1TM IWVvM
-
mmm,
i
u ^ Vereniging voor Mededingingsrecht
VvM 5-7 bijeenkomst Consultatie over het wetsvoorstel Implementatiewet privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht ("kartelschaderichtlijn")
VvM
asstissBiÉÈl Vereniging voor Mededingingsrecht
Exhibitieplicht artikel 845 Rv In afwijking van het in artikel 843a, vierde lid, bepaalde is degene die bescheiden omtrent een vordering tot schadevergoeding wegens een inbreuk op het mededingingsrecht te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, niet gehouden inzage, afschrift of uittreksel daarvan te verschaffen, indien daarvoor gewichtige redenen zijn.
Toelichting bij artikel 845 Rv Artikel 843a regelt het inzagerecht c.q. de exhibitieplicht. Op een punt na biedt die bestaande algemene regeling ruimere toegang tot bewijsmateriaal dan op grond van artikel 5 van de richtlijn in ieder geval moet worden gerealiseerd...
Exhibitieplicht Overweging 18 Richtlijn 2014/104/EU Hoewel relevant bewijsmateriaal dat bedrijfsgeheimen of anderszins vertrouwelijke informatie bevat, in beginsel voor schadevorderingen beschikbaar moet zijn, moet deze vertrouwelijke informatie op passende wijze beschermd worden. De nationale rechterlijke instantie moet daarom een beroep kunnen doen op een scala aan maatregelen om te voorkomen dat die vertrouwelijke informatie tijdens de procedure openbaar wordt gemaakt. Daarbij kan het gaan om het bewerken van gevoelige passages in documenten, het houden van besloten zittingen, het beperken van de groep personen die van het bewijsmateriaal kennis kan nemen beperkt wordt, en de opdracht aan deskundigen om samenvattingen van de informatie te maken met samenvoeging van individuele gegevens of in anderszins niet-vertrouwelijke vorm. Maatregelen ter bescherming van bedrijfsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie mogen de uitoefening van het recht op schadevergoeding echter niet belemmeren.
II
Vereniging voor Mededingingsrecht
'"[
.
TL
Hoofdelijke aansprakelijkheid artikel 11 lid 1Richtlijn 2014/104/EU De lidstaten zorgen ervoor dat ondernemingen die door een gemeenschappelijk optreden inbreuk hebben gemaakt op het mededingingsrecht hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door de inbreuk op het mededingingsrecht veroorzaakte schade: elk van deze ondernemingen is verplicht de schade volledig te vergoeden, en de benadeelde partij heeft het recht van elk van hen volledige vergoeding eisen totdat zij volledig is vergoed.
artikel 6:193n lid 1BW Indien ondernemingen door een gemeenschappelijk optreden een inbreuk hebben gepleegd op het mededingingsrecht, is elk hunner voor het geheel van de door de inbreuk veroorzaakte schade aansprakelijk.
VwM
Uitzonderingen hoofdelijkheid artikel 11 lid 4 Richtlijn 2014/104/EU In afwijking van lid 1 zorgen de lid staten ervoor dat een ontvanger van immuniteit, hoofdelijk aansprakelijk is jegens: a) zijn directe of indirecte afnemers of leveranciers, en b) de andere benadeelde partijen, doch slechts indien geen volledige schadevergoeding kan worden verkregen van de andere bij dezelfde inbreuk op het mededingingsrecht betrokken ondernemingen.
artikel 6:193n lid 4 BW Een ontvanger van immuniteit is slechts jegens zijn directe en indirecte afnemers en leveranciers hoofdelijk verbonden tot vergoeding van de schade die voortvloeit uit de inbreuk, tenzij geen volledige vergoeding van schade kan worden verkregen van de andere bij de inbreuk betrokken ondernemingen.
t voor Mededingingsrecht imvvM LKinVereniging i i i—i «—
Uitzonderingen bij regres artikel 11 lid 5 en 6 Richtlijn 2014/104/EU 5.De lidstaten zorgen ervoor dat een inbreukpleger van elke andere inbreukpleger een bijdrage kan terugvorderen, waarvan het bedrag wordt bepaald op basis van hun relatieve verantwoordelijkheid voor de door de inbreuk op het mededingingsrecht veroorzaakte schade. De bijdrage van een inbreukpleger die in het kader van een clementieregeling immuniteit tegen geldboeten heeft gekregen, mag niet groter zijn dan de omvang van de schade die zij haar directe of indirecte afnemers of leveranciers heeft berokkend. 6.De lidstaten zorgen ervoor dat, voor zover de inbreuk op het mededingingsrecht schade heeft veroorzaakt voor andere benadeelde partijen dan de directe of indirecte afnemers of leveranciers van de inbreukplegers, de grootte van de bijdrage van de partij aan wie immuniteit is verleend ten behoeve van andere inbreukplegers wordt bepaald op basis van de relatieve van die inbreukpleger voor verantwoordelijkheid voor die schade.
1
VvIVI
Uitzonderingen bij regres Toelichting bij artikel 6:193o BW ...Artikel 6:193o laat, zoals artikel 11, zesde lid, van de richtlijn voorschrijft, onverlet dat de ontvanger van immuniteit wel naar de maatstaven van artikel 6:102 juncto artikel 6:101 juncto artikel 6:10 zal moeten bijdragen aan de aan anderen dan de directe en indirecte afnemers en leveranciers van de inbreukplegers te vergoeden schade die voortvloeit uit de inbreuk. Te denken valt aan een geval van umbrella pricing (zie het algemene deel van deze memorie van toelichting en de toelichting bij art. 6:193m).
Doorberekeningsverweer (passing-on defence) artikel 13 Richtlijn 2014/104/EU De lidstaten zorgen ervoor dat de verweerder in een schadevorderingsgeding als verweer tegen een schadevordering kan aanvoeren dat de eiser de door de inbreuk op het mededingingsrecht veroorzaakte meerkosten volledig of ten dele heeft doorberekend. De bewijslast dat de meerkosten zijn doorberekend, rust op de verweerder, die van de eiser en/of van derden redelijkerwijs toegang tot het bewijsmateriaal kan vorderen.
artikel 6:193q BW Een inbreukpleger kan het verweer voeren dat de benadeelde de door de inbreuk op het mededingingsrecht veroorzaakte meerkosten heeft doorberekend
Verjaring artikel 10 lid 2 en 3 Richtlijn 2014/104/EU 2.De verjaringstermijn begint niet te lopen voordat de inbreuk op het mededingingsrecht is stopgezet en een eiser weet heeft, of redelijkerwijs geacht kan worden weet te hebben, van: a) de gedraging en het feit dat deze gedraging een inbreuk op het mededingingsrecht vormt; b) het feit dat hij door de inbreuk op het mededingingsrecht schade heeft geleden, en c) de identiteit van de inbreukmaker. 3.De lidstaten zorgen ervoor dat de verjaringstermijn om een schadevordering in te stellen ten minste vijfjaar bedraagt.
artikel 6:193t BW Een rechtsvordering tot vergoeding van schade door een inbreuk op het mededingingsrecht verjaart door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de inbreuk is stopgezet en de benadeelde met de inbreuk, de schade die hij dientengevolge lijdt en de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden of redelijkerwijs bekend kan worden geacht, en in ieder geval door verloop van twintig jaren na de aanvang van de dag volgende op die waarop de inbreuk is stopgezet.
Verjaring artikel 10 lid 4 Richtlijn 2014/104/EU De lidstaten zorgen ervoor dat de verjaringstermijn afhankelijk van het nationaal recht wordt geschorst dan wel wordt gestuit wanneer een mededingingsautoriteit een handeling verricht tot onderzoek of vervolging van de inbreuk op het mededingingsrecht waarop de schadevordering betrekking heeft. De schorsing eindigt ten vroegste één jaar na de vaststelling van een definitieve inbreukbeslissing of nadat de procedure op andere wijze is beëindigd.
artikel 6:193u lid 1 onderdeel b BW Onverminderd het bepaalde in de artikelen 316, 317 en 318 van Boek 3 wordt de verjaring van een rechtsvordering tot vergoeding van schade gestuit door: b. een handeling van een mededingingsautoriteit ter verrichting van een onderzoek of procedure met betrekking tot de inbreuk op het mededingingsrecht waarop de rechtsvordering betrekking heeft.
jj
VvM
Schikkingen artikel 19 lid 1en 2 Richtlijn 2014/104/EU 1.De lidstaten zorgen ervoor dat na een schikkingsovereenkomst de schadeclaim van de bij de schikking betrokken benadeelde partij wordt verminderd met het aandeel dat de bij de schikking betrokken inbreukpleger heeft gehad in de schade die de benadeelde partij door de inbreuk op het mededingingsrecht heeft geleden. 2.De resterende schadeclaim van de bij de schikking betrokken benadeelde partij kan alleen worden uitgeoefend tegen niet bij de schikking betrokken inbreukplegers, die daarvoor geen bijdrage kunnen terugvorderen van de bij de schikking betrokken inbreukpleger.
1. Na een schikking wordt de vordering tot schadevergoeding van de bij de schikking betrokken benadeelde verminderd met het aandeel dat de bij de schikking betrokken inbreukpleger heeft gehad in de schade die de benadeelde door de inbreuk op het mededingingsrecht heeft geleden. 2. Een bij een schikking betrokken benadeelde kan alleen een niet bij de schikking betrokken inbreukpleger aanspreken voor de vergoeding van de na de schikking resterende schade. De niet bij de schikking betrokken inbreukpleger kan voor de vergoeding van deze schade geen bijdrage vorderen van de bij de schikking betrokken inbreukpleger.
fvvM
Vereniging voor Mededingingsrecht
Schikkingen artikel 19 lid 3 Richtlijn 2014/104/EU 3.In afwijking op lid 2 zorgen de lidstaten ervoor dat de bij de schikking betrokken benadeelde partij, wanneer de niet bij de schikking betrokken inbreukplegers niet bij machte zijn de met de resterende schadeclaim overeenstemmende schade te vergoeden, de resterende schadeclaim tegen de bij de schikking betrokken inbreukpleger kan uitoefenen. De in de eerste alinea bedoelde afwijking kan in de voorwaarden van de buitengerechtelijke schikkingen uitdrukkelijk worden uitgesloten.
artikel 6:193p lid 3 en 4 BW 3. Indien niet bij een schikking betrokken inbreukplegers niet bij machte zijn om de na een schikking resterende schade van een bij de schikking betrokken benadeelde te vergoeden, is de bij de schikking betrokken inbreukpleger ook aansprakelijk voor deze schade. 4. Lid 3 mist toepassing indien uitdrukkelijk anders is bepaald in de voorwaarden van de schikking.