Hoofdstuk 1
Wat is diabetes mellitus? 1.1 Inleiding Uw arts heeft u verteld dat u diabetes mellitus (suikerziekte) heeft. Ongetwijfeld heeft u veel vragen, zoals: hoe kom ik aan diabetes, wat is er aan te doen, gaat het nog ooit over en moet ik een dieet volgen? U leest in dit hoofdstuk van de ‘PIM diabetes mellitus en voeding’ over deze en andere vragen.
1.2 Wat is diabetes mellitus Mensen met diabetes maken geen of minder insuline aan en/of zijn verminderd gevoelig voor insuline. Insuline is een hormoon dat een belangrijke rol speelt bij het reguleren van het bloedglucosegehalte. Insuline is nodig om glucose in de cellen toe te laten. Glucose heeft iedereen in zijn bloed. Glucose wordt gemaakt uit koolhydraten in de voeding. Onze voeding bevat naast koolhydraten ook eiwitten, vetten, vitaminen en mineralen.
Koolhydraten is een verzamelnaam voor:
zetmeel: melksuiker: vruchtensuiker: suiker:
o.a. in brood, aardappelen, rijst, pasta en peulvruchten o.a. in melk, karnemelk en yoghurt o.a. in fruit en vruchtensappen o.a. in biet- en rietsuiker en honing
Koolhydraten worden in de spijsvertering afgebroken tot glucose. Het bloed vervoert de glucose naar de lichaamscellen. De glucose kan echter niet zomaar in de cellen worden opgenomen. Hiervoor is insuline nodig. Insuline wordt gemaakt in de alvleesklier (ook wel pancreas genoemd). Een gezonde alvleesklier zorgt er voor dat het bloedglucosegehalte binnen nauwe grenzen blijft. Als de cellen van ons lichaam worden beschouwd als deuren met een sleutelgat, dan is er een sleutel nodig om deze deuren te openen. Insuline is als het ware de sleutel. Als insuline de deuren heeft geopend, kan de glucose naar binnen. Glucose wordt in de cellen omgezet in energie. Energie is o.a. nodig om de hersenen te laten werken en te bewegen.
Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Als u koolhydraten heeft gegeten gaat het glucosegehalte in uw bloed omhoog. De alvleesklier reageert hierop en gaat meer insuline maken. De insuline zorgt er voor dat de glucose wordt opgenomen in de cellen. Hierna daalt het glucose in uw bloed weer. De insulineproductie is na de maaltijden het grootst. Het glucosegehalte stijgt direct na elke maaltijd en daalt weer onder invloed van insuline. Er is dus steeds een evenwicht in het bloed tussen bloedglucose en insuline. Bij diabetes mellitus wordt er te weinig insuline geproduceerd door de alvleesklier óf de insuline werkt niet goed. Hierdoor blijft het glucosegehalte in het bloed te hoog. Diëtetiek | DIET-519 | 11 mei 2015 | pagina 1/7
Een bloedglucose tussen de 4 en 7 millimol per liter vóór de maaltijd wordt als goed beschouwd. Ongeveer 1½ uur na de maaltijd moet het bloedglucosegehalte het liefst onder de 9 millimol per liter blijven. ‘Millimol per liter’ is de eenheid waarin de hoeveelheid glucose in het bloed wordt aangegeven.
Er zijn verschillende typen diabetes
Type 1 diabetes, ook wel insulineafhankelijke diabetes genoemd: De alvleesklier maakt (bijna) géén insuline. Deze vorm ontstaat meestal op jonge leeftijd. Type 2 diabetes: Hierbij maakt de alvleesklier te weinig insuline en wordt de glucose vertraagd opgenomen, of de glucose kan niet goed worden opgenomen omdat de ‘sleutel’ niet goed past in de deur van de cellen. Overgewicht speelt hierbij vaak een rol. Overige typen van diabetes: Zwangerschapsdiabetes, waarbij sprake is van verhoogde glucosewaarden door een veranderde hormoonhuishouding tijdens de zwangerschap. Diabetes kan bijvoorbeeld ook ontstaan als gevolg van ziekten van de alvleesklier of het gebruik van medicijnen (prednison). De laatste jaren zijn er meerdere vormen ontdekt. Vaak is hierbij een verminderde insulinegevoeligheid in het spel. De MODY (Maturity of the Young) is hier een voorbeeld van, deze vorm komt op jonge leeftijd voor.
De symptomen Als het glucosegehalte in het bloed te hoog wordt, reageert het lichaam hier op door de glucose uit te plassen. Hierdoor wordt er veel water aan het lichaam onttrokken. U merkt dan dat u vaker moet plassen en meer dorst krijgt door het grote vochtverlies. Omdat u veel glucose (energie) uitplast, kunt u vermageren. Andere klachten kunnen zijn: aanhoudende vermoeidheid, jeuk en slecht genezende wonden.
De oorzaken Het is momenteel niet precies bekend wat de oorzaak van het ontstaan van diabetes is. Er kunnen verschillende factoren een rol spelen, zoals erfelijke factoren, een te hoog lichaamsgewicht en de leeftijd.
Wat is er aan te doen? Het is belangrijk om diabetes te behandelen, omdat op den duur vervelende complicaties kunnen ontstaan. Het gaat hierbij om beschadigingen aan hart en bloedvaten, nieren, ogen, voeten en zenuwen. Een goede diabetes-behandeling vertraagt of voorkomt deze complicaties. Het dieet is de hoeksteen van de behandeling. Is een dieet niet voldoende dan kan de arts medicijnen voorschrijven. Mocht het dieet in combinatie met tabletten niet voldoende resultaat geven, dan zal beoordeeld worden of insuline-injecties nodig zijn. Bij type I diabetes wordt meteen met insuline gestart in combinatie met een dieet.
Gaat diabetes mellitus ooit nog over ? Diabetes is niet te genezen. Door een goede behandeling is een gewoon en actief leven echter heel goed mogelijk. Door een gezonde leefstijl kan het bloedglucosegehalte beter binnen de grenzen worden gehouden. Hierdoor verminderen of verbeteren uw klachten. Diëtetiek | DIET-519 | 11 mei 2015 | pagina 2/7
Risicofactoren Mensen met diabetes mellitus hebben een groter risico op het krijgen van hart- en vaatziekten. Cholesterol speelt daar een rol bij. Cholesterol is een vetachtige stof in het bloed, die het lichaam nodig heeft. Mensen met diabetes hebben dikwijls echter te veel cholesterol en andere vetten in het bloed. Dit vergroot de kans op hart- en vaatziekten. Het lichaam maakt zelf cholesterol onder invloed van vet, vooral verzadigd vet, uit de voeding. Hoe meer verzadigd vet in de voeding, des te groter de kans op een verhoogd cholesterolgehalte in het bloed. Ook van roken staat vast dat het één van de belangrijkste risicofactoren is voor het krijgen van hart- en vaatziekten. Stoppen met roken is dus altijd de moeite waard, al is dat niet zo eenvoudig. Uw hart en bloedvaten zullen er profijt van hebben. Na ongeveer vijf jaar is er weinig verschil meer tussen iemand die gestopt is met roken en een nietroker bij de kans op het krijgen van hart- en vaatziekten. U kunt uw huisarts vragen u te helpen bij het stoppen met roken.
1.3 Doel van de (dieet)behandeling De (dieet)behandeling van uw diabetes is op vier zaken gericht: een zo normaal mogelijk glucosegehalte in het bloed een zo normaal mogelijk gehalte aan cholesterol en andere vetten in het bloed handhaven en/of bereiken van een goed lichaamsgewicht het voorkomen van late complicaties. Naast eventueel het gebruik van medicijnen en/of insuline is een goed samengestelde voeding belangrijk, waarbij u moet letten op: een goede verdeling van koolhydraten, passend bij de insulinetherapie/medicatie: Als u de koolhydraten goed verdeelt over de dag en avond is er een evenwicht tussen de hoeveelheid koolhydraten en de beschikbare insuline. een beperking van de hoeveelheid verzadigd en transvet: Hierdoor voorkomt u een sterke verhoging van het cholesterolgehalte van het bloed en verkleint u de kans op hart- en vaatziekten. In hoofdstuk 2 ‘Voedingsadviezen voor mensen met diabetes mellitus’, vindt u meer informatie over de voeding en de variatiemogelijkheden. Indien nodig zal de diëtist, in overleg met u, een voorbeeld dagmenu opstellen.
1.4 Gezonde leefstijl Eén van de belangrijkste leefregels voor iemand met diabetes mellitus is regelmaat. Regelmaat bevordert een goede glucosewaarde in uw bloed. Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Regelmaat in etenstijden Drie hoofdmaaltijden per dag vormen de basis voor een goede voeding. Eet niet te vaak iets tussendoor, maximaal 4 keer per dag. Als u tabletten (of alleen een dieet) gebruikt of 2 maal per dag een mengsel van insuline spuit, kan het belangrijk zijn dat u drie hoofdmaaltijden en drie tussenmaaltijden gebruikt. Diëtetiek | DIET-519 | 11 mei 2015 | pagina 3/7
De hoeveelheid koolhydraten kunnen het beste regelmatig verdeeld worden over de dag. Regelmaat in etenstijden bevordert een snelle en goede instelling van uw diabetes. Bij gebruik van een kortwerkende en/of langwerkende insuline bevordert het regelmatig en op tijd eten uw instelling. Het is met kortwerkende insuline mogelijk om eens een maaltijd over te slaan of wat extra te eten. U kunt leren met uw kortwerkende insuline bij te spuiten als u meer koolhydraten gaat eten of juist minder te spuiten als u minder koolhydraten gaat eten bij een maaltijd. Probeer voldoende tijd te nemen voor de maaltijden. Door langzaam te eten en goed te kauwen eet u bewuster. Hierdoor smaakt het eten beter en bent u eerder verzadigd.
Regelmaat in beweging Regelmatig actief bezig zijn heeft een gunstige invloed op uw gezondheid. Dit geldt voor iedereen, dus ook voor mensen met diabetes. Bewegen leidt niet alleen tot een betere conditie, sterkere spieren en botten en een verhoogde fitheid, maar vooral ook tot een betere insulinewerking. Tevens kan regelmatig bewegen helpen om uw glucose, bloeddruk, cholesterol en gewicht onder controle te krijgen. Het algemene advies voor ‘gezond bewegen’ is minstens een half uur per dag, op minstens 5 dagen per week. Dit mag regelmatig verdeeld worden over de dag, bijvoorbeeld 3 maal 10 minuten. Matig intensieve beweging is voldoende: stevig wandelen, fietsen, zwemmen, in de tuin werken of dansen. Probeer zoveel mogelijk de trap te nemen in plaats van de lift en de fiets in plaats van de auto. Begin rustig en bouw de inspanning en uw conditie langzaam op. Voor iedereen is er wel een geschikte sport of bewegingsvorm te vinden. Belangrijk is dat u een sport of bewegingsvorm kiest die u leuk vindt en die bij uw mogelijkheden past. ‘Gezond bewegen’ is goed voor u, maar als u wilt afvallen is méér nodig. In hoofdstuk 6 kunt u hierover meer lezen. Bent u er niet zeker van of u dergelijke inspanning aankunt? Overleg dan met uw behandelend arts.
Regelmaat in verzorging Het is belangrijk dat u uw huid, uw voeten en eventuele wondjes goed verzorgt. U kunt hierover advies vragen bij de diabetesverpleegkundige en bij een gespecialiseerd pedicure of podotherapeut.
Regelmaat in controle Met uw behandelend arts en/ of diabetesverpleegkundige kunt u bespreken hoe u uw bloed het beste kunt laten controleren. Het is gebruikelijk dat 1 x per jaar uw bloed uitgebreider wordt gecontroleerd. Behalve de glucose wordt dan ook o.a. het cholesterolgehalte gecontroleerd. Daarnaast is het van belang dat éénmaal per jaar, of éénmaal per 2 jaar een oogarts uw ogen controleert. Meestal wordt niet alleen uw glucose bepaald, maar tevens het HbA1c. Dit is een bepaling die de arts inzicht geeft over het effect van de behandeling. Het glucosegehalte meten is altijd een moment opname. De HbA1c-bepaling geeft een gemiddelde aan van uw glucosegehalte in de afgelopen 6-8 weken. Het geeft aan of de totale instelling goed of onvoldoende is.
Diëtetiek | DIET-519 | 11 mei 2015 | pagina 4/7
1.5 Het belang van een goed gewicht Een groot deel van de mensen met diabetes heeft te kampen met overgewicht. Overgewicht, en ook het hebben van diabetes, verhoogt het risico op het krijgen van harten vaatziekten. Met behulp van de middelomtrek en/of de Body Mass Index (BMI) kan op eenvoudige wijze worden nagegaan of uw lichaamsgewicht gezond is. Hieronder wordt uitgelegd hoe u de middelomtrek en BMI kunt bepalen.
Middelomtrek Bij personen die dezelfde Body Mass Index (BMI) hebben, kan de hoeveelheid vet in de buikholte aanzienlijk verschillen, en daarmee het risico voor de gezondheid. De middelomtrek is een maat voor de hoeveelheid vet in de buikholte. De middelomtrek is onafhankelijk van de lengte maar hangt nauw samen met de BMI en het totale gehalte aan lichaamsvet. Het meten: De middelomtrek wordt gemeten op het smalste deel van het middel tussen de onderste rib en de bovenkant van het heupbeen. De meting is erop gericht om mensen met een BMI boven de 30 en met een BMI tussen de 25-30 en een ongunstige vetverdeling te achterhalen. Onderstaande indeling geldt voor volwassenen van 18 tot ongeveer 60 jaar. Voor sommige groepen, zoals Aziaten en Hindoestanen, gelden andere grenswaarden. Dat heeft te maken met een andere lichaamsbouw. Over deze grenswaarden is nog discussie. Duidelijk is wel dat bij deze bevolkingsgroepen al bij lagere waarden sprake is van een verhoogd risico.
Is de middelomtrek bij mannen kleiner dan 79 cm? Dan is sprake van ondergewicht. Bij vrouwen is dat het geval bij een middelomtrek kleiner dan 68 cm. Deze waarden corresponderen met een BMI van <18,5.
Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Figuur 1: de middelomtrek
Diëtetiek | DIET-519 | 11 mei 2015 | pagina 5/7
Middelomtrek (in cm) mannen <94
Beoordeling en advies vrouwen <80
94-102
80-88
102 en hoger
88 en hoger
probeer op gewicht te blijven (geen verhoogd risico) blijf op gewicht (nog geen verhoogd risico, maar de gevarenzone komt in beeld) probeer af te vallen (verhoogd risico)
Body Mass Index De Body Mass Index (BMI) wordt berekend met behulp van uw lengte en gewicht: deel het gewicht in kilogrammen door het kwadraat van de lengte in meters (kg/m2). Bijvoorbeeld: een volwassene die 70 kilo weegt en 1,75 m lang is heeft een BMI van 22.9. (70(kg)/1.75 (m2) = 22.9
Beoordeling BMI BMI (kg/m2) < 18,5 18,5 - 25
Beoordeling en advies Ondergewicht Een gezond gewicht, houden zo
25 - 30
Iets te zwaar
30 - 40
Te zwaar, risico’s voor je gezondheid
> 40
Veel te zwaar, duidelijk verhoogd risico op ziekten
Figuur 2: Deze informatie is ook te vinden op www.voedingscentrum.nl
Diëtetiek | DIET-519 | 11 mei 2015 | pagina 6/7
Het is de moeite waard om serieus te proberen uw gewicht te verminderen als u te zwaar bent. 5-15% gewichtsverlies levert al veel gezondheidswinst op! Hierdoor daalt het bloedglucosegehalte en meestal ook het cholesterolgehalte en de bloeddruk. Bespreek met uw diëtist hoe u uw voeding het beste kunt aanpassen. U krijgt van de diëtist een afgestemd advies en begeleiding bij het afvallen. Vermageringspillen, -poeders, en -kuren hebben als belangrijkste nadeel dat zij uw eetgewoontes niet verbeteren. Zodra u stopt vliegen de pondjes er weer aan. Helaas: dé gemakkelijkste wonderkuur bestaat niet.
Patiënteninformatie wordt met de grootste zorg samengesteld. Het betreft algemene informatie. U kunt aan deze uitgave geen rechten ontlenen. © Gelre ziekenhuizen www.gelreziekenhuizen.nl
Hoofdstuk 1 van Patiënten Informatie Map Diabetes Mellitus en voeding (2014) Gelre ziekenhuizen Apeldoorn & Verian Diëtetiek | DIET-519 | 11 mei 2015 | pagina 7/7