Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Over Opleidings- en Onderwijswetenschappen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Doelgroep en toelatingsvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Loopbaanperspectieven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Studieprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Masterproef . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Interdisciplinair project . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Opleidingsonderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Studeren in het buitenland. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Onderwijs en examens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Studiebegeleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Nuttige websites. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Meer info?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Colofon Redactie Vormgeving Fotografie
Instituut voor Opleidings- en Onderwijswetenschappen, Dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding, Departement Communicatie. Departement Communicatie Jan Crab
Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het aanbod van opleidingsonderdelen van de verschillende studierichtingen enigszins afwijkt van de informatie in deze brochure 1|
Voorwoord Welkom bij de Universiteit Antwerpen. Je hebt de weg naar onze universiteit gevonden en je wilt meer informatie over onze instelling en onze studierichtingen. Misschien is dit je eerste kennismaking met de Universiteit Antwerpen. Misschien vond je reeds enkele jaren geleden de weg naar onze universiteit en heb je hier je bacheloropleiding voltooid. In elk geval word je masterstudent en wil je informatie over de masteropleidingen die wij aanbieden. Dit boekje helpt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 14 000 studenten. Binnen de Associatie Hogescholen & Universiteit Antwerpen werkt ze nauw samen met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote-Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Onze universiteit stelt alles in het werk om je studieperiode zo aangenaam mogelijk te maken en de kwaliteit van de opleidingen op topniveau te houden. Daarom worden onze opleidingen geregeld bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. ‘Leren is leven’ is de slogan van de Universiteit Antwerpen. Niet zomaar een leuze, want wij maken werk van een goed evenwicht tussen leren en leven. Met ‘kennen’ ben je niets zonder het ‘kunnen’. De link tussen leren en leven is hier voelbaar aanwezig. Als je naar een van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. We nodigen je alvast uit op onze infodagen (zaterdag 19 maart en 30 april 2011) of op de infomarkt (woensdag 14 september 2011). Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
|2
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? Studentgerichtheid De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, wat een vlotte interactie mogelijk maakt. Dankzij de kleine afstand tussen studenten en docenten kun je bij je profs terecht met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. Dat biedt nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten.
Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen aan, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd echter reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende s amenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De BaMa-structuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd.
Infrastructuur Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kan surfen. De laatste jaren werd ook op grote schaal geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met meer dan 14 000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum Middelheim en aan het Nachtegalenpark. Studeer je op de campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met 3|
zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. De opleiding Opleidings- en Onderwijswetenschappen is gesitueerd op de Stadscampus.
Vorming De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook een brede vorming. Jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, en bij personeel en studenten.
Antwerpen Je kiest natuurlijk ook voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is niet alleen een universiteitsstad: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken. Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen schreef oud-student Pieter Embrechts het lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A”!
Over opleidings- en onderwijswetenschappen Een “open” opleiding De opleiding Opleidings- en onderwijswetenschappen (OOW) wordt ingericht door het Instituut voor Onderwijs- en Informatiewetenschappen (IOIW) van de Universiteit Antwerpen (www.ua.ac.be/ioiw). De opleiding OOW staat open voor mensen met een verschillende achtergrond en verschillende intenties. Zowel professionele bachelors als academische bachelors en masters uit een brede waaier van vooropleidingen vormen het doelpubliek voor deze opleiding. De opleiding OOW bestaat uit een éénjarige master, eventueel voorafgegaan door een schakel- of voorbereidingsprogramma. Wanneer je niet rechtstreeks mag instromen in de master OOW, dien je een schakel- of voorbereidingsprogramma te volgen. De toelatings voorwaarden worden meer uitgebreid besproken in het volgende onderdeel van deze brochure.
|4
In sommige gevallen kan je studievermindering (vrijstelling) bekomen. Hiervoor bestaan twee verschillende procedures: • De EVC-procedure (= Elders Verworven Competenties): Deze procedure loopt via een aanvraag op het Associatieniveau (AUHA). Indien de AUHA de EVC’s aanvaardt, reikt ze een ‘bewijs van bekwaamheid’ uit en kan de Onderwijscommissie OOW overgaan tot het toestaan van vrijstellingen voor één of meer opleidingsonderdelen. Informatie over de procedure vind je op www.ua.ac.be/evc. Contacteer tijdig de studietraject begeleider (
[email protected]) voor meer informatie. •
De EVK-procedure (= Eerder Verworven Kwalificaties): deze procedure loopt via een aanvraag aan de Onderwijscommissie OOW. Een invulformulier vind je op de website www.ua.ac.be/oow (onder vrijstellingen aanvragen -> EVK).
EEN UNIEKE OPLEIDING NAAR INHOUD, VORM EN CONCEPT De opleiding Opleidings- en Onderwijswetenschappen is een unieke opleiding in Vlaanderen, zowel naar inhoud, vorm als concept. Inhoudelijk legt deze opleiding de brug tussen verschillende invalshoeken: didactiek én management worden samengebracht in één opleiding die zich zowel richt op het reguliere onderwijs als op opleidingstrajecten in arbeidsorganisaties, vormingsinstellingen, het volwassenenonderwijs, ... Bovendien krijg je een stevige basis onderzoeksvaardigheden. De opleiding OOW wil zo het brede domein van opleiding en onderwijs op een wetenschappelijke wijze benaderen. Ze heeft tot doel dit ruime domein verbeterend aan te passen aan nieuwe maatschappelijke noden: denk daarbij ondermeer aan de notie levenslang en levensbreed leren en vele initiatieven voor opleidingen in niet-reguliere onderwijsleersettings. Die opzet veronderstelt oog hebben voor educatieve processen in de meest ruime zin van het woord. Daarom wil de opleiding OOW de studie van opleidingen en onderwijs niet beperken tot het ‘gewone’ onderwijs. We gaan veeleer op zoek naar uitbreiding op het gebied van (postinitiële) bedrijfsopleidingen en andere particuliere educatieve activiteiten. Onderwijs, leren, instructieorganisatie en onderwijsleeractiviteit binnen en/of buiten een formeel-regulier kader (zeg maar: binnen of buiten het gewone onderwijs), kunnen op drie niveaus bestudeerd worden: • het microniveau: de klas- of leergroep; • het mesoniveau: het instellings- of opleidingskader; • het macroniveau: het beleidsondersteunend resp. -bepalend kader.
5|
Op elk van die niveaus stellen zich problemen waarvoor een oplossing uitgedacht moet worden op basis van wetenschappelijk onderbouwde uitgangspunten. Voor de onderscheiden niveaus komt dat o.a. neer op het volgende: • Het microniveau: onderwijsdidactische vraagstukken waarvan de oplossing een overstijgen vergt van te verwerven toepassingsvaardigheden; daardoor verschuift de focus van de ontvangers- (= de leerder) naar de aanbodzijde (= de leeromgevingsarchitect[uur]). • Het mesoniveau: instellings- of opleidingstyperend stellen zich problemen die opgelost kunnen worden via inzicht in strategische sturings- en andere managementsaspecten, toegespitst uiteraard op het professionele onderwijs- (of, ruimer: o pleidings-)bedrijf. • Het macroniveau: voor het tegemoet treden van instellings- of opleidingsoverstijgende problemen hebben onderwijsbeleidsmakers (in welk denkbare context dan ook) nood aan wetenschappelijk ondersteund advies dat teruggaat op fundamenteel wetenschappelijk onderzoek; ook hebben ze behoefte aan kennis van vergelijkbare expertise in het binnen- en buitenland. Deze brede insteek voor de opleiding OOW is het antwoord op de nood aan mensen die creatief op zoek gaan naar antwoorden op ongebruikelijke vragen over het opleiden van mensen in verschillende settings (zowel regulier onderwijs als profit- en non-profit settings). We vertrekken vanuit fundamenteel-theoretisch en toegepast onderzoek. Die toetsen we voortdurend aan de praktische toepasbaarheid en dus aan de maatschappelijke relevantie ervan. Zo wil de opleiding OOW mensen vormen die een bijdrage leveren aan oplossingen voor educatieve problemen. Klassieke reguliere leerroutes gaan immers steeds meer tot het verleden behoren, omdat kennis een leven lang geactualiseerd moet worden. Naar vorm is deze opleiding eveneens uniek te noemen. Ze richt zich tot reguliere studenten én tot mensen (uit onderwijs, bedrijfsleven, non-profit, ...) die al in de praktijk staan maar zich willen vervolmaken of omscholen: de zogenaamde zij-instromers. Een opleiding als OOW wil zélf het voorbeeld geven, exemplarisch zijn. Daarom zal OOW zélf dermate flexibel en competentiegericht worden georganiseerd dat ook het zogenaamde wederkerende leren volop mogelijk wordt. Het concept van de opleiding OOW stoelt op het principe ‘teach what you preach’. De contactmomenten omvatten een waaier van werkvormen met een duidelijke klemtoon op actieve zelfstudie (bv. groepswerk, blended learning, projectwerk, zelfstudiepakketten, responsiesessies, …). Op die manier is de opleiding ook afgestemd op de noden en behoeften van de werkstudent. Bovendien groeit de keuzevrijheid in opleidingsonderdelen naarmate de opleiding vordert. Verder in deze brochure wordt het concept van de opleiding nog uitvoeriger besproken.
|6
EEN WAAIER AAN PRINCIPES De opleiding OOW is gebouwd op een aantal onderliggende principes: Je stuurt als student in toenemende mate je eigen leerproces Mensen (moeten) worden voorbereid op een leven lang leren. Dit betekent dat je gedurende je schoolloopbaan in toenemende mate in staat moet zijn/worden om je eigen leerproces te sturen. Al vroeg raak je als student OOW vertrouwd met de criteria die gesteld worden aan het leerproces en de leerresultaten. Bovendien ben je zelf verantwoordelijk voor het bereiken van de leerresultaten en de bijhorende professionele attitude. De docent faciliteert je leerproces De docent faciliteert je individuele leerproces en de groepsleerprocessen, als ontwerper van leeromgevingen, als coach en beoordelaar. De docent is tevens rolmodel voor het professionele gedrag dat van een student OOW wordt verwacht. Naast een optimale communicatie tussen studenten en docenten wordt gebruik gemaakt van moderne informatie- en communicatietechnologie om een zo rijk mogelijke leeromgeving te creëren. Kernvraagstukken uit het beroep vormen het vertrekpunt voor je leeractiviteiten De kernvraagstukken uit het beroepsveld, zijn het vertrekpunt van je leeractiviteiten en zijn essentieel bij het verwerven van beroepsspecifieke en algemene competenties. Onder competenties wordt een integraal geheel van kennis, houding en vaardigheden verstaan, die je nodig hebt om binnen een bepaalde beroepscontext adequaat te kunnen functioneren. Het curriculum is daarom opgebouwd rond activiteiten, vraagstukken en dilemma’s van het beroep. Aan de hand van opdrachten en geïntegreerde projecten wordt het directe contact tussen de opleiding en de praktijk zo veel mogelijk gestimuleerd. Metavaardigheden vormen een essentieel onderdeel van het curriculum Metavaardigheden, dat wil zeggen vaardigheden om het leren te reguleren, zijn geïntegreerd in het curriculum van de opleiding. Zelfreflectie en zelfregulatie komen in alle onderdelen van de opleiding aan bod. Je krijgt als student inzicht in je leerstijl en je manier van werken en je wordt zodoende voorbereid op een leven lang leren. In de beroepssituatie dien je immers in staat te zijn om zelf te bepalen welke kennis en vaardigheden nodig zijn, of je hierover beschikt en hoe je ze zo nodig kan verwerven of verder uitdiepen. Het samenwerken met medestudenten biedt een realistische context voor het verwerven van competenties zoals effectief communiceren, samenwerken, problemen oplossen; dergelijk coöperatief leren ondersteunt je individuele leerproces.
7|
Selfassessment, peerassessment en co-assessment zijn onderdeel van de evaluaties De instrumenten voor toetsen en beoordelen zijn gericht op het waarderen van competenties. De evaluaties geven inzicht in de ontwikkeling van je individuele leerproces. Feedback van docenten en medestudenten vervult hierin een belangrijke rol. De criteria waarop je wordt beoordeeld zijn eenduidig en inzichtelijk vastgelegd. Op basis van de toets- en beoordelingsresultaten kan je zelf doelen voor je verdere professionele ontwikkeling formuleren.
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden De opleiding OOW richt zich tot iedereen die een masterdiploma OOW wil behalen, maar ook tot diegenen die niet-diplomagericht en uit pure belangstelling hun huidige competentieniveau wensen aan te vullen. Voor studenten die een diploma willen behalen geldt wat volgt: • Wie al een academische bachelor of master heeft in het studiegebied psychologie/ pedagogie kan rechtstreeks instromen in de master OOW. •
Academische bachelors en masters uit een ander studiegebied dan het studiegebied psychologie/pedagogie volgen een voorbereidingsprogramma dat een omvang heeft van 63 studiepunten. Ook academische bachelors of masters die een diploma van een lerarenopleiding hebben behaald volgen een voorbereidingsprogramma van 63 studiepunten.
•
Wie over een professionele bachelor beschikt, volgt een schakelprogramma van 63 studiepunten. Ook professionele bachelors onderwijs volgen een schakelprogramma van 63 studiepunten.
•
Eventuele studietrajectverkorting binnen deze trajecten is mogelijk via vrijstellingen die je kan aanvragen op basis van de EVC-procedure of EVK-procedure (zie hoger).
Het voorbereidingsprogramma en het schakelprogramma zijn inhoudelijk identiek. Deze begrippen zijn decretaal bepaald. Studenten met een academisch vooropleiding en studenten met een buitenlands diploma volgen een voorbereidingsprogramma, studenten met een professionele vooropleiding volgen een schakelprogramma. Je verzamelt per opleidingsonderdeel waarvoor je slaagt, dus vanaf 10 op 20, een credit met een geldigheidsduur van vijf academiejaren. Na vijf jaar kan een actualiseringsinspanning gevraagd worden door de opleiding. De behaalde en geaccumuleerde credits (al dan niet aangevuld met vrijstellingen) leiden tot een schakel- of voorbereidingsattest en later tot een masterdiploma.
|8
visualisering toelatingsvoorwaarden
Academische Ba of Ma in studiegebied psychologische/ pedagogische wetenschappen
Academische vooropleiding Academische Ba of Ma in een ander studiegebied
Professionele vooropleiding
Rechtstreekse instroom
Voorbereidingsprogramma max. 63 sp.
Schakelprogramma
Master Opleidings- en Onderwijswetenschappen
Academische vooropleiding
max. 63 sp.
9|
Loopbaanperspectieven Een nieuwe opleiding die inspeelt op nieuw ontstane maatschappelijke noden bereidt haar studenten voor op bestaande maar ook op nieuwe jobs. In OOW leer je onderwijs en opleiding immers doorheen een andere (ruimere) bril te bekijken. Daardoor kom je in aanmerking voor tewerkstelling in een al even ruim werkveld dat de meest uiteenlopende maatschappelijke deelvelden bestrijkt. Hieronder sommen we een aantal mogelijkheden op, zonder de ambitie na te streven volledig te willen zijn. Een afgestudeerde master in de OOW bezit een wetenschappelijk grondig onderbouwde kennis van leer- en curriculumprocessen. Zij/hij is daardoor voorbereid op het invullen van verantwoordelijke beleids(ondersteunende) functies met een uitgesproken manageriële dimensie. Zij/hij zal m.a.w. beleidsvoerende of –ondersteunende functies gaan vervullen in een specifiek arbeidsveld. Meer specifiek is zij/hij opgeleid om vanuit beleids(ondersteunings)deskundigheid te fungeren: • Als: onderzoeker, (educatief) medewerker, adviseur, onderwijsbegeleider of -coördinator, toetsontwikkelaar, leermiddelenontwikkelaar, ontwerper van educatieve software, ontwerper van educatieve programma’s en trajecten, editor van educatief materiaal, beleidsmedewerker onderwijs, VTO-verantwoordelijke, … • Binnen: een onderwijsinstelling, een pedagogische begeleidingsdienst, een (gespecialiseerde) uitgeverij, (gespecialiseerde) media, het departement Onderwijs, de VDAB en aanleunende tewerkstellingsinitiatieven, een onderwijskoepel of -net, een inrichtende macht, een overheidsdienst, een syndicale organisatie, het jeugdopbouwwerk, een personeels- en vormingsdienst in profit- en nonprofitbedrijven, het ziekenhuiswezen en de rust- en verzorgingstehuizen, het sociaal-cultureel vormingswerk, opleidingscentra in de bedrijfswereld, enz. Of: wil je gaan lesgeven? Je hebt de mogelijkheid om je in die richting verder te specialiseren door binnen de specifieke lerarenopleiding (SLO) een didactiek gedrags- en cultuurwetenschappen te volgen. Voor meer informatie, surf naar www.ua.ac.be/lerarenopleiding. Maar… de master OOW hoeft geen eindpunt te betekenen. Behalve uitstromen naar de arbeidsmarkt kan je je als master OOW verder bekwamen d.m.v. te doctoreren. Als master OOW ben je immers hoe dan ook een onderzoeker. Je bent daardoor voorbereid op het uitvoeren van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek dat nieuwe relevante kennis in kaart brengt en erover rapporteert - wat kan uitmonden in een doctoraat. Onderzoeksgebieden dienen te worden onderkend, geëxploreerd en onderzoeksmatig verkend. Over de onderzoeksresultaten dient helder en gericht te worden gecommuniceerd naar de bestellende of belangstellende (beleids)instantie op school-, bovenschool-, leerorganisatie- of enig ander organisatorisch of beleidsmatig niveau en naar de wetenschappelijke gemeenschap. | 10
Studieprogramma HET OPLEIDINGSCONCEPT Geïntegreerde opleidingsdimensies De opleiding OOW kenmerkt zich door het geïntegreerd invoegen van de volgende opleidingsdimensies: Brede referentiekaderende dimensie Via de opleiding OOW word je ingewijd in de belangrijkste ontwikkelingen en huidige inzichten binnen het brede domein van de wetenschappelijk onderbouwde opleidings- en onderwijskunde. Theoretische dimensie Je maakt kennis met de theoretische en methodologische grondslagen aan de hand van allerlei informatiebronnen; die je zelf verkent en leert verwerken. Praktijkgerichte of procedurele dimensie: begeleid zelfstandig leren (BZL) Je leert zelfstandig en in teamverband probleemoplossende technieken toe te passen. Ethisch-filosofische dimensie Voortdurend ga je gericht nadenken over de betekenis en de zin van wat je tijdens je leertraject zoal hebt ervaren, zowel inzake de theorie als wat de praktijk betreft. Onderzoeksmatige dimensie Individueel maar ook in groep leer je stap voor stap wat wetenschappelijk onderzoek inhoudt: het interpreteren van, deelnemen aan en opzetten van toegepast actie- en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek binnen domeinen met grote momentane en/of toekomstige maatschappelijke relevantie. Communicatieve dimensie Uiteraard zal je bovendien je communicatieve vaardigheden aanscherpen doordat je voortdurend mondeling en schriftelijk verslag uitbrengt van je studieactiviteiten; het zelfevaluatieportfolio en de masterproef bekleden hier een belangrijke plaats. Om er zeker van te zijn dat alle dimensies evenwichtig aan bod komen, is er voortdurend overleg tussen de docenten die instaan voor de verschillende opleidingsonderdelen. De opleidingsdimensie die in het ene opleidingsonderdeel misschien wat minder prominent aan bod kan komen, wordt gecompenseerd via extra aandacht in een ander opleidingsonderdeel.
11 |
Werkwijze en studiebelasting Zowel voor de voortrajecten (het schakelprogramma en het voorbereidingsprogramma) als voor de master hanteren we een hybride werkwijze. Dat betekent dat we voorzien in: • een reeks fysieke contactmomenten (hoor- en responsiecolleges, werkmomenten), • begeleide zelfstudie (e-ondersteund via Blackboard), • projectonderwijs. Bij het realistisch inschatten van de aan deze opleiding verbonden studielast hanteren we als (decretaal vastgelegde) basisregel: één studiepunt staat gelijk met 25 à 30 klokuren studielast. Voor een zespuntig opleidingsonderdeel betekent dat dus ongeveer 150 à 180 klokuren of ongeveer vier voltijdse weken.
| 12
het STUDIEPROGRAMMA IN DE VOORTRAJECTEN: sCHAKEL- EN VOORBEREIDINGSPROGRAMMA’S Kerncompetenties van het schakelprogramma Het schakelprogramma beoogt volgende schakelcompetenties: SCHACOM 1: Na het vervolledigen van het schakelprogramma heeft de student aantoonbare en gefundeerde kennis en inzicht van/in de relevante vakgebieden in de opleidings- en onderwijswetenschappen die hem/haar in staat stelt om zelfstandig nieuwe kennis op te bouwen. SCHACOM 2: Na het vervolledigen van het schakelprogramma is de student in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren binnen de relevante vakgebieden met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. SCHACOM 3: Na het vervolledigen van het schakelprogramma beschikt de student over de nodige kennis, vaardigheden en attitudes met betrekking tot methodologie en statistiek om te kunnen participeren in toepassingsgericht onderzoek binnen het domein van de opleidings- en onderwijswetenschappen. SCHACOM 4: Na het vervolledigen van het schakelprogramma is de student in staat om informatie, ideeën en oplossingen duidelijk en ondubbelzinnig schriftelijk te communiceren naar een wetenschappelijk doelpubliek. Het schakelprogramma Inleiding in onderzoeksmethoden en -technieken
6
Statistiek A
6
Wetenschappelijk rapporteren
3
Statistiek B
6
Kwalitatieve analysetechnieken 1
6
Meten en observeren
6
School- en onderwijsbeleid
3
Sociologische perspectieven op de lerende samenleving
3
Organisatiekunde
6
Kennismanagement
3
Leer- en motivatiepsychologie
3
Bevorderen van leerprocessen
6
Effectieve opleidingen
6
13 |
Modeltraject en volgtijdelijkheid Veel studenten beslissen om tal van redenen om hun schakelstudieprogramma te spreiden over twee jaar. Onderstaand modeltraject geeft je een overzicht van welke vakken per semester en per jaar best worden gevolgd. Dit modeltraject houdt tevens rekening met de volgtijdelijkheid tussen de verschillende vakken. Volgtijdelijkheid betekent dat bepaalde vakken niet kunnen worden gevolgd, zonder het succesvol afronden van andere vakken. Jaar 1 Semester 1 • Inleiding in onderzoeksmethoden en -technieken • Statistiek A • Leer- en motivatiepsychologie Semester 2 • Statistiek B • Bevorderen van leerprocessen • Effectieve opleidingen Jaar 2 Semester 1 • Wetenschappelijk rapporteren • School- en onderwijsbeleid • Sociologische perspectieven op de lerende samenleving • Organisatiekunde Semester 2 • Kwalitatieve analysetechnieken 1 • Meten en observeren • Kennismanagement Indien je een afwijkend traject wil volgen, helpt de studietrajectbegeleider je graag met het opstellen van je programma (
[email protected]). Je moet immers rekening houden met enkele richtlijnen: • Statistiek B kan enkel worden gevolgd wanneer Statistiek A met succes werd afgerond. • Kwalitatieve analysetechnieken 1 kan enkel worden gevolgd wanneer Inleiding in onderzoeksmethoden en –technieken met succes werd afgerond. • Meten en observeren kan enkel worden gevolgd wanneer Inleiding in onderzoeks methoden en – technieken, Statistiek A en Statistiek B met succes werd afgerond. • Kennismanagement kan enkel worden gevolgd wanneer Organisatiekunde met succes werd afgerond. • Bevorderen van leerprocessen kan enkel worden gevolgd wanneer Leer- en motivatiepsychologie met succes werd afgerond. | 14
•
Effectieve opleidingen kan enkel worden gevolgd wanneer Leer- en motivatiepsychologie met succes werd afgerond.
de master opleidings- en onderwijswetenschappen Beoogde eindcompetenties De opleiding OOW is gestoeld op de volgende 9 mastercompetenties (MACOM’s) die aan de grondslag liggen van zowel de inhoud als de structuur van de opleiding. MACOM-1 De master OOW is op de hoogte van recente inzichten in het brede veld van het organiseren van leren in opleidings- en in onderwijssettings, zowel op micro-, meso- als macroniveau. MACOM-2 De master OOW is in staat om zelfstandig vak- en wetenschappelijke literatuur te lezen, te interpreteren en er kritisch over te reflecteren. MACOM-3 De master OOW beschikt over probleemoplossende vaardigheden die hem/haar in staat stellen om een probleem in een opleidings- en onderwijssetting te analyseren, en wetenschappelijk verantwoorde oplossingen te suggereren. MACOM-4 De master OOW kan zijn/haar kennis en inzichten gebruiken om een originele bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van nieuwe kennis en inzichten. MACOM-5 De master OOW bezit de onderzoeksvaardigheden die hem/haar in staat stellen zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten in het veld van de onderwijs- en opleidingswetenschappen. MACOM-6 De master OOW is in staat om duidelijk en ondubbelzinnig schriftelijk en mondeling te communiceren naar diverse doelgroepen en via diverse kanalen. MACOM-7 De master OOW bezit de leervaardigheden die haar/hem in staat stellen behoeften in de eigen professionele ontwikkeling te detecteren en zijn/haar professionele ontwikkeling zelfgestuurd vorm te geven.
15 |
MACOM-8 De master OOW beschikt over de sociale vaardigheden om in een opleidings- of onderwijssetting in een team te functioneren en heeft de managementsvaardigheden om dit team aan te sturen. MACOM-9 De master OOW is in staat om een ethisch en verantwoord oordeel te formuleren op grond van de informatie waarover hij/zij op dat ogenblik beschikt. Structuur In het onderstaande schema wordt de structuur van de master OOW samengevat. De opleiding omvat 3 blokken van opleidingsonderdelen. • De gemeenschappelijke basis: deze opleidingsonderdelen zijn verplicht voor iedereen en zij bevatten samen 42 studiepunten. • De uitdiepingsopleidingsonderdelen: uit dit blok kies je vrij twee opleidings onderdelen van elk 6 studiepunten. De keuze kan afhankelijk zijn van de klemtoon die je wenst te leggen tijdens je opleiding. In het onderstaande schema zijn vier mogelijke klemtonen weergegeven die dienen ter suggestie. Wil je bijvoorbeeld in je opleiding een klemtoon leggen op ‘leren en instructie’ dan worden de opleidingsonderdelen ‘Instructioneel design’ en ‘Leren op de werkplek’ gesuggereerd. Je bent echter vrij om zelf te kiezen welke opleidingsonderdelen je wil volgen. • De keuzeopleidingsonderdelen: je kiest zelf twee opleidingsonderdelen van elk drie studiepunten uit de lijst met vrije keuzevakken.
| 16
Master Opleidings- en Onderwijswetenschappen Gemeenschappelijke basis: verplichte opleidingsonderdelen
sp.
Gevorderde analysetechnieken*
6
Interdisciplinair project
9
Kwaliteitszorg en effectiviteit bij opleidingen*
6
Zelfevaluatieproject: e-portfolio
3
Masterproef: scriptie m.i.v. methodologische seminaries
18
De uitdiepingsopleidingsonderdelen: 2 opleidingsonderdelen vrij te kiezen uit de volgende 4: Klemtoon: Leren & instructie
Klemtoon: Organisatie & Beleid
Klemtoon: Onderwijs
Instructioneel design*
Management en strategische sturing van een professionele organisatie
6
Klemtoon: Organisaties
Leren op de werkplek*
HRM & arbeidsrecht°
6
Keuzeopleidingsonderdelen: keuze van 2 opleidingsonderdelen (totaal 6 sp) uit: Instrumenten voor kwaliteitszorg en effectiviteit
3
Volwasseneneducatie ◊
3
Onderwijs en recht ◊
3
Studium Generale ◊
3
Collectief leren in organisaties
3
Onderwijsvernieuwing
3
Management van het onderwijsproces
3
Combineerbaarheid voortrajecten/masteropleiding Indien een student reeds vóór het volledig beëindigen van het schakel- of voorbereidingsprogramma zich wil inschrijven voor opleidingsonderdelen uit het master programma dient hij of zij voor 1 oktober een schriftelijk en gemotiveerd verzoek in te dienen bij de onderwijscommissie die hierover zal beslissen. Let op * Dit opleidingsonderdeel wordt jaarlijks ingericht en om de twee jaar ‘s avonds aangeboden. ° Dit opleidingsonderdeel wordt altijd overdag aangeboden. ◊ Dit opleidingsonderdeel wordt altijd in avondonderwijs aangeboden.
17 |
Masterproef Om de master succesvol af te sluiten dien je een masterproef te schrijven. Deze m asterproef moet het bewijs leveren dat je het vakgebied, en in het bijzonder het gekozen deelgebied (onderwerp), voldoende beheerst om zelfstandig een wetenschappelijk onderzoek op te zetten, uit te voeren en daarover schriftelijk te rapporteren. De masterproef moet zonder twijfel een bijdrage zijn, hoe bescheiden ook, tot de onderwijsen opleidingswetenschappen. Het doel van de bijdrage is dat de bestaande wetenschappelijke kennis, inhoudelijk of methodologisch, na het tot stand komen van de verhandeling toegenomen moet zijn, hoe bescheiden deze toename ook moge wezen. Dit veronderstelt dat vooraf wordt aangetoond dat in deze kennis ofwel leemten schuilen, ofwel tegenstellingen en onzekerheden en dat achteraf blijkt dat dit verholpen werd.
Interdisciplinair project Projectonderwijs In het Interdisciplinair Project (IP) ga je als student in groep aan de slag om een zinvol reëel project uit te voeren. Je bent lid van een zelfsturende projectgroep die gedurende één academiejaar op een projectmatige manier samenwerkt aan een authentieke taak. Deze projecten situeren zich allemaal in het brede veld van het organiseren van leren in opleidings- en in onderwijssetting, zowel op micro-, meso- als macro-niveau. De projecten kunnen verschillend van aard zijn. Zowel projecten waarbij iets nieuws moet worden ontwikkeld (ontwikkelproject), als projecten waarbij een geplande activiteit moet worden ontwikkeld en uitgevoerd (uitvoeringsproject) of waarbij een bestaande activiteit moet worden beoordeeld en verbeterd (evaluatieproject), kunnen in aanmerking komen. Deze projecten zijn authentieke opdrachten in die zin dat ze worden uitgevoerd in opdracht van een externe opdrachtgever die een projectthema aanreikt. Deze externe opdrachtgever van een project kan een persoon, een deel van een organisatie of een hele organisatie zijn. Organisaties of delen ervan worden in het project vertegenwoordigd door minstens één vast aanspreekpunt. De externe opdrachtgever kan al dan niet deel uitmaken van de Universiteit Antwerpen. Het doel van het interdisciplinair project is om je te leren je kennis en vaardigheden uit diverse opleidingsonderdelen te integreren. Bovendien doe je via het IP concrete ervaring op met professionele competenties, zoals projectmanagement, sociale competenties, communicatieve vaardigheden. Je voert het project immers uit in een zelfsturende projectgroep. Belangrijke elementen in het zelf aansturen van een projectverloop zijn onder meer: een goede projectconceptie maken, het verloop van het project grondig opvolgen, time | 18
management, duidelijk en zorgvuldig communiceren en rapporteren, actief deelnemen aan vergaderingen en deze ook kunnen voorzitten, etc. Om je te ondersteunen bij het verwerven van deze professionele vaardigheden, worden er o.m. enkele workshops georganiseerd.
Multidisciplinair Zoals de titel en de doelstellingen van het opleidingsonderdeel doen vermoeden, zijn de projecten in het IP multidisciplinair van aard. Alle projectthema’s beschikken zowel over een empirische als een theoretische component. Die theoretische en onderzoeksmatige component sluit multidisciplinair aan bij de aandachtsvelden uit de opleidingsstructuur namelijk: Leren & Instructie, Organisatie & Beleid, Methodologie & Statistiek.
19 |
Opleidingsonderdelen In deze brochure laten we je kennis maken met de inhoud van de verplichte opleidingsonderdelen. Op www.ua.ac.be/oow vind je meer informatie over de andere opleidingsonderdelen, begin- en eindtermen, werkvormen, evaluatie, noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal.
opleidingsonderdelen SCHAKELPROGRAMMA OOW Inleiding in onderzoeksmethoden en –technieken (6 sp.) In dit opleidingsonderdeel wordt een inleiding gegeven op de voornaamste vormen van wetenschappelijk onderzoek in opleidings- en onderwijscontexten. In een eerste stap wordt stil gestaan bij belangrijke principes van het wetenschappelijk onderzoek zoals de empirische cyclus en wordt ingegaan op de relatie tussen theorie en de aard van onderzoeksvragen en probleemstellingen. In een tweede stap worden de voornaamste principes en kenmerken van kwantitatieve, kwalitatieve onderzoeksmethoden, -technieken en –designs toegelicht en wordt stil gestaan bij het soort kennis dat hierdoor kan worden gegenereerd. In een derde stap komen de voornaamste principes van het ontwerpen van onderzoek aan bod waarbij aandacht uitgaat naar zowel de relatie tussen probleemstelling, vraagstelling en keuze van onderzoeksdesign als de kwaliteitseisen voor wetenschappelijk onderzoek. Statistiek A (6 sp.) Statistiek 1 heeft tot doel de informatie die vervat is in gegevens, tot uiting te laten komen. In dit opleidingsonderdeel geraak je vertrouwd met de verschillende eigenschappen die gegevens kunnen vertonen, en de verschillende methodes die kunnen worden aangewend om de belangrijkste kenmerken eruit te synthetiseren en te interpreteren. Dit vak beperkt zich tot de univariate statistiek en geeft een inleiding in de basisprincipes van inferenties op basis van steekproefgegevens. Doorheen dit opleidingsonderdeel maken we gebruik van het statistisch verwerkingsprogramma R. Volgtijdelijkheid: je kunt dit opleidingsonderdeel enkel volgen wanneer je het opleidingsonderdeel Inleiding in onderzoeksmethoden en –technieken hebt gevolgd. Wetenschappelijk rapporteren (3 sp.) In dit opleidingonderdeel maak je kennis met de belangrijkste principes van het wetenschappelijk schrijven en het kritisch rapporteren van onderzoeksresultaten. Hierbij gaat aandacht uit naar het argumentatief schrijven en het kritische synthetiseren. Daarnaast verwerf je kennis en inzicht over de opbouw van wetenschappelijke onderzoeksartikelen in het domein van opleidings- en onderwijswetenschappen en het kunnen toepassen van APA-regels.
| 20
Statistiek B (6 sp.) Dit opleidingsonderdeel wil een inleiding geven tot de gangbare klassieke technieken van statistische analyse binnen het onderwijskundig onderzoek. Het opleidingsonderdeel is vooral op de praktijk afgestemd. Dit impliceert dat er geen aandacht wordt besteed aan streng wiskundige bewijzen, maar zoveel mogelijk praktische problemen worden behandeld. Eerst staan we stil bij hoe we een kwantitatieve onderzoeksvraag kunnen vertalen in een formeel analysemodel. Deze analysemodellen worden in categorieën opgedeeld die geassocieerd zijn met bepaalde analysetechnieken. Daarna leren we de verschillende analysetechnieken uitvoeren in R om analysemodellen te testen, schatten en interpreteren. Volgtijdelijkheid: je kunt dit opleidingsonderdeel enkel volgen wanneer je de opleidingsonderdelen Inleiding in onderzoeksmethoden en –technieken en Statistiek A hebt gevolgd. Kwalitatieve analysetechnieken 1 (6 sp.) In dit opleidingsonderdeel maak je kennis met een van de meest gebruikte kwalitatieve dataverzamelingstechnieken in onderzoek in opleidings- en onderwijscontexten, met name het interview. In een eerste stap wordt ingegaan op de voornaamste vormen van interviewonderzoek, en het proces van het opzetten (keuze van thema’s en kwalitatieve steekproeven), voorbereiden en het uitvoeren van de dataverzameling (opstellen van interviewleidraad en afnemen van interviews). In een tweede instantie leer je aan de hand van het kwalitatieve analyseprogramma Nvivo, de belangrijkste inductieve en deductieve analysetechnieken toepassen. Volgtijdelijkheid: je kunt dit opleidingsonderdeel enkel volgen wanneer je het opleidingsonderdeel Inleiding in onderzoeksmethoden en –technieken hebt gevolgd. Meten en observeren (6 sp.) In dit opleidingsonderdeel staat de vraag centraal hoe je op een kwaliteitsvolle wijze abstracte concepten kan meten in onderzoek in opleidings- en onderwijscontexten. Hierbij introduceren we verschillende werkwijzen om de concepten die we hanteren in theorieën te vertalen in “waarden”. In het bijzonder wordt hierbij aandacht besteed aan drie vaak gebruikte dataverzamelingstechnieken: toetsen, vragenlijsten en observaties. Je maakt enerzijds actief kennis met de opstelling van deze meetinstrumenten. Anderzijds leer je aan de hand van het statistisch verwerkingsprogramma R de voornaamste analysetechnieken toepassen om de kwaliteit van meetinstrumenten na te gaan. Volgtijdelijkheid: je mag dit opleidingsonderdeel enkel volgen wanneer je alle andere methodologische opleidingsonderdelen hebt gevolgd, zijnde: Inleiding in onderzoeksmethoden en –technieken, Statistiek A, Statistiek B en Kwalitatieve analysetechnieken.
21 |
School- en onderwijsbeleid (3 sp.) In dit opleidingsonderdeel staat het macro- en mesoniveau van onderwijs centraal. Doel is inzicht te krijgen in de formele organisatie, structuren en beleid van het Vlaamse onderwijs. Dit wordt bekeken op een horizontale wijze (wie biedt onderwijs aan) en op een verticale wijze (hoe verloopt een schoolloopbaan). Daarnaast komen topics aan bod zoals evaluatie van onderwijs en onderwijs voor leerlingen met bijzondere noden. In de beweging naar meer autonomie voor de scholen neemt schoolbeleid een steeds prominentere rol in. Dit wordt geïllustreerd in een aantal actuele thema’s: kwaliteitszorg, participatie en beleidsvoerend vermogen van scholen. Van de studenten wordt ook verwacht dat ze geïnformeerd zijn over issues in de onderwijsactualiteit. Sociologische perspectieven op de lerende samenleving (3 sp.) Het opleidingsonderdeel ‘Sociologische perspectieven op de lerende samenleving’ omvat in de eerste plaats een introductie in de sociologie. Dit is de wetenschap die het menselijk handelen in sociaal verband tracht te beschrijven en verklaren. Er wordt aandacht besteed aan het sociologische basisinstrumentarium (vakbegrippen en analytische denkkaders). Deze basiskennis is noodzakelijk om vervolgens dieper in te gaan op een deeldomein van de sociologie namelijk de onderwijssociologie. Hier worden concepten aangereikt die toelaten de dynamiek van het onderwijs- en opleidingsveld te begrijpen. Het sociologische basisinstrumentarium wordt in het vak toegepast op twee thema’s: kansenongelijkheid en levenslang leren (cf. de rol van onderwijs en opleiding in de kennismaatschappij). Organisatiekunde (6 sp.) In dit opleidingsonderdeel wordt kort aandacht besteed aan de geschiedenis, de metaforen en de perspectieven in de organisatietheorie. Ook wordt er dieper ingegaan op de basisbeginselen van de organisatiekunde die noodzakelijk zijn om inzicht te verwerven in de stabiliteit en verandering van organisaties en het spanningsveld tussen beiden. Vijf basisstructuren van organisaties worden geanalyseerd, met als centrale vraag: waarom en hoe zijn effectieve organisaties geworden zoals ze zijn? Deze inzichten zijn belangrijk om het concept van de lerende organisatie te begrijpen: een organisatie die zich voortdurend moet aanpassen aan de nieuwe ontwikkelingen en eisen uit de omgeving. Volgtijdelijkheid: je moet dit opleidingsonderdeel volgen vooraleer je het opleidingsonderdeel Kennismanagement mag volgen. Kennismanagement (3 sp.) In onze huidige samenleving is het rationeel omgaan met kennis een essentiële zaak. Kennismanagement is absoluut geen doel op zich maar een voorwaarde voor het creëren en handhaven van een lerende organisatie. In deze cursus zullen een waaier aan invalshoeken en onderwerpen worden behandeld. De verschillen tussen gegevens, informatie | 22
en kennis komen aan bod evenals verschillende soorten kennis. De rol en het strategisch belang van kennis in een organisatie wordt uitgebreid behandeld. De processen van kennisontwikkeling, het kennismanagementmodel en de kenniswaardeketen van Mathieu Weggeman worden besproken, alsook wordt er aandacht besteed aan de implicatie van veranderingen binnen de kennismaatschappij voor het onderwijs. Volgtijdelijkheid: je kunt dit opleidingsonderdeel enkel volgen wanneer je het opleidingsonderdeel Organisatiekunde hebt gevolgd. Leer- en motivatiepsychologie (3 sp.) In dit opleidingsonderdeel verwerven studenten inzicht in de belangrijkste leertheoretische stromingen en een aantal hedendaagse motivatietheorieën. Daarnaast komen ook de verschillende types van kennis en vaardigheden aan bod die van belang zijn bij kennisverwerving. Bij het opleidingsonderdeel ligt de nadruk niet op de theorieën op zich, maar wel op het vergelijken van deze theorieën en op het analyseren van de onderwijs- en opleidingskundige realiteit vanuit deze theorieën. Het inzicht dat niet één theorie de beste is, maar dat elke theorie een waardevolle (complementaire) invalshoek biedt voor het observeren van de werkelijkheid, is daarbij cruciaal. Daartoe wordt het thema ‘expertiseverwerving en talent’ vanuit leer- en motivatietheorieën geanalyseerd. Daarbij staan volgende doelstellingen voorop: • Studenten kunnen begrippen en principes uit leer- en motivatietheorieën in eigen woorden toe te lichten; • Studenten kunnen begrippen en principes uit leer- en motivatietheorieën te illustreren a.d.h.v. eigen voorbeelden; • Studenten kunnen begrippen en principes uit leer- en motivatietheorieën met elkaar te vergelijken; • Studenten kunnen de onderwijs- en opleidingsrealiteit analyseren vanuit leer- en motivatietheorieën; Concreet omvat het opleidingsonderdeel twee leereenheden: • Leereenheid 1: Leertheorieën • Leereenheid 2: Motivatietheorieën Volgtijdelijkheid: dit is het startvak voor de stroom leren en instructie dus studenten volgen dit opleidingsonderdeel bij voor keur zo vroeg mogelijk in de opleiding. Bevorderen van leerprocessen (6 sp.) In dit opleidingsonderdeel staan de componenten centraal die een rol spelen in het onderwijsleerproces in een formele onderwijssetting. Zowel student- als leeromgevingsfactoren komen daarbij aan bod en de centrale vraagstelling is hoe deze verschillende factoren (in 23 |
interactie) het leerproces van studenten kunnen beïnvloeden. Daarbij worden volgende algemene doelstellingen nagestreefd: • Studenten verwerven inzicht in factoren (studentenkenmerken, de leer- en de evaluatieomgeving) die (in interactie met elkaar) een invloed hebben op het leerproces van leerlingen en studenten. • Studenten kunnen rekening houden met die factoren bij het analyseren van onderwijssituaties. • Studenten kunnen wetenschappelijk gefundeerde suggesties doen ter verbetering van onderwijssituaties. Meer concreet is het opleidingsonderdeel onderverdeeld in vier leereenheden, met volgende leerinhouden: • Leereenheid 1: componenten in de onderwijsleeromgeving: • Leereenheid 2: De invloed van studentkenmerken op het leerproces • Leereenheid 3: De invloed van de leeromgeving op het leerproces • Leereenheid 4: De invloed van evaluatie op het leerproces Volgtijdelijkheid: studenten moeten aan het opleidingsonderdeel leer- en motivatie theorieën hebben deelgenomen. Effectieve opleidingen (6 sp.) In dit opleidingsonderdeel wordt aandacht besteed aan het ontwerpen van leeromgevingen en begeleiden van leerprocessen in organisaties. Er wordt dieper ingegaan op de basisbeginselen van de opleidingskunde, met als centrale vraag hoe (strategisch) opleiden en leren in organisaties vorm kan gegeven worden. De volgende thema’s komen aan bod: de identificatie van opleidingsbehoeften, het ontwerpen van strategische leersituaties, het begeleiden en coachen van leren in organisaties, de (effect)evaluatie van opleidingen.
VAKBESCHRIJVINGEN MASTER OOW Gemeenschappelijke basis Gevorderde analysetechnieken (6 sp.) Deze module heeft tot doel studenten vertrouwd te maken met een aantal gevorderde kwantitatieve analysetechnieken die gehanteerd worden in de opleidings- en onderwijswetenschappelijke literatuur. Vanuit de kennis die studenten hebben omtrent de ‘klassieke’ wijze van analyseren wordt deze wijze geproblematiseerd gegeven de specificiteit van dit type onderzoek. Daarbij richten we onze aandacht in eerste instantie op het meten van concepten in onderwijskundig onderzoek. Vervolgens gaan we in op het probleem van afhankelijkheid tussen waarnemingen, problemen van causaliteit en van geclusterde waarnemingen (multiniveau-problemen).
| 24
Interdisciplinair project (9 sp.) Binnen het Interdisciplinair project (IP) ga je als student in groep aan de slag om een zinvol reëel project uit te voeren. Je bent lid van een zelfsturende projectgroep die gedurende één academiejaar op een projectmatige manier samenwerkt aan een authentieke taak in het brede veld van het organiseren van leren in opleidings- en in onderwijssettings, zowel op micro-, meso- als macroniveau. Deze taak wordt aangeleverd vanuit een externe opdrachtgever. Om je te begeleiden bij het projectwerk wordt er vanuit de opleiding een procesbegeleider aangesteld. Tevens worden ondersteunende workshops georganiseerd. De evaluatie van het IP berust op de beoordeling van een schriftelijk projectverslag, een mondelinge presentatie en een peerevaluatie. Opgelet: dit opleidingsonderdeel wordt uitgesloten voor een examencontract. Bovendien kan je dit opleidingsonderdeel enkel volgen wanneer je alle opleidingsonderdelen uit de voortrajecten met goed gevolg hebt afgelegd. Kwaliteitszorg en effectiviteit bij opleidingen (6 sp.) Kwaliteitszorg en effectiviteit in opleidingen zijn cruciale hefbomen om de organisatiedoelen en het opleidingsbeleid op elkaar af te stemmen. De focus in dit lesonderdeel ligt op de behandeling van de filosofie, basisconcepten en methodieken van kwaliteitszorg. Deze worden gekoppeld aan methoden voor het meten van de effectiviteit van opleidingen. Er wordt stil gestaan bij de factoren die kritisch kunnen zijn voor kwaliteit en effectiviteit en de vertaling ervan in het beleid, de organisatie en de opleidingsprocessen. Ten slotte worden aanpakken voorgesteld voor de verbetering van de kwaliteit en de doelmatigheid in opleidingen. Zelfevaluatieproject: e-portfolio (3 sp.) In het opleidingsonderdeel ‘Zelfevaluatieproject’ staat niet het aanreiken van nieuwe leerinhouden centraal, maar wel de vraag ‘In welke mate ben ik in staat om zelfstandig te leren als opleidings- en onderwijswetenschapper?’. Meer bepaald doorloop je en expliciteer je in dit opleidingsonderdeel op een bewuste en zelfstandige manier een zelf gekozen leerproces. Je neemt daarbij deel aan leergroepen en maakt gebruik van een e-portfolio: • De leergroepen houden 5 groepsbijeenkomsten verspreid over het academiejaar. Tijdens de leergroep denk je eerst samen met een aantal medestudenten en een begeleider na over (één van de fasen) in jouw leerproces. Ten tweede reflecteer je met je medestudenten ook over hun leerproces. Op basis van deze wisselwerking en de feedback/inspiratie die je hierbij oppikt, zou je in staat moeten zijn je leerproces beter op te volgen. • Het e-portfolio wordt gebruikt als instrument om je leerproces zichtbaar te maken. In je portfolio plan je jouw leerproces, licht je jouw leeractiviteiten toe en reflecteer je over je leeractiviteiten en je leergroepbijeenkomsten. Je werkt daarmee aan het behalen van de mastercompetenties van de opleiding OOW, meer bepaald MACOM 7. Studenten die de master OOW spreiden over verschillende 25 |
academiejaren werken slechts gedurende één jaar aan hun zelfevaluatieproject. Ze bepalen zelf welk jaar voor hen het meeste leerkansen biedt. Opgelet: dit opleidingsonderdeel wordt uitgesloten voor een examencontract. Masterproef m.i.v. methodoligsche seminaries (18 sp.) Om de master succesvol af te sluiten dien je een afstudeerscriptie te schrijven. Deze afstudeerscriptie moet het bewijs leveren dat je het vakgebied, en in het bijzonder het gekozen deelgebied (onderwerp), voldoende beheerst om zelfstandig een wetenschappelijk onderzoek op te zetten, uit te voeren en daarover schriftelijk te rapporteren. De verhandeling moet een relevante bijdrage zijn, hoe bescheiden ook, tot de opleidingsen onderwijswetenschappen. Het doel van de bijdrage is dat de bestaande wetenschappelijke kennis, inhoudelijk of methodologisch, na het tot stand komen van de verhandeling toegenomen moet zijn. Dit veronderstelt dat vooraf wordt aangetoond dat in deze kennis ofwel leemten schuilen, ofwel tegenstellingen en onzekerheden en dat achteraf blijkt dat hieraan verholpen werd. Uitdiepingsopleidingsonderdelen Instructioneel design (6 sp.) In een eerste deel wordt een overzicht gegeven van Instructioneel design als discipline en worden de belangrijkste auteurs en strekkingen voorgesteld, vooral in het licht van behavioristische, cognitivistische en constructivistische theorieën over leren en instructie. In een tweede deel wordt een conceptueel en methodologisch referentiekader voor Instructioneel design voorgesteld, besproken en toegepast op een aantal cases. De resultaten van de opdrachten worden in de les voorgesteld en besproken. In functie van de resterende tijd komen nog een aantal capita selecta aan bod. In het vak wordt gebruik gemaakt van draadloos netwerk, wiki, kenniscorpus, Blackboardportfolio en forum. Leren op de werkplek (6 sp.) Dit opleidingsonderdeel gaat dieper in op de thema’s die centraal staan in het onderzoek naar leren op de werkplek. In een eerste deel worden deze thema’s zelfstandig bestudeerd en afgetoetst aan de praktijk. In een tweede deel wordt een thema naar keuze door de studenten uitgediept op basis van recent empirisch onderzoek waarover de studenten rapporteren in de vorm van een beschrijvende literatuurstudie. Management en strategische sturing van een professionele organisatie ( 6 sp.) In dit opleidingsonderdeel wordt ingegaan op fundamentele verschillen inzake management tussen scholen (als professionele organisaties) en andere organisaties, welke leerpunten en valkuilen diverse organisatietypes inhouden voor het management van scholen. Ook wordt aandacht besteed aan schoolprofielen, types van schoolbeleid, en kenmerken van schoolorganisatie-effectiviteit. Diverse modellen van schoolleiderschap worden besproken | 26
(o.m. transformationeel, transactioneel, onderwijskundig, charismatisch, situationeel) en met elkaar vergeleken. De theoretische referentiekaders worden telkens opgebouwd aan de hand van cases. HRM & arbeidsrecht (6 sp.) Het centrale vraagstuk van dit opleidingsonderdeel is: ‘hoe’ kan arbeidsgedrag (competenties, motivatie, werkomgeving) een (meetbare) sleutelbijdrage leveren aan een duurzaam competitief voordeel voor organisaties (profit, social profit en publieke sector) in een voortdurende veranderende (globaliserende) omgeving? Wat typeert de ‘high-performance organisations’ of de ‘high involvement work systems’ in termen van inzet van medewerkers? Hoe met ‘mensen’ het ‘verschil’ maken? De centrale lijn van de leerinhoud - ondersteund door de meest recente bevindingen van het personeelswetenschappelijk onderzoek in de internationale tijdschriften - is: welke zijn de mogelijke conceptuele, theoretische en praktijkmogelijkheden om mensen (arbeid) in te zetten in competitieve organisaties? Het competentiemanagement is de ‘rode draad’ doorheen de diverse HRM-praktijken. In dit opleidingsonderdeel wordt vanuit een geïntegreerd perspectief ook de nodige aandacht besteed aan het arbeidsrechtelijk kader. Hierbij willen wij de dynamiek en de eigenheid van het arbeidsrecht, zowel het individuele als het collectieve, in het raam van een aantal specifieke HRM-toepassingen duiden: juridische contouren bij het aanwerven en het tewerkstellen van personeel, de onderscheiden types arbeidsovereenkomsten, de mogelijkheden en beperkingen van flexibiliteit, het ontslag, de rol van de sociale partners, het collectief overleg tot en met collectieve acties. Keuzeopleidingsonderdelen Instrumenten voor kwaliteitszorg en effectiviteit (3 sp.) Dit opleidingsonderdeel is een verdere uitdieping van de module kwaliteitszorg en effeciviteit in opleidingen. Het zwaartepunt zal nu liggen op de behandeling van de instrumenten en technieken die ingezet kunnen worden om kwaliteit en effectiviteit te verbeteren. Er wordt een overzicht gegeven van het instrumentarium waarbij zowel diagnostiek en enquêtering, datacollectie en -analyse aan bod komen als probleemoplossing en kwaliteitsverbetering. De nadruk ligt op het juist bepalen en inzetten van de instrumenten om een optimaal resultaat te behalen. Volgtijdelijkheid: je kunt dit opleidingsonderdeel enkel volgen wanneer je het opleidings onderdeel Kwaliteitszorg en effectiviteit hebt gevolgd. Volwasseneneducatie (3 sp.) De studenten krijgen inzicht op het brede veld van de volwasseneneducatie (volwassenenonderwijs, arbeidsmarkt- en beroepsgerichte opleiding, sociaal- cultureel vormingswerk) en verwerven inzicht in de kenmerken van leren van volwassenen. De studenten kunnen 27 |
bovenstaande inzichten toepassen in een concrete les. De volgende onderdelen komen aan bod: • Beleid van volwasseneneducatie in Vlaanderen en Europa • Structuur van de volwasseneneducatie in Vlaanderen • Basiseducatie • Hoger onderwijs sociale promotie • Secundair onderwijs sociale promotie • Socio-culturele sector • Syntra opleidingen • VDAB opleiding • Bedrijfsopleidingen • Open Universiteit • Volwassenen als lerenden Onderwijs en recht (3 sp.) Door de juridisering van het onderwijs is er binnen het onderwijsveld meer behoefte aan een basiskennis van het onderwijsrecht. De cursus beoogt geen intensieve juridische opleiding te zijn, noch een discussieforum te bieden over onderwijsbeleid. Centraal staat het overbrengen van een basis juridische kennis aan niet-juristen die actief zijn in het onderwijsveld. Dat moet hen in staat stellen een situatie in het onderwijs juridisch in te schatten, en indien vereist, tijdig juridisch advies in te winnen zodat gerechtelijke procedures kunnen worden vermeden. De cursus kan eveneens nuttig zijn voor diegenen die reeds in het onderwijs werkzaam zijn en belangstelling hebben voor de juridische grondslagen en praktijk van het vakgebied. Onderwerpen zijn onder meer: bronnen van het onderwijsrecht, juridische organisatie van het onderwijsstelsel in Vlaanderen, commissies binnen het onderwijs, hervormingen in het hoger onderwijs, rechtsbescherming in het onderwijs, het concept van kwaliteitszorg, toegang tot het onderwijs, de rechtspositie van het personeel in het leerplichtonderwijs, rechten en plichten van het personeel in scholen, beperkingen aan de pedagogische vrijheid van de leerkracht, de weigeringsbeslissing te benoemen inzake onderwijsaangelegenheden, tuchtprocedures, aansprakelijkheid in het onderwijs, evaluatie van het onderwijzend personeel. Studium Generale: Wetenschap en Samenleving (3 sp.) Deze lezingencyclus heeft als doel studenten, doctorandi en het brede publiek samen te brengen om hen te informeren en samen te laten debatteren over belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen. De thema’s van de lezingen van Studium Generale zetten door hun interdisciplinariteit aan tot grensoverschrijdend denken. Ze verruimen de horizon van de deelnemers en voeden de nieuwsgierigheid van een geïnteresseerd en goed geïnformeerd publiek.
| 28
Er staan acht thema’s op het programma van de cyclus Studium Generale. Elke sessie begint met een lezing van een uur door een gastspreker, gevolgd door vraagstelling en debat met het publiek. Eén moderator leidt en coördineert de discussie. De studenten van de Universiteit Antwerpen kunnen de lezingencyclus als keuzeopleidingsonderdeel laten gelden op voorwaarde dat ze zes van de acht lezingen bijwonen en er een paper over schrijven. Meer info op www.ua.ac.be/studiumgenerale. Collectief leren in organisaties (3 sp.) Organisaties beseffen dat kennis en leren heel belangrijke, zoniet de enige, bronnen van hun werkelijk competitief voordeel zijn. Opvallend hierbij is dat heel wat van het leren in organisaties niet gebeurt vanuit onpersoonlijke informatiebronnen zoals handboeken of databases, maar door interacties tussen mensen. Meer en meer wordt onderkend dat kennis en de kracht van kennisontwikkeling ingekapseld is in sociale netwerken en gemeenschappen. Dat web van relaties kan organisaties helpen om heel dynamisch problemen aan te pakken en nieuwe kennis te creëren. Dit vak bestudeert het collectief leren in organisaties vanuit drie verschillende perspectieven: het leren dat plaatsvindt in teams, gemeenschappen (communities of practice) en netwerken. Telkens wordt stilgestaan bij welke kennis en wat soort leren (al dan niet) plaatsvindt. Er wordt gezocht naar kritische factoren die het succes van dit collectief leren bepalen. Onderwijsvernieuwing (3 sp.) De cursus beoogt vooral het helpen ontwikkelen van een theoretisch denkkader over onderwijsvernieuwing dat gebruikt kan worden in de analyse van processen van onderwijsvernieuwing op een school en daarop toegepast kan worden. Daartoe worden onderwijsvernieuwingen die niet alleen in Vlaanderen, maar ook wereldwijd merkbaar zijn, gesitueerd in een context van (globale) maatschappelijke ontwikkelingen. Verder worden vanuit een historisch-systematische invalshoek diverse opvattingen over onderwijsvernieuwing behandeld, zowel met een theoretisch als met een toepassingsgericht oogmerk. Aan de orde komen diverse benaderingen zoals het adoptieperspectief, het implementatieperspectief, schoolorganisatieontwikkeling, de zogeheten effective school movement en, als een voorlopig culminatiepunt, de authentieke schoolvernieuwingsopvatting). Enige nadruk ligt daarbij ook op de vraag naar het ontwikkelen van interne schoolcapaciteiten ter verhoging van het beleidsvoerend vermogen van de school. Naast colleges en literatuurbesprekingen worden ook door studenten zelf ingebrachte casussen besproken
29 |
Management van het onderwijsproces (3 sp.) Bij het opleidingsonderdeel Management van het onderwijsproces komen twee thema’s aan bod: zelfevaluatie en beleidsvoerend vermogen van scholen. Zelfevaluatie wordt voorgesteld als een strategisch instrument voor kwaliteitszorg. In dit kader wordt stil gestaan bij de mogelijke foci van zelfevaluatie, de betrokkenen, de procedure en condities. Het beleidsvoerend vermogen van scholen wordt bekeken vanuit de dragers voor beleidseffectiviteit van scholen. Er worden acht dragers van dichterbij bekeken: doeltreffende communicatie, ondersteunende professionele en persoonlijke relaties, gedeeld leiderschap, gezamenlijke doelgerichtheid, responsief en innovatief vermogen, geïntegreerd beleid en reflectief vermogen. De beide thema’s worden met elkaar in verband gebracht en dit zal zich ook vertalen in de praktijkopdracht die bij dit opleidingsonderdeel hoort. In beide onderdelen wordt uitgegaan van een actieve en op het werk betrokken deelnemer.
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info op www.ua.ac.be/dis (Dienst Internationale Samenwerking).
Onderwijs en examens Master in BaMa In heel Europa werd het BaMa-systeem ingevoerd, na het ondertekenen van het Bologna-akkoord. Alle bestaande opleidingen in het hoger onderwijs werden omgevormd tot academische en professionele bachelor- en masteropleidingen. Meer informatie over het BaMa-systeem vind je op www.ua.ac.be. In Vlaanderen zijn alle masteropleidingen academisch. Elke masteropleiding aan de Universiteit Antwerpen heeft specifieke toelatingsvoorwaarden. In elk geval heb je een professioneel of een academisch bachelordiploma behaald, als je inschrijft voor een masteropleiding. Afhankelijk van het diploma dat je reeds op zak hebt, kan je o fwel rechtstreeks instromen in een masteropleiding, ofwel eerst een schakelprogramma (na een | 30
rofessionele bacheloropleiding) of een voorbereidingsprogramma (na een academische p bacheloropleiding) doorlopen. Visueel kunnen we dit als volgt voorstellen: Academische Bachelor Academische Bachelor Professionele Bachelor
➞ ➞
➞
Academische Master
➞ ➞
Voorbereidingsprogramma Schakel
Academische Master Academische Master
Semestersysteem en examens Dankzij de nieuwe bachelor- en masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je als student meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Het is echter belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet; de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma van het academiejaar hebt behaald! Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op www.ua.ac.be/OER.
Leerkrediet Hoe werkt het leerkrediet? Het leerkrediet werkt eveneens met studiepunten. Elke student krijgt 140 studiepunten bij zijn eerste inschrijving in het Vlaams hoger onderwijs. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je inschrijft wordt het leerkrediet verminderd met de overeenkomstige studiepunten. Wanneer je slaagt voor dat opleidingsonderdeel, komen die studiepunten er terug bij. De eerste 60 studiepunten die je verwerft, krijg je dubbel terug. Voor wie? Het leerkrediet is van toepassing op alle studenten die zich inschrijvingen met een diplomacontract voor een initiële opleiding (de bachelors en de masters) en voor alle inschrijvingen met een creditcontract. Opleiding afgewerkt? Na het behalen van je bachelordiploma, behoud je je leerkrediet. Als je een masterdiploma behaalt, wordt het startkapitaal van 140 studiepunten van je saldo afgetrokken. Als je studietraject perfect is verlopen, heb je dan nog 60 studiepunten over. 31 |
Onvoldoende leerkrediet Als je geen of een negatief leerkrediet hebt, mag de instelling voor hoger onderwijs je inschrijving weigeren. Als je onvoldoende studiepunten hebt voor de opleiding of het programma waarvoor je wilt inschrijven, kan de instelling extra studiegeld vragen voor de studiepunten die je tekort komt of je inschrijving beperken tot het aantal studiepunten waarover je nog beschikt. Aan de Universiteit Antwerpen wordt géén verhoogd inschrijvingsgeld gevraagd. Je hebt wel van de betrokken faculteit de toelating tot inschrijven nodig en deze zal in de meeste gevallen je studieprogramma beperken. Het aantal studiepunten dat je opneemt door je inschrijving in opleidingsonderdelen en het aantal studiepunten waarvoor je credits behaalt via de examens is dus belangrijk! Het is een maatstaf voor studiesucces en studievoortgang en kan gevolgen hebben voor jouw recht op verder studeren en jouw sociaal statuut als student! Daarom is het belangrijk om doordacht te kiezen, je in te zetten voor je studie en ook administratief tijdig met alles in orde te zijn! Meer info: www.ua.ac.be/studiepunten.
Studiebegeleiding Studieadvies en studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding helpt je vanaf het moment dat je voor het eerst inschrijft tot aan het moment waarop je je diploma ontvangt. Je kan op elke campus terecht bij een studentenbegeleider, na afspraak via het Studenten Informatie Punt (T +32 3 265 48 72). Onze dienst voorziet begeleiding op volgende domeinen: Informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs Dit kan handelen over studierichtingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, maar ook over het leerkrediet, het onderwijs- en examenreglement, enz. Begeleiding bij het maken van je studiekeuze, twijfels over je studierichting Weten wat je wilt, is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studenten begeleider kan je aan de hand van gesprekken en oefeningen meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Begeleiding omtrent studievaardigheden, studieplanning en uitstelgedrag Een studentenbegeleider kan je studievaardigheden helpen aanscherpen (hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof, hoe maak je een schema, hoe maak je goede nota’s) en je | 32
helpen bij het maken van realistische planningen en oefeningen om je uitstelgedrag tegen te gaan. Psychologische begeleiding en psychotherapie Wanneer je geconfronteerd wordt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …), kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken. Dit kan gaan over een kortere begeleiding, het volgen van een training, het volgen van een langdurige psychotherapie of een gepaste doorverwijzing. Alles gebeurt steeds op vrijwillige basis. Begeleiding van studenten met een functiebeperking, topsport of kunstbeoefening Als student met een functiebeperking (fysische handicap of chronische ziekte, leerprobleem, concentratieprobleem, stoornis binnen het autismespectrum of psychisch probleem ...), sport- of kunstbeoefening kan je bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Hiervoor is een attest vereist. Meer info: www.ua.ac.be/bijzonderefaciliteiten of in de folder ‘Studeren met een functiebeperking, topsport- of kunstbeoefening’. Afstudeerbegeleiding en beroepskeuze Tot slot kan je bij ons terecht voor hulp bij je zoektocht naar jobs passend bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses, voor informatie over verdere studies na het behalen van een diploma, sollicitatietips, enz. Het aanbod groepsgerichte begeleiding en trainingen wordt elk semester bekend gemaakt via affiches, folders, brochures, op Blackboard en via mail. Kijk ook zeker op www.ua.ac.be/ studentenbegeleiding.
33 |
Nuttige websites masteropleidingen Op www.ua.ac.be/studiekiezer vind je uitgebreide informatie over alle masteropleidingen die de Universiteit Antwerpen inricht. Je kan vanuit deze URL ook doorklikken naar de website van een faculteit.
toekomstige studenten Infodagen Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen informatiedagen voor leerlingen van het secundair onderwijs. Deze hebben plaats in maart en april. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostanden cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer info op www.ua.ac.be/infodagen. Infomarkt Twijfel je nog over je studiekeuze? Wil je nog graag een bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt in september. Bachelor-, schakel, master- en master-na-masterprogramma’s komen aan bod, alsook “flexibel studeren en avondonderwijs”. Aan de infostanden kan je cursussen inkijken, brochures verkrijgen en bijkomende vragen stellen aan de medewerkers van de opleidingen en studentenbegeleiders. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer info op www.ua.ac.be/infodagen.
Inschrijven Praktische informatie in verband met inschrijvingen vind je op: www.ua.ac.be/inschrijven.
Studentenportaal Op het studentenportaal https://blackboard.ua.ac.be vind je algemene informatie die voor jou als student nuttig kan zijn: de academische kalender, de computer- en netwerkinfrastructuur, blackboard, beschikbare cursussen, financiering, huisvesting, sociale voorzieningen, eten en drinken op de campussen, studentenjobs, studentenclubs, sport, contactpersonen studieloopbaanbegeleiding per faculteit, doctoreren, enz..
Bibliotheek De Universiteit Antwerpen heeft een uitgebreide collectie boeken ter beschikking voor studenten en personeel. Op de Stadscampus bevindt zich een gloednieuwe bibiliotheek voor de humane en sociale wetenschappen. Op de campus Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken zijn de bibliotheken voor de exacte en medische wetenschappen gehuisvest. Meer info op http://lib.ua.ac.be.
| 34
Begin academiejaar Het academiejaar 2011-2012 start op maandag 26 september 2011.
wegbeschrijving naar de vier campussen Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar de verschillende campussen terugvinden. De vier campussen zijn campus Drie Eiken, Stadscampus, campus Groenenborger en campus Middelheim.
Meer info? Instituut voor Onderwijs- en Informatiewetenschappen (IOIW) Lieve Billion - Britt Van Ham Stadscampus Venusstraat 35 2000 Antwerpen T +32 3 265 44 13 of +32 3 265 44 86
[email protected] Raadpleeg ook regelmatig de website: www.ua.ac.be/oow Studenten Informatie Punt (STIP) Stadscampus Gebouw E (Agora), 1ste verdieping Grote Kauwenberg 2 2000 Antwerpen T +32 3 265 48 72
[email protected]
35 |
Notities
| 36
Notities
37 |
Notities
| 38
Notities
39 |
Notities
| 40
Leon... D e n i e u we Da Vinci.