Geloven,
wat is dat eigenlijk? Denk mee over acht grote vragen
pagina
Hoe is de wereld ontstaan?
pagina
Waarom bestaat de mens?
pagina
Wat is geloven?
10
26
42
pagina
58
Wie is God?
pagina
Waarom heeft niet iedereen hetzelfde geloof?
pagina
Waarom bidden we?
pagina
Bestaat de duivel?
pagina
Wat komt er na de dood?
74
90
106
122
Een enorme knal! Wetenschappers proberen door goed te kijken en berekeningen te maken, te begrijpen hoe dingen in de wereld werken. Dit is hun antwoord op de vraag hoe de wereld is ontstaan.
Een explosief begin! Ongeveer 15 miljard jaar geleden zat het hele universum opgesloten in een heel heet bolletje licht vol energie. Dat ‘erwtje’ begon te groeien, we weten niet precies waarom, en het werd nog heter, wel 1 miljard graden. En toen ontplofte het! Dat noemen we de ‘big bang’, Engels voor ‘grote knal’.
14
Er is een ster geboren
De beweging gaat door
Drie minuten na de big bang hadden zich al de eerste stukken materie gevormd. Langzaam maar zeker plakten groepen atomen aan elkaar. Uiteindelijk werden dat melkwegstelsels, sterren en planeten.
Het heelal blijft maar groeien. Nog steeds bewegen melkwegstelsels zich van elkaar vandaan. De planeten worden nog altijd uit elkaar geduwd door de kracht van die kolossale ontploffing. Ongelofelijk hè?!
We zijn nog heel jong! Verdwaal je in al die miljarden jaren? Stel je dan voor dat het grote avontuur van het heelal één jaar duurde. Dan is dit de kalender van dat jaar:
Als de big bang op 1 januari zou vallen, dan zag het jaar er zo uit : januari 1 januari big bang 1 januari, 0.03 uur stukken materie gevormd 24 januari de eerste melkwegstelsels februari maart april mei juni juli augustus september 11 september de aarde ontstaat oktober november december er zit zuurstof in de atmosfeer van de aarde 24 december de eerste dieren kruipen vanuit de zee het land op en gaan daar leven 29 december er leven dinosauriërs op aarde 30 december de dinosauriërs sterven uit 31 december, 14.00 uur de eerste mens 31 december, 15.00 uur de Alpen ontstaan 31 december, 23.59 uur en 59 seconden begin van onze jaartelling 15
Zeven dagen om alles te maken Al duizenden jaren vertellen gelovige mensen elkaar een mooi verhaal over de geboorte van de wereld. Een verhaal waarin God in zeven dagen de wereld maakt. Dat noemen zij de ‘schepping’.
In het begin was de aarde onbewoonbaar en leeg. Alleen maar duisternis, een onpeilbaar diepe oceaan en de adem van God die het water liet rimpelen. Op een ochtend zegt God: ‘Licht.’ En plotseling wordt het van donker licht. God ziet hoe fijn het licht is. Hij noemt het licht ‘dag’ en het donker ‘nacht’.
Op de tweede dag maakt God een koepel om het water te scheiden in water erboven en water eronder. Die koepel noemt Hij ‘hemel’.
Dat is de eerste dag van de wereld.
16
Dat is de tweede dag.
Als het op de derde dag licht wordt, zegt God tegen het water onder de koepel: ‘Kom maar hier.’ En die plek noemt Hij ‘zee’. De rest, dat wordt het ‘land’. Wat mooi! Dan zegt Hij: ‘Kom maar uit de grond, planten en bomen, en laat maar vruchten groeien.’
Dat is de derde dag.
Daarna zet God twee lichten aan de hemel, een voor overdag en een voor ’s nachts. Het grote licht, de ‘zon’, gaat zorgen voor het licht overdag. Het kleine licht, de ‘maan’, zal ’s nachts aan de hemel verschijnen om het donker te verlichten. De zon en de maan geven voortaan het ritme aan: dagen en jaren. Ze wijzen ook feestdagen aan. Tevreden bekijkt God zijn werk, de zon gaat onder.
Dat is de vierde dag.
17
Dan maakt God de dieren: vogels in de lucht, monsters in het water van de zee. En Hij zegt tegen hen: ‘Krijg maar kleintjes, er is ruimte genoeg in zee en op het land.
Dat is de vijfde dag.
Op de zesde dag maakt God nog meer dieren, kleine en grote, reusachtige en piepkleine. Dan zegt Hij bij zichzelf: ‘Ik ga een man en een vrouw maken die op mij lijken, dan kunnen die samen een beetje op al dat leven letten.’ Hij zegt tegen hen: ‘Julie mogen van alle groente en fruit eten. Samen met de dieren, of ze nu veren, een vachtje of schubben hebben.’ En dan is het klaar, en het is prachtig.
Dat is de zesde dag.
18
Op de zevende dag is God klaar met zijn werk: de hemel, de aarde, de dieren en de mensen, ze zijn helemaal af. Dus geeft Hij zichzelf vrij en rust uit.
Naar Genesis 1,1-2,4.
Het is goed.
19
Een onzichtbare God Als je God zoekt, wil je Hem niet ‘zien’, maar voelen dat Hij bij je is. Dat ‘bij je zijn’ is niet makkelijk in woorden te vangen! Daarom gebruiken mensen die God ontmoet hebben beelden om over Hem te spreken… ook al weten ze dat die beelden steeds maar een stukje van het verhaal vertellen.
De adem van de wind In de Bijbel lijkt de adem van de wind een beetje op de adem van God. Je voelt hem op je huid en hij blaast zeilen bol, maar je ziet hem niet. De adem van God is geen orkaan. Hij lijkt, voor wie hem opmerken, op het gefluister van een briesje.
68
De donder Sommige mensen dachten God te herkennen in de donder, de bliksem en in hoosbuien. Dat geweld uit de hemel was voor hen een bewijs van de macht van God.
Licht
Vuur Sommige mensen gebruiken vuur als beeld om over God te praten. Een vuur dat ’s nachts brandt en je geruststelt, dat je verwarmt als het koud is. Vuur kan ieders leven verlichten, niet overweldigend of verblindend, maar onopvallend. Het nestelt zich in je hart als een zachte gloed. En vuur kun je ook niet aanraken of pakken, net als God!
Veel gelovige mensen praten ook over God als over een licht in hun hart dat hun de weg wijst door het leven. Het is soms moeilijk te zien, maar áls je het eenmaal een keer hebt gezien, vergeet je het niet meer.
Een rots Soms praten mensen over God als rots. Alles kan verdwijnen of kapot gaan, maar een rots blijft altijd staan, stevig en aanwezig. Je kunt er ook op steunen en erop uitrusten.
De stilte
Vaak zou je willen dat God hardop zou praten, dat Hij ons zou zeggen wat Hij wil! Maar juist in de stilte zul je God altijd vinden. De stilte is niet leeg: er klinkt een zachte maar heldere stem waarnaar je moet leren luisteren. 69
Onafscheidelijk! Mensen denken vaak dat de dood het tegenovergestelde van het leven is. Dat klopt toch niet helemaal… Waar het leven is, is ook de dood. Ze gaan altijd samen!
Voor iedereen geldt dezelfde wet Zo zit de natuur in elkaar: alles wat leeft, gaat op een dag dood. Deze wet van de natuur geldt voor planten, dieren en mensen. Je wordt geboren, je groeit op, je wordt langzaamaan ouder en dan ga je dood. Ouder worden is niet echt leuk, en dood gaan al helemaal niet, maar je kunt er niets aan veranderen.
Zo is het leven!
Hallo!
126
De wet van de natuur is hard, maar het is de wet!
Boe!!
Levens op maat Vlinders leven een paar dagen, of een paar maanden. Honden leven tussen de tien en de vijftien jaar. Mensen worden soms wel honderd. Bomen leven veel langer, er zijn eiken die wel duizend jaar oud zijn. De verschillende soorten levende wezens hebben allemaal een andere levensduur.
! Nu al?
Ongelukken onderweg De meeste mensen leven hun leven tot het einde en gaan dan dood van ouderdom. Hun lijf raakt meer en meer vermoeid en dooft uiteindelijk uit. Jammer genoeg gebeuren er soms ongelukken, of worden mensen ziek: dan stopt het leven eerder en onverwachter.
Ben je dood?
Tja, zo is het leven…
Je lijf dooft uit Als iemand dood gaat, werkt zijn lijf niet meer. Hij ademt niet meer, hij beweegt niet meer, hij voelt niets meer, hij denkt niet meer. Er is geen leven meer in zijn lichaam, dat nu uit elkaar gaat vallen tot er alleen nog maar stof van over is.
Tot ziens!
127
