Wat heeft de wijkverpleegkundige nodig van de wijk?
Randvoorwaarden om integraal te kunnen werken
Gezondheid in beweging Maasbree, 20 december 2012
In opdracht van
II
Inhoudsopgave INLEIDING
1
1.
2
EEN GESPREKSMODEL: WERKWIJZE EN INHOUD
1.1. WERKWIJZE VERKENNENDE STUDIE 1.2. HET GESPREKSMODEL: DRIE PIJLERS, ACTIVITEITEN, RANDVOORWAARDEN
2 2
2.
6
IN GESPREK OVER HET MODEL: BEVINDINGEN
2.1. GEBRUIK VAN HET GESPREKSMODEL 2.2. BELANGRIJKSTE RANDVOORWAARDEN IN DE WIJK 2.2.1. BEVINDINGEN UIT GESPREKKEN MET PROJECTLEIDERS 2.2.2. BEVINDINGEN UIT GROEPSGESPREKKEN MET WIJKVERPLEEGKUNDIGEN 2.2.3. BEVINDINGEN UIT GESPREKKEN MET PROFESSIONALS IN DE WIJK 2.3. AANWEZIGHEID EN ORGANISATIE VAN RANDVOORWAARDEN IN DE WIJK 3.
SAMENVATTEND BEELD EN TOEKOMSTRICHTING
6 6 6 8 10 12 14
3.1. SAMENVATTEND BEELD OVER WAT DE WIJKVERPLEEGKUNDIGE VAN DE WIJK NODIG HEEFT 3.2. VERDER MET RANDVOORWAARDEN IN DE WIJK: EEN TOEKOMSTRICHTING
14 15
GERAADPLEEGDE LITERATUUR
17
BIJLAGEN
18
Bijlage 1. Geraadpleegde experts en betrokken respondenten Bijlage 2. Gesprekschema’ s Bijlage 3. Samenvattend overzicht belangrijkste randvoorwaarden in de wijk
19 20 23
III
IV
Inleiding In 2009 ging, in opdracht van de ministeries BZK en VWS, het landelijk programma ‘ Zichtbare schakel. De wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt’bij ZonMw van start. Het programma omvat 96 uitvoeringsprojecten in het land en eindigt 31 december 2012.Na deze datum worden de middelen gedecentraliseerd naar het gemeentelijk niveau. In het programma werden tevens diverse ontwikkelings-, ondersteunings- en onderzoeksprojecten, waar deze studie er een van is, gesubsidieerd. De uitvoeringsprojecten richten zich op de extra inzet van wijkverpleegkundigen en de verbreding van haar functie in voornamelijk achterstandswijken.1 De verbreding van de wijkverpleegkundige functie houdt in dat zij niet alleen geïndiceerde zorg verleent maar samenhangende en integrale zorg op het gebied van preventie, zorg, wonen en welzijn. Zichtbaar en gemakkelijk benaderbaar aanwezig zijn en handelend, coördinerend optreden in de wijk is daarmee voor de wijkverpleegkundige een natuurlijk gegeven (geworden). Om deze brede functie goed te vervullen heeft de wijkverpleegkundige verschillende dingen nodig. Die liggen op persoonlijk vlak; beroepscompetenties en vaardigheden, en op het vlak van de werkgever; regelruimte en tijd. Maar ook in de context van de wijk dienen zaken aanwezig, geregeld te zijn. Dit wijkperspectief is nog onderbelicht. ZonMw wil daarom, met het zicht op de borging van de brede wijkverpleegkundige functie, juist op dit punt meer inzicht verwerven. En heeft daarom een korte, verkennende studie laten verrichten door Gezondheid in beweging. De vraag die in deze studie centraal staat is: wat heeft de wijkverpleegkundige in een brede functie nodig van de wijk? Of anders gezegd, welke randvoorwaarden in de wijk zijn van belang om integraal te kunnen werken? Tijdens deze studie zag ook het expertisegebied wijkverpleegkundige, opgesteld door de beroepsgroep zelf, het licht. Het expertisegebied beschrijft de specifieke competenties die de wijkverpleegkundige nodig heeft in aanvulling op de basiscompetenties uit het beroepsprofiel van de verpleegkundige. Het omvat alle specifieke rollen en taken van de verpleegkundige in de maatschappelijke gezondheidszorg. Centraal in de beschrijving staat de verpleegkundige als zorgverlener. Andere bekwaamheden bijvoorbeeld als communicator, samenwerkingspartner of gezondheidsbevorderaar raken aan die centrale rol en krijgen er richting door. Deze verkennende studie spreekt ook over een brede functie van de wijkverpleegkundige. Deze is echter nog niet gebaseerd op het nieuwe expertisegebied wijkverpleegkundige maar op de inzet van de wijkverpleegkundige als Zichtbare schakel. De AWBZ geïndiceerde zorg maakt hier niet altijd deel van uit. Dit rapport doet verslag van de uitvoering en bevindingen van de verkennende studie. Het geeft inzicht in welke randvoorwaarden in de wijk voor het werk van de wijkverpleegkundige volgens relevante betrokkenen het belangrijkst worden gevonden en waarom. Het besteedt ook aandacht aan de aan- dan wel afwezigheid van deze randvoorwaarden en de organisatie ervan. Hoofdstuk 1 belicht de werkwijze van de verkennende studie en het model dat als basis voor de studie en leidraad voor de gesprekken diende. Hoofdstuk 2 presenteert de bevindingen uit de gevoerde gesprekken met projectleiders, wijkverpleegkundigen en professionals in de wijk. Het rapport sluit af met een samenvattend beeld op basis van de bevindingen en geeft een richting aan hoe verder te gaan met de bevindingen: voor ZonMw en het werkveld (hoofdstuk 3).
1
De wijkverpleegkundige wordt in dit rapport aangegeven met ‘ zij’en ‘ haar’ . Uiteraard kan er ook ‘ hij’en ‘ zijn’ worden gelezen.
1
1.
Een gespreksmodel: werkwijze en inhoud
De onderzoeker heeft op basis van ervaring, kennis van actuele documenten over de wijkverpleegkundige functie (zie literatuurlijst) en gesprekken met experts een model opgesteld. Hierin zijn drie pijlers opgenomen waar de brede wijkverpleegkundige functie op rust. Bij elke pijler zijn die activiteiten en randvoorwaarden in de wijk benoemd die de uitvoering van de brede functie tot zijn recht laten komen. Daarna is de onderzoeker over het model in gesprek gegaan. Het model is aan het einde van dit hoofdstuk opgenomen.
1.1. Werkwijze verkennende studie De vraag naar wat de wijkverpleegkundige van de wijk nodig heeft is stapsgewijs en in afstemming met ZonMw uitgewerkt. Voorafgaand aan de studie heeft de onderzoeker een globale schets gemaakt van een model waarin de kerntaken van de wijkverpleegkundige, haar activiteiten en de voor uitvoering benodigde randvoorwaarden in de wijk zijn opgenomen. Op basis van deze schets zijn met vier experts op het vakgebied van de wijkverpleegkundige gesprekken over het model gevoerd (zie bijlage 1) met als doel het model aan te scherpen. Hieruit ontstond een ‘ gespreksmodel’van de brede wijkverpleegkundige functie en wat daarvoor nodig is in de wijk, zie paragraaf 1.2. Het model is vervolgens besproken met in totaal achttien respondenten betrokken bij Zichtbare schakel-projecten. De onderzoeker sprak drie projectleiders in individuele gesprekken, dertien wijkverpleegkundigen in twee focusgroepen en twee professionals in de wijk in individuele gesprekken. Deze respondenten zijn benaderd op basis van geografische spreiding van de Zichtbare schakel-projecten, verschil in focus van het werk van de wijkverpleegkundige in de projecten en variatie in de thuisbasis van het project; bij een thuiszorgorganisatie, eerste lijn of anders. In totaal werden dertien Zichtbare schakel-projecten in de studie betrokken. In de gesprekken stond het model als zodanig niet ter discussie maar lag de nadruk op het nader verkennen, in kaart brengen en prioriteren van de in het model opgenomen randvoorwaarden. Welke randvoorwaarden zijn het belangrijkst, waarom, wat zijn de consequenties voor het werk van de wijkverpleegkundige indien ze niet aanwezig zijn, wie heeft een rol in de organisatie van de randvoorwaarden? Voor de gebruikte gespreksschema’ s, zie bijlage 2. De gesprekken zijn op band opgenomen en daarna samengevat ten bate van de analyse. Na analyse zijn tot slot een samenvattend beeld en een toekomstrichting met betrekking tot randvoorwaarden in de wijk geformuleerd en in deze rapportage verwerkt.
1.2. Het gespreksmodel: drie pijlers, activiteiten, randvoorwaarden De brede wijkverpleegkundige functie zoals die in de Zichtbare schakel-projecten is ingezet is globaal gebaseerd op drie belangrijke pijlers: 1. samenhangende zorg, 2. presentie in de wijk, en 3. preventie. Bij elk van de pijlers zijn activiteiten en randvoorwaarden in de wijk benoemd en in een gespreksmodel gezet. De drie pijlers worden hier onderscheiden maar hangen nauw met elkaar samen. Ze vormen samen één ondeelbare functie. Samenhangende zorg Samenhangende zorg is gericht op cliënten: wijkbewoners met een vraag op het gebied van gezondheid en zorg, of wonen en welzijn. Samenhangende zorg betekent zorg die ge-
2
richt is op de verschillende levensdomeinen van mensen: het lichamelijk, psychisch en sociaal functioneren. Het is ongedeelde zorg passend bij de vraag van de cliënt. De wijkverpleegkundige is in de buurt een spil in het verlenen van zorg bij mensen thuis en verbindt deze met wonen en welzijn. De wijkverpleegkundige, in deze studie werkzaam als Zichtbare schakel, werkt altijd samen met de cliënt aan verheldering van de vraag en zoekt naar concrete oplossingen voor De activiteiten van de wijkverpleegkundige samengevat de vaak meervoudige en complexe ü Vraagverheldering gezondheidsproblemen. Het bevorderen van de ü Bevorderen zelfredzaamheid ü Regelen zelfredzaamheid en zelfmanagement van ü Zorgcoördinatie cliënten staat daarin centraal. Ze adviseert, ü Begeleiding, monitoring treedt regelend en coördinerend op of houdt ü Advisering een vinger aan de pols om escalatie te ü Doorleiden naar, schakelen voorkomen. In dit (zorg)proces combineert en leidt de wijkverpleegkundige toe naar verschillende typen zorg (ook informele zorg) en disciplines in de lokale context van de cliënt. De wijkverpleegkundige geeft dus samenhangende zorg en maakt ‘ zorg’toegankelijk voor iedereen die dit nodig heeft. Dit vraagt om een aantal randvoorwaarden in de wijk. In het gespreksmodel zijn opgenomen: ü Organisatie van cliënten, patiëntenplatform dan wel bewonersorganisatie in de wijk ü Werkrelaties en –afspraken met professionals: huisarts, PoH, Thuiszorg, CIZ, maatschappelijk werk, ziekenhuis, schuldhulpverlening, ouderenwerk, GGZ, etc. ü Genoemde partners erkennen de wijkverpleegkundige als contactpersoon in cliëntsituaties en samenwerkingspartner in de hulpverlening aan cliënten ü Bereikbaarheid van andere professionals, voorzieningen, communicatie ü Kernteamoverleg (met beperkt aantal gezondheidszorgprofessionals) en ander overleg ü Sociale kaart; een overzicht van ‘ alle voorzieningen’in de wijk ü Voorzieningen, professionals, vrijwilligers zijn daadwerkelijk aanwezig ü Escalatiemogelijkheden voor ‘ probleem situaties’ ü Medewerking van de gemeente Presentie Presentie betekent dat de wijkverpleegkundige aanwezig is in de wijk: gemakkelijk benaderbaar en zichtbaar voor zowel wijkbewoners als voor professionals en lokale organisaties en initiatieven. Ze is onderdeel van de professionele en sociale netwerken in de wijk, maakt zich hierin kenbaar en participeert De activiteiten van de wijkverpleegkundige samengevat actief. Bijvoorbeeld door spreekuren te ü Laagdrempelig: benaderbaar en zichtbaar houden, ontmoetingsplekken in de wijk te ü Samenwerking: multidisciplinair en multisectoraal bezoeken en deel te nemen aan ü Participatie in wijknetwerken multidisciplinair en multisectoraal overleg. Laatstgenoemde overleggen zijn niet alleen casusgericht maar zijn (ook) wijkgericht; gericht op samenwerking in een integrale aanpak van problemen in de wijk. De randvoorwaarden die de presentie van de wijkverpleegkundige mogelijk maken zijn in het gespreksmodel als volgt weergegeven. ü De wijkverpleegkundige heeft een herkenbare (werk)plek in de wijk ü PR mogelijkheden zijn aanwezig, bijvoorbeeld een wijkkrant ü Contactpersonen van vrijwilligers-, bewonersorganisaties zijn bekend ü Er zijn ontmoetingsplekken voor wijkbewoners (georganiseerd, informeel) ü Er is de mogelijkheid tot spreekuren, vraagbaak zijn ü Multidisciplinair en multisectoraal overleg is aanwezig ü Erkenning van de rol van de wijkverpleegkundige door bewoners en professionals
3
Preventie Preventie is zowel gericht op de algemene bevolking, specifieke (risico)groepen daarbinnen of individuen. De focus ligt op gezondheidsrisico’ s. Individuele preventie is sterk verweven met het verlenen van zorg. Dit is een dagelijkse maar vaak niet benoemde activiteit. De De activiteiten van de wijkverpleegkundige samengevat wijkverpleegkundige signaleert, adviseert en ü Vroegtijdig signaleren en opsporen licht voor. In de Zichtbare schakel-projecten ü Screenen verwerft ze echter opnieuw een positie en rol ü Zelf interveniëren in de bevordering van een gezonde buurt. Ze ü Initiëren of partner zijn kan een taak hebben in opsporing, screening ü Doorleiden naar preventief aanbod en interventies voor groepen met een gezondheidsrisico. Met andere woorden, de wijkverpleegkundige ontwikkelt een kijk op de wijk en brengt gezondheidsbedreigende signalen onder de aandacht bij overleggen in de wijk. Ze kan in samenwerking met andere werkers en initiatieven in de wijk preventieve activiteiten initiëren, organiseren of er mensen naar toe leiden zoals naar interventies in de GGZ en publieke gezondheidszorg. In het gespreksmodel zijn de volgende randvoorwaarden met betrekking tot preventie benoemd. ü De wijkverpleegkundige is een erkende partner in preventie ü Data zijn voorhanden: over de volksgezondheid, veiligheid, sociale omgeving ü Samenwerkingspartners hebben een gedeeld belang bij de aanpak van gezondheidsproblemen in de wijk, bij populatiegericht werken ü Er is een lokaal aanbod van preventieve interventies voorhanden ü Leiders of sleutelfiguren in de wijk dienen als ingang om de doelgroep te bereiken en te motiveren ü Samenwerking met gemeente (o.a. GGD)
4
GESPREKSMODEL Tabel 1. Brede wijkverpleegkundige functie en randvoorwaarden in de wijk
BREDE WIJKVERPLEEGKUNDIGE FUNCTIE
CLIËNTEN
PIJLER
SAMENHANGENDE ZORG
ACTIVITEIT § § § § § § §
Vraagverheldering Bevorderen zelfredzaamheid Regelen Zorgcoördinatie Begeleiding, monitoring Advisering Doorleiden naar, schakelen
WIJK, GROEP, INDIVIDU
WIJK
Meervoudige gezondheidsproblemen
PRESENTIE
PREVENTIE
§ Laagdrempelig: benaderbaar en zichtbaar § Samenwerking: multidisciplinair en multisectoraal § Participatie in wijknetwerken
§ § § § §
Vroegtijdig signaleren en opsporen Screenen Zelf interveniëren Initiëren of partner zijn Doorleiden naar preventief aanbod
RANDVOORWAARDE WIJK § Organisatie van cliënten § Werkrelaties en -afspraken: huisarts, PoH, Thuiszorg, CIZ, maatschappelijk werk, ziekenhuis, schuldhulpverlening, GGZ, etc § Genoemde partners erkennen WV als contactpersoon en samenwerkingspartner § Bereikbaarheid andere professionals, voorzieningen (communicatie) § Kernteamoverleg en ander overleg § Sociale kaart (overzicht ‘alle’ voorzieningen) aanwezig § Voorzieningen, professionals, vrijwilligers aanwezig § Escalatiemogelijkheden voor ‘probleem situaties’ § Medewerking gemeente § § § § § § §
Herkenbare (werk)plek in de wijk Contactpersonen: vrijwilligers-, bewonersorganisaties Ontmoetingsplekken wijkbewoners (georganiseerd, informeel) Spreekuren, vraagbaak Multidisciplinair en multisectoraal overleg Erkenning rol wijkverpleegkundige PR mogelijkheden (wijkkrantje e.d)
§ WV erkende partner in preventie § Data voorhanden: volksgezondheid, veiligheid, sociale omgeving § Samenwerkingspartners: gedeeld belang bij de aanpak van gezondheidsproblemen in de wijk, bij populatiegericht werken § Lokaal aanbod preventieve interventies § Leiders (van doelgroepen) als ingang § Samenwerking met gemeente (o.a. GGD)
Gezondheidsrisico’s
5
2.
In gesprek over het model: bevindingen
In elk gesprek, met projectleiders, wijkverpleegkundigen en professionals in de wijk die betrokken zijn bij Zichtbare schakel-projecten, lag het gespreksmodel op tafel. Voordat naar het belang van de randvoorwaarden in de wijk werd gevraagd is kort gesproken over de context van het betrokken Zichtbare schakel-project en het model; op welke pijler de focus voor de respondent in dit model ligt. Dit hoofdstuk gaat kort in op het gebruik van het model en uitgebreid op de betekenis van de als belangrijk aangegeven randvoorwaarden in het model.
2.1. Gebruik van het gespreksmodel Het model zoals in hoofdstuk 1 uiteengezet, is in elk gesprek geïntroduceerd en gepresenteerd als een vereenvoudigde weergave van het werk van de wijkverpleegkundige en als een middel om het gesprek met elkaar te structureren. Het model is door de respondenten positief ontvangen. In het algemeen werd aangegeven dat het model het werk van de wijkverpleegkundige en het typerende van de functie goed weergeeft. Ook waren de randvoorwaarden helder. Enkele respondenten hebben gedurende het gesprek een suggestie ter aanvulling of aanscherping van de randvoorwaarden gedaan maar de basis van het model werd breed gedragen. De primaire focus van het werk van de wijkverpleegkundige in het model lag voor het merendeel van de respondenten op samenhangende zorg. De verbinding met presentie werd daarbij meestal direct gelegd. Door het geven van zorg wordt de wijkverpleegkundige bekend in de wijk en andersom, door zichtbaar aanwezig (bekend) te zijn in de wijk komen wijkbewoners en professionals met een (zorg)vraag bij haar. Focus in het model … ligt op zorg, daar ben ik het meeste mee bezig. Ja, maar het is een combinatie met presentie voor mij hoor. … ik ben toch wel gericht op die presentie. Presentie is vaak de ingang. Ik zit in een verzorgingshuis en daar komen best regelmatig mensen binnen lopen. Dan is het fijn dat ik daar zo laagdrempelig zit met de deur open. En dan ga je naar zorg: coördinatie, regelen. … het begint bij presentie om vervolgens samenhangende zorg te kunnen geven. Citaat uit focusgroep met wijkverpleegkundigen
2.2. Belangrijkste randvoorwaarden in de wijk De bevindingen uit de gesprekken over het belang en de betekenis van randvoorwaarden in de wijk die nodig zijn om integraal te kunnen werken zijn weergegeven voor projectleiders, wijkverpleegkundigen en professionals die betrokken zijn bij de Zichtbare schakelprojecten. Bijlage 3 geeft per respondentengroep een samenvattend overzicht van de als belangrijkst benoemde randvoorwaarden.
2.2.1. Bevindingen uit gesprekken met projectleiders De focus in het model ligt voor de drie projectleiders op samenhangende zorg en preventie. Op preventie omdat één van de drie hier betrokken projecten hoofdzakelijk is gebaseerd op opsporen en screenen van kwetsbare ouderen. Samenhangende zorg De drie projectleiders noemen met betrekking tot samenhangende zorg werkrelaties en – afspraken met andere disciplines (in combinatie met kernteamoverleg en bereikbaarheid) en de sociale kaart van de wijk unaniem als belangrijke randvoorwaarden. Zij merken op dat het vooral gaat om elkaar persoonlijk kennen. En om de erkenning van de wijkver-
6
pleegkundige in haar rol en taken die ze vervult in de zorg voor mensen met een vraag, probleem. Ook de aanwezigheid van voorzieningen, professionals en vrijwilligers worden genoemd als belangrijk. Als deze randvoorwaarden niet aanwezig zijn dan heeft dat volgens de projectleiders direct negatieve consequenties voor het werk van de wijkverpleegkundige in de zin van: ü juiste oplossingen voor het vraagstuk van de cliënt blijven buiten bereik ü ze kan niet doorschakelen en krijgt geen cliënten van andere professionals doorverwezen ü de organisatie en coördinatie van zorg is moeilijk ü de afstemming tussen professionals is gebrekkig; er moet extra communicatie plaatsvinden die meestal inefficiënt is ü werkafspraken zijn alleen te maken als het lokaal aanbod op orde is Goede en persoonlijke werkrelaties maken de samenwerking soepel. Als je de erkenning hebt worden klanten goed doorgeleid. Het duurde ook even voordat de huisartsen gingen doorverwijzen. Wat kan die wijkverpleegkundige voor ons doen, heb ik er wat aan want ik heb toch mijn praktijkondersteuner. Citaten van projectleiders De wijkverpleegkundige die alleen in de AWBZ geïndiceerde zorg werkt heeft minder van de wijk nodig dan de wijkverpleegkundige in een brede functie. Daarin is bijvoorbeeld geen tijd om deel te nemen aan overlegtafels in de wijk. Er zijn wel randvoorwaarden nodig met betrekking tot de organisatie van deze doelgerichte zorg en samenwerking met ander disciplines in cliëntsituaties. “ Je kunt kwetsbaarheid van mensen echter niet oplossen in de AWBZ zorg” . Presentie Over het belang van randvoorwaarden in de wijk met betrekking tot presentie zijn de projectleiders minder unaniem. De aanwezigheid van PR mogelijkheden wordt door alle drie belangrijk gevonden. Dit is vooral van belang om de wijkverpleegkundige en haar activiteiten bekend te maken. Verder worden een herkenbare plek in de wijk, contactpersonen en het multidisciplinair- en multisectoraal overleg als belangrijke randvoorwaarden genoemd. Deze zijn vooral van belang om de zichtbaarheid en toegankelijkheid van de wijkverpleegkundige te bevorderen. Door te kunnen participeren in multidisciplinair- en multisectoraal overleg kan de wijkverpleegkundige de ‘ leefwereld’van andere sectoren leren kennen, cases bespreken of gevraagd worden als casemanager, gezondheidsproblemen in de wijk, hiaten in de zorg of maatschappelijke voorzieningen op tafel brengen en in samenwerking bijdragen aan oplossingen. Door actief te participeren krijgt de wijkverpleegkundige erkenning voor haar rol in de wijk en zal ze ingeschakeld worden in cliëntsituaties. Preventie Het Zichtbare schakel-project in Enschede heeft preventie als primaire focus: de opsporing en screening van ouderen op kwetsbaarheid. De uitkomsten van screening worden direct verbonden met het vroegtijdig bieden van samenhangende zorg en organiseren van maatschappelijke voorzieningen, om zo ernstige probleemsituaties te voorkomen. Hierin wordt nauw samengewerkt met de huisarts en PoH en het welzijnswerk, de wijkagent en gemeente. Indien deze samenwerking met professionals en voorzieningen afwezig of gebrekkig is dan beperkt het werk van de wijkverpleegkundige zich tot signaleren. De wijkverpleegkundige is, zo constateren de andere respondenten, in preventie nog niet erg goed thuis. Ze voert zelf nauwelijks preventieve interventies uit (tenzij op individueel
7
cliëntniveau) en ze is niet gewend signalen uit cliëntsituaties op wijkniveau te vertalen. Met betrekking tot preventie benoemen de drie respondenten de aanwezigheid van een lokaal integraal aanbod aan (effectief bewezen) preventieve interventies en de samenwerking met de gemeente als belangrijke randvoorwaarden. Als deze randvoorwaarden niet aanwezig zijn dan is screening zinloos en loopt de wijkverpleegkundige vast in organisatie, uitvoering van en toeleiding naar preventieve interventies. De wijkbewoner krijgt geen passend antwoord op zijn vraag of dreigend (gezondheids)probleem. Verder worden de aanwezigheid van data over de wijk, een gedeeld belang van samenwerkingspartners bij de aanpak van gezondheidsproblemen en de erkenning van de wijkverpleegkundige als partner in preventie genoemd. Bij het ontbreken van deze randvoorwaarden blijven data ongebruikt en ontbreekt uiteindelijk de wijkanalyse. De wijkverpleegkundige blijft bij de ontwikkeling van een wijkaanpak dan buiten beeld. Op het platteland zijn in tegenstelling tot de stad minder voorzieningen en professionals aanwezig. Dit vraagt om een andere organisatie van de zorg, bijvoorbeeld in een dorpsgezondheidscentrum met een aantal kerndisciplines en in deeltijd aanwezigheid van andere voorzieningen. De zelfredzaamheid van mensen is er groter en er spelen vaak andere problemen.
2.2.2. Bevindingen uit groepsgesprekken met wijkverpleegkundigen De wijkverpleegkundigen zeggen dat de focus in het model op elk van de pijlers kan liggen. Samenhangende zorg en presentie hangen in ieder geval nauw met elkaar samen. Door aanwezig en zichtbaar te zijn in het wijknetwerk komt ze bij mensen met een vraag. Maar ook andersom, vanuit het geven van samenhangende zorg bij mensen thuis laat de wijkverpleegkundige zich als professional zien en wordt ze zichtbaar in de wijk. En ook met preventie kan de wijkverpleegkundige zich presenteren in de wijk en komen mensen met vragen bij haar. Toch ligt het startpunt voor de meeste wijkverpleegkundigen bij de cliënt. Samenhangende zorg Met betrekking tot samenhangende zorg vinden wijkverpleegkundigen de aanwezigheid van werkrelaties en –afspraken met andere professionals unaniem de belangrijkste randvoorwaarde. Daarna komt de aanwezigheid van een sociale kaart en vervolgens de bereikbaarheid van professionals en voorzieningen, en de erkenning van de wijkverpleegkundige als contactpersoon en samenwerkingspartner. Zonder werkrelaties kan je niet veel doen; “ je hebt ze nodig om samen de cliënt verder te helpen” . Vanuit de werkrelaties krijgt de wijkverpleegkundige cliënten aangereikt en kan ze laten zien wat ze waard is. Het zorgt voor erkenning van de brede functie van de wijkverpleegkundige. In onze achterstandswijk zijn heel veel voorzieningen en projecten. Maar zonder samenwerkingrelaties om te verbinden loopt het niet voor de cliënt. Citaat uit focusgroep met wijkverpleegkundigen De sociale kaart is van belang omdat het inzicht geeft in wie wat doet in de wijk en is een hulpmiddel om de cliënt door te leiden. Het is ook een hulpmiddel om de ander (professional, vrijwilliger, organisaties en projecten) op te zoeken, te leren kennen, werkrelaties te bouwen. Tot slot leert het de wijkverpleegkundige anders naar ketenpartners en de wijk te kijken. De sociale kaart leeft; gaat over personen en verandert voortdurend en mag daarom niet beschouwd worden als een statisch stuk papier of boekje. Erkenning van de wijkverpleegkundige is nodig om de regiefunctie in een casus te mogen nemen; anders kan de wijkverpleegkundige niets regelen voor de cliënt. Het zorgt er ook 8
voor dat de wijkverpleegkundige met haar vragen en signalen snel toegang krijgt tot andere professionals (voorzieningen) en deze kan op basis van haar advies acties inzetten voor de cliënt, bijvoorbeeld de WMO-consulent. Dit demonstreert ook het belang van de onderlinge bereikbaarheid. Presentie Met betrekking tot presentie in de wijk is het belang over meerdere randvoorwaarden verdeeld. Meest genoemd zijn echter de aanwezigheid van multidisciplinair- en multisectoraal overleg en de erkenning van de rol van de wijkverpleegkundige voor de wijk. Daarna komt het hebben van een herkenbare (werk)plek. Kunnen participeren in multidisciplinair en multisectoraal overleg is volgens de wijkverpleegkundigen van belang omdat ze zich aan andere werkers in de wijk kan laten zien, kan laten zien wat ze waard is. Voor de een betekent dit deelnemen aan casusbesprekingen, voor de ander hoeft dit niet per se; je bent aanwezig en spreekt ook over casusoverstijgende problemen in de wijk en hoe die samen aan te pakken. Minimaal is elkaar(s werk) te leren kennen. Het heeft zoals hiervoor al aangegeven ook te maken met erkenning van de rol van de wijkverpleegkundige. Erkenning van het nu verbrede stuk van het werk van de wijkverpleegkundige is essentieel om met anderen samen te kunnen werken. Als je erkend wordt in je beroep, je vak dat je uitoefent dat is voor mijn gevoel essentieel om met anderen samen te werken. Je gaat duidelijk je professie neerzetten. De erkenning van de huisarts van jou als wijkverpleegkundige heeft een waarde: jou heb ik nodig, jij bent mijn oren en ogen. Dan kan ik een hele hoop. Dan kan ik gemakkelijker binnenkomen als wijkverpleegkundige, dan kan ik een ingang vinden bij mensen thuis. Dat heeft invloed op mijn zichtbaarheid en toegankelijkheid in een wijk. Met name dat stuk heeft meerwaarde. Het feit dat je komt wassen, een injectie geeft en wonden verzorgt, dat is wel bekend bij iedereen. Maar juist het extra stuk dat we nu als zichtbare schakel hopen neer te zetten dat is nog een beetje een punt. Wat is dat nou precies, wat zijn die extra dingen. Je kan het uitleggen bijvoorbeeld bij een echtpaar met een dementerende vrouw. Je geeft ondersteuning aan de mantelzorger en aandacht aan de problemen die erbij komen kijken. Ik werk veel met overleg in de wijk en daar wordt de wijkverpleegkundige vaak gezien als de was-mevrouw en prik-mevrouw. En nu je veel met die professionals samenwerkt zeggen ze oh doen jullie dat ook allemaal, dat wist ik niet. Die erkenning maakt het ook heel gemakkelijk dat je aan elkaar doorverwijst waar je eigen deskundigheid ophoudt. Citaat uit focusgroep met wijkverpleegkundigen Als die erkenning er niet is kampt de wijkverpleegkundige met een verouderd beeld van anderen over haar werk; de wijkverpleegkundige die persoonlijke verzorging thuis geeft. Hoewel dit voor wijkbewoners vaak de opmaat is tot het te berde brengen van andere problemen verhindert dit beeld het vroegtijdig kunnen acteren van de wijkverpleegkundige om zwaardere zorg te voorkomen. Is erkenning afwezig en is er ook geen plek in wijknetwerken dan zorgt dit voor frustratie en apathie bij de wijkverpleegkundige. Een herkenbare (werk)plek in de wijk bijvoorbeeld in een buurtcentrum, verzorgingshuis of gezondheidscentrum doet veel om gezien en gekend te worden bij wijkbewoners en andere werkers in de wijk. Het vergemakkelijkt het contact en overleg omdat men gemakkelijk binnen kan lopen. Ook niet zo voor de hand liggende werkers in de wijk, zoals een kapper kunnen mensen dan gemakkelijk naar de wijkverpleegkundige doorverwijzen. Met gebruikmaking van borden en logo’ s kan een herkenbare plek een goed PR middel zijn. Preventie De wijkverpleegkundigen geven aan dat in de huidige werkzaamheden in de Zichtbare schakel-projecten preventie nog op het tweede plan komt omdat ze gestart zijn met de
9
grootste knelpunten: gezondheidsproblemen op cliëntniveau. Wijkverpleegkundigen houden zich het meest bezig met individuele preventie bij cliënten. Dit gaat op eigen initiatief en inzicht. Groepsvoorlichting en gezondheidsactiviteiten in de wijk komen in mindere mate aan bod. Met betrekking tot preventie worden als belangrijkste randvoorwaarden benoemd: samenwerkingspartners (het gedeeld belang bij de aanpak van gezondheidsproblemen in de wijk) en beschikbare data over de wijk. Als de wijkverpleegkundige in preventie niet kan samenwerken met anderen, in bijvoorbeeld de aanpak van overgewicht, is ze verloren. Ook het lokaal aanbod van preventieve interventies krijgt aandacht. De wijkverpleegkundigen vinden het belangrijk signalen die ze opmerken in cliëntsituaties zoals eenzaamheid bij ouderen, met anderen die ook naar de wijk kijken overstijgend te bespreken en vervolgens aan te pakken. In de aanpak levert iedereen dan een bijdrage. De combinatie van expertises maakt de aanpak namelijk krachtig. De wijkverpleegkundige leidt soms ook toe naar een interventie die anderen uitvoeren en andersom. “ Als er geen samenwerkingspartners in preventie zijn strandt het proces bij signalering” . Data helpen volgens de wijkverpleegkundigen in bovengenoemd proces om met elkaar (professionals en wijkbewoners) naar de wijk te kijken en te bepalen welk probleem aangepakt wordt. Data liggen aan de basis van wijkanalyses en –plannen, deze ontstaan anders moeizaam. Over het algemeen zijn de data ruim voorhanden. Samenwerking met de gemeente(lijke) diensten ligt hier voor de hand. Het lokaal aanbod dient volgens de wijkverpleegkundigen altijd maatwerk te zijn om de goede aansluiting bij de doelgroep en gezondheidsprobleem te maken. Een lokaal aanbod is vaak wel aanwezig maar niet adequaat. De wijkverpleegkundige kan zelf een interventie organiseren en andere professionals daarvoor raadplegen dan wel inzetten. De wijkverpleegkundigen vinden dat hun collega’ s die nu alleen in de AWBZ geïndiceerde zorg werken ook dezelfde randvoorwaarden in de wijk nodig hebben. Deze zorg vraagt nu minder aan specifieke randvoorwaarden in de wijk. Maar zij zien het werk van alle wijkverpleegkundigen liefst in dezelfde brede functie en met een actieve rol in de wijk als waarin zij nu als Zichtbare schakel werken. Of dit mogelijk is of zal worden denken ze is sterk afhankelijk van de visie van de thuiszorgorganisatie op de wijkverpleegkundige functie.
2.2.3. Bevindingen uit gesprekken met professionals in de wijk De professionals in de wijk, de een werkzaam als projectleider in een gemeentelijk woonservicegebied en de ander in de ontwikkeling van wijkteams vanuit een GGD, kennen de wijkverpleegkundige het best vanuit de zorg voor cliënten en overlegtafels in de wijk. Naar hun mening ligt de focus van het werk van de wijkverpleegkundige in het model op samenhangende zorg (en presentie); “ De rol voor de wijk is er nog niet zo”en “ preventie is nog onderbelicht” . Samenhangende zorg Met betrekking tot samenhangende zorg geven beide respondenten aan dat werkrelaties en -afspraken en de sociale kaart belangrijke randvoorwaarden zijn. Verder voegt de een hier kernteamoverleg en de ander erkenning van de wijkverpleegkundige als contactpersoon en samenwerkingspartner aan toe. Werkrelaties en –afspraken zijn voor de wijkverpleegkundige nodig om de rol als schakel en regie te hebben in zorgsituaties. Want samenhangende zorg lever je nooit alleen, daar heb je partners bij nodig. De wijkverpleegkundige krijgt erkenning als ze cliënten heeft en zich daarmee bekend maakt bij de andere professionals. Het kennen van de sociale kaart is hieraan volgens de professionals inherent: de wijkverpleegkundige dient te weten bij wie ze voor een en ander moet zijn. Daarvoor dient ze persoonlijke contacten te onderhouden. Voordat de wijkverpleegkundige aan huisbezoeken begint dient ze de sociale kaart al te 10
kennen om te kunnen doorverwijzen. Overleg met een aantal kerndisciplines is ook nodig om tot goede werkrelaties en –afspraken te komen en hangt nauw samen met het opbouwen van netwerken in de wijk. Presentie Presentie is van groot belang, zo vindt een respondent, omdat mensen op de wijkverpleegkundige kunnen terugvallen en zich daardoor veilig voelen. De wijkverpleegkundige moet zich dus presenteren in de wijk en zich zichtbaar maken (zich durven laten zien). Daarvoor zijn ontmoetingsplekken in de wijk, en die zijn aanwezig, belangrijk. Ook een herkenbare (werk)plek van de wijkverpleegkundige kan bijdragen. Participeren in multidisciplinair en multisectoraal overleg is ook een belangrijke randvoorwaarde. Dit levert de wijkverpleegkundige namelijk kennis van de wijk: ze hoort er namelijk ook van andere professionals wat in de wijk speelt, aan problemen maar ook aan activiteiten en initiatieven. De wijkverpleegkundige kan hier dan bij aansluiten. De wijkverpleegkundige kent anderen en zij wordt gekend. Preventie Beide respondenten geven aan dat de wijkverpleegkundige in preventie nog niet erg zichtbaar is. In het bijzonder de respondent uit de publieke gezondheidszorg dicht de wijkverpleegkundige hierin nog geen grote rol toe (de andere respondent heeft weinig zicht op wat ze doet in preventie). Signalen worden volgens die respondent nauwelijks ‘ gecollectiveerd’en de wijkverpleegkundige mist nog de kijk op gezondheid en grote verbanden. Ze heeft een reflex tot zorgen in plaats van ook preventieve maatregelen te gebruiken. Om tot concrete initiatieven op basis van signalen van wijkverpleegkundigen te komen vraagt tijd en ervaring weet deze respondent vanuit een andere regio waarin dit op beperkte schaal al het geval is. Ik zou willen dat ze [de wijkverpleegkundige] een soort antenne bij zichzelf, een soort vaardigheden of manier ontwikkelt waarbij ze van dingen die ze vaak tegenkomt zelf een idee vormt van ik kom dit wel heel vaak tegen. Dat is het vooral. Nu lijkt het alsof heel veel verschillende situaties opgelost worden en er geen overkoepelende blik over zit, niet met elkaar in verband worden gebracht… en dat kan alleen pas als 1 en 2 [samenhangende zorg en presentie] goed verlopen. Wijkverpleegkundigen denken niet in meer preventieve maatregelen. Ik vind, wat negatief uitgedrukt, dat ze toch een beetje pamperen. De zorg regelen ze zo goed mogelijk maar het is niet van iemand kan moeilijk lopen laten we proberen dat ie het meer gaat doen. Of dat mensen in beweging komen of de voeding, toch dat mensen actief blijven. Het is toch meer van hoe kan iemand zo goed mogelijk ondersteund worden; met een rollator, de boodschappen voor iemand doen dan motiveren voor een wandelclubje … . Daar is nog veel winst te behalen. Citaat professional in de wijk De wijkverpleegkundige wordt door de professional uit de publieke gezondheidszorg gezien als een belangrijke leverancier van informatie over de wijk, naast data over de volksgezondheid. Ze levert data in samenspel met partners in de wijk. De wijkverpleegkundige moet vrij kunnen denken over oorzaken en oplossingen zonder dat ze die zelf uit hoeft te voeren. Preventie kan de wijkverpleegkundige volgens beide respondenten dubbel gebruiken. Enerzijds werkt ze aan de gezondheid van mensen (met een hoog gezondheidsrisico) en tegelijkertijd komt ze in de wijk in beeld; bij specifieke doelgroepen en bij sleutelfiguren. Om reden van voorgaande geven de respondenten als belangrijke randvoorwaarden aan dat de wijkverpleegkundige de wijk goed moet kennen. Daarbij helpt het als data over de wijk beschikbaar zijn, de wijkverpleegkundige als partner in preventie gezien wordt en ze
11
kan samenwerken met andere professionals en sleutelfiguren (leiders van doelgroepen) in de wijk.
2.3. Aanwezigheid en organisatie van randvoorwaarden in de wijk In alle gesprekken is aan de orde geweest of de als belangrijk gevonden randvoorwaarden (en/of elementen daarbinnen) aanwezig zijn in de wijk en de vraag wie het eerste aan zet is om de randvoorwaarden te organiseren indien ze ontbreken. Aanwezigheid Onderstaande tabel geeft de aanwezigheid aan van de van belang zijnde randvoorwaarden in de wijk, zoals de respondenten dit zien. De tabel hieronder geeft een globale en samenvattende score weer per randvoorwaarde die belangrijk gevonden werd (niet alle randvoorwaarden uit het gespreksmodel). De scores geven een indicatie omdat de antwoorden op de vraag naar aanwezigheid van randvoorwaarden niet per respondent geteld zijn maar uit het gesprek gedestilleerd zijn en samengevat. Dit beeld verschilde niet wezenlijk voor projectleiders, wijkverpleegkundigen en professionals in de wijk. De randvoorwaarden die door de respondenten unaniem als belangrijk genoemd zijn; werkrelaties en –afspraken en de sociale kaart lijken goed aanwezig te zijn. Waar het aangegeven belang over meer randvoorwaarden is gespreid lijkt de aanwezigheid van deze randvoorwaarden ook wisselend te zijn; soms wel, soms niet aanwezig. Tabel 2. Aanwezigheid van randvoorwaarden in de wijk
PIJLER
SAMENHANGENDE ZORG
PRESENTIE
PREVENTIE
+ aanwezig
RANDVOORWAARDE in de WIJK
AANWEZIGHEID
§ Werkrelaties en -afspraken: § Partners erkennen WV als contactpersoon, samenwerkingspartner § Bereikbaarheid professionals, voorzieningen § Kernteamoverleg en ander overleg § Sociale kaart aanwezig § Voorzieningen, professionals, vrijwilligers aanwezig § Herkenbare (werk)plek in de wijk § Contactpersonen: vrijwilligers-, bewonersorganisaties § Ontmoetingsplekken wijkbewoners § Spreekuren, vraagbaak § Multidisciplinair, multisectoraal overleg § Erkenning rol wijkverpleegkundige § PR mogelijkheden § WV erkende partner in preventie § Data voorhanden § Samenwerkingspartners: gedeeld belang bij de aanpak van gezondheidsproblemen § Lokaal aanbod preventieve interventies § Leiders (van doelgroepen) als ingang
++/++/-
++/- meestal wel, soms niet aanwezig
+/- soms wel, soms niet aanwezig
+/+/+ ++/+/+/+ +/+ +/+ +/+ +/+/+/+ - afwezig
12
Organisatie Wat betreft de organisatie van randvoorwaarden met betrekking tot samenhangende zorg is de wijkverpleegkundige vooral zelf aan zet. Dit is een algemeen gedeeld en heel direct antwoord van projectleiders en wijkverpleegkundigen in de Zichtbare schakel-projecten. Zorg is bij uitstek het werkveld van de wijkverpleegkundige en iedereen acht haar capabel en in de positie hierin initiatieven te nemen en organiserend op te treden. In presentie en vooral preventie zeggen dezelfde respondenten dat ook anderen aan zet zijn om hierin de randvoorwaarden te organiseren. Aangaande presentie hebben projectleiders en managers van bijvoorbeeld thuiszorgorganisaties ook een taak om in het krachtenveld van in de wijk aanwezige organisaties, projecten en gemeente de werkwijze en rol van de wijkverpleegkundige kenbaar te maken en af te stemmen met anderen. Dit is vooral nodig om domeindiscussies vóór te zijn of te slechten. Hetzelfde geldt voor het voorzien in een herkenbare plek in de wijk en PR. Vooral projectleiders vinden dat voor preventie, de pijler waar de wijkverpleegkundige functie nog het minst tot zijn recht komt, de bijdrage van projectleiders, managers of bestuurders zeker nodig is om randvoorwaarden te organiseren. Het gaat hier vooral om het commitment van de (thuiszorg)organisatie om preventie op te nemen in een brede, omvattende visie op het werk van de wijkverpleegkundige. En om de samenwerking met andere partners op het gebied van preventie inclusief de gemeente te organiseren. Het laatste is belangrijk om bij te dragen aan de analyse van data, een plan van aanpak en om het lokaal aanbod mee te organiseren en af te stemmen op de lokale behoefte.
13
3.
Samenvattend beeld en toekomstrichting
Deze studie is klein van omvang en verkennend, inventariserend van karakter. Dit betekent dat geen harde conclusies getrokken kunnen worden uit de gesprekken met de achttien respondenten. Wel kan een samenvattend beeld geschetst worden. Daarbij de context van de Zichtbare schakel-projecten waarin de respondenten betrokken zijn in acht nemend. Vanuit die context is op de wijkverpleegkundige functie gereflecteerd; meestal los van de AWBZ geïndiceerde zorg en soms in combinatie. Het samenvattend beeld in de eerste paragraaf is hierop gebaseerd. De onderzoeker voegt enkele overwegingen aan dit beeld toe en geeft in de tweede paragraaf een richting voor de toekomst aan.
3.1. Samenvattend beeld over wat de wijkverpleegkundige van de
wijk nodig heeft Alle gesprekken overziend komt een beeld van de wijkverpleegkundige functie naar voren dat op dit moment hoofdzakelijk gericht is op het geven van samenhangende zorg en present zijn in de wijk. Preventie is het spreekwoordelijke derde wiel aan de wagen: er wordt wel aan preventie gewerkt maar dit neemt geen grote plaats in. Projecten en ook individuele wijkverpleegkundigen leggen ieder eigen accenten. Toch beschouwt men de wijkverpleegkundige functie als één ondeelbare functie waarin AWBZ geïndiceerde- en niet geïndiceerde zorg aan cliënten, en zorg voor een gezonde buurt bij voorkeur samengaan. Wat de wijkverpleegkundige het meest van de wijk nodig heeft om samenhangende zorg te geven zijn werkrelaties en –afspraken (en daarmee samenhangend bereikbaarheid en kernteamoverleg) en een sociale kaart. Alle respondenten, binnen en buiten de Zichtbare schakel-projecten, zijn hierin unaniem. Werkrelaties en –afspraken hebben vooral te maken met zorgcoördinatie en organisatie van zorg: de regelruimte en regierol van de wijkverpleegkundige. Dit deel van de wijkverpleegkundige functie is geherintroduceerd en heeft in de Zichtbare schakel-projecten veel aandacht gekregen. De aanwezigheid van een sociale kaart is belangrijk en is vooral een hulpmiddel om de wijk goed te kennen en door te kunnen schakelen naar andere zorg en voorzieningen. Zonder sociale kaart blijft de wijkverpleegkundige een solist. Het gaat echter niet (alleen) om een ‘ boekje’maar om een sociale kaart die de wijkverpleegkundige zelf tot leven brengt en onderhoudt. Beide randvoorwaarden zijn juist van betekenis in de zorg aan kwetsbare mensen met meervoudige problemen, waarin de wijkverpleegkundige zelf een deel van de zorg verleent maar anderen, partners nodig heeft om tot adequate oplossingen te komen. In de organisatie van deze randvoorwaarden is afgelopen jaren al veel gebeurd wat lijkt te resulteren in een goede aanwezigheid. De belangrijkste randvoorwaarden met betrekking tot presentie en preventie zijn, behalve multidisciplinair en multisectoraal overleg, minder unaniem aangegeven. Het belang is gespreid over een groter aantal randvoorwaarden. Dit kan te maken hebben met de fase van ontwikkeling in het werk van de wijkverpleegkundige. Wijkverpleegkundigen zijn bovendien doeners met een groot hart voor de zorg aan mensen. Ze denken niet in termen van functieonderdelen en ook niet gemakkelijk in cliëntoverstijgende thema’ s. Om te weten wat ze dan precies nodig heeft van de wijk op dat vlak lijkt sterk af te hangen van individuele, contextuele inzichten en ervaringen. De respondenten zijn, misschien als gevolg hiervan, over het algemeen ook minder bekend met de aan- dan wel afwezigheid van deze randvoorwaarden. Om integraal te kunnen werken in de wijk heeft de wijkverpleegkundige op dit moment kort gezegd, vooral randvoorwaarden nodig die liggen op het gebied van samenwerking en ‘ de wijk kennen’ . Dit komt naar voren voor zowel samenhangende zorg, als presentie en
14
preventie. Voor elk van deze drie verschilt echter het samenwerkingsdoel en zijn dan ook andere randvoorwaarden in de wijk nodig. Om tot oplossingen te komen voor mensen met meervoudige (gezondheids)problemen bijvoorbeeld ligt de nadruk op randvoorwaarden voor goede samenwerking met andere professionals en voorzieningen in de wijk, en daarbuiten (in de tweede lijn). Om andere werkers en initiatieven in de wijk goed te kennen en cases te kunnen bespreken, en zelf bekend te zijn in de wijk, is vooral multidisciplinair en multisectoraal overleg nodig. Om signalen uit probleemsituaties om te kunnen zetten in preventieve activiteiten is een gedeeld belang en samenwerking met andere werkers in de wijk nodig. Wat opvalt, is dat de samenwerking zich voornamelijk richt op professionals en veel minder op wijkbewoners. De aanwezigheid van cliëntenorganisaties of -platforms is niet één keer als een belangrijke randvoorwaarde in het geven van samenhangende zorg genoemd. Het belang dat gegeven wordt aan randvoorwaarden die te maken hebben met de aanwezigheid in de wijk van bewonersorganisaties, sleutelfiguren, leiders van doelgroepen en ontmoetingsplekken van bewoners in de wijk wisselt sterk. Voorgaande wekt verbazing omdat de cliënt, wijkbewoner voor de wijkverpleegkundige centraal staat: ze er haar zorg in ieder geval op individueel niveau voortdurend mee afstemt. De activering van sociale netwerken en informele zorg in de wijk worden steeds belangrijker gevonden. Bewonersorganisaties en sleutelfiguren in de wijk zijn hiervoor een ingang maar staan in de huidige ontwikkelingsfase niet erg op de voorgrond. Mogelijk heeft de manier van vragen in de gevoerde gesprekken; een rangorde van belangrijkheid aan te geven in de randvoorwaarden, dit beeld ook beïnvloed. Tot slot speelt de erkenning van de wijkverpleegkundige in haar brede functie een rol van betekenis. Erkenning als randvoorwaarde wordt veelvuldig genoemd en speelt een rol in samenhangende zorg, presentie en preventie. In de verbreding van de wijkverpleegkundige functie die zich langzaam concretiseert in de praktijk is de erkenning ervan door anderen nog een essentiële randvoorwaarde. Het proces van beeldvorming en meerwaarde laten zien is nog in volle gang.
3.2. Verder met randvoorwaarden in de wijk: een toekomstrichting Onderstaande geeft ter afsluiting van dit rapport een richting aan om met de bevindingen uit deze verkenning verder te gaan. Deze richting wijst naar ZonMw en het werkveld. ZonMw De geringe omvang van deze verkennende studie geeft slechts een indicatie van het belang en de aanwezigheid van randvoorwaarden in de wijk. De randvoorwaarden meten onder een grotere groep respondenten in het hele land zal een robuuster beeld opleveren. ZonMw kan in de eindrapportage van de Zichtbare schakel-projecten de aanwezigheid van en tevredenheid over een aantal randvoorwaarden in de wijk meten. Dit kan met betrekking tot samenhangende zorg gedaan worden over: werkrelaties en –afspraken en afstemming met bewonersorganisaties en patiënten-, cliëntenorganisaties. De eerste omdat dit de meest genoemde belangrijke randvoorwaarde is en de tweede omdat deze verrassend genoeg niet genoemd is. Met betrekking tot presentie in de wijk kunnen een herkenbare (werk)plek, spreekuren, en multidisciplinair en multisectoraal overleg gemeten worden, omdat het belang gespreid over deze randvoorwaarden is aangegeven. Met betrekking tot preventie is het nog nodig (voordat op brede schaal gemeten kan worden) eerst een idee te krijgen hoe over dit actiegebied van de wijkverpleegkundige gedacht wordt. Dit kan in de vorm van stellingen in dezelfde eindrapportage van de Zichtbare schakel-projecten.
15
Monitoring van de voortgang van de Zichtbare schakel-projecten is in algemene zin, na decentralisatie van de middelen naar de gemeente, wenselijk. Naar aanleiding van de uitkomsten uit de eindrapportages (zie hiervoor) kan in deze monitor van de tweede fase de aanwezigheid van specifieke randvoorwaarden in de wijk worden bewaakt. Dan wel de organisatie ervan gestimuleerd. Er lijkt een ongelijkheid te zitten in de uitvoering van de functie van de wijkverpleegkundige. Preventie is minder ontwikkeld. ZonMw kan het werkveld ondersteunen dit verder te ontwikkelen door bevindingen uit het Zichtbare schakel programma op dit gebied en uit het programma Preventiekracht gericht naar het werkveld te verspreiden en onderzoek te faciliteren op het gebied van preventieve activiteiten van de wijkverpleegkundige. Het werkveld Gemeenten hebben een regierol in wijkontwikkeling en een gezonde, zelfredzame buurt. Er wordt veel gesproken over een wijkgerichte aanpak waar mensen met meervoudige problemen wonen en over populatiegerichte zorg. Bij alle veranderingen die plaatsvinden is het van belang een minimale samenwerkingsstructuur en basisniveau aan voorzieningen en professionals in de wijk te handhaven en te verbinden met bewonersorganisaties. Wijkverpleegkundigen dan wel hun projectleiders of managers moeten bij de gemeente melding kunnen maken als voor het integraal werken van de wijkverpleegkundige belangrijke voorwaarden niet (meer) gegarandeerd worden. Projectleiders en werkgevers van wijkverpleegkundigen dienen oog te hebben voor randvoorwaarden in de wijk die van belang zijn voor de uitoefening van de brede wijkverpleegkundige functie. Waar randvoorwaarden niet op orde zijn, of komen na inspanningen van wijkverpleegkundigen zelf, springt de werkgever in. Zij stellen zich op als gesprekspartner voor de gemeente om een basisniveau te bewaken. In aansluiting op de laatste opmerking gericht aan ZonMw zou het werkveld (beroepsorganisatie en brancheorganisaties) de breedte en diepte van de wijkverpleegkundige taak in preventie concreet moeten uitwerken. Inclusief wat dit in de praktijk betekent voor de benodigde randvoorwaarden in de wijk. Het is ook hun taak en die van het onderwijs en de werkgever de wijkverpleegkundige te ondersteunen in haar capaciteiten een brede ‘ kijk op de wijk’te ontwikkelen.
16
Geraadpleegde literatuur M. de Bont, E. van Haaren, H. Rosendal, M. Wigboldus, Expertisegebied Wijkverpleegkundige. V&VN, november 2012. E. van der Meer en J.Postma, Rapport De ‘ Zichtbare schakel’ -wijkverpleegkundige: een hele zorg minder. BMC advies management, in opdracht van ZonMw, juni 2012. R. van ’ t Erve, Agenda zorg thuis. Collagemento in opdracht van Actiz, januari 2012 M. de Bont, k. VAN Schoonhoven, C. van Haastert, C. Zijderveld, Versterken van verpleging thuis. Naar een Basisvoorziening Wijkverpleging. V&VN, december 2011. H.Nouws, De wijkverpleegkundige in de eerste lijn. Nieuwe inzichten, nieuwe perspectieven. In opdracht van Actiz en STOOM, 2010. F. Bolle en M. de Bont, Op één lijn komen. Visie op de rol van verpleegkundigen in de eerstelijnszorg. V&VN, december 2010 Uitvoeringsprogramma ‘ Zichtbare schakel. De wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt’2009-2012, ZonMw september 2009, zie www.zichtbareschakel.nl
17
Bijlagen
18
Bijlage 1. Geraadpleegde experts en betrokken respondenten EXPERTS Mariska de Bont José van Dorst Henk Rosendal Huub Sibbing
Sr. Beleidsmedewerker V&VN Zorgburo Stip Lector Wijkzorg Hogeschool Rotterdam Docent MGZ Hogeschool Den Haag
PROJECTLEIDERS Hanneke van de Berg Karin de Kanter Anneloes Richters
Omring Thuiszorg Zorggroep Almere Gezondheidshoes Haaksbergen
WIJKVERPLEEGKUNDIGEN Liesbeth van Daal Karin van Dorst Martine de Lange Ingrid Roks Juna Verheij Marieke de Vet
Vierstroom Zichtbare schakel Den Bosch West Buurtzorg Nederland Omring Thuiszorg Zichtbare schakel Den Bosch West Zichtbare schakels Rotterdam
Ruth Buys Sandra van Dalen Heleen Damminga Nanny Hoornweg Arga Luining-Smittenberg Jenny Rutgers Agatha van der Weij
Beweging 3 Beweging 3 Nait Soezen Paletgroep Nait Soezen Carintreggeland Nait Soezen
PROFESSIONALS in de wijk Ricardo Balkhoven Gemeente Rotterdam Evelyne Linssen GGD Zuid Limburg
19
Bijlage 2. Gesprekschema’ s PROJECTLEIDERS Zichtbare schakel-projecten September 2012 Introductie § Uitleg opdracht ZonMw § Opname gesprek § Verwerking gegevens § Doel, verloop gesprek § Vragen naar de context, organisatie en (doel van de) inzet van wijkverpleegkundigen van het Zichtbare schakel project Open vragen – doorvragen 1. Uitleg over het model: brede functie van de wijkverpleegkundige met drie pijlers, kernactiviteiten en wat nodig is (in de wijk) om deze goed uit te kunnen voeren. 2. Waar ligt voor jou de nadruk in dit model? (van hieruit overstappen op de beschreven randvoorwaarden) 3. Welke randvoorwaarden zijn naar jouw idee het belangrijkst om de brede functie goed uit te kunnen voeren? a. Leg uit waarom, zijn ze aanwezig, geef voorbeelden b. Wat gebeurt er als ze niet aanwezig zijn (bv voorzieningen wegbezuinigd), welke invloed heeft het op het functioneren van de wijkverpleegkundige? c. Maakt het uit of je in stad of platteland werkt? Zo ja wat dan, zo nee waarom niet? d. Is er verschil m.b.t. AWBZ-zorg of geïntegreerde zorg? Zo ja wat is dan het verschil, zo nee waarom niet? e. Zou je iets weg willen strepen, dat overbodig is in de lijst? 4. Wat te doen als deze randvoorwaarden niet aanwezig zijn? a. Wie kan, zou moeten zorgen voor de invulling van de randvoorwaarden b. Hoe kan dat plaatsvinden c. Wat doe je hier zelf als projectleider in? Welke rol speel je? 5. Zou je nog dingen willen toevoegen die niet aan de orde zijn geweest maar die voor jou in dit kader wel van belang zijn? welke zijn dit? Afsluiting –Dank je wel
20
Groepsgesprek WIJKVERPLEEGKUNDIGEN Zwolle 2 oktober, Utrecht 9 oktober 2012 Introductie § welkom, § me zelf voorstellen, § doel bijeenkomst § praktische zaken § sfeer VRAGEN 1. Als eerste wil ik jullie vragen te vertellen wie je bent, waar je werkt, hoe lang je werkzaam bent in de wijk en als Zichtbare schakel, de context van je werk als Zichtbare schakel (waarop ligt de focus van je activiteiten, combi met AWBZ of niet, de organisatie waarbij je als Zichtbare schakel werkt, stad of platteland). 2. (De wijkverpleegkundige staat enorm in de belangstelling en we horen veel positieve verhalen
over wat de meerwaarde van de wijkverpleegkundige is nu ze weer breed inzetbaar is. Ik heb de brede functie van de wijkverpleegkundige vertaald in drie pijlers met bijhorende activiteiten en randvoorwaarden die in de wijk nodig zijn om die activiteiten goed uit te kunnen voeren. Powerpoint)
Als je dit schema ziet waar ligt voor jou dan de nadruk?
3. Welke randvoorwaarden zijn naar jouw idee het belangrijkst om de brede functie goed uit te kunnen oefenen? Per pijler. Beginnen met de pijler waar meeste nadruk op ligt. a. Maak een top drie met geeltjes b. Ieder leest zijn geeltjes voor en geeft een toelichting: waarom, voorbeeld, aanwezigheid ja/nee c. Geeltjes worden opgehangen bij A4 met betreffende pijler 4. Kan je iets vertellen over wat de consequenties zijn voor je functioneren als de als belangrijk aangemerkte randvoorwaarden er niet zijn? Wat doe je? 5. Wie zou wat moeten doen als de randvoorwaarden niet aanwezig zijn? 6. Zou je nog dingen willen toevoegen die niet aan de orde zijn geweest maar die voor jou in dit kader wel van belang zijn? Welke zijn dit? Deelnemers bedanken.
21
GESPREK PROFESSIONALS IN DE WIJK Samenwerkingspartner bij Zichtbare schakel-projecten Introductie § Uitleg opdracht ZonMw § Opname gesprek § Verwerking gegevens § Doel, verloop gesprek Open vragen – doorvragen 1. Hoe heb je de wijkverpleegkundige, Zichtbare schakel leren kennen? En op welke manier werk je met de Zichtbare schakel samen? 2. Hoe zou je het werk van de Zichtbare schakel en haar rol in de wijk kernachtig kunnen beschrijven? (Kernelementen, focus) 3. Uitleg over het model: brede functie van de wijkverpleegkundige met drie pijlers, kernactiviteiten en wat nodig is (in de wijk) om deze goed uit te kunnen voeren. uitgaande van de aangegeven focus; de drie pijlers met randvoorwaarden langsgaan. a. Welke randvoorwaarden zijn het meest noodzakelijk, belangrijkst om wijkverpleegkundige, Zichtbare schakel goed te laten functioneren? Waarom? Voorbeelden. b. Welke randvoorwaarden zijn aanwezig, niet aanwezig, mis je? c. Wat gebeurt er indien ze niet aanwezig zijn? Voorbeelden. d. Wie kan de randvoorwaarden organiseren? 4. Zou je nog dingen willen toevoegen die niet aan de orde zijn geweest maar die voor jou in dit kader wel van belang zijn? welke zijn dit? Afsluiting - Dank je wel
22
Bijlage 3. Samenvattend overzicht belangrijkste randvoorwaarden in de wijk Projectleiders (n=3)
BREDE WIJKVERPLEEGKUNDIGE FUNCTIE
CLIËNTEN
PIJLER
SAMENHANGENDE ZORG
ACTIVITEIT § § § § § § §
Vraagverheldering Bevorderen zelfredzaamheid Regelen Zorgcoördinatie Begeleiding, monitoring Advisering Doorleiden naar, schakelen
WIJK, GROEP, INDIVIDU
WIJK
Meervoudige gezondheidsproblemen
PRESENTIE
PREVENTIE
§ Laagdrempelig: benaderbaar en zichtbaar § Samenwerking: multidisciplinair en multisectoraal § Participatie in wijknetwerken
§ § § § §
Vroegtijdig signaleren en opsporen Screenen Zelf interveniëren Initiëren of partner zijn Doorleiden naar preventief aanbod
RANDVOORWAARDE WIJK § Organisatie van cliënten § Werkrelaties en -afspraken: huisarts, PoH, Thuiszorg, CIZ, maatschappelijk werk, ziekenhuis, schuldhulpverlening, GGZ, etc (3) § Genoemde partners erkennen WV als contactpersoon en samenwerkingspartner (1) § Bereikbaarheid andere professionals, voorzieningen (communicatie) § Kernteamoverleg en ander overleg (3) § Sociale kaart (overzicht ‘alle’ voorzieningen) aanwezig (3) § Voorzieningen, professionals, vrijwilligers aanwezig (2) § Escalatiemogelijkheden voor ‘probleem situaties’ § Medewerking gemeente (2) § § § § § § §
Herkenbare (werk)plek in de wijk (2) Contactpersonen: vrijwilligers-, bewonersorganisaties (2) Ontmoetingsplekken wijkbewoners (georganiseerd, informeel) Spreekuren, vraagbaak Multidisciplinair en multisectoraal overleg (2) Erkenning rol wijkverpleegkundige (1) PR mogelijkheden (wijkkrantje e.d) (3)
§ WV erkende partner in preventie (1) § Data voorhanden: volksgezondheid, veiligheid, sociale omgeving (1) § Samenwerkingspartners: gedeeld belang bij de aanpak van gezondheidsproblemen in de wijk, bij populatiegericht werken (1) § Lokaal aanbod preventieve interventies (3) § Leiders (van doelgroepen) als ingang § Samenwerking met gemeente (o.a. GGD) (3)
Gezondheidsrisico’s
23
Wijkverpleegkundigen (n=13)
BREDE WIJKVERPLEEGKUNDIGE FUNCTIE
CLIËNTEN
PIJLER
SAMENHANGENDE ZORG
ACTIVITEIT § § § § § § §
Vraagverheldering Bevorderen zelfredzaamheid Regelen Zorgcoördinatie Begeleiding, monitoring Advisering Doorleiden naar, schakelen
WIJK, GROEP, INDIVIDU
WIJK
Meervoudige gezondheidsproblemen
PRESENTIE
PREVENTIE
§ Laagdrempelig: benaderbaar en zichtbaar § Samenwerking: multidisciplinair en multisectoraal § Participatie in wijknetwerken
§ § § § §
Vroegtijdig signaleren en opsporen Screenen Zelf interveniëren Initiëren of partner zijn Doorleiden naar preventief aanbod
RANDVOORWAARDE WIJK § Organisatie van cliënten § Werkrelaties en -afspraken: huisarts, PoH, Thuiszorg, CIZ, maatschappelijk werk, ziekenhuis, schuldhulpverlening, GGZ, etc (13) § Genoemde partners erkennen WV als contactpersoon en samenwerkingspartner (4) § Bereikbaarheid andere professionals, voorzieningen (4) § Kernteamoverleg en ander overleg (1) § Sociale kaart (overzicht ‘alle’ voorzieningen) aanwezig (7) § Voorzieningen, professionals, vrijwilligers aanwezig (3) § Escalatiemogelijkheden voor ‘probleem situaties’ § Medewerking gemeente (2) § § § § § § §
Herkenbare (werk)plek in de wijk (5) Contactpersonen: vrijwilligers-, bewonersorganisaties (4) Ontmoetingsplekken wijkbewoners (georganiseerd, informeel) (4) Spreekuren, vraagbaak (2) Multidisciplinair en multisectoraal overleg (8) Erkenning rol wijkverpleegkundige (8) PR mogelijkheden (wijkkrantje e.d) (3)
§ WV erkende partner in preventie (1) § Data voorhanden: volksgezondheid, veiligheid, sociale omgeving (6) § Samenwerkingspartners: gedeeld belang bij de aanpak van gezondheidsproblemen in de wijk, bij populatiegericht werken (10) § Lokaal aanbod preventieve interventies (4) § Leiders (van doelgroepen) als ingang (2) § Samenwerking met gemeente (o.a. GGD)
Gezondheidsrisico’s
24
Professionals in de wijk (n=2)
BREDE WIJKVERPLEEGKUNDIGE FUNCTIE
CLIËNTEN
PIJLER
SAMENHANGENDE ZORG
ACTIVITEIT § § § § § § §
Vraagverheldering Bevorderen zelfredzaamheid Regelen Zorgcoördinatie Begeleiding, monitoring Advisering Doorleiden naar, schakelen
WIJK, GROEP, INDIVIDU
WIJK
Meervoudige gezondheidsproblemen
PRESENTIE
PREVENTIE
§ Laagdrempelig: benaderbaar en zichtbaar § Samenwerking: multidisciplinair en multisectoraal § Participatie in wijknetwerken
§ § § § §
Vroegtijdig signaleren en opsporen Screenen Zelf interveniëren Initiëren of partner zijn Doorleiden naar preventief aanbod
RANDVOORWAARDE WIJK § Organisatie van cliënten § Werkrelaties en -afspraken: huisarts, PoH, Thuiszorg, CIZ, maatschappelijk werk, ziekenhuis, schuldhulpverlening, GGZ, etc (2) § Genoemde partners erkennen WV als contactpersoon en samenwerkingspartner (1) § Bereikbaarheid andere professionals, voorzieningen (communicatie) § Kernteamoverleg en ander overleg (1) § Sociale kaart (overzicht ‘alle’ voorzieningen) aanwezig (2) § Voorzieningen, professionals, vrijwilligers aanwezig § Escalatiemogelijkheden voor ‘probleem situaties’ § Medewerking gemeente § § § § § § §
Herkenbare (werk)plek in de wijk (1) Contactpersonen: vrijwilligers-, bewonersorganisaties (2) Ontmoetingsplekken wijkbewoners (georganiseerd, informeel) (1) Spreekuren, vraagbaak Multidisciplinair en multisectoraal overleg (2) Erkenning rol wijkverpleegkundige PR mogelijkheden (wijkkrantje e.d)
§ WV erkende partner in preventie (1) § Data voorhanden: volksgezondheid, veiligheid, sociale omgeving (1) § Samenwerkingspartners: gedeeld belang bij de aanpak van gezondheidsproblemen in de wijk, bij populatiegericht werken (1) § Lokaal aanbod preventieve interventies § Leiders (van doelgroepen) als ingang (1) § Samenwerking met gemeente (o.a. GGD)
Gezondheidsrisico’s
25
26