Project Publicatie 'Energiebesparing op aanvraag?' Datum 08 03 2007 Afdrukdatum 05 12 2008
1 11
Energiebesparing op aanvraag?
© Atriensis b.v. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm en op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Atriensis b.v..
Atriensis b.v. Insulindelaan 122 Postbus 842 5600AV Eindhoven T 040 2367859 F 040 2364278 I www.atriensis.nl E
[email protected] KvK Oost Brabant 17183743 ABN AMRO 55 39 63 333
Project Publicatie 'Energiebesparing op aanvraag?' Datum 08 03 2007
Inhoudsopgave
2 11
1
Energiebesparing op aanvraag?
3
2
Aanbodgerichte benadering
5
3
Vraaggestuurde aanpak
6
4
Bijlage: Energielasten voor huurders
8
Project Publicatie 'Energiebesparing op aanvraag?' Datum 08 03 2007
1
Energiebesparing op aanvraag?
De meeste woningcorporaties investeren in het terugdringen van het energieverbruik in hun huur- en koopwoningen door het complexgewijs treffen van technische maatregelen. In ‘Antwoord aan de samenleving’ van januari 2007 geeft Aedes aan het komende decennium 20% besparing op het gasverbruik in de sociale sector te realiseren. Het lastige is dat juist het bewonersgedrag en de aanschaf van allerlei (huishoudelijke) apparatuur voor een groot deel het energieverbruik bepalen. Van oudsher zijn dit geen terreinen, waarmee corporaties zich willen bemoeien. Hebben corporaties alternatieven voor het ‘leuren’ tegen huurverhoging met collectieve en universele pakketten technische energiebesparende maatregelen? Hoe transformeer je van een aanbodgerichte naar een vraaggestuurde aanpak? Welke besparingen liggen hierbij in het verschiet?
3 11
Meer nog dan de milieuproblematiek hebben sociale verhuurders het woonlastenvraagstuk op hun netvlies. Zo stegen de tarieven voor aardgas en elektra het afgelopen lustrum jaarlijks met meer dan 10%. De energienota van huurders nam hierdoor ten opzichte van vijf jaar geleden met € 30 per maand ofwel 45% toe. Een fors bedrag als je dit spiegelt aan de inkomenssituatie van de doelgroepen van de woningcorporaties. Ondersteuning van huurders bij de verlaging van hun energienota is dus bittere noodzaak. Figuur: Woonlastenontwikkeling
Referentieverbruik aardgas per woning Referentieverbruik elektra per woning Tarief aardgas Tarief elektra Jaarlasten aardgas Jaarlasten elektra Jaarlasten gas plus elektra Maandlasten gas plus elektra
m3 kWh € € € € € €
2000 1.500 2.500 0,30 0,14 446 357 803 67
2005 1.300 2.700 0,48 0,20 619 546 1.165 97
Alles wijst anno 2007 op een hernieuwde serieuze aanpak van energiebesparing in de bestaande voorraad. Welke rol is hierbij voor corporaties weggelegd? En waarom is hierbij veel meer focus van woningcorporaties op het bewonersgedrag nodig? Een schets van knelpunten binnen het wonen en in het bijzonder in de huursector. Corporaties vinden dat zij slechts beperkte invloed op de energienota van de huurder hebben. Zij wijzen hierbij naar ‘externe’ factoren als de explosie van de tarieven, de stijgende welvaart met de neveneffecten voor de energieconsumptie of het gedrag van huurders. De warmtebehoefte voor tapwater en
Project Publicatie 'Energiebesparing op aanvraag?' Datum 08 03 2007
ruimteverwarming steeg de afgelopen decennia. En het elektraverbruik vertoont per huishouden ook een stijgende tendens. Niet zozeer door de woninginstallaties, maar vooral door de aanschaf van consumptiegoederen door huurders. Een corporatie ‘bemoeit zich niet’ met het stookgedrag of met de aanschaf van allerlei elektronica. Traditioneel gaat de bemoeienis van corporaties niet verder dan de woning met de woninginstallaties. Hier komt de complicatie van de scheiding tussen eigendom en gebruik bij. Een corporatie kan investeren in energiebesparende maatregelen. Maar het financiële voordeel van de lagere energienota is exclusief voor de huurder. ‘Waarom investeren als een huurder niet bereid is de huurverhoging te betalen’, zo redeneren veel corporaties. Omgekeerd krijgen corporaties het verwijt onvoldoende geld te steken in energiebesparing. ‘De hoge energienota ligt toch bij de huurder. Er is een enorm woningtekort, dus ook energetische gedrochten verhuren nog wel’, zo is de beschuldiging.
4 11
‘We zullen het mogelijk maken dat tenminste 20% wordt bespaard op het gasverbruik in de bestaande voorraad over de periode 2008-2018.’ ‘Antwoord aan de samenleving’ van Aedes, januari 2007
Project Publicatie 'Energiebesparing op aanvraag?' Datum 08 03 2007
2
Aanbodgerichte benadering
Corporaties passen slechts incidenteel energiebesparende maatregelen toe buiten hun reguliere projecten om. Het heeft geen prioriteit en vaak zijn er complicaties. Bij collectieve energiebesparende maatregelen is toestemming vereist van het merendeel van de huurders. Zoniet, dan is er sprake van free riders gedrag. Denk aan de isolatie van daken, vloeren en kopgevels bij gestapelde woningen, rendementsverhoging van blokverwarmingsinstallaties of toepassing van individuele bemetering. Daarbij bestaat nog steeds een diepgewortelde angst voor vochtproblemen als gevolg van te zuinig stoken en niet ventileren door huurders. Wel koppelen woningcorporaties energiebesparende maatregelen aan lopende beheeractiviteiten. Energiebesparing als toevoeging aan bestaande werkprocessen. Hierdoor blijven de extra werkbelasting en extra investeringen overzichtelijk. Enkele voorbeelden:
5 11
• • • • •
Toepassing van hoog rendementstoestellen bij ketelvervanging. Gelijkstroomventilatoren als vervanging van afgeschreven ventilatoren. Extra isolatie aan de gebouwschil bij planmatig onderhoud. Denk aan gevel-, vloer- en dakisolatie of aan HR beglazing. Isolatie van daken en vloeren bij mutaties in de lege woningen vanwege de gemakkelijke bereikbaarheid. Waterbesparende oplossingen als sanitair versleten is.
Figuur: Scenario ‘aanbodgerichte benadering’
Referentieverbruik aardgas per woning Aardgasverbruik sociale sector totaal Referentieverbruik elektra per woning Elektraverbruik sociale sector totaal
m3 m3 * 106 kWh kWh * 106
2008 1180 2832 2820 6768
2018 944 2266 2820 6768
Besparing 566 0
Deze aanbodgerichte benadering zal zeker besparingen opleveren. Een reductie van 20% het komende decennium op het gasverbruik in de bestaande voorraad –zoals toegezegd door Aedes- is bij deze aanpak zeker realistisch. Een besparing voor de hele sociale sector van ruim een half miljard kuub gas op jaarbasis in 2018. Dit is voornamelijk de verdienste én de investering van de van de eigenaar. Besparingen op het elektraverbruik kun je bij deze aanbodgerichte benadering helaas niet verwachten. Tegelijk blijven veel installaties en bouwdelen energetisch onder de maat. De corporatie heeft hier nu eenmaal geen plannen voor. De bewoner blijft volledig grotendeels buiten beeld. En veruit de meeste huurders hebben nu eenmaal geen verhuisplannen. Zij bewonen bouw- en woontechnisch uitstekende maar energetische matige woningen. Op geen enkele wijze merken zij iets van een aanpak gericht op energiebesparing!
Project Publicatie 'Energiebesparing op aanvraag?' Datum 08 03 2007
3
Vraaggestuurde Vraaggestuurde aanpak
In veel situaties verdient een vraaggestuurde aanpak de voorkeur. De vraaggestuurde aanpak komt relatief zelden voor omdat koppeling met andere activiteiten van de corporatie ontbreekt. Corporaties vrezen nieuwe werkprocessen en hogere investeringskosten. Daarnaast denkt men dat het schaalvoordeel ontbreekt, zoals dat wel aanwezig is bij de klassieke aanpak per complex. Is de vraaggestuurde aanpak dan niet zinvol? ‘Investeringsinspanningen van woningcorporaties in energie-efficiency van de bestaande voorraad woningen kunnen een positieve bijdrage leveren aan een beheerste woonlastenontwikkeling. Het streven is ook hierover met woningcorporaties afspraken te maken.’
6 11
‘ Coalitieakkoord CDA, PvdA en ChristenUnie’, 7 februari 2007
Vraaggestuurd werken is zeker belangrijk. De huurder heeft in dat geval een intrinsieke motivatie om actief aan energiebesparing te werken. Het is zijn eigen keuze. Het is niet van bovenaf opgelegd. Minder tijd is nodig om de huurder van de noodzaak te overtuigen. Deze vraagt er immers zelf om! Het gaat om maatregelen die optimaal aansluiten bij de behoefte van het betreffende huishouden op dat moment. Op doelgroepen afgestemde energiebesparende keuzepakketten. Enkele voorbeelden: •
• •
•
Voor lagere inkomens hulp bij het realiseren van eenvoudige besparende maatregelen. Denk aan radiatorfolie, spaarlampen, isolatie van schuine daken aan de binnenzijde of waterbesparend sanitair. Plus ondersteuning op maat door een energieconsulent. Voor de groene consument een duurzaam pakket: bijvoorbeeld een zonneboiler, hot fill apparatuur, een gasgestookte droger en groene stroom. Voor op comfort gestelde huurders een pakket met traditionele isolatie van de gevel, glas en vloer. Aanvullende hierop comfortabele centrale verwarming en gebalanceerde ventilatie. Voor op het eigen gedrag gerichte bewoners een individueel energie account op internet. Hier treffen zij hun referentiegas- en elektraverbruik aan. Hier ontvangen zij adviezen op maat, afgestemd op hun eigen specifieke woning en huishouden. Een forum om tips uit te wisselen. Assistentie om de eigen besparingsdoelen te volgen.
Project Publicatie 'Energiebesparing op aanvraag?' Datum 08 03 2007
Figuur: Scenario ‘aanbodgerichte plus vraaggestuurde aanpak’
Referentieverbruik aardgas per woning Aardgasverbruik sociale sector totaal Referentieverbruik elektra per woning Elektraverbruik sociale sector totaal
7 11
m3 m3 * 106 kWh kWh * 106
2008 1180 2832 2820 6768
2018 708 1699 2256 5414
Besparing 1133 1354
Natuurlijk werkt deze vraaggestuurde aanpak alleen als de corporatie huurders informeert en uitdaagt. ‘Werp een blik op de schappen van onze energiebesparingswinkel’. Richt deze ‘winkel’ ook in nauw overleg in met vertegenwoordigers van huurders, eventueel een energiebedrijf, leveranciers van apparatuur en de eigen technische afdeling. Een goed alternatief of uitbreiding voor het stoffige hoekje met keukenfrontjes en tegeltjes in de entreehal van de corporatie. En uiteraard is ook budget vereist. Corporaties moeten substantieel middelen vrijmaken. Bij deze vraaggestuurde aanpak nemen huurders en verhuurders gezamenlijk verantwoordelijkheid. Volgens de Amerikaanse ontwikkelingseconoom Jeffrey Sachs is het fout te veronderstellen dat landen al veel doen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. “Het zijn de cijfers die tellen, niet de aankondigingen.” Volkskrant, 19 februari 2007
Maak van huurders bondgenoten. De reductie van het gasverbruik in de bestaande voorraad neemt hiermee het komende decennium toe van 20% tot maar liefst 40%. Ofwel voor de hele sector een besparing van ruim één miljard kuub gas en bijna anderhalf miljard kWh elektra op jaarbasis in 2018. Ruim boven de doelstelling van Aedes. Deze omvang van besparingen is overigens volstrekt onhaalbaar door verdere verlaging van de EPC in de nieuwbouw van het komende decennium. Sterker nog. Al zouden alle nieuwe sociale huurwoningen het komende decennium energieneutraal opgeleverd worden, dan nog is deze besparing slechts een fractie van de realistische doelen met veel kortere terugverdientijden in de bestaande sociale voorraad. Kortom verlegging van de aandacht van nieuwbouw naar de bestaande voorraad is vereist. Alle ‘energie’ is nodig voor energiereductie van die bestaande voorraad. Hierbij verdient naast de traditionele aanbodgerichte benadering de vraaggestuurde aanpak een volwaardige plaats. Ook de beperking van het elektraverbruik krijgt hierbij gestalte. Wie pakt de handschoen op?
Project Publicatie 'Energiebesparing op aanvraag?' Datum 08 03 2007
4
Bijlage: Energielasten voor huurders
Landelijke trends
8 11
Het huishoudelijke gas- en eletraverbruik in Nederland wordt de afgelopen jaren slechts op hoofdlijnen gevolgd. Sedert decennia daalt het gasverbruik voor ruimteverwarming, warmtapwater en koken. Redenen zijn het treffen van energiebesparende maatregelen in de bestaande woningvoorraad, bewuster gedrag van bewoners én toevoeging van nieuwe en energiezuinige woningen aan de voorraad. Het verbruik van aardgas per gemiddeld Nederlands huishouden is tussen 1980-2004 gestaag gedaald van 3145 m3 naar 1736 m3 (een daling van 45%). Het aandeel van ruimteverwarming in het totale verbruik is gedaald van 88% in 1980 gedaald tot 74% in 2004. Het aandeel voor de bereiding van warm tapwater is in dezelfde periode verdubbeld tot 22%. Het elektriciteitsverbruik per huishouden is vanaf 1988 gestegen van 2740 tot ongeveer 3400 kWh per jaar, hetgeen neerkomt op een groei van 1,5% per jaar. De toename van elektrische apparatuur in huishoudens is mede debet (bron: EnergieNed). Figuur: Gemiddeld energiegebruik per huishouden
Project Publicatie 'Energiebesparing op aanvraag?' Datum 08 03 2007
De energielasten voor huishoudens hebben enerzijds te maken met het verbruik en anderzijds met de tarieven. Grote afnemers, zoals de industrie, betalen per m3 minder dan huishoudens. Het verschil tussen de prijs voor industrie en huishoudens is vooral ontstaan na de tweede energiecrisis. Vanaf eind jaren ’80 is de gasprijs voor kleinverbruikers gekoppeld aan de prijs van huisbrandolie, het alternatief voor aardgas. Huishoudens betaalden in 2006 bijna 45 cent per m3 exclusief btw, ofwel ongeveer 50 cent per m3 inclusief btw. Grootverbruikers betaalden in 2006 ongeveer 21 cent per m3 exclusief btw. Voor huishoudens zijn de tarieven vanaf eind jaren negentig verdubbeld: enerzijds door de gestegen tarieven voor huisbrandolie, anderzijds door de heffingen. Figuur: Aardgasprijzen huishoudens en industrie (in € exclusief btw)
9 11
Project Publicatie 'Energiebesparing op aanvraag?' Datum 08 03 2007
De elektriciteitsprijs hangt onder andere af van de brandstofprijzen van olie, kolen en aardgas. Voor de categorie huishoudens gelden afwijkende tarieven als van een dubbeltariefmeter gebruik gemaakt wordt. De industriële bedrijven betalen minder. Daarnaast spelen de kosten van centrales en transportnetten een rol, alsmede de kosten voor bediening en onderhoud. Verder wordt bij grotere verbruikers de prijs in belangrijke mate bepaald door de aansluitwaarde en het aantal bedrijfsuren. Tenslotte zijn er nog de kostenverschillen tussen distributiebedrijven. Vanaf 1999 zijn de tarieven explosief gestegen voor huishoudens. Van ongeveer 10 cent exclusief btw naar 18 cent exclusief btw per kWh! En dat in combinatie met een stijging van het gemiddelde elektraverbruik. Figuur: Elektriciteitsprijs huishoudens en industrie (in € exclusief btw)
10 11
Project Publicatie 'Energiebesparing op aanvraag?' Datum 08 03 2007
Woonlasten De tarieven voor aardgas en elektra stegen het afgelopen lustrum jaarlijks met meer dan 10%. Landelijk was de tendens dat het gemiddelde aardgasverbruik per huishouden iets afnam, terwijl het gemiddelde elektraverbruik iets steeg. Het gasverbruik van huurwoningen ligt naar verwachting ruim beneden het gemiddelde van alle woningen in Nederland, terwijl het elektraverbruik ook beneden het gemiddelde zal liggen. Dit betekent dat de energienota ten opzichte van vijf jaar geleden met € 360 op jaarbasis ofwel € 30 per maand ofwel 45% toenam. Over dezelfde periode steeg de gemiddelde huur met € 60 per maand ofwel met 19%. De woonlasten -gedefinieerd als huur plus de kosten voor gas en elektra- stegen totaal van € 379 tot € 469 per maand. Een stijging van € 90. Figuur: Energieverbruik en –kosten van huurders (incl. btw)
11 11
Referentieverbruik aardgas per woning Referentieverbruik elektra per woning Tarief aardgas Tarief elektra Jaarlasten aardgas Jaarlasten elektra Jaarlasten gas plus elektra Maandlasten gas plus elektra Gem. landelijke maandhuur (CFV) Huur plus lasten gas en elektra
m3 kWh € € € € € € % € % € %
2000
2005
1.500 2.500 0,30 0,14 446 357 803 67 100 312 100 379 100
1.300 2.700 0,48 0,20 619 546 1.165 97 145 372 119 469 124
Stijging/ daling -200 200 0,18 0,06 173 189 362 30 45 60 19 90 24