Wanderlieder Tobias Berndt · bariton Alexander Fleischer · piano vrijdag 18 september · 17.15 - 18.30 uur sint janskerk
Johann Friedrich Reichardt 1752-1814
Ralph Vaughan Williams 1872-1958
Rhapsodie (1894)
Songs of Travel (1904)
op een tekst uit Harzreise im Winter
tekst · Robert Louis Stevenson (1850-1894)
van Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) 1. The Vagabond 2. Let Beauty Awake Conradin Kreutzer 1780-1849
3. The Roadside Fire
Neun Wanderlieder (1818)
4. Youth and Love
tekst · Ludwig Uhland (1787-1862)
5. In Dreams 6. The Infinite Shining Heavens
1. Lebewohl
7. Wither must I Wander?
2. Scheiden und Meiden
8. Bright is the Ring of Words
3. In der Ferne
9. I have trod the upward and the downward slope
4. Morgenlied 5. Nachtreise 6. Winterreise
Wolfgang Rihm 1952
7. Abreise
Harzreise im Winter (2012)
8. Einkehr
tekst · Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832)
9. Heimkehr
1
vrijdag t 17.15
Toelichting
Leiden des jungen Werther. Goethe’s dramatisch eindigende briefroman heeft destijds inderdaad geleid
Het ‘Wandern‘ en Goethe’s Harzreise im Winter
tot een serie tragische zelfdodingen. Deze situatie beschrijft Goethe in zijn hymne Harzreise im Winter.
‘Wat ik niet heb geleerd, dat heb ik “erwandert” ’.
De tegenstelling tussen de alledaagse wereld en de
Johann Wolfgang von Goethe onderneemt regelmatig
– bewust gekozen – eenzaamheid van de ‘Wanderer’
lange, zware wandeltochten. Aanleiding is vaak een
staat hierin centraal. Het thema liefde bepaalt met
voor wetenschappelijk onderzoek noodzakelijke obser-
begrippen als ‘selige’, ‘schwebende’, ‘ruhige’, ‘sichere’
vatie in de natuur. De eenzaamheid, nieuwe ervaringen
het vrije ritme van het gedicht. De weidse schoonheid
en lange zelfbespiegelingen vormen niet zelden de
en de onherbergzaamheid van de natuur roepen reli-
bron voor een van zijn vele brieven, gedichten of
gieuze beelden op: de ondoorgrondelijke kracht van
prozawerken.
de liefde, die als tegenpool van het ongeluk in staat
Voor de 28-jarige Goethe is 1777 geen gemakkelijk
is de jongeman te bevrijden van zijn angsten en visi-
jaar. Zijn zusje sterft, hij begint als ambtenaar in Weimar
oenen. Het gedicht bereikt ongeveer op de helft een
en hij heeft een liefdesrelatie met de gehuwde, adel-
climax op ‘Vater der Liebe... ‘ als smeekbede. Uitein-
lijke Charlotte von Stein. Eind november vertrekt hij te
delijk is het de machtige berg zelf, die van boven de
paard naar de Harz en beklimt de Brocken, de hoogste,
wolken op de wereld neerziet en troost kan bieden.
moeilijk begaanbare berg in dat gebied. Hij bezoekt incognito een vertwijfelde jongeman, die hem steeds
Johann Friedrich Reichardt
weer brieven schrijft over zijn angstvisioenen en zelf-
Rhapsodie aus Goethes Harzreise im Winter
moordplannen, die hij heeft sinds het lezen van Die ‘Muziek moet het hart van de mensen kunnen raken!’ Johann Friedrich Reichardt is een allrounder als componist, dirigent, violist, zanger en schrijver. Zijn biografie heeft veel van een reisverslag door heel Duitsland en langs de grote steden van Europa. Zijn omvangrijke, maar na zijn dood vrijwel onbekend gebleven oeuvre omvat onder meer een enorme hoeveelheid liederen, waaronder het Duitstalige origineel van ‘Slaap, kindje slaap’. Van zijn kunstliederen schreef hij er 150 op gedichten van Goethe. Voor Goethe is Reichardt lange tijd de ideale componist, omdat diens muzikale vertaling de intentie van zijn gedichten onderstreept, zonder het natuurlijke ritme en de tekstvoordracht ervan te verstoren. Maar de grootste betekenis van Reichardt voor de verdere ontwikkeling van het romantische lied ligt in zijn late Goethe-werken, die hij de veel vrijere vorm geeft van het declamatorische Johann Wolfgang von Goethe door Johann Heinrich Lips, 1791
2
lied, waarin een vrije dichtvorm een muzikaal mini-
drama wordt, met afwisselend eenvoudige syllabische, vertellende en vrijere lyrische delen. Uit Goethe’s Harzreise im Winter selecteert Reichardt het zesde en zevende couplet als uitgangspunt voor zijn lied. Het wordt in 1794 uitgegeven onder de naam Rhapsodie, vanwege het fragmentarische karakter van tekst en compositie. De tekst is ritmisch en melodisch eenvoudig gezet, waardoor de medelijdende toon direct ontroert, zonder dat de context duidelijk is. Het eerste deel heeft iets van een inleidend recitatief. ‘Ist auf deinem Psalter...’ heeft de verstilde werking van een liturgisch gezang. De in tergend kleine stappen stijgende melodie op ‘öffne den umwölkten Blick…’:
Conradin Kreutzer door Josef Kriehuber
‘open zijn omfloerste blik op de duizend bronnen
Müllerin (1823) en in Winterreise (1827) van Schubert
naast de dorstige in de woestijn!’ – is zó ingetogen,
te herkennen. Blijkbaar hoort en ziet Schubert waar-
dat de spanning en daarmee de onzekerheid, tot aan
devolle vernieuwingen in de op het eerste gehoor
de laatste woorden blijft bestaan.
eenvoudige liederen, die in die tijd in de huiselijke muziekkringen vaak worden gezongen. Deze bekend-
Rhapsodie (Aus der Harzreise)
heid danken ze vooral ook de aan populariteit van de
Ach, wer heilet die Schmerzen
dichter Ludwig Uhland. Maar al spoedig worden de
Des, dem Balsam zu Gift ward?
liederen van Kreutzer overschaduwd door de grote
Der sich Menschenhaß
romantische liedercycli en raken ze in de vergetelheid.
Aus der Fülle der Liebe trank?
Al bij de publicatie van de liederen worden ze door
Erst verachtet, nun ein Verächter,
de kritiek als voortreffelijk en vooral als een samen-
Zehrt er heimlich auf
hangende cyclus, als ‘een ketting zoet geurende
Seinen eigenen Wert
bloemen’ beschreven. Waarschijnlijk wil men de
In ungenugender Selbstsucht.
dramatische, soms onheilspellende ondertoon niet waarnemen.
Ist auf deinem Psalter, Vater der Liebe, ein Ton
1. Lebewohl
Seinem Ohre vernehmlich,
In Lebewohl zet een stevig (later bij Schubert terug-
So erquicke sein Herz!
klinkend) wandelritme in, maar de geknakte bloemen,
Öffne den umwölkten Blick
de steeds minder vrolijke samenklanken en een
Über die tausend Quellen
spanningsvolle fermate in het middendeel, kondigen
Neben dem Durstenden
onheil aan.
In der Wüste! Lebe wohl, lebe wohl, mein Lieb! Conradin Kreutzer
Muß noch heute scheiden.
Neun Wanderlieder
Einen Kuß, einen Kuß mir gib! Muß dich ewig meiden.
‘Ik zou willen dat ik ze zelf had geschreven…’, verzucht Schubert, wanneer hij voor zijn vrienden de in 1818
Eine Blüt’, eine Blüt’ mir brich
verschenen Wanderlieder van Kreutzer speelt. Er is
Von dem Baum im Garten!
niet veel muzikale kennis en fantasie voor nodig om
Keine Frucht, keine Frucht für mich!
elementen uit deze vroege liedercyclus in Die Schöne
Darf sie nicht erwarten.
3
2. Scheiden und Meiden heeft al een wat melancho-
Wie still des Waldes weiter Raum!
lieke toon, die op iedere herhaling van de uitroep
Die Vöglein zwitschern nur im Traum,
‘Ach, Liebchen’ met meer tranen klinkt. Het beeld van
Kein Sang hat sich erschwungen.
de geknakte bloem voor de nooit verder ontluikende liefde komt bij Kreutzer muzikaal bijna tot stilstand,
Ich hab’ mich längst ins Feld gemacht,
om daarna de ‘wandeltoon’ weer op te pakken, alsof
Und habe schon dies Lied erdacht,
er niets is gebeurd.
Und hab’ es laut gesungen
So soll ich dich nun meiden,
5. Nachtreise
Du meines Lebens Lust!
Hier valt in het midden van de cyclus het dramatische
Du küssest mich zum Scheiden,
hoogtepunt: in huiveringwekkende klanken worden
Ich drücke dich an die Brust!
visioenen van een begrafenis in een kille duisternis met ijzige winden hoorbaar. Tempo, toonsoort en
Ach, Liebchen, heißt das meiden,
melodie bevestigen de treurige sfeer.
Wenn man sich herzt und küßt? Ach, Liebchen, heißt das scheiden,
Ich reit’ ins finstre Land hinein,
Wenn man sich fest umschließt?
Nicht Mond noch Sterne geben Schein, Die kalten Winde tosen.
3. In der Ferne
Oft hab’ ich diesen Weg gemacht,
Natuur- en vogelgeluiden nemen de plaats in van het
Wann goldner Sonnenschein gelacht,
heimwee naar de inmiddels verre geliefde.
Bei lauer Lüfte Kosen.
Will ruhen unter den Bäumen hier,
Ich reit’ am finstern Garten hin,
Die Vögelein hör’ ich so gerne.
Die dürren Bäume sausen drin,
Wie singet ihr so zum Herzen mir!
Die welken Blätter fallen.
Von unsrer Liebe was wisset ihr
Hier pflegt’ ich in der Rosenzeit,
In dieser weiten Ferne?
Wann alles sich der Liebe weiht, Mit meinem Lieb zu wallen.
Will ruhen hier an des Baches Rand, Wo duftige Blümlein sprießen.
Erloschen ist der Sonne Strahl,
Wer hat euch Blümlein, hieher gesandt?
Verwelkt die Rosen allzumal,
Seid ihr ein herzliches Liebespfand
Mein Lieb zu Grab’ getragen.
Aus der Ferne von meiner Süßen?
Ich reit’ ins finstre Land hinein Im Wintersturm, ohn’ allen Schein,
4. Morgenlied.
Den Mantel umgeschlagen.
Geen opgewekte zonnestralen, maar nog nachtelijke sfeerbeelden. De zangstem gaat een dialoog aan met de piano, die de natuurgeluiden – die nog slechts als droombeeld blijken te bestaan – laat horen. Noch ahnt man kaum der Sonne Licht, Noch sind die Morgenglocken nicht Im finstern Tal erklungen.
4
Ich reit’ ins finstre Land hinein, Nicht Mond noch Sterne geben Schein, Die kalten Winde tosen. Oft hab’ ich diesen Weg gemacht, Wann goldner Sonnenschein gelacht, Bei lauer Lüfte Kosen.
6. Winterreise
8. Einkehr
Het ‘wandermotief’ klinkt opnieuw, maar nerveus
De springende, rijk versierde melodie is blijkbaar het
gejaagd als een overslaande hartslag, een shocktoe-
gevolg van een uitbundig drinkgelag. In de rustge-
stand lijkt ingetreden, ondanks een rustpauze in een
vende schaduw van de appelboom komt het inzicht:
vertrouwd dorp. IJzig lange notenwaarden glijden een
‘het is werkelijk niet jouw schuld’.
octaaf naar beneden op ‘bleibt auch das Herze kalt’. Een kort, nuchter naspel bevestigt het definitieve
Bei einem Wirte, wundermild,
einde van de hoop op liefde.
Da war ich jüngst zu Gaste, Ein gold’ner Apfel war sein Schild
Bei diesem kalten Wehen
An einem langen Aste.
Sind alle Strassen leer, Die Wasser stille stehen;
Es war der gute Apfelbaum,
Ich aber schweif umher,
Bei dem ich eingekehret, Mit süsser Kost und frischem Schaum
Die Sonne scheint so trübe,
Hat er mich wohl genähret.
Muss früh hinuntergehn, Erloschen ist die Liebe,
Es kamen in sein grünes Haus
Die Lust kann nicht bestehn.
Viel leichtbeschwingte Gäste; Sie sprangen frei und hielten Schmaus
Nun geht der Wald zu Ende,
Und sangen auf das Beste.
Im Dorfe mach ich halt, Da wärm ich meine Hände,
Ich fand ein Bett zu süsser Ruh
Bleibt auch das Herze kalt.
Auf weichen grünen Matten; Der Wirt, er deckte selbst mir zu
7. Abreise
Mit seinem kühlen Schatten.
Opnieuw begeleiden de bekende wandelritmes het afscheid uit het dorp. Niets lijkt meer belangrijk, totdat
Nun fragt’ ich nach der Schuldigkeit,
een ijzingwekkende verminderde vierklank op ‘von
Da schüttelt’ er den Wipfel.
Einer aber tut’s mir weh’ de werkelijke hartepijn laat
Gesegnet sei er allezeit
doorschemeren.
Von der Wurzel bis zum Gipfel.
So hab’ ich nun die Stadt verlassen,
9. Heimkehr
Wo ich gelebet lange Zeit;
Dreigende bastonen en gejaagde, hamerende
Ich ziehe rüstig meiner Straßen,
akkoorden wekken niet werkelijk opluchting over de
Es gibt mir niemand das Geleit.
thuiskomst. Fortissimo klinken twijfels, maar het vier
Man hat mir nicht den Rock zerrissen,
mijn liefste zijn’, klinkt als een berusting in het lot.
maal op een hemelse melodie herhaalde ‘nu kan ik bij Es wär’ auch schade für das Kleid! Noch in die Wange mich gebissen
O brich nicht, Steg, du zitterst sehr!
Vor übergroßem Herzeleid.
O stürz’ nicht, Fels, du dräuest schwer! Welt, geh’ nicht unter, Himmel, fall’ nicht ein,
Auch keinem hat’s den Schlaf vertrieben,
Eh ich mag bei der Liebsten sein!
Daß ich am Morgen weitergeh’; Sie konnten’s halten nach Belieben, Von einer aber tut mir’s weh.
5
Ralph Vaughan Williams
Or let autumn fall on me
Songs of Travel
Where afield I linger, Silencing the bird on tree,
Als avontuurlijke wereldreiziger schrijft de Schotse
Biting the blue finger.
dichter Robert Louis Stevenson (1850-1894) niet alleen
White as meal the frosty field –
de bekende roman Schateiland, maar ook een groot
Warm the fireside haven –
aantal gedichten waarin het reizen een belangrijke rol
Not to autumn will I yield,
speelt. Uit de Songs of Travel selecteert de Engelse
Not to winter even!
componist Ralph Vaughan Williams (1872-1958) er negen voor zijn gelijknamige liederencyclus, waarvan
Let the blow fall soon or late,
de eerste acht liederen in 1904 voor het eerst met veel
Let what will be o’er me;
succes worden uitgevoerd. Pas in 1960 kan de com-
Give the face of earth around,
plete cyclus worden gepubliceerd en klinkt het werk
And the road before me.
zoals de componist het heeft bedoeld: met het laatste
Wealth I ask not, hope nor love,
lied als een korte epiloog, als een reflectie op de
Nor a friend to know me;
‘wandeltocht’.
All I ask, the heaven above, And the road below me.
1. The Vagabond Een pittig marstempo wekt de indruk van een onbe-
2. Let Beauty Awake
kommerd begin van de grote zwerftocht. Vanaf de
Een fragiele melodie, begeleid door arpeggio’s
derde strofe klinken toch twijfels over deze radicale
(gebroken akkoorden), verplaatst de luisteraar in
beslissing om zijn vertrouwde liefde en leven achter
droombeelden over natuurschoon en een tedere
zich te laten: fortissimo worden deze aanvankelijk
liefde.
overstemd. Daarna keert aarzelend het marstempo terug.
Let Beauty awake in the morn from beautiful dreams,
Give to me the life I love,
Beauty awake from rest!
Let the lave go by me,
Let Beauty awake
Give the jolly heaven above,
For Beauty’s sake
And the byway nigh me.
In the hour when the birds awake in the brake
Bed in the bush with stars to see,
And the stars are bright in the west!
Bread I dip in the river – There’s the life for a man like me,
Let Beauty awake in the eve from the slumber of day,
There’s the life for ever.
Awake in the crimson eve! In the day’s dusk end
Let the blow fall soon or late,
When the shades ascend,
Let what will be o’er me;
Let her wake to the kiss of a tender friend,
Give the face of earth around,
To render again and receive!
And the road before me. Wealth I seek not, hope nor love, Nor a friend to know me; All I seek, the heaven above, And the road below me.
6
3. The Roadside Fire De impressionistische beelden leiden tot een visioen van een huiselijk, burgerlijk bestaan. I will make you brooches and toys for your delight Of bird-song at morning and star-shine at night, I will make a palace fit for you and me Of green days in forests, and blue days at sea. I will make my kitchen, and you shall keep your room, Where white flows the river and bright blows the broom; And you shall wash your linen and keep your body white In rainfall at morning and dewfall at night. And this shall be for music when no one else is near, The fine song for singing, the rare song to hear! That only I remember, that only you admire, Of the broad road that stretches and the roadside fire.
Ralph Vaughan Williams
4. Youth and Love
5. In Dreams
De droombeelden vervagen. In het tweede couplet
Een weemoedig motief maakt duidelijk dat het
roept het markante signaalmotief op de mineur-drie-
afscheid van de geliefde toch niet zo gemakkelijk is.
klank uit de Vagabond de dromer terug in de realiteit: ‘He to his nobler fate fares’ - hij moet zijn weg
In dreams unhappy, I behold you stand
vervolgen.
As heretofore: The unremember’d tokens in your hand
To the heart of youth the world is a highwayside.
Avail no more.
Passing for ever, he fares; and on either hand, Deep in the gardens golden pavilions hide,
No more the morning glow, no more the grace,
Nestle in orchard bloom, and far on the level land
Enshrines, endears.
Call him with lighted lamp in the eventide.
Cold beats the light of time upon your face And shows your tears.
Thick as stars at night when the moon is down, Pleasures assail him. He to his nobler fate
He came and went. Perchance you wept awhile
Fares; and but waves a hand as he passes on,
And then forgot.
Cries but a wayside word to her at the garden gate,
Ah me! but he that left you with a smile
Sings but a boyish stave and his face is gone.
Forgets you not.
7
6. The Infinite Shining Heavens
Spring shall come, come again, calling up the
De nachtelijke sterrenhemel geeft aanleiding tot
moorfowl,
bespiegelingen over leven en dood.
Spring shall bring the sun and rain, bring the bees and flowers;
The infinite shining heavens
Red shall the heather bloom over hill and valley,
Rose, and I saw in the night
Soft flow the stream through the even-flowing hours.
Uncountable angel stars
Fair the day shine as it shone on my childhood –
Showering sorrow and light.
Fair shine the day on the house with open door; Birds come and cry there and twitter in the chimney –
I saw them distant as heaven,
But I go for ever and come again no more.
Dumb and shining and dead, And the idle stars of the night
8. Bright is the Ring of Words
Were dearer to me than bread.
Een betoverend mooi lied over de eeuwigdurende schoonheid van de muziek. Waarom dit op een
Night after night in my sorrow
dalend octaaf is geschreven, verklaart de tweede
The stars looked over the sea,
strofe: de zanger is dood en begraven, maar zijn
Till lo! I looked in the dusk
liederen blijven leven.
And a star had come down to me. Bright is the ring of words When the right man rings them, 7. Wither must I Wander?
Fair the fall of songs
In drie strofen wordt op een folkloristisch aandoen-
When the singer sings them,
de, weemoedige melodie teruggekeken op ver-
Still they are carolled and said –
trouwde herinneringen aan voorbije tijden: ‘Home
On wings they are carried –
no more home to me’.
After the singer is dead And the maker buried.
Home no more home to me, whither must I wander? Hunger my driver, I go where I must.
Low as the singer lies
Cold blows the winter wind over hill and heather:
In the field of heather,
Thick drives the rain and my roof is in the dust.
Songs of his fashion bring
Loved of wise men was the shade of my roof-tree,
The swains together.
The true word of welcome was spoken in the door –
And when the west is red
Dear days of old with the faces in the firelight,
With the sunset embers,
Kind folks of old, you come again no more.
The lover lingers and sings And the maid remembers.
Home was home then, my dear, full of kindly faces,
8
Home was home then, my dear, happy for the child.
9. I have trod the upward and the downward slope
Fire and the windows bright glittered on the moorland;
Voorbij is het leven met alle pijn en liefde. Voorbij ook
Song, tuneful song, built a palace in the wild.
de angst en woede, zoals Vaughan Williams laat horen
Now when day dawns on the brow of the moorland,
in dit nadrukkelijk als terugblik bedoelde couplet, met
Lone stands the house, and the chimney-stone is cold.
subtiele herinneringen aan het vagabond-thema en
Lone let it stand, now the friends are all departed,
aan de lyrische mijmeringen uit de voorgaande twee
The kind hearts, the true hearts,
liederen. De laatste voetstappen zeggen: ‘and (I) closed
that loved the place of old.
the door’.
I have trod the upward and the downward slope;
af en toe, als het gedicht daartoe aanleiding geeft, een
I have endured and done in days before;
onverwachte intervalsprong. Geraffineerde klank-
I have longed for all, and bid farewell to hope;
kleuren bepalen de toon en laten de intenties van de
And I have lived and loved, and closed the door.
hymne doorschemeren. Zo worden ook de donkere, dreigende elementen in Goethe’s poëzie hoorbaar.
Wolfgang Rihm
Goethe’s zoektocht naar zichzelf in zijn raadselachtige
Harzreise im Winter
Harzreise krijgt hier muzikale beelden, die volgens Rihm voor zichzelf kunnen spreken. ‘Muziek is het
Goethe heeft er lang op moeten wachten: in 2012
leven zelf en niet de beschrijving van het leven. Ze is
wordt eindelijk zijn complete hymne op muziek gezet.
de enige kunst die werkelijk uit zichzelf bestaat.’
Uitgangspunt voor Rihm is de rijke vorm van deze dichtkunst, die voor hem méér is dan een eenvoudig
Voor de in 1952 in Karlsruhe geboren Wolfgang Rihm
gedicht. Door de ritmisch vrije vorm en de vele kleur-
is het teruggrijpen op grote werken van vroegere
rijke nuances in de tekst, heeft het gedicht voor Rihm
dichters en kunstenaars belangrijk om zo het verleden
iets van een cantate. Die afzonderlijke facetten pro-
in al zijn wezenlijke elementen te kunnen laten voort-
beert de componist vast te houden in verschillende
leven. Grote inspiratiebronnen zijn voor hem de wer-
muzikale stemmingen en kleuren. Zoals de dichtkunst
ken van Schubert en Brahms, van Schönberg en Alban
van Goethe ongebonden is aan ritmische patroontjes
Berg. Vooral vocale muziek is voor hem belangrijk om
of herhalingen, zo is ook Rihms muziek vrij van gedwon-
daarmee – zoals hij het zelf uitdrukt – de zingende
gen ritmiek of muzikale herhalingen. Hoorbaar wordt
mens te kunnen dienen. De tekst ziet hij daarbij niet
dit in karakteristieke complexe, steeds veranderende
als woordmaterie, maar als een aura dat in het ideale
ritmes, subtiele kleine melodische bewegingen of juist
geval samen met de muziek tot een nieuw geheel zou
‘Muziek is het leven zelf en niet de beschrijving van het leven. Ze is de enige kunst die werkelijk uit zichzelf bestaat.’ Wolfgang Rihm
Wolfgang Rihm © Universal Edition | Eric Marinitsch
9
moeten versmelten. Een muziekjournalist schrijft naar
Aber abseits, wer ists?
aanleiding van Harzreise over een toegang tot de
Ins Gebüsch verliert sich sein Pfad,
composities van Rihm: ‘de langste reis begint met
Hinter ihm schlagen
een enkele voetstap – zo ook de reis naar het werk
Die Sträuche zusammen,
van Wolfgang Rihm – begin met één enkel werk en
Das Gras steht wieder auf,
het brengt je gegarandeerd verder op weg.’ t
Die Öde verschlingt ihn.
Harzreise im Winter
Ach, wer heilet die Schmerzen
Dem Geier gleich,
Des, dem Balsam zu Gift ward?
Der auf schweren Morgenwolken
Der sich Menschenhaß
Mit sanftem Fittich ruhend,
Aus der Fülle der Liebe trank?
Nach Beute schaut,
Erst verachtet, nun ein Verächter,
Schwebe mein Lied.
Zehrt er heimlich auf Seinen eignen Wert
Denn ein Gott hat
In ungnügender Selbstsucht.
Jedem seine Bahn Vorgezeichnet,
Ist auf deinem Psalter,
Die der Glückliche
Vater der Liebe, ein Ton
Rasch zum freudigen
Seinem Ohre vernehmlich,
Ziele rennt:
So erquicke sein Herz!
Wem aber Unglück
Öffne den umwölkten Blick
Das Herz zusammenzog,
Über die tausend Quellen
Er sträubt vergebens
Neben dem Durstenden
Sich gegen die Schranken
In der Wüste!
Des ehernen Fadens Den die doch bittre Schere
Der du der Freuden viel schaffst,
Nur einmal löst.
Jedem ein überfließend Maß, Segne die Brüder der Jagd
In Dickichts Schauer
Auf der Fährte des Wilds
Drängt sich das raue Wild,
Mit jugendlichem Übermut
Und mit den Sperlingen
Fröhlicher Mordsucht,
Haben längst die Reichen
Späte Rächer des Unbills,
In ihre Sümpfe sich gesenkt.
Dem schon Jahre vergeblich Wehrt mit Knütteln der Bauer.
Leicht ists folgen dem Wagen, Den Fortuna führt,
Aber den Einsamen hüll’
Wie der gemächliche Troß
In deine Goldwolken!
Auf gebesserten Wegen
Umgib mit Wintergrün,
Hinter des Fürsten Einzug.
Bis die Rose wieder heranreift, Die feuchten Haare, O Liebe, deines Dichters!
10
Mit der dämmernden Fackel
Tobias Berndt · bariton
Leuchtest du ihm
De uit Berlijn afkomstige bariton Tobias Berndt begon
Durch die Furten bei Nacht,
zijn muzikale loopbaan als lid van het Dresdner Kreuz-
Über grundlose Wege
chor. Als jongenssopraan was hij bij de Semperoper in
Auf öden Gefilden;
Dresden en bij de Komische Oper in Berlijn te horen in
Mit dem tausendfarbigen Morgen
Die Zauberflöte van Mozart. Hij studeerde zang aan
Lachst du ins Herz ihm;
de Hochschule für Musik in Leipzig en in Mannheim
Mit dem beizenden Sturm
en had les van onder anderen Dietrich Fischer-Dieskau,
Trägst du ihn hoch empor.
Thomas Quasthoff, Hermann Christian Poster en Rudolf Piernay. Tobias Berndt won verschillende beurzen en
Winterströme stürzen vom Felsen
prijzen bij internationale competities, waaronder
In seine Psalmen,
eerste prijzen in het Johannes Brahms Wettbewerb
Und Altar des lieblichsten Danks
in Pörtschach (2008) en in het Cantilena Gesangs-
Wird ihm des gefürchteten Gipfels
wettbewerb in Bayreuth (2009) en een tweede prijs
Schneebehangner Scheitel
in het door Thomas Quasthoff geïnitieerde concours
Den mit Geisterreihen
‘Das Lied - International Song Competition’ in Berlijn
Kränzten ahnende Völker.
(2009). Tobias Berndt werkte samen met dirigenten als Hel-
Du stehst mit unerforschtem Busen
muth Rilling, Philippe Herreweghe, Hans-Christoph
Geheimnisvoll offenbar
Rademann, Christoph Spering, Michael Sanderling,
Über der erstaunten Welt
Andrey Boreyko, Teodor Currentzis en Andrea Marcon.
Und schaust aus Wolken
Hij was te horen op podia als de Philharmonie Berlin,
Auf ihre Reiche und Herrlichkeit,
de Tonhalle Zürich, het Amsterdams Concertgebouw,
Die du aus den Adern deiner Brüder
het Gewandhaus Leipzig en de Herkulessaal in Mün-
Neben dir wässerst.
chen en in grote internationale festivals als Prague Spring Festival, Festival de la Chaise-Dieu, Bachfest
toelichting · Marjolein Holtbernd-Streevelaar
Leipzig, Halle Händel Festival en in de muziekfestivals van Göttingen and Rheingau. Tournees maakte Tobias Berndt door Europa, de Verenigde Staten, ZuidAfrika, Rusland, Azië en Zuid-Amerika. Hij werkte samen met onder meer Collegium Vocale Gent, het RIAS Kammerchor, Berlin Konzerthausorchester, de Internationale Bachakademie Stuttgart, het Deens Nationaal Symfonieorkest, l’Orchestre National Bordeaux Aquitaine, La Cetra Barockorchester Basel en ensemble Musica Aeterna, Tobias Berndt © Peter B. Kossok
Perm.
11
Alexander Fleischer · piano
Konzerthaus Berlin, Festspillene i Bergen en het
Na zijn pianostudie aan de Hochschule für Musik in
Festival RheinVokal.
Berlijn, studeerde Alexander Fleischer liedbegeleiding
Aan de Hochschule für Musik ‘Hanns Eisler’ in Berlijn
bij Wolfram Rieger en volgde hij masterclasses bij
is Alexander Fleischer gastdocent en assistent van
onder anderen Irwin Gage, Dietrich Fischer-Dieskau,
Thomas Quasthoff. Ook is hij sinds april 2015 als docent
Thomas Hampson en Christa Ludwig.
liedbegeleiding verbonden aan de Hochschule für
Hij was prijswinnaar bij verschillende internationale
Musik in Würzburg.
concoursen, waaronder ‘Das Lied - International Song Competition’ in Berlijn (2009 en 2013), Schubert und die Moderne in Graz, Schubert-Liedduo Wettbewerb
t György Kurtág · Kafka-Fragmente
Dortmund, en het Wettbewerb für Liedkunst Stuttgart
zondag 20 september · 15.15 - 16.30 uur
sint janskerk
van de Hugo-
· € 12
Wolf-Akademie 2010.
Tony Arnold sopraan
Hij trad op in
Movses Pogossian viool
grote zalen en
Alexander Fleischer
op prestigieuze
György Kurtág is een meester van het miniatuur. Voor
festivals zoals
de Kafka-Fragmente voor sopraan en viool koos hij
het Lucerne Fes-
veertig korte passages uit teksten van Kafka, die hij
tival, de Musik-
componeerde tot een geheel van een uur. Sommige
verein Wien, het
fragmenten zijn zeer kort, een halve tot één minuut.
Festspielhaus
Centraal staat het langste fragment, van 7½ minuut,
Baden-Baden, de
waaraan het festivalmotto is ontleend: ‘De ware weg
Philharmonie
gaat over een koord dat niet in de hoogte is gespan-
Köln, Musikfes-
nen, maar vlak boven de grond. Het lijkt meer bedoeld
tival Heidelber-
om over te struikelen dan om te begaan’.
ger Frühling,
Dit concert wordt opgenomen door Omroep MAX voor NPO Radio 4. Uitzending zal plaatsvinden op zondag 4 oktober 2015 vanaf 20.00 uur in het programma MAX Avondconcert.
Stichting Musica Sacra, Theater aan het Vrijthof Maastricht en Omroep MAX Radio 4. festivaldirectie Hugo Haeghens bestuur Jean Jacobs, Eddy Klomp, Bas Huijser en Michel Cobben programmacommissie Jacques Giesen (voorzitter), Jos Leussink (adviseur), Sylvester Beelaert (Musica Sacra Maastricht), Hugo Haeghens en Fons Dejong (Theater a/h Vrijthof), Russell Postema (Omroep MAX) projectleiding en fondsenwerving Fons Dejong marketing en publiciteit Nicole de Boer productiebureau Peter Noten, Raf Meijers en Joyce Limpens-Paquay redactie Philip Leussink en Jacinta Wetzer vormgeving Philip Leussink uitbalie Daan Grol, Judith Bruijnzeels, Kirstin Görtz, Diederik Honing, Elsbeth Willems en Jules Indemans techniek Remco van der Giessen facilitair Claire Dullens en Nandi Nijsten financiën Jos Spauwen, Marc Berkmans en Willy Spronck festivalbeeld GOTRA | Maïté Guérin © David Peskens samenwerkingspartners Theater aan het Vrijthof, Omroep MAX, NPO Radio 4, RKK, Academie Beeldende Kunsten Maastricht, Conservatorium Maastricht, Koninklijk Conservatorium Den Haag, Intro in situ, Lumière Cinema Maastricht, Philharmonie Zuidnederland, Stichting Maastrichtse Componisten, Studium musica sacra maastricht is een coproductie van
12
Chorale, Toneelacademie Maastricht, VVV Maastricht, Boekhandel Dominicanen, Universiteit Tilburg (School of Humanities, Department of Culture Studies), dr. Fons Kurris, ds. Joen Drost en alle deelnemende locaties en podia. mediapartners Omroep MAX, L1, Media Groep Limburg, RTV Maastricht. Omroep MAX maakt opnamen voor (live) uitzending op NPO Radio 4. met dank aan Fonds Podiumkunsten, Provincie Limburg, Gemeente Maastricht, Stichting Elisabeth Strouven, VSBfonds, Fonds 21, Prins Bernhard Cultuurfonds Limburg, Stichting Kanunnik Salden Nieuwenhof, Limburgs Festival Platform en VVV Maastricht. De activiteiten worden mede mogelijk gemaakt door de Vrienden van Musica Sacra Maastricht en door anonieme giften van particulieren.
word vriend van het festival Steun ons met een bijdrage vanaf € 40 en geniet als Vriend van het festival vele voordelen. Zie voor meer informatie en aanmelding www.musicasacramaastricht.nl/vriend. stichting musica sacra Vrijthof 47, 6211 LE Maastricht
[email protected] • www.musicasacramaastricht.nl