Wat betekent het om leraar te ZIJN? Studentenhandleiding thema 3, 2015-2016 OPLEIDING LERAAR BASISONDERWIJS ACADEMIE VOOR EDUCATIE & PEDAGOGIEK
0
INLEIDING Beste student, Voor je ligt de studentenhandleiding thema 3, 2015-2016 van de opleiding Leraar Basisonderwijs van HZ-University of Applied Sciences. In deze gids vind je een beschrijving van het thema ‘ Wat betekent het om leraar te ZIJN?’. In themaweken komen vaak de idealen van een team bij onderwijs naar voren. Bij een Kinderboekenweek bruist de hele school van het thema van dat jaar. De historische mijlpaal die bereikt werd, zorgt voor een school die bol staat van de activiteiten. Het is één groot toneelstuk waarbij de hele gemeenschap betrokken is. Er worden verschillende vormen van onderwijs gecombineerd en er is ruimte voor het ontdekkend leren van de kinderen. Meestal maakt een feestelijke start, een creatieve opdracht en een viering onderdeel uit van zo’n week. Ook worden er excursies georganiseerd en zijn ouders actief betrokken bij dergelijke weken. Meerdere manieren van leren en verschillende competenties worden aangesproken. Tijdens themaweken wordt er onderwijs geboden in optima forma. Schoolteams brengen hun idealen in praktijk. Zijn hier ook de bouwstenen te zien van het onderwijs van de toekomst? Daarom starten we in dit blok bij de uitzondering – de themaweek - en ondernemen we een verkenning van het hart van het onderwijs. Dat hart is inspirerend lesgeven. We gaan op zoek naar de inspiratie, de drijfveren, het vertrouwen in de toekomst en de verhalen waarin we al deze zaken delen. Verhalen vormen naast de themaweek een verbindend element van dit blok. In verhalen, grote en kleine, vertelt de mens over inspiratie. Elementen die een centrale plaats krijgen in dit blok zijn: Verhalen uit de geschiedenis, de jeugdliteratuur, verhalen van moeder aarde en verhalen die onze cultuur hebben bepaald. Maar ook komt de vertaling van deze rijkdom in de verhalen van de kinderen aan de orde. In die verhalen ordenen zij hun werkelijkheid. En die ordening vraagt om kritisch denken, om nuances en om meerdere perspectieven. Die verhalen moeten immers wel kloppen, je moet er de weerbarstige werkelijkheid wel mee aan kunnen. Je moet er wel op kunnen rekenen, op die verhalen. INHOUD VAN DIT THEMA “Wie wilde er een hele verkleedpartij voor de hele school?” Vanaf maandag is het de hele week Gouden Eeuw op school. Het gaat over de VOC, over Rembrandt, over verre kusten en over slavenhandel. Elke dag zijn er andere gasten op school en iedereen is verkleed. Het hele team is de vrijdag voor de week van start gaat tot laat in de avond op school. Waarom niet gewoon lesgeven? Omdat dit veel leuker is. Een themaweek is niet alleen veel leuker er wordt ook veel meer van geleerd. Om de eenvoudige reden dat onze hersenen nu eenmaal thematisch werken en omdat motivatie en plezier de beste brandstof voor die hersenen zijn.
1
Als de week van start is, zijn alle leden van het team vergeten wat een hoeveelheid werk het was. De kinderen zijn keihard aan het werk. Er wordt ademloos geluisterd. Ze kijken zich de ogen uit. Gaan op excursie naar een echt pakhuis en varen in hun verbeelding op een schip dat zwaar weer en grote golven moet doorstaan. Aan het eind van de week is er een ouderavond waarop alles wordt geshowd wat er gemaakt is. En vrijdag is er een slotdag die eindigt met een dansfestijn voor alle kinderen. “Waarom doen we dit niet elke week?” In veel scholen wordt er steeds meer thematisch gewerkt. Bijvoorbeeld met behulp van de methode ‘Alles in één’ worden de wereldoriënterende vakken (geschiedenis, aardrijkskunde) gegeven. Op een andere school wordt elk blok afgesloten met een themadag waar de ouders een belangrijke rol bij spelen. Weer een andere school heeft de onderzoekende leerling een centrale plaats gegeven en werkt om die reden steeds meer thematisch. Op de startdag van het thema komen verschillende leerkrachten uit de basisscholen vertellen op welke manier zij thematische onderwijs invulling geven. In thema 3 zullen de vakken Nederlands, rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis, ethiek, LEVO (levensbeschouwelijke vorming) en onderzoek, in het teken staan van het onderwijs aan het oudere kind en hoe je inspirerend les kunt geven aan kinderen in de bovenbouw. In dit blok gaan we uit van de 7 fasen van ontwerpend leren zoals je daar ook in blok 2 mee hebt leren werken. Je gaat in dit blok samen met je medestudenten ontdekken wat inspirerend lesgeven is. Uitgangspunt is steeds de vraag: wat maakt onderwijs inspirerend voor kinderen? Wat is je bijgebleven van je eigen tijd op de basisschool? Wat heeft indruk gemaakt? Welke leerkrachten zal je nooit vergeten omdat ze je mateloos geboeid hebben? Wat was het dan precies dat jou raakte? In een leerteam werk je aan het ontwerpen van een themaweek. De start is de verkenning van de praktijk. Vervolgens volgt de fase van verdieping, waarin je door praktijkverkenningen en door theorie, o.a. uit de lessen, tot een eigen ontwerp komt voor jullie themaweek. Dat ontwerp presenteer je in de opleiding en bespreek je op de werkplek. Op basis van die ervaringen verbeter je het ontwerp. Ten slotte voer je zelf een aantal van de activiteiten uit op je werkplek. Ook daarvan doe je natuurlijk verslag aan je leerteam. BEROEPSSITUATIE De daarbij behorende beroepssituatie is als volgt: Ik onderzoek in de praktijk en in theorie wat wordt verstaan onder inspirerend leerkrachtgedrag. Daarbij onderzoek ik welke kennis, vaardigheden en persoonskenmerken er nodig zijn om de ontwikkeling van kinderen een centrale plaats te geven in mijn onderwijs. Hoe ik leerlingen kan motiveren, hoe ik hun ontdekkingen kan stimuleren en hun vragen weet op te roepen en te verhelderen. In dit onderzoek krijg ik een beeld van mijn kwaliteiten om in dit werk met leerlingen in te zetten en leer ik wat ik verder wil ontwikkelen. In deze handleiding vind je alle informatie over thema 3: doelen, toetsing en opdrachten van de verschillende vakken die binnen dit thema samenkomen. De docenten van thema 3 wensen je een inspirerende tijd toe! SLC: Henriëtte op den Brouw, Hilde Kooiker en Godelief Riddersma Nederlands: Hilde Kooiker Rekenen: Jolanda Audenaerd Aardrijkskunde: Laurine Verspui Geschiedenis: Ferdinand Spinnewijn en Menno van den Hoek Ethiek: Vincent de Rooij Levensbeschouwelijke vorming (Levo) : Leendert-Jan Parlevliet, Maarten de Vreese Onderzoek: Riaan Lous
2
INHOUDSOPGAVE INLEIDING
1
1.
4
BRIEFING THEMA 3 1.1 1.2 1.3 1.4
2.
4 4 5 5
TOETSING 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3.
Geintegreerde themaopdracht leerdoelen studielast (indicatie) Uitwerking Fases
7
leerdoelen van de cursus toetsen Competentieniveau Herkansing Gebruik van digitale leer- en ontwikkelingsmiddelen
7 9 9 9 9
ROUTE EN BEGELEIDING 3.1 3.2
11
overzicht van contactmomenten/vakgebieden Lesweken, planning en inhouden
11 12
4.
ROLLEN, TAKEN EN SAMENWERKINGSVERBANDEN
16
5.
BRONNEN EN AANBEVOLEN LITERATUUR
17
6.
OPDRACHTEN
18
6.1 Leerteamopdrachten 6.2 Werkplekopdrachten overzicht
7.
18 21
Werkplekopdracht 1: thema 3 NEderlands Werkplekopdracht 2: thema 3 NEderlands Werkplekopdracht 3: rekenen 1 thema 3 Uitvoering: leerwerkplekdag 2 of 3 Werkplekopdracht 4: Rekenen 2 Thema 3 Uitvoering : na les 3 HZ Werkplekopdracht 5: Rekenen 3 Thema 3 Uitvoering : na les 4 HZ (minstens 2 x) Werkplekopdracht 6: geschiedenis Thema 3 Werkplekopdracht 7: aardrijkskunde Thema 3
21 22 23 24 25 26 26
INHOUD VAN DE LESSEN PER VAKGEBIED
27
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11 7.12 7.13
Inhoud van de lessen Leerteam begeleid en Leerteam zelfstandig Inhoud van de lessen Ethiek Inhoud van de lessen levensbeschouwelijke vorming (Levo) Inhoud van de lessen Nederlands Inhoud van de lessen Rekenen inhoud van de lessen geschiedenis inhoud van de lessen aardrijkskunde inhoud van de lessen onderzoek Inhoud van de lessen studieloopbaancoaching (SLC) Inhoud van de keuzeworkshop Nederlands: Inhoud van de keuzeworkshop Rekenen Inhoud van de keuzeworkshop Engels Inhoud keuzeworkshop Muziek
27 27 28 29 31 34 35 35 37 37 37 37 37
3
1. BRIEFING THEMA 3 1.1 GEINTEGREERDE THEMAOPDRACHT
Ontwerp een themaweek voor de bovenbouw. Keuze uit de vensters van de geschiedeniscanon. Studenten verkennen eerst de werkplek: methode bekijken, overleg met de mentor, wat is actueel, wat sluit aan bij de ontwikkeling van het oudere kind. De vakken geschiedenis, aardrijkskunde, levo, ethiek, rekenen, Nederlands zijn hier in elk geval in verwerkt. Ook andere vakken kunnen er bij betrokken worden. Studenten voeren op de leerwerkplek een deel van de ontworpen opdrachten uit. Voor het ontwerpen van de opdrachten wordt gebruik gemaakt van de ontwerpcyclus die je ook in thema 2 hebt gehanteerd. Deze cyclus hebben we hieronder vertaald naar thema 3. Fase 1: Probleem verkennen en formuleren Week 0: Week 1: Fase 2: Ideeën verzinnen en selecteren Week 1 Week 2 Fase 3: Concept uitwerken, concepten selecteren Week 2 Week 3 Fase 4: prototype/conceptontwerp maken en presenteren Week 3 Week 4 Fase 5: Testen, evalueren en optimaliseren. Week 5: week op de leerwerplek (testen en evalueren) Week 6: (evalueren en optimaliseren) Fase 6: Definitief ontwerp maken en presenteren Week 7:
1.2 LEERDOELEN Ld 2.1.1
Naast het begrip ‘intelligentie’ worden andere ontwikkelingsgebieden van leerlingen onderscheiden die zich in samenhang ontvouwen. Deze begrippen uit de ontwikkelings- en gedragswetenschappelijke theorie worden toegepast bij het benoemen van ontwikkelingsaspecten van zichzelf en van één leerling. Ld 3.2.1 De grondige beheersing van het kerndeel van de kennisbasis wordt toegepast bij het uitleggen en demonstreren van de leerstof op een begrijpelijke en aansprekende manier. Hierbij is aandacht voor de sleutelfunctie van taal (mondelinge taalvaardigheid, woordenschat, jeugdliteratuur en spelling) en rekenen (gehele getallen). Ld 3.11.1 Er wordt gereflecteerd op het eigen mediagebruik op basis van begrip over hoe met gebruik van technologie wordt gecommuniceerd, hoe media gemaakt wordt en deze de werkelijkheid kleurt. Ld 3.14.1 Met de kennis van de vakdidactiek wordt een relatie gelegd met het ontwikkelingsniveau van de leerlingen in onder of bovenbouw. Ld 5.2.1 De organisatie- en bestuursvormen van de eigen werkplek worden samenwerkend in kaart gebracht. Hierbij wordt de opdracht geanalyseerd, uitgezocht welke informatie relevant is en wordt er tenslotte een adequaat antwoord geformuleerd. Hierbij wordt een onderlinge taakverdeling gemaakt, waarbij afspraken gehanteerd worden.
4
Ld 6.1.1 Er worden korte gesprekjes over actuele gebeurtenissen gevoerd met ouders/verzorgers met als doel zich voor te stellen en/of te presenteren. Daarnaast wordt er een gesprek gevoerd met een ouder/verzorger naar aanleiding van een vakinhoudelijke observatie van een leerling met als doel informatie te verzamelen over de leerling. Hierbij wordt zorgvuldig en respectvol omgegaan met informatie. Ld 7.3.1 Onder begeleiding wordt een vraag of probleem vanuit de praktijk geformuleerd. Vanuit een open, onderzoekende houding wordt bronnenonderzoek uitgevoerd en een theoretisch kader geschreven. Hierbij worden correcte onderzoeksvragen opgesteld en wordt de methode (onderzoeksontwerp, onderzoekseenheden, onderzoeksmethode en instrument) bepaald en beschreven. De validiteit, betrouwbaarheid en de ethische aspecten van het onderzoek worden benoemd. Dit alles komt tot uiting in een onderzoeksvoorstel dat wordt beschreven volgens de richtlijnen uit het HZ-Kader. Er wordt hierbij sturing gegeven aan het eigen leerproces, met gebruik van een onderzoeksmodel, waarmee startend vanuit de eigen aandachtspunt(en) de persoonlijke en professionele ontwikkeling gestructureerd vorm wordt gegeven (Geldens, 2012).
1.3 STUDIELAST (INDICATIE) Activiteit
uren
Fase 1: Probleem verkennen en formuleren Fase 2: Ideeën verzinnen en selecteren Fase 3: Concept uitwerken, concepten selecteren Fase 4: prototype/conceptontwerp maken en presenteren Fase 5: Testen, evalueren en optimaliseren Fase 6: Definitief ontwerp maken en presenteren Totaal
1.4 UITWERKING FASES Fase 1 Titel Achtergrond
Opdracht Voorschriften aanpak Voorschriften vorm
Fase 2
Titel Achtergrond
Opdracht
50 50 70 80 80 90 420
Probleem verkennen en formuleren Je verkent eerst de werkplek: methode bekijken, overleg met de mentor, wat is actueel, wat sluit aan bij de ontwikkeling van het oudere kind. Ook in de contactmomenten op de pabo ga je op zoek naar bronnen en krijg je handvatten waarmee je op zoek kunt gaan naar relevante informatie Leerteamopdracht 1. verkennen Gebruik de handvatten die je in lesweek 1 in de verschillende contactmomenten meekrijgt. Geen specifieke voorschriften
Ideeën verzinnen en selecteren Je gaat verder op zoek naar informatie. Niet alleen de methodes gebruik je, maar ook ga je in gesprek met ouders die sterk betrokken zijn in jouw school. Het rapport dat je schrijft om je themaweek vorm te geven, krijgt de eerste contouren. Je selecteert relevante bronnen vanuit de theorie om de juiste activiteiten te kunnen gaan uitvoeren. Je voert de opdrachten van deze week met het leerteam uit (zie leerteamopdracht)
5
Voorschriften aanpak Voorschriften vorm
Fase 3
Titel Achtergrond
Opdracht Voorschriften aanpak Voorschriften vorm
Fase 4
Titel Achtergrond Opdracht Voorschriften aanpak Voorschriften vorm
Fase 5
Titel Achtergrond Opdracht Voorschriften aanpak Voorschriften vorm
Fase 6
Titel Achtergrond Opdracht Voorschriften aanpak Voorschriften vorm
Gebruik de handvatten die je in lesweek 2 in de verschillende contactmomenten meekrijgt. Geen specifieke voorschriften.
Concept uitwerken, concepten selecteren Je gaat op zoek naar concepten die liggen achter jouw keuze voor een bepaald thema. Je start wellicht met concepten die jou al bekend zijn, dat is jouw invalshoek. Je gaat nu ook op zoek naar andere invalshoeken voor jouw thema: Dat maakt het onderwijs nog rijker. Je voert de opdrachten van deze week met het leerteam uit (zie leerteamopdracht) Gebruik de handvatten die je in lesweek 3 in de verschillende contactmomenten meekrijgt. Geen specifieke voorschriften.
prototype/conceptontwerp maken en presenteren Je maakt nu een ontwerp voor jouw gekozen thema. Het thema wordt gepresenteerd. Je geeft feedback op het werk van anderen en doet dit positief-kritisch. Je voert de opdrachten van deze week met het leerteam uit (zie leerteamopdracht) Gebruik de handvatten die je in lesweek 4 in de verschillende contactmomenten meekrijgt. Criteria voor de eindopdracht?
Testen, evalueren en optimaliseren Met je ontwerp ga je naar je leerwerkplek. Je voert onderdelen van je ontwerp uit. Na deze activiteiten beschrijf je wat werkte en wat nog niet. Vervolgens ga je op zoek naar mogelijke verbeteringen Je voert de opdrachten van deze week met het leerteam uit (zie leerteamopdracht) Geen specifieke voorschriften Criteria eindopdracht?
Definitief ontwerp maken en presenteren Je evalueert jouw uitkomsten. Hiervan maak je een rapportage. Handvatten voor deze rapportage heb je meegekregen tijdens de lessen onderzoek. Je neemt daarbij de feedback van anderen mee in je rapport Je voert de opdrachten van deze week met het leerteam uit (zie leerteamopdracht) Gebruik de handvatten die je in lesweek 6 in de verschillende contactmomenten meekrijgt. Zie hiervoor de criteria van de eindopdracht.
6
2. TOETSING 2.1 LEERDOELEN VAN DE CURSUS
2.1.1. Competenties Aan welke eisen moet je gaan voldoen om een startbekwame leerkracht te worden? Voordat je een startbekwame leerkracht bent moet je voldoen een aantal bekwaamheidseisen ofwel competenties genoemd. Deze competenties zijn landelijke vastgelegd en verankerd in een wet namelijk de Wet op de beroepen in het onderwijs (wet BIO). Tijdens je opleiding werk je aan deze competenties en is dan ook van belang dat je je hiervan bewust bekwaam wordt. In het onderstaand overzicht vind je de zeven competenties. Overzicht SBL-competenties leerkracht primair onderwijs 1.
SBL-competentie Interpersoonlijk competent
2.
Pedagogisch competent
3.
Vakinhoudelijk en didactisch competent Organisatorisch competent
4. 5.
Competent in het samenwerken met collega's
6.
Competent in samenwerking met de omgeving
7.
Competent in reflectie en ontwikkeling
Korte omschrijving Leiding geven en zorgen voor een goede sfeer van omgaan met en samenwerking tussen leerlingen. Zorgen voor een veilige leeromgeving en bevorderen van persoonlijke, sociale en morele ontwikkeling of: bevorderen van de ontwikkeling tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. Zorgen voor een krachtige leeromgeving en bevorderen van het leren. Zorgen voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer en structuur in de leeromgeving. Zorgen dat het werk afgestemd is op dat van collega’s; bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. In het belang van de leerlingen een relatie onderhouden met ouders, buurt, bedrijven en instellingen. Zorgen voor de eigen professionele ontwikkeling en de professionele kwaliteit van de beroepsuitoefening.
In thema 3 werk je aan de volgende competenties: interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, samenwerken en reflectie. Om je een competentie eigen te laten maken zijn er deeltaken (lees vaardigheid/kennis) geformuleerd, waaraan leerdoelen zijn gekoppeld. Het is aan jou om de leerdoelen te bereiken. In de beschrijving van de lessen van de opleiding wordt hier als volgt naar verwezen. Wil je een meer weten over de competenties klik dan op: http://ctmeter.nl/primair-onderwijs/sbl-
competenties
7
2.1.2 Competenties Deeltaak DT 1.4
DT 2.1
DT 2.2
DT 3.1
DT 3.2
DT3.11
DT3.14
DT3.21
DT 5.2
DT 6.1
Leerdoel Kennisbasis Je kunt je eigen grenzen bewaken Ld 1.4.1 De grenzen van de eigen handelingsbekwaamheid en kwaliteiten worden herkend en bewaakt. Daarnaast wordt waardering en respect voor leerlingen en collega’s getoond en wordt dit ook voor zichzelf gevraagd. Je kunt de kennis van ontwikkeling- en gedragswetenschappelijke theorie (bijvoorbeeld elementen uit de sociale psychologie en de communicatietheorie), die voor de onderwijspraktijk relevant zijn, betrekken op jouw pedagogisch handelen. Ld 2.1.1 Naast het begrip ‘intelligentie’ worden andere ontwikkelingsgebieden van leerlingen onderscheiden die zich in samenhang ontvouwen. Deze begrippen uit de ontwikkelings- en gedragswetenschappelijke theorie worden toegepast bij het benoemen van ontwikkelingsaspecten van zichzelf en van één leerling. Je kunt de kennis van opvoedkundige theorieën en methodieken, die voor de onderwijspraktijk relevant zijn, betrekken op jouw pedagogisch handelen. Ld 2.2.1 De eigen intrinsieke en extrinsieke motivatie en basisbehoeften worden gekoppeld aan de uitgangspunten van de motivatietheorieën (Deci & Ryan, Maslow) en vertaald naar handvatten voor het pedagogisch handelen. Dit pedagogisch handelen wordt gekoppeld aan een verantwoorde keuze voor een autoritaire, laissez-fair of permissieve opvoedingsstijl. Je hebt een grondige beheersing van de basisvakken taal en rekenen. Ld 3.1.1 De grondige beheersing van taal en rekenen op basiskennisniveau wordt toegepast in deze basisvakken. Door de grondige beheersing van taal worden inhouden schriftelijk en mondeling helder en beknopt gecommuniceerd. Je beheerst de leerstof (kennis en vaardigheden) gericht op het behalen van de kerndoelen van het primair onderwijs en kent theoretische achtergronden daarvan. Je kan de leerstof op een begrijpelijke en aansprekende manier uitleggen en demonstreren hoe er mee gewerkt moet worden Ld. 3.2.1 De grondige beheersing van het kerndeel van de kennisbasis wordt toegepast bij het uitleggen en demonstreren van de leerstof op een begrijpelijke en aansprekende manier. Hierbij is aandacht voor de sleutelfunctie van taal (mondelinge taalvaardigheid,) en rekenen (gehele getallen). Je hebt kennis van digitale leermaterialen en -middelen. Je kent de technische en pedagogisch-didactische mogelijkheden en beperkingen daarvan. Ld 3.11.1 Er wordt gereflecteerd op het eigen mediagebruik op basis van begrip over hoe met gebruik van technologie wordt gecommuniceerd, hoe media gemaakt wordt en deze de werkelijkheid kleurt. Je hebt je theoretisch en praktisch verdiept in de vakdidactiek ten behoeve van het type onderwijs en het deel van het curriculum waarin je werkzaam bent. Ld 3.14.1 Met de kennis van de vakdidactiek wordt een relatie gelegd met het ontwikkelingsniveau van de leerlingen in onder of bovenbouw. Je kunt onderwijs evalueren en ontwikkelen: de voortgang volgen, de resultaten toetsen, analyseren en beoordelen. Ld 3.21.1 Door het evalueren van het werk van de leerlingen aan de hand van vooraf opgestelde beoordelingseisen wordt de voortgang gevolgd. Je kunt goed samenwerken met collega’s, ouders en anderen, aanspreken en aanspreekbaar zijn en je professionele handelen uitleggen en verantwoorden. Ld 5.2.1 De organisatie- en bestuursvormen van de eigen werkplek worden samenwerkend in kaart gebracht. Hierbij wordt de opdracht geanalyseerd, uitgezocht welke informatie relevant is en wordt er tenslotte een adequaat antwoord geformuleerd. Hierbij wordt een onderlinge taakverdeling gemaakt, waarbij afspraken gehanteerd worden. Je kunt je pedagogisch handelen afstemmen met ouders en anderen die vanuit hun professionele verantwoordelijkheid bij de leerling betrokken zijn: dat zijn bijvoorbeeld deskundigen binnen en buiten de school, samenwerkingspartners van de school
of, in het kader van bijvoorbeeld werkplekleren, mensen in het bedrijfsleven zoals praktijkopleiders. Ld 6.1.1 Er worden korte gesprekjes over actuele gebeurtenissen gevoerd met ouders/verzorgers met als doel zich voor te stellen en/of te presenteren. Daarnaast wordt er een gesprek gevoerd met een ouder/verzorger naar aanleiding van een vakinhoudelijke observatie van een leerling met als doel informatie te verzamelen over de leerling. Hierbij wordt zorgvuldig en respectvol omgegaan met informatie. DT 7.1 Ld 7.1.1
DT 7.2
Vanuit bewustwording van eigen waarden en normen worden deze via interculturele communicatie gedeeld en geanalyseerd (identiteitsontwikkeling). De kennis van levensbeschouwelijke ontwikkeling (Fowler), morele ontwikkeling (Kohlberg) en identiteitsontwikkeling (Erikson) wordt toegepast op de eigen overtuigingen en identiteit en op het herkennen van de ontwikkelingsfasen bij leerlingen. D.m.v. een reflectief-kritische en dialogische grondhouding, leren met elkaar over levensbeschouwelijke ontwikkeling. Je kunt reflecteren op het eigen pedagogisch-didactisch handelen Een vakbekwame leraar is in staat en bereid om op zijn eigen pedagogisch-didactisch handelen te reflecteren. Dit handelen bepaalt in hoge mate het succes dat leerlingen zullen hebben in het verwerven van kennis, kunde en attitude. Het handelen van de leraar is gebaseerd op eigen denken, voelen en willen; kennis; opvattingen over beroep; persoonlijke kwaliteiten evenals visie op leren en onderwijzen. Om met dit alles bewust om te kunnen gaan en te kunnen vertalen naar eigen gedrag -in combinatie met bewustzijn van de innerlijke drijfveren om leraar te willen zijn- is reflectie nodig. Reflectie in het licht van het doel van onderwijs: kinderen leren voor de toekomst. Ld 7.2.1 Door terug te kijken op incidentele ervaringen op de leerwerkplek komen tot bewustwording van de eigen kwaliteiten en motivatie. Op basis van deze bewustwording wordt een beeld gevormd van de eigen drijfveren, geschiktheid en ontwikkelingsmogelijkheden voor het leraar ZIJN. Hierbij wordt het ui-model van binnen naar buiten gevolgd met aandacht voor vragen als wat doe ik; wat denk ik; wat voel ik en wat wil ik? Wat
8
DT 7.3
DT 7.4
is mijn diepste drive om goed onderwijs te geven, waar doe ik het allemaal voor? Deze zelfkennis met een inzicht in de beroepsmotivatie wordt opgenomen in een bekwaamheidsdossier. De aanstaande leraar is bereid om in een leergemeenschap zijn reflecties te delen. Je kunt werken in een organisatie met een eigen identiteit en visie waarin met collega’s een professionele gemeenschap wordt gevormd waarin onderzoekend en met een ondernemende houding wordt samengewerkt, geleerd en ontwikkeld. Ld 7.3.1 Onder begeleiding wordt een vraag of probleem vanuit de praktijk geformuleerd. Vanuit een open, onderzoekende houding wordt bronnenonderzoek uitgevoerd en een theoretisch kader geschreven. Hierbij worden correcte onderzoeksvragen opgesteld en wordt de methode (onderzoeksontwerp, onderzoekseenheden, onderzoeks-methode en instrument) bepaald en beschreven. De validiteit, betrouwbaarheid en de ethische aspecten van het onderzoek worden benoemd. Dit alles komt tot uiting in een onderzoeksvoorstel dat wordt beschreven volgens de richtlijnen uit het HZ-Kader. Er wordt hierbij sturing gegeven aan het eigen leerproces, met gebruik van een onderzoeksmodel, waarmee startend vanuit de eigen aandachtspunt(en) de persoonlijke en professionele ontwikkeling gestructureerd vorm wordt gegeven (Geldens, 2012). Je kunt onderwijs evalueren en ontwikkelen: je didactische aanpak en handelen evalueren, analyseren, bijstellen en ontwikkelen. Ld 7.4.1 Door voor- en achteraf gerichte leervragen over de didactische aanpak en het handelen in een les te stellen wordt deze planmatig geëvalueerd. Hierdoor ontstaat zicht op de effecten van het eigen onderwijsgedrag en kunnen desgewenst aanpassingen van het gedrag worden geformuleerd.
2.2 TOETSEN De toetsen binnen dit thema staan op VLD onder vier verschillende toetsmatrijzen. Hieronder hebben we alle toetsen overzichtelijk samengebracht. Voor informatie over de wegingsfactor en de duur van tentamens verwijzen we je naar de toetsmatrijzen op VLD. Nr.
Cursuscode
Toetsvorm
Omschrijving
Beoordelaar
CU16625
Open vragen
2 3
CU16625 CU16626
Verslag Presentatie
Jolanda AudenaerdMaas Hilde Kooiker Leerteambegeleider
4
CU16626
Open vragen
Tentamen (Rekenen: Hele getallen, middenbouw) Portfolio (Nederlands: Spelling) Presentatie (Geïntegreerde themaopdracht) Tentamen (WO/LEVO Achtergrondkennis)
5
CU16627
Verslag
6
CU16627
Mondelinge toets
Rapportage ( Geïntegreerde themaopdracht) Mondeling (LEVO: identiteitsontwikkeling)
7
CU16628
Peer-assessment
Reflectie op het werkplekleren
1
Docenten WO, LEVO en Ethiek Leerteambegeleiders Docenten LEVO en leerteambegeleiders Studieloopbaancoach
2.3 COMPETENTIENIVEAU
Om bovenstaande toetsen naar behoren te kunnen afsluiten dien je per toets te bewijzen dat je voldoet aan het competentieniveau. Deze competentieniveaus zijn uitgewerkt in de beoordelingsformulieren. Deze vind je op de VLD.
2.4 HERKANSING
Alle herkansingsmomenten zijn opgenomen in het toetsprogramma pabo 1. Deze is te vinden onder de volgende link https://www.edugroepen.nl/sites/hzpabo/SitePages/Opleidingsdocumenten.aspx
2.5 GEBRUIK VAN DIGITALE LEER- EN ONTWIKKELINGSMIDDELEN 2.5.1 Gebruik van het portfolio (wordpress) Er zijn in dit thema geen specifieke toetsen die in jouw portfolio geplaatst moeten worden. Vanuit gesprekken tijdens studieloopbaancoachingsbijeenkomsten en onderzoekslessen kan op verschillende momenten worden aangegeven welke zaken van belang kunnen zijn voor jouw persoonlijke professionele ontwikkeling. We zullen op die momenten zaken specifiek benoemen. Uiteraard ben je vrij om tussentijds ook reflecties op jouw persoonlijke professionele ontwikkeling in je portfolio op te nemen.
9
2.5.2. Gebruik van Edmodo als digitale klas Edmodo wordt gebruikt om opdrachten in te leveren voor ethiek, onderzoek en andere vakken, tevens kan Edmodo gebruikt worden als digitale klas. In de les van ethiek wordt nog uitleg gegeven over het gebruik van Edmodo. De groepsnaam is: Thema 3: Wat betekent het om leraar te ZIJN? Binnen deze groep zijn nog subgroepen zoals Ethiek. In deze subgroepen staan de opdrachten die gemaakt moeten worden en wanneer deze ingeleverd moeten worden op Edmodo. Heb je geen account? Ga naar www.edmodo.com en maak een studentenaccount aan. Daarna meld je jezelf in de groep aan met de groepscode: pdrngz. Uiteraard is het ook mogelijk om Edmodo als app op je telefoon of tablet te installeren. 2.5.3. Gebruik van documentenbalie als digitaal archief De door jou geschreven rapportage van de themaweek, lever je in via de documentenbalie. Deze documentenbalie vind je op my.hz.nl. Nadat je jouw document hebt geupload, wordt er een plagiaatdetectie gedaan. Nadat de docent jouw rapportage heeft beoordeeld, ontvang je jouw beoordelingsformulier als bijlage op jouw rapport, ook in de documentenbalie.
10
3. ROUTE EN BEGELEIDING
3.1 OVERZICHT VAN CONTACTMOMENTEN/VAKGEBIEDEN
De cursus is onderverdeeld in verschillende contactmomenten / vakgebieden. In onderstaande overzicht is opgenomen hoeveel lessen er voor de verschillende contactmomenten en vakgebieden staan geroosterd, wie de lessen zal geven en wat men kan verwachten van het soort contactmoment / vakgebied. Nr. 1
Contactmoment/Vakgebied SLC
Aantal lessen 4x 90 min
Docent 1a: Henriëtte op den Brouw 1b: Hilde Kooiker 1c: Godelief Riddersma Vincent de Rooij
2
Ethiek
3x 90 min
3
LEVO
6x 90 min
4 5 6 7
Nederlands Rekenen Geschiedenis Aardrijkskunde
6x 90 min 6x 90 min 6x 90 min 6x 90 min
8
Onderzoek
6x 45 min
9
Leerteam begeleid
6x 90 min
10, 11 12a
Leerteam zelfstandig
12x 90 min
Keuze workshop Nederlands
6x 90 min
1a + 1b +1c: Hoorcollege theorie onderzoek, diverse docenten Begeleid werken aan de themaopdracht, diverse leerteambegeleiders Zelfstandig in leerteams werken aan de themaopdracht Hilde Kooiker
12b
Keuze workshop Rekenen
6x 90 min
Jolanda Audenaerd
12c
Keuze workshop Engels
6x 90 min
Sandra Vinke
12 d
Keuze workshop Muziek
6x90 min
Marjo Schillings
1a, 1b: Maarten de Vreese 1c: Leendert-jan Parlevliet Hilde Kooiker Jolanda Audenaerd-Maas Ferdinand Spinnewijn Laurine Verspui
Toelichting contactmoment / vakgebied Praktische studiebegeleiding! Wat is ethiek? Gebruik van het ethisch stappenplan. Verschillende morele stadia van Kohlberg. Mediagebruik. Levo- ABC, Bronnen en levensvragen Jeugdliteratuur Rekenen met gehele getallen Hoe vertel ik een geschiedenis verhaal Kaartlezen en inzetten van diverse media bij aardrijkskunde Hoe schrijf ik een wetenschappelijk rapport Werken aan de geïntegreerde themaopdracht onder begeleiding Zelfstandig werken aan de geïntegreerde themaopdracht Eigen vaardigheid, ter voorbereiding op de toets Cito Basiskennis Nederlands. Eigen vaardigheid, ter voorbereiding op de toets Cito Basiskennis rekenen Eigen vaardigheid, ter voorbereiding op de didactiek lessen Engels
11
3.2
LESWEKEN, PLANNING EN INHOUDEN
In volgende overzicht vind je globaal welke lessen (en in welke fasen) in welke weken worden aangeboden. Vanuit dit overzicht kun je doorklikken naar de desbetreffende les. Deze lessen zijn in de volgende paragrafen beschreven vanuit ieder vakgebied. Met dit overzicht zie je chronologisch wat van jou binnen dit thema wordt verwacht, vanuit de volgende paragrafen zie je een inhoudelijke opbouw van desbetreffende vakgebieden. De leerteambijeenkomsten vormen als het ware de ruggengraat van dit blok. In deze bijeenkomsten wordt steeds gewerkt aan de leerteamopdracht. In onderstaand overzicht kun je zien wat er per week aan bod komt in de begeleide en in de zelfstandige leerteambijeenkomst. De lessen van verschillende vakken sluiten steeds aan bij het proces dat jullie in het werken aan de leerteamopdracht doorlopen. Een voorbeeld: je hebt op een bepaald moment een leerteamopdracht waarbij je inzichten nodig hebt over de leerlijnen van verschillende vakken. In de vakgebiedlessen van die week zal daar aandacht aan worden besteed. In paragraaf 7.2 vind je de inhouden van de lessen van de verschillende vakgebieden. In het onderstaande vind je een overzicht van wat er per week in de begeleide en zelfstandige leerteams aan bod komt en welke opdrachten je per bijeenkomst moet voorbereiden. Voortgang van het proces en verdeling van taken zijn onderwerpen die wekelijks terugkeren in de begeleide leerteambijeenkomsten. Week 0 voorbereiding Je ontvangt een uitnodiging met daarin het programma voor deze dag. Zorg in elk geval voor warme kleding en schoenen waar je goed op kunt lopen.
Inhoud Donderdag:
na
Ochtend: “De verborgen schat”: een inspirerende introductie van het thema “Wat betekent het om leraar te ZIJN?” Middag: informatie over het blok, samenstellen leerteams Vrijdag: ochtend Workshops over thematisch werken door mensen uit het werkveld. - Starten vanuit de eigen ervaringen die je met thematisch werken hebt opgedaan: brainstormen met post-its en van daaruit een mindmap maken over thematisch werken. - Leerteams gaan uiteen naar verschillende workshops. Het doel van de workshop is dat je je kennis over thematisch werken verdiept en verbreedt.
12
-
Terug in je leerteam: ervaringen delen, mindmap aanvullen.
Je krijgt uitleg over de eerste leerteamopdrachten en gaat hier in je leerteam mee aan de slag. Week 1 Leerteam (begeleid)
Leerteam (zelfstandig)
Week 2 Leerteam (begeleid)
Voor de bijeenkomst Neem de mindmap die je hebt gemaakt n.a.v. de workshops en de aantekeningen die je hebt gemaakt van opdracht 1‘ verkennen’ mee naar de bijeenkomst. Neem de mindmap die je hebt gemaakt n.a.v. de workshops en de aantekeningen die je hebt gemaakt van opdracht 1‘ verkennen’.
Voor de bijeenkomst Verzamelen van de feedback van je mentor en je leerteamdocent op het eerste voorstel voor het thema.
Inhoud bijeenkomst Bespreking ervaringen van de leerwerkplek en deze koppelen aan de mindmap over thematisch werken.
Onderzoek op je leerwerkplekschool op welke wijze er thematisch gewerkt wordt. (Zie opdracht 1 ‘verkennen’)
Na de bijeenkomst Voer opdracht 2. ‘ouderparticipatie’ uit.
Waar moet een thema aan voldoen? Betrokkenheid van ouders bij thematisch werken. De docent geeft een toelichting op de opdracht ‘ouderparticipatie’ Vul de mindmap aan met de informatie die je hebt verkregen op je leerwerkplekschool en tijdens het begeleide leerteam. Overleg in je leerteam over mogelijke thema’s en maak een voorstel.
Inhoud bijeenkomst Aanscherpen van de keuze voor het thema: welke doelen worden er bereikt? Verbanden leggen tussen de leerlijnen en werkwijzen van verschillende vakken op de basisschool (behandeld in de lessen) en de inhoud van jullie thema. Hoe kom je tot inspirerende activiteiten? Uitleg over opdracht 4 ‘Leerkrachten observeren.
13
Maak een beargumenteerd voorstel van het thema dat jullie hebben gekozen en leg dit voor aan je leerteambegeleider en aan je mentor. (Zie opdracht . 3. ‘keuze thema’) Na de bijeenkomst Volgende week gaan we ons richten op het onderwerp ‘inspirerende leerkracht’. Op je leerwerkplek ga je opdracht 4 ‘Leerkrachten observeren’ uitvoeren: lessen bijwonen bij andere leerkrachten. Je observeert: wat maakt deze leerkracht inspirerend?
Leerteam (zelfstandig)
Je maakt voor ieder doel dat je nastreeft met je themaweek een koppeling met de bijbehorende leerlijn. (Zie opdracht 5 ‘Doelen koppelen aan de leerlijnen) Achtergrondinformatie verzamelen over het thema. Brainstormen over activiteiten die bij het thema passen. (opdracht 6 ‘vormgeven aan de themaweek)
Week 3 Leerteam (begeleid)
Voor de bijeenkomst Neem de uitwerking van de volgende opdrachten mee: -
Leerteam (zelfstandig)
opdracht 4. ‘Leerkrachten observeren’ opdracht 5. ‘Doelen koppelen aan de leerlijnen’ opdracht 6 ‘Vormgeven aan de themaweek’.
Inhoud bijeenkomst Groepsgesprek a.d.h.v. concrete voorbeelden: Wat maakt een leerkracht inspirerend? (N.a.v. opdracht 4) Bespreken opdracht 5 en 6.
Je verwerkt de feedback die je hebt gekregen op opdracht 5 en 6 tijdens het begeleide leerteam. Je gaat de themaweek verder uitwerken. Je hebt de inhoudsopgave van de eindopdracht gereed. Toewerken naar presentatie in week 4 (opdracht 7 ‘presentatie themaweek’)
14
Na de bijeenkomst Wat betekenen deze ervaringen voor jouw beeld van inspirerend leerkrachtgedrag? Vul het profiel dat je hebt gemaakt bij opdracht 4 verder aan.
Week 4 Leerteam (begeleid)
Voor de bijeenkomst
Inhoud bijeenkomst Je presenteert met je leerteam jullie themaweek aan de rest van de klas. Oefenen in vragen stellen: naar aanleiding van de presentaties worden er vragen gesteld door de andere groepjes.
Leerteam (zelfstandig)
Na de bijeenkomst Je gebruikt de feedback die je hebt gekregen n.a.v. de presentatie om je thema bij te stellen.
Laatste voorbereidingen presentatie of verder werken aan de inhoud van het thema.
Leerwerkplekweek: Je voert (een deel van) de themaweek uit op je leerwerkplek. Houd een logboek bij van je activiteiten. Week 5 Leerteam (begeleid)
Voor de bijeenkomst Neem reflecties/logboek mee.
Leerteam (zelfstandig) Week 6 Leerteam (begeleid) Leerteam (zelfstandig)
Inhoud bijeenkomst Opgedane kennis/ervaringen van de leerwerkplekweek delen en verwerken.
Na de bijeenkomst
Stel, waar nodig, activiteiten van je themaweek bij. Werken aan eindrapportage.
Voor de bijeenkomst
Inhoud bijeenkomst Presenteren en verdiepen
Na de bijeenkomst
Werken aan eindrapportage
15
4. ROLLEN, TAKEN EN SAMENWERKINGSVERBANDEN
In onderstaande overzicht hebben we alle rollen opgenomen die je binnen dit thema tegen zult komen. Onder de toelichting hebben we een beschrijving opgenomen van de rol en de taken die horen bij de rol. Rol Studieloopbaancoach (SLC)
Docent
Werkplekdocent
Leerteambegeleider Student
Toelichting Tijdens je opleiding tot een bekwaam leerkracht basisonderwijs gaat het niet alleen om het verwerven van kennis en vaardigheden. Tijdens de opleiding zal zeker ook jouw persoonlijke ontwikkeling centraal staan. De studieloopbaancoach is een docent van de opleiding die je gedurende de eerste twee jaren van de opleiding intensief zal begeleiden gericht op jouw persoonlijke ontwikkeling. In het begin zal je gerichte opdrachten krijgen en naarmate de opleiding vordert zal het initiatief steeds meer bij jou komen te liggen. Kortom: de studieloopbaancoach begeleidt je bij het ontwikkelen van je persoonlijkheid en de wijze waarop je deze kunt inzetten in je toekomstige werk. Je leert je sterke kanten ontdekken, ontwikkelen en toepassen. Heb je naast de bijeenkomsten nog behoefte aan advies, begeleiding of een goed gesprek? Vraag dan je studieloopbaancoach! Tijdens dit eerste blok zal je kennis maken met een aantal docenten uit de opleiding. Deze docenten hebben allemaal een andere achtergrond en kiezen dus voor een andere invalshoek. De docent geeft les in zijn/haar vak en is beschikbaar voor vragen binnen dit vakgebied. De docent structureert de gelezen theorie en organiseert en stimuleert het uitwisselingen van leerervaringen. Daarnaast zet de docent aan tot verdieping (verder kijken) en helpt bij transfer. Met transfer bedoelen we de constante koppeling tussen theorie en de praktijk (de basisschool). Om een constante pendel tussen theorie en praktijk te kunnen maken is het belangrijk je goed voor te bereiden op iedere les. We vinden het daarom ook erg belangrijk dat je vragen en/of leerwerkplekervaringen deelt in de lessen op de HZ! De werkplekdocent is de leerkracht op de basisschool de juf of meester van jouw leerwerkplek. Van deze werkplekdocent zul je ontzettend veel gaan leren door goed naar hem/haar te kijken, je vragen te stellen en feedback te ontvangen. Samen met de werkplekdocent maak je wekelijks een activiteitenplanning: wat ga je doen, wanneer en met welk doel? Jouw werkplekdocent zal je begeleiden tijdens jouw eerste stappen in het vak van leerkracht. Hij/zij zal antwoord geven op je vragen en feedback geven op jouw gedane activiteiten. Overhandig hem/haar ook deze studentenhandleiding. Binnen je leerteam zul je gedurende dit blok verschillende opdrachten uitvoeren. De leerteambegeleider zal aanwezig zijn tijdens een aantal leerteambijeenkomsten. Deze begeleider is beschikbaar voor vragen omtrent de gegeven opdrachten. Tot slot…de student dat ben jij! We bieden dit eerste blok een uiteenlopend programma waarin we hopen dat jij geïnspireerd en geprikkeld raakt met een wens uit te groeien tot een fantastische leerkracht basisonderwijs. We verwachten een actieve en onderzoekende houding. Concreet betekent dit dat we je vragen je grondig voor te bereiden op alle lessen zodat we tijdens lesmomenten echt kunnen ingaan op het onderwerp van dat moment middels diverse werkvormen. Natuurlijk verwachten we deze houding ook tijdens je leerwerkplekscholen in het basisonderwijs! Er wordt binnen het HBO onderwijs een groeiende mate van zelfstandigheid van je verwacht. Hier zul je misschien best wel aan moeten wennen: we willen je helpen en ondersteuning bieden maar…het initiatief ligt (grotendeels) bij jou!
16
5. BRONNEN EN AANBEVOLEN LITERATUUR Titel Geloof je het Zelf?
Druk 2
Geowijzer
1
Verborgen talenten Jeugdliteratuur op School
1
Hele getallen
2
Geschiedenis & Samenleving
2
Auteur Avest, Ina ter, Kopmels, Tamar, Berg, Bas van den Peters, A.
ISBN
Uitgeverij Coutinho
aanschaffen Nee
9789001785048
ja
Mooren, Piet, Kurvers, Jeanne, Ghonem-Woets, Karen, Koeven, Erna van Petra van den Brom-Snijders e.a. Cees van der Kooij/Marjan de Groot Reuvekamp
9789046902882
Noordhoff Uitgevers Coutinho Thieme Meulenhoff Noordhoff Uitgevers
Ja
9789046903537
9789006955361 9789001815301
17
Ja
ja
6. OPDRACHTEN 6.1 LEERTEAMOPDRACHTEN Titel Achtergrond Opdracht
Leerdoelen Voorbereiding Verslaglegging
Titel Achtergrond
Opdracht
Leerdoelen Voorbereiding Verslaglegging
1. Verkennen Je hebt tijdens de introductiedagen een begin gemaakt met het verkennen van thematisch werken. Je gaat nu als leerteam deze verkenning voortzetten op jullie leerwerkplekscholen. Onderzoek op je leerwerkplekschool welke plek thematisch werken heeft. Denk aan de volgende elementen: - Is er iets vastgelegd over thematisch werken in het schoolbeleid (schoolplan) - Kent de school themadagen of –weken? - Zo ja, hoe zien deze er uit? Hoe wordt het georganiseerd? - Zijn er onderdelen van het lesprogramma die thematisch worden aangeboden? - Worden er excursies gedaan in het kader van thematisch werken? 5.2.1 Je bereidt deze opdracht gezamenlijk voor tijdens de introductiedagen. Vraag tijdig na op je leerwerkplekschool met wie je hierover het best in gesprek kunt gaan. Noteer je bevindingen en verzamel, zo mogelijk voorbeeldmaterialen (bijvoorbeeld van een themaweek die eerder is georganiseerd op de leerwerkplekschool). 2. Ouderparticipatie Er wordt in het basisonderwijs volop nagedacht over ouderbetrokkenheid omdat leerresultaten van kinderen aanzienlijk toenemen als ouders en school goed samenwerken. Juist in themaweken zijn ouders vaak actief op school, zowel praktisch als inhoudelijk. Een eerste kennismaking met wat ouderbetrokkenheid kan inhouden past daarom binnen dit thema. Interview een ouder die actief is binnen de school (bijvoorbeeld een lid van de medezeggenschapsraad, ouderraad of activiteitencommissie) over zijn of haar betrokkenheid bij thematisch onderwijs. Neem het gesprek op met je telefoon. Stel vragen over - De ervaringen met thematisch werken door de school (vraag zowel naar de ervaringen van de ouder als van het kind). - de wijze waarop deze ouder betrokken is bij thematisch werken op de school. - Welke idealen heeft de ouder zelf als het gaat om ouderbetrokkenheid binnen thematisch werken. - Maakt de school volgens deze ouder voldoende gebruik van de kwaliteiten van de ouders binnen thematisch werken? 6.1.1. Je bereidt deze opdracht gezamenlijk voor tijdens de introductiedagen. Vraag tijdig na op je leerwerkplekschool met wie je het best in gesprek kunt gaan. Denk na over hoe je het gesprek gaat inleiden en bereid ongeveer 10 interviewvragen voor. Luister het gesprek terug en noteer de belangrijkste zinnen. Beantwoord vervolgens de volgende vraag: op welke manier zou deze ouder ingezet willen en kunnen worden binnen thematisch werken? Vergelijk in je leerteam jullie uitkomsten, maak gezamenlijk een overzicht waarin de mogelijkheden van ouderbetrokkenheid bij thematisch werken geïnventariseerd zijn. Dit overzicht is onderdeel van het eindverslag.
18
Titel Achtergrond Opdracht
Leerdoelen Voorbereiding Verslaglegging
Titel Achtergrond Opdracht
Leerdoelen Voorbereiding Verslaglegging
3. Keuze thema De verkennende fase wordt afgesloten met de keuze van een thema. Deze keuze moet aansluiten bij de eisen die in de verkenning zijn verzameld. Kies op basis van argumenten een thema waar jullie als leerteam de volgende weken mee aan de slag gaan. Neem als team de volgende stappen: - Maak een overzicht van de eisen waaraan een thema moet voldoen. (deze eisen zijn afkomstig uit de activiteiten op de werkplek en aangereikt in de lessen) - Zoek op wat er past in de tijd van het jaar. - Maak een inventarisatie van de actualiteit waar gebruik van gemaakt kan worden. - Brainstorm over mogelijke thema’s. - Stel een thema vast op basis van argumenten. 5.2.1 Iedereen bereidt zich voor op deze bijeenkomst door de bovenstaande stappen door te nemen. Als groep stel je een verslag op van deze bijeenkomst. Dit verslag bestaat uit de volgende onderdelen: - Inleiding - Gekozen thema - Toelichting waarin de volgende zaken aan de orde komen: de wijze waarop het thema past bij de school/scholen; hoe past het thema in het seizoen en bij de actualiteit; mogelijke andere thema’s. Ten slotte geef je kort weer welke argumenten de doorslag hebben gegeven bij de keuze. Leg dit verslag voor aan je mentor en aan je leerteambegeleider en vraag om feedback. 4. Leerkracht observeren Tijdens thematisch werken halen leerkrachten vaak alles uit de kast. Niet alleen wordt het beste onderwijs ingezet, ook zetten zij zelf hun beste beentje voor. Inspirerende leerkrachten, aan welke kwaliteiten moet er dan gedacht worden? Bespreek de opdracht met je mentor en leg uit wat het doel is. Vraag je mentor een voorbeeldles (bijvoorbeeld een sjabloonles) te geven, waarin hij of zij zoveel mogelijk kwaliteiten kan laten zien. Misschien is het mogelijk om een les te kiezen van een vak waar je mentor zich heel erg in thuis voelt. Maak gebruik van het observatieschema en gebruik dit ook om de les met je mentor na te bespreken. Observeer ook minimaal één andere leerkracht op je leerwerkplekschool. Bespreek met je mentor aan wie je dit zou kunnen vragen en maak tijdig afspraken! Observeer de les en maak aantekeningen van wat er gebeurt. Noteer tijdens of na de les drie momenten waar opvallend leerkrachtgedrag zichtbaar was. Omschrijf deze momenten kort en benoem wat de leerkracht deed om de leerlingen te boeien. Bespreek deze drie momenten met je mentor en analyseer welke leerkrachtvaardigheden hier zichtbaar waren (denk aan interactie, didactiek en klassemanagement). 2.1.1 Plan de te observeren lessen goed en vraag je mentor/ de leerkracht in het kort te vertellen hoe de les is opgebouwd. Lees je in op het onderwerp ‘leerkrachtvaardigheden’ in het materiaal dat je is aangereikt. Profielschets inspirerende leerkracht
19
Titel Achtergrond
Opdracht
Leerdoelen Voorbereiding Verslaglegging
Titel Achtergrond Opdracht
Leerdoelen Voorbereiding Verslaglegging
Titel Achtergrond
Opdracht
5. Doelen koppelen aan de leerlijnen Leuke activiteiten met kinderen worden tot onderwijs als er een doel is. Leuk is in het onderwijs een middel, geen doel. Pas als je een doel voor ogen hebt, kun je bepalen of je kinderen daadwerkelijk iets hebt geleerd. De meeste vakken hebben doorgaande leerlijnen ontwikkeld voor de basisschool. Die leerlijnen zijn gebaseerd op de ontwikkeling van de gemiddelde leerling en verdelen de vakinhouden over de leerjaren. Maak de leuke ideeën die jullie voor de thematiek hebben tot onderwijs door er doelen bij te formuleren. Formuleer inhoudelijke doelen bij je thema: wat kunnen/weten kinderen aan het eind van de themaweek? Koppel ieder doel aan minimaal één leerlijn van een vak (dat in dit blok aan bod komt). Formuleer procesdoelen op het gebied van samenwerking en van ontdekkend/onderzoekend leren. Probeer de doelen nader te specificeren voor groep 5/6 en 7/8. 3.14.1 Verzamel de leerlijnen van de verschillende vakken. Je kunt deze vinden in de methodes op de leerwerkplekschool en in de owp en ze worden aangereikt in de verschillende lessen. Neem de doelen en de onderbouwing op in jullie eindverslag. 6. Vormgeven aan de themaweek Je hebt een thema gekozen en daarbij doelen geformuleerd. De volgende stap is om te komen tot een concrete invulling van de themaweek. Ontwerp gezamenlijk een tijdpad en een invulling van de themaweek voor alle dagdelen van de week. Begin met de gezamenlijke activiteiten, zoals de opening, de afsluiting, de eventuele excursies en of voorstellingen. Maak op basis van je doelstellingen een hoofdlijn voor elke groep en vul het schema in van elke groep voor de hele week. De nadere uitwerking van een dagdeel of onderdelen van dagdelen is aan iedere student zelf. Iedereen werkt uit wat hij of zij gaat uitvoeren op de werkplek. Zorg dat je daarover ook overlegt met je mentor. De mogelijkheden van de school zijn bepalend en jouw eigen ambities spelen ook een belangrijke rol. Als leerteam kun je wel elkaar ondersteunen in de keuze voor een dagdeel en de uitwerking van de lesactiviteiten. Zie de leerdoelen van de eindopdracht Verzamel al het materiaal uit de verkennende fase. Dit ontwerp is het afsluitende deel van de groepsopdracht. De criteria waar dit verslag aan moet voldoen vind je op de VLD vanaf week 3. 7. Presentatie themaweek op de opleiding Scholen werken bij themaweken en andere gezamenlijke activiteiten vaak in werkgroepen. Zulke werkgroepen presenteren hun plannen aan de collega’s van een team tijdens een teamvergadering. Ook worden themaweken gepresenteerd aan ouders. Voor beide gelegenheden is een professionele presentatie de aangewezen vorm. Maak als leerteam een presentatie van jullie themaweek. Neem de toehoorders mee in jullie overwegingen en zorg voor een helder beeld van de hoofdlijn van de activiteiten. Gebruik een PowerPoint of Prezi voor de visualisering van je verhaal. Bereid als Leerteam de volgende stappen voor: Bedenk een pakkend begin voor je presentatie. Een beeld of verhaal dat het doel van jullie week goed samenvat. Een korte presentatie van de inhoud op hoofdlijnen
20
Leerdoelen Voorbereiding Verslaglegging
De doelstellingen die daarbij horen De vormen die jullie gaan inzetten en de wijze waarop de week begint en wordt afgesloten. Een paar voorbeelden van uitgewerkte onderdelen van de week. Bedenk een logische afsluiting waarbij eventueel het verhaal of het beeld van het begin terugkomt. Zie de leerdoelen van de eindopdracht Niet van toepassing Zie de criteria van de eindopdracht
6.2 WERKPLEKOPDRACHTEN OVERZICHT
Hieronder zie je welke werkplekopdrachten er zijn, naast de leerteamopdrachten. Het is van belang dat je deze opdrachten ziet als leerdoelen waar je in deze periode aan werkt. Bekijk goed om welke vaardigheid het gaat en welke criteria er zijn, bespreek met je mentor wat jou al lukt en wat je nog beter kunt doen. Het kan dan zijn dat je een bepaalde opdracht een aantal keer zult uitvoeren om tot beheersingsniveau te komen. Plaats al je werkplekopdrachten op je digitaal portfolio onder de categorie Thema 3 werkplekopdrachten met de tag vakgebied(noteer juiste vakgebied) en met de titel van de werkplekopdracht. Nr. 1 2 3 4 5 6
Vakgebied Nederlands Nederlands Rekenen Rekenen Rekenen Geschiedenis Aardrijkskunde
Soort Lesactiviteit Lesactiviteit Observatie Observatie Lesactiviteit Lesactiviteit Lesactiviteit
Titel Geef (drie) spellingslessen voorlezen Rekenles mentor observeren Observatie rekenstrategieen Rekenactiviteit Geschiedenisvertelling Inspirerende les aardrijkskunde
WERKPLEKOPDRACHT 1: THEMA 3 NEDERLANDS Cursuscode CU16625 Vakgebied Nederlands Soort lesactiviteit Titel Geef (drie) spellinglessen 1. Opdracht Deze opdracht wordt beschreven in de studiehandleiding Spelling (16625) onder opdracht 6. Hier wordt aangegeven dat je drie lessen moet geven. Als het lukt om dat in te plannen, is het mooi maar gezien het aantal leerwerkplekdagen is het mogelijk wat veel. Probeer in elk geval één keer een spellingles van je mentor te observeren en één les zelf te geven. Let op, ook opdracht 7 (dictee afnemen en analyseren) moet je uitvoeren op je leerwerkplek en dus plannen met je mentor. Dit kan heel goed aan het begin van je leerwerkplekperiode 2. Relatie competenties, deeltaken en leerdoelen
3.1.1 De grondige beheersing van taal en rekenen op basiskennisniveau wordt toegepast in deze basisvakken. Door de grondige beheersing van taal worden inhouden schriftelijk en mondeling helder en beknopt gecommuniceerd. 3.2.1 De grondige beheersing van het kerndeel van de kennisbasis wordt toegepast bij het uitleggen en demonstreren van de leerstof op een begrijpelijke en aansprekende manier. Hierbij is aandacht voor de sleutelfunctie van taal (mondelinge taalvaardigheid, woordenschat, jeugdliteratuur en spelling) en rekenen (gehele getallen). 3. •
Criteria Je kent verschillende specifieke instructieprincipes voor spelling en kunt deze toepassen in een les.
21
WERKPLEKOPDRACHT 2: THEMA 3 NEDERLANDS Cursuscode CU16625 Vakgebied Nederlands Soort lesactiviteit Titel voorlezen 4. Opdracht Ga tijdens leerwerkplekdagen zoveel mogelijk voorlezen. Vraag je mentor feedback te geven aan de hand van de ‘checklist voorlezen’ (wordt toegelicht in les 3 en is ook te vinden op de vld) en stel jezelf doelen aan de hand van deze feedback. Probeer je ook te oriënteren op de leesomgeving binnen de school: Hoe staat het met het aanbod van boeken? Welke activiteiten worden er georganiseerd? Op welke manier wordt er samengewerkt met de bibliotheek,? Welke boeken lezen kinderen graag? 5. Relatie competenties, deeltaken en leerdoelen
3.2.1 De grondige beheersing van het kerndeel van de kennisbasis wordt toegepast bij het uitleggen en demonstreren van de leerstof op een begrijpelijke en aansprekende manier. Hierbij is aandacht voor de sleutelfunctie van taal (mondelinge taalvaardigheid, woordenschat, jeugdliteratuur en spelling) en rekenen (gehele getallen). 6. •
Criteria Als je met jouw verhaal de hele klas weet te boeien ben je op de goede weg!
22
WERKPLEKOPDRACHT 3: REKENEN 1 THEMA 3 UITVOERING: LEERWERKPLEKDAG 2 OF 3 Cursuscode CU16625 Vakgebied Rekenen/wiskunde Soort observatie Titel Rekenles mentor observeren 1. Opdracht Observeer je mentor terwijl hij een rekenles geeft uit het domein getallen en getalbegrip (dus niet meten of meetkunde). De bedoeling van deze opdracht is dat je mentor een goed voorbeeld aan jou geeft, zodat jij binnenkort ook zo’n rekenles kunt gaan geven. Let op de inhoudelijke en organisatorische voorbereidingen van je mentor; let op de interactie van je mentor met de kinderen; let op het management van je mentor; let op de didactiek. Zorg dat je vooraf in de handleiding hebt gelezen hoe de les gegeven gaat worden. Bespreek daarna met je mentor wat je geleerd hebt van deze voorbeeldles. 2. Relatie competenties, deeltaken en leerdoelen (zie de beschrijving in hoofdstuk 2.1.2) DT 1.4 Ld 1.4.1 DT 3.14 Ld 3.14.1 DT 3.1 Ld 3.1.1 DT 3.21 Ld 3.21.1 DT 3.2 Ld 3.2.1 DT 7.4 Ld 7.4.1 3. Criteria De student 1. leest ruim vooraf de handleiding; 2. kijkt of vraagt naar inhoudelijke en organisatorische voorbereidingen van de mentor; 3. kijkt tijdens de les naar de interactie van de mentor en maakt daar aantekeningen over; 4. kijkt tijdens de les naar het management van de les door de mentor en maakt daar aantekeningen over; 5. kijkt gericht naar de didactiek, waaronder vragen stellen van de mentor en maakt daar aantekeningen over; 6. vraagt de mentor naar de gemaakte keuzes; 7. kan aangeven wat hij geleerd heeft van de voorbeeldles van de mentor.
23
WERKPLEKOPDRACHT 4: REKENEN 2 THEMA 3 UITVOERING : NA LES 3 HZ Cursuscode CU16617 Vakgebied Rekenen/wiskunde Soort Observatie Titel Observatie rekenstrategieën 1. Opdracht Kies in overleg met je mentor twee leerlingen uit je groep die qua ontwikkeling in het hoofdrekenen veel van elkaar verschillen. Observeer hen, bekijk hun werk en probeer door goed te kijken en door vragen te stellen te achterhalen hoe ze rekenen, welke denkstappen ze maken, welke kennis ze gebruiken om de som op te lossen, welke vergissingen ze maken en hoe dat komt. Vraag de kinderen hun oplossing te verwoorden of te noteren op kladpapier. Kies enkele hoofdrekenvragen uit met betrekking tot optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen tot 1000. Je kunt gebruikmaken van hoofdrekensommen (automatiseren) uit de rekenmethode. Kies sommen uit die handig uit te rekenen zijn, bijvoorbeeld via de strategie rijgen, splitsen, compenseren, transformeren of de nulregel. Gebruik voor de juiste begrippen het boek Hele getallen (hoofdstuk 4 en 5). Maak aantekeningen. Kopieer of fotografeer het werk van de kinderen (zonder naam). Deze opdracht kan niet gecombineerd worden met het geven van een rekenles! Je moet al je aandacht bij de twee te observeren kinderen kunnen houden. 2. Relatie competenties, deeltaken en leerdoelen DT 1.4 Ld 1.4.1 DT 3.14 Ld 3.14.1 DT 3.1 Ld 3.1.1 DT 3.21 Ld 3.21 DT 3.2 Ld 3.2.1 DT 7.4 Ld 7.4.1 3. Criteria
1. Observeert de kinderen door zelf op de achtergrond te blijven en de kinderen veel te laten doen; 2. Achterhaalt door goed te kijken en gericht vragen te stellen welke denkstappen de kinderen maken; 3. Is geïnteresseerd in vergissingen van de kinderen; 4. Probeert de oorzaak van de vergissing te achterhalen.
24
WERKPLEKOPDRACHT 5: REKENEN 3 THEMA 3 UITVOERING : NA LES 4 HZ (MINSTENS 2 X) Cursuscode CU16617 Vakgebied rekenen Soort lesactiviteit Titel Rekenactiviteit 1. Opdracht In de bovenbouw gaat het zowel om rekenen met het hoofd als om rekenen uit het hoofd. Verzorg een rekenactiviteit die te maken heeft met globaal of precies hoofdrekenen (van den Brom - Snijders, van den Bergh, Hutten, & van Zanten, 2014). In de meeste rekenmethodes is automatiseren een dagelijks of zeer regelmatig terugkomend onderdeel van de les. In deze werkplekopdracht ben jij verantwoordelijk voor dit onderdeel. Vaak gebeurt het automatiseren kort en krachtig aan het begin van de les. Soms is het onderdeel automatiseren niet zichtbaar in het leerlingenboek, alleen in de handleiding. Kijk dus niet alleen in het leerlingenboek, maar ook goed in de handleiding. Behalve het onderdeel uit de methodeles, mag je ook kiezen voor een hoofdrekenspel. Je mentor geeft de andere onderdelen van de les. Deze opdracht herhaal je tot onderstaande criteria (ruim) voldoende zijn (minstens 2 keer). 2. Relatie competenties, deeltaken en leerdoelen DT 3.1 Ld 3.1.1 DT 7.2 Ld 7.2.1 DT 3.2 Ld 3.2.1 DT 7.4 Ld 7.4.1 DT 3.14 Ld 3.14.1 3. Criteria Voorbereiding: 1. beschrijft een korte intensieve activiteit waarbij alle kinderen voortdurend betrokken zijn; 2. beschrijft de gewenste oplossingsstrategieën; Uitvoering: 3. vertelt de leerlingen welke vaardigheid geoefend gaat worden en stelt na de activiteit met de kinderen vast of de vaardigheid voldoende beheerst wordt; 4. geeft bij de activiteit passende, korte feedback; 5. geeft indien nodig een hint, zonder het antwoord voor te zeggen; 6. geeft een kind dat het even niet weet gelegenheid zich te herstellen; 7. heeft materialen klaarliggen; 8. er zit vaart in de oefening; 9. sluit qua rekenstrategieën aan bij hoe de kinderen het geleerd hebben in de methode
25
WERKPLEKOPDRACHT 6: GESCHIEDENIS THEMA 3 Cursuscode CU16626 Vakgebied Geschiedenis Soort Lesactiviteit Titel Vertelling geschiedenisverhaal 1. Opdracht Vertelling van een (bestaand) verhaal. Geef een geschiedenisles waarbij beeldvorming plaatsvindt d.m.v. een vertelling van een (bestaand) verhaal. Bespreek deze opdracht tijdig met de mentor. Spreek een datum en onderwerp af met je mentor wanneer je je vertelling doet, bij voorkeur in de leerwerkplekweek (thematisch werken). 2. Relatie competentie, deeltaken, leerdoelen Ld 1.4.1, Ld. 3.2.1, Ld. 3.14.1, Ld.7.2.1, Ld.7.4.1 3. Criteria De student ontwerpt en voert uit een geschiedenisonderwijsactiviteit waarbij een verteld verhaal gepresenteerd aan de gehele groep, de centrale didactische werkvorm is. Deze onderwijsactiviteit sluit aan bij het geschiedenisonderwijs van de groep en biedt de kinderen de mogelijkheid zich in te leven in, en zich te identificeren met personen uit het verleden. In deze les staat beeldvorming van de historische werkelijkheid centraal. De leerkracht kan na de les leervragen formuleren m.b.t. inhoud en vorm. De student hanteert hierbij de aangereikte voorbereidings- en uitvoeringsaspecten.
WERKPLEKOPDRACHT 7: AARDRIJKSKUNDE THEMA 3 Cursuscode CU16626 Vakgebied aardrijkskunde Soort Lesactiviteit Titel Inspirerende les aardrijkdkunde 1. Opdracht Geef een aardrijkskundeles waarbij de zintuigen van de leerlingen worden geprikkeld, je de geografische vierslag toepast, je de juiste vragen stelt aan de leerlingen en je gebruik maakt van een jeugdboek. Bespreek deze opdracht tijdig met de mentor. Spreek een datum en onderwerp af met je mentor wanneer je je les doet, bij voorkeur in de stageweek (thematisch werken). 2. Relatie competentie, deeltaken, leerdoelen Ld 1.4.1, Ld. 3.2.1, Ld. 3.14.1, Ld.7.2.1, Ld.7.4.1 3. Criteria De student ontwerpt en voert uit een aardrijkskundeonderwijsactiviteit waarbij een les gegeven wordt aan de gehele groep. De didactische werkvorm ben je vrij om te kiezen. Deze onderwijsactiviteit sluit aan bij het aardrijkskundeonderwijs van de groep. In deze les staat beeldvorming van de geografische werkelijkheid centraal. De leerkracht kan na de les leervragen formuleren m.b.t. inhoud en vorm. Student hanteert hierbij de aangereikte voorbereidings- en uitvoeringsaspecten.
26
7. INHOUD VAN DE LESSEN PER VAKGEBIED 7.1
INHOUD VAN DE LESSEN LEERTEAM BEGELEID EN LEERTEAM ZELFSTANDIG
De inhoud van de bijeenkomsten voor het leerteam is verwoord in de leerteamopdrachten. Deze staan beschreven in hoofdstuk 6.1 van deze handleiding. De lessen vanuit de verschillende vakgebieden sluiten zoveel mogelijk aan bij de overkoepelende themaopdracht. In de tabel hieronder zie je welke onderwerpen er als een rode draad door de weken heen lopen. Niet elke les zal hier volledig op aansluiten en mogelijk valt niet iedere les precies in de genoemde week, maar met behulp van deze tabel ontdek je zeer zeker een patroon. Week 1 Week 2 Week 3 Week 4 Week 5 Week 6
7.2
Rode draad die door de lessen van de vakgebieden heen loopt Verkennen, inleiding in het vakgebied Bronnen zoeken en gebruiken Vertellen, voorlezen en mediagebruik Vragen stellen Feedback geven en ontvangen Verdieping en afronding
INHOUD VAN DE LESSEN ETHIEK Ld. Ld 2.2.1 - Ld 3.11.1 - Ld 7.1.1 Vóór de les
Les 1:
Tijdens de les Doel, na de les: Begrijp je wat het ethiek is. Ken je het ethisch stappenplan. Inhoud: Inleiding Ethiek: waarden, normen en deugden. Informatie en het waarom van een ethisch stappenplan.
Les 2:
Voorbereidingsopdracht les 2 Beschrijf een ethisch probleem dat voor zou kunnen komen in je leerwerkplek en werk deze uit d.m.v. het ethisch stappenplan. Zet deze voor de les op Edmodo als “voorbereidingsopdracht 2” en neem deze opdracht mee naar de les.
Doel, na de les: Heb je kennis genomen en toepassen van de diverse stadia van morele ontwikkeling (Freud en Kohlberg) Inhoud: Uitgewerkte casus met stappenplan bespreken met behulp van close reading en kritisch denken.
Lees en bestudeer de fases van Kohlberg voor de basisschool zie Kennisbasis Geestelijke stromingen. https://10voordeleraar.nl/document s/kennisbases_pabo/advies_kb_gees telijke_stromingen.pdf
In de les kijken we waar moraliteit vandaan komt. Komt het van je ouders, cultuur of zit het er al in voor de geboorte. We bekijken de theorieën van Freud en Kohlberg. We maken een groepspresentatie over de ontwikkelingsstadia van Kohlberg.
Na de les Voorbereidingsopdracht les 2: Beschrijf een ethisch probleem dat voor zou kunnen komen in je leerwerkplek en werk deze uit d.m.v. het ethisch stappenplan. Alle opdrachten uit les 2 zet je op Edmodo (zie PPP. les 2) Voorbereidingsopdra cht 3: Zoek of bedenk een (ethische) casus die betrekking heeft op het gebruik van internet bij kinderen.
Uitleg voorbereidingsopdracht les 3: Ethiek, mediagebruik en het ethisch stappenplan. Les 3:
Voorbereidingsopdracht 3: Beschrijf een (ethische) casus die betrekking heeft op het gebruik van internet bij
Doel, na de les:
Alle opdrachten uit les 3 zet je op
27
kinderen en geef aan wat je zelf vind van dit etische probleem.. Zet deze voor de les op Edmodo als “voorbereidingopdracht 3” en neem deze opdracht mee naar de les.
7.3
Kan je reflecteren op je eigen mediagebruik op basis van begrip en respect. De voor- en nadelen bij het gebruik van internet door kinderen. Hoe media gemaakt wordt en deze de werkelijkheid kleurt. Inhoud: In deze les besteden we aandacht aan mediagebruik zowel door jezelf als bij kinderen. (media 3.11.1) Mediagebruik, Facebook. Cyberpesten, etc.. Hoe kan je internet inzetten voor je themaweek?
Edmodo (zie PPP. les 3).
INHOUD VAN DE LESSEN LEVENSBESCHOUWELIJKE VORMING (LEVO)
Les 1:
Les 2:
Les 5: In de weken tussen 2 en 5 zijn er excursies
levensbeschouwelijke vorming Vóór de les Beschrijf voor jezelf het beeld van lessen van levensbeschouwing en/of godsdienst die jij kent. Ga na hoe het vak op je leerwerkplekschool wordt gegeven en vorm krijgt.
Bekijk de documentaire over Filosoferen met kinderen op internet: https://www.youtube.com/watc h?v=rSs0XJygif8&list=PLOHSecle WrcYuO4JoiG96D11Id-vT_no0
Zoek een tekst die jouw mening over interreligieus leren, dialoog en de opdracht van de school daarbij verwoord. Denk aan begrippen als integratie, burgerschap en waarheid.
Tijdens de les Doel: - Kennismaken met nieuwe invulling van een oud vak - Besef van verandering van de tijd en samenleving Inhoud: - Godsdienst in de samenleving - Ruimte voor beleving en de plaats van verhalen - Doelstellingen Levo
Na de les Beoordeel de lessen die je kende op basis van de inhouden van de les.
Doel: -
Reflectie schrijven en delen met medestudenten over jouw visie op dialoog en jouw mogelijkheden en bedenkingen.
Inhoud: Doel: -
-
Voorbereiding van de excursies naar synagoge, kerk en moskee Besef van de complexiteit van dialoog en respectvolle communicatie Levensvragen Filosoferen met kinderen Dialoog en respect Luisteren en je verplaatsen in Verwerken en toe-eigenen ervaringen en inzichten van de excursies naar Synagoge, Kerk en moskee Nadenken over spanning tussen relativisme en absolutisme.
Inhoud: - Terugblik op bezoek aan Synagoge, Kerk en moskee - Oefeningen in inleven in overtuiging van anderen
28
Invullen reflectie van deze lessen en excursies met behulp van het format dat ook de voorbereiding is van het mondeling. (wordt apart gepubliceerd)
-
7.4
Oefening in respectvolle communicatie
INHOUD VAN DE LESSEN NEDERLANDS
Les 1. Hoe word je een lezer? Vóór de les
Neem je favoriete kinderboek mee naar de les. Denk na over jouw leesontwikkeling: ben je een lezer of juist helemaal niet? Hoe is dat gekomen? Welke ervaringen hebben daar een rol in gespeeld? Lees hoofdstuk 2 “Het beslissende boek” uit Verborgen talenten.
Tijdens de les Doelen:
1.
2. 3. 4. 5.
Na de les
Je weet wat het einddoel is waar we voor het vak Nederlands naar toe werken in dit blok en welke (formatieve) tussendoelen er zijn. Je weet dat je voor Nederlands een leesdossier aan moet leggen en hoe dit gevuld gaat worden. Je ontdekt bepalende aspecten in je eigen leesontwikkeling. Door je analyse met elkaar te delen kom je samen tot inzicht in wat belangrijk is in de leesontwikkeling van kinderen. Je koppelt je bevindingen aan de functies van jeugdliteratuur (KB 7.3.1)
Maak op je wordpress een tab ‘leesdossier’ aan. Maak een foto of scan van je gedragspatroongrafiek en plaats deze in je leesdossier.
Inhouden:
• • • • •
Leerdoelen van het onderdeel jeugdliteratuur binnen dit thema. Je eigen leesontwikkeling tot op heden. Factoren die een rol spelen in de leesontwikkeling van kinderen. De functies van jeugdliteratuur. Opzet leesdossier
Les 2. Leerlijnen, genres en de bibliotheek Vóór de les Tijdens de les
Lees hoofdstuk 6 en 7 uit Verborgen Talenten. Oriënteer jezelf via deze links vast op de diensten die de bibliotheek biedt aan het basisonderwijs. http://www.bibliotheekmb.nl/educati e/primair-onderwijs.html
Doelen:
1. 2.
3. 4.
http://www.dezb.nl/bibliotheek/onde rwijs/primair-onderwijs.html http://www.bibliotheek.nl/jeugd-enjongeren/ouders-enprofessionals.html
Na de les
Je weet welke leerlijnen je kunt raadplegen om jeugdliteratuur een plek te geven in de leerteamopdrachten. Je kunt verschillende genres en de kenmerken van deze genres binnen de jeugdliteratuur onderscheiden (KB 7.1.4) Je weet welke diensten de bibliotheek biedt. Je weet op welke manier je op internet geschikte boeken binnen een thema of voor een bepaalde doelgroep kunt vinden.
Gebruik de informatie die je hebt gekregen over leerlijnen voor leerteamopdracht 5. Doelen koppelen aan de leerlijnen. Je weet nu hoe je bij de onderwijsbibliotheekdien st een themacollectie kunt aanvragen. Het is misschien een goed idee om dit ook gelijk te doen voor jullie thema!
Inhouden:
• •
Leerlijnen: kerndoelen, tussendoelen en het referentiekader taal. Verschillende genres binnen de jeugdliteratuur
29
• •
Les 3. Voorlezen, vertellen en verfilmen. Vóór de les
Tijdens de les Doelen:
Bekijk de trailer van een verfilming van een kinderboek dat je zelf hebt gelezen. (www.youtube.com) Noteer zaken die je opvallen. Zie je verschillen met het verhaal in het boek? Lees: Tussen kunst en commercie uit “Een land van waan en wijs” ( Ghesquière, R. et al. 2014, te vinden op de vld)
Het aanbod van de bibliotheek. Gebruik maken van diensten en zoekmachines van de bibliotheek.
1. 2. 3. 4.
Inhouden:
• • • •
Na de les
Je weet waar een goede voordracht (bij voorlezen) aan moet voldoen. Door elkaar voor te lezen en feedback te ontvangen kun je voor jezelf leerdoelen stellen m.b.t. voorlezen. Je kent het begrip narratologie en weet wat daarmee wordt bedoeld (KB 7.3.2) Je bent je bewust van (narratologische) ingrepen die worden gedaan bij het verfilmen van boeken.
Pas de inhouden uit deze les over mediagebruik toe in de leerteamopdrachten. Ga op je leerwerkplek aan de slag met voorlezen en gebruik hierbij de checklist die in de les is geïntroduceerd. (werkplekopdracht)
Oefenen in voorlezen en elkaar hier feedback op geven. Narratologie: theoretische achtergrond Van boek naar film: vertellen ze hetzelfde verhaal? Aandachtspunten voor het gebruik van media in je lessen.
Les 4. Werken met boeken in de bovenbouw Vóór de les Tijdens de les
Lees hoofdstuk 5 uit Verborgen Talenten
Doelen:
1. 2.
In je leerteam heb je mogelijk al besproken hoe je jeugdliteratuur in wilt gaan zetten in het thema en welke boeken jullie hiervoor willen gaan gebruiken. Zorg dat je deze gegevens tijdens de les bij de hand hebt.
Inhouden:
Les 5. Boeken beoordelen Vóór de les
Tijdens de les
Lees hoofdstuk 4 uit Verborgen Talenten
3.
• • •
Doelen:
1.
Na de les
Je weet wat er wordt bedoeld met het begrip ‘leesomgeving’ Je kent een aantal werkvormen die je kunt inzetten om jeugdliteratuur in je lessen te gebruiken en om met leerlingen in gesprek te raken over boeken. Je hebt nagedacht over boeken en werkvormen die aansluiten bij het thema van jullie leerteamopdracht.
Bespreek met je leerteam op welke manier jullie jeugdliteratuur in willen gaan zetten binnen jullie thema en welke boeken jullie geschikt vinden of stel jullie plannen, zo nodig, bij.
Hoe creëer je een rijke leesomgeving? Jeugdliteratuur gebruiken in je lessen. Het inzetten van boeken binnen jullie thema.
Na de les
Je weet dat de criteria die iemand gebruikt om kinderliteratuur te
Bekijk in je leerteam nog eens kritisch de boeken
30
2. 3.
Inhouden:
• • •
beoordelen afhankelijk is van zijn visie op kinderboeken. Je kunt een gefundeerd oordeel vormen over een tekst. Je weet op welke manieren kinderboeken in ons land worden beoordeeld en bent je bewust van de verschillende invalshoeken en belangen die er zijn (KB 7.3.4 en 7.3.6) Boeken beoordelen Recensies en prijzen voor jeugdliteratuur Criteria voor het beoordelen van boeken
Les 6. Poëzie, tekst en beeld, intertekstualiteit Vóór de les Tijdens de les
Bekijk op www.lesintaal.nl de items 8.3.2 t/m 8.3.8) Noteer vragen die je hier mogelijk over hebt.
die jullie hebben gekozen bij jullie thema. Hoe worden deze boeken beoordeeld door verschillende groepen? (kinderen, ouders, leerkrachten, leesbevorderaars, literaire kenners etc.)
Na de les
Doelen:
8.
Je kunt vergelijkingen maken tussen beeldtaal en geschreven taal. 9. Je kent werkvormen die je kunt inzetten om met poëzie aan de slag te gaan. 10. Je kent het begrip ‘intertekstualiteit’ en kunt hier voorbeelden van herkennen. 11. Je kunt de verschillende niveaus van taal herkennen (KB 8.3.2 t/m 8.3.8)
Lees 10 boeken van de keuzelijst jeugdliteratuur. (vld) Neem dit lijstje op in je leesdossier.
Inhouden:
• • • •
7.5
Les Les 1
Beeldtaal in kinderboeken Aan de slag met gedichten voor kinderen. Intertekstualiteit: ontdek dat alle verhalen met elkaar in verbinding staan. Niveaus van taal ontdekken aan de hand van gedichten.
INHOUD VAN DE LESSEN REKENEN Vóór de les Iedere basisschool gebruikt een rekenmethode. Bekijk op de werkplek de rekenmethode en zorg ervoor dat je antwoord kan geven op de volgende vragen: • Welke methode wordt er gebruikt in groep 3 -8? • Uit welke onderdelen bestaat de methode (denk ook aan websites, werkboeken en kopieerbladen) ? • Hoelang is deze methode al in gebruik?
Tijdens de les Doelen: • Je kunt getallen > miljoen uitspreken • Je kunt grote getallen schrijven met de wetenschappelijke notatie • Je kunt de wetenschappelijke notatie omzetten in een getal • Je weet welke onderdelen er in de cursus getoetst worden • Je beheerst en herkent de betekenis van getallen • Je herkent de verzameling van natuurlijke getallen N • Je herkent:
31
Na de les Lezen : • hoofdstuk 1 t/m blz. 16 en 27 - 31 Maken: • startopgaven les 1 • hoofdstuk 1 blz. 12, 13, 14, 29
•
•
Zijn er volgens je mentor onderdelen of domeinen in de huidige methode die niet voldoen aan het gewenste leeraanbod? Wat is jouw eerste indruk van de rekenmethode?
Maak hier een verslagje van en neem dit mee naar de eerste les rekenen. •
Les 2
Lezen : • hoofdstuk 1 t/m blz. 16 en 27 - 31 Maken: • Startopgaven • hoofdstuk 1 blz. 12, 13, 14, 29
de commutatieve of verwisseleigenschap bij optellen en vermenigvuldigen • de associatieve eigenschap bij optellen en vermenigvuldigen • de distributieve of verdeeleigenschap voor vermenigvuldigen Je kan bovenstaande eigenschappen toepassen •
Inhouden: • Uitleg rekenen in thema 3 op de HZ en op de werkplek • Uitbreiding getallennetwerk met hele grote getallen • Wetenschappelijke notatie • Eigenschappen van bewerkingen • Eigenvaardigheid op 3F niveau, domein hele getallen Doelen: • Je kunt bewerkingen maken in diverse talstelsels • Je herkent de leerlijn hele getallen voortgezet rekenen • Je kent de indeling van de hoofdrekenstrategieën bij + en • Je kunt in leerlingenwerk de hoofdrekenstrategieën herkennen • Je kunt een som uitrekenen via de aangegeven hoofdrekenstrategie bij + en – • Je herkent situaties waarbij globaal rekenen nodig is Inhouden: • Leerlijn hele getallen • Talstelsels • Hoofdrekenstrategieën + en – • Globaal rekenen • Eigenvaardigheid op 3F niveau, domein hele getallen
Les 3
Gebruik blz. 112 (leerlijnen voortgezet rekenen) en kijk of je de onderdelen van de leerlijn in de methode van je groep terug
Doelen: • Je maakt kennis het begrip deelbaarheid
32
Gebruik blz. 112 (leerlijnen voortgezet rekenen) en kijk of je de onderdelen van de leerlijn in de methode van je groep terug kan vinden. Maak er een aantal foto’s van en neem die mee naar les 3. Werkplekopdracht 1 Lezen : • hoofdstuk 1 t/m blz. 17 • hoofdstuk 5.1 (blz. 109-113) Maken: • startopgaven les 2 • hoofdstuk 1 blz. 14, 16, 17 Werkplekopdracht 2 Lezen :
kan vinden. Maak er een aantal foto’s van en neem die mee naar les 3. Lezen : • hoofdstuk 1 t/m blz. 17 • hoofdstuk 5.1 (blz. 109-113) Maken: • startopgaven les 2 • hoofdstuk 1 blz. 14, 16, 17
Les 4
Lezen : • hoofdstuk 1 t/m blz. 18 • hoofdstuk 5.1 (blz. 114-119) Maken: • hoofdstuk 1 blz. 17, • hoofdstuk 5 blz. 116 – 117
Les 5
Lezen: • hoofdstuk 1 t/m blz. 21 Maken: • hoofdstuk 1 blz. 19, 20, 33 • hoofdstuk 5.6 116, 117
•
hoofdstuk 1 t/m blz. 18 hoofdstuk 5.1 (blz. 114-119)
Je kunt snel zien of een getal deelbaar is door 2, 4, 5 en 10 • Je kent de indeling van de hoofdrekenstrategieën bij x en : • Je kunt in leerlingenwerk de hoofdrekenstrategieën herkennen • Je kunt een som uitrekenen via de aangegeven hoofdrekenstrategie bij x en : Inhouden: • (reken)verhaal • Deelbaarheid • Hoofdrekenstrategieën x en : • Eigenvaardigheid op 3F niveau, domein hele getallen
•
Doelen: • Je maakt kennis het begrip deelbaarheid • Je kunt snel zien of een getal deelbaar is door 3, 6, 9 • Je kunt een getal ontbinden in priemfactoren • Je kan begripsvormende vragen stellen
werkplekopdracht 3 Lezen : • hoofdstuk 1 t/m blz. 21
Inhouden: • Deelbaarheid • Ontbinden in priemfactoren • Controle van begrip – vragen stellen • Eigenvaardigheid op 3F niveau, domein hele getallen Doelen: • Je kunt in een reeks het volgende vierkantsgetal berekenen • Je kunt uitleggen waarom de reeks vierkantsgetallen zo is opgebouwd • Je kent de modellen die horen bij rijgen, splitsen en de variatiestrategieën • Je kunt benoemen waarom modellen belangrijk zijn in de rekendidactiek Inhouden: • Vierkantsgetallen • Modelgebruik bij hoofdrekenen • Eigenvaardigheid op 3F niveau, domein hele getallen
33
•
Maken: • startopgaven les 3 • hoofdstuk 1 blz. 17, • hoofdstuk 5 blz. 116 – 117
Maken: • startopgaven les 4 • hoofdstuk 1 blz. 19, 20, 33 • hoofdstuk 5.6 116, 117
Werkplekopdracht 3 Lezen : • hoofdstuk 1 blz. 22 • hoofdstuk 5.6 blz. 153 - 157 Maken: • startopgaven les 5 • hoofdstuk 1 blz. 18 boven, 22, 23, 24, 25 onder, 26 midden • hoofdstuk 5.6 blz. 153 - 157
Les 6
Neem naar deze les één of meer lesvoorbereidingen van een rekenactiviteit mee. Lezen : • hoofdstuk 1 blz. 22 • hoofdstuk 5.6 blz. 153 - 157 Maken: • hoofdstuk 1 blz. 18 boven, 22, 23, 24, 25 onder, 26 midden • hoofdstuk 5.6 blz. 153 - 157
7.6
Les Les 1:
INHOUD VAN DE LESSEN GESCHIEDENIS Vóór de les
Lees: Geschiedenis & Samenleving, blz . 9 t/m 12
Les 2:
Lees: Geschiedenis & Samenleving, blz. 298 t/m 310
Les 3:
Oefenen in 2-tallen van je presentatie van je verhaal.
Les 4:
Neem een voorwerp mee en ken het historische verhaal Lees: Geschiedenis & Samenleving, blz 288 t/m 294
Les 5:
Les 6:
Doelen: Je beheerst en herkent: • Je kunt in een reeks het volgende driehoeksgetal berekenen • Je kunt uitleggen waarom de reeks driehoeksgetallen zo is opgebouwd • Je kent de ijsbergmetafoor • Je weet hoe je een les kunt voorbereiden Inhouden: • Driehoeksgetallen • IJsbergmetafoor • Lesvoorbereiding rekenen voorbereiden • Eigenvaardigheid op 3F niveau, domein hele getallen
Tijdens de les
Wat is geschiedenisonderwijs? Structuur van het vak Kennisbasis: • ontwikkeling van historisch tijdsbesef bij kinderen, • ontwikkeling van beeldvorming van de historische werkelijkheid, • historisch denken en redeneren. Je maakt kennis met vertellen bij geschiedenis. Instructie en bespreken van voorbereidingsaspecten voor een geschiedenisvertelling. Ad random presenteren van het verhaal in duo’s. Feedback vanuit de groep Oefenen aan de hand van het voorwerp met vertellen en vragen stellen. Oefenen stilstaand beeld tot leven wekken. Presenteren
34
Voorbereiden op het tentamen Boek: • hoofdstuk 1 • hoofdstuk 5, (blz. - 124 en 154 – 157) • hoofdstuk 7.3.1 en 7.3.2 (blz. 207 – 219)
Na de les
Spreek een datum en onderwerp af met je mentor wanneer je je vertelling doet.
Scene van een informatieve tekst veranderen in een deel van een verhaal. Uitwerken volledige vertelling voor leerwerkplekweek. Geen extra opdracht Mogelijkheid uitvoeren les op leerwerkplekschool
7.7
Les Les 1:
INHOUD VAN DE LESSEN AARDRIJKSKUNDE Vóór de les
Tijdens de les
Na de les
Lees: Geowijzer blz. 14 t/m 19
Wat is aardrijkskundeonderwijs?
Bestudeer je aardrijkskundemethode op de geografische vierslag en multiperspectief kijken.
Structuur van het vak Geografische vierslag Multiperspectief kijken
Les 2:
Lees: Geowijzer blz. 239 t/m 250
Les 3:
Lees: Geowijzer blz. 271 t/m 300
Les 4: Les 5:
Lees: Geowijzer blz. 250 t/m 252
Les 6:
7.8
Les Les 1
Les 2
Les 3
Presenteren geografische vierslag Aan de slag met geografische vierslag Topografie en kaartlezen & Atlasvaardigheden Geografische vragen stellen Aardrijkskunde en boeken Oefenen stilstaand beeld Presenteren
INHOUD VAN DE LESSEN ONDERZOEK Vóór de les Denk vooraf alvast na over het mogelijke thema voor jullie themaweek. Welke zoektermen zou je gebruiken om op zoek te gaan naar de juiste informatie?
Bekijk: https://www.youtube.com/watc h?v=BvC8Fs0oKCQ En bekijk het college ‘bronnenonderzoek’
Bekijk de opname van het college ‘theoretisch kader en apa’.
Na de les
Tijdens de les Doelen: Je maakt kennis met het doen van bronnenonderzoek, in relatie tot het ontwerpen van een themaweek Inhouden: • Het belang van onderzoekende houding en het doen van onderzoek • De relatie tussen onderzoek en de rapportage van de themaweek • Hoe vind je de juiste bronnen voor je themaweek? • Wat zijn APA-normen en wat is het belang ervan? • Hoe ziet dat eruit in een verslag? Doelen: Je kunt aangeven wat het belang is van een theoretisch kader. Je kunt APA-normen toepassen in een theoretisch kader Inhouden: • concepten (nodig om de veelheid aan informatie te ordenen) • noodzaak van het theoretisch kader • onderzoek gaat verder waar eerder onderzoek eindigde. • APA toepassen in theoretisch kader • Voorbeeld: Anne Frank
Studieopdrachten:
Doelen: Inhouden: • Structuur van een rapport
Studieopdrachten: Bepaal je hoofdstukindeling
35
Bedenk voor jezelf 2 a 3 theoretische invalshoeken bij je onderwerp en bespreek die in het leerteam. (deze kunnen je helpen om concrete zoekopdrachten te vinden voor bronnenonderzoek ).
• • •
Les 4
Bekijk het vorige college nogmaals.
Les 5
Bekijk het college ‘inhoudsopgave’
Les 6
• •
•
Bekijk college vorige les Maak een tweetal met iemand uit je klas, met wie je NIET de themaweek hebt voorbereid. Ga tijdens de les bij elkaar zitten. Neem het rapport van de themaweek met de feedback uit de leerteambijeenkomst mee.
Trechteren van breed naar smal Concepten zijn de onderwerpen en daarmee de hoofdstukken. Hoe krijgt dat vorm in het verslag (in Word)
Doelen: Leren omgaan met beoordelen en peerfeedback Inhouden: • Bereidheid tot het zien van verschillende invalshoeken: kritische instelling + vertrouwen in de groep waarmee je samenwerkt. • Het vragen om/van feedback Doelen: Het schrijven van een zakelijke tekst Inhouden: • Hoe schrijf je helder en begrijpelijk? • Hoe structureer je alinea’s Doelen: • Ontdekken van andere invalshoeken met betrekking tot eigen creativiteit • Ontdekken van eigen blinde vlekken • Kunnen omgaan met feedback Inhouden: • Hoe omgaan met feedback (filmpje)? • Oefen in tweetallen met het geven van feedback op het rapport van de themaweek. Feedback gebeurt op basis van de criteria van het rapport. • Bevraag elkaar op het ‘Waarom toetsen wij’? De criteria zijn niet bedoeld om de toets te halen, maar om een betere professional te worden. Studenten moeten zelf verantwoordelijkheid nemen. Voorbeeld: De tekst die je moet inleveren wordt beter doordat je hem door anderen laat lezen en bekritiseren.
36
voor het rapport over de themaweek. Bekijk een van de handleidingsfilmpje ‘inhoudsopgave in word’. Deze vind je op Youtube. Studieopdrachten: Beschrijf voor jezelf wanneer feedback voor JOU waardevol is.
Studieopdrachten: Geef tijdens de leerteambijeenko mst feedback op een half A4 van de bijdrage aan het rapport van een medestudent. Studieopdrachten: De toets ‘ rapportage’ Zie hiervoor het hoofdstuk ‘Toetsing’
7.9
INHOUD VAN DE LESSEN STUDIELOOPBAANCOACHING (SLC)
Les 1: Van onderbouw naar bovenbouw
Vóór de les Noteer voor jezelf 3 kenmerken die je zijn opgevallen bij de kinderen in de klas op je werkplek.
Tijdens de les Van jonge kind naar oudere kind: wat zijn de verschillen? In gesprek met een ouder, hoe doe je dat? Uitleg over kernkwaliteiten
Les 2: Kernkwaliteiten en het ui-model
Bekijk dit filmpje: https://www.youtube.com/wat ch?v=_tUaHxNzjxI Mark Lammers over Sylvia Karres (te vinden op you tube als de link niet werkt)
Les 3: Reflecteren op de werkplek.
Na de les Probeer twee sterke kernkwaliteiten van jezelf bewust toe te passen in de komende week.
Kernkwaliteiten en het uimodel van Korthagen.
Het ui-model toepassen in de praktijk
Van reflecteren…..kun je leren.
Voorbereiding op het peerassessment (toelichting in de les)
Tijdens dit blok heb je ook weer een individueel gesprek met je studieloopbaancoach. Je studieloopbaancoach zal je hier voor uitnodigen.
7.10
INHOUD VAN DE KEUZEWORKSHOP NEDERLANDS:
7.11
INHOUD VAN DE KEUZEWORKSHOP REKENEN
7.12
INHOUD VAN DE KEUZEWORKSHOP ENGELS
7.13
INHOUD KEUZEWORKSHOP MUZIEK
De inhoud van deze keuzeworkshop wordt bepaald door de student. Het gaat in deze workshop om Vraaggestuurde begeleiding ten behoeve van het behalen van de basiskennistoets Nederlands. De inhoud van deze keuzeworkshop wordt bepaald door de student. Het gaat in deze workshop om Vraaggestuurde begeleiding ten behoeve van het behalen van de basiskennistoets Rekenen. De inhoud van deze keuzeworkshop vind je bij de start van de keuzeworkshops CU 16627 Keuzewerkuur Muziek: “Van spreken naar zingen voor de klas” Voor wie: De cursus is zowel voor studenten met weinig als met veel ervaring met het gebruik van de stem bij spreken en zingen. Voor studenten die meer uit hun stem willen halen. De lessen bereiden je voor op thema 4. Tijdens thema 4 ga je op je werkplek zingen met de kinderen en een nieuw lied voorzingen en aanleren. Thema 4 gaat er van uit dat je een toon over kunt nemen en een lied kunt en durft voor te zingen voor een klas kinderen. Deze keuzecursus werkt aan de vaardigheden en de attitude die je hiervoor nodig hebt. Vorm: Groepslessen waarbij je NIET alléén hoeft te zingen. De lessen vinden plaats volgens rooster tijdens Blok 3 (Thema 3) Inhoud:
37
Vanuit diverse teksten en liederen en songs gaan we aan de slag rond alle aspecten van stemvorming en stemtechniek: onder andere ademhaling, expressie, intonatie, hoog en laag gebruik van de stem, houding, articulatie, overnemen van de stem, meerstemmig zingen, stemvastigheid. Naast het versterken van je spreek- en zangtechniek, bouw je ook een geschikt repertoire op om te gebruiken in een basisschoolklas tijdens de muzieklessen. Ook werken we aan het versterken van je zelfvertrouwen en aan uitstraling tijdens het zingen van een lied. Elke les maken we gebruik van materiaal uit verschillende boeken en van verschillende sites. Naast liedrepertoire voor de basisschool zingen we songs op eigen niveau. Dit is zowel eenstemmig als eenvoudig meerstemmig liedmateriaal. De lessen passen binnen het overkoepelende thema van het eerste jaar: “Wie ben ik als leraar” met de focus op je stemgebruik, houding, mimiek en uitstraling. Opbouw van de lessen Elke les bestaat uit een inleiding, waarbij één of meer stemvormingselementen worden geoefend in kleine oefeningen. Tijdens de kern passen we deze stemvormingselementen toe bij een breed repertoire aan spreekteksten, liederen en songs, waarvan minstens één per les op eigen niveau. Elke les wordt afgesloten met een koppeling naar de praktijk van de komende week en met tips voor boeken, sites en literatuur. De specifieke inhoud per les volgt per week en is afhankelijk van de vragen van de studenten die aan de keuzewerkuren deelnemen. Docent: Marjo Schillings MEd Zangeres / Zangpedagoog Docent Muziek Vragen:
[email protected] Kamer PE009 0118-489465
38