Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Biochemie en Botechnologie binnen de Universiteit Antwerpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Over Biochemie en Biotechnologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Doelgroep en toelatingsvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Loopbaanperspectieven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Studieprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Opleidingsonderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Studeren in het buitenland. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Onderwijs en examens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Studiebegeleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Nuttige websites. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Meer info?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Colofon Redactie Vormgeving Fotografie
Departement Communicatie, dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding en de faculteiten. Departement Communicatie Jan Crab
Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het aanbod van opleidingsonderdelen van de verschillende studierichtingen enigszins afwijkt van de informatie in deze brochure. 1|
|2
Voorwoord Welkom bij de Universiteit Antwerpen. Je hebt de weg naar onze universiteit gevonden en je wilt meer informatie over onze instelling en onze studierichtingen. Misschien is dit je eerste kennismaking met de Universiteit Antwerpen. Misschien vond je reeds enkele jaren geleden de weg naar onze universiteit en heb je hier je bacheloropleiding voltooid. In elk geval word je masterstudent en wil je informatie over de masteropleidingen die wij aanbieden. Dit boekje helpt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 14 000 studenten. Binnen de Associatie Hogescholen & Universiteit Antwerpen werkt ze nauw samen met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote-Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Onze universiteit stelt alles in het werk om je studieperiode zo aangenaam mogelijk te maken en de kwaliteit van de opleidingen op topniveau te houden. Daarom worden onze opleidingen geregeld bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. ‘Leren is leven’ is de slogan van de Universiteit Antwerpen. Niet zomaar een leuze, want wij maken werk van een goed evenwicht tussen leren en leven. Met ‘kennen’ ben je niets zonder het ‘kunnen’. De link tussen leren en leven is hier voelbaar aanwezig. Als je naar een van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. We nodigen je alvast uit op onze infodagen (zaterdag 19 maart en 30 april 2011) of op de infomarkt (woensdag 14 september 2011). Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
3|
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? Studentgerichtheid De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, wat een vlotte interactie mogelijk maakt. Dankzij de kleine afstand tussen studenten en docenten kun je bij je profs terecht met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. Dat biedt nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten.
Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen aan, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd echter reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende s amenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De BaMa-structuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd.
Infrastructuur Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kan surfen. De laatste jaren werd ook op grote schaal geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met meer dan 14 000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum Middelheim en aan het Nachtegalenpark. Studeer je op de campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van
|4
de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. De opleiding Biochemie en Biotechnologie is gesitueerd op campus Groenenborger.
Vorming De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook een brede vorming. Jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, en bij personeel en studenten.
Antwerpen Je kiest natuurlijk ook voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is niet alleen een universiteitsstad: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken. Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen schreef oud-student Pieter Embrechts het lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A”!
Biochemie en Biotechnologie binnen de Universiteit Antwerpen Dat de biochemie in brede zin de basis vormt voor de ontwikkelingen in de b iotechnologie en de ‘genetische manipulaties’ is evident. Het domein is echter zo breed en vergt gespecialiseerde technieken waardoor taakverdeling en specialisatie noodzakelijk worden. Onze opleiding sluit onmiddellijk aan bij de meest recente ontwikkelingen in genoom- en proteoomanalyse, de bio-informatica en de computermodellering. Naast een grondige theoretische vorming krijg je ook een degelijk praktische opleiding zowel in het laboratiorium als op de computer. Een degelijk programma, actief onderwijs, vlot contact tussen academisch personeel en studenten kenmerken de opleiding Biochemie en Biotechnologie aan de Universiteit Antwerpen. De master opleiding Biochemie & Biotechnologie heeft als afstudeerrichting Moleculaire en Cellulaire Genbiotechnologie. Als voorbereiding op een specifiek beroep kan je binnen deze afstudeerrichting kiezen uit drie opties.
5|
Als je kiest voor de optie onderzoek dan ben je geïnteresseerd in een loopbaan in het wetenschappelijk onderzoek. Je opleiding is er op gericht om problemen in verband met biochemisch gedrag van levende organismen autonoom aan te pakken en op te lossen. Kies je voor de optie onderwijs dan krijg je, naast een degelijke wetenschappelijke opleiding, een lerarenopleiding die overeenkomt met 30 studiepunten. In de optie ondernemerschap krijg je dan weer een equivalent van 30 studiepunten opleiding in beleid, management en ondernemerschap.
Over Biochemie en Biotechnologie Biochemie is de basiswetenschap die een verklaring van het leven op moleculair-biologisch niveau probeert te geven. De chemische reacties die bij een bepaald biologisch verschijnsel horen worden onderzocht tot op moleculair niveau. Door het b egrijpen van deze verschijnselen op het microniveau, kunnen verschijnselen op het macroniveau (bijvoorbeeld cel-weefsel-organisme niveau) verklaard worden. Deze studie is toegespitst op o.a. de overdracht van genetische informatie, de organisatie van de energiehuishouding, het bepalen en onderhouden van structuur, het tot stand brengen van levensverrichtingen, …. Biotechnologie houdt zich bezig met de technieken om de fundamenteel biochemische kennis te gebruiken voor praktische doeleinden en is een heel breed terrein dat zich uitstrekt van kaasmaken tot high-tech laboratoriumwerk. Een onderdeel van de biotechnologie dat tegenwoordig in de aandacht staat is de genetische manipulatie en de implicaties hiervan op het proteoom. Waarom Biochemie en Biotechnologie studeren? Ben je geïnteresseerd in biologische fenomenen op moleculair niveau? Heb je belangstelling voor de creatie van nieuwe moleculen met biologische relevantie? Heb je interesse in de toepassing van deze kennis in de praktijk? Biochemie is een wetenschap die zich situeert op het grensgebied van de biologie, de chemie en de fysica. Je bent bijgevolg ook in al deze gebieden geïnteresseerd en je wilt deze wetenschappen met elkaar combineren.
|6
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden Je kiest deze opleiding vanuit een belangstelling voor de biologie en chemie van het l even, de organismen en hun cellen. Je vindt de moleculaire architectuur en functie van de cel, de informatieoverdracht tussen cellen fascinerend. Rechtstreekse instroom: - Bachelor in de Biochemie en Biotechnologie Rechstreekse instroom, mits volgen van aangepaste keuzevakken: - Bachelor in de Biologie - Bachelor in de Biomedische Wetenschappen - Bachelor in de Toegepaste Biologische Wetenschappen, Afstudeerrichting Cel en Genbiotechnologie
Loopbaanperspectieven Een belangrijke tewerkstellingspool is het fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek aan de universiteit en onderzoeks- en ontwikkelingscentra, navorsings- en ontwikkelingswerk in de farmaceutische en de bio-industrie, het onderwijs (secundair en hoger) en andere functies buiten het eigen vakgebied. Ook in de gezondheidssector en in de medische laboratoria werken biochemici/biotechnologen. Gezien het niveau van specialisatie bereiden de meeste afgestudeerde biochemici/ biotechnologen een doctoraat voor. Nadien blijven een aantal bedrijvig in het wetenschappelijk onderzoek. Anderen vinden een job in de biotechnologische of f armaceutische industrie, of elders in het bedrijfsleven. De getuigschriften taalvaardigheid, bedrijfskunde, de doctoraatsopleiding en de voortgezette opleidingen bieden voldoende mogelijkheden om de horizon te verbreden als aanvulling op de gespecialiseerde studie die de Biochemie en Biotechnologie is.
7|
Studieprogramma Master 1 Afstudeerrichting Moleculaire en Cellulaire Genbiotechnologie Algemene stam Bioethiek
3
Gen- en genoomtechnologie
6
Eiwittechnologie en proteoomanalyse
6
Systeemfysiologie
6
Functionele genoomanalyse
3
Functionele proteoomanalyse
3
Biotechnologie
3
Industriële microbiologie en biotechnologie
3
Afstudeervakken optie onderzoek Ruimtelijke structuren van eiwitten
3
Ontwikkelingsbiologie van modelorganismen
4
Octrooien en innovatie
4
Keuzevakken *
16
Afstudeervakken optie onderwijs Inleiding in de onderwijskunde
3
Didactiek natuurwetenschappen
3
Didactiek uitbreidingsmodule (Biologie of chemie)
3
Oefenlessen Leerlingenbegeleiding- trends en ontwikkelingen Inleefstage
3 3 3
Keuzevakken *
9
Afstudeervakken optie ondernemerschap
|8
Communicatie
6
Management van een organisatie
6
Financieel management en juridische aspecten
6
Keuzevakken *
9
TOTAAL
60
Master 2 Afstudeerrichting Moleculaire en Cellulaire Genbiotechnologie Algemene stam Stage
12
Masterproef
30
Afstudeervakken optie onderzoek Capita selecta moleculaire en cellulaire genbiotechnologie
6
Keuzevakken *
12
Afstudeervakken optie onderwijs Onderwijsorganisatie en –beleid
3
Keuzevak onderwijs
6
Instapstage
3
Keuzevakken *
6
Afstudeervakken optie ondernemerschap Innovatie en entrepreneurship
6
Procesmanagement en kwaliteitszorg
6
Keuzevakken *
6
TOTAAL
60
9|
Keuzevakken (*) De opleiding Biochemie en Biotechnologie organiseert zelf verschillende keuzevakken. Keuzemodules kunnen echter ook gekozen worden uit andere masteropleidingen zolang ze voldoen aan de criteria van de master Biochemie en Biotechnologie. Ze dienen daarom ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de onderwijscommissie. Overzicht keuzevakken
| 10
Laboratory Animal Science
12
Neurogenetica
4
Genetische epidemiologie
4
Moleculaire immunologie
4
Moleculaire biofysica
4
Toegepaste bio-informatica
4
Advanced Molecular Neurosciences
4
Toegepaste celbiologie
4
Moleculaire neuropathologie
4
Plantenbiochemie
3
Plant-microbe interacties
3
De plant als systeem
6
Plant Physiology and Functional Morphology
6
Gevorderde LC-MS technieken
3
opleidingsonderdelen Master 1 Afstudeerrichting Moleculaire en Cellulaire Genbiotechnologie Bio-ethiek Bio-ethiek duidt op de filosofische studie van de ethische problemen en vraagstukken die ontstaan door de ontwikkeling en toepassing van biomedische/-technologische wetenschappen. Het is een relatief jonge academische discipline die voornamelijk gestuwd werd door tal van maatschappelijk problemen teweeggebracht door de enorme vooruitgang in de geneeskunde en biowetenschappen vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw (dergelijke problemen omvatten onder meer nieuwe en complexe ethische vraagstukken rond menselijke ingrijpen in het leven; verschuivingen in de vermeende grens tussen leven en dood; de morele waarde van een levende persoon versus die van een nietpersoon; de economische implicaties van levensverlengde handelingen, enz). Aan de hand van verschillende casussen behandelen we in deze inleidende cursus actuele ethische vraagstukken binnen de klinische medische praktijk en biomedisch onderzoek. We gaan ook in op enkele ruimere vragen betreffende de morele status van dieren in termen van wetenschappelijk onderzoek, de implicaties van huidige R&D trends op het welzijn van kwetsbare populaties, en de invloed van creationistisch denken op bio-ethische debatten. Een grondige benadering van dergelijke vraagstukken vereist dat men verschillende ethische perspectieven kan onderscheiden en tegen elkaar afwegen. De cursus heeft tot doel verschillende theoretische argumentatiekaders en argumentatiemethodes aan te reiken die bruikbaar zijn voor het ontleden en evalueren van bio-ethische controverses. Gen- en genoomtechnologie Deze cursus heeft als doel het verwerven van methoden en beschikbare werkmiddelen van de recombinant DNA technologie. Je leert protocols raadplegen en raakt vertrouwd met wetenschappelijke literatuur rond gentechnologie. De cursus wordt jaarlijks aangepast aan de meest recente technologie met betrekking tot kloneringstechnieken (kloneringsen expressievectoren), PCR- en labellingstechnieken; genomische en e xpressiebanken (array-technologie), opstellen van genetische en fysische kaarten van complexe genomen, strategieën voor positionele en functionele klonering, voorbeelden van “in silico cloning” aan de hand van genoomprojecten, mutatie-detectiemethoden, principes voor genetische modificatie (transgenese, gene-targetting, gene-silencing), analyse van eukaryotische genen in celkulturen en modelorganismen. Eiwittechnologie en proteoomanalyse De theorie zal uiteengezet en nadien experimenteel toegepast worden. In een eerste deel zal de aandacht vooral gaan naar de studie van eiwitten: • Chemische modificatie van eiwitten: bv. (i) chemische wijziging op de aminozuren cysteïne en lysine door vinylpyridilatie en modificatie met maleïnezuur anhydride; (ii) 11 |
• • • • • • • • •
biotinilatie van eiwitten Zuivering van eiwitmengsels met beperkte complexiteit door ionenuitwisseling- en omgekeerde fase chromatografie. Controle van de zuiverheid door SDS-PAGE Strategiëen voor het klieven van eiwitten in peptide mengsels Scheiden van peptide mengsels met beperkte complexiteit via omgekeerde fase chromatografie N-terminale sequentiebepaling van eiwitten en peptiden door Edman afbraak. Voorbeelden van affiniteitschromatografie In een tweede deel wordt in een aantal hoorcolleges de Proteoomanalyse sensu strictu uiteengezet, waarbij vooral aandacht zal gaan naar Scheidingstechnieken van complexe eiwitmengsels op basis van gelelectroforese of chromatografie Identificatietechnieken op basis van massaspectrometrie. Bespreking van verschillende strategiëen voor de vergelijking van eiwitprofielen.
Dit theoretische gedeelte wordt gevolgd door een praktisch gedeelte dat zowel laboratoriumwerk (staal voorbereiding en 2D-gelelectroforese) als demonstraties (2D-microcapillaire chromatografie en massaspectrometrie) omvat. Systeemfysiologie Voortbouwend op de algemene kennis van anatomie (bouwplannen biologie en cellen en weefsels Ba1), zal de structuur van de besproken organen, nodig voor het begrijpen van de functie, kort worden toegelicht. De cursus systeemfysiologie van circulatie, long, nier en endocrinologie is erop gericht de student een inzicht te geven in de werking van deze orgaansystemen als dusdanig en in hun geïntegreerde rol in de homeostase van het organisme (bij hogere vertebraten). Functionele genoomanalyse Structurele genoomanalyse Genoomcomplexiteit, en –structuur met nadruk op humaan genoom, in kaart brengen en sequentiebepaling van grote genomen, DNA-herschikkingen in mensgenoom, functionele annotatie van genoomsequenties in functie van transcriptie, transcriptieregulatie, DNAreplicatie en evolutie. Comparatieve genoomanalyse Definitie en toepassingen, genfamilies, synteny mapping en functionele gen-annotatie. Functionele genoomanalyse Transcriptoomanalyse, comprehensive mutant libraries.
| 12
Biotechnologie - Industriële microbiologie Biotechnologie omvat de toepassingen dewelke gebruik maken van biologische s ystemen en organismen teneinde produkten en processen te creëren en/of te modificeren voor welbepaalde doeleinden. Gezien de diversiteit en dynamiek van de biotechnologie zal er, in een eerste deel, aandacht besteed worden aan de verschillende biotechnologische aspecten en toepassingen in: de landbouw; voeding, farmaceutische sector, gentherapie, immunologie en geneeskunde. Tevens zal er aandacht geschonken worden aan te verwachten ontwikkelingen binnen de biotechnologie. In een tweede deel zullen vooral industriële implementaties worden besproken met volgende aspecten: overzicht van de meest gebruikte (micro)organismen inclusief genetisch gemodificeerden, upstream en downstream processing (fermentatie, celbreking, zuiveringstechnieken en formulering), Current Good Manufacturing Practices (cGMP), bioveiligheid en regelgeving, patentering en kostprijsanalyse. Een industriële ‘case’-studie uit verschillende bedrijfssectoren, zoals de farmacie, voeding, fijn chemie en bioremediatie zal besproken worden, waarbij de hierboven vermelde aspecten aan bod komen. In het bijzonder zal worden ingegaan op het hoe en waarom van de gevolgde strategieën, de keuze van de microörganismen, de gebruikte technieken en instrumentatie. Afstudeervakken optie Onderzoek Ruimtelijke structuren van eiwitten Tijdens deze cursus krijg je een overzicht en vergelijking van methoden van biologische moleculaire structuuranalyse door middel van radiatie.(microscopie, spectroscopie, diffractie..). We bekijken onder andere de kristallografische structuuranalyse van biologische macromoleculen, kernmagnetische resonantiemethoden en gebruiken vooral voorbeelden uit proteïne- en nucleïnezuur systemen, biochemische processen en enzymologie die het gebruik van de informatie bekomen vanuit deze methoden illustreren. Ontwikkelingsbiologie van modelorganismen Deze cursus zal gegeven worden door gastdocenten die expert zijn in het gebruik van verschillende modelsystemen zoals C. elegans, Drosophila, gist, Arabidopsis, Xenopus en muis. Voor elk model zal een algemene inleiding gegeven worden over de ontwikkeling (morphogenese, specialisatie en determinatie) en de gebruikte technieken (kweek, identificatie van genen en eiwitten, etc). Daarnaast zal elke docent ingaan op meer details van het gebruik van deze modellen om specifieke aspecten te bestuderen zoals neurodegeneratie in C. elegans, Drosophila en muis, mentale retardatie in Drosophila, celdeling in Arabidopsis, voedselsensing in gist en andere.
13 |
Octrooien en innovatie De inhoud kan samengevat worden in 5 hoofdstukken, nl.: 1. ‘Innovatie en Intellectuele eigendomsrechten’: wat en waarom? 2. ‘Patenten of Octrooien’: historiek, wat is een patent, wat is een uitvinding, criteria voor het verkrijgen en toekennen van een octrooi, inhoud en publicatie van octrooien, verdragen: het Europees Octrooiverdrag en de PCT, prioriteit, verschillen tussen Europa en de V.S. mbt octrooien, octrooien op biologisch materiaal, informatie over octrooien, beschermingsduur, uitvinder en aanvrager, oppositie voeren, kosten... 3. ‘Octrooien en informatie’: op zoek in octrooidatabanken 4. ‘Gebruik van octrooien en overeenkomsten’: inbreuk, licenties, confidentialiteitsovereenkomsten, materiaal transfer overeenkomsten, R& D overeenkomsten... 5. ‘Innovatie & Start-ups’: algemene principes, de actoren, aandelen, raad van bestuur, dagelijkse leiding, investeerders, kapitaalsverhoging, biotech start-up (voorbeelden)... Afstudeervakken optie Onderwijs Inleiding in de onderwijskunde Volgende topics komen aan bod: 1. De onderwijsopdracht: basiscompetenties, onderwijsvisie, didactisch referentiekader, stappenplan. 2. Lesvoorbereiding: beginsituatie, didactische principes, doelstellingen, leerinhouden, werkvormen, groeperingsvormen, media, evaluatie 3. De leerling en de klas: leerprocessen, tieners, intelligentie, motivatie, faalangst, klasklimaat, sociometrie, ordeproblemen, pesten, participatie 4. De leraar en de school: leiderschap, beroepsbeelden, loopbaanfasen, schoolculturen 5. Ervaringen uit de inleefstage Didactiek Natuurwetenschappen De basismodule Didactiek Natuurwetenschappen tezamen met een uitbreidingsmodule Vakdidactiek Biologie, Chemie of Fysica vormt één geheel. Hierbij wordt, vanuit een spiraalvormige ordening van leerinhouden, gewerkt aan de nodige competenties om op een didactisch verantwoorde wijze een les (natuur)wetenschappen voor te bereiden en te geven. Vandaar dat sommige competenties, alsmede de inhouden die daaraan gekoppeld worden, aan bod komen in beide modules. De uitbreidingsmodules zorgen echter voor de nodige verdieping en verbreding binnen een specifieke vakdidactiek. Leren wordt in beide modules steeds gezien als het actief verwerken van aangeboden informatie tot nieuwe kennis, en dit op basis van voorkennis. De implicaties van deze visie voor het onderwijs van exacte vakken loopt als een rode draad doorheen de diverse onderdelen van cursus. Aangezien het ontwikkelen van vaardigheden als één van de belangrijkste doelstellingen van de module gezien wordt, wordt tijdens de lessen van de studenten een actieve inbreng | 14
verwacht: leesopdrachten voor thuis, werken aan opdrachten in kleinere groepen, vaardigheidsoefeningen, deelname aan groepsdiscussies, …. Didactiek uitbreidingsmodule Biologie Zie idactiek Natuurwetenschappen. Didactiek uitbreidingsmodule Chemie Zie didactiek Natuurwetenschappen. Oefenlessen De oefenlessen sluiten aan bij de vakdidactiek die de student gekozen heeft. Ze worden begeleid door de vakdidacticus en de praktijkassistent(en). Voor studenten die kiezen voor meerdere vakdidactieken worden de oefenlessen verdeeld over de vakdidactieken. In deze vakbeschrijving worden alleen de belangrijkste principes beschreven. Voor meer gedetailleerde schikkingen verwijzen we naar de Wegwijzer Oefenlessen, die bij het begin van het academiejaar beschikbaar zal zijn. Oefenlessen verwijzen naar lessen die studenten aan de universiteit aan medestudenten of leerlingen secundair onderwijs geven. Deze lessen moeten voorbereid worden en worden achteraf besproken. Studenten wonen ook de lessen van collega-studenten bij en nemen actief deel aan de bespreking. De aanwezigheid en een actieve inbreng van de studenten is dus vereist, zowel wanneer ze zelf les geven als wanneer collega-studenten les geven. Studenten leren gericht observeren, reflecteren en hun bevindingen achteraf structureren (bv. in een logboek). De concrete invulling van dit opleidingsonderdeel en de gebruikte methodieken zijn aangepast aan de gekozen vakdidactiek(en): geven van volledige lessen of mini-lessen en/of inoefenen van deelvaardigheden, individueel en/of in groep les geven, ... Leerlingbegeleiding – trends en ontwikkelingen Volgende topics worden behandeld: 1. Het terrein van de leerlingenbegeleiding: - Socio-emotionele begeleiding ‘leren leven’ - Studiekeuzebegeleiding ‘leren kiezen’ - Leerbegeleiding ‘leren leren’ - Partners in de zorg om leerlingen: het drie lijnen model en het zorgbeleid van de school 2. Gesprekstechnieken: actief luisteren, soorten gesprekken 3. GON/Inclusief onderwijs en multidisciplinair overleg 4. Leerlingen met specifieke zorgen: diagnosestelling en handelingsplan
15 |
Inleefstage In deze vakbeschrijving worden alleen de belangrijkste principes beschreven. Voor meer gedetailleerde schikkingen verwijzen we naar de Wegwijzer Inleefstage, die bij het begin van het academiejaar beschikbaar zal zijn. Tijdens de inleefstage maken de studenten kennis met een breed spectrum van activiteiten, inherent aan het leraarsberoep. Naast observatie van het lesgeven (microniveau) gaat aandacht naar activiteiten op het niveau van de school (mesoniveau) en hoe de school als organisatie omgaat met richtlijnen van de overheid (macroniveau). Wanneer de studenten lessen observeren, is de invalshoek niet zozeer die van de eigen discipline, maar ligt de klemtoon op het opmerken van de interactie tussen leraar en leerlingen, van de leefwereld van de adolescent, van het hanteren van activerende werkvormen. Activiteiten op schoolniveau betreffen onder meer deelname aan vak(overschrijdend) overleg, toezicht op de speelplaats, bijwonen van een klassenraad of oudercontact. De studenten bestuderen ook de schoolcontext via bv. het schoolwerkplan, het beleid dat de school voert inzake leerlingenbegeleiding, het participatiebeleid van de school, enz. en dit vanuit de decretale richtlijnen terzake. Studenten doorlopen hun inleefstage in minstens twee scholen, in minstens twee onderwijsvormen (aso/kso/tso/bso) en bij voorkeur in verschillende netten. De meerwaarde van de inleefstage ligt in de ervaringen die studenten opdoen in voor hen minder bekende onderwijs- en leersettings en waardoor ze hun blik verruimen. Studenten lopen daarom geen inleefstage in een school waar ze zelf onderwijs genoten. Afstudeervakken optie Ondernemerschap Strategische Bedrijfscommunicatie Het vak ‘Communicatie in Bedrijf’ bestaat uit drie componenten die samen een inleiding vormen op de verschillende deeldomeinen van professionele communicatie in een organisatorische (bedrijfs)context. Bij elk van de componenten is er aandacht voor zowel praktische vaardigheden en toepassingen, als voor theoretische onderbouw. Bij de uitwerking is gekozen voor een modulaire aanpak: niet de volledigheid staat centraal, wel een meer diepgaande uitwerking van een aantal representatieve communicatiethema’s. Op die manier maken de studenten grondig kennis met onderwerpen die relevant zijn voor biomedici die op het niveau van het middenmanagement werkzaam zijn in een (middel)grote organisaties. Managementcommunicatie Managers moeten op een strategische manier allerlei verschillende (bedrijfs)processen aansturen, zowel intern als extern. In het onderdeel managementcommunicatie bespreken we aan de hand van casussen op welke manier een bedrijf communicatie inzet als managementinstrument. Bij de bespreking van specifieke thema’s in dit domein staan we stil bij concepten als communicatieklimaat, interne en externe c ommunicatie, iden| 16
titeit en imago, persoonlijke en interpersoonlijke communicatie, inzet van d igitale media etc. De toenemende vraag naar normering, maakt ook de evaluatie van het communicatiemateriaal noodzakelijk. Technische communicatie Gespecialiseerde technische informatie moet in een organisatie op verschillende manieren gecommuniceerd worden, zowel mondeling als schriftelijk. Belangrijk daarbij is dat dit zo efficiënt en effectief mogelijk gebeurt. Bedrijfscommunicatie In alle vormen van mondelinge als schriftelijke communicatie is het belangrijk dat de boodschap strategisch en correct is. In dit onderdeel behandelen we een aantal genres in de bedrijfscommunicatie en staan we stil bij strategieën, structuren en conventies. Management van een organisatie In een eerste theoretisch deel staan we enerzijds stil bij de concrete betekenis van de begrippen management, manager en managementwetenschappen. Anderzijds o verlopen we de verschillende managementfuncties (i.e. plannen, organiseren, leiden geven en controleren). Per managementfunctie staan we stil bij de concrete betekenis, de hieruit voortvloeiende activiteiten en de hierbij gebruikte methoden en instrumenten. Daar waar aangewezen verwijzen we naar hedendaagse trends. We benadrukken tenslotte de onderlinge samenhang én de variante benaderingswijzen (bv. er bestaat niet één wijze/ manier om te plannen, te organiseren, leiding te geven en te controleren). In een tweede praktijkgericht deel, dat deels parallel loopt met deel 1, passen de s tudenten de theoretische kennis systematisch toe in een bestaande/reële organisatie naar keuze. Toepassen impliceert dat ze de theorie gebruiken als “(analyse)bril” om naar de complexe werkelijkheid te kijken. Op deze wijze leren ze de complexe werkelijkheid te ordenen, te duiden, te benoemen en te begrijpen (cfr. een belangrijk aspect van hun latere job als leidinggevende of manager). Concreet neemt deze bril de vorm aan van een te realiseren SWOT analyse (Strenghts, Weaknesses, Opportunities en Threats). Bij voorkeur kiezen de studenten een organisatie die vanuit het oogpunt van hun opleiding (bv. informatica, of biomedische wetenschappen, of …) én van hun later c arrièreperspectief (i.e. het “werkveld”) voldoende interessant en vooral relevant is. Financieel management en juridische aspecten De cursus bestaat uit twee onderdelen: financieel management van een KMO en juridische aspecten van het bedrijfsbeleid. Partim 1: Financieel management van een KMO Na een inleiding in de financiële aspecten die van toepassing zijn bij het starten van een eigen zaak, wordt aandacht besteed aan de techniek van het boekhouden en de inhoud 17 |
van de jaarrekening van een onderneming. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de wijze waarop deze informatie kan gebruikt worden bij het nemen van financiële beslissingen. Partim 2: Juridische aspecten van het bedrijfsbeleid Na een algemene inleiding in de juridische basisconcepten van het bedrijfsbeleid, wordt aandacht besteed aan de belangrijkste aspecten van het handels-, vennootschaps- en fiscaal recht. De lessen worden zo interactief mogelijk gebracht. Oefeningen en case-studies moeten er voor zorgen dat de aangeleerde kennis inzake begrippen en technieken worden geassimileerd en toegepast in reële praktijksituaties. De deelnemers dienen een aantal groepsopdrachten uit te werken en te presenteren.
Master 2 Afstudeerrichting Moleculaire en Cellulaire Genbiotechnologie Stage De masterstage verloopt in een laboratorium verbonden aan de Universiteit Antwerpen, een andere universiteit of wetenschappelijke instelling (ITG, VITO, VIB of vergelijkbare instituten) of bedrijf (Biotech, Chemie, Farmacie of vergelijkbare sectoren) onder de supervisie van een promotor. De onderwerpen worden aan de studenten meegedeeld en gekozen tijdens het tweede semester van Ma1. De laboratoria en onderwerpen werden vooraf goedgekeurd door de coördinatoren van de masterstage en in overleg met het onderwijsbureau Biochemie & Biotechnologie. De masterstage heeft als doel praktische vaardigheden te ontwikkelen in het laboratorium, maar tevens een goede wetenschappelijke kennis verwerven van de gebruikte technologie. Masterproef De masterproef Biochemie en Biotechnologie heeft als doel de studenten zelfstandig een probleem binnen het domein van de biowetenschappen te leren oplossen. De student zal inzicht verwerven in onderzoeksmethodes, het opstellen van een onderzoeksplan en het kritisch gebruik van wetenschappelijke literatuur, databanken en/of apparatuur. De studenten maken een schriftelijk werkstuk waarin ze de doelstellingen van hun onderzoek uiteenzetten, de reeds bestaande kennis en nieuwste ontwikkelingen synthetiseren, de resultaten van hun eigen onderzoek rapporteren en de relevantie van hun onderzoek kritisch toelichten in relatie tot de reeds bestaande kennis. Nadien stellen zij de resultaten van hun onderzoekswerk mondeling voor en verdedigen zij hun conclusies. Afstudeervakken Onderzoek Capita selecta moleculaire en cellulaire genbiotechnologie In een reeks van voordrachten gegeven door internationaal erkende experten uit zowel de academische als de industriële wereld, leren de studennten hoe wetenschappelijke | 18
ontdekkingen in de moleculaire en cellulaire genbiotechnologie succesvol zijn toegepast om onze levenskwaliteit te verhogen. Een aantal van deze toepassingen bevinden zich in de domeinen van de menselijke gezondheidzorg, landbouw en voedingswetenschappen zoals de efficiënte productie van gewassen en bier, nieuwe methoden voor het aanmaken van geneesmiddelen en antilichamen, de ontwikkeling van transgene dieren en het cloneren van dieren. Tijdens deze cursus worden voordrachten gegeven over een aantal brede onderwerpen alsook over specifieke voorbeelden. De presentaties worden op een informele manier gegeven en de studenten krijgen de kans om vragen te stellen en te discussiëren met de sprekers na elke presentatie. Afstudeervakken Onderwijs Onderwijsorganisatie en –beleid Volgende topics worden behandeld: 1. Overzicht van het onderwijssysteem in Vlaanderen: grondwettelijke waarborgen voor onderwijs, leerplicht, structuur van het onderwijslandschap, beleid op macro-, mesoen microniveau, interne en externe participatie- en overlegstructuren, financiering en onderwijsbudget, hoe gebeurt de beleidsvorming en de beleidsuitvoering, hoe komt de onderwijswetgeving tot stand. Welke beleidsdocumenten stelt de minister op, impact van Europa op het Vlaamse onderwijs. 2. Evaluatie van het onderwijs en het onderwijssysteem in Vlaanderen: onderwijsinspectie, Curriculum (DVO), pedagogische begeleidingsdiensten, evaluatie van onderwijsinstellingen. 3. Onderwijzend personeel: arbeidsvoorwaarden en statuut van het onderwijzend personeel, directeurs, inspecteurs, personeel van pedagogische begeleidingsdiensten en ander onderwijspersoneel; relevante wetgeving 4. Onderwijsbeleid van de Vlaamse regering (beleidsnota’s en beleidsbrief) De klemtoon ligt op bovenstaande topics. Basisonderwijs, secundair onderwijs, hoger onderwijs, volwassenenonderwijs en onderwijs voor leerlingen met bijzondere onderwijsbehoeften komen beperkt aanbod. Organisatorische dimensie: toelatingsvoorwaarden en schoolkeuze, indeling, organisatie van de schooltijd, kostenplaatje,… Inhoudelijke dimensie: curriculum en vakken, onderwijsmethoden en didactisch m ateriaal, voortgang van leerlingen, diplomering. Maatregelen voor de begeleiding van leerlingen zoals geïntegreerd onderwijs, het gelijke onderwijskansenbeleid, inclusief onderwijs, centra voor leerlingenbegeleiding en maatregelen voor migrantenleerlingen worden aangehaald.
19 |
Instapstage De instapstage sluit aan bij de vakdidactiek die de student gekozen heeft. Voor studenten die kiezen voor meerdere vakdidactieken wordt de instapstage verdeeld over de vakdidactieken. In deze vakbeschrijving worden alleen de belangrijkste principes beschreven. Voor meer gedetailleerde schikkingen verwijzen we naar de Wegwijzer Instapstage, die bij het begin van het academiejaar beschikbaar zal zijn. Tijdens de instapstage maken de studenten verder kennis met het functioneren als vakleraar. De begeleiding op de stageschool gebeurt door een vakmentor. Vanuit de universiteit worden de studenten begeleid en opgevolgd door de vakdidacticus en de praktijkassistent(en). De nadruk ligt op het vakdidactische aspect. De studenten observeren lessen uit hun eigen vakdiscipline, staan zelf voor de klas, stellen een toets op en verbeteren die, ... Zelf leren lesgeven gaat gradueel, bv. starten in teamteaching met de vakmentor (kleine delen van de les overnemen, begeleiden bij groepswerk), co-teaching met een medestudent (een groter deel van een les geven), tot het zelfstandig voorbereiden en geven van een volledige les. Voor de verdeling van het aantal observatielessen en eigen lesmomenten in de instapstage hanteren we volgende richtlijn: - een observatie betekent een studiebelasting van ca. 3 uur (een les van 50 minuten observeren met ongeveer 2 uur reflectie en bespreking nadien). Er worden in deze fase 10 observatielessen voorzien (= ca. 30 uur). - een stageles op dit voorbereidend niveau betekent een werkbelasting van ca. 8 uur (bespreking met mentor vooraf, lesvoorbereiding uitwerken, les geven, bespreking achteraf, verslag). Studenten worden geacht deze eerste leservaringen op te doen met een tijdswaarde van 6 volledige lessen (= ca. 48 uur). De totale studiebelasting voor dit opleidingsonderdeel bedraagt in totaal 75 à 90 uur. De stagelessen worden gegeven in één school; de observaties kunnen in twee scholen. De studenten kiezen dan voor uiteenlopende onderwijs- en leersettings, o.a. de onderwijsvormen (aso/kso/tso/bso). Eén van de scholen waar de observaties plaatsvinden, is bij voorkeur een school waar ook de inleefstage plaatsvindt/vond en/of waar studenten later zelf tijdens de groeistage lessen geven. Zo kunnen ze de b eginsituatie beter inschatten.
| 20
Afstudeervakken Ondernemerschap Innovatie en entrepreneurship Quality assessment van science & technology We gaan even in op de verschillende types van onderzoek die er bestaan en hoe zij zich relateren t.o.v. de eventuele valorisatiepiste. Vervolgens behandelen we de kwaliteits evaluatie van de onderliggende vinding en/of technologie. Bescherming van de intellectuele eigendom en Freedom to Operate In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de manier waarop men een vinding of innovatie kan beschermen. De verschillende systemen worden toegelicht. Innovatie staat of valt bij de freedom to operate. In dit gedeelte komen aspecten aan bod die essentieel zijn om de innovatie naar te markt te kunnen brengen. De problematiek van patenten, trademarks, inlicentiëring en confidentialiteit wordt uitvoerig toegelicht. Geïntegreerde Productontwikkeling Aan de hand van een projectmatige benadering wordt een moderne benadering van productontwikkeling besproken. Snelle en hoogwaardige productontwikkeling moet leiden tot een versnelde vernieuwingscyclus van het productenpalet en een belangrijk competitief voordeel. De studenten vernemen hoe zo’n proces verloopt. Productdefinitie versus markt In eerste instantie worden methodes besproken om de toegevoegde waarde te bepalen. Er kunnen verschillende modellen gehanteerd worden Naast de elementaire productpositionering zowel naar de verworven intellectuele eigendom als naar de eigen capaciteiten van het bedrijf toe (engineering, productie,...) wordt nagegeaan hoe men met aangepaste business-modellen de verschillende marktsegmenten van de markt moet inschatten en benaderen. Marktkritische factoren zoals prijsstelling, waarde-perceptie, marktpenetratie en concurrentie-analyse komen uitvoerig aan bod. Team In dit gedeelte wordt ingegaan op de belangrijkste asset van innovatieve bedrijven: het team. Bij de bespreking van de teamsamenstelling voor innovatieve projecten worden aspecten zoals complementariteit, coaching, selectie, recrutering, motivatie en engagement uitvoerig besproken. De factor “human capital” wordt in de toenemende kennismaatschappij een beslissend element bij het succesvol realiseren van innovatieve ideeën. Organisation and Innovation Innovatie brengt andere organisatievormen met zich mee. We bekijken de belangrijkste verschillen met klassieke organisaties op het vlak van communicatie, knowledge management, cross disciplinary collaboration etc. Business Strategy and Alliances. We bekijken welke business strategieën er passen om innovatie maximaal tot succes te brengen. Het eerder bepaalde business model moet worden opgebouwd met partnerships. 21 |
Het kiezen van goede partners ligt meer en meer aan de basis van succesvolle innovatie zowel op het vlak van engineering, productie als marketing en verkoop. Er wordt uitvoerig ingegaan op de elementen die bij een partnerkeuze van cruciaal belang zijn. Net zoals bij de andere assessments, zal gebruik gemaakt worden van de SWOT-analyse. Budget en financiering We zien hoe aan de hand van een doorgedreven procesanalyse de verschillende budgettaire componenten worden bepaald. De verschillende vormen van innovatie-financiering, inclusief de equity-financiering worden toegelicht aan de hand van voorbeelden. Een uitgebreid overzicht van de binnenlandse en buitenlandse mogelijkheden zal worden gegeven. De huidige crisis in de financiële wereld en het effect ervan op innovatie wordt besproken. Business Plan In dit gedeelte wordt toegelicht hoe al deze elementen worden verwerkt tot een business plan met inbegrip van een financieel plan.Valuation. Tot slot worden de regels behandeld die in aanmerking komen bij het bepalen van de waarde van innovation. Procesmanagement en kwaliteitszorg Partim 1: Procesmanagement Sub I behandelt Process Technology en geeft een generische wijze aan om processen te behandelen. Op het einde van dit gedeelte kan de student een energie en massabalans opstellen, een flowsheet opstellen en zal hij alle standaard symbolen kennen die daarbij worden gebruikt. Hij kan een evaluatie maken van de kosten en de schaalbaarheid van processen om zo nadien een financiële haalbaarheid te kunnen inschatten. Sub II legt de focus op de schaalbaarheid van bepaalde specifieke installaties (distillatie, membraanscheiding, kristallisatie, biochemische reactors, stoomgeneratoren…). Sub III introduceert basisconcepten van processturing en -controle. Sub IV behandelt een selectie van materialen, met het oog op corrosie, isolatie en weerstand van materialen (metallische profielen, structuren, composiet materialen, vuurbestendigheid). Sub V sluit af met enkele snelle methodes voor kostbepaling van industriële processen en het inschatten van geassocieerde financiële ratio’s en indicatoren om goede haalbaarheidstudies te kunnen maken. Op het einde van de cursus kan de student de tools toepassen op andere gevalstudies. Daarmee moet hij een theoretische en praktische kennis kunnen aanwenden om massa- en energiebalansen op te stellen, flowsheets te tekenen, de controle circuits en de daarvoor benodigde meetinstrumenten aan te geven, de juiste keuze te maken van de benodigde | 22
materialen en uiteindelijk een financiële inschatting te geven ten behoeve van de haalbaarheid van het gehele proces. Partim 2: Kwaliteitszorg Sub I beoogt de filosofie en de concepten TQM. De link met strategie, operationeel management and organisatie wordt toegelicht. Sub II bespreekt de toolbox voor TQM. Er wordt uitgebreid gebruik gemaakt van specifieke cases door voorbeelden te bespreken uit het dagelijks leven (voorbeelden uit de huiselijke omgeving zullen worden gebruikt om elk van de concepten te bespreken). De studenten zullen Excel spreadsheets gebruiken om de praktijk van TQM toolbox te ervaren. Er wordt daarbij de nadruk gelegd op de moderne probleemoplossende technieken, die integraal deel uitmaken van de Total Quality Toolbox, en verondersteld worden gebruikt te worden door de beslissers in de industrie: mental maps, probleem prioriteitsstelling, oorzaak-gevolg diagram, business process model, cause-effect-mitigation & remediation analysis, multi-criteria ranking van opties & scenarios. De criteria worden uiteindelijk verder geaggregeerd tot aanvaardings-, duurzaamheids- en haalbaarheidsindexen om zo een rationele ranking toe te laten van de verschillende opties. In sub III, wordt de Lean 6 Sigma Method in detail behandeld, als een Standaard voor Quality Management in zowel een productie- als in een service-omgeving. De nadruk ligt hierbij op het meten van process indicatoren om zo verschuivingen en biasen te kunnen detecteren, de tolerantie te leren respecteren en de grenzen van de procesmogelijkheden te leren kennen.
23 |
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samen werkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info op www.ua.ac.be/dis (Dienst Internationale Samenwerking)
Onderwijs en examens Master in BaMa In heel Europa werd het BaMa-systeem ingevoerd, na het ondertekenen van het bologna-akkoord. Alle bestaande opleidingen in het hoger onderwijs werden omgevormd tot academische en professionele bachelor- en masteropleidingen. Meer informatie over het BaMa-systeem vind je op www.ua.ac.be. In Vlaanderen zijn alle masteropleidingen academisch. Elke masteropleiding aan de Universiteit Antwerpen heeft specifieke toelatingsvoorwaarden. In elk geval heb je een professioneel of een academisch bachelordiploma behaald, als je inschrijft voor een masteropleiding. Afhankelijk van het diploma dat je reeds op zak hebt, kan je o fwel rechtstreeks instromen in een masteropleiding, ofwel eerst een schakelprogramma (na een professionele bacheloropleiding) of een voorbereidingsprogramma (na een academische bacheloropleiding) doorlopen. Visueel kunnen we dit als volgt voorstellen: Academische Bachelor Academische Bachelor Professionele Bachelor
➞ ➞
➞
Academische Master
➞ ➞
Voorbereidingsprogramma Schakel
Academische Master Academische Master
Semestersysteem en examens Dankzij de nieuwe bachelor- en masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je als student meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke
| 24
faculteit adviseren studietrajectbegeleiders over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Het is echter belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet; de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma van het academiejaar hebt behaald! Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op www.ua.ac.be/OER.
Leerkrediet Hoe werkt het leerkrediet? Het leerkrediet werkt eveneens met studiepunten. Elke student krijgt 140 studiepunten bij zijn eerste inschrijving in het Vlaams hoger onderwijs. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je inschrijft wordt het leerkrediet verminderd met de overeenkomstige studiepunten. Wanneer je slaagt voor dat opleidingsonderdeel, komen die studiepunten er terug bij. De eerste 60 studiepunten die je verwerft, krijg je dubbel terug. Voor wie? Het leerkrediet is van toepassing op alle studenten die zich inschrijvingen met een diplomacontract voor een initiële opleiding (de bachelors en de masters) en voor alle inschrijvingen met een creditcontract. Opleiding afgewerkt? Na het behalen van je bachelordiploma, behoud je je leerkrediet. Als je een masterdiploma behaalt, wordt het startkapitaal van 140 studiepunten van je saldo afgetrokken. Als je studietraject perfect is verlopen, heb je dan nog 60 studiepunten over. Onvoldoende leerkrediet Als je geen of een negatief leerkrediet hebt, mag de instelling voor hoger onderwijs je inschrijving weigeren. Als je onvoldoende studiepunten hebt voor de opleiding of het programma waarvoor je wilt inschrijven, kan de instelling extra studiegeld vragen voor de studiepunten die je tekort komt of je inschrijving beperken tot het aantal studiepunten waarover je nog beschikt. Aan de Universiteit Antwerpen wordt géén verhoogd inschrijvingsgeld gevraagd. Je hebt wel van de betrokken faculteit de toelating tot inschrijven nodig en deze zal in de meeste gevallen je studieprogramma beperken. Het aantal studiepunten dat je opneemt door je inschrijving in opleidingsonderdelen en het aantal studiepunten waarvoor je credits behaalt via de examens is dus belangrijk! 25 |
Het is een maatstaf voor studiesucces en studievoortgang en kan gevolgen hebben voor jouw recht op verder studeren en jouw sociaal statuut als student! Daarom is het belangrijk om doordacht te kiezen, je in te zetten voor je studie en ook administratief tijdig met alles in orde te zijn! Meer info: www.ua.ac.be/studiepunten
Studiebegeleiding Studieadvies en studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding helpt je vanaf het moment dat je voor het eerst inschrijft tot aan het moment waarop je je diploma ontvangt. Je kan op elke campus terecht bij een studentenbegeleider, na afspraak via het Studenten Informatie Punt (T +32 3 265 48 72). Onze dienst voorziet begeleiding op volgende domeinen: Informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs Dit kan handelen over studierichtingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, maar ook over het leerkrediet, het onderwijs- en examenreglement, enz. Begeleiding bij het maken van je studiekeuze, twijfels over je studierichting Weten wat je wilt, is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studenten begeleider kan je aan de hand van gesprekken en oefeningen meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Begeleiding omtrent studievaardigheden, studieplanning en uitstelgedrag Een studentenbegeleider kan je studievaardigheden helpen aanscherpen (hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof, hoe maak je een schema, hoe maak je goede nota’s) en je helpen bij het maken van realistische planningen en oefeningen om je uitstelgedrag tegen te gaan. Psychologische begeleiding en psychotherapie Wanneer je geconfronteerd wordt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …), kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken. Dit kan gaan over een kortere begeleiding, het volgen van een training, het volgen van een langdurige psychotherapie of een gepaste doorverwijzing. Alles gebeurt steeds op vrijwillige basis. Begeleiding van studenten met een functiebeperking, topsport of kunstbeoefening
| 26
Als student met een functiebeperking (fysische handicap of chronische ziekte, leerprobleem, concentratieprobleem, stoornis binnen het autismespectrum of psychisch probleem ...), sport- of kunstbeoefening kan je bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Hiervoor is een attest vereist. Meer info: www.ua.ac.be/bijzonderefaciliteiten of in de folder ‘Studeren met een functiebeperking, topsport- of kunstbeoefening’. Afstudeerbegeleiding en beroepskeuze Tot slot kan je bij ons terecht voor hulp bij je zoektocht naar jobs passend bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses, voor informatie over verdere studies na het behalen van een diploma, sollicitatietips, enz. Het aanbod aan individuele en groepsgerichte begeleiding wordt aan het begin van elk semester bekend gemaakt via blackboard, website, folders en affiches. Kijk ook zeker op ww.ua.ac.be/studentenbegeleiding.
nuttige websites masteropleidingen Op www.ua.ac.be/studiekiezer vind je uitgebreide informatie over alle masteropleidingen die de Universiteit Antwerpen inricht. Je kan vanuit deze URL ook doorklikken naar de website van een faculteit.
toekomstige studenten Infodagen Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen informatiedagen voor leerlingen van het secundair onderwijs. Deze hebben plaats in maart en april. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostanden cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer info op www.ua.ac.be/infodagen. Infomarkt Twijfel je nog over je studiekeuze? Wil je nog graag een bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt in september. Bachelor-, schakel, master- en master-na-masterprogramma’s komen aan bod, alsook “flexibel studeren en avondonderwijs”. Aan de infostanden kan je cursussen inkijken, brochures verkrijgen en bijkomende vragen stellen aan de medewerkers van de opleidingen en studentenbegeleiders. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer info op www.ua.ac.be/infodagen.
27 |
Inschrijven Praktische informatie in verband met inschrijvingen vind je op: www.ua.ac.be/inschrijven.
Studentenportaal Op het studentenportaal https:blackboard.ua.ac.be vind je algemene informatie die voor jou als student nuttig kan zijn: de academische kalender, de computer- en netwerkinfrastructuur, blackboard, beschikbare cursussen, financiering, huisvesting, sociale voorzieningen, eten en drinken op de campussen, studentenjobs, studentenclubs, sport, contactpersonen studieloopbaanbegeleiding per faculteit, doctoreren, enz..
Bibliotheek De Universiteit Antwerpen heeft een uitgebreide collectie boeken ter beschikking voor studenten en personeel. Op de Stadscampus bevindt zich een gloednieuwe bibiliotheek voor de humane en sociale wetenschappen. Op de campus Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken zijn de bibliotheken voor de exacte en medische wetenschappen gehuisvest. Meer info op http://lib.ua.ac.be.
Begin academiejaar Het academiejaar 2011-2012 start op maandag 26 september 2011.
wegbeschrijving naar de vier campussen Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar de verschillende campussen terugvinden. De vier campussen zijn campus Drie Eiken, Stadscampus, campus Groenenborger en campus Middelheim.
| 28
Meer info? Departement Biomedische Wetenschappen, onderwijscommissie Biochemie en Biotechnologie Voorzitter: Prof. Jurgen del Favero Secretariaat: Evy Pluym Campus Drie Eiken Gebouw S, 1ste verdieping Universiteitsplein 1 2610 Wilrijk (Antwerpen) T + 32 3 265 23 01 | F +32 3 265 23 39 www.biochemie.ua.ac.be Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen Campus Drie Eiken Gebouw S, 1ste verdieping Universiteitsplein 1 2610 Wilrijk (Antwerpen) T +32 3 820 20 04 | F +32 3 820 24 40
[email protected] Studenten Informatie Punt (STIP) Stadscampus Gebouw E (Agora), 1ste verdieping Grote Kauwenberg 2 2000 Antwerpen T +32 3 265 48 72
[email protected]
29 |
Notities
| 30
Notities
31 |
Notities
| 32
Leon... D e n i e u we Da Vinci.