(Bestuurlijke) verkenning 7 en 8 april 2011
‘Wadlopen en bevolkingszorg’ Mei 2011 Bertruke Wein Rob Willems © Radboud Universiteit Nijmegen/ITS
Inhoud
1 Inleiding 2 Kernpunten wadlopen en bevolkingszorg 3 Kernpunten bevolkingszorg algemeen 4 Tot slot
4 7 12 14
Bijlage 1: Uitwerking acties, besluiten en overwegingen per niveau Bijlage 2: Deelnemerslijst Bijlage 3: Gebruikte afkortingen
15 18 22
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
Mei 2011 4/22
1 Inleiding Aanleiding
Op 7 en 8 april 2011 heeft het (bestuurlijk) vervolg plaatsgevonden op de operationele oefening ‘Brak (op het) zand’ dd. 13 juni 2009. Deze (bestuurlijke) verkenning, genaamd ‘Wadlopen en Bevolkingszorg’ borduurt voort daar waar de operationele wadoefening ophield i.c. het (bevolkingszorg)proces na aanlanding. De gemeente is hiervoor de procesverantwoordelijke organisatie. Sinds de wet veiligheidsregio’s (WVR) en aanpalend het besluit veiligheidsregio’s is bevolkingszorg stevig verankerd: ‘Een team bevolkingszorg bestaat uit de door het college van B&W aangewezen functionarissen van wie één functionaris is belast met de leiding van het team, één functionaris met het informatiemanagement en één functionaris met de coördinatie van de voorlichting. Een team bevolkingszorg zorgt dat de volgende taken worden uitgevoerd: voorlichting, opvang&verzorging, nazorg, registreren slachtoffers, registreren schadegevallen en adviseren ROT’ (besluit veiligheidsregio’s artikel 2.1.3, lid 1 en 2). Tijdens incidenten waarbij (groepen) burgers worden getroffen zal de gemeentelijke organisatie de professionele, gelijkwaardige partner van brandweer, politie en geneeskundige hulpverlening (GHOR) moeten zijn op het vlak van zorg voor de bevolking. Op dit moment is sprake van een professionaliseringsgang van de gemeentelijke kolom, noodzakelijk om ook echt als volwaardig partner te kunnen opereren. Een wettelijke verankering, eenduidigheid door komst van het referentiekader regionaal crisisplan (en meer in bijzonder het onderdeel bevolkingszorg) en het landelijk geïnitieerd project GROOT (opleiden, trainen en oefenen voor de gemeentelijke rampenbestrijding) maken dat de randvoorwaarden geschapen zijn om daadwerkelijk een verdere professionalisering te realiseren.
Doel
Het doel van de bijeenkomst op 7 en 8 april is het verkennen van de problematiek (en oplossingen) van het zijn van aanlandgemeente. De focus ligt daarbij op het proces bevolkingszorg. Tevens is de verkenning aangegrepen om de wet veiligheidsregio´s en de ´nieuwe´ situatie voor de gemeentelijke organisatie onder de aandacht te brengen.
Doelgroep
Functionarissen van de gemeenten Ameland, Schiermonnikoog, Dongeradeel, De Marne en Eemsmond die een rol vervullen op technisch, tactisch dan wel strategisch niveau in de (gemeentelijke) crisisorganisatie nemen deel aan de verkenning. In de vorm
Mei 2011 5/22
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
van een estafette hebben achtereenvolgens het technisch niveau op 7 april ochtend, het tactisch niveau op 7 april middag en het strategisch niveau op 8 april ochtend deelgenomen. Opzet
Nagespeeld is een scenario waarbij een Duitse groep middelbare scholieren op het wad in de problemen komt als gevolg van een voedselvergiftiging. Voor het technisch niveau start de verkenning met een korte schets van de gebeurtenis, de opschaling op het wad en het land en het ‘plaatje van de situatie’ (i.c. de uitgangspositie op basis waarvan het proces bevolkingszorg verder ingevuld zal moeten worden). De vijf deelnemende gemeenten hebben vervolgens individueel en zonder tijdsdruk dit ‘plaatje van de situatie’ verkend en hun acties en beoogd resultaat benoemd. De gemeenten hebben plenair de acties en beoogde resultaten aan elkaar teruggekoppeld. De gedeelde uitkomst vormt vervolgens de opmaat voor het tactisch gedeelte. Het tactisch niveau i.c. de sectie bevolkingszorg in het Regionaal Operationeel Team Fryslân respectievelijk Groningen starten eveneens met het ‘plaatje van de situatie’. Op basis hiervan is hen gevraagd de acties en de (te nemen) besluiten voor het onderdeel bevolkingszorg in kaart te brengen. Dit is vervolgens in een plenair gedeelte aan elkaar teruggerapporteerd. Het estafettestokje is tenslotte doorgegeven aan het strategisch niveau. Het strategisch niveau heeft gegeven het ‘plaatje van de situatie’ in drie groepen (bestuurders Fryslân en Groningen, ambtelijke adviseurs gemeenten Fryslân en ambtelijke adviseurs gemeenten Groningen) nagedacht over de te hanteren coördinatiestructuur, de woordvoering alsmede de nazorg in deze casus. Het feit dat vijf aanlandgemeenten tegelijkertijd nadenken over een en hetzelfde scenario levert interessante discussies op. Positief is ook dat de vijf gemeenten met een grote afvaardiging aanwezig zijn op zowel 7 april als 8 april. ‘Leren van en met elkaar’ is daarbij daadwerkelijk in de praktijk gebracht. Beperkende omstandigheid daarbij was dat enerzijds ‘slechts’ gerekruteerd is uit de deelnemende aanlandgemeenten (wat daarmee de spoeling voor met name het tactisch niveau dun maakt; er waren niet veel functionarissen voorhanden met ervaring juist op dat niveau) en anderzijds gewerkt en gedacht moest worden met nieuwe terminologieën. Dat maakte de verkenning voor deelnemers op met name het technisch en tactisch niveau niet altijd even eenvoudig. Desalniettemin hebben de discussies tijdens de verkenning interessante aandachtspunten en uitkomsten voortgebracht welke de basis vormen voor dit verslag.
Mei 2011 6/22
Leeswijzer
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
Het verslag omvat geen uitgebreide weergave van het proces. Het proces op 7 en 8 april vormt de aanleiding voor het benoemen van de belangrijkste kernpunten: leer- en verbeterpunten op het vlak van Wadlopen en bevolkingszorg enerzijds (paragraaf 2), bevolkingszorg in het algemeen anderzijds (paragraaf 3). Deze kernpunten zijn gedeeld in de plenaire discussies. We sluiten dit verslag af met een slotgedachte. In de bijlagen vindt u allereerst een uitwerking van de mogelijke acties welke uit te zetten zijn door het technisch en tactisch niveau. Ook voor het strategisch niveau zijn de besluiten en de hierbij gemaakte overwegingen ten aanzien van coördinatiestructuur, woordvoering en nazorg verwoord (bijlage 1). Hierna vindt u de deelnemerslijst (bijlage 2) en een lijst met gehanteerde afkortingen (bijlage 3).
Mei 2011 7/22
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
2 Kernpunten wadlopen en bevolkingszorg In deze paragraaf vindt u vijf leer- en verbeterpunten op het vlak van wadlopen en bevolkingszorg. Eerste opvang en registratie Tijdens de verkenning blijkt dat in het proces van aanlanding van een grote groep wadlopers de eerste opvang, maar bovenal registratie een punt van aandacht is. De gemeente is voor opvang en registratie de procesverantwoordelijke organisatie, maar kent een opkomsttijd van 90 minuten. Zeker gevoegd bij de tijdstippen waarop wad wordt gelopen (weekenden, afhankelijk van de getijden) zal deze opkomsttijd van 90 minuten ook de werkelijke opkomsttijd zijn van het team bevolkingszorg. Dit impliceert dat de gemeente voor een eerste opvang en registratie mede afhankelijk is van partners die hierin een bijdrage kunnen leveren (o.a. de wadlooporganisatie voor wat betreft een lijst met deelnemers, de KNRM voor wat betreft de aanlanders). Aanbeveling 1 Het verdient aanbeveling om als gemeente, verantwoordelijk voor het proces bevolkingszorg, te borgen dat praktische afspraken worden gemaakt met partners, zodat voor een ieder duidelijk wordt wie in eerste instantie kan zorg dragen voor de eerste opvang en eerste registratie. Officier van Dienst (OvD) Bevolkingszorg in CoPI belangrijke schakel voor bevolkingszorg De Officier van Dienst (OvD) Bevolkingszorg in het CoPI blijkt een cruciale schakel te zijn in (de opstart van het proces) bevolkingszorg. De OvD Bevolkingszorg neemt met de partners van brandweer, GHOR en politie deel aan de vergaderingen van het CoPI. Een CoPI zal conform het besluit veiligheidsregio’s al na 30 minuten actief dienen te zijn. Dit geldt dus eveneens voor een OvD Bevolkingszorg. Onder leiding van de leider CoPI doorloopt het CoPI een proces van gemeenschappelijke beeld-, oordeels- en besluitvorming. De OvD Bevolkingszorg is in het CoPI in eerste instantie verantwoordelijk voor het actief inbrengen van aspecten en ontwikkelingen op het terrein van bevolkingszorg (uiteraard voor zover het het inzetgebied CoPI betreft). Via de OvD Bevolkingszorg worden de eerste acties uitgezet voor zover het de opstart van gemeentelijke processen en
Mei 2011 8/22
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
het oproepen van sleutelpersonen in de gemeentelijke organisatie (gemeentelijk en/of regionaal georganiseerd) betreft. Tijdens de verkenning blijkt dat nog niet alle gemeenten reeds een OvD Bevolkingszorg kennen c.q. aangewezen hebben. Voorts blijkt uit de discussies op 7 april dat de OvD Bevolkingszorg het een en ander moet kennen en kunnen om ook daadwerkelijk de gewenste bijdrage te leveren aan het multidisciplinaire proces in het CoPI enerzijds, het eigen monodisciplinaire proces bevolkingszorg anderzijds. De verkenning wijst uit dat alle OvD’en Bevolkingszorg (voor zover ze al zijn aangewezen) hiertoe op dit moment nog niet voldoende zijn geëquipeerd. Of zoals één van de deelnemers het tijdens de verkenning verwoordde: “Als schakelpunt naar bevolkingszorg moet ik zorgen dat ik beschik over een telefoonlijstje; ik moet niet alles zelf willen oplossen in het CoPI, maar juist er voor zorgen dat ik dingen kan wegzetten en waar nodig ‘handjes’ kan organiseren. Daarnaast moet ik nadrukkelijk mijn ‘kop vrijhouden’ opdat ik ook kan mee discussiëren in het CoPI. Mijn boodschap moet helder zijn, eveneens moet ik alert zijn wat het team bevolkingszorg verderop in de keten van mij nodig heeft.” Aanbeveling 2 Alhoewel de wet veiligheidsregio’s de functie van OvD Bevolkingszorg niet voorschrijft, blijkt ook uit deze verkenning dat een OvD Bevolkingszorg dé cruciale schakel is voor het proces bevolkingszorg, zowel richting CoPI als richting de eigen gemeentelijke organisatie (gemeentelijk en/of regionaal georganiseerd). Het verdient aanbeveling om allereerst op korte termijn functionarissen voor de functie van OvD Bevolkingszorg te selecteren en te benoemen. Het (landelijk) kwalificatieprofiel zoals opgesteld door het Project GROOT (Gemeentelijke Rampenbestrijding Opleiden Oefenen Trainen), waar de functie van OvD Bevolkingszorg uitdrukkelijk wel is benoemd, kan daarbij dan een hulpmiddel zijn. Voorts zal geborgd moeten worden dat deze functionarissen ook 24/7 bereik- en/of beschikbaar zij, zodat zij – conform besluit veiligheidsregio’s - kunnen voldoen aan de opkomsttijd van 30 minuten van het CoPI. Tot slot zullen zij middels opleiden, trainen en oefenen in staat moeten worden gesteld om de (multidisciplinaire) rol van OvD Bevolkingszorg goed invulling te kunnen geven. Vervolgopvang Tijdens de verkenning is een scenario nagespeeld waarin een deel van de wadlopers aanlandt op een eiland (Schiermonnikoog), een deel op het vaste land (De Marne). In het scenario ging het om een homogene groep wadlopers (i.c. een Duitse schoolklas met begeleiders). Op meerdere plekken tegelijkertijd moest dus voorzien worden in een eerste (korte) opvang. Aangezien het
Mei 2011 9/22
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
een schoolklas betrof en hereniging met elkaar als ook met ouders een behoefte bleek, is het noodzakelijk vroegtijdig na te denken hoe in het proces vervolgopvang zijn beslag gaat krijgen. Immers, juist op dit punt zal een gemeente als eerst verantwoordelijke voor bevolkingszorg moeten excelleren. Dit vraagt onder meer om een tijdige signalering (van de OvD Bevolkingszorg) in het CoPI. In het kader van (eerste dan wel vervolg-)opvang en registratie is tijdens de plenaire discussies ook nadrukkelijk aan de orde gekomen dat het belangrijk is dat meer gedacht wordt in termen van processen: welke (gemeentelijke) processen zijn voor een goede beheersing noodzakelijk en hoe kunnen deze processen zo snel en zo zorgvuldig mogelijk worden opgestart. Een (coördinatie)structuur volgt dan veelal als vanzelf. Aanbeveling 3 Het centraal stellen van (het opstarten van) processen, gegeven de voorliggende situatie, zal meer en meer het uitgangspunt moeten zijn voor het handelen. Als er een behoefte is aan coördinatie, dan volgt dat hieruit. De (coördinatie)structuur is daarmee dus nadrukkelijk een hulpmiddel en werkt daarmee ondersteunend aan de processen (en dus niet andersom). Incident Bestrijdingsplan Wad – Leiding&Coördinatie Het Incident Bestrijdingsplan Wad – Leiding&Coördinatie (meer in het bijzonder pagina 30/31)1 leverde in de verkenning een interessant discussiepunt op. In het Incident Bestrijdingsplan wordt melding gemaakt van het feit dat bij regiogrensoverschrijdende incidenten: De keuze voor de locatie van C-ROT en C-RBT afhankelijk is van de plaats incident. Als de incidentlocatie (nog) niet (geheel) duidelijk is, start het C-ROT en C-RBT in de veiligheidsregio Fryslân (of deze wijst er een aan). Als de incidentlocatie geheel duidelijk is wordt ROT en RBT waar het incident (de bron) gesitueerd is het C-ROT en C-RBT; De taken van het C-ROT en C-RBT worden ten tijde van het incident niet overgedragen, ook niet als de locatie van het incident bij nader inzien in een andere regio blijkt te liggen. 1 Incidentbestrijdingsplan Waddenzee, versie 6.1, vastgesteld door de Stuurgroep CRW dd. 10 december 2009.
Mei 2011 10/22
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
Vanwege de onderlinge communicatie heeft het de voorkeur dat de C-GMK zich in dezelfde regio bevindt als het C-ROT. Bij effecten in andere gemeenten/regio’s worden daar een of meerdere ROT’s en G/RBT’s ingericht voor de bestrijding van de effecten op het eigen grondgebied. Het vraagstuk dat in de casuïstiek naar voren kwam leverde een verkenning op van wat uiteindelijk doorslaggevend zou moeten zijn voor het bepalen waar het centrum van de coördinatie komt. Gebleken is dat dit - zowel operationeel als bestuurlijk afstemming en inkleuring vereist. Is het immers enkel het lokale incident (een wadloopincident waarbij de eerste opvang op twee plaatsen noodzakelijk was) of is het - aandachtig de uitgangssituatie dat er op twee plaatsen eerste opvang is - ook het gegeven dat de vervolgopvang op één centrale plek georganiseerd dient te zijn? In de discussies hierover is door enkele functionarissen uitgelegd dat de veiligheidsregio Fryslân per definitie coördinerend is. Andere functionarissen daarentegen zien meer in de interpretatie dat de veiligheidsregio Fryslân coördinerend is, tenzij. De (bestuurlijke) verkenning laat zien dat men zich in deze casus uiteindelijk meer heeft laten leiden door de interpretatie Fryslân is coördinerend, tenzij. De reden hiervoor is dat vanwege de vervolgopvang het bestuurlijk zwaartepunt in de gemeente De Marne kwam te liggen. Gegeven deze situatie lijkt het wenselijk de operationele aansturing ook vanuit het ROT Groningen te laten zijn (immers dat zijn de reguliere kanalen). Dit vraagt wel om afstemming en samenwerking van het ROT Groningen met het ROT Fryslân. Aanbeveling 4 Het verdient aanbeveling om ook hier de (toekomstige) situatie leidend te laten zijn voor het bepalen waar het zwaartepunt van de coördinatie georganiseerd zou moeten worden en dienovereenkomstig zou het IBP Waddenzee hier wellicht op kunnen worden bezien. Van meer dan plaatselijke betekenis Tijdens de verkenning is sprake van een wadloopincident waarbij de aanlanding op zowel het vaste land (De Marne) als een eiland (Schiermonnikoog) heeft plaatsgevonden. Naar de letter van de wet veiligheidsregio’s (artikel 39, lid 1) is dus sprake van een situatie van meer dan plaatselijke betekenis. De wet geeft dan aan dat een RBT onder leiding van een voorzitter veiligheidsregio opgestart dient te worden. Tijdens de verkenning met het strategisch deel wordt aangegeven dat voor deze
Mei 2011 11/22
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
casuïstiek het bestuurlijk centrum in De Marne dient te liggen. Redenen hiervoor zijn gelegen in het feit dat het een redelijk overzichtelijk incident is (incident escaleert niet verder, groep van wadlopers is in aantal beperkt, homogene groep die om centrale opvang vraagt, crisiscommunicatie bij dit incident is zeer belangrijk). Aanbeveling 5 Verken bestuurlijk het begrip van meer dan plaatselijke betekening in de context van het IBP Waddenzee, zodat bij een feitelijk incident c.q. crisis – gegeven de met elkaar geformuleerde bestuurlijke uitgangspunten – vervolgens (snel) met gezond boeren verstand het zwaartepunt van coördinatie bepaald kan worden.
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
Mei 2011 12/22
3 Kernpunten bevolkingszorg algemeen In deze paragraaf gaan we in op twee leer- verbeterpunten bevolkingszorg algemeen. Op dit moment is nog duidelijk sprake van een overgangssituatie. De wet veiligheidsregio’s is weliswaar van kracht met daarin een betere verankering van bevolkingszorg, echter in de meeste veiligheidsregio’s is het werken met een team bevolkingszorg inclusief alle functionarissen zoals die in het project GROOT2 gedefinieerd zijn nog geen feit. Zowel in de veiligheidsregio Fryslân als Groningen is een bestuurlijk besluit aangaande bevolkingszorg genomen. Voor Fryslân geldt dat reeds in 2011 (regionale) expertteams cq. – poules worden geformeerd voor Algemeen Commandant Bevolkingszorg in het ROT, Sectiemedewerker Algemeen Commandant Bevolkingszorg in het ROT, Leidinggevende Team Bevolkingszorg, Hoofd taakorganisatie Communicatie en Hoofd taakorganisatie Informatie3. In Groningen is het bestuurlijk besluit genomen dat binnen 2 jaar expertteams zullen worden geformeerd. De bestuurlijke besluiten worden op dit moment in de respectievelijke veiligheidsregio’s verder uitgewerkt. Een verdergaande regionalisering op het vlak van bevolkingszorg zal daarmee worden gerealiseerd. Eenzelfde beeld regionalisering? En is het dan geregeld? Over wat er bij de regionalisering lokaal geregeld c.q. geborgd moet zijn voor zover het bevolkingszorg betreft lijken (tenminste) twee beelden te bestaan. Aan de ene kant bestaat het beeld dat je als gemeente ‘de eerste opvang zelf helemaal zult moeten doen totdat regionaal georganiseerde expertteams het overnemen’. Aan de andere kant bestaat het beeld dat een expertteam de opvang doet en dat je lokaal functionarissen zult moeten hebben die het mogelijk maken dat het expertteam in de betreffende gemeente zijn werk kan doen. Dit lijkt een subtiel verschil maar kan een nogal verschillende uitwerking hebben.
2 Landelijk project met als doel het opleiden, oefenen en trainen van de gemeentelijke crisisbeheersing op een hoger plan te tillen. Het project GROOT heeft o.m. geresulteerd in kwalificatieprofielen voor gemeentelijke crisisfunctionarissen. Zo zijn kwalificatieprofielen opgesteld – conform het Referentiekader Regionaal Crisisplan (RRCP) - voor de functies van Officier van Dienst Bevolkingszorg, Teamleider (in de oude situatie Hoofd Actiecentrum) , Hoofd taakorganisatie (in de oude situatie procesverantwoordelijke en lid GRMT) en Algemeen Commandant Bevolkingszorg (in de oude situatie Hoofd Sectie Gemeente ROT). 3 Conform oplegnotitie t.b.v. de vergadering van het Dagelijks Bestuur dd.02.12.10 inzake uitwerking van de Oranje Kolom inclusief begroting en jaarplan 2011.
Mei 2011 13/22
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
In het eerste geval zullen gemeenten opnieuw allerlei mensen aanwijzen voor de gemeentelijke processen. In het tweede geval worden slechts die sleutelfunctionarissen aangewezen die het mogelijk maken dat regionale expertteams aan het werk kunnen. Als deze beelden inderdaad naast elkaar bestaan lijkt het ons aanbevelenswaardig hier een eenduidig beeld van te maken. Aanbeveling 6 Toets of dezelfde beelden bestaan over de opstart van het eigen gemeentelijk personeel bij een incident: volledige bezetting of slechts sleutelfunctionarissen. Draag in ieder geval zorg dat het basisniveau van de functionarissen welke in het eerste uur een rol vervullen op orde is. Professionalisering bevolkingszorg op ROT-niveau Het tactisch niveau (ROT), actief bij een GRIP 2 incident of hoger, is de multidisciplinaire ‘spin-in-het-web’ voor rampenbestrijding en crisisbeheersing. Een goed functionerend ROT is gebaat bij professionele monodisciplinaire partners, die gegeven hun eigen monodisciplinaire verantwoordelijkheid weten wat zij multidisciplinair komen brengen en wat zij multidisciplinair moeten halen. We constateren tijdens de verkenning dat functionarissen onvoldoende zicht hebben op enerzijds de eigen rol, anderzijds de multidisciplinaire ROT-rol. Zoals in de inleiding gemeld was de spoeling ook dun, waardoor er nagenoeg geen functionarissen aanwezig waren met ROT-ervaring. Tegelijkertijd is bovenstaande constatering feitelijk niet nieuw. Immers dit is mede een aanleiding geweest voor de wetgever om bevolkingszorg nadrukkelijker te verankeren. Het tactisch niveau op het vlak van bevolkingszorg zal op korte termijn ‘een been moeten bij trekken’ om daadwerkelijk een volwaardige partner te kunnen zijn. Aanbeveling 7 Het verdient aanbeveling om het momentum te benutten. Met de wet veiligheidsregio’s als vliegwiel kan c.q. moet een professionalisering van bevolkingszorg op ROT-niveau worden doorgevoerd. Op bestuurlijk niveau zijn zowel in Fryslân als Groningen reeds de kaders bepaald. Het is nu zaak hier ook operationeel een gevolg aan te geven. Zowel de gemeenten als ook de hulpverleningsdienst Fryslân respectievelijk Groningen hebben hierin een verantwoordelijkheid.
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
Mei 2011 14/22
4 Tot slot Een crisis verloopt nooit volgens het boekje. De plannen en procedures en de hierin voorbedachte organisatiestructuur vormen een hulpmiddel om gegeven de crisissituatie continu de ‘first-things-first’ te bepalen en processen op te starten. Dit vraagt om functionarissen met een voldoende kennisniveau die met name flexibel en oplossingsgericht kunnen denken en handelen. Voor organisaties en professionals welke dagdagelijks met crises en crisisachtige situaties omgaan is het tonen van veerkracht een belangrijke succesfactor gebleken. Met de komst van de wet veiligheidsregio’s en het beter verankeren van bevolkingszorg zijn ook gemeenten op een punt gekomen waar zorgvuldig gekeken zal moeten worden wie waartoe in een crisissituatie competent is. Het verdient in ieder geval aanbeveling nadrukkelijk gemeentelijke functionarissen te rekruteren welke flexibel, oplossingsgericht en veerkrachtig zijn.
Mei 2011 15/22
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
Bijlage 1: Uitwerking acties, besluiten en overwegingen per niveau Startinformatie technisch
Mogelijke acties
Eerste opvang aan wal/eiland, dit is van primair belang. Daarvan afgeleid registratie op beide opvanglocaties organiseren. Afstemming tussen opvanglocatie wal, opvanglocatie eiland. Verkrijgen van informatie (via politie, GHOR, wadloopvereniging, hoofdgids) over aantallen. Verstrekken van informatie (zolang nog niet is opgeschaald, zal de politie de woordvoering doen). Opschalen noodzakelijk – ROT. Vanuit CoPI wordt verwacht dat ROT de coördinatie van de registratie en de coördinatie van de communicatie op zich neemt.
Structuur toepassen IPB Waddenzee. Vertrekpunt twee gemeenten, in twee provincies. ROT Fryslân coördinerend ROT.
Mei 2011 16/22
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
Startinformatie tactisch
Mogelijke acties Groep Wadlopers. Slachtoffers in ziekenhuizen. Getroffen lopers in twee opvanglocaties. Informatie opvragen via de opvangteams/leiding ter plaatse. Eventueel informatie verzamelen via het C-ROT Fryslân. Opvanglocaties beveiligen – in samenspraak met politie. Checken of medische zorg in opvanglocaties noodzakelijk is. Proces registreren opstarten. Informatie slachtoffers in ziekenhuizen – via GHOR. Informatie groep wadlopers, ook ter verificatie van de registratie via Hoofdgids c.q. wadloopvereniging. Begeleiders school. Politie kan hierin - waar nodig - helpende hand bieden. Ouders/verzorgers van groep wadlopers. Benaderen via school, informeren hiervan in afstemming/samenspraak met voorlichting. Bestuurlijke lijn bewandelen (ROT – CdK – Ambassade). Opvang ouders/verzorgers organiseren. Aandachtspunten: opvanglocatie met ‘eisen’, nl. een centrale opvangplek. Briefing ‘eigen’ functionarissen die rol hebben op opvanglocatie. Bestuur. Informeren. ‘Burgervader c.q. –moederrol’ : zichtbaarheid/betrokkenheid op opvanglocatie, ouders. Denk aan lijn CdK – Ambassade. Afstemming zoeken met ander ROT. Voorlichting. Informatie aan pers verstrekken. Pers in beginsel niet op opvanglocatie. Nazorg. Wanneer start nazorg en wat is exact ieders verantwoordelijkheid en bevoegdheid? Schade – verzekeringen.
Evaluatie incident.
Mei 2011 17/22
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
Startinformatie strategisch
Besluiten en overwegingen T.a.v. de te hanteren coördinatiestructuur Bestuurders zijn van mening dat vanwege overzichtelijkheid van het incident (geen escalatie, in aantal beperkt, homogene groep) een GRIP 3 toereikend is. Crisiscommunicatie is in dit incident cruciaal en mogelijk ook complex. Gemeente De Marne is m.n. vanwege de vervolgopvang als bestuurlijk coördinatie- en zwaartepunt aangewezen. Bestuurlijke afstemming is noodzakelijk met gemeente Schiermonnikoog (eerste opvang, burgemeester als burgervader inzetten) en voorzitter veiligheidsregio’s Groningen en Fryslân. Advisering en ondersteuning vanuit het ROT noodzakelijk. Gezien het feit dat het een wadloopincident is, zal er afstemming en wellicht een taakverdeling zijn tussen het ROT Fryslân en het ROT Groningen. In beginsel ondersteunt het ROT Groningen GBT De Marne. Opvallend is dat de gemeentelijk adviseurs van de gemeenten in Fryslân uiteindelijk op dezelfde coördinatiestructuur uitkomen, echter de aanvliegroute is een andere. Zij houden in beginsel strikt vast, conform IBP, aan een GRIP 4 om daarna vrij snel het bestuurlijk zwaartepunt neer te leggen in de gemeente De Marne. Woordvoering De burgemeester van De Marne wordt bestuurlijk aangewezen als woordvoerder. De communicatie richting betrokkenen (ouders/verzorgers) en pers zal vanuit het ROT Groningen en de voorlichter in het GBT De Marne worden voorbereid c.q. verzorgd. Burgemeester Schiermonnikoog kan wel rol als burgervader vervullen wat betreft de eerste opvang op Schiermonnikoog en richting de eigen hulpverleners. Wel zorg dragen voor afstemming. Nazorg Proactief nazorg invulling geven, in ieder geval niet vraaggestuurd. Regie hierop zetten. Ook vroegtijdig nadenken over consequenties hiervan voor gemeentelijke organisatie. Nazorg start al vrij vroeg gedurende het incident (o.m. het vroegtijdig borgen van de wijze van besluitvorming. Dit in het kader van latere evaluatieonderzoeken.) Nazorg omhelst ook het organiseren van een evaluatie. Gezien het incident vraagt dit om afstemming tussen gemeenten, veiligheidsregio’s, provincies.
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
Mei 2011 18/22
Bijlage 2: Deelnemerslijst Deelnemers 7 april ochtend Naam
Functie
Gemeente Ameland Luc van Tiggelen
Hoofd Opvang en Logistiek, Interne alarmering, Besmette waren
Gerrit de Boer
Hoofd Opvang en Verzorging, CRIB, Uitvaartzorg
Paul Kiewiet
Hoofd Nazorg, Milieu en Ondersteuning
André Douwe de Vries
Hoofd Actiecentrum CRIB, Opvang en Verzorging
Pedro Kooiker
Actiecentrum CRIB
Jacob Dijkstra
AOV-adviseur/Waarnemer
Willem Kiewiet
AOV-adviseur/Waarnemer
Gemeente De Marne Lisa Hink
Hoofd Actiecentrum Opvang en Verzorging
Willy Barsema
Hoofd Actiecentrum Registreren van Slachtoffers
Han Bos
Hoofd Actiecentrum Voorlichten en Communicatie
Tonny Bezema
Gemeentelijk Vertegenwoordiger CoPI
Marean Steentjes
AOV-adviseur/Waarnemer
Gemeente Dongeradeel Ton Stierhout
Gemeentesecretaris, Leidinggevende Team Bevolkingszorg
Gemeente Dantumadiel
Reinder Cuperus
AOV-adviseur/Waarnemer
Gemeente Dantumadiel
Klaas Akkerman
Manager Publiekszaken – Procesverantwoordelijke Publieke zorg (opvangen en verzorgen, primaire levensbehoeften, uitvaartverzorging)
Greet Hettema
Manager Bestuurs- en Managementondersteuning: Procesverantwoordelijke Communicatie (voorlichting, CRIB/verwanteninformatie)
Henrieke Veld
Manager Ontwikkeling – Procesverantwoordelijke Omgevingszorg (inzamelen besmette waren, milieubescherming)
Govert van Oudenaarden
Manager Gemeentewurk Dongeradeel en Dantumadiel – Procesverantwoordelijke Logistiek (nazorg, ondersteuning/logistiek, alarmering)
Dennis de Calonne
AOV-adviseur a.i./Waarnemer
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
Mei 2011 19/22 Gemeente Eemsmond (DEAL-gemeenten) Hans Veldhuis
Hoofd GCC
Tiny Smit
Hoofd Voorlichten en Communicatie
Jan Knip
Hoofd Opvang en Verzorging
Sascha Wieringa
Hoofd CRIB
Dirk Braaksma
OT-Sectie Gemeenten
Jan Hoekstra
Gemeentelijk Vertegenwoordiger CoPI
Wilma de Vries
AOV-adviseur/Waarnemer
Gemeente Schiermonnikoog Martje Huizing
Plv. Opvang en Verzorging
Mary Cortie
CRIB
Jacqueline Frijters
Voorlichting
Anneke Stamhuis
Plv. voorlichting
Kees Boer
AOV-adviseur/Waarnemers
Hulpverleningsdienst Fryslân Astrid van Breeden
Oranje Kolom – Fungerend coördinerend gemeentelijk functionaris/Waarnemer
Christiaan Verbruggen
Oranje Kolom – Medewerker Opleiden en Oefenen/Waarnemer
Deelnemers 7 april middag Naam
Functie
Gemeente Ameland Jacob Dijkstra
AOV-adviseur/Waarnemer
Gemeente De Marne Constance Schipper
Hoofd GCC
Bert ten Hoeve
Procesmanager OT Sectie Gemeenten
Arjan Dijkstra
Plv. procesmanager OT Sectie Gemeenten
Marean Steentjes
AOV-adviseur/Waarnemer
Gemeente Dongeradeel Dennis de Calonne
AOV-adviseur a.i./Waarnemer
Reinder Cuperus
AOV-adviseur/Waarnemer
Dantumadiel
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
Mei 2011 20/22
Gemeente Eemsmond (DEAL-gemeenten) Stoffer Klunger
Hoofd GCC
Tiny Smit
Hoofd Voorlichten en Communicatie
Jan Knip
Hoofd Opvang en Verzorging
Sascha Wieringa
Hoofd CRIB
Dirk Braaksma
OT-Sectie Gemeenten
Jan Hoekstra
Gemeentelijk Vertegenwoordiger CoPI
Wilma de Vries
AOV-adviseur/Waarnemer
Gemeente Schiermonnikoog Bob Boelens
Plv. Gemeentesecretaris
Kees Boer
AOV-adviseur/Waarnemers
Hulpverleningsdienst Fryslân Astrid van Breeden
Oranje Kolom/Waarnemer
Christiaan Verbruggen
Oranje Kolom – Medewerker Opleiden en Oefenen/Waarnemer
Deelnemers 8 april ochtend Naam
Functie
Gemeente Ameland Albert de Hoop
Burgemeester
Wil Bakema
Loco-burgemeester
Hans van Huffelen
Gemeentesecretaris
Jacob Dijkstra
AOV-adviseur
Gemeente De Marne Koos Wiersma
Burgemeester
Kor Berghuis
Loco-burgemeester
Klaas Sloots
Gemeentesecretaris
Tineke Veldhuis
Loco-gemeentesecretaris
Lucel Bont
Piketvoorlichter gemeentelijke kolom Groningen (regionaal)
Marean Steentjes
AOV-adviseur
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
Mei 2011 21/22 Gemeente Dongeradeel Marga Waanders
Burgemeester
Diny Pestman
Communicatieadviseur
Gerdien Snapper
AOV-adviseur
Dennis de Calonne
AOV-adviseur a.i./Waarnemer
Reinder Cuperus
AOV-adviseur/Waarnemer
Dantumadiel
Gemeente Eemsmond (DEAL-gemeenten) Marijke van Beek
Burgemeester
Willem Haarsma
Gemeentesecretaris
Wilma de Vries
AOV-adviseur/Waarnemer
Gemeente Schiermonnikoog Bert Korendijk
Loco-burgemeester
Simen Stamhuis
Gemeentesecretaris
Bob Boelens
Plv. Gemeentesecretaris
Jacqueline Frijters
Voorlichting
Kees Boer
AOV-adviseur/Waarnemers
Hulpverleningsdienst Fryslân Annegien De Vries
Oranje Kolom/Waarnemer
Trienke de Jong
Oranje Kolom/Waarnemer
Begeleiding 7 en 8 april Naam
Functie
Organisatie
Thomas Faber
Algehele regie Begeleider, tevens tegenspel als OL
Veiligheidsregio Groningen – Commandant Stad en Regio Groningen
Rien van de Ven
Tegenspel als OL, Waterfunctionaris
Waterfunctionaris/CRW Secretariaat
Ron Veenstra
Organisatie
CRW Secretariaat
Tjerk Elzinga
Tegenspel vanuit CoPI
Gemeente De Marne, Commandant brandweer
Bertruke Wein
Begeleider
Radboud Universiteit Nijmegen/ITS
Rob Willems
Begeleider
Radboud Universiteit Nijmegen/ITS
(Bestuurlijke) verkenning – Wadlopen en bevolkingszorg 7 en 8 april 2011
Mei 2011 22/22
Bijlage 3: Gebruikte afkortingen Afkorting
Omschrijving
AOV CdK CoPI CRIB C-GMK C-RBT C-ROT CRW DEAL GBT GCC GHOR GMK GRIP GRMT GROOT
Ambtenaar Openbare Veiligheid Commissaris van de Koningin Commando Plaats Incident Centraal Registratie en Inlichtingen Bureau Coördinerende GMK Coördinerend RBT Coördinerend ROT Coördinatieplan Rampenbestrijding Waddenzee Delfzijl, Eemsmond, Appingedam, Loppersum Gemeentelijk Beleidsteam Gemeentelijk Coördinatie Centrum Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeenschappelijke Meldkamer Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure Gemeentelijk Rampenmanagementteam Gemeentelijke Rampenbestrijdingsfuncties Opleiden Oefenen Trainen Landelijk project, gesubsideerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, waarbij het veld kwalificatieprofielen heeft ontwikkeld voor de gemeentelijke rampbestrijdings- en crisisbeheersingsfuncties Hulpverleningsdienst Fryslân Hulpverleningsdienst Groningen Incident Bestrijdingsplan Waddenzee Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij Operationeel Leider Regionaal Beleidsteam Regionaal Operationeel Team Referentiekader Regionaal Crisisplan Officier van Dienst Bevolkingszorg Wet veiligheidsregio’s
HvD Fryslân HvD Groningen IBP Waddenzee KNRM OL RBT ROT RRCP OvD-Bev WVR