Wanneer ga jij met pensioen?
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................... 3 1
2
3
AOW-gerechtigde leeftijd ................................................................................................................ 4 1.1
Algemeen............................................................................................................................... 4
1.2
Verhoging van 65 naar 67 ..................................................................................................... 4
1.3
Verdere verhoging op basis van de levensverwachting ........................................................ 4
Pensioenleeftijd ............................................................................................................................... 6 2.1
Wat is de pensioenleeftijd? ................................................................................................... 6
2.2
Verschil pensioenleeftijd en AOW-leeftijd ............................................................................ 6
Pensioenrichtleeftijd ....................................................................................................................... 7 3.1
Wat is de pensioenrichtleeftijd? ........................................................................................... 7
3.2
Verhoging van 65 naar 67 ..................................................................................................... 7
3.3
Verdere verhoging op basis van de levensverwachting ........................................................ 7
Page 2 of 8
Inleiding In 1957 is de Algemene ouderdomswet ingevoerd. Vanaf die tijd wordt een basispensioen van de overheid ontvangen wanneer de leeftijd van 65 jaar wordt bereikt. Het aantal 65-plussers is sinds die tijd alleen maar toegenomen. Sinds de invoering van de AOW zijn wij mensen langer blijven leven en de levensverwachting zal nog verder toenemen. In 2009 is daarom door de overheid besloten om de AOWleeftijd te verhogen. De AOW biedt een basisinkomen voor ouderen die niet langer behoren tot de beroepsbevolking. De uitkeringen van de AOW-gerechtigden worden betaald uit de premies die worden afgedragen door alle mensen die nu werken. Tegenover één AOW-gerechtigde stonden in 1957 ruim zes werkenden in de leeftijd tussen de 20 en 64 jaar. Inmiddels is die verhouding één op vier. Omdat er steeds minder werkenden zijn tegenover één AOW-gerechtigde, wordt het steeds moeilijker om de AOW betaalbaar te houden. Daarom is het noodzakelijk dat mensen langer blijven werken en later de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken. Naast de AOW-uitkering ontvangt een gepensioneerde een ouderdomspensioen van een pensioenfonds of een pensioenverzekeraar. Het pensioen is onderdeel van de secundaire arbeidsvoorwaarden. Tijdens het werkzame leven van de werknemer betalen werkgever en werknemer premies voor dit pensioen. De hoogte van het ouderdomspensioen is afhankelijk van een aantal factoren zoals het gedeelte van het salaris waarover je pensioen opbouwt, het opbouwpercentage en het aantal dienstjaren. Het pensioen vormt een aanvulling op de AOW-uitkering. De meest gebruikelijke ingangsdatum is de maand waarin de werknemer de leeftijd van 65 bereikt. Maar of dat zo blijft, is de vraag. Door de verschillende ingangsdatums en -leeftijden van het pensioen en de AOW uitkering wordt het er allemaal niet duidelijker op. In dit artikel wordt daarom de AOW-leeftijd (= AOW-ingangsdatum), de pensioenleeftijd ( = pensioeningangsdatum) en de pensioenrichtleeftijd besproken. Wat is het verschil tussen deze leeftijden? Zijn de AOW-leeftijd en de pensioenleeftijd altijd gelijk aan elkaar? Met dit artikel willen wij duidelijk geven rondom deze verschillende leeftijden.
Page 3 of 8
1
AOW-gerechtigde leeftijd
1.1
Algemeen
De AOW- gerechtigde leeftijd is de leeftijd vanaf wanneer de AOW wordt uitgekeerd. De exacte AOWdatum is de verjaardag, de dag waarop je de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Als je bijvoorbeeld op de 20ste geboren bent, dan is de 20ste van de maand waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt, ook de ingangsdatum van de AOW-uitkering. Tot 2013 was de AOW-gerechtigde leeftijd 65 jaar. Maar door diverse wetswijzigingen is dat niet langer het geval. 1.2
Verhoging van 65 naar 67
Wie geboren is voor 1 januari 1948 en dus voor 2013 de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, ontvangt zijn eerste AOW-uitkering op 65-jarige leeftijd. Met ingang van 1 januari 2013 wordt de AOW-leeftijd stapsgewijs verhoogd van 65 jaar naar 67 jaar. Door de invoering van verschillende wetten wordt de AOW-gerechtigde leeftijd in 2018 66 jaar. In jaar 2021 is de AOW-gerechtigde leeftijd 67 jaar. 67,50 67,00 66,50 66,00 65,50 65,00 64,50 64,00
Figuur 1 Verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67.
Wie geboren is op 15 februari 1950 ontvangt voor het eerst de AOW-uitkering op 15 mei 2015. In 2015 is de AOW-leeftijd 65 jaar en 3 maanden. Een ander voorbeeld: iemand die geboren is op 15 februari 1953 bereikt de AOW-leeftijd op 15 juni 2019 (66 jaar en 4 maanden). 2012 2013 2014 2015 2016 2017 65 65 + 1 mnd 65 + 2 mnd 65 + 3 mnd 65 + 6 mnd 65 + 9 mnd
2018 2019 2020 66 66 + 4 mnd 66 + 8 mnd
2021 67
Figuur 2 De verhoging van de AOW-leeftijd tot en met het jaar 2021.
1.3
Verdere verhoging op basis van de levensverwachting
Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de gemiddelde resterende levensverwachting op 65jarige leeftijd (hierna: levensverwachting). Waarom wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting? Door de vergrijzing zijn er minder werkenden die meebetalen aan de AOW, terwijl het aantal mensen dat de AOW-leeftijd bereikt, stijgt. Bovendien leven mensen tegenwoordig langer dan vroeger en krijgen dus ook langer een AOW-uitkering.
Page 4 of 8
Vanaf 2022 zal jaarlijks worden bekeken of de ontwikkeling van de levensverwachting aanleiding geeft om de AOW-leeftijd met drie maanden te verhogen. Een verhoging van de AOW-leeftijd wordt minimaal vijf jaar van tevoren aangekondigd. Dit betekent dat vanaf 2017 jaarlijks zal worden bekeken of de ontwikkeling van de levensverwachting aanleiding geeft voor een verhoging van de AOW-leeftijd vijf jaar later. Het aanpassen van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting gebeurt aan de hand van een formule die is vastgelegd in de wet. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert ieder jaar de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. Aan de hand van de formule en de door het CBS gepubliceerde levensverwachting kan de verhoging van de AOW-leeftijd worden berekend. De AOWleeftijd op basis van de levensverwachting is dus al wel wet, maar heeft pas effect vanaf het jaar 2022. In de grafiek hieronder wordt de AOW-leeftijd op basis van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd getoond. De grafiek loopt vanaf het eerste jaar waarin de AOW-leeftijd op basis van de levensverwachting wordt berekend tot en met het jaar 2060. De AOW-leeftijd loopt geleidelijk op van 67 en 3 maanden naar 71,5 in het jaar 2060. 72,00 71,00 70,00 69,00 68,00 67,00 66,00 65,00
Figuur 3 De AOW-leeftijd op basis van de resterende gemiddelde levensverwachting op 65-jarige leeftijd.
Wie geboren is op 15 februari 1980 ontvangt voor het eerst de AOW-uitkering op 15 april 2050. In 2050 is op basis van de levensverwachting de AOW-leeftijd 70 jaar en 3 maanden. De AOW-datum is 15 januari 2056 voor iemand die geboren is op 15 februari 1985 (71 jaar).
Page 5 of 8
2 2.1
Pensioenleeftijd Wat is de pensioenleeftijd?
Voor de ingangsdatum van het aanvullende pensioen geldt als hoofdregel dat als de werknemer stopt met werken, het ouderdomspensioen op die datum moet ingaan. Op verzoek van de werknemer kan hiervan worden afgeweken. De pensioenleeftijd is de leeftijd die de deelnemer heeft op de ingangsdatum van zijn pensioen. De ingangsdatum van het ouderdomspensioen is of in de arbeidsovereenkomst of in de pensioenregeling van de werkgever te vinden. De meest gebruikelijke leeftijd om te stoppen met werken is 65 jaar. Het is mogelijk om eerder te stoppen met werken en de ingangsdatum van het ouderdomspensioen te vervroegen, als de betreffende regeling dat ook toelaat. De vroegste ingangsdatum van het ouderdomspensioen is de maand waarin de leeftijd van 55 jaar bereikt. De werknemer kan de ingangsdatum ook uitstellen, echter uiterlijk op de 70ste verjaardag moet het ouderdomspensioen ingaan. Het verschuiven van de ingangsdatum van het pensioen heeft echter wel gevolgen voor de hoogte van het pensioen. 2.2
Verschil pensioenleeftijd en AOW-leeftijd
De pensioenleeftijd is dus niet hetzelfde als de AOW-leeftijd. Deze leeftijden kunnen verschillend zijn. Iemand kan dus op 65-jarige leeftijd stoppen met werken en een ouderdomspensioen ontvangen, maar ontvangt de AOW-uitkering bijvoorbeeld pas op 66-jarige leeftijd. Het is ook mogelijk dat zowel het ouderdomspensioen als de AOW-uitkering op dezelfde leeftijd ingaan.
Page 6 of 8
3 3.1
Pensioenrichtleeftijd Wat is de pensioenrichtleeftijd?
Om uiteindelijk een ouderdomspensioen te ontvangen op de pensioeningangsdatum, moet een kapitaal worden opgebouwd. Als werknemer bouw je ieder jaar pensioen op door het betalen van premies aan een pensioenfonds of pensioenverzekeraar. Maar tot welke leeftijd bouw je het pensioenkapitaal op? In de fiscale wetgeving is een leeftijd geïntroduceerd om een richtlijn te geven tot wanneer premies betaald moet worden om je pensioenkapitaal op te bouwen, namelijk de pensioenrichtleeftijd. De pensioenrichtleeftijd wordt ook wel pensioenrekenleeftijd genoemd. De pensioenrichtleeftijd is momenteel 67 jaar. Bij het berekenen van de pensioenuitkering wordt uitgegaan van de pensioenopbouw. Bij het vaststellen van de premie en het berekenen van de toekomstige pensioenuitkering wordt ervan uitgegaan dat het pensioen ingaat op 67 jarige leeftijd, de pensioenrichtleeftijd. De pensioenrichtleeftijd wordt dus gebruikt voor de bepaling van de hoogte van de maximale fiscale pensioenopbouw voor het ouderdomspensioen. 3.2
Verhoging van 65 naar 67
Jarenlang is ook de pensioenrichtleeftijd 65 jaar geweest. Per 2014 is de pensioenrichtleeftijd ineens verhoogd van 65 naar 67 jaar. De reden van de verhoging is gelijk aan die van de verhoging van de AOWleeftijd: vergrijzing en de financiële situatie van de overheid. De verhoging van de pensioenrichtleeftijd betekent niet dat het pensioen pas op 67-jarige leeftijd wordt uitgekeerd. Het blijft mogelijk om het ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd in te laten gaan. 3.3
Verdere verhoging op basis van de levensverwachting
Net als de AOW-leeftijd wordt de pensioenrichtleeftijd gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Waar de verhoging van de AOW-leeftijd vanaf 2022 steeds plaatsvindt in stappen van drie maanden, vindt de verhoging van de pensioenrichtleeftijd steeds in stappen van een jaar plaats. Vanaf 2015 zal jaarlijks worden bekeken of de ontwikkeling van de levensverwachting aanleiding geeft voor een verhoging van de pensioenrichtleeftijd. De verhoging wordt op een vergelijkbare manier als de verhoging van de AOW-leeftijd berekend.
Page 7 of 8
In de grafiek wordt de verhoging van de pensioenrichtleeftijd getoond. In 2020 zal naar verwachting de eerste verhoging op basis van de levensverwachting plaatsvinden. De pensioenrichtleeftijd zal dan stijgen van 67 naar 68. Op basis van de meest recente levensverwachting zal de pensioenrichtleeftijd van 71 in het jaar 2045 worden bereikt. 72 71 70 69 68 67 66 65 64 63 62 2013
2014
2020
2028
2037
2045
Figuur 4 De verhoging van de pensioenrichtleeftijd op basis resterende gemiddelde levensverwachting op 65-jarige leeftijd.
Page 8 of 8