. 118 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
• Op sommige vlakken zijn scholen rechtstreeks partner van het algemeen onderwijsbeleid, via sommige projecten en subsidies. • Op het grondgebied van de stad Antwerpen zijn twee lokaal overlegplatforms actief: het LOP basisonderwijs en het LOP secundair onderwijs. De meest permanente vorm van overleg van de LOP’s gebeurt binnen de stuurgroepen, waarin de schepen van onderwijs zetelt als waarnemer, maar waarin stedelijke diensten als de integratiedienst en het onthaalbureau zetelen met stemrecht. (p.7) • In Antwerpen wordt er op veel fora overlegd over onderwijs en samenwerking tussen onderwijs en andere beleidsdomeinen. Dat is onvermijdelijk voor zo’n belangrijk thema, maar soms ontstaan er parallelle overleg- en beslissingsmechanismen. Het stadsbestuur en de stedelijke diensten zullen de Onderwijsraad erkennen als eerste gesprekspartner in het onderwijsveld voor nieuwe initiatieven en die thema’s waarvoor geen ander (meer gespecialiseerd) forum bestaat. Daardoor vermijden we dat er allerhande ad hoc overleggroepjes ontstaan over de meest diverse onderwijsthema’s, zonder bredere inbedding. (p.17) Wijze van samenwerking met het LOP (OP p.7-10) De LOP’s (p.7) Op het grondgebied van de stad Antwerpen zijn twee lokaal overlegplatforms actief: het LOP basisonderwijs en het LOP secundair onderwijs. De LOP’s zijn decretaal in het leven geroepen en hebben duidelijk omschreven bevoegdheden (zie verder). De Antwerpse LOP’s worden inhoudelijk en logistiek ondersteund door het stadsbestuur: afvaardiging van experts, ter beschikking stellen van ruimte, opmaak omgevingsanalyse. De meest permanente vorm van overleg van de LOP’s gebeurt binnen de stuurgroepen, waarin de schepen van onderwijs zetelt als waarnemer, maar waarin stedelijke diensten als de integratiedienst en het onthaalbureau zetelen met stemrecht. AOBA (p.8) De afdeling algemeen onderwijsbeleid betrekt de relevante partners in eerste instantie via de bestaande onderwijsfora, ORA en LOP, waarin ook de gebruikers vertegenwoordigd zijn. Inspraak over specifieke thema’s (bijvoorbeeld cultuur, verkeersveiligheid, sport) gebeurt door bilateraal overleg. Onderwijsraad Antwerpen en lokaal overlegplatforms (p.8-10) De Onderwijsraad Antwerpen (ORA) werd in 1999 geïnstalleerd als forum van de onderwijspartners voor overleg, advies en studie over maatschappelijke thema’s en evoluties waar een gemeenschappelijke aanpak toelaat om efficiënter te reageren (Collegezitting donderdag 3 december 1998 (jaarnummer 16450). De ORA zag zich ook als forum voor overleg met externe partners, onder andere de stedelijke overheid. De ORA benadrukte bij oprichting sterk de onafhankelijkheid: het gaat om een autonome raad, die adviezen verstrekt en waarin de schepen voor onderwijs zetelt als raadgevend lid. In zijn werking streeft de ORA naar consensus: een stemmingsprocedure is niet voorzien. De stad Antwerpen erkende de ORA als adviesorgaan. De lokaal overlegplatforms basis- en secundair onderwijs werden in 2003 opgericht in uitvoering van het decreet gelijke onderwijskansen. De LOP’s hebben de volgende decretale bevoegdheden. Omgevingsanalyse over ongelijke onderwijskansen binnen het werkingsgebied. Afspraken over de realisatie van de algemene doelstelling (optimale leer- en ontwikkelingskansen voor alle leerlingen, vermijden van uitsluiting, segregatie en discriminatie, bevorderen van sociale cohesie). Afspraken over opvang, aanbod en toeleiding van anderstalige nieuwkomers naar onthaalonderwijs. Het herberekenen van de relatieve aanwezigheid van leerlingen die beantwoorden aan ten minste één gelijke kansenindicator in het werkingsgebied en het opdelen van het werkingsgebied in deelgebieden. Afspraken over de uitoefening van de bemiddelingsbevoegdheid. Afspraken over scholen van het gewoon secundair onderwijs die de toelating krijgen om tijdens het schooljaar een leerling te weigeren, die omwille van een definitieve uitsluiting van school verandert. Afspraken over gezamenlijke inschrijvingsperiodes; Afspraken over de toepassing van de voorrangsregels, onder andere over een voorrangsrecht voor leerlingen die beantwoorden aan de gelijke kansenindicatoren. analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 119
Afspraken over de communicatie over het inschrijvingsbeleid van de scholen; Het ontwikkelen van instrumenten om dubbele inschrijvingen te voorkomen. Al deze opdrachten zijn gerelateerd aan het inschrijvingsbeleid, behalve punt 2: dit vermeldt duidelijk de LOP’s ook een ruimere opdracht (kunnen) hebben. Het bestaan van ORA en LOP roept een probleem van overlapping in het leven. Het probleem van overlapping is zo goed als onbestaande tussen de beide LOP’s aangezien ze zich beide richten tot een specifiek onderwijsniveau. Wel rijzen een aantal vragen. Waar worden dan zaken besproken die voor beide niveaus relevant zijn? Is het denkbaar dat de beide LOP’s een totaal andere koers gaan varen of zelfs tegengestelde maatregelen zouden nemen? In de praktijk wordt dit ondervangen door nauw overleg tussen de deskundigen van de beide LOP’s. Het probleem van overlapping is ook beperkt waar het gaat om het thema toegang en inschrijving en de bemiddeling daarover. Hoewel dit soms kan verbreden, met name in het secundair onderwijs wanneer blijkt dat sommige studierichtingen volledig “vol” zijn in alle scholen. Hier ontstaan vanuit het inschrijvingsdebat linken naar het debat over “aanbod”. Waar treden dan wel overlappingen op? Bij sommige thema’s en projecten die geïnitieerd worden door het stadsbestuur en die dus geadviseerd en opgevolgd worden door de ORA. De werking risicojongeren met het centraal meldpunt, de jongerencoaching en de opvangstructuur tijdelijk niet schoolbaren sluit nauw aan bij problematieken die ook in het LOP secundair ter sprake komen; ook de nieuwe projecten over studiekeuzebegeleiding sluiten aan bij de LOP-materie. De projectmatige en beleidsmatige werking rond kansengroepen (mensen die in armoe leven, anderstaligen, nieuwkomers) van de stad Antwerpen (LS/AOB en SZ/DIA; verschillende huiswerkprojecten en) wordt zowel in de LOP’s als in de ORA opgevolgd en besproken. Door de relatief sterke vertegenwoordiging van de CLB’s in de LOP’s (cf. aparte werkgroep in LOP secundair) zijn de verschillende projecten waar de CLB’s bij betrokken zijn (CMP, Studiewijzer) sowieso gevoelig voor overlappingen Telkens als een van de beide LOP’s zich wijdt aan zijn “bredere” opdracht (gelijke kansen creëren dus breder ziet dan enkel “inschrijvingsbeleid”) is er mogelijke overlap met de beleidsvoorbereiding van de stad Antwerpen die wordt opgevolgd door de onderwijsraad. Een concreet voorbeeld is de regionale groep van LOP-basis die de scholen van Antwerpen-Noord rond de tafel brengt. Daaruit is een project voortgevloeid (de kleine Comenius) dat werd ingediend als Brede-Schoolproject en zo weer in het vaarwater van de ORA terecht is gekomen. Volgende afspraken moeten het probleem van overlapping tussen LOP en ORA counteren: Deskundigen en voorzitters LOP zetelen als waarnemer in de plenaire vergadering van de ORA en kunnen worden uitgenodigd voor het vast bureau. Verantwoordelijken LOP, ORA en algemeen onderwijsbeleid komen tweemaandelijks samen en bespreken de agenda’s van de afgelopen en komende vergaderingen. Bij mogelijke of dreigende overlap wordt afgesproken in welke bedding een thema wordt opgenomen. Vuistregel: LOP legt zich toe op inschrijvingsbeleid en individuele leerlingtrajecten, tenzij het een niveau-overstijgend project betreft. ORA spitst zich toe op samenwerkingsverbanden met andere sectoren en andere onderwijsniveaus (volwassenenonderwijs, hoger onderwijs). Om dit concreet te maken kunnen themacommissies leden uitnodigen van andere beleidsdomeinen (afhankelijk van het thema). De ORA buigt zich ook over de samenwerking tussen basis en secundair onderwijs. Doelgroepenbeleid wordt besproken op beide fora; deskundigen LOP en vertegenwoordigers AOB bewaken de overlapping en zorgen waar nodig voor informatiedoorstroom.
120 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Rapportering over projecten van de afdeling algemeen onderwijsbeleid gebeurt aan ORA, daarnaast aan stuurgroepen LOP voor die projecten waar dat relevant is. Advies en beleidsontwikkeling Het GOK-decreet voorziet een plaats voor de gemeentebesturen in het LOP, wat impliceert dat de LOP’s een adviesrol voor de lokale overheden hebben. Het decreet flankerend lokaal onderwijsbeleid maakt deze adviesfunctie van de LOP’s expliciet voor projecten in het basis- en/of het secundair onderwijs die worden ondersteund door het departement onderwijs. In Antwerpen fungeren de lokaal overlegplatforms echter in een zeer specifieke context. Ten eerste bevatten beide Antwerpse LOP’s veel meer leden dan de meeste andere LOP’s, zodat de platformvergaderingen, met voor het basisonderwijs bijvoorbeeld meer dan 200 deelnemers, geen werkbare overlegorganen vormen. Het LOP basisonderwijs heeft bijvoorbeeld meer dan 200 deelnemers. Daarom is het best om de adviesfunctie bij de stuurgroep te leggen. Maar we mogen niet vergeten dat er nog een ander kanaal is voor netoverschrijdend overleg en advies: de ORA. De adviesfuncties van de drie organen moeten duidelijk afgebakend worden. Het best is om een onderscheid te maken tussen spontaan advies en gevraagd advies. Spontaan advies Zowel de ORA als de LOP’s kunnen spontaan advies uitbrengen aan het stadsbestuur. Het advies wordt overgemaakt aan de schepen voor onderwijs en jeugd, via de secretaris van de ORA. Indien de schepen het nodig acht kan deze adviezen van het LOP voorleggen aan de ORA voor bijkomend commentaar en omgekeerd. Gevraagd advies 1: projecten Elk onderwijsproject dat de stad Antwerpen ontwikkelt wordt ter advies voorgelegd aan de ORA. Heeft het project betrekking op inschrijving, doelgroepenbeleid of individuele leerlingtrajecten in een bepaald onderwijsniveau, dan kan de schepen voor onderwijs een bijkomend advies vragen aan de betreffende LOP-stuurgroep. Gevraagd advies 2: beleidsplannen Onderwijsplannen van de stad Antwerpen (of andere plannen waarin onderwijs een belangrijke rol speelt) worden ontwikkeld door de afdeling algemeen onderwijsbeleid van de stad Antwerpen in overleg met het onderwijsveld. Na goedkeuring door de schepen voor onderwijs wordt het plan voorgelegd aan de ORA voor advies. Bevat het plan specifieke passages of projecten die betrekking hebben op LOP-materie, dan kan de schepen een bijkomend advies vragen aan de betreffende LOP-stuurgroep. Noch de adviezen van het LOP, noch die van de ORA zijn bindend. Ontwikkeling lokaal onderwijsplan Voor de ontwikkeling van het lokaal onderwijsplan zoals voorzien in het decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau stellen we de volgende werkwijze voor De afdeling algemeen onderwijsbeleid ontwikkelt op basis van het nieuwe bestuursakkoord, het memorandum van de Onderwijsraad Antwerpen en in overleg met de onderwijspartners, het kabinet van de schepen voor onderwijs en waar relevant vertegenwoordigers van belendende beleidsdomeinen een beleidsvoorstel. Het beleidsvoorstel wordt na goedkeuring door de schepen voor onderwijs geagendeerd voor een eerste bespreking op het vast bureau van de Onderwijsraad Antwerpen. Eventueel kan bijkomend advies gevraagd worden aan de LOP-deskundigen. Het - eventueel geamendeerde - beleidsplan wordt opnieuw voorgelegd aan de schepen. Na diens goedkeuring wordt het plan door het vast bureau aan de plenaire raad overgemaakt voor een officieel advies. Het College spreekt zich uit over het nieuwe plan. Na goedkeuring wordt het plan geagendeerd op de Gemeenteraad. Het plan gaat in na goedkeuring door de Gemeenteraad.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 121
Visie, missie Visie: (p.6) Iedereen in Antwerpen heeft en grijpt de kans om een kwalificatie te halen die leidt tot actief en verantwoord burgerschap, brede persoonsvorming en toegang tot het hoger onderwijs en/of tot de arbeidsmarkt. Iedereen in Antwerpen heeft en grijpt de kans om zich levenslang en levensbreed te vormen. De kostprijs van het onderwijs mag het leren niet beperken. De kennis van het Nederlands is cruciaal, betrokkenheid van de ouders een belangrijke sleutel tot succes. Missie: (p.6) De stad wil de regisseur blijven van een nog intensere samenwerking tussen alle netten. Gelijkwaardigheid, partnerschap en financiële transparantie staan voorop. Strategische doelstellingen LS03 - Iedereen in Antwerpen heeft en grijpt de kans om een kwalificatie te behalen die leidt tot actief en verantwoord burgerschap, brede persoonsvorming en toegang tot het hoger onderwijs en/of de arbeidsmarkt. LS04 - Scholen en schoolomgevingen zijn aangename leer- en leefomgevingen waar veiligheid, integriteit en respect gewaarborgd zijn voor leerlingen, leerkrachten en de buurt. LS05 - Door communicatie, educatie, sensibilisering worden scholen - leerplichtonderwijs - op het grondgebied van de stad Antwerpen verkeersveiliger LS06 - Het Antwerps hoger onderwijs vormt een krachtig netwerk. LS13 - Antwerpen is een studentenstad met internationale uitstraling LS15 - De stad zorgt ervoor dat kinderen en jongeren meer bezig zijn met cultuur en sport WNE05 - De stad en het OCMW garanderen aan elke Antwerpenaar het recht op levenslange en levensbrede competentieontwikkeling en op zinvolle activiteiten. Minimale decretale eisen • Kleuterparticipatie (p.16) Alle kinderen gaan vanaf de eerste kleuterklas naar school. (200) (p.23) maatregelen die leiden tot een hogere deelname van kleuters aan het onderwijs (p.24) aanpak onregelmatige kleuterschoolbezoekertjes • Leerplichtcontrole en spijbelen (p.16) Het aantal jongeren dat regelmatig spijbelt daalt en de negatieve gevolgen van spijbelen dalen. De stad zet hiertoe het spijbelbeleid verder en investeert verder in het project SWAT. (202) (p.24) Het aandeel veelspijbelaars in Antwerpen evolueert in de richting van het aandeel in heel Vlaanderen. (…)Een spijbelfunctionaris ingebed in het centraal meldpunt voor risicojongeren ondersteunt, in nauwe samenwerking met de CLB, de spijbelpreventieve en opvolgingsacties en coördineert deze waar nodig met het departement onderwijs, de lokale politie en het jeugdparket. De spijbelfunctionaris monitort gegevens op school- en buurtniveau en doet voorstellen voor lokale acties. Daarnaast worden ‘spijbelmetingen’ gekoppeld aan onderzoek en afgezet tegen de Vlaamse cijfers. Operationele (nagestreefde) doelstellingen per beleidsspoor 1. ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders (p.16) Iedereen op het grondgebied van de stad krijgt de kans om Nederlands te leren. Daartoe voert de stad een actief taalbeleid. Dit impliceert technieken om bij leerlingen de kennis van het Nederlands te versterken (extra uren Nederlands, driejarige middenschool) maar ook om anderstalige ouders de kans te geven Nederlands te volgen op of nabij de school van hun kinderen (199, 201) (p.23) Een plan taal en geletterdheid zal een aantal bestaande acties moeten bundelen en versterken die in de eerste plaats gericht zijn op versterking van taal én taalgebruik bij jonge kinderen en hun ouders, daarnaast op ondersteuning voor oudere kinderen en jongeren, bijvoorbeeld om vakantieverlies tegen te gaan, maar ook in de overgang naar het hoger onderwijs en de arbeidsmarkt. Specifieke acties voor een plan taal- en geletterdheid • stimulering taal kinderen en ouders in voorschoolse kinderopvang en kleuterschool; • programma’s om vakantieverlies tegen te gaan 122 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
• taalstimuleringprogramma’s voor kinderen en jongeren voor wie taal een barrières is voor hun plannen: volgen van ASO, hoger onderwijs, … • taal op de werkvloer, voor werkzoekenden, leefloners, nieuwkomers, … (p.23) maatregelen die leiden tot een hogere deelname van kleuters aan het onderwijs (p. 25) In Antwerpen worden samen met het Huis van het Nederlands, de Schoolbrug en het onthaalbureau voor anderstalige nieuwkomers laagdrempelige lessen NT2 voor volwassenen georganiseerd. 2. focus op risicojongeren (p.6) In het kader van een preventieve aanpak wil de stad blijven investeren in het spijbelbeleid (centraal meldpunt, het project SWAT - Samen werken aan toekomst tegen deviant gedrag,…). Het bestuur wil de band tussen het centrale meldpunt aan de ene kant en de coördinatie opvoedingsondersteuning en de doelgroepenregie risicojongeren aan de andere kant voort ontwikkelen. (p.24) Het aandeel veelspijbelaars in Antwerpen evolueert in de richting van het aandeel in heel Vlaanderen. (p.26) Er is een netwerk voor detectie, opvang en begeleiding voor tijdelijk niet schoolbare jongeren aanwezig. Het centraal meldpunt fungeert in samenwerking met doelgroepregie en de diensten rond opvoedingsondersteuning als draaischijf. 3. ondersteunen schoolteams en -beleid (p.20) De stad stimuleert de netoverschrijdende samenwerking. (p.21) Het Antwerpse onderwijs maakt meer gebruik van internationale ondersteuning en uitwisseling. (p.29) Het hoger onderwijs in Antwerpen vormt een krachtig netwerk voor onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening dat op verschillende terreinen afgestemd is op de sociale, culturele en economische realiteit van een grootstad. Nagestreefde doelstellingen: 1. Versterkte samenwerking binnen de associatie 2. De stad maakt meer gebruik van de wetenschappelijke kennis in de associatie 4. Diverse instroom en gelijke kansen in het hoger onderwijs 5. Diverse instroom en gelijke kansen in de lerarenopleiding 4. leerkrachtige schoolomgevingen (p.22) Antwerpse leerlingen kunnen terecht in een eigentijds en flexibel extra muros aanbod. (p.22) Alle leerlingen ongeacht hun economische, persoonlijke, sociale en culturele achtergrond hebben gelijke kansen in Antwerpse scholen, die een voortrekkersrol spelen op het vlak van onderwijsvernieuwing en kwaliteitsverbetering. (p.24) Antwerpse scholen zijn aantrekkelijke leer- en leefomgevingen die maximaal de leerkansen van de omgeving gebruiken in de uitbouw van een meer integrale dienstverlening. (…) Brede school, een onderwijsconcept dat scholen stimuleert om netwerken te vormen met partners uit andere sectoren is bij uitstek geschikt om dit te stimuleren (p.31)Antwerpen is een studentenstad met internationale uitstraling. • ND 1: Antwerpen is een aantrekkelijke stad voor binnen- en buitenlandse studenten. • ND 2: Antwerpen studentenstad stimuleert en ondersteunt studentenvriendelijke initiatieven. Alle studenten kennen het aanbod van Antwerpen studentenstad en meer studenten maken er gebruik van. • ND3: Studenten en buurtbewoners leven in goede verstandhouding samen in een herkenbare studentenbuurt. (p.33) De bedrijfseenheden Lerende Stad (jeugd en onderwijs) en Cultuur en Sport werken samen om jongeren te stimuleren meer gebruik te maken van de kansen in cultuur en sport zowel tijdens de schooltijd als in de vrije tijd. 5. veilige schoolomgevingen (p.6) Schoolomgevingen moeten veilig zijn. Veilig door het ontbreken van wapens, geweld en agressie. En verkeersveilig, zowel in de naaste omgeving als tussen school en thuis. (p.26) Net- en sectoroverschrijdende samenwerkingsverbanden regelen de aanpak van veiligheid, respect en integriteit in en rond Antwerpse scholen. (p.27) m.b.t. verkeer en mobiliteit
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 123
• Op het grondgebied van de stad Antwerpen kunnen scholen terecht voor informatieve vragen over verkeer en mobiliteit in functie van schoolomgevingen, educatief aanbod, verplaatsingen, regelgeving, begeleiding, gemachtigd opzichters, ... • Voor scholen op het grondgebied van de stad Antwerpen is er een postbusfunctie verkeersveilige schoolomgeving en mobiliteit in functie van administratief dossier, advies, coördinatie en communicatie. • In Antwerpen kunnen scholen of situatiegerelateerde werkgroepen en partners voor hun verkeers- en mobiliteitseducatieve projecten terecht op LS/AOB voor advies, ondersteuning, samenwerkingsverbanden op het vlak van educatief aanbod. 6. sociale voordelen 7. sociaal onderwijsbeleid (p.23) De uitdaging: een samenhangend sociaal beleid ontwikkelen voor de Antwerpse (kans)arme leerlingen en hun ouders. 8. wegwijs in leer- en studietrajecten (p.21) Elke Antwerpenaar is geïnformeerd over het onderwijsaanbod. 9. levenslang levensbreed leren (p. 25) In Antwerpen worden samen met het Huis van het Nederlands, de Schoolbrug en het onthaalbureau voor anderstalige nieuwkomers laagdrempelige lessen NT2 voor volwassenen georganiseerd. (p.32) Elke Antwerpenaar heeft naast recht op onderwijs ook daarna recht op levenslange competentieontwikkeling, die ideaal gezien aansluit op en samenspoort met de inhouden die in het onderwijs aangeboden worden. Voor Antwerpenaren die om welke reden dan ook niet kunnen doorstromen naar werk, wordt een aangepast aanbod van zinvolle activiteiten voorzien. 10. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt (p.6) Opleiding, vorming en attitude zijn cruciaal om werk te vinden. De stad wil onderwijs en arbeidsmarkt dichter bij elkaar brengen en daarvoor ook putten uit bovenlokale fondsen. (p.16) De samenwerking tussen onderwijs, arbeidsmarkt en bedrijfsleven wordt versterkt in functie van organisatie hoger beroepsonderwijs (tussen hoger secundair en bachelor) en creëren van stageplaatsen (203) ; invulling van knelpuntberoepen (204) ; ontwikkeling van een competentieplatform door stad, OCMW en bedrijfsleven (205) (p.32) ND - 1 Er is een goede afstemming tussen alle actoren op het vlak van activering, competentieontwikkeling en werk. ND - 2 De stad optimaliseert levenslange en levensbrede competentieontwikkeling voor jongeren, leerlingen van het voltijds/deeltijds onderwijs, leerkrachten, werknemers, werkzoekenden en andere doelgroepen. ND - 3 Tegen 2013 is er een optimale wisselwerking onderwijs - arbeidsmarkt - bedrijfsleven. ND - 4 Op het grondgebied van de stad Antwerpen krijgt het hoger beroepsonderwijs vorm als een onderwijsniveau aansluitend op het secundair onderwijs, maar primair gericht op het verwerven van algemene en specifieke beroepscompetenties. Samenwerking met andere sectoren – cfr Bestuursakkoord 2007-2012 • • • • • • • • •
Welzijn / OCMW / kinderopvang / opvoedingsondersteuning: cfr. bestuursakkoord Lokale politie / veiligheid / preventie: cfr. bestuursakkoord Mobiliteit Werkgelegenheid / economie: zie bestuursakkoord: belangrijkste uitdaging is onderwijs en arbeidsmarkt dichter bij elkaar brengen Cultuur cfr. Bestuursakkoord: link onderwijs-cultuur zal zeer belangrijk zijn Jeugd: cfr. Bestuursakkoord: zeer belangrijk Sport cfr. Bestuursakkoord: link onderwijs-sport zal zeer belangrijk zijn Milieu andere
124 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
gezondheid cfr. Bestuursakkoord wijkwerking kostprijs; studietoelagen Indicatoren uit OP • Omgevingsanalyse: Antwerpse indicatoren worden opgevolgd en in kaart gebracht i.s.m. DSPA en LOP’s • Beleidsresultaten (tussentijds en einde rit): mate waarin de vooropgestelde acties per strategische doelstelling worden gerealiseerd Indicatoren uit projectaanvragen Brede school • Stimuleringsfonds drie inhoudelijke toetsstenen: diversiteit, verbindingen, participatie organisatorisch: standaarddocumenten voor planning, evaluatie, afrekening • Verspreiding bredeschoolgedachte leerkansen uit projecten uitdragen (vormingssessies, studie- en ontmoetingsdagen, artikels, verslagen, website, begeleiden studenten) ontwikkeling verspreidingsmethodiek brede school samenwerking met ruimer werkveld (partners buiten Antwerpen) Netwerk anders kiezen • Realisatie van de volgende acties: Realisatie van volgende producten: inventaris materialen, methodieken, onderzoek m.b.t. ‘Anders kiezen’, jaarlijkse brochure ‘SO in Antwerpen’, begeleidingsbrochure voor keuzebegeleiders SO,leerlijn ‘Anders kiezen’ voor alle onderwijsniveaus, inventaris GOK-plannen met thema ‘doorstroming en oriëntering’ Realisatie van netoverschrijdend extra-murosaanbod ‘Anders kiezen’ Nascholingsaanbod en –materiaal voor lkn en keuzebegeleiders (o.m. Wacker-methodiek) Overlegmomenten en actieplan met GOK-begeleiders en lkn i.v.m. doorstroming en oriëntering Reflectiemoment in ORA op visietekst ‘keuzebegeleiding’ Publicatie modules ‘keuzevaardigheden’ voor de lerarenopleiding Convenant tussen de stad en onderwijspartners i.v.m. acties rond overgang SO-HO met tweejaarlijks evaluatie- en netwerkmoment Inventarisatie in- en doorstroom kansengroepen in HO Realisatie visie- en activiteitennota voor samenwerking Associatie HO en de stad + netwerkmoment Realisatie website i.s.m. Associatie HO i.v.m. in-, door- en uitstroom kansengroepen in HO • Werking Studiewijzer SWAT • Permanente meting van resultaten • Jaarlijkse tevredenheidsmeting • Onderzoek: opvolging schoolloopbaan gedurende 2 jaar door SWAT, daarna door CMP Werkplekleren en HBO • Realisatie metingen (cijfermatige analyse) bij begin, in midden, op einde van project van het aantal stage- en werkervaringsplaatsen van het aantal ingevulde stageplaatsen voor lkn van het voltijds engagement bij jongeren in het DBSO • Realisatie evaluatie van methodieken, bijscholingen en handboek • Realisatie regelmatige bevragingen kwaliteit stageplaats (studenten, begeleiders, lkn) • Realisatie regelmatig overleg met alle betrokken actoren • Evolutie van het aantal HBO-richtingen in Antwerpen
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 125
Stad Brugge Koppeling aan andere beleidsplannen Voor sommige operationele doelstellingen zal een beroep gedaan worden op de lokale politie en het OCMW binnen het kader van het goedgekeurd lokaal sociaal beleidsplan. (p.7) Voor de specifiek Brugse indicatoren kan verwezen worden naar het • Lokaal sociaal beleidsplan • Jeugdbeleidsplan • Beleidsplan lokaal overleg kinderopvang Brugge • Gegevens van de stedelijke dienst preventie Beschrijving regiefunctie • Uitgangspunten van het Decreet zijn de rol van steden in het beleid ten aanzien van alle lerenden en scholen op het grondgebied, het ondersteunen van het Vlaamse gelijkekansenbeleid in het lokaal beleid en de differentiëring tussen de beheersrol t.a.v. de eigen scholen en de regiefunctie m.b.t. alle lerenden en alle scholen op het grondgebied. De regierol van de stad heeft zowel een horizontale als een verticale component. Enerzijds veronderstelt regisseren een brede horizontale samenwerking met vele partners: alle lokale onderwijsactoren en de relevante partners uit andere sectoren. Het heeft betrekking op de raakvlakken tussen het onderwijs en het sociaal beleid. Een integraal beleid impliceert tevens een verticale samenwerking. Verschillende beleidsniveaus moeten op elkaar inspelen. (p.3) • De uitwerking en algemene coördinatie van het lokaal onderwijsbeleid wordt toegewezen aan de dienst lokaal onderwijsbeleid met als aanspreekpunt de onderwijsdeskundige. Voor de begeleiding van dit proces wordt een beroep gedaan op diverse overlegfora. Het is de onderwijsdeskundige die het stadsbestuur zal moeten adviseren wanneer beleidsbeslissingen betreffende het lokaal onderwijsbeleid moeten worden genomen. Naast de overkoepelende coördinatie zal per beleidsdomein ook moeten worden aangegeven welke stadsdienst zal instaan voor de concretisering, uitwerking en opvolging van operationele beslissingen. (p. 7) Neutraliteit • De opdracht tot het ontwikkelen van een lokaal onderwijsbeleid is door het stadsbestuur gedelegeerd aan de dienst lokaal onderwijsbeleid. Deze dienst staat los van de dienst stedelijk onderwijs die fungeert als inrichtende macht van het stedelijk onderwijs. Hiervoor werd door de gemeenteraad de noodzakelijke kaderwijziging goedgekeurd. • De dienst lokaal onderwijsbeleid staat onder leiding van de onderwijsdeskundige. Ook hier werd door de gemeenteraad de functieomschrijving goedgekeurd. • De onderwijsdeskundige staat in voor de concrete uitwerking van de in het decreet voorziene regiefunctie van de stad als centrumstad. (p.5) • Conform het advies van de VLOR om een duidelijke scheiding aan te brengen tussen de middelen voor het eigen onderwijs en die voor het flankerend onderwijsbeleid, d.w.z. transparantie van de financiële middelen te creëren, Worden projectsubsidies ingeschreven onder artikelengroep 70360/***-** en sociale en andere voordelen onder artikelengroep 70260/***-** Komt er een bijlage die een totaaloverzicht brengt van de middelen op de diverse begrotingsartikels. (p.6) Aard onderwijsoverleg • • • •
Met het leerplichtonderwijs: de bestaande LOP’s Met het hoger onderwijs: het overlegorgaan Brugge Studentenstad Met het DKO: begeleidingscommissie DKO (waarin ook de cultuurbeleidscoördinator zetelt) Met het VWO: nog op te richten adviescommissie volwassenenonderwijs
126 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
• Met het OCMW over opvoedings- en onderwijsondersteuning • Met Kind en Gezin rond de kleuterproblematiek Wijze van overleg met het LOP (OP p.5) De stad Brugge erkent het lokaal overlegplatform gelijke onderwijskansen basisonderwijs en secundair onderwijs als gesprekspartner en externe lokale actoren inzake het flankerend onderwijsbeleid op lokaal vlak voor het leerplichtonderwijs (Beslissing CBS van 26 januari 2007). De gemeenteraad van 29 januari 2008 heeft de onderwijsdeskundige gemandateerd om de stad te vertegenwoordigen binnen het dagelijks bestuur en de algemene vergadering van het lokaal overlegplatform gelijke onderwijskansen basisonderwijs en secundair onderwijs. Daarnaast werden eveneens de vertegenwoordigers van het stedelijk onderwijs aangesteld zodat er een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de stad als onderwijsregiseur en de stad als inrichtende macht van het stedelijk onderwijs. Daarenboven is er het geregeld overleg tussen de onderwijsdeskundige en de deskundige-ondersteuner LOP’s regio Brugge. Dit overleg wordt voor bepaalde onderwerpen uitgebreid met de voorzitters LOP basisonderwijs en LOP secundair onderwijs.. Via het lokaal overlegplatform gelijke onderwijskansen Blankenberge-Brugge secundair onderwijs wordt het flankerend onderwijsbeleid secundair leerplichtonderwijs tussen de steden Brugge en Blankenberge op elkaar afgestemd. Visie, missie Het onderwijsbeleid in Vlaanderen is erop gericht kwaliteitsvol onderwijs en gelijke kansen in onderwijs aan te bieden aan alle lerenden. Dit is in eerste instantie de taak van de scholen. Maar gelijke kansen worden pas reëel als kansarme groepen extra zorg en ondersteuning krijgen, en dat vanaf hun eerste stappen in de kinderopvang tot hun eerste stappen op de arbeidsmarkt. Anders haken zij af. Scholen kunnen deze maatschappelijke opdracht niet alleen aan. Hier ligt de cruciale rol van het lokaal flankerend onderwijsbeleid: samenwerken met het hele lokale onderwijsveld en met diverse lokale partners, waaronder vooral zij die met kansengroepen en inburgering te maken hebben, maar eveneens met actoren die instaan voor mobiliteit, kinderopvang, veiligheid, cultuur en vrije tijd, werkgelegenheid. Strategische en operationele doelstellingen Het is de rol van onderwijs om een formele erkenning te geven aan het afwerken van een leertraject van formeel of zelfs informeel leren ( Ervaringsbewijzen en getuigschriften van Elders Verworven Competenties). De strategische doelstelling van het lokaal flankerend onderwijsbeleid wordt daardoor alle lokale lerenden en in het bijzonder de lokale kansengroepen te ondersteunen bij het behalen van een (formele) kwalificatie, die hen toegang geeft tot hetzij een hoger onderwijsniveau, hetzij de arbeidsmarkt. Aan deze strategische doelstelling wordt een breed palet van operationele doelen met bijhorende concrete actiepunten gekoppeld. (zie de 10 beleidssporen) Minimale decretale eisen • Stimuleren van de kleuterparticipatie: niet-ingeschreven kleuters: Gelet op de bescherming van de privacy wordt een protocol tussen het Ministerie van Onderwijs en Kind & Gezin afgesloten. Het Decreet terzake werd door de Vlaamse Raad goedgekeurd in zitting van 23 januari 2008. De onderwijsdeskundige zal binnen deze materie overleg voeren met de regioverantwoordelijke van K&G en de informatie voorleggen aan het LOP BaO. Onregelmatig aanwezige kleuters: Deze problematiek situeert zich grotendeels binnen de zorg + problematiek. De stad erkent hierbij de rol van het onderwijs-aan-huisproject ’t Scharnier als indicator voor deze problematiek. De problematiek is een overlegmaterie binnen het LOP BaO waar de onderwijsdeskundige op aanwezig is. • Medewerking aan de leerplichtcontrole: Het administratief onderzoek m.b.t. de leerplicht berust bij de dienst lokaal onderwijsbeleid i.s.m. de jeugddienst van de lokale politie en de dienst bevolking. analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 127
• Medewerking aan het geregeld schoolbezoek: Ondersteuning van het uitwerken van een protocol Spijbelaanpak, op initiatief van beide LOP’s en de politiezone Brugge met hierbij tevens aandacht voor problematische afwezigheden van leerlingen in het voltijds en deeltijds leerplichtonderwijs. Doelstelling is de opmaak van een samenwerkingsakkoord tussen de lokale politie, scholen en CLB’s en het Parket van Brugge, waarin ieders rol duidelijk is. Het is een vervolledigen van het driesporenbeleid rond jeugdproblematiek. Dit houdt in dat men zowel de pistes van preventie, zorg als repressie samen bewandelt. Ook de stedelijke preventiedienst wordt bij het protocol betrokken. Als leidraad voor het te voeren spijbelbeleid wordt verwezen naar het actieplan “Een sluitende aanpak…” actie 11: stedelijk beleid en de begeleiding van de overlegplatforms gelijke kansen. Acties per beleidsspoor 1. ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders Hierbij wordt vertrokken van het gegeven van kansenongelijkheid. De opvoedingswinkel en het project studieondersteuning aan huis vallen onder dit beleidsspoor. 2. focus op risicojongeren Basisgegeven is het feit dat leerbedreigde risicojongeren ongekwalificeerd dreigen uit te vallen. Crisismanagement staat dan ook centraal. De time-outprogramma’s vallen onder dit item. 3. ondersteunen schoolteams en -beleid Lokaal worden de scholen van de verschillende netten met een aantal identieke problemen geconfronteerd. Zo kan financiële en logistieke netoverschrijdende hulp worden aangeboden rond o.m. drugspreventiebeleid, cultuurparticipatie… 4. leerkrachtige schoolomgevingen Diverse Vlaamse ministeries lanceren projectoproepen in het kader van de brede school. Initiatieven terzake dienen te komen van de scholen zelf. 5. veilige schoolomgevingen Zone 30, mobiliteitsplan, duurzaam naar school… 6. sociale en andere voordelen Sociale voordelen zijn een lineair subsidiemechanisme met niet te onderschatten impact op het gemeentebudget. Vragen terzake zullen dan ook strikt bekeken worden teneinde het flankerend onderwijsbeleid betaalbaar te houden. 7. sociaal onderwijsbeleid Gezien kansarmoede vaak samenhangt met letterlijke armoede dient een gelijkekansenbeleid oog te hebben voor kosten van sociale, sportieve en culturele activiteiten buiten het dagelijks onderwijsgebeuren. 8. wegwijs in leer- en studietrajecten Mensen hebben vaak absoluut geen besef van het lokale onderwijsaanbod. De rol van de stedelijke overheid kan er dan ook in bestaan mee te werken aan lokale onderwijsmarkten onder de vorm van logistieke steun, de uitgifte van een netoverschrijdend onderwijsaanbod, de medewerking aan de promotie van de proefpas hoger onderwijs. 9. levenslang levensbreed leren Levenslang en levensbreed leren is de verzamelnaam voor het niet-leerplichtgerichte onderwijsaanbod. Initiatieven terzake dienen gericht op het toegankelijk maken van deze onderwijsvormen voor kansarme doelgroepen. 10. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt Het stimuleren van partnerschappen tussen scholen en het lokaal bedrijfsleven door o.m. projecten Alternerend leren (netoverschrijdende samenwerking DBSO, stad, bedrijven) en de rol van de stad en het OCMW als werkgever bij knelpuntberoepen.
128 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Samenwerking met andere sectoren • • • • • • • • •
Welzijn / OCMW Lokale politie / veiligheid / preventie Mobiliteit Werkgelegenheid Cultuur Jeugd Sport Milieu andere
Indicatoren uit OP: herkomst • • • • • • •
Vlaamse indicatoren van de Stadsmonitor gemeentelijke profielschets Stadsmonografie Brugge lokaal sociaal beleidsplan jeugdbeleidsplan beleidsplan lokaal overleg kinderopvang bevragingen LOP’s
Indicatoren uit projectaanvragen • ‘t Scharnier (ex ante) schoolse vertraging in het BaO problematische afwezigheden ongekwalificeerde uitstroom schoolse vertraging SO vraag naar studieondersteuning aan huis aantal aanmeldingen voor studieondersteuning aantal betrokken scholen ’t Scharnier (effectmeting) aantal meldingen van overgang BLO-gewoon SO welbevinden, betrokkenheid en competentie van de lln in kwestie toename van het aantal contacten ouders-school tevredenheid van de ouders over deze contacten tevredenheid van ouders, school en lln over de werkpunten en de opvolging ervan aantal initiatieven talentontwikkeling, studie- en beroepskeuze tevredenheid van scholen, CLB’s en ouders over de gerealiseerde initiatieven tevredenheid van scholen, CLB’s, ouders en lln over gebruik portfolio tevredenheid over de nazorg studieondersteuning bij ouders, lln, scholen en CLB’s aantal contactmomenten tussen lln en begeleider in het kader van de nazorg tevredenheid over het nazorgformulier bij de partners tevredenheid van lln, ouders, scholen en CLB’s bij overstap na definitieve uitsluiting • Time-outproject BLINK aantal aanmeldingen voor time-out aantal begeleidingen terugkeer naar de oorspronkelijke school overstap naar een andere school gaat over naar een hoger jaar aard van de aanmeldingsproblematiek in%
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 129
Stad Genk Koppeling aan andere beleidsplannen + integratie in onderwijsbeleidsplan ‘Flankerend onderwijsbeleid’ Stedelijk meerjarenbeleidsplan 2001-2007 verwijst voor extra initiatieven op de terreinen onderwijs en opvoeding naar het • Minderhedenbeleid • Stedenfondsprogramma van de stad Genk, o.a. schoolopbouwwerkprogramma • Lokaal sociaal beleid • Veiligheids- en samenlevingscontract • Beleidsnota “Millimeterwerk”, lokaal onderwijsbeleid 2006, over taalbeleid Beschrijving regiefunctie: voorwaardenscheppend en ondersteunend Uitgangspunten: ownership van beleidsgebeuren, transparantie en dialoog, openheid en vertrouwen tussen alle partners, systematische en gezamenlijke opvolging en evaluatie, een blijvend dynamisch gebeuren, brug naar andere beleidsdomeinen, onderwijs een belangrijk lokaal beleidsthema, streven naar samenwerking en integratie Combinatie van 5 regiefuncties door het stadsbestuur: • Makelaarsfunctie: partners stimuleren tot deelname, initiëren van discussies • Interne regiefunctie: afstemming en koppeling tussen stedelijke programma’s • Externe regiefunctie: aansturen van gezamenlijke beleidsontwikkeling • Initiatief-functie: realisaties van het eigen schoolopbouwwerk • Controlefunctie: controle op de uitvoering van het onderwijsplan (p.7-8) Neutraliteit • Netoverschrijdend overleg (via LOP of een toekomstig onderwijsplatform) over de voorbereiding, ontwikkeling en evaluatie van het beleid • Alle projecten en programma’s op buurt- en stedelijk niveau met maximale betrokkenheid van alle relevante scholen BaO en So, ongeacht het net en van ouders en kinderen van de doelgroep • Bij acties op buurt-, stedelijk of gemeenschapsniveau rekening houden met vrije schoolkeuze en het bestaan van meerdere netten (p.8) Aard onderwijsoverleg • Ter vervanging van de bestaande stuurgroep schoolopbouwwerk en de denkgroep lokaal onderwijsbeleid: Structurele dialoog tussen het stadsbestuur en de dagelijkse besturen van de lokale overlegplatformen in het lokaal onderwijsplatform Overleg in de LOP’s • Voorkeur voor één orgaan dat de voortgang en invulling van het lokaal onderwijsbeleid opvolgt • Functioneel overleg met partnerorganisaties bij de realisatie van concrete programma’s en projecten Wijze van samenwerking met het LOP (OP p.6) Het oprichten van een lokaal onderwijsplatform, dat een brede en representatieve samenstelling kent en dat op regelmatige tijdstippen bijeengeroepen, geïnformeerd en geraadpleegd wordt, lijkt een meerwaarde te bieden. Daarbij moet duidelijk omschreven worden welke het mandaat is van dit platform en hoe het zich verhoudt ten opzichte van de lokale overlegplatforms, rekening houdend met hun decretaal vastgelegde opdrachten. Het belangrijkste lijkt ernstig te informeren en zo breed mogelijk samen te dialogeren zonder daarbij de draagkracht van de educatieve partners te overschrijden. Indien het flankerend onderwijsbeleid en de stedelijke acties binnen de beleidscyclus daar aan bod komen en niet overlappend bilateraal onderhandeld dienen te worden , kan dit tijdsbesparend werken en een breed draagvlak genereren . Het zou ook definitief de bestaande stuurgroep schoolopbouwwerk en de denkgroep lokaal onderwijsbeleid kunnen vervangen. 130 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Actieprogramma 5.: Deelname aan het Lokaal overlegplatform basis- en secundair onderwijs (OP p.15) • Actieve participatie aan de vergaderingen van het Lokaal overlegplatform en de thematische werkgroepen, waarbij er bijzondere aandacht is voor de participatie van ouders en allochtone vertegenwoordigers • Coördinatie en uitvoering van overeengekomen deelacties Inhoudelijke opties 2007-2008 en 2008-2009 • Sensibilisatie rond het belang en de inhoud van het kleuteronderwijs(inz regelmatige aanwezigheid) via oudergroepen , via sensibilisatiecampagnes ‘Betrokken ouders, sterke kinderen..’, specifieke campagnes van het LOP ) Gezamenlijke verdieping van het inschrijvingsbeleid van het Genkse basisonderwijs (binnen de werkgroep inschrijvingsbeleid van het LOP basisonderwijs) via de ontwikkeling van expliciete passage over de meerwaarde van regelmatige aanwezigheid • Overleg over het thema kleuterparticipatie binnen het kader van het LOP basisonderwijs • Medewerking aan de realisatie van een thematisch forum in het kader van het LOP Secundair onderwijs Visie, missie Meerjarenbeleidsplan 2008-2013: De stad wil – zonder zelf leerplichtonderwijs in te richten – aan haar burgers, jong en oud, een leerrijke omgeving aanbieden die een optimale ontwikkeling van ieders talenten stimuleert, gericht op sterkere onderwijsloopbanen, een volwaardige participatie aan het maatschappelijk leven, de ontwikkeling van krachtige loopbanen op maat van ieders kunnen en interesses, op ondernemerschap zowel economisch als sociaal-cultureel, individuele ontplooiing en sociale cohesie. Met bijzondere aandacht voor gelijke onderwijskansen moet het stimuleren van talentontwikkeling en het verwerven van sociaal-economische basisvaardigheden ertoe leiden dat Genk een draagkrachtige bevolking krijgt die de evolutie naar een creatieve kennismaatschappij aankan. Lokaal onderwijsplan: Het stadsbestuur van Genk wenst in dat kader “de kansen van kinderen en jongeren in het algemeen en van allochtone of kansarme kinderen en jongeren in het bijzonder op een volwaardige schoolloopbaan te verhogen via een krachtig flankerend onderwijsbeleid en in de volgende beleidsperiode, complementair aan het Vlaamse gelijke onderwijskansenbeleid, bij te dragen tot een doelmatiger lokaal gelijke onderwijskansenbeleid en dat via • De versterking van de samenwerking tussen onderwijs en welzijnsactoren op buurt- en stedelijk niveau • Het aanwenden van lokale hefbomen en know how • De ontwikkeling van complementaire programma’s en impulsen (m.n. schoolopbouwwerk, opvoedingsondersteuning, taalstimulering…) die netoverschrijdend en neutraal zijn en bijzondere aandacht hebben voor de sociaal-economisch zwakste gezinnen Strategische en operationele doelstellingen SD: Het flankerend onderwijsbeleid wil een complementair en voorwaardenscheppende bijdrage leveren aan de bevordering van de gelijke onderwijskansen van alle Genkse leerlingen van het BaO en het SO, met bijzondere aandacht voor kinderen uit kansarme en/of allochtone gezinnen. OD1: het ontwikkelen van een degelijk lokaal onderwijsbeleid en het flankerend ondersteunen van de onderwijspartners OD2: de pedagogische inzet en draagkracht van ouders versterken OD3: de taalvaardigheid (in het Nederlands) van kinderen en jongeren versterken (Taaloffensief + Bibus) Minimale decretale eisen • Ontwikkelen van stedelijk beleid inzake kleuterparticipatie en de aanpak van schoolverzuim en spijbelen • P.14: ontwikkeling van een brede sensibilisatiestrategie voor ouders van jonge kinderen over startvoorwaarden kleuterschool i.s.m. Kinde en Gezin, de federaties, de Opvoedingswinkel en het Onthaalbureau
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 131
Acties per beleidsspoor 1. ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders • Stimuleren van de voor- en vroegschoolse taalontwikkeling van 0- tot 12-jarigen, inzonderheid van 2,5- tot 6-jarigen. • Verdere ontwikkeling, afstemming en netwerking rond taalactiverend en taalstimulerend gedrag van ouders vanuit de beleidsnota “Millimeterwerk” • Ontwikkeling van buitenschoolse taalprogramma’s, gericht op kinderen en ouders (uitbreiding Bibus) 2. focus op risicojongeren 3. ondersteunen schoolteams en -beleid • Ontwikkeling en realisatie van specifieke communicatie- en sensibiliseringsstrategieën mbt taalvaardigheid en ouderbetrokkenheid • Ontwikkeling van een brede vormings- en sensibiliseringsstrategie voor Genkse kleuterleidsters mbt de verdere verkleuring van het kleuteronderwijs en een nieuwe wijze van omgaan met diversiteit, kansarmoedeprocessen en anders- en meertaligheid • Ondersteuning van BaO bij de ontwikkeling van ouderbetrokkenheid en taalstimuleringsbeleid • Ontwikkeling en implementatie van buurt- en schoolgebonden programma’s om het onderwijsondersteunend gedrag van kansarme en/of allochtone ouders te stimuleren en te versterken • Verdere ontwikkleing en werking van educatieve en/of onderwijsnetwerken op stedelijk of buurtniveau • Ondersteuning van de werking van de LOP’s • Ontwikkeling en realisatie van doorstromingsprogramma’s in het SO • Ontwikkelen van stedelijk beleid inzake kleuterparticipatie en de aanpak van schoolverzuim en spijbelen 4. leerkrachtige schoolomgevingen • Optimaliseren van de schoolomgeving als interculturele leeromgeving • Ontwikkelen van proeftuinen brede school in BaO en SO 5. veilige schoolomgevingen 6. sociale voordelen 7. sociaal onderwijsbeleid 8. wegwijs in leer- en studietrajecten 9. levenslang levensbreed leren 10. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt Samenwerking met andere sectoren • • • • • • • • • •
Welzijn / OCMW: ja Integratiedienst: ja Lokale politie / veiligheid / preventie Mobiliteit Werkgelegenheid Cultuur Jeugd Sport Milieu andere
Indicatoren uit OP • aanknopingspunten omgevingsanalyse Stedenfonds, minderhedenbeleid en LOP • taalvaardigheid kleuters en deelnemers taalstimuleringsprogramma’s (taaltoetsen) hogere scores op taalvaardigheidstesten betere kencijfers onderwijsachterstand niveau 5de leerjaar • verhoogde kleuterparticipatie verhoogd inzicht ouders
132 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
• • •
• •
verhoogde deelname ouders aan schoolgebeuren toegenomen mate van ouderparticipatie aantal sensibiliseringscampagnes participatie kinderen en ouders aan verrijkings- en stimuleringsprogramma’s kleuterleid(st)ers mate verbetering beginvoorwaarden volgens kleuterleidsters aantal deelnemende kleuterleidsters mate van competentiegevoel kleuterleidsters m.b.t. uitdagingen positieve beoordeling impact beleidsplan en programma’s door partners toename educatieve initiatieven in impulswijken optimalisering van de aanpak van schoolverzuim en spijbelen vermindering schoolverzuimcijfers verbeterde samenwerking tussen onderwijs en welzijn verbeterde doorstroming allochtone jongeren in SO Actiepunt: permanente omgevingsanalyse inzake onderwijs: monitoring evolutie in het BaO, kwalitatieve en kwantitatieve analyse kleuterparticipatie; idem spijbelgedrag en schoolverzuim
Indicatoren uit projectaanvragen • Taaloffensief Ex ante: Thuistaal Ontwikkeling meetinstrument Bibus met tussentijdse procesevaluatie in januari summatieve proces- en productevaluatie in juni Hoe? Kwantitatief: Opkomstcijfers Aanwezigheidslijsten Bereikt aantal deelnemers bij de vormingstrajecten… Kwalitatief Tevredenheids- en effectiviteitsmeting bij ouders Bibus Tevredenheids- en effectiviteitsmeting bij alle kleuterleid(st)ers van Genk Uitleningscijfers en inschrijvingscijfers bibliotheek Tevredenheids- en effectiviteitsmeting bij ouders en organisaties i.v.m. Taalkoffer • Betrokken ouders – Sterke ouders Ex ante: Scholingsgraad “ouders” Evaluatiecriteria kwantitatief (registratie stad + peiling bij partners) Opkomstgegevens ouders op ouderinitiatieven Aanwezigheidsgegevens (gedifferentieerd) Vaderbetrokkenheid (aanwezigheid vaders op vaderinitiatieven) Bereik (vooropgestelde aantallen vgl, gerealiseerde aantallen) Evaluatiecriteria kwalitatief Tevredenheids- en effectiviteitsonderzoek m.b.t. acties bij scholen Evaluatie door deelnemers van tevredenheid, verworven inzicht, bruikbaarheid info, eigen inzet en betrokkenheid Onderzoek bij gezinnen naar bekendheid van acties, boodschappen Rondvraag bij partners inzake betrokkenheid, kwaliteit van producten en processen, impact en effectiviteit van programma’s en acties
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 133
Stad Gent Koppeling aan andere beleidsplannen // Wel projectmatige en financiële link met werking Stedenfonds. Beschrijving regiefunctie (p.2) “Lokale overheden kunnen sterke bondgenootschappen opzetten voor gelijke kansen in het onderwijs met alle schoolnetten. (…) In een centrumstad als Gent worden scholen geconfronteerd met noden die hun eigen school ruim overschrijden en die alleen kunnan worden aangepakt door een integraal samenwerkingsverband met verscheidene partners aan te gaan. De onderwijspartners zijn niet alleen ontvangers, maar ook coöperatoren in het Gentse onderwijslandschap. (…) Het stadsbestuur wil ervoor zorgen dat alle betrokkenen evenwaardig kunnen participeren door een onafhankelijk orgaan op te richten dat het netoverschrijdend onderwijsbeleid in de stad stuurt en door het uitschrijven van een gemeenschappelijk onderwijsplan voor de volgende jaren.” (p.5) De Schepen van Onderwijs en Opvoeding van de Stad Gent nam het initiatief om, in samenwerking met alle Gentse onderwijspartners, een Beleidsgroep Onderwijs Gent op te richten die zich als één centraal orgaan op een gestructureerde manier kan bezinnen over niveauoverstijgende aangelegenheden. De Beleidsgroep Onderwijs Gent stelt zich als doel de communicatie te bevorderen tussen de netten en de verschillende onderwijspartners door een regelmatig(2 maandelijks) en gestructureerd overleg te organiseren, waarbij rekening wordt gehouden met de eigenheid van de verschillende onderwijspartners. Hierbij wordt een consensus nagestreefd in de werking en de besluitvorming. (p.6) “Een centrumstad zoals Gent wil haar regisseursfunctie uitdrukkelijk opnemen in dit lokale onderwijsbeleid. (…)Als alle partners in een dergelijke Beleidsgroep Onderwijs vertegenwoordigd worden, zijn er wellicht voldoende voorwaarden gerealiseerd om een ondersteunende regie te voeren.” Neutraliteit (p.2) “Het stadsbestuur wil ervoor zorgen dat alle betrokkenen evenwaardig kunnen participeren door een onafhankelijk orgaan op te richten dat het netoverschrijdend onderwijsbeleid in de stad stuurt en door het uitschrijven van een gemeenschappelijk onderwijsplan voor de volgende jaren.” (P.6) idem + “Bovendien worden alle maatregelen en middelen die toebedeeld worden aan het stedelijk onderwijs voorgelegd aan de Gentse gemeenteraad. De middelen in het kader van het flankerende onderwijsbeleid worden jaarlijks voorgelegd aan de Vlaamse overheid én aan de Beleidsgroep Onderwijs Gent.” (p.7): “In de huidige begroting zijn in ieder geval al heel wat middelen voorzien die worden aangewend door het Departement Onderwijs en Opvoeding Stad Gent voor netoverschrijdende acties en projecten” Aard onderwijsoverleg (p.5) De beleidsgroep Onderwijs Gent is belast met de volgende bevoegdheden: • een netoverschrijdend overleg en probleemoplossende werking; • de uitwerking van beleidsvisies, verklaringen, adviezen en aanbevelingen, in het bijzonder bij de opmaak van het onderwijsplan zoals voorzien in het decreet en ten aanzien van concrete projecten, los van de financiële bron; • de oprichting en samenstelling van de thematische (evt. niveaugebonden) commissies. (p.7) Per onderwijsniveau hebben de LOP’s een net- en sectoroverschijdende vergadering. Er wordt een vast agendapunt gemaakt van de terugkoppeling uit de beleidsgroep op het dagelijks bestuur van de LOP’s. (afstemming inhoud LOP en Beleidsgroep Onderwijs Gent) Wijze van overleg met het LOP (OP p.6-7) • Enkele verschilpunten tussen LOP en Beleidsgroep onderwijs Gent De LOPs kaderen in het GOK-decreet en de oprichting ervan wordt rechtstreeks in dit decreet vermeld. De Beleidsgroep Onderwijs Gent kadert in het decreet flankerend onderwijsbeleid en is hierin een mid134 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
del om een lokaal onderwijsplan en een onderwijsbeleid uit te bouwen. De LOPs werken specifiek rond gelijke onderwijskansen. Het actiegebied van de LOPs Gent vallen samen met het grondgebied Gent. De Beleidsgroep Onderwijs Gent beperkt zich niet enkel tot gelijke onderwijskansen, maar gaat ook ruimer. Hoe kan het lokale bestuur het onderwijs stimuleren, versterken in de meest ruime zin. Per onderwijsniveau hebben de LOPs een netoverschrijdende en sectoroverschrijdende algemene vergadering. De LOPs vertegenwoordigen de stem van al deze sectoren zoals ouderverenigingen, zelforganisaties, scholierenkoepel... Praktische uitwerking gebeurt in werkgroepen. De Beleidsgroep verenigt aanspreekpunten van scholen en onderwijspartners van elk net en alle niveaus zodat we zicht krijgen op het grote geheel, de grote lijnen en de totaliteit. Vanuit dit inzicht willen we een lokaal onderwijsbeleid ontwikkelen. De uitwerking gebeurt ook in de themagroepen en deze punten worden teruggekoppeld naar de volledige Beleidsgroep. • Afstemming inhoud LOP en Beleidsgroep Onderwijs Gent De voorzitters en de deskundigen van de LOPs zullen er samen over waken dat beide fora complementair werken. We bekijken samen wie wat doet en versterken elkaar waar mogelijk en gewenst is. Zo kan er bij de ontwikkeling van het onderwijsplan gebruik gemaakt worden van omgevingsanalyses die door de LOPs werden gemaakt. Heel concreet nemen de voorzitters of de deskundigen van de LOPs deel aan de Beleidsgroep. Er wordt een vast agendapunt gemaakt van de terugkoppeling uit de beleidsgroep op het dagelijkse bestuur van de LOPs. Visie, missie (p. 9-10) Onderwijs en opvoeding bestendigen al te vaak de bestaande sociale ongelijkheid. In nogal wat gevallen wordt ze er zelfs door versterkt. Op het vlak van democratisering is er al heel wat gebeurd. Maar toch is er nog een lange weg af te leggen. “There is nothing so unequal as the equal treatment of unequals”. Gelijke kansen betekent veelal verscheidenheid in aanpak. Elke persoon moet zich op een gelijkwaardige manier kunnen ontplooien. Iedereen heeft toegang tot onderwijs. Tot daar de theorie. In werkelijkheid zijn de drempels voor heel wat kinderen, studenten en cursisten té hoog. Vaak zijn er financiële hinderpalen. Soms is er sprake van mobiliteitsproblemen. In nog andere gevallen zorgen taal- en cultuurverschillen voor een barrière. Een onderwijs dat alle kinderen maximale kansen wil geven om hun talenten en vaardigheden te ontplooien, maakt werk van die obstakels. Voor mensen die niet alle kansen gekregen hebben of niet alle kansen benut hebben tijdens de leerplicht, zorgt onderwijs voor een tweede kans via het volwassenenonderwijs. Strategische en operationele doelstellingen SD1 Gelijke kansen bevorderen in Gent voor alle onderwijsniveau’s OD We werken aan een optimalisering van de instroom, doorstroom en uitstroom in het onderwijs OD Specifieke doelgroepen in Gent vragen specifieke acties OD Kleuterparticipatie en geregeld schoolbezoek OD Levenslang Leren in Gent OD Ondersteunen van leerrecht-Leerplicht SD2 Samenwerking tussen Gentse onderwijsactoren stimuleren OD Het concretiseren van de verschillende overlegorganen in Gent Het oprichten van de Beleidsgroep Onderwijs Gent Project Brede School OD Financiële en logistieke maatregelen nemen die net-en niveauoverstijgend zijn in Gent Een aantal educatieve diensten zijn expliciet opgezet om een aanbod te verstrekken aan alle onderwijsinstellingen in Gent SD3 Innovatie in Gent stimuleren OD Begeleiden en initiëren van experimenten en proeftuinen analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 135
SD4 Gent Studentenstad OD Gent wil een gecoördineerd en geïntegreerd beleid voeren naar de studenten op haar grondgebied SD5 Veilige en gezonde schoolomgeving creëren SD6 Ouderbetrokkenheid ondersteunen en aanmoedigen Minimale decretale eisen OD Kleuterparticipatie en geregeld schoolbezoek De toeleiding naar de kleuterschool en de communicatie hierover optimaliseren we door het uitwerken van een plan van aanpak in elk schoolnet De zorg voor de ingeschreven kleuters, die onregelmatig naar school komen, blijft bij de school en CLB. De ouderbetrokkenheid moet gestimuleerd worden bij het schoolgebeuren vanaf de leeftijd van de jongste kinderen. We pleiten dan ook voor het optimaliseren van de communicatie door het maximaal inzetten van tolken. Financiële drempels voor de scholen om dit te realiseren moeten weggewerkt worden. OD Ondersteunen van leerrecht-Leerplicht Het organiseren van het Steunpunt leerrecht-leerplicht Project On@break door VZW De Werf en Albezon Acties per beleidsspoor 1. ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders • Project Thuistaal op School • Brugfigurenproject 2. focus op risicojongeren • Project On@break door VZW De Werf en Albezon 3. ondersteunen schoolteams en -beleid • Het organiseren van het Steunpunt leerrecht-leerplicht • trainingen rond sociale vaardigheden en probleem-oplossende vaardigheden 4. leerkrachtige schoolomgevingen • Project Brede School • Een aantal educatieve diensten zijn expliciet opgezet om een aanbod te verstrekken aan alle onderwijsinstellingen in Gent • Het ondersteunen van een gezondheidsbeleid op scholen 5. veilige schoolomgevingen • vzw studentENmobiliteit – fietsverhuur voor studenten • Het gecoördineerd inzetten van lijn-en schoolspotters • In de stad Gent maken we actief werk van het S.T.O.P.-principe 6. sociale voordelen 7. sociaal onderwijsbeleid • Project onbetaalde schoolrekeningen • Coördinatie ‘cultuurcheques voor studenten’, een samenwerking met de studentenvoorzieningen alle Gentse hoger onderwijsinstellingen, stad Gent en de Gentse cultuurhuizen. Drempelverlagend voor cultuurinitiatieven door de lage prijs. • Coördinatie databank Kot@gent, een samenwerking met studentenvoorzieningen van alle Gentse hoger onderwijsinstellingen om te streven naar een kwaliteitsvol aanbod studentenhuisvesting. Brochure ‘op kot in Gent’, website ‘kot@gent’. 8. wegwijs in leer- en studietrajecten • geïntegreerd beleid in de klas en op de school over studie-en beroepsoriëntering. • Project De Stap: De STAP is niet meer weg te denken als belangrijke actor wat studiekeuze en onderwijsoriëntering betreft in Gent. 9. levenslang levensbreed leren • Levenslang leren via het Hoger onderwijs, deeltijds kunstonderwijs en het volwassenenonderwijs 136 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
stimuleren. Hierbij gaat specifieke aandacht naar de bestrijding van laaggeletterdheid. Dit doen we oa. door het versterken van de basiseducatie en het volwassenenonderwijs in het algemeen. • Het aanstellen van een coördinator voor het Gents Plan Geletterdheid in 2008. • Interactief project met de stadsbibliotheek • Project De Digitale kloof 10. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt • Project Deeltijds@work • De arbeidsmarkt wordt gesensibiliseerd voor specifieke doelgroepen in • samenwerking met de lokale en sociale economische projecten via oa. het • jongerenbanenplan ism. LWB, VDAB, het jeugdwerk... Samenwerking met andere sectoren • • • • • • • • •
Welzijn / OCMW Lokale politie / veiligheid / preventie Mobiliteit Werkgelegenheid Cultuur Jeugd Sport Milieu andere
Indicatoren uit OP • • • • • • • •
evolutie studenten- en leerlingenaantallen procentuele stijging aantal GOK-leerlingen percentage leerlingen met andere thuistaal dan het Nederlands kwaliteit van samenwerking rond gelijke kansen in het BaO evolutie spijbelcijfers aandeel kansarmen in hoger onderwijs aandeel kansarmen in permanente vorming: basiseducatie, TKO, LLL schoolse vertraging in BaO en in SO
Indicatoren uit projectaanvragen • time-out (direct nadien) aanwezigheid op school; positieve evolutie studie- en attituderesultaten (na 1 maand) idem + vermindering incidenten • deeltijds@work stijging % regulier tewerkgestelde jongeren daling % jongeren in brugprojecten minstens status quo % jongeren in voortrajecten • tolk- en vertaalservice aantal bijkomende tolkuren tevredenheid scholen over verbeterde communicatie met ouders • project De Stap aantal bereikte consultanten tevredenheidsmeting • elektronisch vraagregistratiesysteem aantal aanmeldingen met indicator “laaggeschoold” met indicator “schoolse achterstand” aantal “vragen TKO” aantal vragen mbt structuur VWO analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 137
Stad Hasselt Koppeling aan andere beleidsplannen Beleidsverklaring 2007-2012 “Hasselt, een stad met een verhaal” Lokaal sociaal beleidsplan (p.22) Verwevenheid van bevoegdheden Op basis van de hierboven geschetste inventaris kan je stellen dat alle schepenen mee bevoegd zijn voor het flankerend lokaal onderwijsbeleid. Het is dus een gedragen en gedeelde verantwoordelijkheid van het hele politieke stadsbestuur. Expliciete bevoegdheden Anderzijds zijn er specifieke bevoegdheden die expliciet gelinkt zijn en relevant om hier te chetsen: • Schepen van Onderwijs, mevr. Lieve Pollet, oa. bevoegd voor onderwijsbeleid, de stedelijke basisscholen, deeltijds kunstonderwijs en conservatorium • Schepen van studentenzaken, mevr. Valerie Delre • Schepen van Welzijn, dhr. Toon Hermans, oa. bevoegd voor gelijke onderwijskansen en opvoeding, Vanuit de stedelijke administratie zijn volgende diensten hieraan verbonden: • Stedelijke dienst onderwijs, administratie stedelijke basisscholen • Steunpunt Onderwijs en Opvoeding, afdeling welzijn Vanuit het Steunpunt O&O worden momenteel de FLOB-projecten geïnitieerd, gecoördineerd en opgevolgd. • Studentenzaken, jeugddienst, afdeling welzijn Beschrijving regiefunctie (p.4) “Het lokaal flankerend onderwijsbeleid voegt echter een nieuwe, sectoroverschrijdende dimensie toe. (…) zijn er heel wat raakvlakken tussen het onderwijs en de diverse domeinen van het lokale beleid. Om hierop in te spelen moet de gemeente, volgens het decreet, haar rol als “regisseur” vervullen. Dit impliceert dat de lokale overheid over onderwijsgerelateerde thema’s netoverschrijdend samenwerkt met een veelheid aan actoren en partners.” Neutraliteit (p. 34) Momenteel worden de projecten Wonderwel en Pitstop, in het kader van FLOB-middelen, aangestuurd en gecoördineerd vanuit het Steunpunt Onderwijs en Opvoeding, afdeling Welzijn. Vanuit het Steunpunt trachten we in te spelen op de gelijke onderwijskansen en noden in de Hasseltse scholen. Hierbij zijn risicoschoolloopbanen en schoolkenmerken doorslaggevend en niet de netgebondenheid van de school. Om ook in de toekomst neutraliteit te garanderen is openheid in de besteding van stedelijke middelen naar het onderwijs een voorwaarde. Aard onderwijsoverleg (p. 33) Tijdens de oprichting van de onderwijsraad, op 31 januari 2008, werd volgende werkwijze voorgesteld en goedgekeurd: “ Onderwijsraad en LOP, samen sterk, complementair, naar samenwerking en afstemming “ • De onderwijsraad is het officiële adviesorgaan en komt minimaal 1 keer per jaar samen • Voor de inhoudelijke werking en het conceptueel uitwerken van het onderwijsbeleid hebben we 3 reflectiegroepen: 1. LOP basisonderwijs 2. LOP secundair onderwijs 3. Andere onderwijspartners en lokale actoren die niet in het LOP zetelen. Deze werkwijze werd voorgesteld na overleg met de Lop-voorzitters en de Lop-deskundige. Bovendien is dit een logisch gevolg op basis van de goede samenwerking met het LOP Hasselt basis en secundair onderwijs. De afspraken over de samenstelling en de werking van de onderwijsraad en reflectiegroepen, de
138 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
omgang met het bestuur en de wisselwerking met het LOP zullen omschreven worden in statuten, een huishoudelijk reglement en een afsprakennota. Wijze van samenwerking met het LOP (OP p. 34-35) 5.3. De manier waarop een centrumstad ten behoeve van de lokale actoren de samenwerking en het overleg faciliteert Overleg, afstemming en advies met lokale actoren zijn wezenlijk voor het realiseren van een stedelijk beleid. Overlegstructuren zijn een klankbord voor de verwachtingen en verzuchtingen van lokale partners en geven op manier sturing aan het beleid, in de vorm van: • Advies aan het lokale bestuur met betrekking tot beleidsvoorbereiding • Advies met betrekking tot beleidsuitvoering • Reflectie en evaluatie Toch willen we scholen, onderwijspartners en andere betrokken organisaties niet belasten met nog maar eens een bijkomende overlegstructuur. Daarom kozen we voor een pragmatische oplossing. Tijdens de oprichting van de onderwijsraad, op 31 januari 2008, werd volgende werkwijze voorgesteld en goedgekeurd: “ Onderwijsraad en LOP, samen sterk, complementair, naar samenwerking en afstemming “ • De onderwijsraad is het officiële adviesorgaan en komt minimaal 1 keer per jaar samen • Voor de inhoudelijke werking en het conceptueel uitwerken van het onderwijsbeleid hebben we 3 reflectiegroepen: LOP basisonderwijs LOP secundair onderwijs Andere onderwijspartners en lokale actoren die niet in het LOP zetelen. Deze werkwijze werd voorgesteld na overleg met de Lop-voorzitters en de Lop-deskundige. Bovendien is dit een logisch gevolg op basis van de goede samenwerking met het LOP Hasselt basis en secundair onderwijs. De afspraken over de samenstelling en de werking van de onderwijsraad en reflectiegroepen, de omgang met het bestuur en de wisselwerking met het LOP zullen omschreven worden in statuten, een huishoudelijk reglement en een afsprakennota. 5.5. De wijze van samenwerking met het lokaal overlegplatform De samenwerking met het lokaal overlegplatform werd reeds aangehaald in 5.3. Daarnaast zal samen en in overleg met het LOP een afsprakennota opgesteld worden. In deze afsprakennota zal: • een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen LOP-materie en thema’s in het kader van het FLOB • het wisselend voorzitterschap geregeld worden • praktische organisatie van overlegmomenten (logistiek, secretariaat, …) voorzien worden • een overzicht van werkgroepen opgenomen worden • … Het LOP kan tevens signalen geven en verduidelijking vragen bij de verdere uitdieping van het beleidsplan en de beleidsvisie van het stadsbestuur naar de toekomst. Visie, missie De visie van het Hasseltse Stadsbestuur betreffende onderwijs wordt in de beleidsverklaring 2007-2012 omschreven als: “Onderwijs is de basis voor persoonlijke ontwikkeling en welvaart. Hasselt beschikt over zeer goede scholen. De stad moet een klimaat creëren waarin de scholen kwaliteitsvol onderwijs kunnen aanbieden en kunnen uitgroeien tot brede scholen die deel uitmaken van de buurt en de samenleving. Kinderen en jongeren opvoeden is een opdracht van de ouders, de school en de samenleving.” Naast deze visie vanuit het stadsbestuur moeten we ook rekening houden met en respect hebben voor het tempo, de eigenheid en het engagement van de diverse partners. Enkel op die manier kan een visie en beleid gedragen worden.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 139
Wij zijn ervan overtuigd dat een onderwijsbeleid slechts inhoud en vorm krijgt wanneer concrete acties en projecten tot leven komen. De focus ligt daarom op handelen en samen doelstellingen realiseren. Het onderwijsbeleidsplan is voor ons een communicatiemiddel om te komen tot doordachte afspraken, afstemming en concrete acties. Strategische en operationele doelstellingen 7. Stedelijke onderwijsregie ontwikkelen OD 1: Het stadsbestuur zoekt afstemming en koppeling tussen alle stedelijke diensten om tot vraaggericht flankerend onderwijsbeleid te komen. OD 2: Het stadsbestuur zoekt afstemming tussen alle lokale actoren om tot een gezamenlijk vraaggericht onderwijsbeleid te komen. 8. Klimaat voor kwaliteitsvol onderwijs creëren OD 1: Kleuterleidsters, leerkrachten, docenten, … ondersteuning bieden naar kennis en vaardigheden in hun omgang met diversiteit. OD 2: Scholen en schoolteams in het secundair onderwijs op een actieve manier ondersteunen in hun omgang met moeilijk hanteerbare jongeren en spijbelaars 9. Elk kind maximale kansen bieden om talenten te ontplooien OD 1: Stad Hasselt wil een actieve partner zijn in de veralgemeende deelname aan het kleuteronderwijs OD 2: Kinderen stimuleren in hun taalvaardigheid om doorstromingskansen te realiseren in hun schoolloopbaan OD 3: Kinderen een zinvolle vrijetijdsbesteding bieden die een positieve invloed heeft op de schoolloopbaan OD 4: Stad Hasselt ondersteunt de hogeschool bij hun inspanningen om leerkrachten in opleiding te vormen met aandacht voor kansengroepen 10. Empowerment, responsabilisering van ouders OD 1: Verhoging van ouderbetrokkenheid en onderwijsondersteunend gedrag bij ouders OD 2: Investeren in pedagogische vaardigheden en het zelfwaardegevoel van ouders is essentieel om de startpositie en participatie van kinderen in het onderwijs te verbeteren /optimaliseren. 11. Werken aan Bredere Schoolomgeving OD 1: Scholen ondersteunen in hun “brede school”-doelstellingen OD 2: Scholen flankeren om raakvlakken met andere domeinen te bevorderen, te faciliteren. 12. Streven naar een zo groot mogelijke gekwalificeerde uitstroom Minimale decretale eisen • De medewerking aan het bevorderen van het geregeld schoolbezoek (maw spijbelpreventie) Acties in het kader van spijbelpreventie worden momenteel voornamelijk opgezet door de stedelijke preventiedienst en de lokale politie Hazodi. Vanuit de preventiedienst werd een Schoolspotter (startbaner) aangeworven. Deze worden ingezet in de omgeving van de hotspots (bushaltes, schoolomgeving, station, etc.) om overlast en spijbelen bij jongeren te voorkomen. Ook de Jeugdpolitie doet steekproefgewijs controles tijdens de schooluren bij jongeren die in het stadscentrum of in de omgeving van bushaltes, scholen, cafés, … rondhangen. Een structureel overleg met preventiedienst, politie en scholen moet leiden tot een degelijk spijbelpreventie-beleid. • De medewerking aan de leerplichtcontrole Momenteel wordt de leerplichtcontrole opgevolgd door de lokale politie Hazodi, meer specifiek de wijkagent. • De medewerking aan maatregelen die moeten leiden tot een veralgemeende deelname van kleuters aan het onderwijs
140 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
In het kader van “het jaar van de kleuter” en thema kleuterparticipatie werd er in samenwerking met het LOP een werkgroep kleuterparticipatie opgestart. In deze werkgroep zetelen scholen (zorg+ leerkrachten), CLB, LOP-deskundige, schoolopbouwwerk (Steunpunt onderwijs en opvoeding) en Kind & Gezin. Tijdens dit overleg wordt er afstemming gezocht tussen de opdrachten en acties vanuit de verschillende domeinen onderwijs en welzijn om te komen tot de veralgemeende deelname van alle Hasseltse kleuters aan het kleuteronderwijs. Dit vertaalt zich niet enkel naar inschrijving van kleuters, maar ook de actieve deelname en betrokkenheid aan het kleuteronderwijs. Gezamenlijke acties zullen verder ontwikkeld worden. Acties per beleidsspoor 1. Ondersteunen van leerlingen en ouders, (b.v. voor- en vroegschoolse taalstimulering) • Wonderwel: samenwerking tussen de afdeling welzijn en het onderwijs in functie van kleuterparticipatie, een goede start van de schoolloopbaan, taalstimulering, een succesvolle overgang naar het secundair onderwijs en een gekwalificeerde uitstroom. • Voorschoolse stimulering (0 – 3 jaar) krijgt voornamelijk vorm via samenwerkingsverbanden met Kind & Gezin. Verpleegkundigen wijzen ouders op het belang van voorlezen, samen boekjes inkijken, tonen van voorbeelden, … (Peuterbadje) • Vroegschoolse stimulering: Boek en Spel op bezoek waarbij studenten in het kader van een alternatieve stage bij maatschappelijk kwetsbare gezinnen aan huis gaan om samen met kinderen (focusgroep = 3 tot 7 jaar, andere kinderen in het gezin worden er uiteraard ook bij betrokken) en ouders spelletjes te spelen en boekjes te lezen. Hoofddoelen: taal- en ontwikkelingsstimulering en ouderbetrokkenheid • Taalstimulering: Babbeldoos: Op zaterdagnamiddag, op een speelse manier, met een thematische insteek, het taalgebruik van anderstalige kinderen stimuleren en verbeteren. Dit schooljaar waren er gemiddeld 25 tot 35 kinderen aanwezig. Poppentheaters: laagdrempelige activiteit op woensdagnamiddag, in een lagere school in de buurt worden alle ouders en kinderen uitgenodigd om naar het poppentheater te komen, de selectie van de theatergezelschappen wordt bepaald op basis van hun aandacht voor de Nederlandse taal en het gebruik ervan. Dit schooljaar werden er in 7 scholen (met veel gok-kinderen) poppentheaters georganiseerd. Vlinderjuf (zie punt 3) Verteltassen: in opstartfase, de verteltas is afkomstig van de storysacks en is een initiatief door ouders. • OUDERS School en taal voor mama’s: in samenwerking met Basiseducatie – Open school wordt in de VB De Boomgaerd taalonderricht gegeven aan anderstalige moeders. De taal wordt sterk gelinkt aan het klasgebeuren en schoolse taal. Zeer nauwe samenwerking met LOP BO en LOP SO: Participatie van medewerkers SOO in werkgroepen en stuurgroepen: goede netwerking, maar tijdsintensief Werkgroep LOP-Bieb Werkgroep omgevingsanalyse Werkgroep LOP-dag Werkgroep onderwijs Ter Hilst … Logistieke en administratieve ondersteuning van LOP door stedelijke dienst onderwijs Ontbijtkransjes in Runkst en Kuringen moedergroep Ter Hilst: komen samen in het kader van onderwijs, hebben samen met het LOP de “ Code – 10 tips voor gelijke onderwijskansen “ ontwikkeld analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 141
Opvoedingswinkel Hasselt: sinds september 2007 heeft Hasselt een opvoedingswinkel waar alle opvoedingsverantwoordelijken terecht kunnen in hun zoektocht naar info, hun vragen, vorming … ivm met de opvoeding van kleuters, kinderen, jongeren, … (0-18 jaar). Ouders informeren over het aanbod en meerwaarde van het jeugdwerk (verwerven van diverse competenties). In het verleden bracht de babbeldoos al eens een bezoek aan de speelpleinwerking. 2. Begeleiden van risicojongeren, vooral spijbelaars en (tijdelijk) niet schoolbare jongeren • PITSTOP (nieuwe naam voor Time Out time In) Helpen van jongeren met een problematische schoolloopbaan. Bieden van nieuwe kansen en preventieve acties. • Peer Mediation vorm van conflicthantering en conflictbemiddeling Leerkrachten worden getraind om leerlingen in de school zelf op te leiden tot conflictbemiddelaars Stad Hasselt heeft deze vorming gefinancierd voor geïnteresseerde scholen (schooljaar 2005-2006) Deelnemende scholen: VTI, THHI, KTAII, Schakelschool, Toverfluit, … Project loopt nog steeds in deze scholen Nazorgfase wordt opgevolgd door het steunpunt in samenwerking met CMGJ • Schoolspotter (vanuit preventiedienst) - Startbaner die ingezet wordt op de hotspots bushaltes, schoolomgeving, station, etc.) om overlast en spijbelen bij jongeren te voorkomen. 3. Ondersteunen van schoolteams en schoolbeleid (schoolklimaat, aanpak van geweld, taalbeleid) • Vlinderjuf: ondersteuning van scholen en leerkrachten in de vorm van workshops, materialen, methodieken, organisatie van werkbezoeken, ervaringsuitwisseling, … • Aanpak van geweld: zie ook Peer Mediation (punt 2) • Aanwerving schoolspotters: startbaners die voornamelijk ingezet zullen worden in het kader van spijbelpreventie (dienst preventie) • Viasano: in 2007, Tentoonstelling “Beweeg” voor studenten middelbaar onderwijs en opvanginitiatieven. In 2008, cursus beweeg je fit voor kinderen met neiging tot overgewicht van 2 tot 12 jaar gedurende een twaalftal weken startend in april 08. • In het kader van Viasano en preventieve gezondheidszorg: aanbod naar de scholen toe een diëtiste te voorzien tijdens een half lesuur per klas van het vierde leerjaar en een ontbijt. • Appelactie Actie naar alle Hasseltse basisscholen in het kader van Viasano en Hasselt Gezonde stad: 7000 appels werden aan 25 scholen verdeeld op maandag 21 mei 2007. • Organisatie van Hasselt kinderrechtenstad waar de rechten van het kind vorm krijgen. Wordt nu gepland binnen het Golemproject. • Taalacademie Hasselt • Opvoedingswinkel Hasselt: waar ook leerkrachten als opvoedingsverantwoordelijken terecht kunnen met al hun vragen ivm opvoeding van kinderen en jongeren. Bovendien zijn het LOP en de CLB’s partner in het Lokaal Samenwerkingsverband Opvoedingsondersteuning. • Hasselt Kinderrechtenstad: Golem-project (cultuur, jeugd, onderwijs) 4. Creëren van een leerkrachtige, stimulerende schoolomgeving: brede school • Schoolcomposteren • Tutt Frutti Hasselt Jaarlijkse fruitabonnementen met 2/3 lokaal fruit. • Bezoek fruitbedrijf in voorjaar Voor leerkrachten en ouders van deelnemende scholen aan Tutti Frutti Hasselt. • Pendejos! Idioten’ Eenakter rond drie milieuthema’s: composteren, bestrijdingsmiddelen en chemische oorlogvoering met nabespreking. Dienst Leefmilieu zorgt voor informatie en promotie. Enkel voor secundair onderwijs. Dienst Leefmilieu subsidieert het toneelstuk. • Drinkwaterfonteinen Begeleiding en informatie voor scholen over de installatie en het gebruik. Infofolder voor de leerlingen en affiches. De dienst leefmilieu voorziet per geplaatst toestel een subsidie, samen met de Watermaatschappij. • Afvalpreventie in school Ter beschikking stellen van gele en blauwe rolcontainers (120 L) en zwarte papierboxen om afval te sorteren. Begeleiding van de school met opmaak van een afvalplan door 142 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
•
• •
•
•
•
dienst leefmilieu. Educatieve koffers (3): Compostkoffer, Verkeerskoffer, Afvalkoffer worden gratis uitgeleend aan alle scholen in Hasselt. Periode: 2006/2007 en 2007/2008 Educatieve spelen: ‘Pak je afval’ spel, ‘Het afvalmonster’, ‘Water’worden uitgeleend. Gus & Toos”-project: Project aanvang schooljaar. Brooddozen en drinkbussen worden tegen democratische (gesubsidieerde) prijzen aan de schoolgaande jeugd aangeboden. Dit is een project ontwikkeld door de werkgroep duurzaamheidsambtenaren van de AML en wordt in verschillende Zuid-Limburgse gemeenten uitgevoerd. “MOS-Schakels” In het kader van MOS (Milieuzorg Op School) van de provincie Limburg, biedt de dienst leefmilieu een hele reeks MOS-schakels aan de scholen aan. Een MOS-schakel is een bedrijf, organisatie of vereniging die zijn/haar deuren wil openzetten voor een Hasseltse klas. Dit kunnen de watermaatschappijen en de brandweer zijn, maar ook fruit- en zuivelboerderijen, wereldwinkel, waterzuiveringsstation, het recyclagepark enz. Het zijn allemaal organisaties die op een positieve wijze aan milieu werken. Bezoek van MOSschakels door scholen. “Hasselt Proper” Een zwerfvuilactie in samenwerking met de scholen, dienst reiniging en een aantal externe diensten. Een klas/school engageert zich om het zwerfvuil in de omgeving van de school of elders op te ruimen. Het materiaal hiervoor wordt ter beschikking gesteld door de dienst reiniging en de school ontvangt hiervoor een subsidie. Afdeling sport Stad Hasselt: projecten voor schoolgaande jeugd Tijdens de schooluren. Sportklassen: Aanbod voor het basisonderwijs, met de klas één week naar de sporthal. Jaarlijks ongeveer 30 sportklassen. Zwembegeleiding: Voor het schoolzwemmen kunnen de LO leerkrachten een lesgever van de Afdeling sport inhuren. Ongeveer 30 lesopdrachten per week. Begeleiding schoolsportdagen: LO leerkrachten kunnen lesgever(s) inhuren om te helpen bij de organisatie van een sportdag. Sportschool gemeentelijke basisschool Rapertingen: Samenwerking leerkrachten en Afdeling sport om dagelijks een extra uur sport aan te bieden. Voor en na de schooluren maar ook tijdens de speeltijd. Action park en sportbos: Avonturenparcours voor jongeren van -12 jaar (sportbos) en jongeren van +12 jaar (Action Park). Verkeerspark: Drie mogelijkheden om te reserveren. 1.Vrij gebruik met eigen materiaal. 2. Huur van materiaal. 3. Huur materiaal en lesgever. Na de school. Naschoolse sport Spalbeek: 1 x per week omnisport aanbod voor kinderen van het basisonderwijs meteen na de schooluren. In Spalbeek door beperkt sport aanbod in deze wijk. Zwemcursussen: Op maandag, vrijdag en zondag watergewenning, zwemles en zwemvervolmaking. Wekelijks 280 deelnemers. Omnisport woensdagnamiddag voor kinderen met obesitas: Wekelijks sportuurtje met sportmonitor van Afdeling sport en begeleiding van diëtiste. Action park en sportbos. Schoolsport, tornooien i.s.w. met SVS (schoolsport): Op woensdagnamiddag; trefbal, voetbal, handbal, zwemmen, netbal, volleybal, basketbal, gevechtssporten, ………… Tijdens schoolvakanties. Sportkampen: Jaarlijks meer dan 200 sportweken voor jongeren. Een zeer gevarieerd aanbod met ongeveer 6000 deelnemers per jaar. Evenementen. analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 143
Vrij gebruik Hasseltse openlucht sportterreinen. “Samen” DVD tegen onverdraagzaamheid. Verlengd naar 2008. (16 jaar) Projecten voor het onderwijs in de musea: Modemuseum. Nationaal Jenevermuseum Het Stadsmus: Permanent educatief aanbod - Tijdelijk educatief aanbod Lesbrieven Viva Veldeke Erfgoedproject KA1 Hasselt Atheneumproject: een traject met leerlingen van ASO van het vierde en vijfde jaar, over de Groene Boulevard, waarin verschillende richtingen verschillende projectjes uitvoeren, en dat zal resulteren in een tentoonstelling (HET Stadsmus) en publicatie over de Groene Boulevard. Lesbrieven Veldeke: Denktraject erfgoededucatie: erfgoedcel participeert in het denktraject rond erfgoed en educatie (organisatie van CANON Cultuurcel, FARO en VIOE) Traject erfgoed met XIOS Hogeschool: Dag van de Regionale Geschiedenis: Project mondelinge geschiedenis i.s.m. KTA II: leerlingen nemen interviews af in verband met het kazerneleven. Vormgeving studenten afdeling Media en Design (KHLim): studenten ontwerpen tentoonstelling over Expo ‘58, die in april in Het Stadsmus loopt. Plannen voor een kleuterproject rond erfgoed in Hasselt: in samenwerking met XIOS Hogeschool Project: Arktos Hasselt in de breedte leren Bloembollen - De dienst groen plant in de herfstperiode 60.000 bloembollen met de kinderen van de lagere scholen. Domein Kiewit - Organiseert educatieve natuuractiviteiten voor BaO en SO Poppentheaters: zie taalstimulering Aankoop van oude turnzaal van VB De Boomgaerd Runkst, voor de ontwikkeling van een wijkcentrum (momenteel wachten op schattingsdossier) Huiswerkclubs - Ondersteunen van huiswerkclubs in de VB Mozaïek en VB Catharina ism Steunpunt O&O en stedelijke Bieb, terugkoppeling op werkgroep LOP-Bieb Omgevingsanalyse “School en Buurt”: Uitgevoerd voor onderzoeksinstituut SEIN (UHasselt) Financiering door Stad Hasselt Deelname aan een zinvolle vrijetijdsbesteding jeugdwerk/jeugdhuis. Het is eigen aan het jeugdwerk dat men er vele competenties leert. Deelname aan kindergemeenteraad, kindparticipatie (alle scholen vaardigen een leerling af). Samenwerking met de scholen omtrent de doecheque (vanaf dit jaar ingegaan, zal in toekomst eerder wijkwerking zijn). Verdeling zomerfolder over aanbod jeugddienst gebeurt via de scholen. Kinderstadsroute wordt vaak gedaan in schoolverband. Hasselt organiseert de “Week van het Huisdier” in oktober met speciale aandacht voor de scholen. Speelpleintjes verbonden aan een school 5. Creëren van vlot bereikbare en veilige schoolomgevingen: mobiliteitsplan, zone 30 • Veiligheidsprotocol Hasselt-Zonhoven-Diepenbeek: Dit protocol dient om de veiligheid en de bescherming van personeelsleden en leerlingen uit bovengenoemde scholen te bevorderen. In de eerste plaats willen de ondertekenaars voorkomen dat op school of in choolverband strafbare feiten worden gepleegd. In de tweede plaats willen ze de slachtoffers van strafbare feiten opvangen en hen tegen represailles beschermen. En ten slotte willen ze voor de daders voorzien in vormen van opvang en begeleiding, liever dan in bestraffende maatregelen (ontwikkelen van preventieve maatregelen). Contactpersoon: vaste politionele aanspreekpunten jeugdcriminaliteit voor de schoolgemeenschappen per provincie: Rob Vanderhoydonk, tel: 011 28 72 47 144 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
• ’t Is klasse met de politie - Project voor de leerlingen van het 6de leerjaar (lager onderwijs) rond 2 thema’s. 1) Om hen bekend te maken met de werking van de politie. 2) Om hen op de hoogte te brengen van de gevaren en nadelen van druggebruik. Ze komen bij de politie op bezoek, krijgen daar een rondleiding en uitgebreide uitleg. • Herinrichting van schoolomgeving in de buurt van een gewestweg (module 10 van het mobiliteitsconvenant). Bv: Zegestraat. • Herinrichting van de Elfde Liniestraat: straat, gelegen aan het stedelijk zwembad en Kapermolenpark, met verschillende secundaire scholen en de Provinciale Hogeschool Limburg, studentenhome, internaat, … • Zone 30 Alle scholen in Hasselt zijn uitgerust met zone 30. • September verkeersmaand Week 1: SENSIBILISERINGSWEEK De eerste dagen van het schooljaar is de politie aanwezig aan de scholen voor het goede verloop van het verkeer. Er worden tevens jaarlijks 5 scholen aangepakt in het Octopusprogramma om zo de infrastructuur in de schoolomgeving veilig te maken voor de kinderen. Week 2: Fietsen is een feest In de verschillende scholen worden er vlagjes uitgedeeld die aan de fiets moeten worden gehangen. Deze vlagjes leggen het accent op de fiets en tonen aan dat fietsen in Hasselt gezond is en een feest is. Koppeling Verkeer -> Gezonde Stad. Week 3: Fiets in orde! Zichtbaar zijn met de fiets begint met een goed uitgeruste fiets. Politie houdt gerichte controles en adviseert de fietsers. De politie HAZODI voert een controle actie uit op 27 september tussen 7u30 en 9u00 op het Vrijwilligersplein in de Heilig Hartwijk met specifieke aandacht voor de schoolgaande jeugd. • ‘MORE’ - Mobile REporters: educatief mobiliteitsspel, mei –juni. • ‘Autoluwe Schooldagen’ (mei) Schoolbevolking neemt deel aan reeks mobiliteitsacties aangeboden door provincie i.s.m. gemeenten. Dienst leefmilieu biedt samen met dienst preventie enkele activiteiten extra aan in bepaalde periode (zie ook MORE): fietsgraveren, fietsen controleren, … • Acties in het kader van veilige schoolomgeving (vanuit preventiedienst): SIEN gezien: project rond het thema zichtbaarheid in het verkeer voor de leerlingen van de lagere school De wijze raad van Koenraad - project voor de leerlingen van de lagere scholen rond fietsdiefstalpreventie. Zij krijgen preventietips over hoe ze hun fiets kunnen beveiligen. • Fietspooling 6. Beleid voeren t.a.v. de “sociale voordelen” • Stad Hasselt organiseert buitenschoolse kinderopvang op verschillende locaties in Hasselt • Gratis busvervoer op Hasselts grondgebied • Samenwerking met De Lijn: scholen kunnen tijdens de daluren in overleg met De Lijnwinkel regulier busvervoer benutten. 7. Uitbouwen van een sociaal onderwijsbeleid met oog voor armoede en sociale uitsluiting • In het kader van het lokaal sociaal beleid en het uitschrijven van het lokaal Sociaal beleidsplan werden 3 prioritaire thema’s verder uitgediept. Eén van deze thema’s was Werken / inkomen / onderwijs. • Doecheques – Alle kinderen en jongeren tussen 4 en 16 jaar en gedomicilieerd in Hasselt, hebben recht op 2 doecheques. Een doecheque heeft een waarde van 1,25 euro en is te verkrijgen bij de stedelijke jeugddienst. Met deze cheques kan je activiteiten betalen bij Hasseltse jeugdinitiatieven die een overeenkomst hebben met de stad Hasselt. • Speelpleinwerking (4-16jaar): Verdeling vakantiefolder via de scholen. Tijdens de zomervakantie organiseert de jeugddienst speelpleinwerking • Bouwspeelplaats (8 -13 jaar): Verdeling gebeurt samen in/met de folder voor speelpleinwerking. Op 2 plaatsen organiseert de jeugddienst tijdens de zomervakantie deze bouwspeelplaats. • Onderzoek naar vrije tijdsbesteding bij maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren: De analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 145
bedoeling was om de stem te horen van deze groep kinderen en jongeren OCMW Hasselt: in het kader van individuele dossiers wordt onderwijs als een van de levensdomeinen meegenomen in de begeleiding. Bij jongeren betekent dit dat wanneer er leefloon toegekend wordt aan een jongere die studeert, een Geïndividuealiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie (GPMI) afgesloten wordt, waarin enkele concrete afspraken staan. • Lokaal Cliëntoverleg (OCMW): rondetafelgesprek met alle betrokken partijen, ouders, jongeren, … kan georganiseerd worden in het kader van een crisissituatie en risicoschoolloopbaan. • Kleuterwerking in de sociale wijk Ter Hilst in samenwerking met CKG ’t Hummelhuis. Tijdens de werking werken moeders mee om de ontwikkeling en sociale vaardigheden van kleuters te stimuleren. • Huiswerkbegeleiding Ter Hilst: aan kinderen van het lager onderwijs wordt een rustige en stimulerende omgeving geboden om onder begeleiding van vrijwilligers hun huiswerk te maken. 8. Wegwijs maken in leer- en studietrajecten • Baso-infoavond voor anderstalige ouders met kinderen van het 5de en 6de leerjaar. SOOwelzijn zorgde voor de aanwezigheid van vertalers-tolken (die simultaan vertaalden voor de aanwezige ouders) en de toeleiding van de ouders in samenwerking met alle Hasseltse basisscholen • Leren Thuis Leren: project waarbij hogeschoolstudenten lerarenopleiding aan huis gaan bij leerlingen met een risicoschoolloopbaan in het kader van studiebegeleiding. 9. Stimuleren van levenslang en levensbreed leren • Educatieve wegwijzer = een informatiepunt dat een volledig overzicht biedt van het uitgebreide opleidingsaanbod voor volwassenen in Hasselt en omstreken (Alken, Diepenbeek, Zonhoven). Educatieve Wegwijzer is een dienst van het Cultuurcentrum Hasselt. • Kunsteducatie CCha • Schoolbrochure CCha • Educatieve brochure: Deze brochure, met een aanbod naar leerkrachten en klasgroepen, wordt in 3 edities opgemaakt gericht naar het kleuter-, lager- en secundair onderwijs. • CJP paspoort: Het gaat hier om een actie waarbij de stad middelen investeert zodat alle Hasseltse jongeren én alle Hasseltse studenten tussen 18 en 26 jaar het paspoort krijgen en dit in samenwerking met Hasseltse hogescholen en universiteiten. • Student Take Off • Studenten Regatta 10. Werken aan een betere aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt • Bio-stagiars: BIO staat voor beroepsinlevingsovereenkomst en houdt in dat jongeren die schoolmoe zijn gedurende 3 dagen per week stage lopen op een werkplek en hiervoor ook loon ontvangen. Leerlingen Deeltijds Onderwijs krijgen de mogelijkheid om praktijkervaring op te doen op de centrale uitvoeringsdiensten van Stad Hasselt • Droomjob fabriek • Cityteam - Jongeren krijgen een eerste werkervaring maar leren tegelijkertijd de opdrachten/ taken/structuur van de stad kennen. • Stageplaatsen in de eigen organisatie Samenwerking met andere sectoren • • • • • • • • •
Welzijn / OCMW Lokale politie / veiligheid / preventie Mobiliteit Werkgelegenheid Cultuur Jeugd Sport Milieu andere
146 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Indicatoren uit OP (met vgl Vlaams gewest + andere cs) • Indicatoren uit de Profielschets Hasselt): (=omgevingsanalyse) = nulmeting voor evaluatie aandeel lln in kleuteronderwijs tov kleuterpopulatie aandeel lln LO % in Hasselt wonende lln BaO % instroom in SO wel/niet in Hasselt wonend schoolse vertraging in BaO (5de leerjaar) en in SO (per onderwijsvorm) • Stadsmonitor: % spijbelaars % niet-Belgen in BSO • Stadsmonitor: % tevredenheid over speel- en over sportvoorzieningen % leeractiviteiten van niet-studerenden % laaggeschoolden in VDAB-beroepsopleiding % langdurig werkloze werkzoekenden appreciatie samenwerking rond GOK in BaO en in SO Indicatoren uit projectaanvragen PITSTOP • Aantal + aard noden buiten mogelijkheden huidige time-out Begeleiding tijdens schorsingen Betrokkenheid ouders bij de schoolloopbaan van risicojongeren Ondersteuning van leerkrachten bij moeilijke klasgroep • Schoolse vertraging t.o. gemiddelde cs koppeling aan herkomst lln (in casu instroom van buiten Hasselt) en onderwijsvorm • Spijbelcijfers • Aandeel niet-Belgen in voltijds BSO • Aantal ‘Jongeren Op de Dool’ en BOS-jongeren (=Buitengegooid Op School) in SO Wonderwel - nulmeting • Cijfers uit bevraging Bao en omgevingsanalyse ‘School en buurt’: • % gezinsoudsten van niet-Belgische origine • Geen van de ouders spreekt thuis Nederlands • % ouders laaggeschoold • % gezinnen enkel levend van vervangingsinkomen • Anderstalige nieuwkomers in onthaalklas + vervolguren Wonderwel - evaluatie • Aantal overlegmomenten met K&G, LOP, andere externe partners • Inventaris van signalen rond taalstimulering en kleuterparticipatie • Bevraging van sleutelfiguren en LOP-partners over de lopende projecten • Per deelproject: Aanbod en respons in aantallen Kwalitatieve beoordeling door directies, lkn en kinderen Kwantiteit en aard van de gevoerde communicatie over de projecten Aantal anderstalige nieuwkomers in BaO Aantal en kwaliteit van workshops, vormingsmomenten, ontwikkelde materialen Effectmeting via eindwerken hogeschoolstudenten
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 147
Stad Kortrijk Koppeling aan andere beleidsplannen Strategisch meerjarenplan van de stad Beschrijving regiefunctie (p.3) Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 heeft de stad Kortrijk het onderwijsdossier opnieuw geopend. Dit betekende geenszins een breuk met een gevestigde traditie van faciliterende investeringen en flankerende en begeleidende maatregelen naar de onderwijsinstellingen toe maar wel een groeiend inzicht in de rol die de stad kon spelen in de ontwikkeling van het onderwijs in al zijn vormen op haar grondgebied. Typisch voor de stad Kortrijk is op vandaag de aanwezigheid van een hele reeks overlegplatformen waar de onderwijsspelers, over de netten heen, regelmatig samenwerken om het onderwijslandschap in Kortrijk vorm te geven. De resultaten van deze consequente “bottom up” strategie worden steeds duidelijker en zijn veel belovend voor de toekomst. Neutraliteit (p.3) Als centrumstad, die alleen nog optreedt als inrichtende macht in de sfeer van het deeltijds kunstonderwijs en voor het basisonderwijs in de kleinste deelgemeente Kooigem, heeft ze die oefening zonder vooroordelen en met de nodige inpartialiteit kunnen aanvatten. (p.6) Omdat de stad zelf slechts een beperkte rol speelt als inrichtende macht van eigen basisonderwijs is ze bijzonder goed geplaatst om haar neutraliteit te garanderen t.o.v. alle scholen en netten, wat dan ook het uitgangspunt is van haar beleid. (p.30) De stad is slechts zelf nog in zeer beperkte mate inrichter van onderwijs. Naast de eigen koninklijke academie voor schone kunsten en het stedelijk conservatorium zijn er geen andere instellingen voor deeltijds kunstonderwijs. Daarnaast is de stad nog inrichtende macht van slechts één basisschooltje met 2 vestigingsplaatsen, waarvan één in Kortrijk zelf en één in de verre deelgemeente Kooigem. Dit is een uiterst klein gedeelte van het onderwijslandschap in de stad. Daarom is de stad zeer goed geplaatst om haar neutraliteit te garanderen t.o.v. alle scholen en netten. In haar lokaal flankerend onderwijsbeleid is het garanderen van een gelijke ehandeling van alle scholen en alle netten het uitgangspunt. Voor al haar acties, activiteiten, initiatieven, projecten en ondersteuning wordt nooit onderscheid gemaakt tussen de scholen of de netten. Het aanbod en de informatie wordt altijd doorgespeeld naar alle scholen. Elke school wordt gelijk behandeld. Als er voor bepaalde zaken criteria worden gehanteerd, wordt tussen de onderwijsinstellingen die aan de criteria voldoen geen onderscheid gemaakt. Ook de diverse overlegplatforms voor onderwijsaangelegenheden zijn per niveau samengesteld uit vertegenwoordigers van alle netten. Aard onderwijsoverleg (p.5) Al deze beleidsvisies zijn tot stand gekomen via verschillende overlegstructuren die hoofdzakelijk vanuit een samenspel tussen de betrokken onderwijsniveaus en de stadsdiensten gegroeid zijn. BaO: overlegplatform met directeurs BaO rond gelijke onderwijskansen, uit te breiden tot een Forum BaO naar analogie met het Forum SO SO: Forum secundair onderwijs met de CODI’s van de scholengemeenschappen HO: overleg met algemene directeurs hogescholen, campusrector van de universiteit en periodisch overleg met de verantwoordelijken van de studentenvoorzieningen DKO: structureel stafoverleg CVO: samenwerkingsverband (consortium) regio Kortrijk LOP Korrtijk BaO met vertegenwoordiging van de stad via de cel onderwijs en het schoolopbouwwerk LOP Kortrijk-Menen SO
148 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
(p.29) “Voor deze overlegorganen is vooral de schepen van onderwijs met de cel onderwijs de stuwende kracht.” Daarnaast onderhouden diverse stadsdiensten zoals het schoolopbouwwerk, de welzijnsdienst, de integratiedienst, de gebiedswerking, de dienst mobiliteit, preventie, cultuur, sport en ook de politie nauwe contacten met het onderwijsveld. Via de werkgroep “school in de stad”, wordt de communicatie met de scholen verder uitgewerkt en verbeterd. Wijze van samenwerking met het LOP (OP p. 31-32) De stad is nauw betrokken bij de werking van het LOP basisonderwijs Kortrijk en bij de werking van het LOP secundair Kortrijk – Menen De stad is via haar verantwoordelijke van de stedelijke cel onderwijs en via de verantwoordelijke van het stedelijk schoolopbouwwerk, niet alleen vertegenwoordigd in de algemene vergadering van beide LOP’s, maar deze afgevaardigden zijn tevens lid van beide dagelijkse besturen. Ook een verantwoordelijke van de stedelijke integratiedienst maakt deel uit van zowel de algemene vergadering en van het dagelijkse bestuur van het LOP secundair. Deze vertegenwoordigers zijn trouwe aanwezigen op de diverse vergaderingen. Via deze vertegenwoordigingen wordt de werking van de beide LOP’s terug gekoppeld naar de stedelijke diensten en de stedelijke beleidsverantwoordelijken. Aangezien de LOP’s vooral gericht zijn op het Gelijke Onderwijskansen zorgen deze vertegenwoordigers er voor dat vooral deze aangelegenheden doorstromen naar de stad. De stad moeit zich niet met de structuur en de werking van de LOP’s maar laat deze hun eigen werking ontwikkelen. De vertegenwoordigers van de stad proberen hierbij zoveel mogelijk ondersteuning en medewerking te geven aan initiatieven en acties van de LOP’s. Zo worden via kanalen en netwerken van de stad infobrochures van het LOP verspreid, participeert het schoolopbouwwerk aan de werkgroep kleuterparticipatie van het LOP basis en organiseert het ook, mede naar aanleiding van besprekingen in het LOP, een centraal meldpunt voor anderstalige nieuwkomers Visie, missie Typisch voor de stad Kortrijk is op vandaag de aanwezigheid van een hele reeks overlegplatformen waar de onderwijsspelers, over de netten heen, regelmatig samenwerken om het onderwijslandschap in Kortrijk vorm te geven. De resultaten van deze consequente “bottom up” strategie worden steeds duidelijker en zijn veel belovend voor de toekomst. Een onderwijsbeleid, dat op alle niveaus de krachten bundelt om de nieuwe en zeer talrijke uitdagingen te beantwoorden, lijkt ons de enige goede weg te zijn. De (alsnog te schaarse) middelen, die het decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau sinds kort ter beschikking stelt aan de centrumsteden, bevestigen ons in de overtuiging dat de realisatie van objectieven als “de gelijkheid van onderwijskansen” een sterke lokale verankering behoeven. Strategische en operationele doelstellingen SD1: De stad stimuleert en ondersteunt de uitbouw en groei van het hoger onderwijs OD1: Uitbouwen van Kortrijk als studentvriendelijke stad OD2: Ondersteunen en stimuleren van de onderwijsinstellingen als kenniscentra OD3: Studentenhuisvesting verbeteren OD4: Ondersteunen van (nieuwe) opleidingen en afstudeerrichtingen die inspelen op economisch en maatschappelijk weefsel van stad en regio SD2: De stad stimuleert de uitbouw van het DKO in relatie met onderwijsinstellingen en culturele verenigingen OD1: Uitvoering van een vooruitstrevend DKO-beleid OD2: Kunstonderwijs in scholen brengen OD3: Muziekonderricht en muziekpedagogische initiatieven binnen muziekmaatschappijen bevorderen analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 149
SD3: Ondersteunen van de uitbouw van het volwassenenonderwijs OD1: Realiseren van instelling- en netoverschrijdende samenwerking OD2: Uitbouw van de leerwinkel OD3: Helpen realiseren van infrastructuur LLL SD4: Volledige schoolloopbaan op maat van de jongeren en toekomstgericht OD1: Voorkomen van leerachterstand en schooluitval OD2: Communicatie tussen ouders en school bevorderen in functie van schoolcarrière van de kinderen SD5: Flankerend ondersteunen van scholen om het schoolklimaat te bevorderen OD1: Communicatie tussen school en de stad verbeteren OD2: De stad wil een zo ruim mogelijke ondersteuning geven aan de scholen om hen te helpen in hun pedagogische opdracht en het behalen van eindtermen OD3: Infrastructurele randondersteuning van de scholen OD4: Preventiewerking SD6: Scholen betrekken bij het onderwijsbeleid van de stad OD1: Uitbouw van en participeren aan overlegstructuren met het onderwijsveld Minimale decretale eisen • Het bevorderen van het geregeld schoolbezoek De problematiek van de systematische afwezigheden en spijbelen is in eerste instantie een aangelegenheid van de school en het betrokken CLB. Daar worden de nodige stappen genomen om het spijbelgedrag weg te werken. Het aandeel van de stad in de aanpak van deze problematiek wordt momenteel opgenomen door de lokale politie. Deze heeft een samenwerkingsakkoord met de CLB’s waar alle stappen tot aanpak van problematische afwezigheden en spijbelen opgenomen zijn. Als het CLB van mening is dat na de eerste 2 stappen van zelf ondersteunend werken en contact met en/of doorverwijzen naar externe hulpverlening, een 3de stap zich opdringt, namelijk een doorverwijzing naar het Comité Bijzondere Jeugdzorg, dan wordt de hulp ingeschakeld van de dienst Jeugd en Gezin van de lokale politie. De politie onderscheidt hierbij 2 luiken. Een preventief luik waarbij zij contact opnemen met betrokkenen en via een zekere sociale druk een oplossing in samenwerking met het CLB proberen te bewerkstelligen. Een tweede luik is een repressief luik waarbij ze Proces Verbaal opmaken. Hierbij worden wel volgende regels gehanteerd: de stappen, gezet door de politiedienst, gebeuren enkel in hardnekkige en vastgelopen situaties en steeds in overleg met CLB en school. Naar de toekomst toe wil de stad ook op een tweede vlak meehelpen aan het bevorderen van de problematische afwezigheden en spijbelen. Dit situeert zich binnen de werking van het LOP secundair omdat men ook daar in de toekomst van deze problematiek werk wil maken. Men voorziet eerst een omgevingsanalyse, waarbij enerzijds gegevens zullen verzameld worden en anderzijds worden nagegaan welke maatregelen thans door de diverse scholen, diverse diensten en organisaties genomen worden om de problematische afwezigheden en het spijbelen te voorkomen. Op basis van deze analyse zal een actieplan ontwikkeld worden voor een efficiënte aanpak. De stad, die vertegenwoordigd is in het LOP secundair onderwijs, wil ten volle medewerken en ondersteuning geven aan de uitwerking van dit actieplan. • De organisatie van de leerplichtcontrole Elk jaar, meestal in de maand januari, krijgt de stad van het Ministerie van Onderwijs en Vorming een lijst van leerplichtigen die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister maar die niet voorkomen op de inschrijvingslijsten van de scholen. Deze lijsten worden doorgestuurd naar de dienst Jeugd en Gezin van de Lokale Politie met het verzoek contact op te nemen met de ouders van betrokken leerplichtigen en na te gaan waarom ze niet voorkomen op de inschrijvingslijsten van de scholen. Dit kan zijn omdat ze in het buitenland verblijven of ingeschreven zijn in een school over de landsgrens. Deze controle gebeurt door de persoon die tevens aanspreekpunt is van de scholen in het kader van 150 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
het veiligheidsprotocol. Vaak worden hiervoor ook de wijkagenten ingeschakeld. Na deze controle worden de door het Ministerie opgestuurde lijsten ingevuld en teruggestuurd. • Het stimuleren van de kleuterparticipatie Alle Kortrijkse basisscholen doen inspanningen om kleuters naar school te krijgen. Ze gaan op huisbezoek, verstrekken informatie via de media, Toch ontsnappen bepaalde groepen kinderen aan deze acties en zijn niet tijdig ingeschreven. Dit komt enerzijds doordat scholen de niet-ingeschreven kinderen niet altijd kennen. Anderzijds merken we dat nog niet alle scholen inspanningen doen om de ingeschreven kleuters dagelijks naar school te laten komen. Vanuit het Lokaal overleg voor het Basisonderwijs werd in de loop van het schooljaar 2006-2007 een werkgroep opgericht ter bevordering van de kleuterparticipatie. Deze werkgroep bestond uit een vertegenwoordiger van K&G, een CLB medewerker, het stedelijk onderwijsopbouwwerk, een directeur uit het basisonderwijs, de onderwijsmedewerker van het Provinciaal Integratiecentrum en de Lop-deskundige. Vanuit deze werkgroep kwam de folder ‘Op naar de kleuterklas! Tips voor ouders’ tot stand. Vanaf het schooljaar 2007-2008 werd deze werkgroep uitgebreid naar aanleiding van de start van de zorg+leerkrachten. Vanuit de stad wordt de volle medewerking verleend aan deze werkgroep in functie van het versterken van de kleuterparticipatie. Deze werkgroep stelt zich tot doel: 1. Zicht krijgen op de lokale actoren die betrokken zijn bij de verhoging van de participatie van kleuters aan het onderwijs: rechtstreeks betrokkenen (scholen, CLB, Gemeente, Kind en Gezin) betrokken op actieniveau lokale netwerken: lokaal overlegplatform voor het basisonderwijs, netwerk opvoedingsondersteuning, lokaal overleg kinderopvang, verenigingen: ouders, armen, allochtonen samenlevingsopbouw: buurtwerk, onderwijsopbouwwerk hulpverlening: huisartsen, Centrum voor Algemeen Welzijnswerk centrum voor Basiseducatie (CBE) 2. Samenbrengen van de lokale actoren in een overleg 3. Opmaken van een omgevingsanalyse. Volgende gegevens worden van elke kleuterschool verzameld gedurende een afgesproken periode: aanwezigheidsregistratie registratie van redenen van afwezigheid registratie per leeftijd bij niet ingeschreven kleuters: redenen, geografisch, leeftijd 4. Vanuit de gegevensverwerking concrete acties uitschrijven en uitvoeren om de participatie van kleuters aan het onderwijs te versterken. Acties per beleidsspoor 1. ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders • Organiseren van extra begeleiding voor kleuters met leerachterstand en hun ouders • Organiseren van Nederlandse praatgroepen voor allochtone ouders. • Ondersteunen van huiswerkondersteuning • Organiseren van centraal meldpunt voor anderstalige nieuwkomers en hen, in overleg met scholen, dispatchen naar school waar ze meest kans hebben op extra begeleiding (aanvullende lestijden voor onthaalonderwijs) • Ondersteunen van time-out project en taalondersteuningsprojecten. • In het speciale gok-project in scholen met groot percentage gokkinderen wordt veel aandacht besteed aan ouderwerking. analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 151
• Organiseren van Nederlandse praatgroepen in de scholen zelf. • Ter beschikking stellen van pictogrammenwoordenboek in basisscholen voor anderstaligen en het gebruik ervan stimuleren. • Uitwerken van een pictogrammenwoordenboek voor secundair onderwijs 2. focus op risicojongeren • Ondersteunen van time-out project 3. ondersteunen schoolteams en -beleid • Opzetten van diverse preventieprojecten zoals drugpreventieproject en antipestproject. • De dienst preventie werkt sterk vernieuwende campagnes uit voor de scholen ter voorkoming van druggebruik, pestgedrag en steaming. • Het “schooladoptieplan” is een specifiek preventief project, opgezet door de politie, voor de schoolgaande jeugd dat op een gestructureerde manier overlast, jeugdcriminaliteit en andere problemen zoals pestgedrag, druggebruik en overlast wens te voorkomen door activiteiten en lessen te organiseren in de scholen. 4. leerkrachtige schoolomgevingen • Initiatieven wisselwerking muzische vorming uitwerken in het BaO waarbij leerkrachten van academie en conservatorium samen in klassen van het BaO muzische vorming geven terwijl de klastitularissen in de academie of conservatorium zelf bijscholing volgen. • Initiatieven muzische vorming uitwerken in BaO en SO waarbij leerkrachten van academie of conservatorium respectievelijk beeldende vorming of muziek, woord en dans geven in klassen terwijl de klasleerkrachten zelf aanwezig zijn en ter plaatse zich op die manier bijscholen. • Uitwerken en aanbieden van muzische klassen naar analogie met bv. Bosklassen • Werkgroep “school in de stad” met vertegenwoordiging van alle stadsdiensten die activiteiten organiseren voor scholen met de bedoeling de activiteiten op elkaar af te stemmen en een gezamenlijke eenduidige communicatie naar de scholen te organiseren. • Brochures met gezamenlijk aanbod van cultuur, sport, DKO enz voor scholen • Infrastructuur sport en cultuur: de scholen kunnen volgens een uitgewerkt en voordelig retributiereglement gebruik maken van sport- en infrastructuur. • Scholen kunnen sportlesgevers en –sportmateriaal huren bij de sportdienst • De sportdienst organiseert sportklassen en interscolaire sportwedstrijden. • De culturele sector heeft een uitgebreid aanbod schoolvoorstellingen, educatieve cultuurprojecten en geleide bezoeken ter ondersteuning van de culturele en esthetische opvoeding. • Logistieke steun en ter beschikking stellen van evenementenmateriaal bij schoolfeesten. • In samenwerking met Resoc een inventaris opmaken van het didactisch materiaal waar het nijverheidsonderwijs nood aan heeft om voldoende te kunnen inspelen op de noden van de industrie en via de sectorfondsen het didactisch materiaalpark upgraden. 5. veilige schoolomgevingen • De stad sluit scholenovereenkomsten af met alle scholen (basis en hoger) “veilig en milieuvriendelijk naar school voor een duurzaam veilige schoolomgeving” waarin afspraken gemaakt worden voor het realiseren van een veilig schoolverkeer en veilige schoolomgeving. De afspraken situeren zich op vlak van ter beschikking stellen van materialen, sensibiliseringscampagnes, educatieve pakketten, opleidingen, preventiecampagnes, informatie enz. • Veilige schoolomgeving: bij alle scholen de nodige verantwoorde infrastructurele maatregelen nemen voor de realisatie van veilige schoolomgevingen, zoals zone 30, verkeersremmende ingrepen, gemachtigde opzichters, enz. • Met het afsluiten van een veiligheidsprotocol wil de stad en de politie de veiligheid en de bescherming van de personeelsleden en leerlingen in en rond de scholen bevorderen. De aanstelling van een aanspreekpunt voor de scholen biedt de mogelijkheid om preventief en of gericht op te treden bij strafbare feiten.
152 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
6. sociale voordelen 7. sociaal onderwijsbeleid • Gratis openbaar vervoer op het grondgebied van de stad voor alle studenten • Gratis bibliotheekpas en 50% korting op sportpluskaart (voor sportactiviteiten). • Korting in culturele instellingen d.m.v. cultuurcheques. • Uitgifte van Kortrijkse studentenpas waarbij studenten voordelen krijgen in • diverse handels- en horecazaken. • Renoveren van Jeugdherberg met medewerking met provincie, toerisme Vlaanderen en hogescholen met realisatie van een aantal studentenkamers voor buitenlandse studenten. • Onderzoek naar en opzetten van samenwerkingsstructuur tussen overheid, onderwijs en privé om flexibel verhuurbare studentenkamers mogelijk te maken. 8. wegwijs in leer- en studietrajecten • Regelmatige overlegvergaderingen met alle partners van de leerwinkel om net- en instellingsoverschrijdende gezamenlijke problematieken aan te pakken • Gezamenlijke promotiecampagnes • Gezamenlijke organisatie van een jaarlijkse Grote Leermarkt. • Financieel ondersteunen en meewerken aan activiteiten van de Leerwinkel. • Stimuleren en meewerken aan de uitbreiding van de leerwinkel naar een platform waar alle volwassenenonderwijsorganisatie van het consortium XII Menes deel van uitmaken. 9. levenslang levensbreed leren • In samenwerking tussen onderwijs, beleid en industrie de noden van de regio bepalen om toegepast onderzoek in Kortrijkse hoger onderwijsinstellingen uit te breiden, tevens in grensoverschrijdend perspectief. • Genereren van middelen om meer toegepast onderzoek in Kortrijkse instellingen te houden en te krijgen. • Mogelijkheden voor nieuwe opleidingen, afstudeerrichtingen, post-graduaten en schakelprogramma ’s stimuleren en financieel ondersteunen. • Helpen zoeken om middelen te genereren. • Stimuleren van samenwerkingsverbanden tussen de hoger onderwijsinstellingen om in overleg te treden met betrekking tot nieuwe opleidingsmogelijkheden of rationalisering. • Ondersteunen van samenwerkingsverbanden tussen hoger onderwijs, secundair onderwijs en volwassenenonderwijs met betrekking tot het uitbouwen van hoger beroepsonderwijsopleidingen. • Onderzoeken en ondersteunen van grensoverschrijdende samenwerking met onderwijsinstellingen uit het Eurodistrict. • Verruiming van het aanbod aan cursussen bv. via multidiciplinaire cursussen rond toneel. • Anticiperende acties naar jongeren onder de huidige decretale leeftijdsgrenzen. • Doorgedreven samenwerking met onderwijsinstellingen uit BaO en SO en culturele verenigingen • Ontwikkelen van een investeringsprogramma in infrastructuur en didactisch materiaal op legislatuurbasis. • Organisatie van promotieprogramma. • Herstructurering van stedelijk DKO-administratie en stroomlijning/uitbreiding van filiaalwerking. • Bestaand reglement voor formeel muziekonderricht door muziekmaatschappijen en financiële ondersteuning ervan actualiseren. • Uitwerken van een reglement voor creatieve, kwalitatieve en laagdrempelige muziekpedagogische initiatieven. • Uitwerken van een programma voor nieuwbouw voor bibliotheek en centrum LLL als geïntegreerd geheel. • Uitwerken samenwerkingsovereenkomst met alle betrokken partijen voor realisatie van BibLLLiotheek. • Uitwerken van een overeenkomst met betrokken cvo’s om het centrum LLL ook open te stellen voor andere organisatoren LLL.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 153
10. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt • Stimuleren van deelname van onze onderwijsinstellingen aan het project “Innovation Awards” van het Kortrijks ondernemerscentrum. Aan de hogescholen worden jaarlijks heel wat innovatieve eindwerken geschreven, met boeiende thema’s uit de profit en non-profitsector. De “Innovation Awards” is een scriptieprijs die deze eindwerken wil valoriseren en meer implementeren in de bedrijfs- en ondernemerswereld. • Stimuleren, coördineren en organiseren van stages, projecten en studieopdrachten van de onderwijsinstellingen voor opdrachten en taken binnen het stadsbestuur zoals gebiedswerking, maatschappelijke veiligheid, preventieprojecten, cultuurprojecten enz. • Ondersteunen van de ontwikkeling van LED’s (Laagdrempelige expertise- en dienstverleningscentra) in de West-Vlaamse Hogescholen. Via LED’s wordt de aanwezige en vernieuwende kennis binnen de context van de onderzoeksopdracht van de hogescholen op een professionele wijze gevaloriseerd in het economisch weefsel van stad en provincie. Samenwerking met andere sectoren • • • • • • • • •
Welzijn / OCMW Lokale politie / veiligheid / preventie Mobiliteit Werkgelegenheid Cultuur Jeugd Sport Milieu andere
Indicatoren uit OP Aantal deelnames van Kortrijkse studenten aan Innovation Awards • Aantal concrete implementaties van eindwerken in profit- en non-profitsector. • Aanwezigheid van onthaal- en opvolgingsstructuren binnen de stad voor geïntegreerde projecten door hogescholen. • Aantal instellingsoverschrijdende samenwerkingen voor projecten binnen de stad. • LED’s: aantal vernieuwende projecten inzake kennisvalorisatie en aantal bedrijven, organisaties en instellingen die vernieuwende toepassingen en procedures implementeren • Aantal onderzoeksprojecten. Nieuwe verordeningen. • Aanwezigheid van infovergadering voor kotbazen. • Aantal kamers voor buitenlandse studenten in jeugdherberg en binnenstad. • Betere kwaliteit van de studentenkamers • Aantal flexibel verhuurbare studentenkamers Aantal nieuwe opleidingen, afstudeerrichtingen en schakelprogramma’s. • Ontstaan van hoger beroepsopleidingen. • Contacten met onderwijsinstellingen uit het Eurodistrict. Aantal inschrijvingen, ook in/vanuit deelgemeenten. • Aantal experimentele initiatieven/cursussen. • Realisatie van specifiek promotieprogramma. • Investeringsprogramma op begroting Aantal scholen dat beroep doet op DKO. • Aantal en kwaliteit van toonmomenten door de deelnemende scholen. • Aantal inschrijvingen in DKO. Nieuwe reglementen. • Hoogte van uitbetaalde toelagen. 154 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
• Aantal muziekmaatschappijen die dossiers indienen. • Aantal muziekpedagogische initiatieven. Overlegvergaderingen • Aantal (nieuwe) cursussen en bijscholingen. • Aantal deelnemers. • Realisatie van de studie. • Gezamenlijke promotie-initiatieven • Samenwerking in organisatie leermarkt. Hoeveelheid, relevantie en accuraatheid van de beschikbare documentatie. • Aantal bezoekers Leerwinkel en website Leerwinkel. • Aantal mensen die via of dankzij de leerwinkel de stap naar het LLL zetten. • Aantal persartikels, verspreide flyers en affiches • Aantal activiteiten in de Leerwinkel. Ontwikkelen van een gezamenlijk bouwprogramma. • Vinden van financieringsmiddelen. • Afsluiten overeenkomst eigendomsstructuur Percentage leerachterstand in scholen met hoog percentage GOK-kinderen. • Aantal ouders op schoolactiviteiten • Aantal time-out jongeren en aantal terugstromingen naar school • Aantal succesvolle/negatieve schooltrajecten Ouderbetrokkenheid • Aantal ouders op school(activiteiten) die vroeger nooit verschenen waren. • Aantal kinderen die niet gepast reageren op meegegeven infobriefjes. • Realisatie nieuw pictogrammen-woordenboek voor secundair onderwijs. Stedelijke initiatieven voor scholen • Aantal gezamenlijke stadsuitgaven voor scholen. • Aantal reacties van scholen op aanbod. • Snelheid waarmee de scholen antwoord krijgen op hun vragen. Hoeveelheid gebruik dat gemaakt wordt van het diverse aanbod. • Aantal scholen dat een schoolovereenkomst afsluit met de stad. • Tevredenheid van de scholen over het aanbod. • Realisatie van financieringsproject gelijke kansen voor deelname aan schoolprojecten. Veiligheid • Aantal infrastructurele maatregelen voor veilige schoolomgeving • Verkregen budgetten sectorfondsen voor upgrade didactisch materieel nijverheidsonderwijs. Aantal scholen die beroep doen op preventieprojecten. • Aantal contacten met en interventies van het aanspreekpunt. • Aantal scholen dat instapt in schooladoptieplan en aantal optredens van de politie in de scholen. Overleg met het onderwijsveld • Aantal overlegvergaderingen • Aantal acties en projecten die voorvloeien uit het overleg. cijfers: inwoners en schoolbevolking; spijbelgedrag in So en in DBSO; schoolse vertraging in BaO, ASO, TSO, BSO; participatie allochtonern in BSO; spreiding GOK-lln in BaO over deelgemeenten; instroom uit randgemeenten naar SO; LLL in Kortrijk Indicatoren uit projectaanvragen Project GOK-Leerachterstand-Kleuters-Ouders • GOK-percentages in BaO (vooral in kleuterklas en 1ste leerjaar) • tevredenheid van ouders en kind over het project (steunouders) • eindresultaten in 1ste leerjaar (overgang van 1 naar 2de klas) analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 155
Stad Leuven Koppeling aan andere beleidsplannen Lokaal sociaal onderwijsplan, onderdeel onderwijs Beschrijving regiefunctie (p.2) “Scholen en vormingsinstellingen zijn echter geen eilanden: als zij gelijke kansen willen geven aan iedereen, de leerlingen en studenten slaagkansen in het leven willen garanderen en hun tewerkstellingskansen willen verhogen, dan moeten zij bruggen slaan naar elkaar, maar ook naar andere partners, diensten en voorzieningen (sociale voorzieningen, werkgelegenheidsinitiatieven, …). De stad wil dit stimuleren en hierbij een regierol opnemen. Deze regierol houdt in concreto in dat de stad inspeelt op een aantal behoeften die door de onderwijsinstellingen of hun partners gesignaleerd worden of die door de stad zelf – actief op diverse beleidsdomeinen – gedetecteerd worden. Het uiteindelijke doel van de regierol, het creëren van maximale slaagkansen voor iedereen, kan pas gerealiseerd worden samen met de diverse onderwijsinstellingen en partners. Het flankerend onderwijsbeleid is ook niet alleen de taak van de cel onderwijs, maar krijgt mede vorm door de samenwerking met de verschillende stadsdiensten.” Neutraliteit (p.7) De stad Leuven organiseert geen secundair onderwijs en is de inrichtende macht van één basisschool en één school voor buitengewoon onderwijs (type 8). De opdracht tot het ontwikkelen van een lokaal onderwijsbeleid is door het stadsbestuur gedelegeerd aan de dienst onderwijs. De dienst onderwijs bestaat uit twee cellen, de administratieve cel staat in voor de ondersteuning van de stedelijke scholen, de tweede cel is de cel beleidsondersteuning en werd recent uitgebouwd. Binnen deze cel beleidsondersteuning werden twee projectcoördinatoren aangeworven die de netoverschrijdende projecten coördineren. De cel beleidsondersteuning werkt ook nauw samen met andere stadsdiensten. Verder zal het lokaal onderwijsbeleid vorm gegeven worden door het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid dat samengesteld is uit vertegenwoordigers van alle onderwijsnetten en organisaties uit het middenveld. Aard onderwijsoverleg LOP BaO LOP SO Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid (p.6) Het Netwerk is een orgaan waarin onderwijspartners en stad kunnen samenwerken aan een kwaliteitsvol en duurzaam onderwijsbeleid. De stad wenst nauwer samen te werken met alle scholen op het Leuvense grondgebied, zodat samenwerkingsprojecten kunnen ontstaan die leiden tot een effectief resultaat. Het Netwerk Flankerend Onderwijs is: • een wijze om met elkaar in overleg te treden naast het LOP, dat zijn eigen doelstellingen blijft behouden. • een overleg waarin alle onderwijsniveaus (basis, secundair, hoger en universitair) vertegenwoordigd zijn. Diverse thema’s kunnen in het overleg aan bod komen, maar diversiteit is een thema waarrond er effectief op het veld (in de scholen) iets kan gerealiseerd worden. Het netwerk Flankerend Onderwijsbeleid zal projectmatig werken. Binnen het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid is een Stuurgroep opgericht die samengesteld is uit beslissingsnemers van de secundaire scholen (de coördinerende directeurs), de hogere onderwijsinstellingen (per hogere onderwijsinstelling zetelen één of twee afgevaardigden), de vertegenwoordigers van de stad (de schepen van onderwijs, het diensthoofd onderwijs en de projectcoördinator) en een aantal sociale organisaties. De stad coördineert het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid.
156 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Wijze van samenwerking met het LOP (OP .7) Het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid kadert in het decreet Flankerend Onderwijsbeleid en heeft tot doel om mee een lokaal onderwijsbeleid uit te bouwen. Het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid beperkt zich niet alleen tot gelijke kansen. De stad neemt een actieve rol op in het Lokaal Overlegplatform basisonderwijs en het LokaalOverlegplatform secundair onderwijs. Ambtenaren nemen deel aan het dagelijks bestuur, de algemene vergadering en de werkgroepen van het Lokaal Overlegplatform. De initiatieven die voortkomen uit deze vergaderingen of werkgroepen worden door de stad ondersteund. Ook andere projecten of initiatieven van derden die als doel hebben om gelijke kansen te bevorderen kunnen door de stad ondersteund worden. De stad heeft op regelmatige basis een overleg met de LOP-voorzitters en LOP-deskundigen van het basisen secundair onderwijs. De projecten en acties die ondernomen worden vanuit het Netwerk Flankerend Onderwijs worden teruggekoppeld naar de LOP’s. De LOP’s kunnen een signaalfunctie vervullen en onderwijsproblematieken doorspelen naast het Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid. De LOP-voorzitters, de LOP-deskundigen en de dienst onderwijs zullen er over waken dat beide fora complementair werken. Visie, missie (p.2) De regierol houdt in concreto in dat de stad inspeelt op een aantal behoeften die door de onderwijsinstellingen of hun partners gesignaleerd worden of die door de stad zelf – actief op diverse beleidsdomeinen – gedetecteerd worden. Het uiteindelijke doel van de regierol, het creëren van maximale slaagkansen voor iedereen, kan pas gerealiseerd worden samen met de diverse onderwijsinstellingen en partners. Het flankerend onderwijsbeleid is ook niet alleen de taak van de cel onderwijs, maar krijgt mede vorm door de samenwerking met de verschillende stadsdiensten. Strategische en operationele doelstellingen SD 1 Het stadsbestuur wil een netwerk uitbouwen om de communicatie tussen de onderwijspartners en binnen het LOP basis- en secundair onderwijs te bevorderen. OD 1.1 De stad heeft een blijvende actieve en participatieve rol in het dagelijks bestuur en de Algemene Vergadering van het LOP basis en LOP secundair onderwijs. OD 1.2 De stad heeft een periodiek overleg met de LOP-voorzitters en de LOP-deskundigen. OD 1.3 De stad coördineert het overlegorgaan Netwerk Flankerend Onderwijsbeleid met vertegenwoordigers van het secundair- en hoger onderwijs. OD 1.4 De stad heeft een ad hoc overleg met de coördinerende directeurs basisonderwijs SD 2 Het stadsbestuur wil gelijke kansen en diversiteit in het onderwijs en ontwikkelt initiatieven die ten goede komen aan de gelijke onderwijskansen. OD 2.1 De stad coördineert in samenwerking met de lokale onderwijspartners naschoolse studiebegeleiding in de eerste graad van het secundair onderwijs voor jongeren die schoolachterstand hebben en die nood hebben aan extra ondersteuning (het Buddyproject). OD 2.2 De stad ondersteunt projecten die tot doel hebben om de communicatie tussen de school, het CLB en de kansarme ouders te verbeteren via het bewerkstelligen van openheid bij de school en de CLB-medewerkers ten aanzien van de ouders. Communicatie betekent zowel de algemene communicatie op maat van de kansarme ouders als specifieke communicatie bij eventuele problemen. Op dit moment krijgt deze doelstelling uitwerking in het project Drieklap. OD 2.3 De stad zorgt voor een breed netwerk rond het kind, waardoor de totale ontwikkeling van het kind gestimuleerd wordt en elk kind gelijke en maximale ontwikkelingskansen krijgt. Deze doelstelling wordt gerealiseerd door de ontwikkeling van Brede Scholen. SD 3 De stad ijvert voor een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. OD 3.1 De stad stimuleert de contacten tussen TSO en BSO studenten en de bedrijfswereld. De dienst onderwijs werkt hiervoor nauw samen met de dienst economie. OD 3.2 De stad ondersteunt vzw Basiseducatie voor het organiseren van projecten die tot doel
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 157
hebben de basiscompetenties van deelnemers aan opleidings- en tewerkstellingsprojecten te verhogen en op peil te brengen. Deze basiscompetenties zijn noodzakelijk om: met succes te kunnen functioneren in opleidings- en tewerkstellingsprojecten te beantwoorden aan de noodzakelijke basiscompetenties die gevraagd worden bij de doorstroom naar de arbeidsmarkt. SD 4 De stad wil alle inwoners informatie verstrekken over het onderwijslandschap. OD 4.1 Via de website van de stad Leuven wordt een actuele databank met de relevante gegevens van alle Leuvense scholen ter beschikking gesteld aan de Leuvense bevolking. OD 4.2 De dienst onderwijs heeft een eerstelijnsdoorverwijsfunctie voor alle informatie betreffende het onderwijs. SD 5 De stad wil mensen motiveren om levenslang te leren. OD 5.1 De stad ondersteunt vzw basiseducatie voor het organiseren van laagdrempelige cursussen rond basisvaardigheden (rekenen, taal). OD 5.2 De stad zorgt voor extra aanbod NT2 cursussen en stimuleert allochtonen om Nederlands te leren in samenwerking met vzw Basiseducatie. OD 5.3 De stad zorgt met de cel wijkontwikkeling en de integratiedienst voor het bepalen van het laagdrempelig aanbod in de aandachtswijken (brede cursussen zoals PC-initiatie, cursus rijbewijs voor allochtone vrouwen e.d.). Minimale decretale eisen SD 6 De stad streeft er naar om zoveel mogelijk kinderen op school te krijgen. OD 6.1 De stad voorziet intensieve begeleiding van de kinderen en jongeren van het woonwagenterrein (ROM-project). De integratiedienst werkt hiervoor nauw samen met de dienst onderwijs. OD 6.2 De stad richt een werkgroep op met onderwijs- en welzijnspartners om na te gaan wat er al gebeurt rond kleuterparticipatie en ondersteunt acties OD 6.3 De stad neemt deel aan de stuurgroep leerrecht en ondersteunt de acties van de jeugd en sociale dienst van de politie om het spijbelgedrag tegen te gaan. Acties per beleidsspoor 1. ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders SD 2 Het stadsbestuur wil gelijke kansen en diversiteit in het onderwijs en ontwikkelt initiatieven die ten goede komen aan de gelijke onderwijskansen. OD 2.1 De stad coördineert in samenwerking met de lokale onderwijspartners naschoolse studiebegeleiding in de eerste graad van het secundair onderwijs voor jongeren die schoolachterstand hebben en die nood hebben aan extra ondersteuning (het Buddyproject). OD 2.2 De stad ondersteunt projecten die tot doel hebben om de communicatie tussen de school, het CLB en de kansarme ouders te verbeteren via het bewerkstelligen van openheid bij de school en de CLB-medewerkers ten aanzien van de ouders. Communicatie betekent zowel de algemene communicatie op maat van de kansarme ouders als specifieke communicatie bij eventuele problemen. Op dit moment krijgt deze doelstelling uitwerking in het project Drieklap. OD 6.1 De stad voorziet intensieve begeleiding van de kinderen en jongeren van het woonwagenterrein (ROM-project). De integratiedienst werkt hiervoor nauw samen met de dienst onderwijs. OD 6.2 De stad richt een werkgroep op met onderwijs- en welzijnspartners om na te gaan wat er al gebeurt rond kleuterparticipatie en ondersteunt acties 2. focus op risicojongeren OD 6.3 De stad neemt deel aan de stuurgroep leerrecht en ondersteunt de acties van de jeugd en sociale dienst van de politie om het spijbelgedrag tegen te gaan. 3. ondersteunen schoolteams en -beleid 4. leerkrachtige schoolomgevingen OD 2.3 De stad zorgt voor een breed netwerk rond het kind, waardoor de totale ontwikkeling 158 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
van het kind gestimuleerd wordt en elk kind gelijke en maximale ontwikkelingskansen krijgt. Deze doelstelling wordt gerealiseerd door de ontwikkeling van Brede Scholen. 5. veilige schoolomgevingen 6. sociale voordelen 7. sociaal onderwijsbeleid 8. wegwijs in leer- en studietrajecten SD 4 De stad wil alle inwoners informatie verstrekken over het onderwijslandschap. OD 4.1 Via de website van de stad Leuven wordt een actuele databank met de relevante gegevens van alle Leuvense scholen ter beschikking gesteld aan de Leuvense bevolking. OD 4.2 De dienst onderwijs heeft een eerstelijnsdoorverwijsfunctie voor alle informatie betreffende het onderwijs. 9. levenslang levensbreed leren SD 5 De stad wil mensen motiveren om levenslang te leren. OD 5.1 De stad ondersteunt vzw basiseducatie voor het organiseren van laagdrempelige cursussen rond basisvaardigheden (rekenen, taal). OD 5.2 De stad zorgt voor extra aanbod NT2 cursussen en stimuleert allochtonen om Nederlands te leren in samenwerking met vzw Basiseducatie. OD 5.3 De stad zorgt met de cel wijkontwikkeling en de integratiedienst voor het bepalen van het laagdrempelig aanbod in de aandachtswijken (brede cursussen zoals PC-initiatie, cursus rijbewijs voor allochtone vrouwen e.d.). 10. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt SD 3 De stad ijvert voor een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. OD 3.1 De stad stimuleert de contacten tussen TSO en BSO studenten en de bedrijfswereld. De dienst onderwijs werkt hiervoor nauw samen met de dienst economie. OD 3.2 De stad ondersteunt vzw Basiseducatie voor het organiseren van projecten die tot doel hebben de basiscompetenties van deelnemers aan opleidings- en tewerkstellingsprojecten te verhogen en op peil te brengen. Deze basiscompetenties zijn noodzakelijk om: met succes te kunnen functioneren in opleidings- en tewerkstellingsprojecten te beantwoorden aan de noodzakelijke basiscompetenties die gevraagd worden bij de doorstroom naar de arbeidsmarkt. Samenwerking met andere sectoren • • • • • • • • •
Welzijn / OCMW Lokale politie / veiligheid / preventie Mobiliteit Werkgelegenheid Cultuur Jeugd Sport Milieu andere
Indicatoren uit OP Omgevingsanalyse: • Demografie: bevolkingsaantal, woonmobiliteit, percentage alleenstaanden, nationaliteit, inkomensgroep, aandeel leefloners, aantal geboorten in kansarme gezinnen • Aantal leerlingen per onderwijsvorm • aantal scholen per onderwijsvorm • GOK-indicatoren • anderstalige nieuwkomers • trekkende bevolking analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 159
• • • •
schoolse achterstand in BaO en in SO per onderwijsvorm, per sexe en per indicator Belg/niet-Belg spijbelgedrag in SO en in DBSO aandeel niet-studerenden in LLL (CVO en DKO) aandeel laaggeschoolde niet werkende werkzoekenden in beroepsopleidingen VDAB
Indicatoren uit projectaanvragen Project 3-klap: • Stijging deelname/betrokkenheid kansarme ouders aan/door vormingsaanbod op school • Grotere vertrouwdheid met CLB-werking door groter bereik van ouders • Valorisatie deskundigheid van geëngageerde ouders • Promotie begeleidings- en zorgtraject d.m.v. folder en infosessies • Aantal resulterende vormingssessies Project Brede School • Opstart Brede School in deelgemeente Kessel-Lo • Aantal adviesvragen van alle scholen aan de projectmedewerker Thematisch Naar methodiek
160 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Stad Mechelen Koppeling aan andere beleidsplannen • Zie O.O.M.-beleidsvisieplan 2007-2012 p. 5: “Het onderwijs is geen alleenstaande actor in de verdere uitbouw van een maatschappelijk platform. Het is de bedoeling dat beleidsaspecten zoals jeugd, cultuur, sport, welzijn… mee aan het onderwijsbeleid worden gelinkt. In dat opzicht is het belangrijk dat dit onderwijsvisiebeleidsplan evenzeer een beleidsinstrument kan zijn voor de welzijnssector, cultuurmakers, sport- en jeugdsector. • advies om onderwijs en welzijn onder de bevoegdheid van één schepen te brengen en ook het onderwijs- en lokaal sociaal beleidsplan samen op te stellen en in één task force te realiseren (p. 17) Beschrijving regiefunctie (p.2-3) Een basisvoorwaarde om de regiefunctie op te nemen en een onderwijsflankerend beleid uit te bouwen is in Mechelen reeds verschillende jaren aanwezig in de vorm van het Onderwijs Overleg Mechelen. (…) De doelstellingen van het O.O.M. zijn: • Door communicatie en overleg tussen de verschillende onderwijsnetten en andere partners in het onderwijsveld efficiënt reageren op stedelijke problematieken • Een beleidsvisie ontwikkelen • Een regiefunctie uitoefenen bij netoverschrijdende projecten De nadrukkelijke beleidsoptie van het Mechelse stadsbestuur om rrn volwaardige, neutrale regierol op te nemen binnen het onderwijslandschap heeft zich o.a. vertaald in de oprichting van de dienst onderwijsondersteuning. (…) De stad heeft verschillende beleidsdomeinen die duidelijke raakvlakken vertonen met het onderwijs: kinderopvang, mobiliteit, veiligheid, werkgelegenheid, sport, cultuur, welzijn, … Vanuit de stad worden er op deze verschillende domeinen initiatieven op touw gezet met het oog op het realiseren van een leefbare stad en aandacht voor gelijke kansen voor iedereen. De stad is bijgevolg de ideale partner om vanuit haar regiefunctie op het gebied van onderwijs, een breed neten sectoroverschrijdend overleg te organiseren om gezamenlijke initiatieven van de grond te krijgen en afstemming tussen de verschillende partners te bevorderen in het kader van de uitbouw van een onderwijsflankerend beleid. Op deze manier wordt het lokaal flankerend onderwijsbeleid een inclusief beleid. Het huidige O.O.M. is een krachtig instrument om via beleidsvoorbereiding en –advisering het inclusief onderwijsbeleid van de stad mee vorm te geven.” Neutraliteit (p.2) Ondanks de aanwezigheid van het O.O.M. vanaf 1999, werd het stadsbestuur soms nog te vaak gepercipieerd als rechter en partij. Sinds de overdracht van het stedelijke basis- en secundair onderwijs in 2002 kan de neutraliteit van het stadsbestuur nog meer gegarandeerd worden bij de uitbouw van een lokaal flankerend onderwijsbeleid. Aard onderwijsoverleg • Zie O.OM.-beleidsvisieplan 2007-2012. Het O.O.M.-beleidsvisieplan 2007-2012 is in de eerste plaats bedoeld om aan het stadsbestuur van Mechelen en aan de politieke verantwoordelijken de gemeenschappelijke netoverschrijdende wensen en bekommernissen kenbaar te maken. (…) Het plan is anderzijds ook een oproep tot samenwerking naar andere gemeenten en scholen buiten Mechelen. (…) In dat opzicht zal het O.O.M.-beleidsvisieplan evenzeer als instrument worden aangeboden aan het LOP van zowal BaO als SO. • Er is nog geen gestructureerd overleg met de Mechelse (regionale) hogescholen. • de LOP’s: Het dagelijks bestuur van de LOP’s was betrokken bij de opmaak van het onderwijsplan voor Mechelen. Zie ook de nota ‘Hoe overleg over onderwijs in de regio Mechelen efficiënt organiseren’.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 161
Wijze van samenwerking met het LOP In de nota ‘Hoe overleg over onderwijs in de regio Mechelen efficiënt organiseren’ komt de wijze van samenwerking tussen de stad en het LOP uitvoerig aan bod: 1.2. Het stroomlijnen van het overleg tussen O.O.M. en LOP 1.1.2. Algemene principes We kunnen twee grote netoverschrijdende vergaderfora onderscheiden: op niveau van de stad Mechelen, namelijk het O.O.M. en op niveau van het werkingsgebied, namelijk LOP57 met Haacht, Keerbergen, Mechelen en Sint-Katelijne-Waver enerzijds en LOP 7 met Bonheiden, Mechelen, Sint-Katelijne-Waver en Zemst anderzijds. We stellen vast dat in het O.O.M. en het LOP heel wat gemeenschappelijke vertegenwoordigers zetelen en er soms inhoudelijk dezelfde agendapunten worden behandeld. Dit creëert een onnodig hoge vergaderdruk en overlappingen. Het probleem van overlapping tussen LOP7 en LOP57 is bijna onbestaande vermits ze zich richten tot een ander onderwijsniveau en ook het werkingsgebied niet helemaal gelijklopend is. Overlappingen tussen LOP en O.O.M. zijn echter wel reëel. Bijvoorbeeld: • Thema’s en projecten in het kader van de gelijke onderwijskansen, die geïnitieerd worden door de locale overheid en die dus geadviseerd worden door O.O.M. en ook geregisseerd worden door de dienst onderwijsondersteuning van de stad: Taalstimuleringsprojecten Ouderbetrokkenheid Code schoolrekeningen Kleuterparticipatie Spijbelproblematiek … M.b.t. de vergaderdruk stellen we vast dat de stuurgroep O.O.M. viermaal per schooljaar vergadert. Deze data worden bij aanvang van het nieuwe werkingsjaar in overleg met alle partners afgesproken. De vergaderfrequentie van het dagelijks bestuur van het LOP is verschillend voor het basisonderwijs en het secundair onderwijs. Bovendien worden binnen beide fora ook regelmatig werkgroepen ad hoc opgericht. Dit leidt soms tot overlappingen en een grote vergaderdruk. Bepaalde directies zijn zowel aanwezig op de overkoepelende vergadering van het O.O.M., de dagelijkse besturen van het LOP als op de werkgroepen die binnen beide overlegfora worden opgericht. Om tot een betere onderlinge afstemming te komen in de werking van beide overlegorganen, stellen we daarom volgende afspraken voor. 1.1.2. Inhoudelijke afstemming • Zowel het O.O.M. als het LOP geven in hun beleidsplannen duidelijk aan rond welke thema’s ze wensen te werken en op welke wijze ze hiertoe zullen samenwerken met het LOP respectievelijk het O.O.M. In de mate van het mogelijke wordt in de beleidsplannen ook reeds aangegeven voor welke thema’s het O.O.M. respectievelijk het LOP de regie zal opnemen. Het door het O.O.M. geadviseerde beleidsplan in het kader van het flankerend onderwijsbeleid wordt ook ter advies voorgelegd aan het LOP. Beide adviezen worden aan het Mechelse stadsbestuur voorgelegd • Ook bij de opmaak van de jaarplannen waarin de thema’s van de beleidsplannen verder worden geconcretiseerd, zal de wijze waarop het O.O.M. en het LOP hiertoe zullen samenwerken met elkaar, verder worden geëxpliciteerd. • Vanuit haar decretale opdrachten bespreekt het LOP prioritair/neemt het LOP de regie over volgende thema’s: Opmaken van omgevingsanalyse in het kader van ongelijke onderwijskansen binnen het werkingsgebied;
162 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Inschrijvingsbeleid en -perioden in het werkingsgebied; Bemiddeling en oriëntering bij inschrijvingsproblemen (weigeringen, definitieve uitsluitingen, jongeren zonder school,…; Onthaalonderwijs en (gewezen) anderstalige nieuwkomers; Kleuterparticipatie; Lokale projecten die in het kader van het lokaal flankerend onderwijsbeleid een advies van het LOP vereisen; • Het O.O.M. bespreekt prioritair/neemt regie over volgende thema’s: Alle aan de stad Mechelen gelinkte beleidsdomeinen die een netoverschrijdend overleg vragen; Alle thema’s die in het kader van het lokaal flankerend onderwijsbeleid een lokale afstemming vereisen; Leerlingenvervoer (O.O.G.); Netoverschrijdende samenwerking tussen alle onderwijsniveaus in Mechelen: basis-, secundair onderwijs, hoger onderwijs, volwassenonderwijs, basiseducatie, muziekconservatorium, kunstonderwijs; Overleg met parket, politie en onderwijs; • M.b.t. thema’s die kaderen in het Gelijke Onderwijskansendecreet (vb. taalstimulering en ouderbetrokkenheid, spijbelen, schoolkosten,…) en in principe aan bod kunnen komen in beide overlegfora, bespreken O.O.M. en LOP vooraf wie de regie opneemt. Hierbij zal o.a. rekening worden gehouden met de opgebouwde knowhow rond het thema, de administratief-logistieke omstandigheden en ondersteuning waarop men kan terugvallen binnen de respectievelijke overlegfora. 4.2.3. Praktische samenwerking • O.O.M. en LOP streven naar een maximale afstemming van de vergaderkalender. Om overlap te vermijden en verslaggeving van verschillende werkgroepen/stuurgroepen zo efficiënt mogelijk te agenderen, worden de agenda’s voor de stuurgroepen van het O.O.M. en de dagelijkse besturen in overleg opgesteld. • Bij de samenstelling van de stuurgroepen van het O.O.M. en de dagelijkse besturen van het LOP wordt op het niveau van de stad Mechelen gestreefd naar een maximaal aantal dubbelmandaten. Op deze manier kan inhoudelijke overlap maximaal worden vermeden. • Bij de jaarlijkse opmaak van de jaarplannen, overleggen de gemandateerden voor LOP en O.O.M. over: a) welke werkgroepen worden opgestart/gecontinueerd; b) met welke samenstelling; c) voor welke duur en tijdstip van vergaderen. LOP en O.O.M. maken duidelijke afspraken over wie de regie neemt over welke werkgroepen. Daarbij zal de vergaderdruk sterk de rode draad zijn doorheen de afspraken. • Oprichting van ad-hoc-werkgroepen tijdens het schooljaar worden steeds overlegd tussen O.O.M. en LOP • Adviezen geformuleerd door het LOP, die relevantie hebben voor het Mechelse onderwijsveld en de lokale overheid worden evenzeer besproken in het OOM. De adviezen van O.O.M. en LOP worden bij voorkeur in consensus overgemaakt aan de stad Mechelen. Indien er geen consensus is, geven O.O.M. en LOP een apart advies. • Om overlappingen bij het ontwikkelen van projecten/acties/initiatieven in het kader van het onderwijs te vermijden, wordt elk project (actie, initiatief) dat de stad Mechelen ontwikkelt, tijdig besproken in het O.O.M. Een project kan dus een initiatief zijn van de stad zelf (bestuur, andere diensten), maar ook groeien vanuit het onderwijsoverleg zelf. In beide situaties wordt het advies van O.O.M. gevraagd en overgemaakt aan het stadsbestuur. Heeft het project betrekking op gelijke onderwijskansen/thema’s waarrond het LOP actief is dan wordt dit analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 163
besproken in het LOP en tevens hun advies gevraagd. Er kunnen ook projecten worden voorgesteld vanuit het LOP. Wanneer de stad Mechelen voor dit project evenzeer een regisseursrol opneemt, wordt dit besproken in het O.O.M. In elk geval wordt de stad geïnformeerd over alle initiatieven die het LOP neemt bij monde van hun vertegenwoordiger in het dagelijks bestuur en het plenum. • De verslaggeving van de werkgroepen/stuurgroepen wordt in O.O.M. en LOP efficiënt geagendeerd. De inhoudelijke discussie wordt in het O.O.M. en LOP niet opnieuw overgedaan, tenzij er opnieuw een netoverschrijdend advies vereist is. • De stad Mechelen is vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur en algemene vergadering van de LOP’s. Het verslag en de agenda van de stuurgroep O.O.M. wordt bezorgd aan de LOP-deskundige. De LOPdeskundige kan worden uitgenodigd op de stuurgroep O.O.M. in functie van de agenda en als extern deskundige. 4.8 Rol van het Lokaal Overlegplatform SO regio Mechelen Het LOP SO regio Mechelen (Mechelen, Sint-Katelijne-Waver, Keerbergen en Haacht) neemt een aantal belangrijke taken op m.b.t. het opvolgen van het schoolverzuim in de Mechelse regio: 1) Analyse van het schoolverzuim 2) Opvolgen van niet-ingeschreven jongeren 3) Optimaliseren van de ouderbetrokkenheid 4) Optimaliseren van de school- en studiekeuze Visie, missie (p.4) Via de uitbouw van een lokaal flankerend onderwijsbeleid wil de stad Mechelen de scholen maximaal ondersteunen zodat iedere leerling in Mechelen met succes zijn schoolloopbaan in het onderwijs kan doorlopen met het oog op het behalen van een kwalificatie.” Een basisvoorwaarde om de regiefunctie op te nemen en een onderwijsflankerend beleid uit te bouwen is het O.O.M., het Onderwijs Overleg Mechelen, dat in 1999 is opgericht als gestructureerd overleg- en adviesplatform tussen de lokale onderwijsactoren en het stadsbestuur van Mechelen. De doelstellingen van het O.O.M. zijn: • door communicatie en overleg tussen de verschillende onderwijsnetten en andere partners in het onderwijsveld efficiënt reageren op stedelijke problematieken. • Een beleidsvisie ontwikkelen • Een regiefunctie uitoefenen bij netoverschrijdende projecten Sinds de overdracht van het stedelijk BaO en SO in 2002 kan de neutraliteit van het stadsbestuur nog meer gegarandeerd worden. De nadrukkelijke beleidsoptie van het Mechels stadsbestuur om een volwaardige, neutrale regierol op te nemen heeft zich ook vertaald in de oprichting van de dienst onderwijsondersteuning, die de opdracht heeft om het lokaal flankerend onderwijsbeleid verder uit te bouwen. Uitgangspunten daarbij zijn: • een breed net- en sectoroverschrijdend overleg • gelijke (onderwijs)kansen als rode draad • ontwikkelen van een Mechelse stadsmonitor • promotie van Mechelen als onderwijsstad Strategische en operationele doelstellingen SD 1: Het stadsbestuur voert een transparant en integraal onderwijsbeleid. OD 1.1. Om de externe samenwerkingsverbanden te optimaliseren, organiseert de stad een gestructureerd overleg met de lokale onderwijsactoren vanuit een integrale benadering van de sociale werkelijkheid (= de externe regierol van de stad). OD 1.2.Binnen de beleidsdomeinen die raakvlakken vertonen met het onderwijs, organiseert de stad verschillende initiatieven ter ondersteuning van de onderwijspartners in Mechelen. Om deze initiatieven te realiseren streeft de stad ernaar de interne samenwerkingsverbanden te optimaliseren via departements- en/of dienstoverschrijdend overleg (= de interne regierol van de stad). 164 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
SD 2: Het stadsbestuur ondersteunt de scholen bij het realiseren van gelijke onderwijskansen en het voorkomen van ongekwalificeerde uitstroom met bijzondere aandacht voor maatschappelijk kwetsbare leerlingen. OD 2.1.De stad werkt een ondersteuningsbeleid uit gericht op het verbeteren van de Nederlandse taalkennis en de schoolbetrokkenheid van leerlingen en hun ouders. OD 2.2. De stad biedt een ondersteuningskader aan met het oog op het voorkomen/verminderen van probleemgedrag van leerlingen in en rond de scholen. OD 2.3.De stad biedt ondersteuning aan de scholen om spijbelgedrag te voorkomen, aan het licht te brengen en/of te verminderen. OD 2.4.In het kader van het “bredeschoolconcept” creëert de stad een leerkrachtige, stimulerende schoolomgeving. OD 2.5. De stad bouwt een sociaal onderwijsbeleid uit met oog voor armoede en sociale uitsluiting. OD 2.6.De stad werkt een ondersteuningskader uit gericht op een betere doorstroming van maatschappelijk kwetsbare jongeren in het onderwijs naar de reguliere arbeidsmarkt. OD 2.7. De stad werkt een ondersteuningsbeleid uit gericht op het bevorderen van de deelname van kleuters aan het kleuteronderwijs. SD 3: Het stadsbestuur versterkt de maatschappelijke betekenis van de onderwijsinstellingen in Mechelen. OD 3.1. De stad promoot Mechelen als onderwijsstad. OD 3.2.De stad profileert Mechelen als studentenstad. Minimale decretale eisen • Geregeld schoolbezoek – spijbelbeleid: zie acties onder OD 2.3. I.s.m. verschillende partners (onderwijs, CLB’s, parket, lokale politie, welzijnssector, huisartsenkring, …) is een spijbelplan opgesteld voor de Mechelse situatie. Vanaf het werkingsjaar 2008 wordt jaarlijks een evaluatierapport van de geïntegreerde werking betreffende het spijbelen opgemaakt. • Leerplichtcontrole: De lokale politie Mechelen engageert zich om jaarlijks de gegevens van de Vlaamse Overheid inzake absoluut schoolverzuim te controleren. • Maatregelen ter bevordering van de kleuterparticipatie: zie acties, beoogde effecten en indicatoren bij OD 2.7. Dat zijn: Ontwikkelen van een promotiecampagne: affiche, radio en tv, stripverhaal ontwikkelen Lijst van afspraken met OCMW en Kind en Gezin om hun cliënten te sensibiliseren voor kleuterparticipatie Vormingssessies i.s.m. het LOP voor intermediairs en doelgroepenorganisaties over het belang van kleuterparticipatie Acties van het onderwijsopbouwwerk ter bevordering van kleuterparticipatie jaarlijks evalueren Acties per beleidsspoor 1. ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders • SNELproject (= spelend Nederlands leren) i.s.m. jeugddienst; vanaf 2008 ook voor tieners • Uitbouw opvoedingsondersteuning en opvoedingswinkel • Voorlees- en taalstimuleringsprojecten voor kinderen en moeders (vrouwengroepen) • Subsidie BaO voor opvang anderstalige nieuwkomers • Oplossing wachtlijsten NT2 i.s.m. Centra BaEd • Project “eerste hulp bij huiswerk” + aandacht voor oudersensibilisering • Behoeftenonderzoek vanuit LOP + onderwijsopbouwwerk PRISMA 2. focus op risicojongeren • Overlegplatform PRoS met stad, onderwijs en lokale politie • Financiële ondersteuning PRoS-project van CGG De Pont • Schooluitvalpreventieproject • Project “schoolspotters” • Werkgroep en actieplan “spijbelen” analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 165
3. ondersteunen schoolteams en -beleid • Stimuleren milieuvriendelijk schoolbeleid i.s.m. milieudienst en IGEMO (educatief materiaal, subsidiereglement) • Overlegplatform PRoS met stad, onderwijs en lokale politie • Werkgroep “omgaan met agressie” • Protocolovereenkomst politie-parket-onderwijs • Schooluitvalpreventieproject • Ondersteuning bemiddelings- en oriënteringscel LOP • Werkgroep en actieplan “spijbelen” 4. leerkrachtige schoolomgevingen • Interne regierol stad m.b.t. onderwijs en sport, cultuur en toerisme, dienst diversiteit, ruimtelijke planning en mobiliteit, politie, stadswachten, jeugd, kinderopvang en opvoedingsondersteuning, ontwikkelingseducatie, leefmilieu en economie: • Subsidiereglement verbetering sportinfrastructuur • Wederzijds advies inzake sportgerelateerde thema’s • Gestructureerd naschools sportaanbod + info hierover via de scholen • Kunsteducatie voor BaO en SO i.s.m. DKO: museum, erfgoedactie…, pedagogische pakketten, cultuurhistorische wandelingen… • Drempelverlagende activiteiten bib voor BaO en SO • Educatieve koffers diversiteit • Tolkendienst gratis na ondertekening afspakennota • Meldpunt racisme • Samenwerking met jeugddienst ikv brede school, vrijetijdsaanbod, SOMS (= stedelijk overleg Mechelen studentenstad) • Educatiepakketten ontwikkelingseducatie (o.a. Globobooster) en subsidiereglement voor activiteiten • Lesmateriaal leefmilieu • Bredeschoolproject “Skoel Skillz” • Sensibilisering van stadsdiensten bij buurtinitiatieven voor participatie van de buurtscholen • Impulsen opm hogeschoolstudenten meer te betrekken bij het sociale, culturele en sportieve leven te betrekken 5. veilige schoolomgevingen • Organisatie van het O.O.G. (Onderwijs Overleg Gemeente) gedurende de looptijd van het pilootproject “netoverschrijdend leerlingenvervoer” • Afspraken over intern vervoer naar zwembad en bibliotheek. • Inbreng vanuit dienst ruimtelijke planning en mobiliteit: opmaak schoolvervoerplannen, update schoolbereikbaarheidskaart, zone 30, overleg over infrastructurele verbeteringen schoolomgeving • Acties lokale politie: “veilig schoolbegin”, “wel jong, niet gek”, fietsexamen • Acties stadswachten: fietscontroles, graveeracties, opleiding gemachtigde opzichter • Parkeerbeleid voor werknemers (lkn) in de binnenstad 6. sociale voordelen • Afsprakennota met de BaO scholen ikv gebruik zwembad en bibliotheek • Regiefunctie ikv voor- en naschoolse opvang en middagtoezicht 7. sociaal onderwijsbeleid • Toelagereglement meerdaagse extra-murosactiviteiten • Ondersteuning infodagen schooltoelagen van het departement • Ondersteuning werkgroep schoolkosten LOP BaO • Deelname aan armoedeoverleg vanuit onderwijs • Vorming over omgaan met armoede • Overleg over groepskortingen voor scholen bij diverse activiteiten • Overleg met mutualiteiten over onkosten buitenschoolse activiteiten 166 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
8. wegwijs in leer- en studietrajecten 9. levenslang levensbreed leren • Vanaf 2008 wordt gestructureerd overleg opgestart met de hogescholen, CVO’s en het kunst- en muziekonderwijs in Mechelen. • Uitbouw van optimale structuur DKO met antennes in buurgemeenten, beiaardschool geïntegreerd in DKO • Ondersteuning initiatieven voor verhogen allochtone deelnemers aan LLL • Promotie Mechelse onderwijsaanbod via Streekkrant e.d. 10. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt • Samenwerking met onderwijs ikv beleidsplan (lokale) economie • Tewerkstelling en begeleiding van lln DBSO in de stad en in sociale tewerkstelling • Stageplaatsen voor lln TSO/BSO+ comunicatie met scholen hierover • Ondersteunen opleidingsprojecten voor kansengroepen, o.a. lasopleiding • Werkgroep onderwijs-arbeidsmarkt i.s.m. Resoc • PAL-overleg Samenwerking met andere sectoren (p.2-3) De stad heeft verschillende beleidsdomeinen die duidelijke raakvlakken vertonen met het onderwijs: kinderopvang, mobiliteit, veiligheid, werkgelegenheid, sport, cultuur, welzijn,…Vanuit deze verschillende domeinen worden initiatieven op touw gezet ifv het realiseren van een leefbare stad en aandacht voor gelijke kansen voor iedereen. De stad is dus een ideale partner om als regisseur een net- en sectoroverschrijdend overleg te organiseren en een inclusief flankerend onderwijsbeleid te voeren. O.O.M Beleidsvisieplan 2007-2012 p.5 “Het onderwijs is geen alleenstaande actor in de verdere uitbouw van een maatschappelijk platform. Het is de bedoeling dat beleidsaspecten zoals jeugd, cultuur, sport, welzijn… mee aan het onderwijsbeleid worden gelinkt. In dat opzicht is het belangrijk dat dit onderwijsbeleidsvisieplan evenzeer een beleidsinstrument kan zijn voor de welzijnssector, cultuurmakers, sport- en jeugdsector. Concreet wordt dan gedacht aan stedelijke diensten, maar ook aan externe organisaties zoals de LOP’s, CBJ (comité bijzondere jeugdzorg), de CLB’s e.d.” Indicatoren uit OP • Beginsituatie / nulmeting met Leerlingenaantallen Onderwijs- en vormingsaanbod Schoolse vertraging in 5de klas BaO en 3de SO: aandeel volgens herkomst/nationaliteit, onderwijsvorm + vgl; met andere cs (cijfers Departement onderwijs en vorming en Stadsmonitor) Sociale en etnische achtergrond van lln BaO en lln SO (GOK-indicatoren - gegevens LOP’s) Aantal definitieve uitsluitingen uit het SO Spijbelgegevens SO en DBSO (bron: Departement onderwijs en vorming) • Strategische doelstelling 1: transparant en integraal flankerend onderwijsbeleid Operationele doelstelling 1.1.: gestructureerd overleg met de onderwijsactoren Indicatoren: Tevredenheidsgraad onderwijsactoren Aantal vergaderingen van O.O.M. BaO en O.O.M. SO (minstens 4) Aantal beleidsadviezen geformuleerd in beide O.O.M.’s Aantal beleidsadviezen, opgevolgd door het stadsbestuur Bestaan van gestructureerd overleg met HO, CVO’s en DKO Aanwezigheid extra medewerker voor de dienst onderwijsondersteuning Bestaan afsprakennota met scholen BaO m.b.t. gebruik zwembad en bibliotheek Aantal vergaderingen van het O.O.G. (minstens 3)
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 167
Operationele doelstelling 1.2.: initiatieven ter ondersteuning van onderwijspartners door diverse stedelijke diensten Indicatoren: Lijst acties naar onderwijs toe vanuit beleidsdomeinen Sport Cultuur en toerisme Diversiteit Ruimtelijke planning en mobiliteit Politie en stadswachten Kinderopvang en opvoedingsondersteuning Ontwikkelingseducatie Leefmilieu economie • Strategische doelstelling 2: ondersteuning GOK-beleid van scholen, met name voorkomen van ongekwalificeerde uitstroom en bijzondere aandacht voor maatschappelijk kwetsbare leerlingen Operationele doelstelling 2.1.: verbeteren taalkennis Nederlands en schoolbetrokkenheid van leerlingen en ouders Indicatoren: Aantal gezinnen in voorleesproject Thee met koekjes Tevredenheidsgraad vrijwilligers en gezinnen in voorleesproject Aantal ouders in taalstimuleringsproject BaO Tevredenheidsgraad scholen en ouders aan taalstimuleringsproject BaO Aantal allochtone vrouwen in reguliere NT2 Aanbod naar tieners: SNeL-project NT2 Aantal anderstalige nieuwkomers met extra taalomkadering Aantal cursisten op wachtlijst NT2 in BaEd Jaarlijks evaluatieverslag met meting van ouderbetrokkenheid in BaO en SO (aantal projecten en/of overeenkomsten) door schoolopbouwwerk Tevredenheidsgraad van betrokkenen bij project EHBH (ouders, scholen, kinderwerkingen, moskee) Operationele doelstelling 2.2.: ondersteuningskader aanbieden voor voorkomen of verminderen van probleemgedrag in en rond scholen Indicatoren: Aantal vergaderingen overlegplatform PrOS activiteitenverslag PrOS aantal begeleidingen aantal bereikte gezinnen tevredenheidsgraad van alle betrokkenen (school, CLB’s, ouders, leerlingen) aantal initiatieven door werkgroep ‘omgaan met agressie’ jaarlijks evaluatieverslag werking protocol politie-parket-onderwijs bestaan schooluitvalpreventieproject aanwezigheidsgraad van dienst onderwijsondersteuning op vergaderingen van project ‘schoolspotters’ aanwezigheidsgraad van dienst onderwijsondersteuning op bemiddelings- en oriënteringscel LOP + aantal verslagen Operationele doelstelling 2.3.: ondersteuning scholen bij aanpak spijbelgedrag Indicatoren: Aantal vergaderingen werkgroep spijbelen Bestaan van lokaal geïntegreerd spijbelplan Jaarlijks evaluatierapport werkgroep spijbelen + aantal voorstellen tot bijsturing daarin Operationele doelstelling 2.4.: bredeschoolconcept, leerkrachtige, stimulerende schoolomgeving Indicatoren: 168 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Aantal vergaderingen en activiteiten van stuurgroep project ‘Skoel Skillz’ Aantal lln uit maatschappelijk zwakke omgeving + onderwijsvorm Aantal (buurt)initiatieven georganiseerd door stadsdiensten (wijk- en dorpszaken, jeugddienst, sportdienst, …) waarbij de (buurt)scholen worden betrokken Operationele doelstelling 2.5.: sociaal onderwijsbeleid met oog voor armoede en sociale uitsluiting Indicatoren: Aantal lln met stadstoelage voor extra-murosactiviteiten Bestaan van een toelagereglement voor meerdaagse extra-murosactiviteiten, dat afgestemd is op de schooltoelage van het OCMW Aantal ouders op infomomenten schooltoelagen van het Departement onderwijs en vorming Bestaan van een plan van aanpak (code) m.b.t. schoolkosten Aanwezigheidsgraad van dienst onderwijsondersteuning op vergaderingen armoedeoverleg Overzicht groepskortingen van scholen voor buitenschoolse activiteiten Samenwerking met ziekenfondsen rond problematiek kansarmoede en buitenschoolse activiteiten Aantal scholen met vorming rond ‘omgaan met lkn en ouders die in armoede leven’ Operationele doelstelling 2.6.: ondersteuningskader uitwerken voor betere doorstroming maatschappelijk kwetsbare jongeren naar de reguliere arbeidsmarkt Indicatoren: Aantal lln DBSO tewerkgesteld binnen de stad Aantal lln TSO/BSO met stageplaats binnen de stad Jaarlijks overzicht stageplaatsen binnen de stad Aantal deelnemers in opleidingsprojecten dat doorstroomt naar de reguliere arbeidsmarkt Aantal vergaderingen van het overleg sociale tewerkstelling Aanwezigheidsgraad dienst onderwijsondersteuning op vergaderingen van a. Werkgroep onderwijs-arbeidsmarkt (vanuit Resoc) b. Overleg PAL Aantal nieuwe initiatieven, acties en projecten met oog op betere doorstroming van kwetsbare jongeren naar de reguliere arbeidsmarkt Operationele doelstelling 2.7.: ondersteuningsbeleid kleuterparticipatie Indicatoren: Bestaan promotiecampagne Overzicht afspraken met OCMW, Kind en Gezin en partners van het netwerk opvoedingsondersteuning Aantal vormingssessies Jaarlijks evaluatieverslag acties kleuterparticipatie door onderwijsopbouwwerk • Strategische doelstelling 3: maatschappelijke betekenis van de onderwijsinstellingen versterken Operationele doelstelling 3.1.: Mechelen promoten als onderwijsstad Indicatoren: Bestaan van promotiemateriaal Haalbaarheidsonderzoek uitbouw centrale onderwijswinkel Overzicht maatregelen parkeervriendelijk beleid voor lkn Aantal bijdrage over onderwijs in stedelijke communicatiekanalen Operationele doelstelling 3.2.: profilering als studentenstad Indicatoren: Aantal sociale, culturele en sportieve initiatieven gericht naar hogeschoolstudenten Overzicht impulsen uitbouw studentenhuisvestingsbeleid Aanwezigheid studentenambtenaar in organigram van de stad Bestaan van gestructureerd overleg met HO, CVO’s en DKO Aantal initiatieven, acties en organisaties die ondersteund worden met het oog op grotere instroom allochtone jongeren in HO
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 169
Stad Oostende Koppeling aan andere beleidsplannen (p.2) Vermits we vooral een samenhangend beleid beogen werden deze operationele doelstellingen uit het dialoogoverleg gelinkt aan de operationele doelstellingen van vier beleidsdocumenten met name: 1. de Strategische nota van de stad Oostende; 2. het Lokaal Sociaal Beleidsplan Oostende 2008 – 2013; toelichting p.33-34 3. het Strategisch Veiligheids- en Preventieplan 2007 – 2010 van de stad Oostende; toelichting p. 34-35 4. de Beleidsovereenkomst Stedenfonds 2008 – 2013. toelichting p. 35-37 Er werd daarbij op gelet dat de doelstellingen, geformuleerd door het lokale veld, in één van de bedoelde vier beleidsdocumenten hun plaats vinden. Beschrijving regiefunctie (p.1) Binnen een gemeentelijke structuur is de sector onderwijs slechts één van de vele sectoren. Tot voor enkele jaren voerden de sectoren elk voor zich een beleid dat niet noodzakelijk steeds werd gekenmerkt door samenhang en lange termijnvisie. Dit is uiteraard mede het gevolg van de bestuurlijke organisatie die ingevolge de 6- jaarlijkse gemeenteraadsverkiezingen kan wijzigen. Stilaan groeide de wens naar het bepalen van langere termijndoelstellingen. Deze vinden hun neerslag in een Bestuursakkoord en steeds vaker in een strategische nota. Door meer samenwerking tussen aanpalende sectoren groeide ook de grotere samenhang tussen diverse strategische doelen. Ook in Oostende werd deze weg afgelegd en kwam in de loop van 2007 na de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 een eerste strategische nota tot stand voor de sector onderwijs. (p.49) Er zijn structurele samenwerkingsverbanden opgezet tussen de dienst Onderwijs en andere (stedelijke) diensten: de Lokale Politie Oostende, Cel Drugbeleid, de Jeugddienst, de Cultuurdienst, de Sportdienst, de Diensten voor (Buitenschoolse) Kinderopvang, het Netwerk Opvoedingsondersteuning Oostende en het preventief integraal ontwikkelproject “De Katrol”. (p.2) Naast een tweejaarlijkse follow-up, zullen wij elke zes jaar het onderwijsbeleidsplan volledig opnieuw evalueren via de methode van dialoog. Neutraliteit (p.14) Hoewel in de memorie van toelichting bij het decreet betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau voorgesteld wordt dat het lokale bestuur het best het flankerend beleid realiseert via een aparte ‘afdeling’ en een gescheiden begroting, is dit op dit ogenblik niet realistisch ingevolge de huidige structuur. Voor de realisatie, organisatie en coördinatie van het flankerend beleid zijn door de hogere overheid geen extra middelen voorzien. De bestaande onderwijsdienst wordt met dit flankerend beleid ‘belast’ zonder extra man-/vrouwkracht. In Oostende bestaat deze dienst uit 1 voltijds hoofd van dienst en 3½ administratieve medewerkers. De voltijdse onderwijsregisseur wordt sedert 1 september 2003 gesubsidieerd via Stedenfondsmiddelen. Aard onderwijsoverleg (p.1) Ons onderwijsplan zien we vooral als een proces, eerder dan als een product. Het geproduceerde plan dat hier voorligt, is dan ook het resultaat van de afgelegde weg sedert 2002 en van meer dan een jaar dialoog (negen dialoogmomenten) met het onderwijsveld, de welzijnspartners rondom onderwijs en de werkgevers. Deze dialoogronde werd georganiseerd door de dienst Onderwijs. (p.2) De evolutie van dit dialoogproces werd regelmatig teruggekoppeld in diverse andere overlegmomenten met het lokale onderwijsveld. De belangrijkste organen daarbij zijn de algemene vergadering en de stuurgroep van de Oostendse Onderwijsraad, kortweg OOR. Ook het regelmatig overleg ter voorbereiding van de projecten in het kader van het centrumstedenbeleid waren telkens momenten waarop wij konden toetsen of we op de goede weg zaten. • LOP BaO • LOP SO Oostende-Middelkerke 170 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Wijze van samenwerking met het LOP 1.3. Meewerken aan LOP (OP p. 26-27) 1.3.a. Er is deelgenomen aan de overlegvergaderingen van het LOP en de afstemming van de thema’s is bewaakt. Schooljaar 2007 – 2008: • deelnemen aan het dagelijks bestuur/de algemene vergadering van het LOP Oostende Middelkerke basis- en secundair onderwijs en haar deelorganen en de afstemming van thema’s bewaken. Schooljaren 2008 – 2009 / 2012 - 2013: • verder deelnemen aan het dagelijks bestuur/de algemene vergadering van het LOP Oostende Middelkerke basis- en secundair onderwijs en haar deelorganen en de afstemming van thema’s bewaken. Visie, missie (p.10) Onze visie werd dan ook als volgt geformuleerd: als lokaal bestuur willen we via het onderwijsbeleid maximale zorg voor alle schoolgaanden op het grondgebied realiseren alsook de vrije schoolkeuze garanderen. Hoe zien we daarbij onze rol als lokaal bestuur, of met andere worden hoe zien we onze missie, wat zullen we ‘doen’ om onze visie te realiseren? Dat willen we doen door twee strategische doelstellingen na te streven: SD1: Objectief flankerend onderwijsbeleid realiseren SD2: Kwaliteitsvol stedelijk onderwijs organiseren Strategische en operationele doelstellingen SD1: Objectief flankerend onderwijsbeleid realiseren OD1: Netoverschrijdend onderwijsoverleg organiseren en stimuleren OD 1.1. Onderwijs “regisseren” = inhoudelijk voorbereiden, organiseren en opvolgen OOR en deelraden (gezondheid, mobiliteit, projecten, minisociale kaart, onderwijs en vorming,…) OD 1.2. Opzetten van structurele samenwerkingsverbanden met interne diensten OD 1.3. Meewerken aan LOP OD2. Kansarmoede bestrijdende projecten organiseren, subsidiëren en controleren OD 2.1. Structurele projecten voorbereiden, organiseren en verantwoorden naar hogere overheden toe (vb. Brugfiguren), alsook kleinschalige vernieuwende schoolprojecten stimuleren door subsidiëring en projectsubsidies OD 2.2. Acties uitvoeren i.v.m. vermindering van schoolkosten o.a. onderwijscheques verkopen OD3. Informatieplicht van de lokale overheid i.v.m. ‘gelijke kansen’ voor alle schoolgaanden nakomen OD 3.1. Laagdrempelig loket bemannen: informatie verzamelen, ordenen, toegankelijk maken en beschikbaar stellen OD 3.2. Netoverschrijdende onderwijspromotie = correcte informatie en bekendmaking van alle scholen op het grondgebied OD 3.3. Controle op leerplicht en sensibiliserend acties inclusief m.b.t. kleuterparticipatie OD 3.4. Sociale voordelen OD4. Concrete bijdragen leveren tot het verhogen van de opleidingsgraad en de tewerkstelling van de inwoners OD 4.1. Faciliteren van en samenwerken aan integratieprojecten die het positief zelfbeeld van kinderen verhogen (o.a. projecten kunstinitiatie) OD 4.2. Levenslang en levensbreed leren stimuleren en actief ondersteunen OD 4.3. Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt: meewerken aan bestaande overlegfora en -platforms die bruggen slaan tussen onderwijs en werk OD5. Een gecoördineerd beleid voeren inzake probleemjongeren op school OD 5.1. Werken aan schoolmoeheid en voorkomen van drop-out o.a. door organiseren en subsidiëren van diverse time-outzones OD 5.2. Organiseren van netoverschrijdende vorming rond actuele thema’s i.v.m. schooluitval en conflicthantering OD 5.3. Faciliteren van netoverschrijdende samenwerking in het kader van zorgcontinuüm analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 171
SD2: Kwaliteitsvol stedelijk onderwijs organiseren OD1: PERSONEEL: Wettelijke verplichtingen als schoolbestuur opvolgen en correct uitvoeren OD2: FINANCIEEN: Financieel beheren van ontvangsten en uitgaven in functie van correcte verantwoording WL à dept Onderwijs OD3.1: MATERIEEL: Beleid opmaken en beheren van schoolgebouwen en materieel OD3.2: ADMINISTRATIEF: Administratieve verplichtingen als schoolbestuur correct nakomen OD4: PEDAGOGISCH – INHOUDELIJK: Vormgeven aan, bijsturen van en toezien op de naleving van het Pedagogisch Project (BaO)/Artistiek Pedagogisch Project (DKO) Minimale decretale eisen (p.26) Controle op de leerplicht en sensibiliserende acties inclusief met betrekking tot kleuterparticipatie. 3.3.a. De informatie over leerplicht is permanent verstrekt via loketfunctie en lokale infocampagne. 3.3.b. In samenwerking met het departement Onderwijs gebeurt er jaarlijks een gepersonaliseerde opvragingsactie ten aanzien van niet-getraceerde leerplichtigen. 3.3.c. Onder impuls van het LOP is meegewerkt aan sensibiliserende informatieacties i.v.m. schoolparticipatie in het algemeen en kleuterparticipatie in het bijzonder. Acties per beleidsspoor 1. ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders (p.23) Structurele projecten voorbereiden, organiseren en verantwoorden naar hogere overheden (o.a. brugfiguren) alsook kleinschalige, vernieuwende schoolprojecten stimuleren door subsidiëring en projectsubsidies (p.24) Laagdrempelig loket bemannen:informatie verzamelen, ordenen, toegankelijk maken en beschikbaar stellen (p.28) Faciliteren van en samenwerken aan integratieprojecten die het positief zelfbeeld van kinderen verhogen (o.a. projecten voor Kunstinitiatie, taalprojecten) 2. focus op risicojongeren (p.30) Werken aan schoolmoeheid en voorkomen van drop out o.a. door het organiseren en subsidiëren van diverse time-outzones (p.40) controle op de leerplicht en sensibiliserende acties, inclusief m.b.t. kleuterparticipatie 3. ondersteunen schoolteams en -beleid (p.31) Organiseren van netoverschrijdende vorming rond actuele thema’s i.v.m. schooluitval en conflicthantering (p.32) Faciliteren van netoverschrijdende samenwerking in het kader van zorgcontinuüm 4. leerkrachtige schoolomgevingen (p.23) Structurele projecten voorbereiden, organiseren en verantwoorden naar hogere overheden (o.a. brugfiguren) alsook kleinschalige, vernieuwende schoolprojecten stimuleren door subsidiëring en projectsubsidies (p.45) Er is een wetenschappelijk onderbouwd beoordelingskader voor de beoordeling van kleinschalige vernieuwende schoolprojecten door de stuurgroep van de OOR. 5. veilige schoolomgevingen Project Duurzaam naar school 6. sociale voordelen Alle voordelen die door stedelijke diensten toegekend worden aan stedelijke en niet- stedelijke scholen op het grondgebied van de Stad, worden in kaart gebracht. De bestaande sociale voordelen zijn verder toegepast en de financiële en organisatorische haalbaarheid van alle voordelen is onderzocht. 7. sociaal onderwijsbeleid (p.23) Acties uitvoeren i.v.m.vermindering van schoolkosten o.a. onderwijscheques verkopen (p.24) Laagdrempelig loket bemannen:informatie verzamelen, ordenen, toegankelijk maken en beschikbaar stellen
172 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
(p.48) Onderwijs ‘regisseren’ = inhoudelijk voorbereiden, organiseren en opvolgen OOR en deelraden (gezondheid, mobiliteit, projecten, minisociale kaart, onderwijs en vorming …) 8. wegwijs in leer- en studietrajecten (p.25) Netoverstijgende onderwijspromotie = correcte informatie en bekendmaking van alle scholen op het grondgebied (p.24) Laagdrempelig loket bemannen:informatie verzamelen, ordenen, toegankelijk maken en beschikbaar stellen 9. levenslang levensbreed leren (p.29) Levenslang en levensbreed leren stimuleren en actief ondersteunen d.m.v. openlesmomenten, cultuurleermarkt en Oostende Studentenstad 10. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt (p.30) Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt: meewerken aan bestaande overlegfora en -platforms die bruggen slaan tussen onderwijs en werk Samenwerking met andere sectoren 1.2.a. Er zijn structurele samenwerkingsverbanden opgezet tussen de dienst Onderwijs en andere (stedelijke) diensten: de Lokale Politie Oostende, Cel Drugbeleid, de Jeugddienst, de Cultuurdienst, de Sportdienst, de Diensten voor (Buitenschoolse) Kinderopvang, het Netwerk Opvoedingsondersteuning Oostende en het preventief integraal ontwikkelproject “De Katrol”. 1.2.b. Stedelijke diensten benutten maximaal de algemene vergaderingen van de OOR als kanaal om hun onderwijsgelinkte thema’s te laten aansluiten. (p.27) De onderwijsregisseur i.s.m. de gemandateerde ambtenaar Diverse andere stedelijke diensten: Jeugddienst, Sportdienst, Cultuurdienst, Reinigingsdienst, Toerisme Oostende vzw, dienst Leefmilieu, dienst voor Sociale Zaken, Bibliotheek, Lokale Politie Oostende, diensten voor (Buitenschoolse) Kinderopvang, Voorlichtingsdienst, Juridische dienst, diensten voor Industrie en Economie, Veiligheids- en preventieplan, Stedelijk Zwembad, Openluchtcentrum Duin en Zee, Musea en de Stedelijke werkhuizen. Indicatoren uit OP (telkens met vgl. Vlaams gewest) • Bevolkingspiramide, aantal scholen, aantal leerlingen • Specifieke onderwijsgegevens: aantal kleuters en kleuterparticipatie GOK-indicatoren (nog niet ingevoerd) schoolse vertraging in BaO en SO aandeel niet-studerende bevolking dat leeractiviteiten onderneemt aantal problematische opvoedingssituaties (POS) bij Comité bijzondere jeugdzorg • Bevolkingsgegevens: bevolkingsevolutie en leeftijdspiramide aantal gezinnen met kinderen aantal nieuwkomers en vreemdelingen • Gegevens welzijn en armoede: gemiddeld inkomen per gezin, evolutie van de inkomens aantal leefloners aantal WIGW-statuut aantal geboortes in kansarme gezinnen aantal plaatsen in de kinderopvang • Huisvesting: Aandeel huurwoningen op woningmarkt Gemiddelde verkoopprijs woningen
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 173
• Werkgelegenheid: evolutie werkloosheidsgraad evolutie werkzaamheidsgraad • Veiligheid Aantal diefstallen en afpersingen per 1000 inwoners Aantal misdrijven tegen de fysieke integriteit Aantal misdrijven tegen eigendom Aandeel delicten gepleegd door minderjarigen • Mobiliteit en verkeersveiligheid: Totaal aantal ongevallen Totaal aantal ingeschreven personenwagens • Meting onderwijsregie: Verslagen stuurgroep en algemene vergaderingen OOR Aanwezigheid van aangepast huishoudelijk reglement Aanwezigheid evaluatienota Onderwijsplan + tweejaarlijkse tussentijdse evaluatie • Meting netoverschrijdend samenwerken: Aantal gestructureerde overlegmomenten en /of afsprakennota’s Aantal gestructureerde overlegmomenten en verslagen algemene vergaderingen OOR • Medewerking aan LOP: Verslagen dagelijkse besturen / algemene vergaderingen LOP Verslagen algemene vergaderingen OOR Indicatoren bij operationele doelstellingen en projecten • Brugfigurenproject organiseren en opvolgen: Aantal gestructureerde overlegmomenten Uitwerken beroepsprofiel brugfiguren Opvolging evolutie bf-project d.m.v. registraties en bevraging welbevinden actoren Aantal en aard van verkregen projectsubsidies Realisering aangepast subsidiereglement • Project onderwijscheques: Aantal verkochte onderwijscheques Rapportering van de aangegane studie- en engagementsverklaringen • Sociaal onderwijssecretariaat, laagdrempelig loket: Uitwerken kerntakennota Aantal gestructureerde overlegmomenten + evaluatierapport + registratie aantal consultaties Uitwerken sociale kansenkaart Oostende Aantal overlegmomenten + registratie vragen trajectbegeleiding • Netoverschrijdende onderwijscommunicatie op de stedelijke website: Aantal overlegmomenten + aantal door scholen ingevulde deelsites onderwijsaanbod Overzichtslijst opendeurdagen en infomomenten op de stedelijke website Jaarlijkse brochure Onderwijs en Vorming in Oostende • Controle leerplicht i.s.m. LOP: Aantal gestructureerde overlegmomenten + verslagen Aantal acties en consultaties m.b.t. niet-getraceerde leerplichtigen Evaluatieverslag, gebaseerd op registratie spijbelaars • Sociale voordelen: Registraties (rapportage) Evaluatieverslag gebaseerd op registraties • Integratieprojecten ter bevordering van positief zelfbeeld (o.a. met kunstinitiatie) 174 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
•
•
•
•
Aantal overlegmomenten Registratie deelneming acties Evaluatie acties Acties LLL, cultuurleermarkt en “Oostende Studentenstad”: Aantal overlegmomenten Aantal initiatieven + registratie respons evaluatieverslag Time-out: Aantal overlegmomenten Registratie aantal time-outaanvragen en aantal politie-interventies Verslagen stuurgroep time-out Vorming leerkrachten en leerlingen i.v.m. schooluitval en conflicthantering Aantal overlegmomenten Aantal en aard van de aangeboden vormingsmomenten Netoverschrijdende samenwerking i.v.m. zorgcontinuüm Aanwezigheid netwerk zorgverantwoordelijken op stedelijke website Geactualiseerde Minisociale kaart Aantal overlegmomenten + uitwerken van samenwerkingsovereenkomst DKO en CLB’s
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 175
Stad Roeselare Koppeling aan andere beleidsplannen Stad Roeselare - Bestuursakkoord d.d. 20.10.2006 Strategische beleidsnota 2007-2012 Roeselare op KOERS! Lokaal Sociaal Beleid 2008-2013 Beschrijving regiefunctie De regierol houdt in dat het onderwijsbeleid tot stand komt in een breed horizontaal overleg en in samenwerking met zeer diverse partners, ook in verwante beleidsdomeinen, waardoor een netwerk ontstaat dat het beleid schraagt. Het maatschappelijk belang van onderwijs en vorming is zeer groot en kan nauwelijks overschat worden. (…)Bij dit alles moet er aandacht zijn voor de leervragen en leerwensen van iedereen. Maar er is bijzondere aandacht nodig voor specifieke doelgroepen, om te vermijden dat er een kloof ontstaat. De stad wil vanuit dit maatschappelijk en persoonlijk belang van kennis en vaardigheden waar nodig en mogelijk samenwerking stimuleren met alle relevante actoren (werkgelegenheid, economie, welzijnsactoren, wijken, politie, cultuur en sport, kinderopvang, …) (p.21) De stad wil een neutrale, breed gedragen onderwijsregie voeren: Bevorderen van de samenwerking over de netten en niveaus heen o.a. doo oprichten van een net- en niveauoverschrijdend overlegplatform Neutraliteit (p.21) De stad wil een neutrale, breed gedragen onderwijsregie voeren Aard lokaal onderwijsoverleg • Lokaal Overlegplatform (LOP) Basisonderwijs: bestaat (nog) niet, maar werd recent nog in het vooruitzicht gesteld door de Minister van Onderwijs Secundair onderwijs Algemene Vergadering Dagelijks Bestuur Werkgroepen • Nieuw overlegplatform ikv Flankerend Onderwijsbeleid (in de maak) In Roeselare wordt binnenkort een net- en niveauoverschrijdend overlegplatform opgericht. Dit staat los van de LOP-werking. Het is wel de bedoeling dat de agenda en de thema’s die op het overleg aan bod komen afgestemd worden op hetgeen in het LOP wordt behandeld. De eerste bijeenkomst van het onderwijsoverlegplatform Roeselare zal plaatsvinden op 10 april 2008. • Bovenlokaal overleg Overlegplatform Lokaal Flankerend Onderwijsbeleid (Vlaams niveau) Consortium Volwassenenonderwijs regio 12 NT2-overleg (Nederlands voor anderstaligen regio Roeselare-Tielt) Wijze van samenwerking met het LOP 2.2 Participatie en overlegstructuren: Lokaal OP (p.13) • Schoolgerelateerde overlegstructuren • Lokaal Overlegplatform (LOP) Basisonderwijs: bestaat (nog) niet, maar werd recent nog in het vooruitzicht gesteld door de Minister van Onderwijs Secundair onderwijs Algemene Vergadering Dagelijks Bestuur Werkgroepen 176 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Spijbelen Time-out Communicatie met ouders • Nieuw overlegplatform ikv Flankerend Onderwijsbeleid (in de maak) Bevorderen van de samenwerking binnen het basisonderwijs over de netten heen OP (p.25) 2.5 Streven naar een LOP-basisonderwijs In Roeselare werd tot op heden nog geen LOP (Lokaal Overlegplatform) voor het basisonderwijs geïnstalleerd. Dit werd echter een tijdje terug reeds door de Vlaams Minister van Onderwijs in het vooruitzicht gesteld. De vorderingen in dit dossier worden nauwgezet opgevolgd. 3.1 Deelname LOP secundair onderwijs (OP p.28) De stad is hierin zelf geen initiatiefnemer maar wenst wel zoveel mogelijk betrokken te zijn bij het Lokaal Overlegplatform (LOP) secundair onderwijs. Visie, missie (p.10) De stad Roeselare wil als lokale overheid alle onderwijs- en vormingsinitiatieven ondersteunen die op haar grondgebied worden genomen. Op die manier kan het lokaal bestuur de vrije keuze verzekeren en ook vlotter de regierol opnemen die haar is toebedeeld. Zij wil dit doen met een uitgesproken engagement – als inrichter van het eigen stedelijk onderwijs – en tegelijk op een objectieve basis. De nadruk komt te liggen op een flankerend beleid waarbij ook de strijd wordt aangebonden tegen kansarmoede en uitsluiting. Een gelijke behandeling van kinderen en hun ouders, wat ook hun schoolkeuze is, is dan ook een vanzelfsprekendheid. Onderwijs en vorming als sociaal grondrecht Onderwijs en vorming is een sociaal grondrecht, vastgelegd in de grondwet. art. 23: Ieder heeft het recht een menswaardig leven te leiden. Daartoe waarborgen de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel, rekening houden met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen. 5° het recht op culturele en maatschappelijk ontplooiing. Het decreet Lokaal Sociaal Beleid heeft ook linken naar diverse andere grondrechten. • Art. 24 §3: ieder heeft recht op onderwijs, met eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden. De toegang tot het onderwijs is kosteloos tot het einde van de leerplicht. Maatschappelijk belang van onderwijs en vorming Het maatschappelijk belang van onderwijs en vorming is zeer groot en kan nauwelijks overschat worden. De consequentie ervan is een uitgesproken engagement voor onderwijs en vorming. Dit is des te meer nodig omdat kennis, constructieve gedragingen, sociale en technische vaardigheden en een actief respect voor fundamentele waarden uiterst belangrijk zijn voor de persoonlijke ontwikkeling, voor de toegang tot de arbeidsmarkt en de uitbouw van een loopbaan, maar evenzeer in functie van een participatie aan het cultureel en maatschappelijk “verkeer”. Bovendien evolueert de maatschappij bijzonder snel en de complexiteit neemt sterk toe. Levenslang leren is des te meer cruciaal om maatschappelijk verder te kunnen participeren (cf. evolutie inzake automatisering en informatica). Bij dit alles moet er aandacht zijn voor de leervragen en leerwensen van iedereen. Maar er is bijzondere aandacht nodig voor specifieke doelgroepen, om te vermijden dat er een kloof ontstaat. De stad wil vanuit dit maatschappelijk en persoonlijk belang van kennis en vaardigheden waar nodig en mogelijk samenwerking stimuleren met alle relevante actoren (werkgelegenheid, economie, welzijnsactoren, wijken, politie, cultuur en sport, kinderopvang, …) Strategische en operationele doelstellingen SD 1: De stad wil een neutrale, breed gedragen onderwijsregie voeren 1.1 Oprichten van een net- en niveauoverschrijdend overlegplatform 1.2 Aanbieden van educatief materiaal aan scholen (milieudienst, bibliotheek) analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 177
SD 2:
SD 3:
SD 4:
SD 5:
1.3 Educatieve bezoeken mogelijk maken 1.4 Ter beschikking stellen van infrastructuur 1.5 Controle op de leerplicht 1.6 Stimuleren van kleuterparticipatie 1.7 Voeren van een spijbelbeleid De stad streeft samen met alle actoren naar een breed en kwalitatief aanbod binnen het basisonderwijs 2.1 Toekennen van sociale en andere voordelen Gratis schoolzwemmen voor basisscholen van alle netten Geregeld leerlingenvervoer voor de basisscholen van alle netten Gratis ontlenen van (feest)materialen aan de basisscholen van alle netten 2.2 Project huiswerkondersteuning 2.3 Zomerklasjes voor anderstaligen 2.4 Project aanpak van moeilijk gedrag bij kleuters 2.5 Streven naar een LOP-basisonderwijs 2.6 Aanbod verkeerseducatie lokale politie 2.7 Octopus 2.8 Duurzaam naar school (duurzaam woon-schoolverkeer in het gewoon basisonderwijs) Stad als IM 2.9 Infrastructuur 2.10 Middelen 2.11 Omkadering Relatie stad-school optimaliseren 2.12 Onderzoeken van een mogelijke verzelfstandiging van het gemeentelijk basisonderwijs 2.13 Financiële tussenkomsten voor allerhande schoolkosten aan gezinnen Andere actoren 2.13 Financiële tussenkomsten voor allerhande schoolkosten aan gezinnen De stad wil haar regionale positie in functie van het secundair onderwijs minimaal behouden en waar mogelijk versterken Deelname aan overleg 3.1 Deelname LOP secundair onderwijs Opzetten van flankerende beleidsacties 3.2 Projectwerking: STORE (Groep Intro) Vlot bereikbare en veilige schoolomgevingen creëren 3.3 Aanbod verkeerseducatie lokale politie 3.4 Ontmoetingsplaats Polenplein 3.5 Tussenkomst busabonnement 3.6 Vlotte busverbindingen Met OCMW 3.7 Brugproject: samenwerking CDO Roeselare en Lendelede 3.8 Financiële tussenkomsten voor allerhande schoolkosten aan gezinnen 3.9 Travak – voortrajecten De stad wil de aanwezigheid van en de samenwerking met het hoger onderwijs versterken 4.1 Samenwerken in het kader van het huis van de voeding 4.2 Opmaak Europees project: seniorenhuis van de toekomst De stad wil haar toonaangevende regionale positie inzake DKO verder uitbouwen en hiervoor samenwerking opzetten met het bredere culturele veld 5.1 Onderzoeken van mogelijk samenwerking met privé-initiatieven en amateurverenigingen Voorzien in de nodige middelen, infrastructuur en omkadering 5.2 Infrastructuur 5.3 Middelen 5.4 Omkadering
178 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
SD 6: De stad wil het aanbod aan vorming en onderwijs voor volwassenen verbreden in functie van de leervragen en –wensen van deze bevolkingsgroep met bijzondere aandacht voor de noden van diverse doelgroepen en kansengroepen 6.1 Opvolgen van ontwikkelingen betreffende Consortium 12 6.2 In kaart brengen van overlappingen en leemtes inzake volwassenenonderwijs en daartoe eventueel ook contacten leggen met andere vormingsorganisaties 6.3 Infrastructuur 6.4 Middelen 6.5 Omkadering 6.6 Aanbod lessen Nederlands binnen het Lokaal Opvang Initiatief (i.s.m. CBE en CVO’s) Minimale decretale eisen 1.5 Controle op de leerplicht • De stad ontvangt een brief van het ministerie met een lijst van Roeselaarse leerplichtigen die nergens zijn ingeschreven • De lokale politie krijgt vervolgens de opdracht om de naleving van de wet op de leerplicht te onderzoeken voor die leerplichten die worden vermeld in de brief van het ministerie • De bevindingen van het onderzoek worden daarna teruggekoppeld naar het ministerie 1.6 Stimuleren van kleuterparticipatie • Samenwerking/brainstorming op lokaal niveau met diverse partners (echter nog geen LOP basisonderwijs) • Veralgemeende inschrijving belangrijk maar ook regelmatige deelname moet nagestreefd worden! • Zie ook: voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, wat betreft de gegevensuitwisseling in het kader van de stimulering van de kleuterparticipatie (Vlaams Parlement stuk 1474/1 – 2007-2008). 1.7 Voeren van een spijbelbeleid • In Roeselare (slechts) 0,5% regelmatige spijbelaars in voltijds secundair onderwijs (bron: stadsmonitor) • In Roeselare 24% regelmatige spijbelaars in deeltijds secundair onderwijs (8 centrumsteden halen nog slechtere scores) • LOP – werkgroep spijbelen • School-Time-Out project oa. voor spijbelaars Acties per beleidsspoor 1. ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders 2.2.Project huiswerkondersteuning 2.3 Zomerklasjes voor anderstaligen 2.4 Project aanpak van moeilijk gedrag bij kleuters 2. focus op risicojongeren Projectwerking: STORE (Groep Intro) = School Time-Out RoeselarE 3. ondersteunen schoolteams en -beleid SD 4: De stad wil de aanwezigheid van en de samenwerking met het hoger onderwijs versterken 4.1 Samenwerken in het kader van het huis van de voeding 4.2 Opmaak Europees project: seniorenhuis van de toekomst 4. leerkrachtige schoolomgevingen 1.2 Aanbieden van educatief materiaal aan scholen (milieudienst, bibliotheek) 5. veilige schoolomgevingen 2.6 Aanbod verkeerseducatie lokale politie 2.7 Octopus
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 179
2.8 Duurzaam naar school (duurzaam woon-schoolverkeer in het gewoon basisonderwijs) 3.4 Ontmoetingsplaats voor jongeren voor en na school (Polenplein) 3.5 Tussenkomst busabonnement (50% korting voor alle scholieren) 3.6 Vlotte busverbindingen 6. sociale voordelen • Gratis schoolzwemmen voor basisscholen van alle netten • Geregeld leerlingenvervoer voor de basisscholen van alle netten • Gratis ontlenen van (feest)materialen aan de basisscholen van alle netten 7. sociaal onderwijsbeleid 2.13 en 3.8 Financiële tussenkomsten voor allerhande schoolkosten aan gezinnen (ism OCMW) 8. wegwijs in leer- en studietrajecten 9. levenslang levensbreed leren SD 6: De stad wil het aanbod aan vorming en onderwijs voor volwassenen verbreden in functie van de leervragen en -wensen van deze bevolkingsgroep met bijzondere aandacht voor de noden van diverse doelgroepen en kansengroepen SD 5: De stad wil haar toonaangevende regionale positie inzake DKO verder uitbouwen en hiervoor samenwerking opzetten met het bredere culturele veld 5.1 Onderzoeken van mogelijk samenwerking met privé-initiatieven en amateurverenigingen 6.6 Aanbod lessen Nederlands binnen het Lokaal Opvang Initiatief (i.s.m. CBE en CVO’s) 10. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt 3.7 Brugproject: samenwerking CDO Roeselare en Lendelede ism OCMW 3.9 Travak – voortrajecten ism OCMW Samenwerking met andere sectoren (p. 12) De stad wil vanuit dit maatschappelijk en persoonlijk belang van kennis en vaardigheden waar nodig en mogelijk samenwerking stimuleren met alle relevante actoren (werkgelegenheid, economie, welzijnsactoren, wijken, politie, cultuur en sport, kinderopvang, …) De lokale overheid wenst een integraal beleid te voeren en maakt in het onderwijsbeleid dwarsverbindingen met… • Beleidsdomeinen binnen het Lokaal Sociaal Beleid • Wonen • Werken • Gezondheid (inclusief drugbeleid) • Gezinnen (inclusief kinderopvangbeleid) • Senioren • Etnisch-culturele minderheden • Wijken Andere beleidsdomeinen • Sport • Cultuur en vrije tijd: 1.2 Aanbieden van educatief materiaal aan scholen (milieudienst, bibliotheek) • Mobiliteit • Veiligheid • Economie • Jeugd De vruchten van deze dwarsverbindingen zijn de diverse acties die hieruit tot stand komen. Een overzicht daarvan vindt u in deel 3 (Beleidsacties Onderwijs & Leren 2008) van deze publicatie.
180 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Indicatoren uit OP • Scholen, leerlingenaantallen, geografische spreiding • Stadsmonitor +vgl andere cs Schoolse vertraging 5de leerjaar Schoolse vertraging 3de SO per onderwijsvorm Aandeel spijbelaars in voltijds SO Aandeel spijbelaars in DBSO Aandeel niet-Belgen in voltijds BSO Score op kwaliteit van samenwerking rond GOK Instroom SO van buiten de stad Aandeel laaggeschoolde werklozen met VDAB-beroepsopleiding Aandeel leeractiviteiten in niet-studerende bevolking Indicatoren uit projectaanvragen • Time-out Beschrijving projectdoelstellingen en –resultaten Cijfergegevens time-outbegeleiding Nieuwe projectnoden • Taalstimulering Selectie voor huiswerkbegeleiding op basis van GOK-gegevens Meting ouderbetrokkenheid? • Wiebelweken Nederlands thuistaal niet Nederlands 6-12j eerste leerjaar afgerond
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 181
Stad Sint-Niklaas Koppeling aan andere beleidsplannen Lokaal sociaal beleidsplan 2008-2013 Beschrijving regiefunctie In augustus 2007 richtte het stadsbestuur een cel flankerend onderwijsbeleid op. Hiermee wil het een regiefunctie op zich nemen om al deze initiatieven samen te brengen en een betere afstemming te creëren, zodat daar waar hiaten bestaan nieuwe initiatieven kunnen groeien. Het flankerend onderwijsbeleid zal niet enkel vanuit welzijnsgerelateerde thema’s vertrekken, maar zal zijn werkdomein ook opentrekken naar mobiliteit, milieu, cultuur, sport, jeugd, enz…., afhankelijk van waar noden ontstaan. De coördinator flankerend onderwijsbeleid zal hét aanspreekpunt worden voor alle materies die van en naar het onderwijsveld komen en gaan. Neutraliteit (p.4) Om een flankerend onderwijsbeleid uit te bouwen wierf het stadsbestuur een fulltime ambtenaar aan die zich enkel met deze materie bezig houdt. Ruimtelijk zit deze coördinator flankerend onderwijsbeleid niet bij de collega’s die zich bezig houden met het eigen stedelijk onderwijs. Het flankerend onderwijsbeleid staat los van het stedelijk onderwijs en heeft ook aparte begrotingskredieten. Met het flankerend onderwijsbeleid zal het stadsbestuur transparanter zijn naar het onderwijsveld. De sociale en andere voordelen zullen kaderen in de nieuwe regelgeving. De cel flankerend onderwijsbeleid zal zich uitsluitend bezig houden met netoverschrijdende initiatieven. Alles wat vanuit deze cel georganiseerd of ondersteund wordt, zal gericht zijn naar alle scholen en alle netten in deze stad. Een structureel netoverschrijdend overlegplatform zal mee het beleid vorm geven. In een jaarlijks actieplan zal de concretisering gebeuren van dit onderwijsplan. Flankerend onderwijsbeleid is eveneens opgenomen als nieuwe bevoegdheid in het schepencollege, waarmee het belang van deze opdracht wordt beklemtoond. Aard onderwijsoverleg • (p.4-5) De coördinator flankerend onderwijsbeleid woont zowel de algemene vergaderingen als de dagelijkse besturen van de beide LOP’s (LOP basisonderwijs en LOP secundair onderwijs) bij. Er is een goede samenwerking tussen de LOP’s en het flankerend onderwijsbeleid. • Voor de opvolging van dit plan en om te kunnen inspelen op de noden van het onderwijsveld zoeken we naar een efficiënt structureel overlegplatform, zodanig dat het flankerend onderwijsbeleid kan groeien, waarbij alle actoren, zowel het stadsbestuur als het onderwijsveld, als evenwaardige partners betrokken worden. Na de paasvakantie 2008 zal werk gemaakt worden van de oprichting van dit structureel overleg. Alle onderwijsniveaus en alle netten zullen hierin betrokken worden. Dit orgaan zal mee het flankerend onderwijsbeleid vorm geven. • Daarnaast zal ook een intern overleg opgestart worden, waarbij verschillende beleidsdomeinen rond de tafel zullen zitten. Het flankerend onderwijsbeleid situeert zich nl. evengoed op het gebied van mobiliteit, milieu, sport, cultuur, jeugd, … Ook het aanbod vanuit deze verschillende diensten moet afgestemd worden. Wijze van samenwerking met het LOP (OP p.5) De coördinator flankerend onderwijsbeleid woont zowel de algemene vergaderingen als de dagelijkse besturen van de beide LOP’s (LOP basisonderwijs en LOP secundair onderwijs) bij. Er is een goede samenwerking tussen de LOP’s en het flankerend onderwijsbeleid. Het LOP wordt zeer nauw betrokken bij de werking van het GOK-projectenfonds en geeft advies op de projecten die met de middelen flankerend onderwijsbeleid van de Vlaamse overheid tot stand komen. Ook voor de opmaak van dit onderwijsplan werden de dagelijkse besturen van de beide LOP’s betrokken.
182 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Visie, missie (p.26) visie – De stad Sint-Niklaas wil met zijn flankerend onderwijsbeleid gunstige randvoorwaarden scheppen, netoverschrijdend, voor alle leerlingen en scholen op het grondgebied. Bijzondere aandacht gaat uit naar de meest kwetsbare groepen en naar gelijke onderwijskansen. Een goede samenwerking tussen het stadsbestuur en het onderwijsveld kan alleen maar gebeuren door netwerking, informatiedoorstroming en vooral door in dialoog te gaan, als gelijkwaardige artners. missie – Het lokaal flankerend onderwijsbeleid wil alle scholen en onderwijsnetten ondersteunen, zowel dagonderwijs als deeltijds en volwassenenonderwijs. Om dit beleid te concretiseren zal het stadsbestuur een structureel beleidsoverleg oprichten in het voorjaar 2008. In dit overlegorgaan zullen bij voorkeur alle onderwijsniveaus en alle aanwezige netten zetelen. Het flankerend onderwijsbeleid zal hierin niet enkel vertrekken vanuit de sociale invalshoek, maar ook nadrukkelijk op alle andere terreinen van het maatschappelijk leven (cultuur, mobiliteit, sport, milieu, jeugd, …) initiatieven nemen. Strategische en operationele doelstellingen • (p.26-27) In overleg met het LOP zal de stad vooral inspelen op het verbeteren van de relatie tussen de school en het thuismilieu van de kinderen en tussen de school en zijn maatschappelijke omgeving (buurt, welzijnswerk, jeugdwerk…). De combinatie van langlopende projecten en innovatieve proefprojecten wordt daarbij het uitgangspunt. Omdat de stad de autonomie van de scholen wil respecteren, is de methode van de projectsubsidiëring (GOK-projectenfonds) de meest aangewezen manier van werken. Dit laat ook toe om initiatieven, over de onderwijsnetten heen, extra aan te moedigen. • De stad wil samen met het OCMW, de organisaties voor kansarmen, de scholen en het LOP ook inspanningen blijven leveren om een transparant ‘kostenverlagend beleid’ in de scholen te promoten. Onder meer via het sedert begin 2007 operationele schoolparticipatiefonds wordt ook een oplossing uitgewerkt voor de problematiek van de hoge schoolkosten voor kwetsbare gezinnen. • Stad en OCMW willen de kansen op stages en tewerkstelling voor jongeren uit het deeltijds onderwijs vergroten door zelf het stagemeesterschap of het werkgeverschap op te nemen, ook via bemiddeling bij andere werkgevers in het Waasland. De stad doet concreet inspanningen om het aantal WEPplaatsen voor jongeren uit het deeltijds onderwijs te vergroten en om hun werkinteresse te stimuleren via de volgwerkdagen (snuffelstages) bij verschillende stadsdiensten. • De stad zet overleg op en bevordert netwerkvorming tussen onderwijs- en vormingsinstellingen inzake algemene bekendmaking en profilering van volwassenenvorming (grote leermarkt), ter bevordering van de kennis van het Nederlands en inzake kansarmoede. SD 1: een lokaal flankerend onderwijsbeleid uitbouwen OD 1.1: een neutrale regierol voor het bestuur OD 1.2: een beleid uitvoeren OD 1.3: netwerking, samenwerking, overleg OD 1.4: Brede School promoten (samenwerking tussen school en schoolomgeving/buurt) OD 1.5: communicatie SD 2: een weloverwogen doelgroepenbeleid uittekenen of bestendigen OD 2.1: ondersteunen van ouders OD 2.2: kansarmoede bestrijden OD 2.3: niet-leerplichtigen (nieuwe) kansen bieden OD 2.4: ondersteunen van bijzondere doelgroepen SD 3: schoolse achterstand aanpakken en schooluitval vermijden OD 3.1: een maximale kleuterparticipatie bevorderen OD 3.2: preventie en remediëring van achterstand OD 3.3: een actief spijbelbeleid voeren OD 3.4: begeleiden van risicojongeren OD 3.5: doorstroming naar de arbeidsmarkt versoepelen NB: Vele acties en doelstellingen die eigenlijk flankerend onderwijsbeleid zijn, staan in het sociaal beleidsplan van de stad. analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 183
Acties per beleidsspoor 1. ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders SD 2: een weloverwogen doelgroepenbeleid uittekenen of bestendigen OD 2.1: ondersteunen van ouders • actie 2.1.1: de opvoedingswinkel • actie 2.1.2: moedergroepen • actie 2.1.3: het GOK-projectenfonds • actie 2.1.4: sensibiliseringsacties rond verschillende thema’s OD 2.4: ondersteunen van bijzondere doelgroepen • actie 2.4.1: Bloemetjeskoor • actie 2.4.2: saz-lessen • actie 2.4.3: toeleiding allochtonen in SAMWD • actie 2.4.4: workshops Schone Kunsten • actie 2.4.5: De Droomschool • actie 2.4.6: het GOK-projectenfonds • actie 2.4.7: overleg opzetten (bv. Roma-overleg) SD 3: schoolse achterstand aanpakken en schooluitval vermijden OD 3.1: een maximale kleuterparticipatie bevorderen • actie 3.1.1: medewerking aan en ondersteuning van initiatieven die groeien vanuit de werkgroep kleuterparticipatie van het LOP • actie 3.1.2: het GOK-projectenfonds OD 3.2: preventie en remediëring van achterstand • actie 3.2.1: wereldklas De Droomballon • actie 3.2.2: LIFT ism CLB’s • actie 3.2.3: STOP ism CKG • actie 3.2.4: ondersteuning huistaakbegeleidingsinitiatieven • actie 3.2.5: taal- en spelstage • actie 3.2.6: het GOK-projectenfonds 2. focus op risicojongeren OD 3.4: begeleiden van risicojongeren • actie 3.4.1: korte time-out • actie 3.4.2: lange time-out 3. ondersteunen schoolteams en beleid OD 3.3: een actief spijbelbeleid voeren • actie 3.3.1: medewerking aan leerplichtcontrole • actie 3.3.2: spijbelacties van de politie • actie 3.3.3: overleg/samenwerking politie-onderwijs 4. leerkrachtige schoolomgevingen OD 1.4: Brede School promoten (samenwerking tussen school en schoolomgeving/buurt) 5. veilige schoolomgevingen 6. sociale voordelen 7. sociaal onderwijsbeleid SD 2: een weloverwogen doelgroepenbeleid uittekenen of bestendigen OD 2.2: kansarmoede bestrijden • actie 2.2.1: schoolparticipatiefonds • actie 2.2.2: kansenpas en begeleiderspas • actie 2.2.3: steunfonds ‘vrienden van de academie’ • actie 2.2.4: kansenpastarief DKO • actie 2.2.5: sociaal tarief Vrije Ateliers
184 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
8. wegwijs in leer- en studietrajecten 9. levenslang levensbreed leren SD 2: een weloverwogen doelgroepenbeleid uittekenen of bestendigen OD 2.3: niet-leerplichtigen (nieuwe) kansen bieden • actie 2.3.1: seniorenatelier Pieter-Benedict de Maere • actie 2.3.2: Grote Leermarkt • actie 2.3.3: ondersteuning tweedekansonderwijs • actie 2.3.4: ondersteuning Consortium IX • actie 2.3.5: ondersteuning Huis van het Nederlands • actie 2.3.6: ondersteuning Centrum voor Basiseducatie 10. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt OD 3.5: doorstroming naar de arbeidsmarkt versoepelen • actie 3.5.1: volgwerkdagen • actie 3.5.2: stageplaatsen • actie 3.5.3: weppluscontracten Samenwerking met andere sectoren • actie 1.2.2: oprichting interne dienstoverschrijdende stuurgroep (mei 2008) • actie 1.2.3: opvolgen acties van andere stadsdiensten (cultuur, sport, mobiliteit, …) • actie 1.2.4: haalbaarheidsonderzoek naar noden en behoeften van diverse actoren OPERATIONELE DOELSTELLING 1.3: netwerking, samenwerking, overleg • actie 1.3.1: FLOB-ambtenaar verkent het hele onderwijsveld (2008) • actie 1.3.2: oprichten structureel netoverschrijdend overleg tussen het stadsbestuur en alle scholen rond een brede waaier maatschappelijke en culturele acties (verkeersveiligheid, drugpreventie, spijbelen, cultuurparticipatie, milieu, sport, gezondheid …) (april 2008) (p.30) Verschillende stadsdiensten (cultuur, mobiliteit, sport, milieu, jeugd, …) hebben een eigen beleidsplan, waarin eveneens doelstellingen naar het onderwijsveld opgesteld werden. In een latere fase zullen ook deze doelstellingen geïntegreerd worden in dit algemeen onderwijsplan. Indicatoren uit OP Omgevingsanalyse: • BaO: scholen schoolbevolking GOK-indicatorleerlingen Schoolse vertraging 5de leerjaar • SO: Scholen Schoolbevolking per onderwijsvorm en –graad Schoolse achterstand in 3 SO Spijbelcijfers • HO, VWO en DKO: schoolbevolkingscijfers Indicatoren uit projectaanvragen • Time-out: (opvolging via onderzoek Karel de Grotehogeschool en UA) Aantal jongeren dat naar dezelfde school terugkeert Aantal jongeren dat slaagt op het einde van het schooljaar Aantal jongeren dat het volgende schooljaar opnieuw tot de school wordt toegelaten Aantal jongeren dat tijdens of na het schooljaar van onderwijsvorm verandert Gestandaardiseerde kwalitatieve evaluatieformulieren voor jongere, ouders, school en CLB
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 185
Jaarlijkse evaluatie samenwerking beide CLB’s op stuurgroepoverleg time-out Jaarlijkse evaluatie samenwerking met VZW Intro op stuurgroepoverleg time-out • Schoolparticipatiefonds: Ingediende onbetaalde facturen per school, per type gezin, per studievorm Aandeel gezinnen, bekend bij OCMW Zelfde of nieuwe gezinnen? Evolutie per schooljaar? GOK- vs. niet-GOK-scholen Relatie tussen kostenbesparend beleid en ingediende factuur? Evaluatievergadering met de jury Terugkoppeling naar de scholen • GOK-projectenfonds: 30% GOK-leerlingen als criterium in het reglement (BaO , BSO, DBSO, BUSO)
186 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Stad Turnhout Koppeling aan andere beleidsplannen Lokaal sociaal beleidsplan Beschrijving regiefunctie (p.7) Hier past het om te beginnen met een zin uit de missietekst van het Lokaal Sociaal Beleid: Het lokaal bestuur voert een integraal en inclusief welzijnsbeleid voor de stad Turnhout. De cel onderwijs wil hierbinnen voor onderwijs een belangrijke en centrale positie innemen. Het is de bedoeling om het lokaal onderwijsbeleid verder uit te bouwen van kleuterschool tot volwassenenonderwijs. Verder uitbouwen in de zin dat Turnhout al een jarenlange traditie van netoverschrijdend overleg en acties rond gelijke onderwijskansen heeft in het basisonderwijs. Wij geloven dat beleid vanuit ervaringen op organische en pragmatische wijze tot stand moet komen. Respect voor het tempo, de eigenheid en het engagement van de diverse partners is hierbij essentieel. We zijn ervan overtuigd dat een beleid slechts inhoud en vorm krijgt wanneer het concrete acties en projecten tot leven brengt. De nadruk ligt voor ons dus op handelen. Het lokaal onderwijsplan is dus een middel om tot doordachte afspraken en concrete acties (gesteund door de Vlaamse overheid) te komen. (p.9) Het stadsbestuur wil binnen het lokale onderwijsveld de positie van regisseur innemen en verder bouwen aan een lokaal onderwijsbeleid van kleuterschool tot volwassenenonderwijs en dit met een regionale uitstraling. (…) Het stadsbestuur wil de communicatie tussen onderwijspartners bevorderen maar ook van en naar de stad. Het stadsbestuur wil het uitwerken van initiatieven stimuleren en een ontmoetingskader bieden waar ervaringen en voorstellen uitgewisseld kunnen worden. (…) Het stadsbestuur betrekt de onderwijsinstellingen van Turnhout bij het strategische planningsproces van het lokale onderwijsbeleid om zo een breed draagvlak te behouden. (…) Het stadsbestuur stimuleert en stroomlijnt de optimale doorstroming van informatie over onderwijs naar burgers en scholen en vice versa. (…) Het stadsbestuur wil de Turnhoutse onderwijsinstellingen ruim flankeren via de raakvlakken met andere beleidsdomeinen om zo een gunstig klimaat te bevorderen waarin scholen hun aanbod kwaliteitsvol kunnen ontplooien. (p.19) Het onderwijsgebeuren neemt in Turnhout een belangrijke plaats in. Al 11 jaar zet het stadsbestuur in op een ploeg onderwijs, een netoverschrijdende ondersteuning aan scholen, dienstverlening aan gezinnen met extra aandacht voor kwetsbare burgers. Neutraliteit (p.5) De opdracht tot het ontwikkelen van een lokaal onderwijsbeleid is door het stadsbestuur gedelegeerd aan de cel onderwijs. Alhoewel de stad ook inrichtende macht is, staat dit los van de werking van de cel onderwijs. Dat is zichtbaar in verschillende locaties, gescheiden budgetten, eigen overleg, enz. De onderwijsraad zal het lokaal onderwijsbeleid vormgeven en is samengesteld uit vertegenwoordigers van alle netten. De cel onderwijs werkt zonder onderscheid of voorkeur samen met alle onderwijsinstellingen op Turnhouts grondgebied onder leiding van de welzijnscoördinator en een directeur “Burger en samenleving”. Aard onderwijsoverleg • Vanuit het verleden zijn er vele losse werk- en ontmoetingsgroepen die netoverschrijdend werken rond kansen in het onderwijs. Het stadsbestuur heeft op 13 februari 2006 een onderwijsraad opgericht die het hart is van een nieuwe structuur waarin al deze bestaande losse onderwijsfora en initiatieven een plaats kunnen krijgen als thema/werkgroepen. • Deze themagroepen kunnen bestaan voor slechts een beperkte duur (b.v. organisatie cirkeldagen, opmaken memorandum onderwijs aan een nieuw stadsbestuur) of voor een langere duur (b.v. zorgbijeenkomsten basisonderwijs, werkgroep rond stedelijk aanbod). • Om maximaal gebruik te maken van de dynamiek en de specifieke expertise en invalshoek van
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 187
een bepaalde groep mensen gebruiken we het concept “reflectiegroepen”. Dit is een kanaal voor informatiedoorstroming. Bepaalde agendapunten van de onderwijsraad kunnen met de deelnemers van een andere vergadergroep worden besproken. Op het moment dat materie van de onderwijsraad geagendeerd wordt, spreken we van een reflectiegroep. Er worden slechts adviezen en voorstellen geformuleerd die achteraf op de onderwijsraad worden besproken. • Het dagelijks bestuur van de onderwijsraad dient te waken over de kwaliteit van de koppelingen tussen de onderwijsraad en de diverse themagroepen/reflectiegroepen. • LOP BaO en LOP SO Kempen: Per onderwijsniveau heeft het LOP een stuurgroep, een algemene vergadering en werkgroepen. • afstemming inhoud LOP en onderwijsraad: (p.5) De cel onderwijs en de voorzitters en de deskundige van het LOP zullen er samen over waken dat beide fora complementair werken. (p.6) Er zijn wekelijkse contacten tussen de cel onderwijs en de LOP-deskundige. De cel onderwijs en de LOP-deskundige (en –voorzitter) nemen bijna altijd deel aan elkaars vergaderingen. Wijze van samenwerking met het LOP 4. De wijze van overleg met het lokaal overlegplatform (OP p.5-6) Enkele verschilpunten tussen LOP en onderwijsraad De Lokaal Overleg Platforms basis – en secundair onderwijs zijn instrumenten om gelijke onderwijskansen lokaal handen en voeten te geven. Het kadert in het GOK-decreet en de oprichting ervan wordt rechtstreeks in dit decreet vermeld. De onderwijsraad kadert in het decreet flankerend onderwijsbeleid maar is hierin slechts een middel om een lokaal onderwijsplan en een onderwijsbeleid uit te bouwen. Het LOP werkt specifiek rond gelijke onderwijskansen. De onderwijsraad beperkt zich niet enkel tot gelijke onderwijskansen, maar gaat ook ruimer. Hoe kan het lokale bestuur het onderwijs stimuleren, versterken in de meest ruime zin…. Per onderwijsniveau heeft het LOP een stuurgroep en algemene vergadering. Praktische uitwerking gebeurt in werkgroepen b.v. schoolkosten, buitengewoon onderwijs, omgevingsanalyse, bemiddelingen. De onderwijsraad verenigt aanspreekpunten van scholen en onderwijspartners van elk net en alle niveaus (kleuter t.e.m. volwassenenonderwijs) zodat we zicht krijgen op het grote geheel, de grote lijnen en de totaliteit. Vanuit dit inzicht willen we een lokaal onderwijsbeleid ontwikkelen. De uitwerking gebeurt ook in de themagroepen b.v. onderwijsplan, schoolverzuim, vervoer, anderstalige nieuwkomers, kansarmoede, enz. De onderwijsraad heeft als grondgebied Turnhout. De LOP’s hebben een ruimer werkingsgebied dat zich uitstrekt over de Kempen. Afstemming inhoud LOP en onderwijsraad De cel onderwijs en de voorzitters en de deskundige van het LOP zullen er samen over waken dat beide fora complementair werken. We bekijken samen wie wat doet en versterken elkaar waar mogelijk en gewenst is. Zo kan er bij de ontwikkeling van het onderwijsplan gebruik gemaakt worden van omgevingsanalyses die door het LOP werden gemaakt. Heel concreet hebben de voorzitters en de deskundige van het LOP een zitje in de onderwijsraad. De deskundige heeft ook een zitje in het dagelijks bestuur van de onderwijsraad. Er zijn wekelijkse contacten tussen cel onderwijs en de LOP-deskundige. De cel onderwijs zetelt in bijna elke werkgroep, elke stuurgroep en elke algemene vergadering van LOP basis en LOP secundair. Door de vertrouwensrelatie die met de jaren is gegroeid tussen de cel onderwijs en de LOP-deskundige zijn harde afspraken op papier om overlap te voorkomen niet aan de orde. Aanpassingen langs beide kanten Er zijn sinds de komst van het LOP wel vragen geweest zoals: • Doorkruist een nieuw overlegorgaan (LOP) met dezelfde mensen en overleg binnen eenzelfde tijdsspanne niet een bestaande en dynamische werking (Stad)?
188 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
• Wat met het overleg en initiatieven voor anderstalige nieuwkomers die sinds 2001 bestaan • binnen de stad , maar die decretaal een opdracht zijn voor de LOP’s? • Wie coördineert de acties rond een thema dat aansluit bij beide partijen? B. v. schoolkosten, • ondersteunings-en huiswerkinitiatieven, initiatieven voor anderstaligen? • Wat is de zin van een onderwijsplan naast een LOP-plan? Oplossingen hiervoor: • Er is wederzijds wat geschikt in vergadermomenten. • Wat liep en positief geëvalueerd wordt blijft lopen. • We doen veel samen (schoolkosten, ondersteuningsinitiatieven, cirkeldag, nieuwjaarsreceptie, • time-out... ) • We leggen de plannen LOP en Stad naast elkaar & werken samen of complementair. • Een positieve ingesteldheid helpt iedereen vooruit. Al blijft het timmeren aan de weg… Visie, missie (p.7) De visie over de beleidsontwikkeling – Hier past het om te beginnen met een zin uit de missietekst van het Lokaal Sociaal Beleid: Het lokaal bestuur voert een integraal en inclusief welzijnsbeleid voor de stad Turnhout. De cel onderwijs wil hierbinnen voor onderwijs een belangrijke en centrale positie innemen. Het is de bedoeling om het lokaal onderwijsbeleid verder uit te bouwen van kleuterschool tot volwassenenonderwijs. Verder uitbouwen in de zin dat Turnhout al een jarenlange traditie van netoverschrijdend overleg en acties rond gelijke onderwijskansen heeft in het basisonderwijs. Wij geloven dat beleid vanuit ervaringen op organische en pragmatische wijze tot stand moet komen. Respect voor het tempo, de eigenheid en het engagement van de diverse partners is hierbij essentieel. We zijn ervan overtuigd dat een beleid slechts inhoud en vorm krijgt wanneer het concrete acties en projecten tot leven brengt. De nadruk ligt voor ons dus op handelen. Het lokaal onderwijsplan is dus een middel om tot doordachte afspraken en concrete acties (gesteund door de Vlaamse overheid) te komen. We vertrokken vanuit een conceptueel schema, de doelmatigheidscyclus (G. Bouckaert & W. Van Reeth, 1994) om het onderwijsplan Turnhout vorm te geven. De redenering achter deze cyclus is dat een legitiem overheidsbeleid wordt ontwikkeld en uitgevoerd als antwoord op bepaalde behoeften die zich binnen de maatschappij manifesteren. Vertrekken vanuit behoeften impliceert dat de wortels van ons beleid in de praktijk, bij werkelijke noden liggen. (p.9) Missie – Turnhout is een krachtige aantrekkingspool voor onderwijs. Het leerproces in al zijn vormen en voor alle leeftijden heeft niet enkel een economische betekenis. De lokale overheid moet een gunstig klimaat scheppen voor levenslang en levensbreed leren, voor laagdrempelige onderwijs- en vormingsmogelijkheden gericht op alle leeftijden en bevolkingsgroepen. Voldoende kansen voor opleiding, ondernemen en werkgelegenheid geven mensen, en in het bijzonder jongeren, hoop en perspectief op een zinvolle toekomst. Naargelang de educatieve behoeften van de verschillende groepen die onderscheiden kunnen worden (junioren, medioren, senioren) moet de stedelijke overheid onderzoeken hoe die noden meer en beter opgevangen kunnen worden. Daarom zal op het vlak van onderwijs en vorming meer vraaggericht en minder aanbodgericht gewerkt worden. Specifieke aandacht moet gaan naar de risicogroepen op de arbeidsmarkt en de raakvlakken met andere beleidssectoren. Strategische en operationele doelstellingen SD 1: Het stadsbestuur wil binnen het lokale onderwijsveld de positie van regisseur innemen en verder bouwen aan een lokaal onderwijsbeleid van kleuterschool tot volwassenenonderwijs en dit met een regionale uitstraling. OD 1.1. Het stadsbestuur wil de communicatie tussen onderwijspartners bevorderen maar ook van en naar de stad.
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 189
OD 1.2. Het stadsbestuur wil het uitwerken van initiatieven stimuleren en een ontmoetingskader bieden waar ervaringen en voorstellen uitgewisseld kunnen worden. OD 1.3. Het stadsbestuur betrekt de onderwijsinstellingen van Turnhout bij het strategische planningsproces van het lokale onderwijsbeleid om zo een breed draagvlak te behouden. OD 1.4. Het stadsbestuur stimuleert en stroomlijnt de optimale doorstroming van informatie over onderwijs naar burgers en scholen en vice versa. OD 1.5. Het stadsbestuur van Turnhout ondersteunt onderwijsmandatarissen en –diensten uit de regio bij het uitbouwen van een onderwijsbeleid. SD 2: Het stadsbestuur wil de Turnhoutse onderwijsinstellingen ruim flankeren via de raakvlakken met andere beleidsdomeinen om zo een gunstig klimaat te bevorderen waarin scholen hun aanbod kwaliteitsvol kunnen ontplooien. OD 2.1. De cel onderwijs zorgt voor een gevarieerd en gestroomlijnd aanbod van stedelijke producten aan de onderwijsinstellingen. Stedelijke producten*: • verkeersveiligheidsplan (VELO, CROEScontrole, diefstalveilige fietsenrekken, STOP-actieplan, schoolroutekaarten, schoolvervoerplannen, project zichtbaarheid) • project middelenmisbruik, axenroos, filosoferen met kinderen • sportacademie • toelages kwetsbare kinderen: sporttoelage, vrijetijdspas, zorgtariefpas • grabbel- en swappas, speelpleinwerking • scholenjogging en oriëntatielopen • duurzaamheidsconvenant (opleiding composteren, papiercontainers, energiebeheer) • hulp bij duurzaam bouwen en verbouwen • ontlening tentoonstellingen, educatief en logistiek en feestmateriaal • subsidies milieu,noord-zuid, cultuur • spelotheken • kinder- en tienerwerking in wijken met aandacht * producten van andere stadsdiensten dan cel onderwijs. Zie samenwerking met andere sectoren
OD 2.2. De cel onderwijs zorgt voor de verbinding tussen de onderwijspartners en andere beleidsdomeinen. OD 2.3. Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen de sectoren mobiliteit en onderwijs. OD 2.4. Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen de onderwijswereld en de bedrijfswereld. OD 2.5. Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen onderwijs en jeugd. OD 2.6. De cel onderwijs ondersteunt onderwijsinstellingen bij het aanvragen van subsidies die de school ten goede komen. SD 3: Het stadsbestuur wil het streven naar gelijke onderwijskansen in Turnhout flankeren zodat ongekwalificeerde uitstroom wordt tegen gegaan. De 2 projectaanvragen 2008-2009 focussen zich op deze doelstelling. OD 3.1. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van onderwijsinstellingen om binnen hun school een kansenverrijkend beleid uit te bouwen. OD 3.2. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van leerkrachten om gelijke onderwijskansen te bieden. OD 3.3. De cel onderwijs ondersteunt de lerarenopleidingen uit de regio bij hun inspanningen om leerkrachten te vormen met aandacht voor kansengroepen. OD 3.4. De cel onderwijs neemt deel aan bestaande fora die tot het onderwijskader van Turnhout behoren om daar impulsen te geven met het oog op gelijke kansen. OD 3.5. De cel onderwijs ondersteunt de CLB’s bij hun inspanningen om kansengroepen te bereiken. OD 3.6. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van vrijetijdsinitiatieven om een aanbod uit te bouwen dat toegankelijk is voor kansengroepen. OD 3.7. De cel onderwijs versterkt kinderen, jongeren en ouders van kansengroepen. 190 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
Minimale decretale eisen Manier waarop het bestuur meewerkt: a) aan het geregeld schoolbezoek In 2001 startte een werkgroep “schooluitval” vanuit het Jeugdwelzijnsoverleg een onderzoek naar de ernst van de problematiek schoolverzuim in Turnhout. Cel onderwijs was een van de deelnemers. De problematiek in Turnhout was niet dramatisch, maar toch ernstig genoeg om actie te ondernemen. Sindsdien hebben we in de stad een aantal samenhangende initiatieven opgestart: • Overleg scholen en partners o.l.v. cel onderwijs en schepen onderwijs Samenwerkingsprotocol scholen-politie-parket Arrondissementele stuurgroep Time-out (scholen, CLB’s, LOP, Stad, uitvoerders Time out kort en lang) Module “omgaan met moeilijke leerlingen” van ARKTOS in lerarenopleiding en secundaire scholen Overleg CLB-politie en politie-parket Time-out kort programma door Arktos: 40 trajecten in arrondissement Turnhout & HERGO Time-out lang programma door Cirkant uit de bijzondere jeugdzorg: 15 trajecten in arr. Turnhout Bemiddelingen door LOP-deskundige Netwerktafel risicojongeren: deblokkeren dossiers van jongeren die al lange tijd thuis zitten met partners onderwijs en welzijn Forum leerlingenbegeleiders: netoverschrijdende ervaringsuitwisselingen Onderwijsraad (hier signaalfunctie) • Aandeel stad Turnhout: Trekker scholenoverleg, onderwijsraad en forum leerlingenbegeleiders Stimulator verbindingen tussen partners Financierder Time-out kort programma voor jongeren Turnhout twv 20 000 EUR Deelnemer van stuurgroep b) aan de leerplichtcontrole Sinds enige jaren volgt Turnhout volgende werkwijze: 1. Stad Turnhout ontvangt schrijven van departement onderwijs met een lijstje van leerlingen die leerplichtig zijn, maar niet ingeschreven zijn op een school 2. Secretariaat bezorgt brief aan cel onderwijs. 3. Cel Onderwijs checkt bij burgerzaken de actuele persoons- en adresgegevens. 4. Cel onderwijs maakt een attest per leerling op (briefhoofd Stad Turnhout) 5. Het hoofd van de wijkagenten wordt gebriefd en ontvangt de lege attesten en de namenlijst. 6. Wijkagenten brengen een huisbezoek en vragen een ondertekende verklaring aan ouders/voogd. 7. Het diensthoofd lokale politie bezorgt de groep ondertekende attesten aan cel onderwijs 8. Cel onderwijs checkt, maakt het dossier Turnhout administratief in orde en verzendt naar het departement. Dit geheel neemt maximaal een periode van 3 weken in beslag. In Turnhout gaat het nooit om meer dan 10 leerlingen. Meestal hebben we te maken met verhuizers, leerlingen in de bijzondere jeugdzorg of kinderen met Nederlandse nationaliteit die in Nederland naar school gaan. Zelden zijn het zorgwekkende leerlingen die opvolging nodig hebben. c) aan het stimuleren van kleuterparticipatie. Cel onderwijs participeert aan de stuurgroep LOP basis Turnhout en de stuurgroep kleuterparticipatie. Daar werd dit voorstel i.v. m. kleuterparticipatie goedgekeurd op 15/5/07: Project kleuterparticipatie - Definitief Voorstel LOP basis Turnhout Vaststelling/hypothese: Doelgroepleerlingen stappen later in het kleuteronderwijs of zijn vaker afwezig of te laat. Daardoor worden leer- en ontwikkelingsachterstanden opgebouwd die in een later stadium nog moeilijk te remediëren zijn. Onderzoek: 3 vragen liggen aan de basis: 1. Zijn alle 2,5 tot 5-jarigen ingeschreven in een kleuterschool? 2. Zijn de ingeschreven kleuters regelmatig aanwezig? Komen ze op tijd? Wat zijn de drempels en de hefbomen om tot een grotere participatie te komen? analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 191
- De 1ste vraag is ondertussen beantwoord. Het departement onderwijs heeft de niet ingeschreven kleuters in kaart gebracht. In Turnhout zijn 26 kleuters tussen 2,5 en 5 jaar niet ingeschreven. Dat is 2,12%. - Om een antwoord te vinden op de 2de vraag willen we als volgt te werk gaan: 1. Wat? Literatuurstudie i.v.m. drempels op school, thuis en binnen de brede maatschappelijke context die de kleuterparticipatie bemoeilijken en hefbomen en goedeparktijkvoorbeelden die de kleuterparticipatie bevorderen Wie? 2 studententeams (Geel & Vorselaar) Geel kijkt naar de context van de school, Vorselaar naar de school zelf. 2. Wat? Proefproject met een beperkt aantal scholen Wie? 5 kleuterscholen uit de 3 netten. 4 scholen hebben veel GOK-leerlingen, 1 wat minder. Afhankelijk van de knelpunten zullen oplossingen naar voor geschoven worden die het stadsbestuur extra kan opnemen. Momenteel is de cel onderwijs rond kleuterparticipatie al actief door: • goede praktijkvoorbeelden netoverschrijdend uit te wisselen op het zorgforum basisonderwijs • op directieniveau ideeën uitwisselen op de jaarlijkse dag kansarmoede ( 3e week januari sinds 2004) • uitwisseling informatie op stuurgroepen LOP en onderwijsraad • kleutertaalvakantie krokus (40à 60 kwetsbare kleuters geselecteerd door 18 scholen oefenen taal en sociale vaardigheden olv kleuteronderwijzers in opleiding. De recrutering is voor scholen een kans om ouders aan te spreken) • 2 vormingen rond taal en ouderbereik per scholjaar voor schoolteams basisonderwijs olv cel onderwijs • ondersteuningsinitiatieven aan huis is een kans om ouders dichter bij de school te brengen • opmaak en promotie signaallijst kansarmoede (www.turnhout.be/schoolopbouwwerk) om kwetsbare • kinderen sneller te herkennen en te werken rond kansarmoede in je klas en op je school • opmaak en promotie doe de GOK-test (www.turnhout.be/school_signaal): je handelen als leerkracht in 10 minuten in kaart. Acties per beleidsspoor 1. ondersteunen kwetsbare leerlingen en ouders OD 2.1. De cel onderwijs zorgt voor een gevarieerd en gestroomlijnd aanbod van stedelijke producten aan de onderwijsinstellingen. Stedelijke producten*: • spelotheken • kinder- en tienerwerking in wijken met aandacht * Dit zijn producten van andere stadsdiensten dan cel onderwijs. Hun producten zijn al opgenomen in het plan.
• tolkendienst voor sociaal tolken • regierol kinderopvang SD 3: Het stadsbestuur wil het streven naar gelijke onderwijskansen in Turnhout flankeren zodat ongekwalificeerde uitstroom wordt tegen gegaan. De 2 projectaanvragen 2008-2009 focussen zich op deze doelstelling. OD 3.1. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van onderwijsinstellingen om binnen hun school een kansenverrijkend beleid uit te bouwen. OD 3.7. De cel onderwijs versterkt kinderen, jongeren en ouders van kansengroepen. 1. Ondersteuning aan huis 2. Taalvakanties 3. Vergoeding voor anderstalige nieuwkomers speelpleinwerking 4. Systeem rond studietoelagen (NIEUW) 5. Ondersteuning initiatieven van derden rond opvoeding/onderwijs 6. Folder Cel Onderwijs (gevolg: inventaris hulpvragen) 2. focus op risicojongeren • Korte time-out (uitgevoerd door Arktos)
192 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
3. ondersteunen schoolteams en -beleid OD 2.1. De cel onderwijs zorgt voor een gevarieerd en gestroomlijnd aanbod van stedelijke producten aan de onderwijsinstellingen. Stedelijke producten*: • verkeersveiligheidsplan (VELO, CROEScontrole, diefstalveilige fietsenrekken, STOP-actieplan, schoolroutekaarten, schoolvervoerplannen, project zichtbaarheid) • project middelenmisbruik, axenroos, filosoferen met kinderen • laatste 100 dagen SD 3: Het stadsbestuur wil het streven naar gelijke onderwijskansen in Turnhout flankeren zodat ongekwalificeerde uitstroom wordt tegen gegaan. OD 3.1. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van onderwijsinstellingen om binnen hun school een kansenverrijkend beleid uit te bouwen. In te zetten instrumenten basisonderwijs: 1. Prikkelpakket & coachingsmap 2. Signaallijst kansarmoede 3. Startmap voor scholen met anderstalige nieuwkomers 4. Huiswerkbeleid 5. Website Doe de GOK-test 6. Subsidie Fruit op school 7. Subsidie schoolzwemmen 8. Subsidie tolkenprestaties 9. Overzicht van alle initiatieven en overleg rond GOK in Turnhout 10. Ontwikkelen van een visie op diversiteit 11. Ontwikkelen van een Sociaal Fonds In te zetten instrumenten secundair/hoger/volwassenenonderwijs: 1. Prikkelpakket en coachingsmap 2. Signaallijst kansarmoede 3. Overleg met de vervolgcoaches van anderstalige nieuwkomers 4. Overleg en samenwerking rond sociale stages (St. Jozef college) 5. Overleg en samenwerking met LOP rond actieplan spijbelen en overleg risicojongeren 6. Overleg en samenwerking met LOP rond coachen “kansen in het onderwijs” (NIEUW) 7. Informatie van ouders rond de maatregelen die in het hoger onderwijs genomen worden om de kostprijs te verlagen. (NIEUW) 8. Ontwikkelen van een visie op diversiteit 9. Overzicht van alle initiatieven en overleg rond GOK in Turnhout OD 3.2. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van leerkrachten om gelijke onderwijskansen te bieden. In te zetten instrumenten basisonderwijs: 1. Zorgforum 2. Infogids ouderbereik 3. Ondersteuning aan huis spelen en voorlezen 4. Brugfiguren Rode Kruis 5. Anderstalige ouderbrieven 6. Taalvakanties 7. speelpleinwerking (jeugddienst) 8. reguliere jeugdverenigingen (jeugddienst) 9. Vorming- en cirkeldagen 10. Huur van educatief materiaal en boeken 11. Tolkendienst (promoten)
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 193
In te zetten instrumenten secundair/hoger/volwassenenonderwijs: 1. Forum zorgbegeleiders (met aandacht voor overgang basis - secundair, vertaling prikkelpakket en signaallijst) 2. Infogids ouderbereik 3. Pakket leerlingenbereik (hoe leerlingen motiveren voor onderwijs) 4. Korte time-out (uitgevoerd door Arktos) 5. Anderstalige ouderbrieven 6. Vorming- en cirkeldagen 7. Tolkendienst (promoten) OD 3.3. De cel onderwijs ondersteunt de lerarenopleidingen uit de regio bij hun inspanningen om leerkrachten te vormen met aandacht voor kansengroepen. 4. leerkrachtige schoolomgevingen OD 2.1. De cel onderwijs zorgt voor een gevarieerd en gestroomlijnd aanbod van stedelijke producten aan de onderwijsinstellingen. Stedelijke producten*: • project middelenmisbruik, axenroos, filosoferen met kinderen • sportacademie • scholenjogging en oriëntatielopen • duurzaamheidsconvenant (opleiding composteren, papiercontainers, energiebeheer) • hulp bij duurzaam bouwen en verbouwen • ontlening tentoonstellingen, educatief en logistiek en feestmateriaal • subsidies milieu,noord-zuid, cultuur • spelotheken • Subsidie Fruit op school • Subsidie schoolzwemmen * Dit zijn producten van andere stadsdiensten dan cel onderwijs. Hun producten zijn al opgenomen in het plan.
• bezoeken bibliotheek, theater, dans, muziek, wereldcinema, workshops, tento’s • laatste 100 dagen • educatieve wandelingen en geleide bezoeken • vormingen erfgoed en erfgoedkoffer • simulatie werking gemeenteraad 5. veilige schoolomgevingen OD 2.3. Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen de sectoren mobiliteit en onderwijs. In te zetten instrumenten: 1. Overleg en samenwerking cel onderwijs met Stadsregio Turnhout 2. Overleg en samenwerking cel onderwijs met De Lijn en NMBS (NIEUW) OD 2.1. De cel onderwijs zorgt voor een gevarieerd en gestroomlijnd aanbod van stedelijke producten aan de onderwijsinstellingen. • verkeersveiligheidsplan (VELO, CROEScontrole, diefstalveilige fietsenrekken, STOP-actieplan, schoolroutekaarten, schoolvervoerplannen, project zichtbaarheid) 6. sociale voordelen 7. sociaal onderwijsbeleid OD 2.1. De cel onderwijs zorgt voor een gevarieerd en gestroomlijnd aanbod van stedelijke producten aan de onderwijsinstellingen. Stedelijke producten*: • toelages kwetsbare kinderen: sporttoelage, vrijetijdspas, zorgtariefpas • grabbel- en swappas, speelpleinwerking * Dit zijn producten van andere stadsdiensten dan cel onderwijs. Hun producten zijn al opgenomen in het plan.
• tolkendienst voor sociaal tolken
194 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
OD 3.6. De cel onderwijs ondersteunt de inspanningen van vrijetijdsinitiatieven om een aanbod uit te bouwen dat toegankelijk is voor kansengroepen. In te zetten instrumenten 1. Taalvakanties 2. Vergoeding voor anderstalige nieuwkomers speelpleinwerking (tot 15 jaar) 3. Overleg en samenwerking 8. wegwijs in leer- en studietrajecten 9. levenslang levensbreed leren • inventaris aanbod levenslang leren 10. aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt OD 2.4. Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen de onderwijswereld en de bedrijfswereld. In te zetten instrumenten: 1. Overleg en samenwerking cel onderwijs met ambtenaar Lokale Economie: onderwijs-ondernemen 2. samenwerking rond Turnhout studentenstad Samenwerking met andere sectoren Stedelijke producten*: • verkeersveiligheidsplan (VELO, CROEScontrole, diefstalveilige fietsenrekken, STOP-actieplan, schoolroutekaarten, schoolvervoerplannen, project zichtbaarheid) • project middelenmisbruik, axenroos, filosoferen met kinderen • sportacademie • toelages kwetsbare kinderen: sporttoelage, vrijetijdspas, zorgtariefpas • grabbel- en swappas, speelpleinwerking • scholenjogging en oriëntatielopen • duurzaamheidsconvenant (opleiding composteren, papiercontainers, energiebeheer) • hulp bij duurzaam bouwen en verbouwen • ontlening tentoonstellingen, educatief en logistiek en feestmateriaal • subsidies milieu,noord-zuid, cultuur • spelotheken • kinder- en tienerwerking in wijken met aandacht * Dit zijn producten van andere stadsdiensten dan cel onderwijs. Hun producten zijn al opgenomen in het plan.
• huur lokalen, plezierboot overmorgen, raadsherenpark • bezoeken bibliotheek, theater, dans, muziek, wereldcinema, workshops, tento’s • laatste 100 dagen • jongerenwijzer • hulp bij stage, beleidsplannen, subsidieaanvragen, promotionele ondersteuning • tolkendienst voor sociaal tolken • educatieve wandelingen en geleide bezoeken • vormingen erfgoed en erfgoedkoffer • simulatie werking gemeenteraad • veiligheidsbeleid koten in Turnhout • website jeugd, website Turnhout studentenstad • regierol kinderopvang Operationele doelstelling 2.2 De cel onderwijs zorgt voor de verbinding tussen de onderwijspartners en andere beleidsdomeinen. In te zetten instrumenten: 1. Onderwijsraad 2. Overleg stedelijke diensten 3. Nieuwsbrief
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 195
Operationele doelstelling 2.3 Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen de sectoren mobiliteit en onderwijs. In te zetten instrumenten: 1. Overleg en samenwerking cel onderwijs met Stadsregio Turnhout 2. Overleg en samenwerking cel onderwijs met De Lijn en NMBS (NIEUW) Operationele doelstelling 2.4 Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen de onderwijswereld en de bedrijfswereld. In te zetten instrumenten: 1. Overleg en samenwerking cel onderwijs met ambtenaar Lokale Economie: onderwijs-ondernemen 2. samenwerking rond Turnhout studentenstad Operationele doelstelling 2.5 Het stadsbestuur stimuleert de afstemming tussen onderwijs en jeugd. In te zetten instrumenten: 1. Jeugdwelzijnsoverleg 2. Overleg en samenwerking 3. Jongerenbeurs 4. Tienerbeurs 5. Communicatie en projecten ter verbetering van de relatie tussen scholen en jeugdverenigingen (NIEUW) Indicatoren uit OP • omgevingsanalyse aantal inwoners per leeftijdscategorie aandeel Belgen/niet-Belgen aantal geboortes in kansarme gezinnen aantal leefloontrekkers aantal onderwijsinstellingen per type, per niveau en per net aantal kleuters die onregelmatig naar school komen aantal lln in BaO, SO, HO, VWO cijfers schoolverzuim, tuchtdossiers en definitieve uitsluiting aantal lln met problematische afwezigheid PV’s spijbelen en/of problematische opvoedingssituatie schoolse vertraging aantal GOK-leerlingen in BaO en in SO aantal anderstalige nieuwkomers per onderwijsniveau percentage instroom vanuit andere gemeenten in BaO en SO participatie allochtonen in BSO op basis van nationaliteit aandeel niet-studerende bevolking dat leeractiviteiten onderneemt • Werking + communicatie m.b.t. onderwijsraad Percentage onderwijsinstellingen vertegenwoordigd op de onderwijsraad agenda’s en verslagen van de onderwijsraad aantal informatiekanalen inhoud van de communicatie • Beleid / beleidsvoerend vermogen jaarlijkse bevraging naar tevredenheid bij doelgroepen en onderwijspartners aanwezigheid lokaal onderwijsplan aanwezigheid en verslagen werkgroep noden afstemming aanbod Cel Onderwijs met noden uit het onderwijsveld aantal vertegenwoordigde diensten in de werkgroep stedelijk aanbod aantal initiatieven, agenda’s en verslagen werkgroep stedelijk aanbod
196 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand
aantal sectoren (overzicht) waarmee samenwerkingsverbanden bestaan aantal gezamenlijke initiatieven met andere beleidssectoren aanwezigheid verslagen overlegmomenten met andere sectoren jaarlijkse actualisering van het overzicht van subsidieaanvragen overzicht / aantal van alle initiatieven ter verhoging van kleuterparticipatie overzicht / aantal initiatieven om schooluitval te bestrijden overzicht / aantal initiatieven om het watervaleffect tegen te gaan percentage studenten in de lerarenopleiding die deelnemen aan initiatieven m.b.t. kwetsbare jongeren overzicht / aantal inspanningen van lerarenopleiding m.b.t. gelijke onderwijskansen overzicht van toegankelijk (taal, sociaal) educatief aanbod aantal scholen met huiswerkbeleid, diversiteitsbeleid, communicatiebeleid aantal initiatieven om school en thuissituatie op elkaar af te stemmen percentage scholen, vertegenwoordigd op het zorgforum, het forum leerlingbegeleiders, de cirkeldagen agenda’s en verslagen zorgforum en forum leerlingbegeleiders aantal gezinnen bereikt door ondersteunende initiatieven van de Cel Onderwijs aantal ondersteunende initiatieven, gericht naar kansengroepen in het kader van onderwijs aanwezigheid inventaris hulpvragen
Indicatoren uit projectaanvragen • Samenwerkingsverbanden binnen het onderwijsveld Aanwezigheid van omgevingsanalyse welzijn cel onderwijs omgevingsanalyse LOP inventaris noden door cel onderwijs memorandum onderwijsraad knelpunten vanuit ORA zorgforum BaO en SO aandeel instroom uit buurgemeenten (stadsmonitor) geboorten in kansarme gezinnen (NIS) aantal deelnemers per onderwijsraad aantal lezers website en nieuwsbrief onderwijsbeleid aantal contacten en adviesvragen van andere stedelijke diensten tav onderwijscel gedragen onderwijsplan met werkpunten per niveau positieve evaluatie van de initiatieven van de onderwijscel financiering loonkost van 3 onderwijsconsulenten vanuit stedelijke begroting • Time-out kort aantal aanmeldingen time-out aantal rondetafelgesprekken aantal begeleidingen time-out aantal geweigerde time-out (jongere niet bereid) aantal geweigerde time-out (lkn niet bereid) doorverwezen naar LTO andere hulpverlening aantal scholen met time-out aanmeldingen aantal scholen met time-out traject
analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand 197
198 analyse eerste onderwijsplannen centrumsteden basisgegevensbestand