Wandelen in Park van Eeden en Groen Neerland 1. Landschappelijke integratie Het Park van Eeden is in de Antwerpse context een bijzonder gebied. Het project -oorspronkelijk Park Neerland genoemd, zoals de overeenkomstige BPA- pakte één van de laatste onbestemde grote open ruimten binnen het stedelijke gebied aan. Landschappelijk is het gebied tussen twee grootschalige groene ruimten gesitueerd die vanuit het buitengebied de stad binnendringen. Deze groene vingers hebben een grotere ‘korrel’ en hebben een bovenlokale betekenis. Het zijn landschappen die samengesteld zijn uit landbouwgebieden, natuurgebieden en bossen. Anderzijds zijn er in de omgeving enkele typische buurtparkjes. Deze hebben dan weer duidelijk een kleinere ‘korrel’ en een louter lokaal belang. Het open ruimte project Neerland is een ‘parklandschap’. Er wordt gewoond, gewerkt en gerecreëerd in een natuurlijk landschappelijk geheel. Kleinschalige stedelijke elementen (woningen, recreatieve activiteiten,...) worden geïntegreerd met kleine, natuurlijke landschapselementen in een landschappelijk canvas die zowel omwonenden (lokaal) als inwoners van de stad (bovenlokaal) aanspreekt.
2. Historiek De omgeving van het projectgebied had lange tijd een zeer landelijk karakter: landbouwgebied en enkele kleinere woonkernen. De Kleine Struisbeek was toen prominent in het landschap aanwezig. Vanaf de 18e eeuw vonden enkele ingrepen plaats die Wilrijk sterk zouden veranderen. Omstreeks 1767 werd de Boomsesteenweg, de rechtstreekste verbindingsweg tussen Antwerpen en Boom, aangelegd. Vervolgens werd omstreeks 1859 gestart met de aanleg van de Brialmontgordel. Deze verdedigingsgordel bestond uit een aantal forten met daartussen schansen. Ten zuiden van de historische kern van Wilrijk werden twee van dergelijke forten aangelegd (fort 6 en fort 7) met ertussen nog twee schansen (langs de huidige Krijgslaan, waarvan één ter hoogte van het voetbalveld van KFC Rood-Wit). Ten noorden van deze forten werd een verbindingsweg tussen de forten aangelegd (Krijgsbaan). In het gebied rond de forten was geen bebouwing toegelaten (met uitzondering van houten huizen). De fortengordel bestendigde aldus het bestaande open landschap. Ook de omgeving van het projectgebied bleef in de 20e eeuw nagenoeg onbebouwd. Vanaf de 19e eeuw vond in Antwerpen een enorme bevolkingsaangroei plaats en net als in andere steden trad een eerste golf van suburbanisatie op. Tussen 1910 1940 steeg het bevolkingsaantal van Wilrijk van 7800 tot 26300 personen. In deze
1
tot en
Wandelen in Park van Eeden en Groen Neerland periode kwam het idee van de tuinsteden uit Engeland overgewaaid. In Wilrijk verschenen een aantal sociale woonwijken van dit type: Elsdonk (1918), Korenbloem (1922), Eenheid (1923) en Valaar (1929). Deze woonwijken vormden een eerste aantasting van het tot dan toe nagenoeg ongeschonden open landschap rond de fortengordel. M.b.t. het projectgebied is vooral de wijk Eenheid van belang. Deze wijk vormt immers de verbinding tussen het projectgebied en het historische centrum van Wilrijk. Een ander opvallend element uit deze periode is de aanleg van een uitgebreid spoorwegennet, dat de ontsluiting van het gebied rond Antwerpen verzorgde. De aanleg ervan droeg bij tot de suburbanisatie. Parallel met de Krijgsbaan liep toen een spoorlijn, met een station ter hoogte van het centrum van Wilrijk. De omgeving van het projectgebied zelf onderging tijdens Wereldoorlog II een gedaanteverandering. In 1943 was het Duitse leger genoodzaakt om de bestaande fortengordel uit te breiden met een “anti-tankkanaal”. Er werd begonnen met het uitgraven van een diepe gracht tussen de forten. Restanten van deze grachtengordel zijn de twee haaks ingeplante grachten in de open ruimte ten zuiden van het projectgebied. Na Wereldoorlog II zette de bevolkingsaangroei zich in Wilrijk door tot een hoogtepunt van 44219 inwoners in 1976. Deze toename had een spectaculaire verdichting van de bebouwing tot gevolg, zowel ten noorden van de Krijgsbaan als ter hoogte van het historische centrum. In de jaren 1950 werd dan begonnen met de heraanleg en verbreding van de Boomsesteenweg, waarbij zo’n 300 woningen gesloopt werden en vervangen door de eerste grootschalige bedrijven. In 1958 leidde de aanwezigheid van de Boomsesteenweg tot het ontstaan van een nieuwe woonwijk. In dat jaar vond immers in Brussel de Wereldtentoonstelling plaats en om de duizenden buitenlandse toeristen op te vangen werd verblijfsaccommodatie voorzien. De wijk Eden bevond zich, dankzij de Boomsesteenweg, op slechts een half uur rijden van Brussel. Deze wijk omvatte prefabhuizen die na het evenement aan particulieren werden verkocht. Vanaf de jaren 1960 werden ten noorden van deze wijk enkele nieuwe straten aangelegd, die de basis vormen voor de Neerlandwijk. Bestaande wegen werden ontdubbeld (delen van de Krijglaan en Doornstraat) en hiermee samenhangend ontwikkelde zich de kenmerkende lintbebouwing langs deze straten. Tegelijkertijd ondergaat het historische centrum van Wilrijk een gedaanteverandering met de komst van hoogbouw en een winkelcentrum. Vanaf de jaren 1970 neemt de ontwikkeling van nieuwe woningbouw geleidelijk af, maar er doen zich wel allerlei andere ontwikkelingen voor. Tussen de Boomsesteenweg en de Kernenergiestraat is er een explosieve toename van grootschalige detailhandelszaken (o.a. Ikea) en kleinere KMO’s en hier wordt ook het stedelijke serrecomplex ingeplant. Tenslotte wordt ten oosten van het projectgebied de universitaire campus UIA opgericht. 3. Het project Park van Eeden In 2011 werd een inrichtingplan voor het parklandschap opgemaakt. Dit plan vertrekt van de aanwezige landschappelijke en ecologische kwaliteiten. Zowel het reliëf, de waterhuishouding als de waardevolle fauna en flora die er voorkomen werden zoveel mogelijk in het plan geïntegreerd en vormen de basisuitgangspunten waarop het ontwerp opgebouwd werd. In het BPA werd de centrale zone rond de markante grachten opgenomen als een zone voor groen met ecologische waarde. Om een optimale evolutie van deze plek in de toekomst te verzekeren, werd de centrale zone in beheer aan Natuurpunt gegeven. In het inrichtingsplan vormt de centrale natuurkern het hart van het parklandschap. In functie van de instandhouding en bevordering van de natuurwaarden, werden minimale ingrepen voorgesteld. Een belangrijke keuze is de scheiding tussen oppervlaktewater en grondwater. In het gebied komen
2
Wandelen in Park van Eeden en Groen Neerland enkele kwelzones voor. Om het zuivere kwelwater, dat in grote mate bepalend is voor de ecologische condities, te vrijwaren, werd het landschap rond de centrale natuurkern ingericht met enkele nieuwe waterelementen die de waterafvoer van zowel de nieuwe bouwzones als de bestaande bedrijvenzone naar de Kleine Struisbeek verzekeren via een apart watersysteem. De grondoverschotten, die uit de nieuwe waterelementen geput werden, werden in het parklandschap aangewend om lokale niveau-accenten te creëren, die als spelaanleidingen dienst doen. In het zuidelijke parkdeel, langsheen de Gallaitlaan, werd zo een natuurlijk spellandschap in het park geïntegreerd. Ten noorden van deze zone bevindt zich een nieuwe boomgaard, die verwijst naar reeds aanwezige boomgaarden in de omgeving en aansluiting bij de nieuwe bebouwing zoekt. Een traject van paden rond de natuurkern creëert een zacht netwerk voor voetgangers en fietsers en biedt aan alle doelgroepen de mogelijkheid om het gebied te verkennen. Doorheen de nieuwe bebouwingszones langsheen de Krijgslaan dringen enkele groene vingers door tot aan de bestaande woonwijk. Het projectgebied is gesitueerd in de beekvallei van de Kleine Struisbeek. Het ganse gebied wordt gekenmerkt door een heel vochtige ondergrond, typisch voor dergelijke valleigebieden. Het zuidelijke deel van het gebied is zelfs een risicogebied voor overstroming. Het projectgebied wordt dan ook gekarakteriseerd door de fauna en flora die bij beekvalleien horen. Een voorbeeld hiervan is de aanwezigheid van de kamsalamander, die in de poelen leefen voortplantingsplekken vindt. Het behoud en versterken van deze karakteristieken is een noodzaak om de kwaliteiten van de beekvallei naar de toekomst toe duurzaam te verzekeren. Het water is een basisconditie van de plek en wordt zowel functioneel als esthetisch benadrukt in de toekomstige ontwikkeling van het gebied. Neerland is synoniem voor een typisch parklandschap met natte natuur. Dit vormt de natuurlijke rijkdom van het gebied en kan niet alleen de open ruimte maar ook de nieuwe bebouwing een meerwaarde verlenen. Het water is een basisconditie die bijdraagt tot het specifieke karakter van het gebied. Het water structureert de plek en is geïntegreerd in het geheel. De waterhuishouding vormt de meest determinerende factor in het gebied, die niet alleen in het ontwerp zelf geïntegreerd moet worden, maar al van bij de aanvang van de ontwikkeling opgevolgd moet worden. De grondwaterstand wordt tijdens de werken bewaakt; voor de werkzaamheden worden aangevat wordt met behulp van pompproeven nagegaan hoe diep de pompkegel reikt en tot hoever van het pompgemaal er een waterstanddaling van 5cm of meer zal waar te nemen zijn. Het totale groengebied is 23 hectare groot, dat zijn ongeveer dertig voetbalvelden; 9 ha is gereserveerd voor de natuurkern; groene bufferzones, speelzones, educatieve zone, volkstuintjes nemen ongeveer 14 ha in. Wandelpaden en fietspaden zijn aangelegd. De centrale fiets- en wandelas heeft aftakkingen naar de Kleine Doornstraat en de Neerlandweg. Van op een hoger gelegen terras krijgen bezoekers een zicht over het natuurreservaat met de historische anti-tankgrachten. In het natuurreservaat, gekenmerkt door een bijzondere fauna en flora,
3
Wandelen in Park van Eeden en Groen Neerland werden aan de zonkant flauwe oevers aangelegd, een uitgelezen plaats voor amfibieën. Nieuwe poelen werden gegraven. Zo worden de natuurwaarden versterkt. Wandelaars komen via de Kleine Doornstraat terecht in een educatieve zone met informatie over de aanwezige natuur. Ze zullen er ook nuttige tips krijgen over composteren en hoe ze de biodiversiteit kunnen verhogen in hun eigen tuin. Of ze kunnen gaan picknicken in de hoogstamboomgaard, tussen het parkgebied en de nieuwe bewoning aan de Krijgslaan. De ontwerpers kozen samen met de kinderen voor speelnatuur. Het resultaat is een gevarieerd en boeiend landschap met heuvels, bomengroepjes, wilgenhutten, speelgrachten met water, boomstammen,.... Kortom: een ravotparadijs voor kinderen met allerhande groene spelaanleidingen. In het nieuwe park zijn er een veertigtal ecologische volkstuinen. Hier kunnen buurtbewoners hun eigen groenten kweken op een duurzame manier. De buitenruimte van Chiro Jowen werd ook heraangelegd, met een plek om onder meer kampen te bouwen en een verbinding naar het park. Een ecologisch park vraagt een bijzonder beheer en aanpak. De aanleg is hierin maar een kleine stap. Het beheer achteraf zal voor een groot deel het eindbeeld bepalen. Daarom is een goed beheerplan cruciaal. De eerste drie jaar wordt het beheer opgenomen door de aannemer die het park aanlegt. Nadien wordt het overgenomen door het district Wilrijk. Het beheer van zo’n omvangrijk gebied vraagt een continue evaluatie en bijsturing.
4. De natuurkern: Groen Neerland Bodem: vnl. nat zandleem (zie bodemkaart hiernaast), met hier en daar een ondoordringbare kleilaag. Lettercode Lhc, waarbij: L staat voor zandleem (10% lutum (klei), 70% silt (leem), 20%zand), h staat voor ‘sterk gleyig’ (zie tekstvak), c staat voor gronden met sterk gevlekte of verbrokkelde textuur van de B horizon. Kenmerkend zijn ook de grote variaties in grondwaterstand: hoog in de winter (30-50 cm onder maaiveld), laag in de zomer en herfst, tot > 125 cm onder maaiveld.! Door de goede capillariteit van zandleem heeft de vegetatie nauwelijks te lijden van die droogteperiode. Reliëf: Groen Neerland ligt in de vallei van de Kleine Struisbeek. Het hoogste punt van de vallei, een zandrug, is 16 meter (aan de Lode Brionstraat). Het laagste punt, de beek, ligt hier op 10 m. De helling is in het landschap duidelijk merkbaar voor een attente waarnemer maar de doorsnee burger merkt er weinig van, tenzij hij met de fiets op de Kernenergielaan rijdt. Hoe klein ook, die helling werd toch door de militairen gebruikt voor een verdedigingsgordel rond Antwerpen; oa de Brialmontforten 6 en 7 werden in 1860 gebouwd op die zandrug. Ook de Duitse soldaten hebben hier in 1944 getracht de Amerikaanse troepen tegen te houden bij de haastig gegraven antitankgracht.
Soortenoverzicht (in %)
100 90 80 70 60 50 40 30 Vochttoestand
20 10
4
6= droog 4= vochtig 2= nat 1= aquatis ch
0 1
2
3
4
Trofietoestand en zuurgraad
7
8
9
Wandelen in Park van Eeden en Groen Neerland De waargenomen plantensoorten bevestigen het vochtig tot nat milieu, matig tot zeer voedselrijk. Grote delen van Groen Neerland waren tot en met 2007 akkerland, vnl maisteelt!
5. Het beheer van Groen Neerland Natuurpunt Zuidrand, door de Stad als beheerder van de natuurkern aangesteld. Het "Open advies inrichtings- en beheerplan BPA30/Neerland" dat in 2007 werd gepubliceerd en de in het gebied aangetroffen fauna en flora beschrijft, vergelijkt deze waarnemingen met de gegevens uit een eerdere, door Natuurpunt samen met de UA uitgevoerde studie (Mertens et al.) uit 2001. Zolang zijn we dus al actief betrokken bij het plannen en inventariseren, bij terreinstudies en voorontwerpen. Natuurpunt streeft naar een zo groot mogelijke biodiversiteit. De volledige ruimte staat ter beschikking van de natuur, binnen het natuurgebied verdwijnt alle bebouwing (1 schuur voor de paarden staat buiten het gebied). Het gebied is ook omheind en slechts beperkt toegankelijk: Natuurpunt organiseert op regelmatige basis geleide wandelingen. Nicolas, de projectverantwoordelijke van de Stad: ‘Als leek vraag je je soms af wat de rijkdom is van het gebied. Het is de uitleg van een gids die je daar echt inzicht in geeft.' Waarnemingen van flora en fauna verdiepten onze kennis van de natuurwaarden van het gebied, brachten die onder de aandacht van een breed publiek via manifestaties en natuurwandelingen en lanceerden Groen Neerland op weg naar een erkenning als natuurreservaat. Het erkenningsdossier werd opgesteld door Natuurpunt, passeerde de eerste twee checkpoints (Natuur en Bos en Milieuraad Vlaanderen) en ligt nu op de desk van de bevoegde Minister! Het bevat ook een inrichtingsplan dat samen met de bevoegde stadsdiensten (de Stad is eigenaar van 'ons' terrein) werd opgesteld en een duidelijke visie van de Stad en van Natuurpunt weergeeft op de toekomst van Groen Neerland en zijn omgeving. 't Kot is de afspraakplaats voor het beheerteam van Natuurpunt Zuidrand: hier gebeurt de werkverdeling en hier kunnen we ook ons klein materiaal kwijt. Het beheerteam bestaat uit vrijwilligers; hun taak wordt verlicht door het inzetten van grote grazers, in dit geval 3-4 gedomesticeerde paarden die via extensieve begrazing zorgen voor het onderhoud van de graslanden. Jaarlijks wordt een beheerplan opgesteld. De beheerploeg streeft naar een maximale biodiversiteit via een mozaieklandschap met een open karakter: bosjes en graslanden met diversifiërende kleine landschapselementen zoals ruigten, struwelen, houtkanten, poelen en grachten. Om het open landschap te behouden, inclusief vrije inkijkvensters vanaf de omringende wandelweg naar de natuurkern, moet er regelmatig gemaaid worden en boomopslag moet worden verwijderd. Dit gebeurt gefaseerd, hier en daar laten we de natuur ongemoeid om na te gaan wat dit 'opbrengt' qua diversiteit. Om de bodem te verschralen wordt het maaisel afgevoerd en houtresten verzameld in rillen. Elke beheerder vraagt zich wel eens af: 'Gaat de natuur er op vooruit? Zien we resultaten? Het antwoord is 'Meten is Weten', monitoring, het noteren van de waargenomen soorten. Als iedereen zijn waarnemingen noteert via Internet op www.waarnemingen.be dan krijgen we daar een gebundelde informatie over de soorten die op Groen Neerland voorkomen en daarmee kunnen we onze vragen beantwoorden. Specialisten binnen Natuurpunt kunnen aan de hand van de kenmerken van Groen Neerland (grootte, bodem, voorgeschiedenis, reliëf, ligging, ... ) en vergelijking met gelijkaardige gebieden voorspellen welke soorten er normaal zouden moeten voorkomen. Dit zijn de indicator- en doelsoorten, soorten die kenmerkend zijn voor het betreffende kerngebied en beschouwd kunnen worden als indicatief voor de ecologische kwaliteit van het betreffende gebied. Een Indicatorsoort is een soort die momenteel voorkomt in het kerngebied. Verlies of achteruitgang van de soort in het kerngebied vertegenwoordigt een achteruitgang van de ecologische kwaliteit van het kerngebied. Men gaat dan na wat de oorzaken zijn en of het beheer moet worden bijgestuurd.
5
Wandelen in Park van Eeden en Groen Neerland Een Doelsoort is een soort die ook kenmerkend is voor het betreffende kerngebied en waarvan de aanwezigheid een zekere ecologische kwaliteit van het gebied weerspiegelt maar die soort komt nog niet, niet permanent of in te lage dichtheden voor. De vestiging of toename van de soort is indicatief voor een toename van de ecologische kwaliteit. De doelsoort vertegenwoordigt daarmee een zekere ambitie voor de instandhouding en ontwikkeling van het kerngebied en is dus ook richtinggevend voor het beheer. Concreet voor Groen Neerland: Vogels Zoogdieren Flora
Insecten
Indicatorsoorten Braamsluiper, Sijs, Kievit, IJsvogel, Oeverloper Haas, Vleermuizen (Gewone en Ruige dwergvleermuis, Laat-vlieger) Kamgras, Grote waterranonkel, Pinksterbloem, Waterpostelein, Moerasrolklaver, Moerasmuur, Beekpunge, Zomprus, Gewone waterbies, Moerasandoorn, Moeras-spirea, Gevleugeld hertshooi, Liggend hertshooi, Kleine kattenstaart, Moeras-droogbloem, Slanke sleutelbloem, Zwanenbloem, Speenkruid, Veenwortel Lidrus, diverse libellen-soorten (o.a.Zwervende pantserjuffer, Bruine korenbout) Gewoon spitskopje, Oranjetipje, Hooi-beestje, Bruin Blauwtje, Groot dikkopje
Amfibieën, reptielen
6. Bronvermelding Nicolas Cleeremans, AG Stadsplanning Kevin Lambeets, Natuurpunt Mechelen Johan De Ridder, Johan Baetens, Rudi Leemans Natuurpunt Zuidrand Antwerpen
6
Doelsoorten Nachtegaal, Rietgors, Grote Gele Kwikstaart Gekroesd fonteinkruid, Kleine egelskop, Aarvederkruid, Schede-fonteinkruid, Grote wederik, Waterviolier Bosbeek-juffer, Weidebeek-juffer Kamsalamander