Wachttijdvoorspellers: Met beleid toepassen
Ing. M.C.M. Kant (DTV Consultants)
Samenvatting In de afgelopen jaren zijn veel wegbeheerders overgegaan op wachttijdvoorspellers als sympathieke en fietsvriendelijke maatregel. Is het wel zo verstandig om grootschalig in te steken op wachttijdvoorspellers? Leiden wachttijdvoorspellers op een kruispunt niet juist tot een langere wachttijd voor fietsers? Welke fietsvriendelijke maatregelen geven fietsers prioriteit en welke zijn comfortverhogend? Is er niet een wildgroei ontstaan aan regeltechnische specials, zoals wachttijdvoorspellers? Wordt er nog wel voldoende aandacht geschonken aan een goed werkende verkeerslichtenregeling, of ligt de focus te veel op de regeltechnische specials? Zomaar een aantal vragen waar ik tijdens de presentatie nader op in zal gaan. Trefwoorden Wachttijdvoorspellers, fietsvriendelijke maatregelen, standaardisatie, verkeerskundig beheer.
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres, 6 november 2013
Wachttijdvoorspellers: Met beleid toepassen
Aanleiding In de afgelopen jaren zijn veel wegbeheerders overgegaan op wachttijdvoorspellers als sympathieke en fietsvriendelijke maatregel. Ik vind het onverstandig om grootschalig in te steken op wachttijdvoorspellers. Naar mijn mening leidt een wachttijdvoorspeller op een kruispunt zelfs tot een langere wachttijd voor de fietser en is het beter om er enigszins terughoudend in te zijn en eerder te kiezen voor andere, en vaak goedkopere, maatregelen die zorgen voor prioriteit of comfort van de fietser.
Een aantal voorbeelden van wachttijdvoorspellers Doel van de wachttijdvoorspeller Een wachttijdvoorspeller heeft tot doel om het (langzaam) verkeer te informeren over de registratie van een aanvraag (wachtsignaal) en de resterende wachttijd. In nagenoeg alle gevallen betreft het een wachttijdvoorspeller voor het langzaam verkeer. Toepassing van een wachttijdvoorspeller beoogt: het comfort van de wachtende te verbeteren; de roodlicht negatie te verminderen; en daarmee tevens de verkeersveiligheid te verhogen. Ik beperk mij in deze paper en de presentatie op het NVC alleen tot wachttijdvoorspellers voor fietsers. Wel is het zo dat er ook wachttijdvoorspellers zijn voor voetgangers en autoverkeer. De hypothese is dat als fietsers weten hoelang ze nog moeten wachten de verleiding minder groot is om door rood licht te fietsen. Een wachttijdvoorspeller is er dus niet voor de prioriteit, maar is een pure comfortmaatregel. Doel van de presentatie op het NVC Met mijn presentatie op het NVC wil ik de volgende doelen bereiken: 1. Kies bewuster voor het toepassen van wachttijdvoorspellers. 2. Meer standaardisatie in plaats van wildgroei. 3. Meer aandacht voor een goed werkend verkeersregelprogramma. Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres, 6 november 2013
Kies bewuster voor het toepassen van wachttijdvoorspellers In Nederland wordt in tegenstelling tot de rest van de wereld voertuigafhankelijk en aanvraag afhankelijk geregeld. Het streven hierbij is om zo min mogelijk te wachten voor niets en zo efficiënt mogelijk om te gaan met de groentijden op een kruispunt. Ook wordt in Nederland vaak conflictvrij geregeld en zijn er vele ingrepen, zoals prioriteit voor de bus, die invloed hebben op de duur van de cyclustijd. De exacte wachttijd is dus op voorhand nooit te voorspellen. Een betere term die regelmatig gebruikt wordt voor wachttijdvoorspellers is wachttijdschatters. De aansturing van de wachttijdvoorspeller wordt beïnvloed door alle speciale ingrepen in een verkeerslichtenregeling. Daarbij valt te denken aan de maximum groentijden, ingrepen van bussen of hulpdiensten, invloed van bruggen, file-ingrepen of koppelingen met andere kruispunten, etc. Al deze ingrepen maken het voor een programmeur lastig om een wachttijdvoorspeller geloofwaardig te laten functioneren. Op het ene kruispunt is het veel beter en te voorspellen dan op het andere kruispunt. Bij een goede voorspelling loopt de wachttijdvoorspeller veel gelijkmatiger af dan op het andere kruispunt. Op sommige kruispunten loopt de wachttijdvoorspeller het ene moment langzamer en het andere moment sneller. Ook komt het voor dat de wachttijdvoorspeller in eens dooft en het verkeerslicht voor de fietser op groen springt. Het zijn voorbeelden die de verkeersregeltechnici in Nederland tot in detail kunnen uitleggen en begrijpen. De weggebruikers en de lokale politici begrijpen het niet altijd. Die zien alleen maar iets nieuws dat weer niet (goed) werkt. Mijn stelling: Een slecht geprogrammeerde wachttijdvoorspeller werkt juist averechts. Hij is dan niet geloofwaardig en tast daardoor juist de verkeersveiligheid aan. Wat bij nagenoeg iedereen onbekend is, is het feit dat het gebruik van een wachttijdvoorspeller in veel gevallen tot een hogere wachttijd van alle verkeerssoorten leidt, waaronder ook de fietser zelf. De Nederlandse regelingen zijn zo flexibel dat beslissingen in tienden van seconden worden genomen. Als er ruimte is in de regeling voor een extra realisatie moet het niet zo zijn dat deze realisatie een paar seconden wordt uitgesteld of zelfs wordt afgesteld omdat de wachttijdvoorspeller eerst nog moet aflopen. Ook zorgen wachttijdvoorspellers er voor dat prioriteitsingrepen tijdelijk niet mogelijk zijn, omdat in eens de fietser voorrang moet krijgen. Het doel van mijn presentatie is dat wegbeheerders zich bewust zijn van de beperkingen van een wachttijdvoorspeller en met die wetenschap een betere keuze maken bij het toepassen van wachttijdvoorspellers op een kruispunt. Bewuster toepassen bespaard niet alleen geld op aanleg en onderhoud, maar zorgt er ook voor dat er geen ongeloofwaardige situaties ontstaan op locaties die zich minder goed lenen.
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres, 6 november 2013
In de presentatie geef ik handvatten voor het keuzeproces. Ik denk aan de volgende stappen: 1. Wat is het langzaam verkeersbeleid van de wegbeheerder en ligt dat vast in een nota? Welke doelen wil de wegbeheerder bereiken voor de afzonderlijke fietsrichtingen op een kruispunt. Hierbij onderscheidt te maken in bijvoorbeeld primaire (hoofdfietsroutes) en secundaire fietsroutes. Een kwaliteitsindicator waarop vaak wordt getoetst zijn de wachttijden, waarbij opgemerkt moet worden dat andere vervoerwijzen ook een zo kort mogelijke wachttijd willen. 2. Welke fietsvriendelijke maatregelen moeten “standaard” gerealiseerd worden voordat gekozen wordt voor een wachttijdvoorspeller? 3. Geef prioriteit voor een hoofdfietsroute als deze een secundaire autoroute kruist en dit dus geen knelpunten oplevert voor het overige verkeer. 4. Welke ingrepen zijn op het kruispunt van toepassing (koppeling met andere kruispunten, openbaar vervoer, hulpdiensten, brug, en dergelijke)? Onderliggende vraag hierbij: Is een wachttijdvoorspeller betrouwbaar en geloofwaardig aan te sturen? 5. Keuze voor al dan niet toepassen van wachttijdvoorspeller? a. In principe gewoon als standaard maatregel? b. Bijvoorbeeld alleen op locaties waar de wachttijd naar verwachting te hoog is als “doekje voor het bloeden”? c. Alleen toepassen als de wachttijd relatief goed te voorspellen is en de cyclustijd niet te veel fluctueert, in alle andere gevallen de fietser alleen melden dat zijn aanvraag is ontvangen en wordt afgehandeld (diverse mogelijkheden). d. Alleen toepassen als de wachttijd gevoelsmatig hoog is en de fietser een andere verwachting zou mogen hebben.
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres, 6 november 2013
Ook geef ik tijdens de presentatie een overzicht van fietsvriendelijke maatregelen bij verkeersregelinstallaties, waarbij een opsomming is gegeven van prioriteitsmaatregelen en comfortverhogende maatregelen. Categorie
Maatregelen
1. Prioriteit
1. fietstunnel 2. alternatieve realisatiemogelijkheid eventueel met hoge wegingsfactor eventueel niet obv langstwachtende principe 3. twee primaire realisaties per cyclus eventueel op specifieke tijdstippen eventueel obv intensiteiten eventueel obv actuele kruispuntbelasting eventueel weer-gerelateerd (regensensor) 4. groene golf voor fietsers 5. haakse fietskoppeling 6. “slimme” fasevolgorde 7. alle fietsers tegelijk groen 8. wachttijdcriterium bij ingrepen (bijvoorbeeld busingreep) 9. file-ingreep auto’s 10. optimale regeling met een korte cyclustijd niet te hoge maximum groentijden adaptieve groentijden deelconflicten / minder fasen
2. Comfortverhogend
1. onderlicht 2. drukknop + mast 3. waitsignalering / terugmelding bij drukknoppen 4. lus bij de stopstreep 5. lus op afstand 6. richtinggevoelige detectielussen op twee richtingen fietspaden 7. intrekken aanvraag vanwege roodlichtrijders 8. wachtstand groen 9. meeverlengen (maximaal of specifiek) 10. mee-aanvraag fiets met parallelle voetganger 11. mee-aanvragen fiets met tegenoverliggende fiets, of fiets met auto 12. aanvraagfunctie op lus op afstand indien direct groen 13. wachttijdvoorspellers 14. apart fietslicht voor linksaf (diagonaal schuin oversteken) 15. rechtsaf vrij voor fietsers (al dan niet met verschijnbord) 16. evergreen
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres, 6 november 2013
Meer standaardisatie in plaats van wildgroei Een andere doelstelling van mijn presentatie is om te komen tot meer standaardisatie van regeltechnische specials. Daarbij wil ik beginnen met en me beperken tot de wachttijdvoorspeller. Er zijn diverse verschijningsvormen van wachttijdvoorspellers waardoor weggebruikers op hun route meerdere varianten kunnen tegenkomen. Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende vormen en moeten we niet meer naar standaardoplossingen? Tijdens het NVC wil ik daar nader op ingaan.
Verschillende verschijningsvormen De softwarematige aansturing wordt door verschillende programmeurs gemaakt. Een regeling kan door een fabrikant gemaakt worden, door een adviesbureau, door een ZZP’er of door een medewerker van een willekeurige wegbeheerder. In de meeste gevallen heeft daarbij iedere programmeur zijn eigen standaards en ideeën die op zich allemaal voldoen aan de functionele beschrijving van de werking van een wachttijdvoorspeller. Toch blijkt dat wachttijdvoorspeller op het ene kruispunt anders functioneert dan op het andere kruispunt. Dit wordt vaak als ongeloofwaardig gezien. In de presentatie wil ik een aantal voorbeelden benoemen hoe er zoal met wachttijdvoorspellers wordt omgegaan: Versnellen of vertragen van de wachttijdvoorspeller; Adaptieve groentijden, versus hoge maximum groentijden; Alternatieve realisatie, doven of juist versneld aflopen; Aansturing op basis van drukknop, lus of mee-aanvraag; Busingreep: wanneer wel, wanneer niet. Begrijpt weggebruiker dat ledje halteert of dat er het woord bus komt te staan. Ik hoop dat het publiek met mij onderkent dat na het bewust maken van een keuze voor de wachttijdvoorspeller het goed is dat zaken meer gestandaardiseerd worden.
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres, 6 november 2013
Meer aandacht voor een goed werkend verkeersregelprogramma Een laatste doelstelling van mijn presentatie is om meer aandacht te vragen voor het zo optimaal mogelijk instellen van verkeerslichtenregelingen en een goed verkeerskundig beheer ervan. Vanwege het toepassen van vele regeltechnische specials (zoals de wachttijdvoorspeller) en vernieuwingen is mijn stelling dat de aandacht regelmatig verschuift naar het goed programmeren en controleren van deze specials in plaats van een goed verkeersregeltechnisch ontwerp van de regeling en de bijbehorende instellingen. Om regelingen snel en efficiënt te kunnen programmeren wordt gebruik gemaakt van generatoren, waarbij standaardinstellingen gegenereerd worden. De regelingen zitten tegenwoordig vol met honderden en soms duizenden parameters en instellingen waar vaak onvoldoende specifiek over nagedacht is en die nooit meer op straat bijgesteld worden. En juist daar is winst te halen door vooraf goed na te denken over de beste instellingen voor het specifieke kruispunt. En ook door goed verkeerskundig beheer uit te voeren (zijn de beste instellingen nog steeds de beste?). Periodiek controleren op de juiste werking is belangrijk! Dat betekent dat er budget moet zijn voor het uitvoeren van verkeerskundig beheer. Mijn stelling: Een optimaal ingestelde verkeerslichtenregeling nodigt niet uit om door rood te rijden.
Opgesteld door: ing. M.C.M. Kant, DTV Consultants d.d. 8 augustus 2013
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres, 6 november 2013