Landschappelijke inpassingsen inrichtingsvisie van het kassengebied te Stompwijk
mei 2009
Landschappelijke inpassings- en richtingsvisie voor het kassengebied in Stompwijk Den Bosch mei 2009 De landschappelijke inpassings- en inrichtingsvisie voor het kassencomplex Stompwijk werd opgesteld door Terra Incognita, stedenbouw en landschapsarchitectuur in opdracht van Projecten LTO Noord Contactpersonen Projecten LTO Noord Andre Rotteveel en Liesbeth de Theije Contactpersoon Terra Incognita: Jan Maurits van Linge
[email protected]
Terra Incognita - Veemarktkade 8 - 5222 AE ‘s Hertogenbosch - t. 073-5238991 - www.terra-i.nl 2
Inhoudsopgave 1. Inleiding
4
2. Bestaande situatie
6
3. Landschappelijke inpassing en inrichting
12
4. Beeldkwaliteit
22
3
1. Inleiding
4
Aanleiding Om de toekomst van de tuinders van Stompwijk zeker te stellen is uitbreiding van het kassengebied van Stompwijk noodzakelijk. In de gebiedsvisie Stompwijk, met als motto Vitale kern in het Groene Hart, is uitbreiding van het kassengebied als een van de projecten aangemerkt om Stompwijk vitaal te houden. Uitbreiding van de kassen wordt ook in diverse andere beleidsdocumenten ondersteund. Echter het kassengebied ligt in het Groene Hart en in een van de snelwegpanorama’s uit de structuurvisie snelwegomgeving. Het panorama Wijk en Wouden. Dit vraagt zorgvuldig omgaan met het landschap waarbij men wellicht niet direct denkt aan uitbreiding van een kassengebied. De ruimtelijke kwaliteit van het huidige kassengebied is niet groot. Het is niet realistisch te denken dat een economische functie als een kassencomplex wordt afgebroken en dat opnieuw gras wordt ingezaaid om zo het veenweide landschap in oude glorie te herstellen. Laten bestaan van de huidige situatie waarbij de tuinders geen economisch perspectief hebben is eveneens geen gewenste situatie aangezien die verrommeling in het landschap tot gevolg zal hebben. Juist door uitbreiding kan het kassengebied en een hoogwaardige inpassing in het landschap kan het landschappelijke beeld worden verbeterd.
Opgave Projecten LTO Noord is door de gemeente Leidschendam Voorburg gevraagd om een herstructureringsplan te maken voor het kassengebied. Op verzoek van Projecten LTO Noord draagt Terra Incognita hieraan zijn steentje bij door een advies uit te brengen over: x Een inrichtingsvisie voor het inpassen van het kassengebied in het landschap van Stompwijk. Dit onderdeel vormt tevens het belangrijkste vraagstuk in het onderzoek. x Beeldkwaliteit voor (nieuwe) kassen in Stompwijk. Dit levert onderdelen op die passen in het gehele reconstructieplan voor het kassengebied. De herverkaveling van het kassengebied en de landschappelijke aspecten die daarbij horen maken geen onderdeel uit van de opdracht.
Proces In nauw overleg met de betrokken tuinders, de gemeente Leidschendam Voorburg en Projecten LTO Noord is een proces doorlopen dat geleid heeft tot consensus over de voorstellen die in dit rapport zijn gebundeld. Wanneer alleen vanuit
landschappelijke kwaliteiten was geredeneerd had het inpassingsplan er anders uitgezien. Met name de maatvoering van de groene inpassing was dan ruimer vormgegeven. Doel van het overleg was om te komen tot een plan waar eenieder mee uit de voeten kan. In het huidige voorstel zit genoeg uitbreidingsruimte voor zowel de tuinders als ruimte voor water. Vanuit landschap beschouwd is het een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de huidige situatie situatie.
Aandachtpunten voor het vervolg De inrichtingsvisie vormt de basis voor het opstellen van inrichtingsplannen en het opstellen van bestektekeningen voor het uitvoering. In dit vervolg proces moet aandacht besteed worden aan de volgende vraagstukken: x Wie is (en/of wordt) de eigenaar van de randen van het plangebied waarin de inpassing plaatsvindt. Kortom wie gaat verder met het inrichtingsvisie en zorgt voor realisatie? En hoe worden de kosten gedekt die de plannen met zich meebrengen. We geven ter overweging de gronden aan een landschapsbeherende instantie om niet over te doen (bijvoorbeeld het Zuid Hollandslandschap). x Bij uitwerking van de visie tot inrichtingsplannen kan niet getornd worden aan de maatvoering van de inpassing aangezien deze zich op een minimum bevindt. Bij uitwerking is het dus belangrijk dat iemand zich als hoeder van dit belang opstelt. x Een goede afstemming om te komen tot gelijktijdige realisatie van de landschapsinrichting en de uitbreiding van het kassengebied. Er is zelfs veel voor te zeggen de landschappelijke werkzaamheden voorafgaand aan de uitbreiding uit te voeren.
Onderdelen van het advies In dit rapport leest u achtereenvolgens de volgende onderdelen: x Een korte beschrijving van de huidige situatie (hoofdstuk 2) x Inrichtingsvisie voor de overgangen naar het landschap van het kassencomplex (hoofdstuk 3) x Een advies voor de gewenste beeldkwaliteit van het kassencomplex (hoofdstuk 4)
5
2. Bestaande Situatie
6
Bestaande glascluster Het bestaande glascluster is gelegen ten noordwesten van de bestaande kern Stompwijk. Het gebied wordt omsloten door de Kniplaan, de snelweg A4, de Zustersdijk en de Stompwijkseweg. Het huidige kassengebied wordt ontsloten via twee wegen; De Tuinbouwweg en de Huyssitterweg. Deze wegen lopen parallel aan de Kniplaan en sluiten aan op de Stompwijkseweg. De huidige ontsluiting van het kassengebied via de Stompwijkseweg leidt tot leefbaarheidsproblemen in de kern van Stompwijk (verkeersoverlast). In de nabije toekomst zal ten noorden van het huidige dorpslint een nieuwe ontsluitingsweg worden gerealiseerd, die het doorgaande verkeer om de huidige kern heen zal leiden.
k
n
aa
ipl
Kn
De Provinciale Staten hebben besloten de glastuinbouw in Stompwijk een kans te geven als duurzaam concentratiegebied. Hieraan zijn twee voorwaarden gekoppeld: • Er dient een oplossing te worden gevonden voor de verspreid liggende kassen in het buitengebied van Stompwijk; • Het cluster dient zich te ontwikkelen tot een duurzaam glascluster. Hier onder wordt verstaan dat maatregelen worden getroffen ten aanzien van onder andere: - Ruimtelijke kwaliteit (inpassing in de omgeving en het landschap); - Ontsluiting van het gebied; - Afscherming van licht; - Energie en het terugdringen van resulterend CO2-gebruik; - Watergebruik en waterbeheer.
Sn
ij rd
Het huidige glascluster is een bijzonder tuinbouwgebied binnen het provinciaal beleid. Het beleid is er op gericht de glastuinbouw te bundelen in zogenaamde concentratiegebieden. Dit zijn voornamelijk grootschalige gebieden (Westland, Lansingerland (voormalige B-driehoek), Zuidplaspolder). De locatie Stompwijk is hiermee vergeleken een klein gebied.
ste
gA e w el
Zu
4
Beleid
Stompwijkseweg
Wanneer aan genoemde voorwaarden wordt voldaan, kan het huidige cluster met enkele hectaren uitbreiden, om hiermee fysieke ruimte te bieden aan ondernemers en hiermee de levensvatbaarheid van het gebied voor de lange termijn te vergroten.
7
Vanaf de A4 Vanaf de snelweg A4 heeft men zicht op het kassengebied. Wanneer men onder de Kniplaan-brug is doorgereden wordt het beeld in eerste instantie bepaald door een dijklichaam, dat de snelweg begeleid. Na 100 meter opent zich het landschap en zijn de bestaande kassen duidelijk zichtbaar vanaf de snelweg. Het zicht op de kassen vormt een verstoring van de ervaring om door het open polderlandschap van het Groene Hart te rijden. Deze ervaring van groene ruimte vanaf de snelweg is zeldzaam en waardevol. Het gebied langs de A4 vanaf Voorburg tot Leiden is dan ook door het Rijk bestempeld als Nationaal Snelwegpanorama. Het Ministerie van VROM zet voor deze panorama’s in op het behoud en versterking van het groene en open perspectief vanaf de snelweg.
Reeks van zicht op kassengebied vanaf de A4 rijdend richting het noorden
8
De Kniplaan De huidige Kniplaan maakt onderdeel uit van een historische route die voert vanaf het strand richting het Groene Hart. De Kniplaan is de enige functionele langzaamverkeersroute in de Duivenvoorde Corridor, die rechtstreeks van west (strandwal), via de landgoederenzone tussen den Haag en Leiden, richting het Groene Hart voert. Daarmee is zij een geliefde recreatieve route De Kniplaan ligt op een dijklichaam met een auwtalud.
9
De Zustersdijk De Zustersdijk is een duidelijk herkenbaar historisch element dat de oostzijde van het kassengebied markeert. Deze oude dijk loopt vanaf de Vlietlanden richting het huidige gemeenschapshuis en de kerk van Stompwijk. De huidige kassen liggen op enige afstand van dit element. De Zustersdijk markeert tevens een belangrijke geplande ecologische verbinding tussen de Vlietlanden en de polders rondom Stompwijk.
10
De Tuinbouwweg en de Huyssitterweg Het binnengebied van het kassengebied is ervaarbaar vanaf de twee ontsluitingswegen; de Tuinbouwweg en de Huyssitterweg. Beide wegen hebben een groen karakter. Erfbeplanting, sloten en groene bermen bepalen het beeld. Aan de smalle ontsluitingsstraten zijn afwisselend kassen, woningen, opstallen en tuinen gesitueerd. Op verschillende plekken heeft bestaande volwassen laanbeplanting grote waarde voor het huidige landschapsbeeld. Met deze beplanting moet bij toekomstige uitbreidingen zorgvuldig worden omgegaan.
11
3. Landschappelijke inpassing en inrichting
12
Visie Landschappelijke inpassing is een rekbaar begrip dat in de praktijk op verschillende manieren wordt gebruikt. Daarom hechten we eraan het begrip van een denitie te voorzien: Landschappelijke inpassing is het zo situeren en integreren van een ingreep in het landschap dat deze zich naar de karakteristiek van het landschap voegt en zo mogelijk daar waarde aan toevoegt. Dat is iets anders dan het onzichtbaar maken van nieuwe elementen in het landschap. Voor het kassengebied ligt de nadruk op de randen. Er zijn geen doorlopende routes door het gebied. Slechts die mensen die wonen of werken komen op het terrein. Daarom wordt ervoor gekozen het kassengebied intern te optimaliseren inclusief zaken als gietwaterbasins en dergelijke en daar minimaal aandacht te besteden aan landschappelijk water en groenvoorziening. Deze ruimte kan beter benut worden voor de overgangen naar het landschap. Daarbij wordt een duidelijk onderscheid tussen kassencomplex en landschap gecreëerd onder andere door een heldere rooilijn aan te houden voor het kassencomplex. Bestaande groene elementen met hoge waarde zoals laanbeplanting op het terrein vormen hierop een uitzondering en dienen zo mogelijk in het kassengebied te worden ingepast. De drie overgangen naar het landschap kennen elk een eigen karakteristiek. De westzijde ligt langs een recreatieve hoofdroute tussen de zogenaamde duinen,horsten en weiden (de Kniplaan). De oostzijde grenst aan de Zusterdijk en loopt parallel aan een ecologische verbindingzone. De noordzijde loopt langs de A4 en wordt vanaf de snelweg nadrukkelijk beleefd in verder zeer open landschap van Wijk en Wouden. De inrichtingsvisie speelt in op de specieke kwaliteiten van het aangrenzende landschap en de beleving daarvan die bijvoorbeeld alleen in snelheid al grote verschillen kent. Zo sluiten de randen van het kassengebied aan bij de landschappelijke karakteristiek zonder de kassen te verstoppen. De beleving van de overgang op grotere afstand wordt verzacht door gebruik te maken van lters en coulissen van gebiedseigen beplanting. Van dichtbij laat het kassengebied zich van zijn beste kant zien.
Landschappelijke inpassingsvisie
De landschappelijke inpassingsvisie is resulaat van dialoog waarin belangen van tuinders en landschap tegen elkaar zijn afgewogen. Deze tekening, waarin meer ruimte is voor landschap, was daarbij de basis voor discussie.
13
Noordzijde: Cope langs de snelweg
14
Noordzijde: Cope langs de snelweg Vanaf de snelweg vormen de huidige kassen en vreemde dissonant in het open veenweide landschap. Daarom wordt speciek die veenweide karakteristiek met zijn smalle cope verkaveling het uitgangspunt voor de overgang naar de snelweg. Met nieuwe sloten wordt de historische maatvoering hersteld. De kavels vormen een typische ‘rafelige’ veenweiderand. De invulling van de kavels wordt gevormd door een afwisseling van water, rietlanden, ruig grasland en hakhout.Voor rietland wordt de kavel iets afgegraven. Hakhout (o.a. els en wilg) wordt met regelmaat (3 jaar) teruggezet om bos-vorming te voorkomen. De kassen worden in drie delen onderverdeeld. In plaats van een lange wand beleeft men driemaal een korte wand in het landschap. De rand van de kassen in zo gesitueerd dat deze zich naar het oosten toe verwijdt. Een effect dat perspectiesch wordt versterkt. De grootste afstand tussen kassen en A4 van een segment is daarbij gelijk aan de kleinste afstand tussen kassen en A4 van het oostelijk liggende segment. Komend vanuit de richting Den Haag ligt het eerste deel van de kassen achter een bestaand talud, waarna de afstand tussen de kassenlijn en de weg zich vergroot. Men rijdt als het ware weer de openheid in. Door deze landschappelijke inpassing van de kassen ontstaat een homogeen beeld met de overzijde van de A4 waar in de Vlietlanden vergelijkbare inrichtingselementen terugkomen. De kavels met hakhout vormen haaks op de weg liggend coulissen in het landschap. Ze ontnemen speciek van grote afstand het directe zicht op de kassen. Wanneer men langs de kassen rijdt heeft men dus driemaal korte tijd zicht op de kassen. De zone grenzend aan de A4 wordt niet beplant zodat men zicht op het open landschap houdt. De snelheid (als er geen le staat) en de afstand is te groot om de producten in de kassen te kunnen waarnemen. Er ontstond in een van de overleggen het idee om de raampartij van de kassen te beplakken met een lichtdoorlatende folie met daarop de producten uit de kassen uitvergroot. Door elk blok een eigen ‘gezicht’ (bijvoorbeeld bloemen, tomaten, potplanten) te geven kan de segmentering worden benadrukt.
Tekening aapassen zone niet beplanten langs de weg!!!
15
Oostzijde: Ecologie langs de Zusterdijk
16
Oostzijde: Ecologie langs de Zusterdijk De oostzijde sluit aan op de Zusterdijk. Een oude waterkering die ook cultuurhistorische waarde heeft voor het gebied. Door een brede waterpartij te maken aan de voet van de dijk met een brede plasberm voor riet wordt een landschap gemaakt die de ecologische verbinding die hier gepland staat kan ondersteunen. Door op enkele plekken het bestaande maaiveld te laten liggen binnen de vergraven plasberm ontstaan hogere delen in het riet waar ruimte is voor beplating met wilg en els en spontaan struweel. De geplande ecologische structuur is slechts gepland en moet nog nader worden uitgewerkt. De landschappelijke inpassing kan hiervoor op deze wijze de basis bieden. De dijk samen met de opgaande beplanting zorgen ervoor dat het zicht op de kassen wordt gelterd en verzacht. Een voetpad over de dijk kan een aanvulling zijn op het recreatieve netwerk van het landschap rond Stompwijk en aansluiten op de parallelweg langs de A4. Door een laanbeplanting in te passen bij de herprolering van het Huysitterweg, wanneer deze wordt aangetakt op de toekomstige rondweg, wordt voor het dorp het directe zicht op de kassen ontnomen.
17
Westzijde: recreatieve route langs de Kniplaan
18
Westzijde: recreatieve route langs de Kniplaan De Kniplaan vormt de recreatieve verbinding voor etsers tussen het veenweidelandschap van het Groene Hart rond Stompwijk en de horsten, de duinen en het strand. De barrières van de A4 en de Vliet worden door deze route geslecht. Redenerend vanuit de beleving van deze recreanten is het van belang dat de route een groene en landelijke uitstraling behoudt. Daarom is het zaak dat de kassen niet ‘oprukken’ tot aan de teen van de dijk. Door een kavelbreedte tussen de kassen en de dijk te behouden en deze in te richten als een bloemrijk grasland wordt de benodigde ruimte geschapen. Om de aanliggende tuinders voldoende ruimte te geven is de maat van de kavel van 25 meter versmald tot 13 meter breed. Een maat die in zeer natte veengebieden, zoals Waterland ten noorden van Amsterdam niet ongewoon is. In de hoofdwatergang tussen kassen en bloemrijk grasland wordt een plasberm gemaakt waar riet kan groeien. Het riet vormt als het ware een plint voor de kassen daarachter. Speciek aan deze zijde krijgen de tuinders de mogelijkheid om de passerende recreant een kijkje in de kas te geven. Vanuit de recreant zou het daarom het interessantst zijn wanneer de kassen met kopgevels naar de Kniplaan staan en de ook de gewassen haak op de Kniplaan worden georiënteerd. Een enkelzijdige laanbeplanting van elzen op de dijk begeleid de route op de Kniplaan. De elzen vormen ook een lter voor het zicht op de kassen rijdend over de A4 of over de Stompwijkse weg.
19
20
Water en waterberging Voldoende waterberging in het kassengebied is cruciaal. In de inrichtingsvisie is rekening gehouden met de uitkomsten uit het waterhuishoudingsplan opgesteld door Oranjewoud. x Rond het kassencomplex zijn drie hoofdwatergangen geprojecteerd. Langs de Zusterdijk, ten noorden van de kassen aan de A4 zijde en ten westen van de kassen tussen het bloemrijk grasland en de kassen. Hoofdwatergangen hebben een breedte van 7,10 op de waterlijn. x Watergangen binnen het kassencomplex die zorgen voor afvoer naar de hoofdwatergangen hebben een zuiver functioneel karakter en dragen nauwelijks bij aan de landschappelijke inpassing. Deze zijn derhalve niet in de visie opgenomen. x Rondom het kassengebied moet voldoende wateroppervlak zijn om extreme buien niet laten leiden tot overlast. Aan alle zijden is hiervoor ruimte opgenomen. Langs de Zusterdijk is ruimte in de plasberm voor waterberging van circa 2 hectare. Aan de Kniplaan zit extra ruimte in de sloot aan de teen van de dijk. Deze is beperkt tot 0.3 hectare. De grootste mogelijkheden voor waterberging zit in de zone langs de A4. In de visie tekening zit ruimte voor 3 hectare water. Wanneer de rietkavels ook als waterberging worden gerekend, deze kunnen immers onderlopen wordt de capaciteit vergroot met circa 1,4 hectare. Zonder de visie te verlaten is de capaciteit eenvoudig te vergroten. Dat kan door het verbreden van de hoofdwatergang of het creëren van meer zogenaamde waterkavels.
Binnen de landscahppelijk visie is de capaciteit voor waterberging eenvoudig te vergroten.
Hiermee biedt de inrichtingsvisie voldoende ruimte voor water. In de inrichtingplannen moeten de oppervlakten in detail worden bepaald en vastgelegd. Gietwatervoorzieningen staan los van de water(bergings)functies. Ze horen bij het optimaal ingerichte kassencomplex en maken geen onderdeel uit van de landschappelijk inpassing. De bassins worden bij voorkeur intern of aan de rand van het kassengebied aangelegd nabij een hoofdwatergang. Wanneer deze aan de randen van het complex liggen maken ze onderdeel uit de van rooilijn van het kassengebied en vormen daarin een welkome groene afwisseling (mits goed aangelegd). De kassen zelf moeten echter het beeld van de rooilijn blijven bepalen. In het hoofdstuk beeldkwaliteit wordt nader aandacht besteed aan de kwaliteit van gietwatervoorzieningen.
21
4. Beeldkwaliteit
22
Stimuleren van goede oplossingen Kassengebieden worden niet hoog gewaardeerd als het gaat om beeldkwaliteit. Althans dat vinden veel mensen, bijvoorbeeld volgens het Natuur en Milieuplanbureau, die een kaart maakte van de verstoring van Nederlandse Landschappen. Het verhogen van de beeldkwaliteit in het kassengebied is een proces, waarbij naar onze mening het stimuleren van goede oplossingen meer zin heeft dan het opstellen van strikte regels met betrekking tot de beeldkwaliteit. De richtlijnen met betrekking tot de beeldkwaliteit zijn in dit hoofdstuk dan ook opgetekend als een inspirerende handreiking. Er worden 6 aspecten belicht die van belang zijn voorr dit kassengebied: • rooilijnen • een groen proel • een trotse entree • aandacht voor waterbassins • zichtbaarheid van gewas en techniek • geef vorm Ruimtelijke kwaliteit is een noodzaak in gebieden waar mensen ruimte nodig hebben om te wandelen, te etsen, voor sport en voor de beleving van een ‘natuurlijk’ landschap. Dit speelt natuurlijk het sterkst in gebieden waar landschapskwaliteiten schaars zijn. Het speelt ook sterk in gebieden waar mensen het gevoel hebben dat de kwaliteiten achteruit gaan omdat er veel verandert in korte tijd. Dit leidt bijvoorbeeld tot de angst dat er een niet-openbaar landschap ontstaat. En dan helpt het wanneer duidelijk wordt dat een glastuinbouwgebied iets kan zijn waar je je als buur niet voor hoeft te schamen. Waar aantrekkelijke routes doorheen lopen. Waar wat te zien is en liever nog: wat te halen is. Ruimtelijke kwaliteit is een kwestie die de glastuinbouw aangaat. Als ‘Glas een ideale buur’ wordt, vertaalt dat zich ook in een beter imago van het Nederlandse product. De glastuinbouw is gebaat bij een hogere aaibaarheid.
23
Rooilijnen In het visie-hoofdstuk is reeds aangegeven dat de belangrijkste kwaliteiten van het gebied aan de randen van het gebied te vinden zijn. De basis van de visie is het maken van een compact kassengebied, om zo maximaal mogelijk ruimte te creeren aan de randen. Dit heeft consequenties voor de ruimtelijke opbouw van de kavels aan de Tuinbouwweg en de Huyssitterweg. Het is van belang om de rooilijnen voor nieuw te bouwen kassen aan deze wegen niet 25 meter achter de woonbebouwing te plaatsen, maar zo dicht mogelijk op de wegen. Daarom wordt voorgesteld om de rooilijnen voor nieuwe kassen gelijk te laten lopen met de rooilijnen van de bestaande kassen in het gebied. Dit is in de naastliggende tekeningen verbeeld.
24
Een groen profiel De bestaande Veilingweg en Huyssitterweg hebben een groen en lommerrijk karakter. Het behoud en versterking van dit karakter is een belangrijk uitgangspunt voor de beeldkwaliteit. In het kassengebied liggen reststroken rond huizen of schuren. Het is een uitdaging om deze stroken iets te laten toevoegen aan de beleving vanaf de weg. Bij voorkeur zonder krakkemikkige geitenschuurtjes of opstelplaats voor caravans omdat deze nogal eens willekeur en rommeligheid van een gebied in de hand werken. Voorbeelden om toe te passen zijn moestuinen, particuliere kasjes aan de randen van grote kassen, ecologische bermen, plukbermen met fruitbomen of kleinfruit hoogwaardige siertuinen.
25
Een trotse entree Voor de zichtbaarheid en de herkenbaarheid van het individuele kassenbedrijf is het belangrijk zich te onderscheiden van de buren. Omdat in de kassenwereld veel gewerkt wordt met gestandariseerde functionele kassen ligt gelijkvormigheid / saaiheid op de loer. Door het maken van een duidelijke entree krijgt het bedrijf een duidelijke herkenbare uitstraling naar zijn omgeving. De vormgegeven (trotse) entree vormt het gezicht van bedrijf. Bij nieuwbouw of verbouw/aanbouw van bestaande bedrijven is het maken van een duidelijke herkenbare entree dus van het uiterste belang.
26
Aandacht voor waterbassins In de meeste kassengebieden ligt open water in de vorm van sloten en bassins. Deze bieden bij uitstek mogelijkheden voor een positieve beleving. Zorg voor natuurlijk water van voldoende grote maat. Gevarieerde oevers en water met meerkoetjes, libellen en ganzen zijn prettig om naar te kijken. Zwart plastic is niet aantrekkelijk. Er kan afwisseling worden aangebracht in de afmetingen van waterlopen. Waterbassins zorgen voor welkome open ruimtes in een kassengebied. Belangrijk is dat er goed zicht ontstaat op het water: te vaak kijken voorbijgangers tegen kades aan. Leg desnoods de weg hoger naast een groot waterbassin. En wellicht zijn er mogelijkheden voor recreatief gebruik zoals vissen of spelevaren.
27
Zichtbaarheid van gewas en techniek Aan kasgevels wordt niet veel ontworpen. Ze zijn van glas en min of meer transparant. De laatste tijd verschijnen er meer en meer dichte kunststofgevels, die in feite de ‘nette’ equivalent zijn van de witgeschilderde kasgevels die ‘s zomer zichtbaar zijn. Een etstocht tussen transparante gevels met zicht op potplanten, tomaten of paprika’s is echter een geheel andere belevenis dan een tocht tussen dichte gevels. In het laatste geval is de tuinbouw uit het zicht verdwenen en is een industriële omgeving ontstaan. De onzichtbare plant is dan de equivalent van de onzichtbare koe in de wei. Kunnen er op zijn minst transparante stroken in gevels worden gemaakt waardoor zicht mogelijk is? Beter nog is om echt te laten zien wat er groeit. Een rijpe paprika is de beste marketing voor een kassengebied.
28
Geef vorm Bij nieuwbouw of verbouw van kassen in het gebied is het niet alleen belangrijk om na te denken over de functionele organisatie van het bedrijf. De identiteit en de uitstraling worden bepaald door de vormgeving; de architectuur en de inrichting van het perceel. Ons devies is om bij elke nieuwe uitbreiding na te denken over het gewenste beeld; geef vorm! Bij grotere kassen ontstaan grotere bedrijfspanden. De bedrijfspanden zijn duidelijk zichtbaar vanuit de openbare ruimte en verwacht mag worden dat ze een zekere kwaliteit hebben. Daarin past bijvoorbeeld geen achterstallig onderhoud van gevels en slordige toepassing van laagwaardig materiaal. In de potplantenteelt krijgt de architectuur van bedrijfspanden langzaam een plaats. Ook technische elementen zoals verwarmingsinstallaties en wateropslag dienen zorgvuldig een plaats en vorm te krijgen. Bijzondere kansen zijn er voor gestapelde bouw. Daken van schuren kunnen plaats bieden aan kassen of andere functies. Ten slotte zien we kansen om ook in bedrijfspanden met glas te ontwerpen. Bijvoorbeeld bij de architectuur van tuincentra is zichtbaar dat er aantrekkelijke transparante panden kunnen ontstaan door ook hier veel glas toe te passen.
29
Den Bosch mei 2009 De landschappelijke inpassings- en inrichtingsvisie voor het kassencomplex Stompwijk werd opgesteld door Terra Incognita, stedenbouw en landschapsarchitectuur in opdracht van Projecten LTO Noord.
30