Binnenmilieuverbetering en energiebesparing op scholen
Wanneer start jij? 5
10
15
20
25
30
35
40
45
Leerprestaties worden niet alleen bevorderd door aantrekkelijke lesstof en bevlogen docenten. Ook puur de ‘lucht’ waarin leerlingen hun sommen maken en taaloefeningen doen, is een factor van belang. De stad Utrecht heeft dat onderkend. Hun planmatige aanpak stond centraal tijdens een bijeenkomst over binnenmilieuverbetering en energiebesparing op scholen. Kinderen hebben recht op goed onderwijs. Maar hoe zit dat met hun recht op een goed binnenmilieu? In toenemende mate is dat niet langer een vraag. Of zoals een van de pakweg zeventig deelnemers aan de sessie op het Provinciehuis Utrecht (primair vertegenwoordigers van scholen en gemeenten) het verwoordde: je hoort op dit punt eerder te spreken over een ‘normale’ in plaats van een ‘minimale’ inspanning. Wanneer start jij?’ was de uitdagende titel die de organisatie had bedacht. Liever vandaag dan morgen, was het antwoord dat zich tijdens de middag uitkristalliseerde. Doorzettingsvermogen Investeren in de jeugd is investeren in de toekomst. Men kan een voorbeeld nemen aan de stad Utrecht. Hier is al in de lente van 2007 een werkgroep van gemeente en schoolbesturen in het leven geroepen om de kwaliteit van het binnenmilieu op een hoger niveau te brengen. Deze werkgroep is vervolgens structureel aan draagvlak gaan werken, ook onder invloed van een aantal leden, wier enthousiasme en doorzettingsvermogen je altijd nodig hebt om een project echt vlot te trekken. Een van hen was Rob van der Westen, staffunctionaris Huisvesting bij de Katholieke Scholenstichting Utrecht (KSU). Hij was zich naar eigen zeggen ‘rot geschrokken’, toen hij ergens een bericht had gelezen over een landelijk onderzoek waaruit bleek dat 80% van de scholen in het primair onderwijs een matig tot slecht binnenmilieu had. Toen een gemeentelijke inventarisatie uitwees dat dit percentage ook van toepassing was op de Utrechtste situatie, hoefde niemand hem meer te overtuigen van de noodzaak om actie te ondernemen. Een monument fris maken De gemeenteraad zag die noodzaak ook en reserveerde in 2008 6,6 miljoen euro voor de duur van 3 jaar. Genoeg om alle nieuwbouwscholen van milieuklasse B (voor luchtkwaliteit en thermisch comfort) te voorzien. Toen de raad na de verkiezingen van 2010 daar nog eens 2 miljoen euro per jaar bovenop deed, konden ook de bestaande scholen in het ‘aanvalsplan binnenmilieu’ opgenomen worden, inclusief het uitvoeren van quick-wins zoals zonneschermen en thermostaatknoppen aanbrengen. Rob: “Daarnaast konden we de voorlichtingssessies van de GG&GD voortzetten, waarin het
binnenmilieu in relatie werd gebracht met gedrag (zie ook het interview verderop met Inge van der Heyden van GGD Midden-Nederland, red.). Ik moet echt zeggen: de gemeente heeft zijn verantwoordelijkheid genomen.” 50
55
60
65
70
75
80
85
KSU zelf ging nog een stap verder en durfde het aan, samen met Schoonderbeek Klimaat Techniek (SKT), van de Gertrudisschool in Utrecht een frisse school te maken. Een monument nota bene, waardoor de bouwtechnische manoeuvreerruimte in de regel minimaal is. Hierbij werd gewerkt vanuit een totaalconcept, zo legt directeur Gerrit van Tintelen van SKT uit waarbij het binnenmilieu werd verbreed tot het ‘binnenklimaat. “Verwarmen, koelen, ventileren en ontvochtigen zijn binnen één extreem energiezuinige technologische infrastructuur gebracht met als stuwende kracht een serie warmtepompen met WTW-kwaliteiten.” Stip op de horizon En zo zal het in de toekomst in Utrecht nog veel vaker gaan, vertelt Arno Harting van de afdeling StadsOntwikkeling. Het spoor van energie-efficiency zal nauw gaan aansluiten op dat van binnenmilieuverbetering onder de vlag van ‘totale dubo kwaliteit’. Het Programma van Wensen is er. Zo wil men voor nieuwbouw streven naar een GPR-score van een 8,0 mét concrete maatregelen. “We vertalen dat naar een Programma van Eisen”, aldus Arno. “Daarnaast willen we een energiebesparingscampagne starten en scholen groene stroom laten inkopen, maar daar ontbreken vooralsnog de middelen voor.” Bij deze totaalbenadering is de stip op de horizon in de stad Utrecht ook al bepaald. In 2030 moet er op de 160 scholen in het primair onderwijs sprake zijn van een CO2-reductie van 80%, een verlaging van de milieubelasting én van een gezond binnenklimaat. Een straffe opdracht, weet Rob van der Westen. Hij somt de obstakels op die hij op zijn weg is tegengekomen: onvolledige Energie en Binnenmilieu Adviezen (EBA’s), veel administratieve rompslomp, geen vergoeding voor de begeleiding en hogere exploitatielasten. “Maar we weten waarvoor we het doen. En iemand moet het pad effenen, zodat anderen het hopelijk makkelijker krijgen.” Superbrainstorm Erik Peekel van The Actor Factory heeft tot dan toe als dagvoorzitter het programma vaardig aan elkaar gepraat, maar na de formele presentaties krijgt hij echt de kans om te schitteren. Hij introduceert de ‘superbrainstorm’ als de ideale manier om waardevolle kennis te genereren, namelijk vanuit een met elkaar sparrende groep van gelijkgestemden. Hij refereert daarbij aan ‘the wisdom of crowds’ van James Surowiecki. Door vragen te stellen en steeds nieuwe combinaties van deelnemers naar antwoorden te laten zoeken en hun bevindingen centraal te bespreken, zwengelt hij dit groepsproces aan.
90
95
100
105
110
115
120
125
Hoe zorg je zelf voor een gevoel van urgentie bij binnenmilieuverbetering? Door bij beslissers en budgethouders niet meer te spreken over een minimale inspanning, maar over een normale inspanning. Anders doe je leerlingen domweg tekort. En hoe zit het met de bewustwording rond het energieverbruik? Zorg voor pc’s op zonne-energie, zodat de problematiek dichtbij de beleving van de kinderen komt te staan. Een andere benutting voor vierkante meters Maar het is toch het financiële aspect dat de tongen het meeste losmaakt. De werkelijkheid anno 2011 is dat de bezuinigingswoede van de overheid ook grip heeft gekregen op duurzame ontwikkelingen als deze. Hoe kun je je daaraan ontworstelen? Ook nu bewijst de superbrainstorm zijn waarde. Wie heeft ooit het financiële jaarverslag van de gemeente ingekeken om te weten wat de financiële reserves zijn?, vraagt iemand zich hardop af. En een andere tip vanuit de groep: maak in een gemeente een permanent revolverend fonds. In Leusden trekken gemeente, schoolbesturen en woningcorporatie met elkaar op bij de realisatie van Multifunctioneel Centrum Antares, waarin onder meer basisscholen, een bibliotheek en een wijkcentrum met horecavoorziening worden samengebracht. De truc is om na schooltijd een andere benutting te vinden voor de vierkante meters van je gebouw waardoor extra financieel draagvlak ontstaat. Zo worden allerlei ideeën uitgewisseld. Garantiefonds Utrecht Ook Esther Schaafsma (beleidsmedewerker Duurzaamheid en Energie bij Provincie Utrecht) krijgt nog het woord. Als geld het probleem is, kan het geen kwaad nog even een toelichting te geven op het nieuwe Garantiefonds Energie. “Met dit fonds verlaagt de provincie de drempel voor organisaties om geld te lenen voor energiemaatregelen door richting bank garant te staan voor de extra investeringskosten (tussen de 50.000 en 500.000 euro)”, legt zij uit. Daarmee krijgt de bijeenkomst een passend slot. Er zijn meer mogelijkheden dan je denkt om het binnenmilieu en de energie-efficiency op scholen te verbeteren. Te weinig zuurstof in de lucht, gapende en suffende leerlingen; daar mag je geen genoegen mee nemen. Resteert de vraag: wanneer start jij? -0-0-0[in kader:]
Een beter binnenmilieu begint bij jezelf 130
Veel leerkrachten beseffen wel dat een fris lokaal vraagt om het openzetten van een raam, maar de verbazing is van hun gezicht af te scheppen, als zij horen hoeveel verse lucht nodig is om écht een goed binnenmilieu te creëren. Althans, dat is de ervaring van verpleegkundige Milieu en Gezondheid Inge
135
140
145
150
155
160
van der Heyden die namens GGD Midden-Nederland in de provincie Utrecht een project coördineert om basisscholen de fijne kneepjes van het ventileren bij te brengen. “De ogen worden steeds groter, als onze adviseurs vertellen dat je bij elke pauze en na schooltijd altijd alle deuren en ramen tegenover elkaar moet openzetten. Nog daargelaten dat roosters sowieso maximaal open moeten staan en ramen op een kier.” Deze instructie behoort tot de zogenaamde ‘eendagsmethode binnenmilieu’ waarmee de GGD Midden-Nederland uiteindelijk in hun regio rond de 250 scholen in het basis- en speciaal basisonderwijs zal bezoeken. Allemaal scholen met alleen natuurlijke ventilatie. De vraag is hoe zij hun binnenmilieu kunnen verbeteren door vooral gedragsaanpassingen. Inge: “ We doen per lokaal onderzoek naar de ventilatiecapaciteit en brengen die in verband met de ventilatiebehoefte. Via de ventilatiekaart krijgt de docent een duidelijk beeld hoe hij adequaat kan ventileren. Hoe ver moet hij een raam openzetten bijvoorbeeld? Daarnaast wijzen we ze op andere factoren die het binnenmilieu beïnvloeden. Als er bijvoorbeeld veel spullen rondslingeren, wordt de schoonmaak belemmerd en hoopt het stof zich op. Ook dat heeft een negatief effect.” De eendagsmethode wordt mogelijk gemaakt door een samenwerking van GGD Nederland en het ministerie van I&M . Het behelst naast een ventilatieinspectie van de lokalen en - concreet - schooladvies ook een CO2signaalmeter met indicatielampjes, een lespakket gericht op de scholieren en een subsidie van 1.500 euro, naar eigen inzicht te besteden aan maatregelen ten gunste van het binnenmilieu. “Ik weet dat de stad Utrecht deze actie nog verder heeft aangekleed. Daar bezoekt de GG&GD ook scholen met mechanische ventilatie.” [einde kader]
165
-0-0-0[in kader:]
170
Financiële instrumenten Laat u inspireren! Er zijn in Nederland een aantal gangbare financieringsmogelijkheden. Een overzicht.
175
•
Leaseconstructie/operational lease van energie-installatie (soms ook de verbeterde schilconstructie) door leverancier of financier. Deze kan via EIA, MIA en Vamil een deel van de meerkosten gecompenseerd krijgen (zie www.agentschap.nl, www.vamil.nl).
• 180
• 185
190
195
200
•
•
Decentralisatieovereenkomst: de gemeente is bouwheer en verkoopt het onderwijsgebouw na oplevering aan een beheerstichting. De gemeente kan BTW (19%) terugkrijgen en de stichting moet vervolgens overdrachtsbelasting (6%) betalen. Per saldo 13% korting dus. Die ‘winst’ kan in extra dubokwaliteit van de school gestoken worden. Gemeente, provincie of banksector stellen een laagrentend revolverend energie/duurzaam bouwen fonds beschikbaar waaruit schoolbesturen (een deel van) de meerkosten van de aanvangsinvestering kunnen lenen. Door kostenbesparing (in het bijzonder de energiekosten) wordt deze lening in de volgende 5-10 jaar (deels) terugbetaald. Van tevoren moet goed afgesproken worden welke besparingen het schoolbestuur zal realiseren. Groenfinanciering van de nieuwbouw, verbouw of uitbreiding met een voldoende hoog ‘Groenfonds gehalte. De rente op leningen op basis van groenfinanciering ligt 1 à 1½% lager dan de normale marktrente. Deze regeling is natuurlijk minder aantrekkelijk in vergelijking met een revolverend fonds met een laag of nihil rentepercentage (zie www.agentschap.nl). Bij zeer bijzondere en innovatieve maatregelen zijn er subsidies mogelijk, waaronder een ontwikkelsubsidie en/of marktintroductiesubsidie. Zie ook www.agentschap.nl
[einde kader] -0-0-0-