Hoe is je pensioen geregeld?
Welkom bij Metro Pensioenfonds. Vanaf het moment dat je bij ons in dienst komt (en je bent op dat moment 21 jaar of ouder) bouw je verplicht pensioen bij ons op. Dit doe je via je werkgever. Elke werkgever heeft zijn eigen pensioenregeling. In deze Pensioen 1-2-3 lees je wat je wel en niet krijgt in onze regeling. Dat is belangrijk om te weten, bijvoorbeeld als je van baan verandert. Pensioen 1-2-3 bevat geen persoonlijke informatie over je pensioen. Die vind je wel op je jaarlijkse Uniform Pensioenoverzicht en op www.mijnpensioenoverzicht.nl. Wat vind je in laag 1, 2 en 3? Pensioen 1-2-3 bestaat uit 3 lagen. Dit is laag 2. In deze tweede laag is alle informatie uit laag 1 uitgebreider beschreven. In laag 1 lees je in het kort de belangrijkste informatie over je pensioenregeling. Tot slot vind je in laag 3 juridische en beleidsmatige informatie van ons pensioenfonds.
Wat krijg je in onze pensioenregeling? Ouderdomspensioen Via je werkgever neem je deel in de pensioenregeling van Metro Pensioenfonds en bouw je ouderdomspensioen op. Dat ouderdomspensioen ontvang je in principe als je 67 jaar wordt, of als je daarvoor kiest eerder of later. Je ouderdomspensioen is een aanvulling op de AOW. De AOW is het pensioen dat je van de overheid ontvangt als je de AOW-leeftijd bereikt. Hoeveel pensioen je straks ontvangt van Metro Pensioenfonds is vooral afhankelijk van de hoogte van het salaris dat je hebt verdiend en het aantal jaren dat je pensioen hebt opgebouwd. Het ouderdomspensioen wordt vanaf je 67-ste jaar elke maand uitbetaald, zolang je leeft. De hoogte van het ouderdomspensioen staat op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op Mijnpensioenoverzicht.nl. De pensioenregeling waaraan je deelneemt is een uitkeringsovereenkomst. Elk jaar bouw je pensioen op over een deel van het brutoloon dat je in dat jaar hebt verdiend. Je bouwt niet over je hele brutoloon pensioen op. Wij houden namelijk al rekening met de AOW, die je van de overheid ontvangt als je de AOW-leeftijd bereikt. Het deel van je loon waarover je geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. Over het brutoloon minus de franchise bouw je jaarlijks 1,75% aan ouderdomspensioen op. Stel: je verdient € 30.000 per jaar. De franchise is € 12.254. je bouwt in dat jaar 1,75% ouderdomspensioen op over de pensioengrondslag van € 17.746. Dat is € 310,56 in dat jaar. Het ouderdomspensioen dat je bij pensionering ontvangt, is een optelsom van alle jaren plus de eventuele indexatie.
Benieuwd naar je totale pensioen? Kijk op www.mijnpensioenoverzicht.nl
Wat krijg je in onze pensioenregeling? (vervolg)
Partnerpensioen Naast je ouderdomspensioen bouw je ook partnerpensioen op. Als je komt te overlijden heeft je partner recht op een partnerpensioen. Het partnerpensioen is 70% van het ouderdomspensioen dat je zou krijgen als je tot pensionering bij Metro Pensioenfonds pensioen zou opbouwen. Bij overlijden na pensioneren krijgt je partner ook 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen. Dat is echter niet het geval als je bij je pensionering (een deel van) het partnerpensioen hebt geruild voor extra ouderdomspensioen, of als je uit dienst bent gegaan en daarbij hebt gekozen voor waardeoverdracht. Je partner ontvangt het partnerpensioen vanaf de eerste dag van de maand nadat je bent overleden. De uitkering eindigt wanneer je partner zelf overlijdt. De hoogte van het partnerpensioen staat vermeld op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op www.mijnpensioenoverzicht.nl. Onder partner verstaan wij: - je echtgenoot of echtgenote; - degene met wie je een geregistreerd partnerschap hebt; - degene met wie je ongehuwd samenwoont (en geen directe familie van jou is) en als jouw partner is aangemeld bij het pensioenfonds. Alleen de partner die vóór je pensionering bij het pensioenfonds bekend was, kan in aanmerking komen voor het partnerpensioen. Let op: Om voor een partnerpensioen in aanmerking te komen moet je partner wel bekend zijn bij het pensioenfonds. Dit is belangrijk om bij stil te staan als je ongehuwd samenwoont. Je moet dan een samenlevingsovereenkomst hebben die bij een notaris is vastgelegd én je moet je partner bij het pensioenfonds hebben aangemeld. Als je niets hebt vastgelegd bij de notaris, dan moet je kunnen aantonen dat je minimaal vijf jaar met je partner op hetzelfde adres hebt samengewoond; dit moet blijken uit het bevolkingsregister. Anders heeft je partner géén recht op partnerpensioen. Ben je getrouwd of heb je een geregistreerd partnerschap, dan hoef je je partner niet aan te melden bij het pensioenfonds. Anw-regeling: nabestaandenuitkering van de overheid Als je overlijdt, heeft je partner misschien recht op een wettelijke nabestaandenuitkering van de overheid: de Anw-regeling. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Je partner mag dan zelf niet te veel inkomen hebben en moet één of meer minderjarige kinderen verzorgen of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Meer informatie hierover kun je vinden op de website van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) www.svb.nl. Anw-hiaatpensioen: vrijwillige verzekering Voor het geval je partner na jouw overlijden geen (of slechts gedeeltelijk) recht heeft op een Anw-uitkering van de overheid, dan kun je via het pensioenfonds vrijwillig een Anw-hiaatpensioenverzekering afsluiten. Je kunt ook deelnemen als je iets extra’s voor je partner wilt regelen in het geval je komt te overlijden als je nog in dienst bent bij Makro. Meer hierover lees je op de website onder “Welke keuzes heb je zelf?” > “Vrijwillige verzekering: Anw-hiaatpensioen”.
Wat krijg je in onze pensioenregeling? (vervolg) Wezenpensioen Naast je ouderdomspensioen en partnerpensioen bouw je ook wezenpensioen op. Als je komt te overlijden ontvangen je kinderen een wezenpensioen. Onder jouw kinderen verstaan wij: je eigen kinderen (ook geadopteerde kinderen) en je stief- of pleegkinderen die je zelf opvoedt en onderhoudt. Het wezenpensioen gaat in op de eerste van de maand nadat je bent overleden. De uitkering stopt in principe op het moment dat het kind 18 jaar wordt. Zolang het kind studiefinanciering of kinderbijslag ontvangt óf voor minimaal 45% arbeidsongeschikt is, verlengt het pensioenfonds het wezenpensioen tot hij of zij 27 jaar wordt. Het wezenpensioen is per kind 20% van het (bereikbare) partnerpensioen. Als beide ouders zijn overleden wordt het wezenpensioen verdubbeld. In totaal wordt aan maximaal 4 kinderen een wezenpensioen uitgekeerd. Zijn er 5 of meer kinderen? Dan wordt het totale wezenpensioen (van 4 kinderen) verdeeld over alle kinderen. De hoogte van het wezenpensioen staat vermeld op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op www.mijnpensioenoverzicht.nl.
Premievrije voortzetting van je pensioenopbouw Als je volgens de WIA voor 35% of meer arbeidsongeschikt bent en je recht hebt op een WIA-uitkering, dan heb je ook recht op (gedeeltelijke) voortzetting van je pensioenopbouw zonder dat je daar zelf nog premie voor betaalt. Deze premievrije pensioenopbouw is afhankelijk van de mate van je arbeidsongeschiktheid. Dit kun je zien in onderstaande tabel. Mate van arbeidsongeschiktheid 0-35% 35-45% 45-55% 55-65% 65-80% 80% of meer
Mate van premievrije pensioenopbouw 0% 40,0% 50,0% 60,0% 72,5% 100%
Let op: vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is een risicoverzekering. Dit betekent dat het pensioenfonds alleen de premie betaalt als je tijdens je dienstverband bij Makro arbeidsongeschikt wordt.
Arbeidsongeschiktheidspensioen
Als je jaarsalaris hoger is dan de maximale WIA-uitkeringsgrondslag van €51.414, en je komt door arbeidsongeschiktheid in aanmerking voor een WIA uitkering, dan heb je recht op een aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen van Metro Pensioenfonds. De werknemersbijdrage voor het arbeidsongeschiktheidspensioen is per jaar 0,75% van de verzekerde uitkering. Je bijdrage wordt in twaalf maandelijkse termijnen op je salaris ingehouden. De dekking van dit arbeidsongeschiktheidspensioen is op risicobasis en eindigt als je niet meer bij Makro in dienst bent. Eindigt je dienstbetrekking terwijl je al een volledige (80-100%) arbeidsongeschiktheidsuitkering via Makro ontvangt (dus als je volledig arbeidsongeschikt bent), dan loopt je aanvulling gewoon door.
Hoe bouw je pensioen op? Drie pijlers A. AOW: dit pensioen krijg je van de overheid
De AOW is het wettelijke pensioen van de overheid. Je bouwt in 50 jaar AOW op. Je bouwt alleen AOW op als je in Nederland woont en/of werkt. Op welke leeftijd je AOW krijgt, hangt af van je geboortedatum. De AOW-leeftijd stijgt namelijk de komende jaren. Ook de hoogte is niet voor iedereen gelijk. De AOW-bedragen worden ieder jaar aangepast. Informatie over de AOW en je AOW-leeftijd vind je op www.svb.nl. Let op: heb je niet altijd in Nederland gewoond of gewerkt? Dan zal je AOW in principe lager uitvallen.
B. Het pensioen dat je via je werk opbouwt
Hoeveel pensioen je opbouwt via de regeling van je werkgever, zie je op je Uniform Pensioen Overzicht (UPO). Dit krijg je ieder jaar van ons. Op het UPO staan het ouderdomspensioen dat je tot nu toe hebt opgebouwd en het pensioen op je 67-jarige leeftijd als je tot dat moment bij ons blijft opbouwen. Op het UPO vind je ook gegevens van het partner- en wezenpensioen. Dit is pensioen voor je partner en kinderen als je overlijdt. Wil je een overzicht van de pensioenen die je bij andere werkgevers hebt opgebouwd? Kijk dan op www.mijnpensioenoverzicht.nl.
C. De pensioenaanvulling waar je zelf voor zorgt
Je kunt zelf een aanvulling regelen op je AOW en het pensioen dat je opbouwt via je werkgever. Er zijn verschillende manieren om je pensioen aan te vullen. Bijvoorbeeld via banksparen of door een verzekering – zoals een lijfrente – af te sluiten. Of je dat nodig vindt, hangt af van je financiële en persoonlijke situatie. De pensioenschijf van vijf op de website van het Nibud www.nibud.nl kan je meer inzicht geven in je inkomen en uitgaven na je pensionering.
Je bouwt pensioen op in een middelloonregeling Ieder jaar bouw je pensioen op over een deel van het brutoloon dat je in dat jaar hebt verdiend. Je bouwt niet over je hele brutoloon pensioen op. Metro Pensioenfonds houdt namelijk rekening met de AOW die je van de overheid ontvangt als je met pensioen gaat. Het deel van je loon waarover je geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’ en in 2016 bedraagt die € 12.254. Over het brutosalaris boven € 101.519 bouw je ook geen pensioen op. Deze grens is wettelijk bepaald. Wel kun je over het salarisgedeelte boven deze grens zelf pensioen opbouwen, door bijvoorbeeld een lijfrente af te sluiten. Over je brutoloon (tot € 101.519) minus de franchise bouw je jaarlijks 1,75% aan pensioen op. Het totale pensioen dat je zo opbouwt, is de optelsom van al die jaren plus de eventuele indexatie. Vanaf je pensioendatum ontvang je dit pensioenbedrag elke maand zo lang je leeft. Dit heet een middelloonregeling.
Hoe bouw je pensioen op? (vervolg) Opbouwpercentage Het brutoloon minus de franchise is de ‘pensioengrondslag’. Over de pensioengrondslag bouw je jaarlijks 1,75% aan ouderdomspensioen op. Stel: je verdient € 30.000 per jaar. De franchise is € 12.254. Dan bouw je in dat jaar 1,75% ouderdomspensioen op over de pensioengrondslag van € 17.746. Dat is € 310,56 in dat jaar. Het ouderdomspensioen dat je bij pensionering ontvangt, is een optelsom van alle jaren plus de eventuele indexatie.
Je werkgever en jij betalen beiden voor jouw pensioen Iedere maand wordt er premie betaald voor je pensioen. In feite is de premie de prijs van je pensioen. Je werkgever houdt jouw deel van de pensioenpremie elke maand in op je brutoloon. Je draagt zelf 8,48% van de pensioengrondslag bij. Op je loonstrook staat het exacte bedrag dat je betaalt. Je werkgever betaalt ook mee aan je pensioen. De premie die de werkgever betaalt staat niet op je loonstrook, maar is aanzienlijk hoger dan jouw deel. Als je wilt weten hoeveel je werkgever bijdraagt kun je dat bij je werkgever navragen.
Welke keuzes heb je zelf?
Waardeoverdracht Als je van werkgever verandert en daardoor naar een andere pensioenregeling gaat, kun je ervoor kiezen om je opgebouwde pensioen mee te nemen. We noemen dat waardeoverdracht. Dat doe je bij je nieuwe pensioenuitvoerder. Laat je hier vooraf goed over informeren. Of waardeoverdracht een goede keuze is, hangt onder andere af van de financiële situatie van je huidige en van je nieuwe pensioenuitvoerder. Als je besluit geen waardeoverdracht aan te vragen, dan blijft je pensioen staan bij je vorige pensioenuitvoerder en wordt het vanaf je pensioendatum aan je uitbetaald. Je betaalt geen premie meer aan je vorige pensioenuitvoerder en gaat verder met pensioen opbouwen in de regeling van je nieuwe werkgever. Ben je nieuw in dienst bij Makro gebruik dan onderstaand formulier om de waardeoverdracht aan te vragen. Je ontvangt dan eerst een berekening van de gevolgen van de waardeoverdracht. Daarna beslis je definitief. Overigens is het zo het pensioenfonds alleen mag meewerken aan waardeoverdracht als de dekkingsgraad ten minste 100% is. Als je uit dienst gaat bij Makro dan vraag je waardeoverdracht aan bij het pensioenfonds of de pensioenverzekeraar van je nieuwe werkgever.
Welke keuzes heb je zelf? (vervolg) Vrijwillige verzekering: Anw-hiaatverzekering Je kunt bij Metro Pensioenfonds kiezen voor een vrijwillige Anw-hiaatverzekering. Het Anw-pensioen van Metro Pensioenfonds is een aanvulling op het inkomen voor je partner voor het geval jij komt te overlijden. De premie voor deze verzekering wordt, als je hier aan meedoet, net als de premie voor de verplichte pensioenopbouw, via je werkgever op je salaris ingehouden.
Waarom een Anw-hiaatverzekering?
Naast het partnerpensioen van Metro Pensioenfonds komt je partner na jouw overlijden misschien in aanmerking voor een nabestaandenuitkering (Anw-uitkering) van de overheid. Het kan echter zijn dat je partner slechts gedeeltelijk of geen recht heeft op de Anw-regeling van de overheid. Je kunt je daarom via het pensioenfonds vrijwillig verzekeren voor een extra inkomen voor je partner voor het geval je tijdens je dienstverband bij Makro zou overlijden. Met deze Anw-hiaatverzekering voorkom je dat je partner na jouw overlijden er te veel in inkomen op achteruit gaat. Zo zorg je ervoor dat je partner een aanvulling op zijn of haar inkomen ontvangt in de vorm van het Anw-hiaatpensioen, totdat je partner AOW ontvangt. Op de website van de overheid www.svb.nl kun je nagaan of je partner na jouw overlijden in aanmerking komt voor de Anw-regeling. Als dat niet zo is kun je overwegen een Anw-hiaatpensioen van Metro Pensioenfonds af te sluiten.
Anw-hiaatverzekering na je pensionering voortzetten
Als je meedoet met de vrijwillige verzekering voor het Anw-hiaatpensioen én je hebt een partner die nog geen AOW ontvangt, mag je deze verzekering voortzetten als je direct voorafgaand aan je pensionering bij Makro in dienst bent. Hierover word je vlak voor je pensionering geïnformeerd. Als je besluit de Anw-hiaatverzekering voort te zetten na je pensionering moet je dat aan Metro Pensioenfonds laten weten. Op het moment dat je partner zelf AOW ontvangt of gaat samenwonen/trouwen, stopt het Anw-hiaatpensioen. Meer informatie over de vrijwillige Anw-hiaatverzekering kun je opvragen bij Metro Pensioenfonds.
Ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen Als je met pensioen gaat of uit dienst gaat, en er is geen of te weinig partnerpensioen voor je partner in het geval je overlijdt, dan kun je een deel van je ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen. Je krijgt dan een lager ouderdomspensioen. Maar je partner krijgt dan wel een hoger pensioen van Metro Pensioenfonds wanneer je komt te overlijden. Let op: dit is een eenmalige keuze op het moment van pensioneren of uitdiensttreding! Als je eenmaal gekozen hebt om te ruilen kan het niet meer ongedaan worden gemaakt. Meer informatie over het ruilen van ouderdomspensioen voor partnerpensioen is te vinden in het pensioenreglement.
Welke keuzes heb je zelf? (vervolg) Partnerpensioen ruilen voor ouderdomspensioen Naast ouderdomspensioen bouw je ook partnerpensioen op. Er kunnen redenen zijn waarom je het partnerpensioen wilt ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Misschien heeft je partner zelf een goed pensioen, of misschien heb je geen partner (meer). Let op: dit is een eenmalige keuze op het moment van pensioneren! Als je eenmaal gekozen hebt om te ruilen kan het niet meer ongedaan worden gemaakt. Als je wel een partner hebt moet hij of zij het wel eens zijn met deze keuze. Meer informatie over het ruilen van partnerpensioen voor een hoger ouderdomspensioen is te vinden in het pensioenreglement.
Deeltijdpensioen In plaats van ineens met pensioen te gaan op je 67–ste kun je er ook voor kiezen om een deel van je pensioen eerder in te laten gaan. Dat kan vanaf 57 jaar. Dat betekent wel dat het deel van het ouderdomspensioen dat je eerder laat ingaan lager wordt. Deeltijd met pensioen gaan heeft dus financiële gevolgen. De pensioenopbouw stopt gedeeltelijk en het ouderdomspensioen wordt verlaagd. Voor het deel dat je doorwerkt bouw je nog wel pensioen op. Als je deeltijd met pensioen gaat moet je op je uiterlijk op je 70ste volledig met pensioen. Je moet dan wel toestemming hebben van je werkgever om door te werken na je 67ste voor het deel dat je nog werkt. Overleg met je werkgever als je in deeltijd met pensioen wilt.
Pensioen vervroegen of uitstellen Vervroegen
U kunt er voor kiezen om uw pensioen eerder in te laten gaan dan op uw 67-jarige leeftijd. U kunt Je kunt er voor kiezen om je pensioen eerder in te laten gaan dan op je 67-jarige leeftijd. Je kunt in principe al vanaf 57-jarige leeftijd met pensioen. Dat betekent wel dat je ouderdomspensioen lager wordt. Dat is logisch, want je pensioen wordt over een kortere periode opgebouwd en over een langere periode uitgekeerd. Eerder met pensioen gaan heeft dus financiële gevolgen. Let op: je moet er ook rekening mee houden dat de AOW later ingaat dan je vervroegde pensioen. Op www.svb.nl kun je zien wanneer je AOW ingaat.
Uitstellen
Je kunt er ook voor kiezen om het pensioen later te laten ingaan dan 67 jaar, maar niet later dan 70 jaar. Voorwaarde is wel dat je blijft werken bij Makro. Als je later met pensioen gaat, dan wordt je opgebouwde ouderdomspensioen verhoogd. Daarnaast wordt de pensioenopbouw voortgezet zolang je doorwerkt. Kijk voor de voorwaarden voor het uitstellen van pensioen in het pensioenreglement. Let op: voor uitstellen van je pensioen moet je toestemming hebben van je werkgever om te blijven werken.
Welke keuzes heb je zelf? (vervolg) Beginnen met een hoger of lager pensioen Je kunt de keuze maken om eerst een paar jaar een hoger ouderdomspensioen te ontvangen, en daarna een lager ouderdomspensioen. Vanaf dat tweede moment is je ouderdomspensioen lager dan op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO) staat. Je kunt variëren vanaf het moment dat je met pensioen gaat tot je 70ste. Let op: dit is een eenmalige keuze! Als je hier eenmaal voor gekozen hebt kan het niet meer ongedaan worden gemaakt. Neem daarom ongeveer zes maanden voor je gewenste pensioendatum contact op met het pensioenfonds. We kunnen dan een berekening maken zodat je inzicht krijgt in de financiële gevolgen van deze keuze. Je kunt ook de keuze maken om eerst een paar jaar een lager ouderdomspensioen te ontvangen, en daarna een hoger ouderdomspensioen. Vanaf dat tweede moment heb je bij deze keuze een hoger ouderdomspensioen dan op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO) staat.
Hoe zeker is je pensioen? Welke risico’s zijn er? De opbouw en uitbetaling van pensioen gaan over een heel lange periode. Vanaf de start van de opbouw tot de laatste pensioenuitbetaling kan wel eens meer dan 70 jaar zitten.In zo’n periode verandert de wereld waardoor er risico’s kunnen ontstaan die je pensioen bedreigen. De risico’s leiden mogelijk tot een tekort. Metro Pensioenfonds probeert voorbereid te zijn op de risico’s die je pensioen kunnen bedreigen. In het verleden is dat niet altijd goed gegaan. Bijvoorbeeld door de snelle stijging van de levensverwachting. Die stijging is namelijk groter dan de stijging waarmee we rekening hebben gehouden. Als deelnemers gemiddeld ouder worden, moet hun pensioen langer worden uitbetaald. Metro Pensioenfonds moet dan meer geld hebben dan waar eerst op werd gerekend. De rente beïnvloedt de waarde van pensioenen. Pensioenuitvoerders maken van tevoren een inschatting van het geld dat ze nodig hebben om de pensioenen te kunnen uitbetalen. Hoe lager de rente is, hoe meer geld pensioenuitvoerders ‘in kas’ moet hebben om later alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Als de rente langdurig laag blijft, maakt dat de pensioenen dus duurder. Ook de beleggingsresultaten kunnen tegenvallen. Daarom zorgt Metro Pensioenfonds ervoor dat de beleggingen gespreid worden over meerdere beleggingssoorten. Winst op een belegging kan verlies op een andere belegging goedmaken. Een pensioenuitvoerder kan beleggingsrisico’s ook afdekken. Daar zijn wel kosten aan verbonden. Er zijn nog meer risico’s waar pensioenuitvoerders rekening mee moet houden om je pensioen zo goed mogelijk te beschermen. Metro Pensioenfonds moet die risico’s dus letterlijk ‘managen’. Pensioenuitvoerders moeten bij beleidsbeslissingen gebruikmaken van de zogenoemde beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds is onder meer van belang bij besluiten van het bestuur die gaan over het verlenen van indexatie. Ook is de beleidsdekkingsgraad een belangrijke graadmeter voor de vraag of het pensioenfonds genoodzaakt is de pensioenen te verlagen. Als de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds lager is dan 100% dan mag het pensioenfonds niet meewerken aan individuele waardeoverdrachten. De beleidsdekkingsgraad is een gemiddelde over twaalf maanden. Kijk op www.metropensioenfonds.nl voor meer informatie over onze financiële situatie en de beleidsdekkingsgraad.
Hoe zeker is je pensioen? (vervolg) Indexatie Normaal gesproken wordt geld ieder jaar iets minder waard. Je kunt met hetzelfde bedrag in 2016 iets minder kopen dan in 2015. Dat heet ‘inflatie’. Vanwege de inflatie probeert Metro Pensioenfonds je opgebouwde pensioen jaarlijks te indexeren. Dat wil zeggen dat het opgebouwde pensioen jaarlijks wordt verhoogd aan de hand van de stijging van de lonen bij je werkgever. Het lukt niet altijd om de pensioenen te verhogen. Als het financieel tegenzit, kan het zo zijn dat wij niet of niet volledig kunnen indexeren. Dat betekent dan dat je pensioen minder waard wordt. De afgelopen jaren heeft Metro Pensioenfonds de pensioenen (steeds per 1 januari) als volgt aangepast*: 2016 2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007
Indexatie Stijging van de lonen 0,00% 1,00% 0,00% 0,00% 2,00% 2,00% 0,00% 1,50% 0,00% 1,50% 0,00% 1,00% 0,00% 0,00% 0,00% 3,53% 2,77% 2,77% 1,51% 1,51%
*De cijfers over stijging van de lonen zijn gebaseerd op de algemene stijging van de lonen volgens de CAO voor de Groothandel in Levensmiddelen.
Indexatie in de toekomst
Elk jaar bepaalt het bestuur opnieuw of en in welke mate kan worden geïndexeerd. Daarvoor kijken we naar de dekkingsgraad.
Als er een tekort is Het kan gebeuren dat Metro Pensioenfonds ondanks alle voorzorgen toch geld tekort komt om op de lange termijn alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Dan moet er iets gebeuren. De pensioenuitvoerder heeft de taak zo zorgvuldig mogelijk af te wegen wat de beste oplossing is. Het bestuur kan ook kiezen voor een combinatie van maatregelen. In het uiterste geval kunnen wij besluiten je opgebouwde pensioen of pensioenuitkering te verlagen. Meer informatie over hoe Metro Pensioenfonds er financieel voor staat, vind je op www.metropensioenfonds.nl.
Welke kosten maken wij?
Kosten Metro Pensioenfonds maakt verschillende kosten om de pensioenregeling uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan kosten voor de administratie. Daar vallen de kosten voor de uitbetaling van de pensioenen en de inning van de premies onder. Ook maken wij kosten voor de communicatie, bijvoorbeeld voor het maken en verzenden van dit Pensioen 1-2-3 en het Uniform Pensioenoverzicht. Daarnaast zijn er de kosten om het vermogen te beheren. Beleggen van het vermogen kost geld. Wij betalen bijvoorbeeld de partijen waaraan wij vragen om het vermogen te beleggen. Ook maken wij transactiekosten. Dit zijn bijvoorbeeld de kosten die de beurs in rekening brengt bij de aankoop of verkoop van aandelen of obligaties. In het jaarverslag vind je een specificatie van de kosten die wij maken
Wanneer moet je in actie komen?
Als je van baan verandert Als je van werkgever verandert en daardoor naar een andere pensioenregeling gaat, kun je ervoor kiezen om je opgebouwde pensioen mee te nemen. We noemen dat waardeoverdracht. Dat doe je bij je nieuwe pensioenuitvoerder. Laat je hier vooraf goed over informeren. Of waardeoverdracht een goede keuze is, hangt onder andere af van de financiële situatie van je huidige en van je nieuwe pensioenuitvoerder. Als je besluit geen waardeoverdracht aan te vragen, dan blijft je pensioen staan bij je vorige pensioenuitvoerder en wordt het vanaf je pensioendatum aan je uitbetaald. Je betaalt geen premie meer aan je vorige pensioenuitvoerder en gaat verder met pensioen opbouwen in de regeling van je nieuwe werkgever.
Als je arbeidsongeschikt wordt Als je voor meer dan 35% arbeidsongeschikt wordt (en je hebt recht op een WIA-uitkering), heb je recht op (gedeeltelijke) voortzetting van je pensioenopbouw zonder dat je daar zelf nog premie voor betaalt. Ook kun je dan recht hebben op een arbeidsongeschiktheidspensioen. Deze premievrije pensioenopbouw en het arbeidsongeschiktheidspensioen zijn afhankelijk van de mate van je arbeidsongeschiktheid. Het is belangrijk dat je de gevolgen van je arbeidsongeschiktheid voor je pensioen in kaart brengt. Je hoeft ons niet zelf te informeren over je arbeidsongeschiktheid. Dat gebeurt automatisch door het UWV.
Wanneer moet je in actie komen? (vervolg)
Als je gaat trouwen, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenwonen Trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan is voor het pensioenfonds hetzelfde. Je moet dan goed kijken of je partner bij je overlijden recht heeft op partnerpensioen. Vind je dat het partnerpensioen niet goed genoeg geregeld is, zorg dan dat je iets extra’s regelt. Let op bij ongehuwd samenwonen: als je ongehuwd samenwoont, heeft je partner niet automatisch recht op partnerpensioen bij je overlijden. Om je partner daarvoor in aanmerking te laten komen, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen, bijvoorbeeld een notarieel samenlevingscontract hebben. Een kopie van dat contract moet worden opgestuurd naar je pensioenfonds. Als je geen samenlevingscontract hebt dan moet je kunnen aantonen dat je al minimaal vijf jaar een gemeenschappelijke huishouding voert en minimaal vijf jaar op hetzelfde adres staat ingeschreven. Alleen dan kan je partner aanspraak maken op partnerpensioen na je overlijden. We raden je aan je partner met wie je ongehuwd samenwoont aan te melden bij het pensioenfonds door middel van het formulier ‘Verklaring van het bestaan van de gezamenlijke huishouding’. Hiermee voorkom je dat je partner na jouw overlijden zelf contact moet opnemen met het pensioenfonds om eventueel voor een partnerpensioen in aanmerking te komen. Meer informatie hierover is te vinden op www.metropensioenfonds.nl en in het pensioenreglement.
Wanneer moet je in actie komen? (vervolg) Als je gaat scheiden of het geregistreerd partnerschap of samenwonen beëindigt Ouderdomspensioen Je ex-partner heeft recht op de helft van het ouderdomspensioen dat je hebt opgebouwd tijdens het huwelijk of de periode van het geregistreerd partnerschap. Je kunt met je ex-partner afwijkende afspraken maken. Bijvoorbeeld om het pensioen níet te verdelen. Of juist om de periode voorafgaand aan het huwelijk of de relatie ook te laten meetellen in de verdeling. Deze afspraken moeten worden vastgelegd in het scheidingsconvenant. Om ervoor te zorgen dat de ex-partner een deel van het ouderdomspensioen ontvangt, moet jij of je ex-partner binnen twee jaar het pensioenfonds op de hoogte stellen van de scheiding en de eventuele afwijkende afspraken. Om het deel van het ouderdomspensioen rechtstreeks aan de ex-partner te kunnen uitkeren, heeft Metro Pensioenfonds een door jou en je ex-partner getekend formulier “Mededeling van scheiding in verband met de verdeling van ouderdomspensioen” nodig. Als Metro Pensioenfonds dit formulier niet op tijd ontvangt, vervalt het recht op rechtstreekse uitbetaling door Metro Pensioenfonds aan je ex-partner. Je moet dan je zelf zorgdragen voor de maandelijkse betaling aan je ex-partner. Als je gaat scheiden van een partner met wie je na je pensionering bent getrouwd of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, dan heeft dit geen gevolgen voor de verdeling van je pensioen. Let op bij ongehuwd samenwonen: het recht op een deel van het ouderdomspensioen geldt niet voor ongehuwd samenwonenden. Ongehuwd samenwonenden moeten zelf afspraken maken over de verdeling van het pensioen.
Partnerpensioen
Je ex-partner heeft ook recht op het partnerpensioen dat je hebt opgebouwd tot de datum van echtscheiding of beëindiging geregistreerd partnerschap. Voor het recht op het partnerpensioen hoef je niets te doen. Tenzij je ex-partner afstand doet van het recht, dan moet je het pensioenfonds wel informeren. In het echtscheidingsconvenant waarvan je een kopie aan Metro Pensioenfonds stuurt, moet dan expliciet de term ‘bijzonder partnerpensioen’ zijn genoemd. Anders zijn wij wettelijk verplicht het bijzonder partnerpensioen toch aan je ex-partner toe te kennen. Let op bij ongehuwd samenwonen: Ook ongehuwd samenwonenden kunnen recht hebben op het partnerpensioen. Als je het ongehuwd samenwonen beëindigt moet je dit doorgeven aan het pensioenfonds. Je ex-partner ontvangt dan van Metro Pensioenfonds een bewijs van de premievrije aanspraak op het partnerpensioen. Kijk voor meer informatie in het pensioenreglement
Wanneer moet je in actie komen? (vervolg) Als je verhuist naar het buitenland Meld dit aan je pensioenfonds en bespreek wat de gevolgen zijn voor je pensioen. Informatie over de gevolgen voor de AOW vraag je aan bij de Sociale Verzekeringsbank. Of kijk op www.svb.nl. Let op: ook als je binnen het buitenland verhuist, moet je ons daarover informeren.
Als je werkloos wordt Als je werkloos wordt, stopt de pensioenopbouw. Het is belangrijk dat je de gevolgen van je werkloosheid voor je ouderdomspensioen en voor het partner- en wezenpensioen in kaart brengt. Je hoeft ons niet zelf te informeren over je werkloosheid. Dat gebeurt automatisch door het UWV.
Als je meer of minder gaat werken Als je meer of minder gaat werken informeer dan ook naar de gevolgen voor je pensioen. De pensioenopbouw verandert evenredig mee.
Als je verlof opneemt Als je tussentijds verlof opneemt, bijvoorbeeld ouderschapsverlof of zwangerschapsverlof informeer dan naar de gevolgen voor je pensioen. Gedurende de periode van ouderschapsverlof bouw je geen pensioen op.
Mijnpensioenoverzicht.nl Bekijk eens per jaar hoeveel pensioen je hebt opgebouwd op mijnpensioenoverzicht.nl. Je ziet hier niet alleen het pensioen dat je bij Makro hebt opgebouwd, maar ook het pensioen dat je bij eventuele vorige werkgevers hebt opgebouwd. Ook krijg je hier informatie over de hoogte van je AOW.
Als je gebruik wilt maken van een keuzemogelijkheid De keuzemogelijkheden vind je onder “Welke keuzes heb je zelf?”. Let op: een gemaakte keuze kan niet meer worden teruggedraaid. Laat je dus goed informeren voor je kiest.
Als je vragen hebt Voor alle vragen over je pensioenregeling kun je bellen met Metro Pensioenfonds, te bereiken op 088 130 8215 of kijk je www.metropensioenfonds.nl.
Meer weten over je pensioen? Kijk dan op www.metropensioenfonds.nl voor meer informatie en downloads zoals het pensioenreglement. Je kunt het pensioenreglement ook bij ons opvragen.