VSO School De Beatrixschool Zierikzee

VSO School De Beatrixschool Zierikzee Missie & Visie De Beatrixschool geeft onderwijs aan leerlingen tussen 4 en 20 jaar. Zij hebben speciale onderwijsbehoeften vanwege een verstandelijke beperking. We bieden onderwijs op maat, verzorgd door een professioneel team, werkend vanuit de volgende principes:  Boeiend onderwijs  Oplossingsgericht werken  Aandacht voor interesses en talenten Ons onderwijs richt zich op een zo groot mogelijke deelname aan de samenleving en op volwaardig burgerschap. Samen met ouders en leerlingen geven we vorm aan het ontwikkelingsperspectief en het uitstroomprofiel. Daarnaast werken we samen met andere (onderwijs)instellingen. Het motto van onze school is dan ook: “ Beatrixschool Zierikzee, Gewoon speciaal “. Gewoon waar het gewoon kan en speciaal waar het speciaal moet. Doelgroepen: Doelgroep 1 Leerlingen met stabiel beperkte cognitieve ontwikkelingsmogelijkheden “Zeer moeilijk lerende” leerlingen.

Uitstroombestemming

Onderwijsbehoeften (aandacht en tijd)

Expertise

Extra ondersteuning

1.Dagbesteding

1. Instructie

Voor alle doelgroepen:

Voor alle doelgroepen:

 

Binnen deze uitstroombestemmingen werken we met verschillende arrangementen (verdiept, basis, intensief). Mocht een leerling op één van de vakken uitvallen (dus buiten zijn leerroute) krijgt deze leerling een intensief of juist verdiept onderwijsaanbod, dit kan bijvoorbeeld bestaan uit: - verlengde instructietijd voor de leerling; - extra instructiemomenten; - verdiepte instructie waarbij de leerling een extra aanbod krijgt met meer leerstof; - keuze voor een andere methode; - het aanbieden van meer structuur om de aandacht van de leerling vast te kunnen houden.

A. Toeleiding Taakgerichte Dagbesteding . Deze leerlingen functioneren bij de start in het VSO op niveau 5 van de ZML leerlijnen. B. Toeleiding Arbeidsgerichte Dagbesteding . Voor leerlingen bij aanvang VSO functionerend op ZML leerlijnen niveau 9. 2.Arbeid Het onderwijs richt zich op de toeleiding tot: A.(beschutte) arbeid in een sociale werkvoorziening B. arbeid in een regulier bedrijf, zonder

. Basisinstructie . Visueel maken van instructie . Gedragsinstructie na de Basisinstructie . Instructie wordt ondersteund door non-verbale communicatie 2. Leertijd . Extra leertijd/denktijd/ verwerkingstijd . Herhalen van de leerstof 3. Omgang .Consequente en voorspelbare leerkracht . Duidelijke en korte zinnen van leerkracht. 4. Feedback op gedrag . Tussentijdse feedback . Visueel maken van progressie . Feedback is eenduidig in taalgebruik . Eigen gevoelens en gevoelens van anderen benoemen . Positieve bekrachtiging 5. Structuur . Structureren van sociale situaties . Structureren van de omgeving . Structureren van tijd . Structureren van interactie . Duidelijke regels en grenzen

     

Leerkrachten Master SEN Onderwijsassistenten MBO niv. 4 Orthodidactici HBO en post HBO Gespecialiseerde logopedisten Kinderoefentherapeuten Orthopedagoog/ psycholoog Academisch Maatschappelijk werkster (MEE) Stagetrajectbegeleiders HBO

Daarnaast zijn alle medewerkers geschoold in de doelgroep leerlingen mbt.: 1. Autisme 2. Het gebruik van ondersteunde communicatiemiddelen, zoals ondersteunde gebaren, pictogrammen, 3. DGM training 4. Aangepaste methodes, software en -

Specifieke voorzieningen /gebouw Voor alle doelgroepen: Ter bevordering van de voorspelbaarheid visualiseren wij met pictogrammen en globaalwoorden. Bijvoorbeeld dagritme, keuzeborden, aanwezigheidsborden. Wij maken gebruik van regulieren en aangepaste methodes zoals Fototaal, Stip, Rekenboog. Binnen onze school zijn de volgende basis voorzieningen aanwezig: - een gymzaal - een keuken - een groot speelplein - aangepaste materialen zoals balanskussens, verstelbare tafels, enz.

De Beatrixschool, Jannewekken 19 B, 4301 HH Zierikzee. Tel. 0111 – 412777 www.debeatrixschool.nl e-mail: [email protected]

Samenwerking Voor alle doelgroepen:           

  

MEE Visio Auris Juvent CCE BJZ Politie jeugdzorg Emergis Amares Odyzee De Berkenschutse centrum voor epilepsie Ambulante begeleiding van REC 1,2,3 Leerplichtambt enaar WMO Gemeente voor vervoer en gemeentelijke

certificaten C. arbeid in een regulier bedrijf, i.c.m. landelijk erkend(e) certifica(a)t (en Deze leerlingen functioneren op hoog ZML niveau (bij start VSO CED leerlijnen niveau 11) Tussentijdse uitstroom: 3. Praktijkschool Deze leerlingen functioneren op ZML leerlijnen niveau 12 Leerlingen stromen uit vanaf 18 jaar.

6. Omgeving . Een veilige, uitdagende leeromgeving . Voorspelbare leeromgeving . Kleine klassen (±12 leerlingen) . Leerkracht en onderwijsassistent per klas Stagetraject Stage Leerling vanaf 13 jaar gaan het traject in om zich voor te bereiden op een zo zelfstandig mogelijk leven. Stage maakt onderdeel uit van dit traject. Vanaf 13 jaar gaan leerlingen stage lopen. Op onze school werken we met drie soorten stages: 13-15 jaar Interne stage en LOL (leren op locatie bij Manege Balans) De leerling functioneert met hulp en begeleiding in een beschermde omgeving (in school). Uitgangspunt hierbij is het opdoen van ervaring met werknemersvaardigheden en het inzicht krijgen in de eigen mogelijkheden ten aanzien van een beroep of dagbesteding. 15-16 jaar Snuffelstage, 1 dagdeel per week. De leerling functioneert in een groepje met hulp en begeleiding op de reguliere arbeidsmarkt of binnen de dagbesteding. (bijv. Manege Balans) 17-20 jaar Externe stage De leerling oriënteert zich op een of meer sectoren van beroep- of dagbesteding en samenleving. Hij/zij functioneert met hulp en begeleiding vanuit school en van het stagebedrijf binnen de kwaliteitseisen van deze omgeving(en).

5.

hulpmiddelen. Meervoudige Intelligentie (MI)

En wordt er gewerkt volgens: a. Protocollen  Omgaan met agressie en geweld  Omgaan met pesten  Calamiteiten en BHV  Medicijngebruik  Medisch handelen  Epilepsie en zwemmen  ARBO  Pedagogisch handelen  Ongewenste intimiteiten  Schorsing en verwijdering  Overlijden en rouw  Hoofdluis  Besmettelijke ziekten

Voor leerlingen met een extra zorgbehoefte wordt van AWBZgelden extra assistentie ingezet.

- een therapieruimte voor logopedie - een therapieruimte voor kinderoefentherapie - differentiatieruimtes. - leer- en hulpmiddelen en ICT soft- en hardware met mogelijkheden van het gebruik van aangepaste materialen. - speelplaats met mogelijkheden om aangepast materiaal te gebruiken. - technieklokaal. - een schooltuin

b.

Cyclisch proces van de competente leerkracht: directe instructiemodel, oplossingsgericht werken, systeemtools (boeiend onderwijs), pedagogisch handelen. c.

OGW4D: opbrengstgericht werken: data verzamelen, analyseren, interpreteren en doelen stellen voor de leerling, op groepsniveau en op schoolniveau.

De leerling functioneert zo veel als mogelijk zelfstandig in een zelfgekozen sector binnen de kwaliteitseisen van deze omgeving (beroep of dagbesteding.


voorzieningen  Een psychomotorisc h therapeut  Gors  Arduin  Philadelphia  Gemiva  Praktijkschool Pontes  SBO De Meie  Andere scholen voor speciaal onderwijs

Diverse zorgboerderijen Logeervoorzieningen en buitenschoolse opvang.

Doelgroep 2

Uitstroombestemming

Leerlingen met stabiel beperkte cognitieve ontwikkelingsmogelijkheden en ernstige problemen in gedrag en/of redzaamheid, inclusief stoornissen in het autistisch spectrum. “Moeilijk ontwikkelbare en lerende leerlingen”.

Zie doelgroep 1

Onderwijsbehoeften (aandacht en tijd) 1. Instructie . Individuele instructie . Visueel maken van alle instructie . Individuele gedragsinstructie . Instructie wordt ondersteund door non-verbale communicatie . Voordoen, nadoen, samendoen en over laten nemen, vaak 1 op 2. Leertijd . Extra leertijd/denktijd/ verwerkingstijd . Herhalen van de leerstof 3. Omgang .Consequente en voorspelbare leerkracht . Duidelijke en korte zinnen van leerkracht. . Een leerkracht die de tijd neemt om de leerling te leren kennen, zodat de juiste ingang(en) gevonden wordt in bejegening. 4. Feedback op gedrag . Tussentijdse individuele feedback . Visueel maken van individuele progressie . Individuele feedback is eenduidig in taalgebruik . Eigen gevoelens en gevoelens van anderen individueel benoemen . Individuele positieve bekrachtiging 5. Structuur . Structureren van sociale situaties . Structureren van interactie . Duidelijke regels en grenzen . Structureren van de omgeving: vaste plekken, afgeschermde werktafels+ prikkelarme ruimtes. . Structureren van tijd: visueel dagschema’s, overgangsmomenten structureren, werkschema’s, tijd visualiseren. 6. Omgeving . Een veilige, uitdagende leeromgeving . Voorspelbare leeromgeving . Kleine klassen (±12 leerlingen) . Leerkracht en onderwijsassistent per klas.

Expertise

Extra ondersteuning

Zie doelgroep 1

Zie doelgroep 1.

Leerkrachten die werken met deze doelgroep hebben voldoende kennis en ervaring om te voorzien in de onderwijsbehoeften van deze doelgroep.

Voor leerlingen met een extra zorgbehoefte wordt van AWBZgelden extra assistentie ingezet.

Specifieke voorzieningen /gebouw Zie doelgroep 1.  

Prikkelarme werkplekken Mogelijkheid tot gebruik stilteruimte.

Stagetraject: zie doelgroep 1


Samenwerking Zie doelgroep 1.

Doelgroep 3 Ontwikkelambi tie Leerlingen met stabiel beperkte ontwikkelingsmogelijkheden en zeer ernstige problemen in gedrag. “Zeer moeilijk opvoedbare en zeer moeilijk lerende leerlingen”. De aard van het begeleidingsdo el is gericht op het reguleren van de gedragsproble matiek.

Uitstroombestemming

Onderwijsbehoeften (aandacht en tijd)

Expertise

Extra ondersteuning

Zie doelgroep 1 en 2.

De leerlingen hebben ten aanzien van de cognitieve functies vaak tot continu hulp, toezicht of sturing nodig.

Naast de bovengenoemde opleidingen moeten de mensen die met deze doelgroep werken extra aanvullende opleidingen en trainingen volgen om met gedragscomplexe leerlingen om te kunnen gaan.

1. Aanpassen: voor leerlingen waarvoor de onderwijsleersituatie aangepast dient te worden in termen van pedagogischdidactisch klimaat, groepsgrootte en soms ook minimaal aantal te volgen uren onderwijs.

- toezicht of sturing kan met name het geval zijn bij het geheugen en denken (denkprocessen), concentratie, perceptie van zichzelf en prikkelgevoeligheid van de leerlingen. - Leerlingen kunnen eenvoudige taken gedeeltelijk zelf initiëren en uitvoeren, maar hier is wel toezicht en stimulatie bij nodig, soms moet gedeeltelijk worden overgenomen. - Ook bij de dagelijkse routine, structuur aanbrengen in de dagindeling en het huishoudelijk leven is toezicht, stimulatie en gedeeltelijke overname nodig. - Leerlingen kunnen de verschillende aspecten van ADL in principe zelf uitvoeren, maar hebben hier wel regelmatig hulp nodig, met name bij de kleine verzorgingstaken, de persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels en huis, het wassen en het eten en drinken. Leerlingen kunnen zelf geen regie voeren over hun eigen leven en hebben daardoor ten aanzien van de sociale redzaamheid totale overname nodig. Dit heeft betrekking op: . het onderhouden van de sociale relaties, . deelname aan het maatschappelijk leven, . communicatie, . uitvoeren van taken en . het regelen van de dagelijkse routine. Leerlingen hebben moeite met: . het zelfstandig nemen van besluiten, . het inschatten van de gevolgen en . het oplossen van problemen, ondersteuning hierin is noodzakelijk. De leerlingen vragen van hun omgeving continu grote alertheid. Er is regelmatig tot vaak psychiatrische aandacht vereist. Dit houdt in: behandelingen waaronder verschillende soorten gesprekstherapieën, non-verbale therapieën, medicatie etc.

Specifieke voorzieningen /gebouw

2. Versterken: bedoeld voor leerlingen die onderwijsdeelname in de ‘reguliere’ speciaal onderwijssituatie aan kunnen mits die ondersteunend wordt door zorg. Ook het verder leiden naar en dagbestedings- arbeidscontext hoort hierbij. 3. Opbouwen: bedoeld voor leerlingen bij wie de onderwijsdeelname heel zorgvuldig opgebouwd moet worden en die niet direct volledig kunnen instromen. 4. Terugleiden: dit arrangement is erop gericht de leerling weer in het ‘reguliere’ speciaal onderwijs te krijgen, bijvoorbeeld instroom in een reguliere klas van het (voortgezet) speciaal onderwijs en/of arbeids- dagbestedingstoeleiding 5. Stimuleren: Zorg-onderwijsarrangement, namelijk het stimuleren van de ontwikkeling binnen de zorg- of behandelcontext door het element van onderwijs toe te


Samenwerking

voegen. Neem de tijd mij te leren kennen, zodat je de juiste ingang(en) weet te vinden in bejegening om tot gedragsverandering te komen. Er dient dan ook directe beschikbaarheid te zijn van specialisten als psycholoog/orthopedagoog, GZpsycholoog en psychiater.

Voor leerlingen die niet in de onderwijscontext kunnen participeren. Voor leerlingen met een extra zorgbehoefte wordt van AWBZ-gelden extra assistentie ingezet.


VSO School De Beatrixschool Zierikzee

Recommend Documents