“Wat je aandacht geeft, groeit!” Beleidsagenda 2014-2018
Uitvoering:
Marijke Huisman
Vastgesteld op: 12 februari 2014
AANLEIDING Achtergrond Proloog heeft een aantal turbulente jaren achter de rug. Door de nadelige financiële resultaten van 2009 tot en met 2011 was het nodig rigoureuze maatregelen te treffen om een faillissement te voorkomen. Het inkrimpen van de personele formatie middels een Sociaal Plan is hierbij de belangrijkste component geweest. Na een periode waarin een interim-directeur aan het roer stond, heeft Proloog sinds 1 juni een nieuwe algemeen directeur, Albert Helder. Ondanks de broze financiële positie heeft Proloog de ambitie om goed kwalitatief onderwijs te bieden aan al onze leerlingen, dit is immers ons primaire proces. Voor het bieden van goed kwalitatief onderwijs is het nodig systematisch te werken aan het verhogen van de onderwijskwaliteit, bijvoorbeeld door het benoemen van een aantal speerpunten voor de komende jaren. Nu Proloog weer in rustiger vaarwater terecht is gekomen, is de tijd rijp om de beleidskaders te herijken. Albert Helder heeft ervoor gekozen deze beleidsagenda ‘bottom-up’ op te bouwen, waarbij input van alle geledingen is gevraagd middels strategische sessies. Aangezien het Directeurenberaad het belangrijkste adviesorgaan van Proloog is, is er op 4 september gestart met een strategische sessie in het Directeurenberaad. Naast (bijna) alle directeuren van Proloog waren er vier directeuren van Bobob (van de scholen die in 2014 overgaan naar Proloog) en een aantal medewerkers van het bestuursbureau aanwezig. Vervolgens is op 8 oktober een Strategische avond georganiseerd, waarbij de volgende geledingen aanwezig waren: het voltallige bestuur de GMR (bestaande uit 5 ouders en 5 personeelsleden) een afvaardiging van de directeuren (5) een aantal medewerkers van het bestuursbureau
11 februari 2014
mei/juni 2014
Goedkeuring bestuur
Jaarplan gereed
30 januari 2014 Instemming GMR
Advies directeurenberaad
Beleidsagenda gereed
2014 Strategische sessie alle geledingen
Strategische sessie Directeurenberaad
2013
15 januari 2014
6 januari 2014
8 oktober 2013
4 september 2013
TIJDBALK ONTWIKKELING BELEIDSAGENDA
2
FOCUS 2014-2018 Word wie je bent! Het basisonderwijs is belangrijk, niet alleen omdat kennis en vaardigheden nodig zijn voor een succesvolle leerloopbaan. De periode op school biedt kinderen een brede basis voor ontwikkeling. Op alle basisscholen van Proloog krijgen kinderen alle ruimte om zichzelf te ontwikkelen. Om te worden wie ze zijn. Want daar gaat het om; jezelf zijn, je talenten ontwikkelen, kennis en vaardigheden opdoen, plezier maken en gelukkig zijn. Proloog wil dat alle leerlingen kwalitatief goed onderwijs krijgen én een fantastische basisschooltijd hebben. En daar zetten de leraren zich optimaal voor in. Zo wordt elke leerling wie het is. Het basisonderwijs bij Proloog beleeft ingrijpende transities, o.a. door de daling van het marktaandeel, door de invoering van passend onderwijs en door de beperkte financiële middelen wordt van Proloog een maximale inspanning gevraagd om toekomstgericht te sturen. Het is belangrijk hierin de regie te nemen.
Deze beleidsagenda geeft voor Proloog de richting. Het is geen beleidsplan, maar geeft focus aan Proloog. De agenda wordt uitgewerkt in een jaarplan (Wie doet wat? Waar? Wanneer? en Hoe?)
Proloog zal haar individuele scholen blijven ondersteunen, er wordt gewerkt aan belangrijke randvoorwaarden als huisvesting en bekostiging. Daarnaast blijft er aandacht voor ontwikkelingen als administratieve lasten, bestendiging van het marktaandeel en ouderbetrokkenheid. Bij de aanpak staat voorop dat de scholen optimaal in staat gesteld worden om kinderen te laten leren. Uit de strategische sessies zij vier speerpunten (thema’s) gekozen waarop Proloog de komende jaren wil focussen. Deze thema’s brengen focus in de activiteiten: 1. 2. 3. 4.
Profilering Kwaliteit Personeel Financiën
Naast bovenstaande speerpunten werkt Proloog aan: 1. De invoering van Passend Onderwijs 2. Het bestendigen van het marktaandeel 3. Toevoeging scholen gemeente Boarnsterhim
3
SPEERPUNT 1: PROFILERING In overleg met de gemeente Leeuwarden en de overige schoolbesturen (PCBO, Bisschop Möller Stichting, LSV, Bogermannschool en Michaëlschool) zal begin 2014 per gebied/wijk een huisvestingsplan worden opgesteld, een zogenaamd spreidings- of vlekkenplan. Inhoudelijk staat hierbij het leefklimaat van kinderen en het vergroten van ontwikkelingskansen centraal. Het uitgangspunt van de gemeente Leeuwarden is dat partijen verantwoordelijkheid nemen en ruimte krijgen om dat wat ieder kind, in welke wijk/dorp dan ook, nodig heeft te vertalen in een inhoudelijk concept met daaromheen een passende ruimte. De ambitie van de gemeente is om in 2025 10 Integrale Kindcentra (IKC’s, voorziening voor 0-12 jaar) verspreid over de stad gerealiseerd te hebben. In de uitvoeringsfase zal ook aandacht worden besteed aan de problematiek van leegstand in schoollocaties. Proloog heeft in bijna iedere wijk/dorp een school, in 2013 zijn er 17 scholen. Proloog krijgt van het Rijk bekostiging voor 14 Brinnummers (op basis van ons leerlingenaantal), dit betekent dat er 3 scholen onderhouden worden waarvoor geen bekostiging binnen komt. Er zullen duidelijke keuzes gemaakt moeten worden bij het ontwikkelen van het spreidingsplan. Hierbij valt te denken aan: -
Het samenvoegen van scholen; samenwerking met andere scholen; eventueel sluiting.
Door het maken van de juiste keuzes, creëert Proloog kansen voor scholen om zich goed te profileren en beter aan te sluiten bij de behoeften van ouders. Proloog gaat voor vernieuwing van gebouwen en streeft naar unilocaties voor scholen. Bij het ontwikkelen van het spreidingsplan zal Proloog, naast de profilering van de scholen, ook de besturingsfilosofie handhaven. Proloog heeft de besturingsfilosofie ‘decentraal, tenzij…’ ‘Scholen mogen met elkaar concurreren vanuit de principiële gedachte dat kwaliteit gewaardeerd wordt door ouders die een vrije schoolkeuze hebben aangaande richting en onderwijskwaliteit. De scholen hebben een grote mate van onderwijskundige vrijheid binnen gemeenschappelijke algemene onderwijskundige en bedrijfsmatige kaders. Proloog is één onderwijsorganisatie van samenwerkende, onderwijskundig relatief zelfstandige scholen.’
Prioriteiten: Spreidingsplan i.o.m. gemeente Leeuwarden (medio 2014); besturingsfilosofie: decentraal, tenzij…; profilering scholen; ouderbetrokkenheid
4
PROPELLER SPEERPUNT 1: PROFILERING
Door goede verdeling kansen creëren
Spreidingsplan / vlekkenplan
MACRO
PROLOOG Verken rol Proloog/school in de wijk
MESO Centraal vs Decentraal
MICRO Ruimte om aan te sluiten bij behoeften ouders
FIGUUR 1: PROPELLER PROFILERING
Micro Op microniveau heeft Proloog de volgende opdrachten gekregen: Creëer ruimte voor individuele scholen om aan te sluiten bij de behoefte(s) van ouders; verken de rol van Proloog en de school in de wijk. Meso Op mesoniveau heeft Proloog de volgende opdrachten gekregen: Maak een keuze tussen: Proloog als merk of als facilitator, centraal versus decentraal. Macro Op macroniveau heeft Proloog de volgende opdrachten gekregen: Schrijf een spreidingsplan / vlekkenplan, met daarin de keuzes: scholen samenvoegen, samenwerking, concurrentie of sluiting; creëer door middel van een goede verdeling van scholen over de stad kansen om scholen beter te profileren.
5
SPEERPUNT 2: KWALITEIT Proloog werkt aan de kwaliteit van het onderwijs, aan hogere onderwijsopbrengsten en aan professionalisering van leraren en schoolleiders. Proloog wil borg staan voor goed onderwijs voor ieder kind, maar wordt hierin helaas beperkt door de afnemende financiële ruimte. Proloog meet de kwaliteit van de scholen af aan o.a. de kwaliteitsaspecten en aandachtsvelden van de onderwijsinspectie. De beleidsmedewerker onderwijs hanteert een monitoringsmodel waarin deze resultaten worden bijgehouden. Hij brengt elk half jaar de kwaliteit van het onderwijs op elke school in kaart. Het monitoringsverslag is een samenvatting van de opbrengsten. Via het Citoleerlingvolgsysteem gaan de resultaten via een zogenoemde DULT-koppeling naar het schooladministratiepakket DOTCOM. De systemen zijn in de scholen geïmplementeerd. In 2013 zijn tevredenheidsonderzoeken afgenomen onder ouders, personeel en leerlingen. De uitkomsten hiervan leveren belangrijke informatie voor kwaliteitsverbetering. Daarnaast wordt de kwaliteit van de scholen in kaart gebracht door visitatiebezoeken (intern) en schoolbezoeken (extern). Goede leerlingenzorg Leerlingen worden opgeleid voor de samenleving van de toekomst, dat betekent dat er ook aandacht moet zijn voor zogeheten ‘21st century skills’, en voor brede vorming en karakterontwikkeling. Bij onderwijsopbrengsten gaat het niet alleen om de gemiddelde eindtoetsscore (smalle invulling), maar om de meerwaarde die de school de leerlingen kan bieden (brede invulling). Het uitgangspunt hierbij is kwaliteit in maatwerk voor de individuele leerling, dit ook met het oog op de invoering van Passend Onderwijs. Scholen moeten ruimte krijgen om maximaal in te spelen op talenten van kinderen. Investeringen moeten vooral gericht zijn op de (verdere) professionalisering van het onderwijspersoneel om voor de leerlingen extra meerwaarde te realiseren. ICT De samenleving verandert, kinderen moeten worden voorbereid op nieuwe ontwikkelingen en er komen andere mogelijkheden om te leren. Technologische ontwikkelingen maken het noodzakelijk en mogelijk om het onderwijs te vernieuwen. Innovatie is nodig omdat kinderen andere dingen moeten leren en innovatie maakt andere manieren van leren mogelijk. In het in 2012 vastgestelde ICT-beleidsplan is omschreven, dat de ICT in de planperiode (2012-2016) een prominente rol in het leerproces zal vervullen. In het plan is aandacht besteed aan het voorzieningenniveau van onder meer de hardware en software en de infrastructuur. Daarnaast is beschreven op welke wijze de leerkrachten, leerlingen en ouders worden betrokken bij de ICTkennisverwerving en welke resultaten worden verwacht in de planperiode. Nieuwe technologie kan helpen de kwaliteit van het primaire proces te vergroten. Met ICT verhoogt Proloog de doelmatigheid (o.a. vermindering administratieve lasten), de beschikking over relevante stuurinformatie is makkelijker en Proloog is beter in staat te vergelijken met andere scholen/schoolbesturen (benchmarken). Expertises/kwaliteiten in kaart brengen Binnen Proloog zijn veel talenten en is veel expertise. Dit is nog te weinig inzichtelijk/bekend. De wens die uit de sessies is gekomen is dan ook alle expertise en kwaliteiten in kaart te brengen op alle niveaus, zodat er binnen Proloog meer gebruik van gemaakt kan worden. Ook hier zal een deel van de Proloogdag in april 2014 voor gebruikt worden.
Prioriteiten: Uitbouwen systematisch kwaliteitsbeleid Innovatie door middel van ICT 6
PROPELLER SPEERPUNT 2: KWALITEIT
MACRO
Diversiteit onderwijs
Kwaliteitsbeleid richting omgeving
PROLOOG ICT-voorzieningen
In kaart brengen expertise/kwaliteiten Organiseer studiedag
MESO
MICRO
Professionalisering
Verbinding leggen op inhoud
Versterk sturingsmogelijkheden
FIGUUR 3: PROPELLER KWALITEIT
Micro Op microniveau heeft Proloog de volgende opdrachten gekregen: Ondersteun scholen door verbindingen te leggen op inhoud; regel goede ICT-voorzieningen. Meso Op mesoniveau heeft Proloog de volgende opdrachten gekregen: Onderzoek welke expertise/kwaliteiten/competenties binnen Proloog aanwezig zijn; maak beter / nog meer gebruik van elkaars kwaliteiten; (ver)ken de kwaliteit van iedere school m.b.v. allerlei meetinstrumenten organiseer professionalisering op alle niveaus organiseer diversiteit in het onderwijs (ICT-onderwijs / klassentechniek) versterk de sturingsmogelijkheden verken de kwaliteitskaarten onderwijs organiseer studiedag om verbinding te leggen Macro Op macroniveau heeft Proloog de volgende opdrachten gekregen: Communiceer over kwaliteitsbeleid richting omgeving.
7
SPEERPUNT 3: PERSONEEL Goed personeel op alle niveaus is een blijvend speerpunt van Proloog. Goed personeelsbeleid is een voorwaarde voor het realiseren van kwalitatief goed onderwijs. Integraal personeelsbeleid maakt hier een belangrijk onderdeel vanuit. Integraal personeelsbeleid betekent ook het regelmatig en systematisch afstemmen van inzet, kennis en bekwaamheden van medewerkers. De hele gesprekkencyclus wordt ‘afgestoft’, zodat iedere medewerker de gesprekken krijgt, waar hij/zij recht op heeft met als doel het behouden/verhogen van de kwaliteit en het komen tot hogere individuele prestaties. Schooldirecteuren De kwaliteit en stabiliteit van de schooldirecties is van doorslaggevend belang voor de kwaliteit van de scholen. Proloog investeert dan ook blijvend in de ontwikkeling van de schoolleiders, zodat zij hun functie op professionele wijze kunnen blijven uitvoeren. Voor de scholing van leerkrachten en kwaliteitszorg is in 2014 een budget beschikbaar van € 279.000. De schooldirecteur neemt een sleutelpositie in het personeelsbeleid in. Om tot goede resultaten te komen zet hij/zij de juiste kwaliteiten in op de juiste plek en biedt medewerkers professionele ontwikkelingsmogelijkheden. Professionalisering onderwijspersoneel Voor het verbeteren van de onderwijskwaliteit is de leraar cruciaal. Proloog hecht aan goed personeelsbeleid, onderdelen hiervan zijn: Loopbaanbeleid; faciliteren professionalisering; bevorderen van mobiliteit. Proloog is en blijft afhankelijk van ouders, zonder hen geen kinderen op onze scholen. Het personeel zal dit besef ook blijvend moeten krijgen. De ‘werkvloer’ zal nadrukkelijk betrokken worden bij het proces van een aanbod-gestuurde naar een vraag-gestuurde organisatie. Een deel van de Proloogdag in april 2014 zal hieraan besteed worden. Daarnaast zal door middel van workshops en trainingen (maatwerk) het personeel bewust worden gemaakt van de noodzaak van meer marktgericht denken en werken voor één organisatie, die bestaat uit meerdere eenheden. Uit de sessies is heel sterk de wens gekomen om Proloogbreed mobiliteit te stimuleren. Dit heeft ook weer te maken met de juiste persoon op de juiste plaats krijgen, zodat ieders kwaliteiten optimaal benut worden. Mobiliteit zou een vast onderdeel kunnen zijn van het persoonlijk ontwikkelingsgesprek van ieder personeelslid.
Prioriteiten: Intensivering personeelsbeleid
8
PROPELLER SPEERPUNT 3: PERSONEEL
MACRO Strategisch personeelsbeleid
Gebruik elkaar kwaliteiten
PROLOOG Meer OOP
Mobiliteit Proloogbreed
MICRO
MESO Krachtig personeelsbeleid Optimalisering loopbaanbegeleiding
FIGUUR 4: PROPELLER PERSONEEL
Micro Op microniveau heeft Proloog de volgende opdrachten gekregen: Zorg voor meer Onderwijsondersteunend Personeel (OOP) op school; doe meer aan krachtig personeelsbeleid. Meso Op mesoniveau heeft Proloog de volgende opdrachten gekregen: Maak gebruik van kennis en talenten van elkaar, bijv. d.m.v. schoolbezoeken / mobiliteit / collegiale visitatie; doe meer aan krachtig personeelsbeleid; zorg voor mobiliteit Proloogbreed, bijv. voor de inzet van LB-leerkrachten; doe meer aan de optimalisering van loopbaanbegeleiding. Macro Op macroniveau heeft Proloog de volgende opdrachten gekregen: Verbeter de kwaliteit van het onderwijs door strategisch personeelsbeleid.
9
SPEERPUNT 4: FINANCIËN Proloog heeft, zoals bekend, vanaf 2009 enorme verliezen geleden. Na de volledige verzelfstandiging in 2009 is bij het financieel management veel mis gegaan. Vanaf het najaar 2010, na onderzoek van de rekenkamer van de gemeente Leeuwarden, is sterk ingezet op reductie van de lasten. Door deze omslag is de focus nu volledig gericht op het ‘in control’ zijn en blijven van de organisatie. Dit heeft geleid tot een beduidend beter resultaat in 2011, in 2012 werd zelfs een positief resultaat geboekt. De financiële situatie is nog erg zorgelijk en een structurele verbetering naar een gezond niveau is op korte termijn nog niet haalbaar. Een school(bestuur) is financieel gezond als er een stabiele populatie is, waarbij de onderwijskundige doelstellingen structureel gerealiseerd kunnen worden binnen de financiële kaders. Transparante financiële controle Proloog heeft dus al een duidelijke verbeterslag in het financiële beheer gerealiseerd. Gezien de nog kwetsbare financiële positie zijn in de planning- & controlcyclus echter verbeterslagen nodig om nog beter in control te zijn voor wat betreft de financiële bedrijfsvoering. Het is, gezien de tekorten, verleidelijk om de focus te blijven leggen op bezuinigingsmaatregelen. Tegenover de maximale kaders van financiële middelen moeten echter de minimale kaders voor voldoende onderwijskwaliteit gezet worden. Deze onderwijskundige kaders worden weergegeven door de volgende vragen te beantwoorden: 1. Welke formatie is minimaal nodig om voldoende onderwijskwaliteit te kunnen leveren? 2. Welke taken worden bovenschools uitgevoerd? 3. Wat zijn de vaste materiële uitgaven en welke uitgaven zijn variabel? Stringente begrotingsdiscipline Het proces van (financieel) toezicht, sturing en control zal zodanig ingericht moeten worden, dat overschrijding van de begroting wordt voorkomen. Cyclus schoolbegrotingen/jaarplannen/etc. Het uitgangspunt is dat de financiële middelen zoveel mogelijk rechtstreeks aan de scholen beschikbaar worden gesteld. De schooldirecteur is budgetverantwoordelijk. De financiële administratie is grotendeels uitbesteed aan een administratiekantoor. De wens is geuit om inzichtelijkheid in dit systeem te regelen, waardoor de afhandeling eenvoudiger en doelmatiger gedaan kan worden. Gezien de kwetsbare financiële situatie is er weinig ruimte voor investeringen. De investeringen worden beperkt tot vervangingsinvesteringen en investeringen wegens onderwijskundige noodzaak.
Prioriteiten: Begroting met duidelijke keuzes Inzichtelijkheid financiën
10
PROPELLER SPEERPUNT 4: FINANCIËN
Begroting met duidelijke keuzes
MACRO
PROLOOG Afhandeling financiën eenvoudiger en doelmatiger
MESO
MICRO Inzichtelijkheid afhandeling financiën
FIGUUR 5: PROPELLER FINANCIËN
Micro Op microniveau heeft Proloog de volgende opdrachten gekregen: Regel inzichtelijkheid in de afhandeling van financiën (eenvoudiger en doelmatiger). Meso Op mesoniveau heeft Proloog de volgende opdrachten gekregen: Regel inzichtelijkheid in de afhandeling van financiën; maak de afhandeling van financiën eenvoudiger en doelmatiger. Macro Op macroniveau heeft Proloog de volgende opdrachten gekregen: Maak een herkenbare begroting met duidelijke keuzes.
11
Overige onderwerpen Naast de 4 speerpunten werkt Proloog ook aan de volgende onderwerpen. 1. Invoering Passend onderwijs Nederland staat aan de vooravond van de invoering van de wet Passend Onderwijs (1-8-2014). Passend Onderwijs houdt in dat zoveel mogelijk kinderen naar een reguliere basisschool kunnen gaan. Want zo hebben zij de beste kansen op een vervolgopleiding en meedoen in de samenleving. Kinderen die het echt nodig hebben, kunnen, net als nu, naar het speciaal onderwijs. De invoering hiervan is een complex traject dat veel vergt van allen die werken in het primair onderwijs en van het speciaal basisonderwijs in het bijzonder. Kinderen hebben recht op goed onderwijs, ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Schoolbesturen moeten passende voorzieningen bieden aan kinderen die vanwege specifieke onderwijsbehoeften extra ondersteuning nodig hebben. Geen enkel kind mag tussen wal en schip vallen. Proloog heeft op elke school een intern begeleider voor de coördinatie van de zorg en begeleiding en onderwijsondersteuning op school. Bovenschools is een coördinerend intern begeleider beschikbaar. Daarnaast heeft Proloog een orthopedagoog en een preventief logopediste in dienst. Uitgangspunt is preventief werken, waardoor schoolteams sneller en gerichter hulp kunnen vragen en krijgen. 2. Bestuursmodel Het scheiden van de functies van bestuur en intern toezicht is een belangrijk governancebeginsel. Per 1 augustus 2010 is de wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur’ van kracht geworden. De wet geeft aan dat de bestuurder verantwoordelijk is voor goed bestuurde scholen en dat de toezichthouder toezicht moet houden op de wijze van besturen. De Code Goed Bestuur van de PO-Raad zegt hierover: “Het intern toezichtsorgaan houdt toezicht op het functioneren van de organisatie in het algemeen en het schoolbestuur in het bijzonder.” Proloog heeft in 2011 en 2012 voorbereidingen getroffen het Raad van Toezicht model in te voeren. In overleg met de gemeente Leeuwarden zijn deze voorbereidingen destijds getemporiseerd. In 2013/2014 onderzoekt het bestuur wederom of het Raad van Toezicht model ingevoerd zou kunnen worden. Bij Proloog is de verantwoordelijkheid voor goed bestuurde scholen aan de algemeen directeur gemandateerd. In de wet is opgenomen dat de toezichthouder ten minste belast is met de volgende taken: Goedkeuren van de begroting, het jaarverslag en het strategisch meerjarenplan. Toezien op de naleving door het bestuur van de wettelijke verplichtingen, van de code van goed bestuur en van de mogelijke afwijkingen. Toezien op de rechtmatige verwerking en de doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van middelen verkregen op basis van de WPO. Aanwijzen van de accountant die verslag uitbrengt aan de intern toezichthouder. Jaarlijks afleggen van verantwoording over de uitvoering van taken en bevoegdheden zoals die hiervoor zijn beschreven. Proloog is lid van de PO-raad en Proloog onderschrijft en voldoet aan de op 21 januari 2010 door de leden van de PO-raad vastgestelde code “Code Goed Bestuur in het primair onderwijs”.
3. Toevoeging scholen gemeente Boarnsterhim In 2014 zullen 5 scholen vanuit de Stichting Bobob (Stichting voor openbaar basisonderwijs in de voormalige gemeente Boarnsterhim (opheffing 1 januari 2014)) worden toegevoegd aan Proloog. Er bestaat nog onduidelijkheid over de formele overdrachtsdatum. De gevolgen van deze samenvoeging zijn nog niet geheel duidelijk. Naar verwachting zal de toevoeging niet tot een verslechtering van het resultaat leiden.
12
Vervolgprocedure Na advisering door het Directeurenberaad, zal de beleidsagenda ter instemming voorgelegd worden aan de GMR. Vervolgens zal de algemeen directeur de beleidsagenda vaststellen, na goedkeuring door het bestuur. De verwachting is dat er na vaststelling van de beleidsagenda in mei/juni 2014 een uitgewerkt jaarplan gepresenteerd kan worden voor het schooljaar 2014-2015.
30 januari 2014
11 februari 2014
mei/juni 2014
Instemming GMR
Goedkeuring bestuur
Jaarplan gereed
Advies directeurenberaad
Beleidsagenda gereed
2014
Strategische sessie alle geledingen
Strategische sessie Directeurenberaad
2013
15 januari 2014
6 januari 2014
8 oktober 2013
4 september 2013
TIJDBALK ONTWIKKELING BELEIDSAGENDA
13
BIJLAGE Opzet + doel strategische sessies De strategische sessies zijn gedaan in 2 rondes, de opbouw van deze rondes is zichtbaar in de Praatplaat bij deze bijlage. Tijdens deze sessies is steeds in groepjes van 5/6 personen gewerkt. Tijdens de sessie van 8 oktober is gewerkt met heterogene groepjes. Er is een waarderende insteek gekozen, waarbij vanuit een positieve invalshoek is gewerkt. Er zijn vragen gesteld als: Wat waardeer ik aan Proloog? Wat zou Proloog kunnen versterken/verbeteren? Wat wil ik zelf betekenen? Aan het einde van de avond heeft ieder groepje één of meer opdrachten aan Proloog geformuleerd, van waaruit de beleidsagenda is opgebouwd. Het doel van deze manier van werken is om te komen tot 3 à 4 speerpunten voor Proloog voor de komende jaren. Het belangrijkste hierbij was dat na turbulente jaren, waarin veel ‘top-down’ beslissingen nodig waren, nu ‘bottom-up’ is gewerkt, waarbij elke geleding de gelegenheid heeft gekregen zijn/haar bijdrage te leveren.
14