28-01-2015
Waar Amsterdam begint, houdt led op BART VAN ZOELEN Terwijl het aantal ledlampen in straatverlichting in heel Nederland snel stijgt, is het in Amsterdam nog nihil. Een inhaalslag laat nog minstens twee jaar op zich wachten. Niemand die na het vallen van de avond op de gemeentegrens met Amstelveen nog een plaatsnaambordje nodig heeft. De verlichting boven de Buitenveldertselaan onthult feilloos waar Amsterdam ophoudt. Precies daar waar de moderne ledverlichting begint. Amstelveen is niet eens een early adopter als het gaat om energiezuinige straatverlichting. Alleen bij straatlantaarns die afgeschreven zijn, kiest Amstelveen sinds kort voor led. En dan alleen als de extra kosten zich in twintig jaar terugverdienen door lagere stroomkosten. Maar langs de Beneluxbaan en de Bovenkerkerweg, grote doorgaande wegen, zijn de lampen al grotendeels vervangen door leds. Daarmee is Amstelveen Amsterdam ver vooruit. Precieze aantallen zijn niet bekend, maar een woordvoerder van de gemeentelijke verkeersdienst DIVV omschrijft het aantal ledlantaarns in Amsterdam als 'écht heel erg weinig'. "Als ik een percentage moet noemen, is het niet veel meer dan 0,01." En dat terwijl veel gemeenten hun straatlantaarns al ten dele hebben ingeruild voor nieuwe armaturen die geschikt zijn voor ledlampen. Het IGOV een expertgroep van gemeenteambtenaren - schat het percentage ledlantaarnpalen zelfs op twintig, maar dat is vermoedelijk te optimistisch. Volgens Rijkswaterstaat ligt het onder de tien procent, Philips denkt aan acht en de makers van het Led Trendrapport, een rapport over deze branche, houden het op zo'n vijf procent. Feit blijft dat Amsterdam tot de achterhoede behoort. Als Arthur Klink van het IGOV wordt gevraagd welke steden inmiddels een begin hebben gemaakt met de ombouw van hun straatverlichting, begint hij aan een lange opsomming: "Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Dordrecht, Tilburg, Eindhoven natuurlijk..."
Klink wil niet ingaan op de verrichtingen van individuele leden, maar hij kan wel enig begrip opbrengen voor de afwachtende houding van Amsterdam de voorbije jaren. Zo gaf het wittere licht dat ledlampen tot voor kort uitstraalden, een unheimisch gevoel in woonbuurten. Daar staat toch al verlichting
met
lagere
vermogens
dan
langs
verkeerswegen.
De
energiebesparing door leds is daardoor relatief klein, ook al doordat conventionele lampen zuiniger zijn geworden. "In de woonwijken verdien je het gewoon nog niet terug." "Het 'verledden' wordt geremd door de lage energieprijs," zegt Floriaan Tasche, commercieel directeur buitenverlichting van Philips Lighting. De terugverdientijd is ver teruggeworpen en dat heeft vooral grote steden ervan weerhouden grootscheeps over te gaan op ledverlichting, denkt hij. "En budgettair bekeken begrijp ik dat. Maar ze zijn daardoor niet verder aan het innoveren en ze zijn niet verder aan het verduurzamen." "Amsterdam heeft ambitieuze CO2-doelstellingen en het aanpakken van de verlichting is op zeer korte termijn effectief. Als de gemeenteraad vandaag akkoord gaat, installeren wij in drie maanden de eerste ledverlichting. Dat geeft dertig procent energiebesparing en dus ook dertig procent minder CO2." De openbare verlichting in Amsterdam, maar liefst 140.000 armaturen, is goed voor 39 procent van het stroomverbruik en 32 procent van de CO2-uitstoot van de gemeentelijke organisatie. "Let wel, dit is één van de weinige terreinen waar een stad grote stappen kan zetten," zegt Tasche. "En met led krijg je beter zicht en dat draagt ook weer bij aan de veiligheid." Want Philips benadrukt graag dat ledverlichting meer voordelen heeft. "Het is heel efficiënt, je kunt het goed richten," zegt Tasche wervend. "Bij monumentaal erfgoed bijvoorbeeld." Ledlampen laten zich ook goed dimmen, onder meer mooi voor woonwijken waar 's nachts toch maar weinig mensen op straat zijn. In combinatie met aanwezigheidsdetectoren die het licht laten toenemen als er iemand langsloopt, kan dat de besparing tot tachtig procent doen oplopen. "Het is onze doelstelling licht intelligent te maken," zegt Tasche. Als een onderdeel stuk is, stuurt het armatuur automatisch een signaal - wat arbeidsintensieve inspectierondes langs alle straatlantaarns overbodig maakt. In uitgaansgebieden wordt het mogelijk de straat na sluitingstijd van de kroegen vol in het licht te zetten, zelfs à la minute als verhit stemgeluid een opstootje verraadt. Licht kan volgens Tasche zo ook bijdragen aan de sfeer. Uitgerekend in Amsterdam, op het Hoekenrodeplein voor station Bijlmer, wordt uitgeprobeerd
hoe verlichting kan inspelen op verschillende momenten van de dag. In de spits is het plein een aanvoerroute voor forensen, 's avonds op het terras is het gezelliger als het licht wat warmer is. Als extra reden waarom Amsterdam achterblijft, noemt Tasche de goedkope groene stroom die de stad in eigen huis inkoopt. Daardoor valt de terugverdientijd van zuinige verlichting hoger uit. Het is een verklaring die in het verleden ook in verschillende beleidsstukken van de gemeente is genoemd: juist de goedkope groene stroom die Amsterdam opwekt bij het eigen energiebesparende Afval Energie Bedrijf, heeft zo, ironisch genoeg, extra energiebesparing door ledverlichting verhinderd. "We moeten ervan af dat energiebesparing ook geld moet opleveren," vindt Klink van het IGOV. De winst zit óók in minder CO2-uitstoot en het feit dat minder wegafzettingen en storingsherstel nodig zijn, doordat ledlampen langer meegaan. De gemeente Utrecht, zijn eigen werkgever, geeft prioriteit aan wegen en nieuwbouwwijken. "Langs verkeerswegen kunnen ledlampen al heel goed concurreren met conventionele verlichting. Daar kun je die gerust vijf jaar eerder afschrijven." In woonbuurten die nog even op ledverlichting moeten wachten, kan zijn gemeente uiteindelijk profiteren van de technologische vooruitgang die in de tussentijd wordt geboekt. Maar dan nog is het verstandig, vindt Klink, niet te wachten tot alle lantaarns in één keer aan vervanging toe zijn. "Als je te lang wacht, stapel je het probleem op voor de toekomst." Toch is dat precies wat Amsterdam tot dusver heeft gedaan. Waarschijnlijk gaat de gemeente dit voorjaar van start met het vervangen van straatlantaarns door ledverlichting, maar slechts mondjesmaat. "Waar armaturen vervangen moeten worden, willen we ze vervangen door ledarmaturen. Daar waar lampen vervangen moeten worden en de armaturen nog niet aan het einde van hun levensduur zijn, willen we ze vervangen door andere lampen," zei verkeerswethouder Pieter Litjens vorige maand in de gemeenteraad. Dat kunnen dus ook zuinigere conventionele lampen zijn. "Daar gaat de ontwikkeling ook ongelofelijk snel." Amsterdam gaat dus nog niet versneld over op led. Eind 2013 werd de gemeenteraad
nog
voorgespiegeld
dat
dit
ervan
ging
komen
als
prestatieafspraken op het gebied van duurzaamheid onderdeel zouden worden van de aanbesteding voor nieuwe verlichting vanaf 2015. 'De uitrol van led in de stad komt hiermee een stap dichterbij,' stond in het gemeentelijke plan hoe de eigen organisatie CO2-neutraal kan worden gemaakt. Maar zo'n 'complex'
aanbestedingsproces durft de gemeente bij nader inzien nog niet aan. Litjens wil de verlichting eerst nog twee jaar op de traditionele manier aanbesteden. Daarmee heeft de wethouder, een VVD'er, de ergernis gewekt van GroenLinks. In het plan stond bovendien dat Amsterdam het beste binnen elf jaar helemaal kon overgaan op led. In dat geval wogen de extra investeringen en de vervroegde afschrijving op de bestaande verlichting op drie miljoen euro na op tegen de elektriciteitsbesparing. Maar net voor de verkiezingen kwam de stad daarvan terug. Die berekening was toch te optimistisch geweest. Door de investeringen over twintig jaar uit te smeren en geen lantaarnpalen vervroegd af te schrijven, kan DIVV de overschakeling betalen uit de huidige begroting, en dat is nu het plan. Op verzoek van de gemeenteraad verklaarde Litjens zich nog wel bereid de mogelijkheden tot versnelling nog eens door te rekenen. Maar voor de kosten keek hij nadrukkelijk naar wethouder Abdeluheb Choho van Duurzaamheid. "Hier hangen prijskaartjes aan die verdergaan dan kostenefficiënt met verlichting omgaan." Daarmee is de argwaan van GroenLinksraadslid Jasper Groen gewekt. Op de kleine begroting van Choho is dat geld niet voorhanden, zegt Groen. En in zijn duurzaamheidsagenda is Choho al wel uitgegaan van minder CO2-uitstoot door de gemeente zelf. Een trager tempo in de overgang naar ledverlichting scheelt zo vijfduizend ton CO2 per jaar, evenveel volgens hem als de drie windmolens die Amsterdam de komende periode mogelijk wil maken. "Litjens slaat zo een gat in de duurzaamheidsambities ter grootte van drie windmolens."
28-01-2015
Lampen R'dam komen uit Oost BART VAN ZOELEN Uitgerekend in de stad waar nog nauwelijks een lantaarnpaal is omgebouwd naar led, timmert een in straatverlichting gespecialiseerde lampenfabrikant stevig aan de weg. De Amsterdamse verlichtingsproducent Lightwell mag nota bene grote delen van Rotterdam in het ledlicht zetten. Na een vorig jaar gewonnen aanbesteding plaatst het bedrijf er de komende acht jaar enkele tienduizenden lantaarns. Ook in Venlo, Almere en Hellendoorn staan armaturen van Lightwell. Het bracht de Amsterdammers in 2014 tot een marktaandeel van zo'n tien procent. Niet gek voor een bedrijf dat een half jaar geleden nog werkte vanuit het tuinhuis van directeur en eigenaar Henk Janssen aan de Amsteldijk. Die had zijn bedrijf in tuinverlichting verkocht. Omdat het in 2007 toch weer begon te kriebelen, stapte hij in de openbare verlichting. "Tot 2011 waren we vooral druk met ontwerpen. Na 2012 zijn we ook gaan verkopen." Vorig jaar verhuisde Janssen met zijn vijftien medewerkers naar de Kauwgomballenfabriek, het bedrijfsverzamelgebouw in de Paul van Vlissingenstraat. "De komende acht jaar gaat veel veranderen, dat is het grote gevecht," zegt medewerker Virgil Warnars. De toekomst zit in intelligente verlichting, denkt ook Lightwell, van systemen die bijvoorbeeld zelf voorspellen dat een lamp kapotgaat. Friso Kramer tekende voor Lightwell een strak functionele zogenoemde paaltoparmatuur. De lampen zelf worden geproduceerd in Rotterdam en Sjanghai. Maar Lightwell bedenkt ook ledverlichting voor paskamers en afvalbakken. Zo gaat een lampje tevreden knipperen wanneer iets in de vuilnisbak wordt gedeponeerd, als bedankje voor de voorbijganger die de moeite heeft genomen.