Wat betekent de invoering van Dunn en Dunn voor een school?
Lotte Niekel Nettie Bongers Susanne van den Berg
Januari 2011 Wat betekent de invoering van Dunn en Dunn voor een school?
1. Inhoud
2
2. Inleiding
3
3. Aanpak en opzet van het onderzoek
5
4. Waar worden de leerstijlen van Dunn en Dunn toegepast?
6
5. Hoe zien Dunn en Dunn de leeromgeving?
7
6. Hoe zien Dunn en Dunn de leerstof?
12
7. Praktijkonderzoek op de A. Bekemaschool: hoe gaan de leerkrachten en leerlingen om met de leerstijlen van Dunn en Dunn?
16
8. Conclusies
20
9. Competenties
21
10. Bronnen
22
11. Bijlage: leerstijlen-enquête
23
2
2. Inleiding Op de A. Bekemaschool in Duivendrecht worden met ingang van schooljaar 20102011 de leerstijlen van Dunn en Dunn ingevoerd. Susanne van den Berg loopt stage op deze school. De eerste vraag die zich aandient is: Wat is Dunn en Dunn? Vervolgens is het interessant om te bekijken waarom een school overgaat tot de invoering van dit leerstijlen-model, welke andere benadering van de leerstof en leeromgeving er is en wat het betekent voor de leerkrachten en de leerlingen.
Het Leerstijlen-model van Dunn en Dunn is de afgelopen 25 jaar ontwikkeld door Rita en Kenneth Dunn, beide werkzaam aan universiteiten in New York. Ze werden gevraagd om een programma op te zetten waarmee kinderen met een achterstand in het onderwijs hun prestaties zouden kunnen verbeteren.
De leerstijlen van Dunn en Dunn zijn gebaseerd op het gegeven dat niemand hetzelfde is. Er wordt vanuit gegaan dat ieder individu een unieke combinatie van biologische en karakterologische kenmerken heeft, en dat iedereen kan leren en bepaalde talenten heeft.
Ieder individu heeft zijn voorkeuren hoe hij het beste leert, zich concentreert en op welke manier hij instructies het beste opneemt. De condities waaronder men leert en zich nieuwe en moeilijke informatie herinnert, de manier van concentratie vasthouden is voor iedereen verschillend. De effectiviteit van de lessen zal verbeteren als de leermogelijkheden (de verschillende manieren waarop onderwijs wordt aangeboden en waarop geleerd kan worden) „matchen‟ met de individuele leerstijlen. Voor een school komt het er op neer dat er meer en meer gedifferentieerd zal moeten worden.
3
Dunn en Dunn gaan uit van 4 leerstijlen:
·
visueel leren (door het zien van tekst of plaatjes)
·
auditief leren (door te luisteren)
·
tactiel leren ( tasten, voelen met handen en voeten)
·
kinesthetische leren (door bewegen, gebruik van het hele lichaam)
Verder verdelen Dunn en Dunn de leeromgeving in 5 categorieën. Hierin staan in totaal 21 factoren staan die van invloed kunnen zijn op het leren. ·
de omgeving
·
mentaal
·
sociaal
·
fysiek
·
psychologisch
De individuele leerling is het beginpunt in de leerstijlen.
4
3. Aanpak en opzet van het onderzoek Om de onderzoeksvraag „Wat betekent de invoering van Dunn en Dunn voor een school‟ te beantwoorden was het nodig een beeld te schetsen van wát Dunn en Dunn is. Nettie Bongers heeft daarvoor het deelonderwerp „Hoe zien Dunn en Dunn de leerstof‟ uitgewerkt en een enquête onder onze studiegenoten gehouden m.b.t. de leerstijlen. Ook heeft ze op internet filmmateriaal en documentatie gevonden over het onderwerpen dat uitgewerkt in onder andere de vraag „Waar worden de leerstijlen van Dunn en Dunn toegepast. Lotte Niekel heeft de vraag „Hoe zien Dunn en Dunn de leeromgeving‟ beantwoord. Lotte Niekel en Nettie Bongers hebben samen zorg gedragen voor de Powerpoint presentatie. Susanne van den Berg heeft aan de hand van gesprekken met kinderen en leerkrachten van de A. Bekemaschool een beeld geschetst van de leerkracht en de leerlingen in de leeromgeving van Dunn en Dunn en de conclusie geschreven.
5
4. Waar worden de leerstijl Dunn Dunn toegepast? De leerstijl van Dunn Dunn wordt over de hele wereld in 100 landen toegepast. Er zijn 21 landen met een trainingscentrum dat support biedt.
Voor zover bekend wordt de methode Dunn en Dunn in Nederland nu op éen basisschool ingevoerd: de A. Bekemaschool in Duivendrecht. Op scholengemeenschap Pantarijn in Wageningen zijn ze bezig met een proef met de leerstijlen van Dunn en Dunn. Hier komt ook de voor onze klas gebruikte enquête vandaan.
6
5. Hoe zien Dunn en Dunn de leeromgeving? De leerstijlen van Dunn en Dunn creëren een leeromgeving vanuit de behoeftes van een kind. Ze hebben 21 factoren benoemd die van grote invloed kunnen zijn en deze zijn onderverdeeld in 5 categorieën: Omgeving, mentaal, sociaal, fysiek, psychologisch. In onderstaand schema (1) kun je zien hoe de factoren zijn onderverdeeld.
Je kunt zien dat bij environmental plaatjes staan als geluid, licht, temperatuur en omgeving. Bij het kopje sociological gaat het over de manier van werken, samen, alleen of in groepjes. Et cetera.
7
(1) Dunn, R., Dunn, K., Perrin, J. (1994). Teaching Young Children Through Their Individual Learning Styles. Neetham Heights, Massachusetts: Allyn and Bacon. Behoeftes van elk individueel kind Als je Dunn en Dunn zou willen invoeren in je klas, is de eerste stap die je neemt erachter komen wat de leerstijlen van elk individueel kind zijn. Je zult je klaslokaal moeten aanpassen op de sterke punten van elk kind.
Je bekijkt of een leerling: geluid of juist stilte, warmte of juist koelte, felle lampen of juist geen felle lampen wil. Daarbij kun je ook denken aan groepsindeling, er zijn leerlingen die het liefst in een groepje werken en andere leerlingen werken juist het liefst alleen. Om aan al deze verschillende behoeftes te kunnen voldoen moet je verschillende plekken creëren. Plekken voor privacy en plekken voor teamwerk. Plekken waar het iets warmer is en plekken waar het licht iets feller is. Om dit te kunnen doen maak je gebruik van room-dividers, hierbij kun je denken aan kasten of prikborden die je kunt verplaatsen. Elke leerling moet een plekje kunnen vinden waar hij/zij het beste kan leren.
Thema plekken Dunn en Dunn vertellen in hun boek over verschillende instructie- en leerplekken. Plekken met een thema. Ze hebben het over een Interessecentrum, het magisch kleed, de mediahoek, het kleine theater, de wetenschapshoek, de spelletjestafel, de schrijvers-inspiratieplek, de luisterlounge, het kantoor (met computers), de denktoren, de concentratiehoek en nog veel meer. Als je de meubels in je klaslokaal gaat verplaatsen, doe dit dan samen met je leerlingen, maak ze bewust van de veranderingen en waarom deze er zijn. Het is
8
belangrijk dat je de leerlingen laat meedenken over de omgeving: als ze hun ideeën kwijt kunnen in het lokaal zullen ze nieuwsgierig zijn, gestimuleerd en gemotiveerd zijn. Bespreek de voordelen en de nadelen van elke plek zodat de kinderen goed kunnen nadenken over waar zij het liefste willen werken. Ruimte Om een ultiem Dunn en Dunn klaslokaal te ontwerpen moet er veel ruimte zijn. Ruimte om kinderen zelf hun plek te laten ontdekken en waar ze zelf hun leermateriaal kunnen ontwerpen. In een klaslokaal is altijd een zogenaamde “HomeBase” waar de kinderen de dag beginnen en de dag eindigen en waar ze instructie krijgen. Daarnaast heb je dus verschillende studieplekken of themaplekken waar de kinderen zelf naar toe kunnen gaan.
Enquête Het leek ons interessant om de eigen groep te laten ervaren hoe het is om zelf een enquête (assessment) te laten invullen waardoor iets bekend wordt over de verschillende leerstijlen binnen de klas. De enquête is een aangepaste versie van een bestaande enquête van de Pantarijn, een scholengemeenschap in Wageningen. Omdat er niet veel tijd voor was is besloten om de sociale factoren voor iedereen in te laten vullen en de overige factoren te verdelen binnen de groep. Opvallend was de weerstand van een aantal studenten om de enquête in te vullen en zeker om de naam erop te vermelden. De bedoeling die wij hierbij hadden was om tijdens de presentatie de het lokaal om te bouwen met diverse werkplekken: individueel, 2-tallen, groepje, zitzak om zo ieder op zijn voorkeursplek te kunnen laten zitten. De weerstand kan te maken gehad hebben met het feit dat men niet wist waar de enquête voor gebruikt ging worden en de onbekendheid met Dunn en Dunn.
9
Uit de uitslagen van de enquête kunnen geen conclusies worden getrokken. Wel blijkt hoe groot de diversiteit aan leerstijl voorkeuren is binnen deze (kleine) groep. De enquête is te vinden in de bijlage.
Uitslag enquête:
Sociaal Personen 25
Alleen 4
In tweetallen Afwisselend alleen/groep 1 7
Groep
Maakt niet uit
0
13
Mentaal ( + betekent veel , - betekend weinig en 0 betekent ertussenin/maakt niet uit) Persoon
Motivatie
Uithoudingsver-mogen Verantwoordelijkheid
Organisatie
1
+
+
+
+
2 3 4 5 6
+ + 0 0
? + 0 + 0
+ + 0 0
+ + 0 + +
Fysiek 1 (leerstijlen) Persoon 1 2 3 4
Geluid (auditief) x
Zichtbaar(visueel) Tastbaar(tactiel) x x
x x x
x
x
Beweegbaar(kinestheti sch) x
x
10
Fysiek 2 Persoon
Voedsel en drinken tijdens Tijd het leren
Beweging nodig om te concentreren
1 2 3 4 5
nee maakt niet uit maakt niet uit maakt niet uit maakt niet uit
10-12 12-16 07-10 10-12 19-22
nee nee nee maakt niet uit nee
6
nee
16-19 en 22-24
nee
Leeromgeving Persoon
Geluid
1 2
Licht
Temperatuur
Omgeving
met geluid maakt niet uit zonder geluid licht
koel maakt niet uit
bank maakt niet uit
3 4
? maakt niet uit zonder geluid licht
warm koel
Stoel/tafel Stoel/tafel
5
maakt niet uit maakt niet uit
Maakt niet uit
Stoel/tafel
Psychische elementen Persoon
1
Algemeen Analyserend (te moelijk om in tabel te zetten) +
Impuslief/reflecterend
reflecterend
2
+
Beiden?
3
+
neutraal
4
+
reflecterend
11
6. Hoe zien Dunn en Dunn de leerstof? Uitspraak: Alle kinderen in de groep zijn verantwoordelijk voor het eigen leren en het behalen van de leerdoelen, maar ieder kind leert dit met zijn eigen sterkste leerstijl. Dunn en Dunn onderscheiden: ·
visueel leren (door het zien van tekst of plaatjes)
·
auditief leren (door te luisteren)
·
tactiel leren ( tasten, voelen met handen en voeten)
·
kinesthetische leren (door bewegen, gebruik van het hele lichaam)
Volgens Dunn en Dunn vindt in het huidige onderwijs instructie in de klas voornamelijk visueel en auditief plaats. Volgens Restak e.a. (geleerden die gespecialiseerd zijn in hersenen), ontwikkelen kinderen pas vanaf 8 of 9 jaar visueel leren en vanaf 12 jaar auditief leren. Bij jongens vindt deze ontwikkeling vaak nog later plaats. Zij hebben op de middelbare school nog steeds geen auditieve of visuele voorkeur. Dunn en Dunn vinden dat instructie gegeven moet worden op de manier die het beste bij de leerstijl van het individuele kind past. Leerlingen die in het huidige systeem goed functioneren kunnen goed luisteren of goed lezen, of allebei. Deze kinderen behalen ook goede resultaten bij testen, want daarbij moet je goed kunnen luisteren (de leerkracht dicteert) of lezen (schriftelijk). Twee decennia van onderzoek wijzen uit dat leerlingen die slecht presteren op school, vaak wel tactiel of kinesthetisch kunnen leren. Tijdens de schoolperiode gaan leerkrachten echter vaak voorbij aan deze tactiele en kinesthetische voorkeuren. Dunn en Dunn maken juist veel gebruik van deze vormen van leren en geven aan welke materialen hierbij gebruikt kunnen worden.
12
Waaraan moeten materialen beantwoorden om aan tactiele en kinesthetische leerstijl te voldoen? ·
De materialen moeten zelfcorrectief zijn.
·
De materialen moeten de kinderen motiveren. Omdat veel tactiel en kinesthetisch materiaal lijkt op een spel is het erg motiverend voor kinderen die ondermaats presteren.
Door de zelfcorrigerende werking van de materialen wordt ook de faalangst gereduceerd. De kinderen kunnen veel materialen zelf maken. Ze kunnen zo de aangeboden leerstof op hun eigen manier gaan leren. Dunn en Dunn beschrijven in hun boek wel 11 manieren om een woord te leren schrijven. Hierbij zal zeker voor ieder kind een manier zitten waarop deze het beste leert. Hieronder een paar voorbeelden: Auditief 1.
Zeg het woord, leg de betekenis uit en gebruik het woord in een zin. Laat de leerlingen het woord uitspreken en in een zin gebruiken. Spel daarna het woord.
Tactiel en visueel 2. 3. 4. 5. 6.
Kies de letters uit de doos met schuurpapierletters, zonder te kijken. Plaats ze daarna in de goede volgorde Schrijf het woord in klei, zand Schrijf het woord in chocoladepudding en vul de opening met melk. Beloning: opeten Print het woord en vul de letters met macaroni Maak je vinger nat in een bekertje water en schrijf het woord op het bord zonder kijken en kijk hoe de letter weer verdwijnt.
Op de volgende twee pagina’s worden enkele materialen getoond.
13
Taakkaarten
Electro
Pic-a-hole
Flip-chute
Fact-wheel
14
Fact-wheel
Wrap-around
Taakkaarten
Magic-window
Slide
Windowgame
Learning circle
Fact-fan
The resources in the photos in this booklet were created by preservice teachers from St. Joseph’s College and classroom teachers from the American School Foundation of Monterrey,Mexico, anand Central Elementary School, Oxford, Mississippi 15
7. Praktijk onderzoek op de A. Bekemaschool: hoe gaan de leraar en leerling om met de leerstijl van Dunn en Dunn? Hiervoor zijn 4 leerlingen en 1 leerkracht geïnterviewd, en 2 leerkrachten hebben een vragenlijst ingevuld.
De leerkracht De individuele leerling zelf is het beginpunt in de leerstijlen. De leerkracht dient de leerstijlen van de kinderen te kennen of te onderzoeken. Met behulp van ouders vullen de oudere kinderen een leerstijlen-enquête in, voor jongere kinderen kan de leerkracht dat doen. Van leerkrachten weet ik dat ze zelf ook de leerstijlen wat hebben bijgesteld omdat kinderen toch geneigd zijn te kijken naar wat ze leuk lijkt.
De leerkracht geeft vorm aan de lessen en leeromgeving, rekening houdend met de verschillende leerstijlen (tactiel/kinesthetisch - auditief - visueel - bewegen) en factoren (omgeving, mentaal, sociaal, fysiek, psychologisch).
HomeBase De kinderen kiezen elke dag een HomeBase. Het blijkt echter dat ze niet snel kiezen voor een plek die is gebaseerd op hun individuele leerstijl maar voor een plek bij hun vriendje. De leerkracht kan er dan voor kiezen om vaste plaatsen te geven voor bepaalde tijd. Zoals een leerkracht zei „Mijn regel is dat als ze ergens gaan zitten, hun prestaties zichtbaar beter moeten zijn‟.
Leervoorkeuren en instructie De leerkracht biedt nieuw materiaal tactiel/kinesthetisch aan. Uit onderzoek is gebleken dat slechts 10 tot 12 % van de kinderen auditief is ingesteld en kinderen met leerachterstand zijn meestal tactiel/kinesthetisch ingesteld.
Kinderen hebben een beter geheugen voor nieuwe leerstof als dat wordt aangeboden via hun leervoorkeur. Het is dus belangrijk voor de tactiel/kinesthetische kinderen om ze eerst te laten ontdekken. De leerkracht kan daarnaast het digibord
16
gebruiken en verbaal uitleggen. Een leerkracht gaf aan dat ze graag veel vertelt, en het dus best lastig vindt om eerst nieuwe stof tactiel/kinesthetisch aan te bieden.
Leervoorkeuren en verwerking: keuzes maken Voor de verwerking van de stof maakt de leerkracht gebruik van de leerstijlen en omgevingsfactoren van de kinderen. Hij kan ze stimuleren te kiezen binnen hun eigen leerstijl of juist stimuleren voor een andere manier van werken te kiezen. Een kind dat liefst alleen werkt kan bijvoorbeeld toch gestimuleerd worden ook met een ander te werken. Kinderen die graag op de zitzak willen werken worden bij schrijfwerk gestimuleerd om een andere werkplek te kiezen als het werk onleesbaar wordt.
De wensen van de kinderen en de leerstijlen worden telkens op leerrendement geëvalueerd. Doel is namelijk altijd dat het de prestaties ten goede komt, dat de kinderen voorui…gaan. Op de A. Bekemaschool moeten de kinderen toestemming vragen om bijvoorbeeld op… de bank of buiten het lokaal te werken. Ze mogen bewegen en rondlopen mits ze zichtbaar beter presteren en andere kinderen niet afleiden in hún leerproces. Je moet dus als leerkracht goed in de gaten houden dat de kinderen vooruit gaan, en dat ze zich houden aan regels en afspraken.
De leerkracht maakt bespreekbaar of de werkplekkeuze het gewenste resultaat zal gaan opleveren. Volgens de woorden van een leerkracht: „Hiervoor moet het kind zelf kunnen reflecteren en jij moet daar ook met het kind over kunnen praten‟. De wensen van de kinderen en de leerstijlen worden op deze manier telkens op leerrendement bekeken.
De leerling De meerwaarde van Dunn en Dunn is er vooral voor tactiel-kinesthetisch ingestelde en beweeglijke kinderen. Voor kinderen met een autistische stoornis blijkt het nog lastig: die kinderen hebben structuur nodig en willen het liefst dat jij de keuze voor ze maakt. Maar zoals een leerkracht van de school zei: als ze vanaf het begin op deze
17
manier werken zullen ze er heel makkelijk in meegaan. Het is nu nog voor iedereen nieuw.
Een leerkracht merkte op dat de kinderen meer inzicht krijgen in hun eigen leervoorkeuren en dat ze zich gewaardeerd voelen omdat ze daar gebruik van mogen maken. Het doet de kinderen heel erg goed dat ze merken dat ze verantwoordelijkheid krijgen voor hun keuzes.
In de gesprekken met de kinderen werd duidelijk dat ze zich inderdaad verantwoordelijk voelen en dat fijn vinden. Dat ze het leuk vinden dat ze vaak mogen kiezen met wie ze willen werken of waar ze willen werken, en wanneer ze samen of alleen willen werken.
De kinderen kenden hun voorkeuren en konden er heel praktisch over vertellen waarom dat hun voorkeur was en wat het ze opleverde. Bijvoorbeeld: als ze snel klaar willen zijn en het toch al snappen kiezen ze ervoor om alleen te werken, en als ze het niet zo goed begrijpen willen ze samenwerken, want dan kun je elkaar helpen, overleggen en je kennis delen.
Het idee dat je gewaardeerd wordt, of je nu impulsief of reflectief bent, analytisch of globaal denkend bent, graag alleen werkt of samen, liefst in de kou zit of juist dicht bij de kachel, graag ligt op de bank of liever rechtop zit achter je tafel, komt voort uit het feit dat er communicatie over is.
Uitspraken van de kinderen „Ik wil de koptelefoon als Kees en Jeroen zitten te kibbelen over Harry Potter. Maar als Max met de koptelefoon zit laat ik hem ermee want dan zit „ie bijvoorbeeld vlak bij Juriaan en dan snap ik wel dat „ie een koptelefoon wil.‟ „Ik hou van doen, van alles pakken en voelen.‟ „Het is best een relaxed jaar, maar we werken net zo hard!‟
18
„Als ik voor de zitzak kies, wil ik wel genieten, dus met een stripboek of zo. Anders geniet ik er niet van, dan heb ik helemaal niet door dat ik op de zitzak zit!‟ „Als meester voorleest wil ik het graag voor me zien, en geen plaatjes in het boek want ik wil mijn eigen beeld in mijn hoofd maken.‟
19
8. Conclusies Een school die volgens de leerstijlen van Dunn en Dunn haar onderwijs gaat aanbieden zal dit, na een onderzoeksperiode, fasegewijs aanpakken. Het meubilair zal aangepast moeten worden, tactiele materialen moeten worden aangeschaft en/of zelf gemaakt en actief in het onderwijs worden ingezet, en al vanaf de kleuterklassen moet materiaal tactiel/kinesthetisch aangeboden worden. Het is noodzakelijk dat de lokalen groot genoeg zijn om de ruimtes in genoeg „hoeken‟ te kunnen verdelen. De inrichting wordt uitgebreid met een zitzak, een bank, een vloerkleed, et cetera. De leerkrachten moeten zich er bewust van zijn dat de leerstof op verschillende manieren aangeboden dient te worden en dat daarvan het tactiel/kinesthetisch aanbieden voorop komt te staan. Zij zijn actief bezig met de leerstijlen van de kinderen uit hun klas. Uiteindelijk zorgt dat ervoor dat het werken met de leerstijlen effectief is. De communicatie tussen leerkracht en leerlingen over hun voorkeuren en het reflecteren op hun leerstijlen brengt met zich mee dat de kinderen zich gewaardeerd voelen en zich verantwoordelijk voelen voor hun werk. De scholen in Nederland die deze vorm van onderwijs willen aanbieden, oriënteren zich daarop in het buitenland. Er is nog geen trainingscentrum in Nederland.
20
9. Competenties 1: Interpersoonlijk competent (de student kent veel voorkomende culturele kenmerken van gedrag). 2: Pedagogisch competent (de student heeft kennis van de verschillen in pedagogische houding van de leraar in verschillende onderwijsconcepten). 3:
- Vakinhoudelijk en didactisch competent ( Kennis van ontwerpen van onderwijs, didactieken en didactische leermiddelen) - Vakinhoudelijk en didactisch competent (de student kent verschillende opvattingen over het vaststellen van leer- en ontwikkelingsprocessen van kinderen) - Werken vanuit een visie
4: Organisatorisch competent 5: Competent in samenwerken met collega‟s 7: Competent in reflectie en ontwikkeling
21
10. Bronnen *Dunn, R., Dunn, K., Perrin, J. (1994). Teaching Young Children Through Their Individual Learning Styles. Neetham Heights, Massachusetts: Allyn and Bacon. *http://wayswelearn.com/files/Tactual_Resources_LSN_Brochure.pdf *http://www.learningstyles.net/ *http://www.learningstyles.net/images/stories/documents/pptonenote/ms_pptpixibog_us.pdf (powerpoint bij learningstyles, vanaf pagina 9) *http://www.learningstyles.net/en/ilsn-a-research/document-downloads (klik learningstyles powerpoint, eerst inloggen) *http://www.youtube.com/watch?v=DCVqpk0UFS8 (Filmpje over “The flexible classroom”, the road to individual learning •
teaching and learning made fun
•
the classroom as the third teacher
*http://www.pantarijn.nl/Locaties/tabid/117/Default.aspx *http://www.abekemaschool.nl
22
BIJLAGE: Leerstijlen-enquête LEEROMGEVING Geluid - om mezelf te concentreren heb ik rust en stilte nodig - wanneer er in de kamer waar ik werk geen rust en stilte is, vind ik het moeilijk om te leren - ik kan zelfs iets nieuws leren als iemand dichtbij praat - ik vind muziek om mij heen terwijl ik leer, fijn Licht - ik vind veel licht om mij heen fijn als ik leer - ik doe het licht aan wanneer ik de kamer binnenloop waar ik ga werken - ik vind gedimd licht fijn om mij heen als ik leer - ik ben onrustig en kan mijzelf niet concentreren in een kamer met fel licht Temperatuur - ik vind het prettig om in een tamelijk koele kamer te zitten als ik leer - ik kan mezelf beter concentreren als de kamer koel is - ik draag vaak een sweater of jack als ik leer - ik kan mezelf beter concentreren als de kamer knus en warm is Omgeving - ik zit het liefst op een stoel bij de tafel terwijl ik leer - ik zit het liefst op een stoel bij het bureau terwijl ik leer - ik zit het liefst op een zachte bank of in een leunstoel terwijl ik leer - ik zit of lig het liefst op de vloer terwijl ik leer
12345 12345 12345 12345
12345 12345 12345 12345
12345 12345 12345 12345
12345 12345 12345 12345
23
MENTALE ELEMENTEN Motivatie - ik vind het leuk om naar school te gaan en ik vind leren leuk - ik ben in staat te leren, zelfs in een slecht humeur of als ik geen zin heb - ik kan alleen leren als ik de leraar die mij lesgeeft leuk vind - ik vind het saai om mijn huiswerk te maken Uithoudingsvermogen - ik ben goed in iets afmaken als ik ben begonnen - ik kan heel lang aan dezelfde opdracht werken - ik begin aan veel verschillende opdrachten, maar ik verveel mij snel - ik vind het leuk om nieuwe opdrachten te doen, maar ik vind het niet leuk om deze af te maken Verantwoordelijkheid - wanneer ik met een opdracht begin, maak ik deze af - wanneer ik een afspraak heb, kom ik deze na, ben ik op tijd, lever ik mijn opdrachten op tijd in - het gebeurt vaak dat ik mijn huiswerk vergeet te maken, anderen moeten mij hieraan helpen herinneren - wanneer ik de opdracht niet leuk vind, sla ik deze over Organisatie - wanneer ik een opdracht of oefening moet maken, wil ik duidelijke instructies en een duidelijke volgorde weten - ik vind het makkelijker om te leren als de leraar heeft gezegd wat ik precies moet doen - ik geef de voorkeur aan het maken van opdrachten op mijn manier - wanneer ik moet leren gaat dit het best als ik zelf uit kan vinden hoe ik dat doe
12345 12345 12345 12345
12345 12345 12345 12345
12345 12345 12345 12345
12345 12345 12345 12345
24
SOCIALE ELEMENTEN Alleen - ik geef de voorkeur aan alleen werken - ik kan mij moeilijk concentreren als ik met anderen werk
12345 12345
In tweetallen - ik geef de voorkeur om te werken met een andere persoon 12345 - ik vind het makkelijker om te leren wanneer ik een partner heb 1 2 3 4 5 In groepjes - ik heb betere resultaten als ik in een groep werk dan wanneer ik alleen werk - ik geef de voorkeur aan samenwerken met anderen
12345 12345
In teams - wanneer we een gezamenlijk doel met het onderwerp of de opdracht moeten bereiken, behaal ik betere resultaten - wanneer ik mag kiezen met wie ik werk, leer ik meer
12345 12345
Afwisselend - ik geef er de voorkeur aan om afwisselend alleen te werken of met anderen - wanneer ik afwisselend alleen werk of met anderen, haal ik de beste resultaten
12345 12345
25
FYSIEK 1 Geluid - wat ik hoor, herinner ik mij het beste - ik geef er de voorkeur aan dat de docent mij dingen vertelt die ik moet leren - ik vind het leuk als iemand mij hardop voorleest - wanneer ik anderen iets moet uitleggen, doe ik dat liever pratend dan schrijvend - ik geef de voorkeur aan lessen waar we over dingen praten en discussiëren - wanneer ik met iemand kan praten over de dingen die ik moet leren, herinner ik mij dit het beste Zichtbaar - ik herinner mij iets beter als ik het in een boek heb gelezen - ik begrijp iets beter wanneer de leraar veel op het bord heeft geschreven - ik leer beter als ik de instructies zelf lees - het is makkelijker voor mijzelf om iets te onthouden als ik het mezelf kan voorstellen - ik geef er de voorkeur aan dat datgene waarmee ik moet werken ook plaatjes bevat Tastbaar - ik friemel met iets terwijl ik luister - ik vind het leuk toetsen te maken wanneer ik iets nieuws en moeilijks moet leren - ik vind het leuk om te tekenen of aantekeningen te maken wanneer de docent praat - ik herinner mij iets beter wanneer ik aantekeningen gemaakt heb of sleutelwoorden heb onderstreept - ik vind het leuk om dingen te bouwen - mijn opdrachten worden gemakkelijker opgelost als ik de computer mag gebruiken - ik geef de voorkeur aan het leren van nieuwe, moeilijke stof, wanneer ik mijn handen gebruik om het probleem op te lossen
Beweegbaar - ik leer het beste als ik het zelf onderga, meemaak, doe - ik geef de voorkeur aan iets nieuws en moeilijks leren door zelf te doen - ik geef de voorkeur aan te bewegen terwijl ik iets leer - waneer ik mijzelf moet concentreren, verander ik vaak van houding of beweeg ik mijn benen - als ik beweeg terwijl ik iets moet leren, herinner ik mij dit later beter
12345 12345 12345 12345 12345 12345
12345 12345 12345 12345 12345
12345 12345 12345 12345 12345 12345 12345
12345 12345 12345 12345 12345
26
FYSIEK 2 Voedsel en drinken - wanneer ik een eetpauze neem terwijl ik midden in mijn werk zit, is mijn concentratie verstoord - ik wacht met eten en drinken tot ik mijn werk af heb - wanneer ik snack terwijl ik werk, is het gemakkelijk om iets nieuws te leren - wanneer ik mij concentreer, kauw of zuig ik vaak op iets
12345 12345 12345 12345
Tijd - als ik kon kiezen op welk tijdstip van de dag ik mijn huiswerk zou maken zou ik kiezen - a. vroeg in de ochtend van 7-10 - b. ’s ochtends van 10-12 - c. ’s middags van 12-16 - d. laat in de middag van 16-19 - e. vroeg in de avond van 19-22 - f. laat in de avond van 22-24 Beweging - ik ben in staat rustig te blijven totdat ik mijn opdrachten af heb - mijn concentratie is verstoord, als ik tijdens de lessen rondloop - ik heb een pauze nodig waarin ik kan bewegen als ik iets nieuws en moeilijks moet leren - als ik lang rustig, stil moet zijn, vind ik het moeilijk mijzelf te concentreren
12345 12345 12345 12345
27
PSYCHISCHE ELEMENTEN Algemeen - ik vind het leuk om van de ene taak naar de andere te gaan, en ik begin met dat wat me het interessants lijkt - ik vind het leuk als de leraar grappige verhaaltjes vertelt om datgene wat mij moeten leren, te verduidelijken - ik kan mijzelf concentreren tijdens het maken van verschillende opdrachten in een keer - ik geef er de voorkeur aan om te weten waarom ik een opdracht moet maken Analyserend - ik geef er de voorkeur aan wanneer de leraar stap voor stap, beetje bij beetje, het onderwerp doorneemt - ik geef er de voorkeur aan een opdracht helemaal af te hebben, voordat ik aan een nieuwe begin - ik geef de voorkeur aan het leren van iets nieuws als ik een kopie met instructies krijg of als het op het bord staat - ik geef er de voorkeur aan dat mijn werk wordt nagekeken voordat ik met iets nieuws begin Impulsief/reflecterend - ik geef de voorkeur aan het overwegen van verschillende opties voordat ik besluit hoe ik ga leren - ik geef de voorkeur aan nadenken over de opdracht voordat ik aan het werk ga - ik geef snel antwoord als mij een vraag gesteld wordt - ik vind het moeilijk om te wachten op een uitleg wanneer ik begin met het werken aan een opdracht
12345 12345 12345 12345
12345 12345 12345 12345
12345 12345 12345 12345
28