Vrouwen in Afghanistan Dit is een publicatie in een reeks van dossiers rond vrouwenrechten geschreven door het Themacoördinatieteam vrouwenrechten van Amnesty International Vlaanderen. Andere dossiers in deze reeks zijn: ‘Vrouwenrechten zijn Mensenrechten’, ‘Vrouwelijke Genitale Verminking’ en ‘Zwavelzuurverminking’ (april 2003)
Foto: Maria Fialho
Inhoudstafel: Inleiding...............................................................................................................................................................2 Veel gestelde vragen ..........................................................................................................................................6 Rol van Amnesty International ..........................................................................................................................21 Bibliografie ........................................................................................................................................................23 Voor wie meer informatie wil .............................................................................................................................25
g
Inleiding
Meer dan twee decennia burgeroorlog hebben Afghanistan verwoest en verarmd achtergelaten. Vrouwen namen meestal niet actief deel aan de gevechten maar hadden hun handen vol aan het onderhouden en in stand houden van hun gezin. Naast de ontberingen en het lijden die het gevolg waren van de oorlog, leden vrouwen ook onder een reeks schendingen van de mensenrechten die begaan werden door de vele verschillende partijen in het conflict. Lukrake bombardementen op woonwijken en het gebruik van landmijnen kostten het leven aan honderdduizenden mannen, vrouwen en kinderen. Zowel vrouwen als mannen waren het slachtoffer van willekeurige moorden en "verdwijningen". Daarnaast werden vrouwen geconfronteerd met gender-gebonden schendingen van de mensenrechten, zoals verkrachting en seksuele aanranding, gedwongen huwelijken en prostitutie. Het geweld tegen vrouwen en de mensenrechtenschendingen waarvan Afghaanse vrouwen het slachtoffer waren en zijn, is een gevolg van hun status in de maatschappij. Het leven van Afghaanse vrouwen wordt traditioneel gecontroleerd door hun mannelijke verwanten. Vrouwen symboliseren de eer van hun familie en samenleving en er wordt van hen verwacht dat ze puur en bescheiden zijn. Centraal in deze code van eer staat de afzondering van vrouwen en de strikte controle over hun bewegingen. Tijdens de laatste twee decennia hebben gewapende groepen deze culturele normen gebruikt als oorlogswapen. Door verkrachting en seksuele aanranding van vrouwen onteerden ze hele gemeenschappen en braken diens weerstand tegen de militaire acties. Alle Afghaanse politieke groepen gebruikten de status van de vrouw als een politiek middel om legitimiteit of populariteit te verkrijgen. De meeste gewapende groepen verkondigden tevens wat gepast gedrag is voor vrouwen. In de door hen gecontroleerde gebieden legden ze vrouwen beperkingen op inzake bewegingsvrijheid en toegang tot onderwijs, tewerkstelling en gezondheidszorg. Om dit te rechtvaardigen beriepen ze zich op religie en de Afghaanse cultuur. Vrouwen zijn publiek lastiggevallen, geïntimideerd en geslagen omdat ze volgens gewapende groepen "on-islamitische" activiteiten uitvoerden. In de periode van de Taliban waren de beperkingen die de vrouwen opgelegd kregen erg uitgebreid. De discriminatie door de Taliban werkte cumulatief en de beperkingen waren zo overweldigend dat het letterlijk levensbedreigend was voor veel Afghaanse vrouwen. Na de val van de Taliban kwam er enige verbetering in de situatie van de vrouwen maar het lijkt er op dat die verbetering zich niet doorzet en dat de toestand in tegendeel opnieuw verslechtert.
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
2
g
Veel gestelde vragen
Wat was de situatie van de vrouwen in Afghanistan vóór de Taliban? Modernisering en vrouwenrechten In de loop van de 20ste eeuw hebben een aantal Afghaanse regeringen getracht het land te moderniseren. Als onderdeel van die modernisatie wilde men de status van de vrouw verbeteren, maar dat stuitte vaak op heel wat weerstand. In de jaren 1920 wilde koning Amanoellah Afghanistan omvormen tot een moderne natiestaat. Als onderdeel van zijn hervormingen besliste hij dat vrouwen geen sluier meer moesten dragen en dat zowel jongens als meisjes verplicht naar school moesten. Er kwam ook een beperking van polygamie en een verbod op de bruidsprijs.1 De voorstellen van Amanoellah gingen voor de meeste Afghanen echter te ver en er braken onlusten uit. Dit leidde begin 1929 tot de troonsafstand van koning Amanoellah. In de jaren 1960 en 1970 werden opnieuw pogingen gedaan om hervormingen betreffende vrouwenrechten door te voeren. Premier Daoud Khan stelde in 1959 een belangrijke symbolische daad door zich in het openbaar te vertonen met een groep ongesluierde vrouwen. De traditionele krachten beschouwden dit als een oorlogsverklaring en sommige andere vrouwen die zonder sluier de straat opgingen, kregen zuur in het gezicht gegooid. De publieke opinie keerde zich echter tegen deze aanvallen en het verzet tegen het niet-dragen van de sluier verstomde.2 Voortaan mochten vrouwen zelf kiezen of ze een sluier droegen of niet. Bovendien zorgde de regering van Daoud ervoor dat vrouwen gelijke rechten en plichten kregen, waardoor ze ook stemrecht hadden. In 1978 kwam de communistische 'Democratische Volkspartij van Afghanistan' aan de macht, die radicale hervormingen betreffende de rechten en status van de vrouw trachtte in te voeren. Zo kwam er een verbod op een aantal culturele praktijken, zoals bijvoorbeeld het gedwongen huwelijk, omdat ze als feodaal beschouwd werden. De bruidsprijs werd tot een minimum gereduceerd en de minimumleeftijd om te trouwen werd voor vrouwen verhoogd tot 16 jaar.3 Er werd de nadruk gelegd op het belang van onderwijs voor zowel mannen als vrouwen en er werden alfabetiseringsprogramma's ingevoerd. Opdat de hervormingen zouden nageleefd worden, gebruikte men geweld en repressie. Opnieuw kwam er grote weerstand tegen de hervormingen en tegen de manier waarop ze opgelegd werden. Veel Afghanen, vooral op het platteland, zagen de hervormingen als het opdringen van westerse waarden die on-islamitisch en vreemd aan de Afghaanse cultuur waren. De Sovjetbezetting In 1979 brak in Afghanistan een verwoestende oorlog uit nadat de voormalige Sovjetunie het land binnenviel om de communistische regering te steunen. De Moedjaheddin, een coalitie van islamitische groepen en stammengroepen, voerde een gewapende strijd tegen het beleid van de regering en tegen de bezetting van de Sovjetunie en werd hierin gesteund door de Verenigde Staten, Pakistan, SaoediArabië en Iran. In deze periode werden ernstige schendingen tegen de mensenrechten begaan en ontvluchtten bijna vijf miljoen4 Afghanen hun land. Op het platteland werden burgers het doelwit van zowel Sovjet- als Afghaanse troepen die op die manier wraak namen voor de acties van gewapende oppositiegroepen.
1 Women's Human Rights Resources; Bora Laskin Law Library University of Toronto. Background and resources: women in Afghanistan. http://www.law-lib.utoronto.ca 2 Vogelsang, Willem (2002). Afghanistan; een geschiedenis. Amsterdam/Leuven: Bulaaq/Van Halewyck, p. 152. 3 Ibidem, p. 161. 4 Ibidem, p. 173.
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
3
Mannen, vrouwen en kinderen werden gedood en vele anderen zagen hun huis en levensonderhoud verwoest worden. In de steden werden studenten en leerkrachten, waaronder vrouwen, gearresteerd voor oppositie tegen de regering, zoals het deelnemen aan vreedzame demonstraties. Duizenden politieke gevangenen werden vastgehouden omdat ze op geweldloze wijze hun fundamentele mensenrechten beoefend hadden, zoals meningsvrijheid en vrijheid van vereniging. Velen werden gefolterd en vrouwelijke gevangenen getuigden dat ze gedwongen werden om toe te kijken terwijl mannelijke gevangenen gemarteld werden. Burgeroorlog en Moedjaheddin In 1989 trok de Sovjetunie zich terug uit Afghanistan, maar de strijd tussen de regering en de oppositie ging door. In 1992 viel de communistische regering en begon een nieuwe fase in de burgeroorlog. De verschillende Moedjaheddin-groepen begonnen een onderlinge strijd om de macht en het land werd in een toestand van complete wetteloosheid gestort. De strijdende partijen maakten opzettelijk slachtoffers onder de burgerbevolking. Hun huizen, scholen en ziekenhuizen werden onder vuur genomen. Een vrouw uit Kabul getuigde hoe burgers die water trachtten te halen of voedsel wilden gaan kopen begin 1994 vermoord werden: De watervoorziening van de stad was afgesneden en we moesten water gaan halen aan de enkele kranen in de straten die nog werkten. Maar we waren bang om naar buiten te gaan. Ik zag bijvoorbeeld een kind van twaalf jaar water gaan halen. Hij had een emmer meegenomen en was die emmer aan het vullen. De jongen werd daar geraakt door een kogel. Een sluipschutter besloot hem te vermoorden. Er werd slechts één schot gelost. De moeder liep er heen om zijn dode lichaam op te halen; er werd een tweede schot gelost en ze was op slag dood. Hun lijken bleven daar liggen omdat niemand ze durfde te gaan halen. Enkele dagen later zagen we zwerfhonden bij hen.5 Wanneer een groep een bepaald stuk gebied veroverde, nam ze op gewelddadige wijze wraak op de bevolking die er leefde. Vrouwen werden vaak als oorlogsbuit behandeld. In de periode van 1992 tot 1995 werden veel vrouwen verkracht door de gewapende troepen. De verkrachtingen waren een middel om de veroverde bevolking te intimideren of om de soldaten te belonen. Verscheidene Afghaanse vrouwen hebben zelfmoord gepleegd om aan de verkrachtingen te ontkomen en in minstens één geval doodde een vader zijn dochter toen hij de Moedjaheddin zag aankomen om haar mee te nemen.6 Talloze vrouwen en jonge meisjes werden door de Moedjaheddin-groepen ontvoerd en gebruikt voor seksuele doeleinden of verkocht als prostituee. Vaak ondergingen ze dit lot omdat ze tot een bepaalde religieuze of etnische groep behoorden. Veel Afghaanse vrouwen kregen psychologische problemen door de verschrikkingen die ze meegemaakt hadden. Enkele vluchtelingen vertelden over het lot van een jonge vrouw in Kabul begin 1994: Haar man was gedood in een bombardement. Ze had drie kinderen die tussen twee en negen jaar oud waren. Op een dag verlaat ze haar kinderen om wat eten te gaan zoeken. Twee gewapende Moedjaheddin-wachters arresteerden haar op straat en namen haar mee naar hun basis in een huis waar ze gedurende drie dagen verkracht werd door tweeëntwintig mannen. Daarna lieten ze haar gaan. Wanneer ze haar huis bereikt, ontdekt ze dat haar drie kinderen gestorven zijn door onderkoeling. Ze is krankzinnig geworden en woont nu in Peshawar.7
Amnesty International (mei 1995). Women in Afghanistan; A human rights catastrophe., p. 6: http://www.amnesty.org Ibidem, p. 8. 7 Ibidem, p. 16. 5 6
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
4
In bepaalde delen van het land ontnamen Moedjaheddin-groepen de fundamentele rechten van vrouwen, zoals het recht op vereniging, meningsvrijheid en het recht op tewerkstelling. Zij beschouwden deze activiteiten als on-islamitisch voor vrouwen. In 1994 besloot het Hooggerechtshof tot een 'Verordening over de sluier van vrouwen' waarin bepaald werd dat vrouwen een sluier moesten dragen die hun hele lichaam bedekte. Vrouwen mochten tevens hun huis niet meer verlaten en mochten niet aangekeken worden, "niet omdat zij vrouwen zijn, maar uit angst voor ordeverstoring."8 Door de ongeorganiseerde structuur van de Moedjaheddin -groepen konden ze deze beperkingen echter slechts op inconsistente en onsystematische manier doen naleven. In Kabul bleven vrouwen op eigen risico werken in regeringsdepartementen, het onderwijs en de gezondheidszorg. Vrouwen bleven op die manier in belangrijke mate deelnemen aan het publieke leven, ook al was het gevaarlijk voor hen en waren ze afhankelijk van de grillen van de politieke autoriteiten. De leden van Afghaanse vrouwenorganisaties werden eveneens voortdurend lastiggevallen en bedreigd met de dood. De 'Revolutionary Association of the Women of Afghanistan' (RAWA) was in 1977 gesticht door een aantal Afghaanse vrouwelijke intellectuelen onder het leiderschap van Meena, die in 1987 vermoord werd. Het is een onafhankelijke politieke en sociale organisatie die zich inzet voor mensenrechten, democratie en sociale rechtvaardigheid.9 RAWA voerde campagne voor vrouwenrechten en richtte scholen en gezondheidscentra op voor vrouwen en kinderen. Het merendeel van haar activiteiten vond plaats in de vluchtelingenkampen in Pakistan, maar ook daar ontving zij doodsbedreigingen van Moedjaheddin-groepen. Eind 1994 sprak een RAWA-activiste over de problemen waarmee de organisatie geconfronteerd werd: We werken voor het welzijn van Afghaanse vrouwen in Pakistan. We worden bedreigd. We ontvangen geschreven dreigementen. Het is ons niet toegestaan om te voorzien in de broodnodige scholing van Afghaanse vrouwen. We kunnen de vrouwen zelfs niet bewustmaken van hun eigen rechten. [...]10 De in 1980 door Fatana Gailani opgerichte 'Afghanistan Women Council' (AWC) begon in 1993 haar activiteiten voor mensenrechten, vrouwenrechten, kinderrechten en het opbouwen van vrede. Het hoofddoel van deze organisatie is het informeren van vrouwen, het verbeteren van hun levensomstandigheden en het verbeteren van hun socio-economische status in de maatschappij.11 Naast een school en een moeder-en-kind gezondheidscentrum in Peshawar, Pakistan, richtten zij ook een klein ziekenhuis op in Kabul. De leiders van de AWC werden echter eveneens bedreigd door Moedjaheddin-groepen.
Ibidem, p. 2. Revolutionary Association of the Women of Afghanistan. About RAWA ... http://www.rawa.org 10 Amnesty International (mei 1995). Women in Afghanistan; A human rights catastrophe, p. 12: http://www.amnesty.org 11 Afghanistan Women Council. About us. http://www.afghanistanwomencouncil.org 8 9
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
5
Hoe verliep het leven van de vrouwen in Afghanistan onder de Taliban? De Taliban: afkomst en motieven De Taliban12 was oorspronkelijk een religieuze beweging van (ex-) studenten die opgeleid waren in islamitische scholen (madrassa) in Pakistan en Afghanistan. In 1994 trad de beweging naar buiten als een politieke en militaire macht die de corrupte Moedjaheddin-groepen wilde verdrijven. Haar doelstellingen waren het herstellen van de vrede, het ontwapenen van de bevolking, het afdwingen van de sharia13 en het verdedigen van de integriteit en het islamitisch karakter van Afghanistan.14 In de madrassa hadden de Taliban geleerd over de ideale islamitische maatschappij zoals die geschapen was door de profeet Mohammed en dit was het ideaal dat zij nastreefden. In september 1996 veroverden ze de hoofdstad Kabul en in oktober 1997 veranderden ze de naam van het land in 'Islamitisch Emiraat van Afghanistan' met hun leider mullah Mohammed Omar als het staatshoofd. Slechts drie landen erkenden echter de Talibanregering als de officiële regering van Afghanistan. De Taliban slaagden er uiteindelijk in om ongeveer 80% van Afghanistan te veroveren, terwijl de Noordelijke Alliantie, geleid door Burhanuddin Rabbani en zijn militair gezagvoerder Ahmad Shah Masud, een gebied in het Noordoosten bleven controleren. De Taliban leken meer een eenheid te vormen dan de Moedjaheddin, maar waren toch vrij los gestructureerd. Er waren veel variaties en individuele houdingen onder de lokale gezagvoerders over het beleid van de Taliban en de uitvoering ervan. De mate waarin ze een gebied controleerden verschilde ook van streek tot streek. In sommige gebieden op het platteland bleef hun macht beperkt tot het ontwapenen van de rivaliserende groepen. In de steden hadden ze echter veel meer controle over de bevolking en haar dagelijkse leven. Door de oppositiegroepen te ontwapenen zorgden de Taliban ervoor dat bepaalde aspecten van de veiligheid verbeterden. Er was bijvoorbeeld minder banditisme en afpersing. Maar tegelijkertijd pleegden zij op hun beurt ernstige schendingen tegen de mensenrechten en legden zij vrouwen beperkingen op die resulteerden in het verlies van hun fundamentele rechten en vrijheden. Door de Taliban werd aan vrouwen en meisjes op efficiënte wijze de toegang tot secundair onderwijs, geschikte gezondheidszorg en tewerkstelling ontzegd en werd hun bewegingsvrijheid, hun vrijheid tot vereniging en een reeks andere internationaal erkende mensenrechten in ernstige mate beperkt. In tegenstelling tot de Moedjaheddin beschikten de Taliban wel over de organisatiecapaciteiten om hun beleid te doen naleven, vooral in stedelijke gebieden, en zij bereikten dit vaak door bestraffingen en extreem geweld. Het beperken van de rechten van de vrouwen werd gedaan in naam van het beschermen van de veiligheid van vrouwen en het naleven van de wetten van de islam. Wanneer de Taliban aangesproken werden op de discriminatie van vrouwen, verklaarden ze dat hun beleid overeenstemde met de islamitische wet en met de Afghaanse cultuur en dus niet openstond voor kritiek. De edicten van de Taliban waren echter niet in overeenstemming met de islam maar wel met de versie van de Taliban van de islam. Geen enkel ander islamitisch land heeft gelijkaardige edicten uitgevaardigd betreffende het onderwijs en de gezondheidszorg voor vrouwen. De islam is niet tegen de rechten van vrouwen. De islam staat juist voor openheid en eerbied voor de medemens. Veel moslims waren het dan ook niet eens met de interpretatie van de islam door de Taliban.15 De leiders van de Taliban kwamen uit de armste, meest conservatieve en minst geletterde Pashtunprovincies van Afghanistan. In het dorp waar mullah Omar opgroeide hadden vrouwen altijd volledig gesluierd rondgelopen en was geen meisje ooit naar school gegaan omdat er helemaal geen school Taliban is het meervoud van talib, wat islamstudent betekent. De sharia is het canon van het islamitische recht. 14 Rashid, Ahmed (2001). Taliban. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, p. 44. 15 Amnesty International (november 1999). Women in Afghanistan: Pawns in men's power struggles. http://www.amnesty.org 12 13
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
6
wás. De leiders van de Taliban brachten hun eigen milieu en hun eigen ervaringen met vrouwen, of het gebrek daaraan, over op het hele land. Ook hun rekruten, wezen en ontwortelden uit de vluchtelingenkampen, waren opgegroeid in een uitsluitend mannelijke samenleving. De macht over en de uitsluiting van vrouwen waren krachtige symbolen van mannelijkheid en een bevestiging van hun toewijding aan de Jihad, de heilige oorlog.16 De situatie van de vrouwen onder het bewind van de Taliban Door de Taliban werd de bewegingsvrijheid, meningsvrijheid en vrijheid van vereniging van vrouwen op efficiënte wijze ingeperkt. De talloze edicten die door de Taliban uitgevaardigd werden controleerden letterlijk elk aspect van het gedrag van vrouwen, zowel in het openbaar als privé. Vrouwen werden zo goed als onzichtbaar gemaakt. Deze edicten werden uitgevaardigd door het 'Departement ter Bevordering van Deugd en Voorkoming van Ondeugd' en op de naleving ervan werd toegekeken door de 'Religieuze Politie', duizenden jongeren met zwepen, lange stokken en kalasjnikovs.17 De uitvoering van de edicten kon echter verschillen van regio tot regio. Vrouwen in de steden, en vooral diegenen die een opleiding genoten hadden, werden het sterkst getroffen door de beperkingen. Maar de impact van de beperkingen was ook groot voor arme, ongeschoolde vrouwen, voor meisjes én jongens, voor andere familieleden en uiteindelijk troffen ze ook de vooruitzichten op ontwikkeling voor Afghanistan op lange termijn. De kledingcode De Taliban legden de Afghaanse vrouwen een strikte kledingcode op en beperkten in aanzienlijke mate hun mobiliteit. Vrouwen moesten gescheiden worden van de mannen die geen familie van hen waren en werden daarom verbannen naar de huiselijke sfeer. Maar ook in hun eigen huizen moesten vrouwen zo onzichtbaar mogelijk zijn. In maart 1997 verklaarde de Taliban in Kabul dat ramen op het gelijkvloers en op de eerste verdieping afgedekt moesten worden opdat vrouwen vanaf de straat niet gezien zouden worden. Dit edict werd als volgt gerechtvaardigd: "Het gezicht van een vrouw is een bron van corruptie voor mannen die geen familie van haar zijn."18 Wanneer ze toch hun huis verlieten, moesten vrouwen een 'burqa' dragen, een gewaad dat hen van top tot teen bedekte en voor adem en zicht slechts een klein gehaakt roostertje vrijliet. De vrouwen die geen burqa hadden toen de Taliban aan de macht kwamen, moesten er één kopen. Omdat ze uitzonderlijk duur waren betekende dit een extra straf voor de vrouwen die toch al niet meer mochten werken en daardoor hun inkomen verloren hadden. Vrouwen die het zich niet konden veroorloven om een burqa te kopen werden op straat geslagen: "Een Taliban-wacht hield een Afghaanse vrouw tegen die haar huis verlaten had, en sloeg haar hardhandig met een kabel omdat ze geen burqa droeg. De vrouw riep dat ze een burqa niet kon betalen maar de wacht hield niet op haar te slaan. Mensen kwamen er bij staan en de Talib liet haar gaan."19 Het werd vrouwen ook verboden om versierde, fel gekleurde of nauwaansluitende kleding te dragen. Verder waren er edicten die vrouwen verboden hoge hakken te dragen, geluid te maken met hun schoenen wanneer ze liepen en make-up te dragen: "Vrouwen zijn verplicht zich waardig te gedragen, kalm te lopen en te voorkomen dat hun schoenen met kracht de vloer raken, hetgeen geluid maakt", aldus een edict.20 Winkeliers mochten geen goederen verkopen aan vrouwen wiens gezicht niet bedekt was en indien ze dit toch deden, werd de winkelier Rashid, Ahmed (2001). Taliban. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, p. 160. Ibidem, p. 152. 18 Amnesty International (juni 1997). Women in Afghanistan: The violations continue. http://www.amnesty.org 19 Amnesty International (december 1996). Afghanistan. Grave abuses in the name of religion. http://www.amnesty.org 20 Rashid, Ahmed (2001). Taliban. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, p. 152. 16 17
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
7
schuldig geacht en gestraft. Het gebeurde ook dat vrouwen ter plekke in elkaar geslagen werden omdat ze hun burqa eventjes omhoog gedaan hadden om de winkelwaar beter te kunnen bekijken. Zelfs vrouwelijke dokters moesten de kledingcode gehoorzamen bij het uitvoeren van operaties en andere medische activiteiten. In plaats van de gebruikelijke maskers die men tijdens een operatie gebruikt om patiënten tegen besmetting te beschermen, moesten de vrouwen een 'chador'21 dragen. Voor de minste inbreuk op deze kledingcode werden vrouwen geslagen door de Religieuze Politie: voor het losjes dragen van de burqa, voor het dragen van een verkeerde burqa, voor het dragen van een broek die te wijd viel waardoor de enkels zichtbaar waren, voor het feit dat hun handen zichtbaar waren, voor het niet dragen van sokken of voor het dragen van de verkeerde sokken, enzovoort. Meena Akram, een 40-jarige lerares, getuigde hoe verschillende politieke groepen in Afghanistan het uiterlijk van vrouwen wilden controleren: Voor de Taliban en de Moedjaheddin, droegen we een kleine chador zelfs in school. Tijdens de periode van de Moedjaheddin droegen we een chador namaz- zoals in Iranonze gezichten waren zichtbaar. Eens de Taliban kwamen, moesten we de chadori22 dragen. We beschouwen dit als de gevangenneming van vrouwen. We kunnen niet uit huis gaan en we hebben geen vrijheid. Als men geen vrijheid heeft, dan heeft men niets. Als iets niet is zoals een persoon het wenst, dan is het geen leven; het is een gevangenis voor hem.23 Mobiliteit Naast het dragen van de burqa moesten vrouwen die hun huis wilden verlaten ook begeleid worden door een 'mahram', een naast mannelijk familielid zoals een zoon of broer, hun man of hun vader, en ze moesten ten allen tijde kunnen aantonen dat ze een duidelijke bestemming hadden. Het was hun verboden om zomaar wat op straat "rond te hangen". Verder waren er verordeningen die bepaalden dat vrouwen geen hotels of andere publieke amusementsplaatsen mochten binnengaan en dat ze niet alleen in een taxi mochten reizen. Een vrouwelijke dokter uit Kabul getuigde hoe ze aangevallen werd toen ze alleen in een taxi naar het ziekenhuis reed waar ze werkte: De Religieuze Politie achtervolgde mijn taxi, en toen ik uitstapte voor het ziekenhuis, hielden ze mij tegen en vroegen waarom ik alleen reisde. Ik zei dat ik een dokter was en naar mijn werk moest gaan, maar ze zeiden dat vrouwen uit Kabul alleen prostituees zijn en verslaafd aan alleen reizen in auto's. Ik moest mijn baas roepen om me te identificeren als een werknemer van het ziekenhuis, maar mijn baas zei dat hij niet kon bevestigen wie het was omdat ik een chadori droeg. De Taliban vroegen me om mijn sluier omhoog te doen, en eens mijn baas mij geïdentificeerd had, sloegen ze me met hun kabel op mijn hoofd en verwondden ze mijn oog. Het duurde vijftien tot twintig dagen om te genezen.24 Ten gevolge van het gebrek aan bewegingsvrijheid werd vrouwen ook het recht op vereniging ontzegd. Er waren geen sociale activiteiten voor vrouwen, zelfs geen religieuze sociale activiteiten. Vrouwen hadden geen toegang tot sport of ontspanning en ze hadden niet het recht Een chador is een sjaal die los rond het hoofd gedragen mag worden. Een chadori is een sluier die specifiek voor een cultuur is en varieert tussen verschillende moslimlanden. In Afghanistan is het een synoniem voor burqa. 23 Human Rights Watch (oktober 2001). Humanity denied; Systematic Violations of Women's Rights in Afghanistan. http://www.hrw.org 24 Idem. 21 22
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
8
een politieke of gemeenschapsgroep te vormen. Ze konden zich niet verenigen in grote groepen of groepsactiviteiten ondernemen, noch onder zichzelf noch met mannen. Het was hun ook verboden om deel te nemen aan het beleid of aan een publiek debat. De Afghaanse vrouwen hadden geen politieke of burgerlijke rechten. Onderwijs Toen de Taliban de macht overnamen, verklaarden ze dat meisjes geen onderwijs zouden krijgen tot er vrede was. Dat dit een loze slogan was bleek uit het feit dat meisjes ook in de gebieden waar de Taliban de macht stevig in handen hadden, geen onderwijs kregen. Later kwamen er terug enkele scholen voor meisjes tussen de zes en tien jaar, maar meisjes mochten geen secundair of hoger onderwijs volgen. Het feit dat zovele meisjes van scholing beroofd werden, verzwakte de kansen van Afghanistan op economische en sociale ontwikkeling.25 Ook vóór de Taliban was de situatie op het vlak van analfabetisme al dramatisch: 90% van de meisjes en 60% van de jongens kon niet lezen en schrijven. Onder de Taliban verergerde deze situatie nog. In december 1998 meldde UNICEF dat het onderwijssysteem in Afghanistan totaal ingestort was. De edicten van de Taliban hadden immers niet alleen invloed op de scholing van meisjes. Het werd vrouwelijke leerkrachten verboden om te werken en zij hadden 40% van het lerarencorps uitgemaakt. Daardoor werd ook het onderwijs van de Afghaanse jongens aangetast. In 1998 kregen negen op de tien meisjes en twee op de drie jongens geen onderwijs.26 Sommige geschoolde vrouwen, vooral vroegere leerkrachten, bleven werken in illegale meisjesscholen die thuis opgericht werden, onder andere door leden van RAWA. Dat soort schooltjes kreeg steun van internationale hulporganisaties en de lokale Taliban-beambten gaven vaak stilzwijgend hun goedkeuring. Toch werden veel scholen gesloten zodra de Religieuze Politie ervan wist, soms met het argument dat er op die manier propaganda tegen de Taliban werd verspreid. Onder die omstandigheden lesgeven bracht veel stress en spanning met zich mee. Leerkrachten moesten steeds op hun hoede zijn om niet ontdekt te worden en ontwikkelden manieren om hun activiteiten te verdoezelen, bijvoorbeeld: "We hebben altijd de Koran bij de hand. Als de politie binnenvalt, kunnen we zeggen dat we religieuze teksten bestudeerden."27 Dat werkte echter niet altijd en vaak werden hun familieleden lastiggevallen om zo vrouwelijke leerkrachten te straffen of te intimideren. Nikba Shah, een vroegere lerares van een meisjesschool, werkte na de machtsovername door de Taliban in het geheim in een school thuis en legde volgende getuigenis af: Ik werd geslagen op de weg naar school. Onze papieren werden verscheurd. Ik had boeken en papieren onder mijn arm verstopt. Ik liet er enkele vallen, en toen ze vielen, begonnen drie Taliban me te slaan. Het waren Afghanen en ze hadden zwarte tulbanden. We waren begonnen met het organiseren van scholen elders. We verstopten materiaal onder onze chadori en droegen vuile kleren zodat we niet de aandacht trokken. Ze beseften het omdat ze achterdochtig werden zo gauw twee of drie vrouwen bij elkaar kwamen.28
Amnesty International (juni 1997). Women in Afghanistan: The violations continue. http://www.amnesty.org Rashid, Ahmed (2001). Taliban. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, p. 156. 27 Van Dorsselaer, Isa. Afghaanse vrouwenverzetsbeweging vreest voor toekomst. Onder de dekmantel van de burqa. De Standaard, 13 oktober 2001. 28Human Rights Watch (oktober 2001). Humanity denied; Systematic Violations of Women's Rights in Afghanistan. http://www.hrw.org 25 26
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
9
Tewerkstelling De Taliban legden vrouwen ook het verbod op om buitenshuis te werken. Alleen voor de gezondheidszorg en de sociale sector bestonden uitzonderingsmaatregelen maar de tewerkstellingsmogelijkheden waren er erg beperkt. Vrouwen die hun inkomen verloren omdat ze hun werk moesten opgeven, probeerden andere middelen te vinden om een inkomen te verkrijgen voor hun gezin. Zo trachtten sommigen wat te verdienen door thuis naaiwerk te doen, maar uiteindelijk was ook dat niet genoeg omdat er te weinig kopers voor waren. Het verbod op de tewerkstelling viel extra zwaar voor de vele weduwen die Afghanistan na twee decennia oorlog telde. In 1999 vaardigde de Taliban een decreet uit dat weduwen zonder enige vorm van inkomen of onderhoud toeliet om betaald werk aan te nemen, maar de kansen op werk bleven erg beperkt. Veel weduwen waren behoeftig en konden geen vaste en zekere job vinden waarmee ze zichzelf en hun gezin konden onderhouden. Het verbod op werk voor vrouwen resulteerde in een toename van het aantal vrouwen dat op straat bedelde of zich prostitueerde. Gezondheid De meest schadelijke gevolgen van de edicten van de Taliban zag men op het gebied van gezondheid en gezondheidszorg. Toen de Taliban aan de macht kwamen verklaarden ze dat er nog maar één ziekenhuis openstond voor de behandeling van vrouwen. Het ging om een bouwvallig oud ziekenhuis in Kabul dat niet over de nodige infrastructuur of hygiënische voorzieningen beschikte. Bovendien was het voor veel vrouwen moeilijk te bereiken vanwege de centrale locatie van het gebouw en vanwege hun beperkte mobiliteit. Verder werd het vrouwen verboden om in de gezondheidszorg te werken. Zowel de lokale bevolking als de internationale gemeenschap verzetten zich tegen deze regels en er werden enkele toegevingen gedaan. Er kwamen afdelingen voor vrouwen in verschillende ziekenhuizen, mannelijke dokters mochten vrouwen behandelen en vrouwen mochten opgeleid worden tot medisch personeel.29 Maar hiermee waren niet alle problemen opgelost. Wanneer vrouwen behandeld werden door een mannelijke arts moest er steeds een mannelijk familielid bijblijven en alleen het te behandelen lichaamsdeel mocht getoond worden. Zowel door de gevolgen van het voortdurende gewapende conflict als door de beperkingen die gesteld werden aan de mobiliteit van vrouwen was het voor hen moeilijk om medische hulp te zoeken en te krijgen. Het kon gebeuren dat vrouwen die medische behandeling nodig hadden hun bezoek aan het ziekenhuis moesten uitstellen omdat er geen naast mannelijk familielid in de buurt was die met hen mee kon gaan. En ook als er wel zo iemand was dan vroegen ze vaak niet graag aan die man om vrij te nemen van zijn werk om de reis te maken. In noodgevallen kon dit te moeilijk zijn om georganiseerd te krijgen. Er was een groot tekort aan vrouwelijke artsen en de vrouwen die dit beroep wel konden aanleren en uitoefenen konden vaak niet voldoende expertise en ervaring opbouwen omdat ze geen contact met hun mannelijke collega's mochten hebben. Er was immers het edict dat het contact tussen niet-verwante mannen en vrouwen verbood en dat maakte het moeilijk en gevaarlijk om vrouwelijke artsen op te leiden. Een mannelijke arts getuigde dat hij en zijn collega's zich niet veilig voelden als ze met vrouwen praatten in het ziekenhuis omdat men nooit zeker kon zijn dat men daarna nog thuis zou komen. Ze waren steeds bang om gearresteerd te worden door de Religieuze Politie en opgesloten te worden in de gevangenis.
United Nations (maart 2000). Report of the Special Rapporteur on violence against women, its causes and consequences, Ms. Radhika Coomaraswamy. Mission tot Pakistan and Afghanistan (1-13 September 1999). http://www.un.org
29
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
10
Dr. Zainab Khan, een 29-jarige dokter, getuigde over de uitdagingen waarmee ze geconfronteerd werd bij het uitoefenen van haar beroep onder de Taliban: Ik had geen interacties met mijn mannelijke collega's in het ziekenhuis eens de Taliban aan de macht kwamen. Onze hoofdarts was heel intelligent en ervaren, maar we konden hem niets vragen wanneer we een beetje raad nodig hadden. Ongeveer zeven vrouwelijke patiënten met hartproblemen stierven omdat we geen advies konden krijgen. Ik voelde me erg teleurgesteld en depressief dat ik niet in staat was hen te helpen omdat ik een beginnende dokter was. Voor de Taliban kwamen, kregen we dagelijks ongeveer 150 vrouwelijke patiënten, maar nu krijgen we nog maar 35 vrouwelijke patiënten omdat ze niet buiten mogen komen, en ook te arm zijn om naar ons te komen.30 Ook de mentale gezondheid van vrouwen was een groot probleem onder de Taliban. Uit een onderzoek van 'Artsen voor Mensenrechten' uit 1998 bleek dat 94% van de door hen ondervraagde vrouwen in Kabul depressief was.31 Dit cijfer werd bevestigd door de vrouwelijke artsen in Kabul en zij dachten dat het misschien om nog meer vrouwen kon gaan. De omstandigheden van de oorlog in combinatie met de edicten van de Taliban die vrouwen volledig aan huis bonden, maakten het leven een moeilijke en deprimerende opdracht voor vrouwen. Ze konden hun tijd met niets anders doorbrengen dan met huishoudelijk werk, want er was geen televisie, muziek of enige andere vorm van ontspanning toegestaan. De psychische problemen stapelden zich op en het zelfmoordcijfer bij de Afghaanse vrouwen lag hoog. Terreur Vrouwen leefden onder het Talibanbewind in voortdurende angst. Bij de minste inbreuk op de edicten, zij het echt of vermoed, werden ze geslagen door de Religieuze Politie: omdat ze zonder mannelijk familielid onderweg waren, omdat ze luid gelachen hadden, omdat ze het verkeerde type burqa droegen, enzovoort. De Religieuze Politie strafte de vrouwen ter plekke op straat, zonder dat ze gehoord werden of een proces kregen. Er was dan ook geen kans op verdediging of beroep: de straf werd onmiddellijk en hardhandig uitgevoerd. Vrouwen werden daarbij vaak op intieme delen van hun lichaam geslagen, zoals op hun borsten, omdat men wist dat ze de blauwe plekken dan minder snel aan iemand zouden laten zien, zelfs niet aan familieleden. In december 1996 liet de Taliban via de radio omroepen dat een groep van 225 vrouwen gestraft zou worden voor het overtreden van de kledingcode. De groep vrouwen kreeg zweepslagen op rug en benen. De radio riep vrouwen nogmaals op een burqa te dragen en de Sharia te respecteren.32 Wanneer ze de verordeningen betreffende moraliteit, waaronder overspel en ontucht, overtraden dan werden vrouwen publiekelijk gegeseld in het stadion in aanwezigheid van grote menigten. Andere straffen waren amputatie en executie, bijvoorbeeld door steniging. In oktober 1996 werd een vrouw bestraft met het afsnijden van een stuk van haar duim. Haar misdaad was het dragen van nagellak. In maart 1997 werd een getrouwde vrouw veroordeeld tot de dood door steniging omdat ze betrapt was terwijl ze met een andere man het district trachtte te ontvluchten.33
Human Rights Watch (oktober 2001). Humanity denied; Systematic Violations of Women's Rights in Afghanistan. http://www.hrw.org United Nations (maart 2000). Report of the Special Rapporteur on violence against women, its causes and consequences, Ms. Radhika Coomaraswamy. Mission tot Pakistan and Afghanistan (1-13 September 1999). http://www.un.org 32 Amnesty International (juni 1997). Women in Afghanistan: The violations continue. http://www.amnesty.org 33 Idem. 30 31
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
11
Vrouwen die jarenlang gezien hadden hoe de Religieuze Politie voor de kleinste inbreuken andere vrouwen mishandelden en die vaak zelf ook al het slachtoffer geweest waren, voelden een diepgaande angst die hun mobiliteit nog meer beperkte. Ze pasten hun gedrag en routines aan om de dreiging te verminderen. Ze zagen zich gedwongen om voorzieningen te treffen om te vermijden dat ze het huis moesten verlaten of alleen moesten reizen. Ze moesten altijd zorgen dat als ze naar buiten moesten dat ze dan begeleid werden door hun zonen, broers of een groep vrouwen. De dreiging was genoeg om conformiteit te garanderen. Mensen deden hun best om niets te doen waarvoor ze geslagen konden worden. Khalida Parveen, een 30-jarige moeder van drie kinderen vertelde dat ze nog nauwelijks haar huis verliet nadat de Taliban aan de macht was gekomen: Ik bleef thuis. Ik ging alleen naar de bazaar met een chadori en kwam snel terug. We waren bang om rond te kijken. We hoorden dat vrouwen geslagen werden omdat hun hand zichtbaar was of omdat ze nagellak hadden. Mensen leven in angst. Als er iemand gestraft wordt, vreest iedereen de volgende te zijn.34 Naast de beperkingen en bestraffingen, waren er nog andere schendingen van de mensenrechten onder het bewind van de Taliban. Vrouwen werden door hen ontvoerd, verkracht of tot een huwelijk gedwongen. Veel vrouwen wilden hierover ook niet getuigen omdat ze beschaamd waren en omdat ze vreesden dat hun familie hen zou uitsluiten als ze wisten dat ze verkracht waren, omdat dit gezien werd als het beschamen van de eer van de familie. Meisjes die verkracht werden, hadden daardoor vaak een slechte naam en vonden geen huwelijkspartner meer. Het was ook heel moeilijk om te bewijzen dat men verkracht was. Naast de gebruikelijke bewijzen had men vier getuigen van de verkrachting nodig. Wanneer een vrouw er niet in slaagde te bewijzen dat ze verkracht was dan kon zij, het slachtoffer, afgeranseld worden wegens ontucht en overspel. 35 Verzet Ondanks het gevaar dat ze hiermee liepen hadden heel wat Afghaanse vrouwen de moed om tegen het repressieve beleid van de Taliban in opstand te komen. Zoals we reeds zagen, richtten vrouwen thuis illegale schooltjes in, met de wetenschap dat ze zich hierdoor blootstelden aan het geweld van de Taliban. Een aantal vrouwen kwam ook op straat om zich te verzetten tegen de edicten van de Taliban. Op 4 september 1996 bijvoorbeeld protesteerden de vrouwen in Kabul tegen de excessen van de Taliban.36 Na de sluiting van alle meisjesscholen in Herat, de segregatie van de ziekenhuizen, het verbod voor vrouwen om de bazaar te betreden en het sluiten van de badhuizen besloten ook de Herati-vrouwen in opstand te komen tegen de Taliban-edicten. Op 17 oktober 1996 protesteerden meer dan honderd vrouwen in Herat voor het kantoor van de gouverneur. Ze werden geslagen en gearresteerd door de Religieuze Politie, die van huis tot huis ging om mannen te waarschuwen dat ze hun vrouwen binnen moesten houden.37
Human Rights Watch (oktober 2001). Humanity denied; Systematic Violations of Women's Rights in Afghanistan. http://www.hrw.org United Nations (maart 2000). Report of the Special Rapporteur on violence against women, its causes and consequences, Ms. Radhika Coomaraswamy. Mission tot Pakistan and Afghanistan (1-13 September 1999). http://www.un.org 36 Rashid, Ahmed (2001). Taliban. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas, p. 313. 37 Ibidem, p. 163. 34 35
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
12
RAWA trachtte vrouwen te helpen een inkomen te vinden en bood medische hulp in de vorm van clandestiene mobiele medische teams. De organisatie belegde ook geheime bijeenkomsten om de Afghaanse vrouwen bewust te maken van hun rechten.38 Daarnaast riskeerden leden van RAWA hun leven bij het maken van geheime filmopnamen van publieke terechtstellingen. De beelden die een cameravrouw van RAWA maakte van de executie van een vrouw in burqa in het voetbalstadion van Kabul gingen de hele wereld rond. Haar camera hield ze verborgen onder haar burqa en ze draaide de beelden door een gat in de burqa. Zij en anderen zouden indien ze betrapt werden hetzelfde lot ondergaan als de vrouwen van wie ze het gruwelijke einde filmden. 39 De clandestiene activiteiten eisten dan ook hun tol van de organisatie: een aantal leden werd het slachtoffer van verkrachting, marteling, gevangenschap, ontvoering en moord.
Hoe is de situatie van de vrouwen in Afghanistan veranderd sinds de val van de Taliban? Op 11 september 2001 pleegden de leden van het terreurnetwerk Al-Qaeda, dat geleid werd door de Saoediër Osama Bin Laden, aanslagen in New York en Washington waarbij meer dan drieduizend mensen het leven verloren. Amerika reageerde met een oorlog tegen Afghanistan, het land waar Osama bin Laden zich in 1996 gevestigd had en dat hij gebruikte om zijn netwerk van terroristische groepen uit te bouwen en op te leiden. In november 2001 viel het Taliban-regime waarna een interimregering voor zes maanden onder leiding van Hamid Karzai geïnstalleerd werd. In juni 2002 werd een overgangsregering verkozen door de loya jirga40. Aanvankelijk leek de val van het Taliban-regime ook de bevrijding van de Afghaanse vrouwen in te luiden, maar anderhalf jaar later blijkt dat dit te vroeg gejuicht was. Het was inderdaad zo dat de vrouwenrechten er op vooruit leken te gaan. Vrouwen zouden weer naar school kunnen gaan en mogen gaan werken en sommige vrouwen wierpen hun burqa af. Toch veranderde het leven van de vrouwen in Afghanistan niet zo drastisch als op het eerste zicht leek. Veiligheid De mate waarin het leven van het Afghaanse volk veranderd is, verschilt van regio tot regio en hangt af van welke krijgsheer er aan de macht is. In de hoofdstad Kabul heeft de internationale vredesmacht ISAF41 voor meer veiligheid gezorgd, maar in bepaalde delen van de stad en in de rest van het land overheerst nog steeds onveiligheid en wetteloosheid. De overgangsregering heeft nauwelijks controle buiten Kabul en de gevechten tussen rivaliserende facties blijven in het hele land doorgaan. In de stedelijke centra vieren banditisme en misdaad hoogtij. Overal kan men makkelijk aan wapens geraken en er is een gebrek aan ordestrijdkrachten. De ongeveer tien miljoen achtergebleven landmijnen in Afghanistan dragen nog bij tot de onveiligheid. Elke maand worden tussen de tweehonderd en driehonderd mensen in het ziekenhuis opgenomen met verwondingen van landmijnen en de helft van alle gewonden en doden ten gevolge van de landmijnen zijn kinderen.42
Peeters, Eef. Afghaanse vrouwen ondergaan wet van jungle. De Standaard, 5 april 2002. Van Dorsselaer, Isa. Afghaanse vrouwenverzetsbeweging vreest voor toekomst. Onder de dekmantel van de burqa. De Standaard, 13 oktober 2001. 40 Loya jirga betekent grote raad. Het is het belangrijkste wetgevende lichaam in het land. 41 De International Security Assistance Force (ISAF) is een internationale vredesmacht, onder het bevel van de Verenigde Naties, die in december 2001 opgericht werd. 42 Amnesty International (januari 2003). Afghanistan: Amnesty International's recommendations regarding refugee returns. http://www.amnesty.org 38 39
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
13
Het gebrek aan fysieke veiligheid raakt vrouwen op gender-gebonden manieren. Zij zijn vooral erg kwetsbaar voor verkrachting en ander seksueel geweld. De Afghaanse vrouwen zijn het slachtoffer van voortdurend politiek of etnisch gemotiveerd seksueel geweld. Er zijn verscheidene gevallen van groepsverkrachting en zwavelzuurverminking bekend die door de vingers gezien werden door de regionale autoriteiten. Daarnaast is er een toename van de mensenhandel in meisjes en vrouwen. Meisjes worden gekocht in Afghanistan, verhandeld door Pakistan en verkocht voor prostitutie of huwelijk in de landen van de Perzische Golf. Het is moeilijk om de omvang van dit probleem in te schatten omdat er niet genoeg gegevens voorhanden zijn, maar het staat vast dat de veiligheid van vrouwen niet gegarandeerd kan worden. Een heropleving van de economie zou misschien kunnen voorkomen dat de lichamen van vrouwen gebruikt worden als handelsartikelen. Ook gedwongen huwelijken blijven een probleem in Afghanistan. Meisjes worden nog altijd gedwongen en verkocht om te trouwen, gedeeltelijk om hun familie te onderhouden. Jonge meisjes van tien jaar oud worden verkocht voor een zak bloem van 100kg. Meer dan 50% van de Afghaanse meisjes is getrouwd op de leeftijd van vijftien jaar.43 Veel families werden door de Taliban gedwongen hun meisjes en jonge vrouwen uit te huwelijken. In grote delen van Afghanistan blijven vrouwen ook nu nog het slachtoffer van beperkingen zoals onder de Taliban en worden vrouwen nog steeds aangevallen en mishandeld wanneer zij de vroegere Taliban-edicten niet naleven. De duizenden mannen die vrouwen mishandelden onder de Taliban zijn immers niet verdwenen. Bovendien werden in veel gebieden de Taliban vervangen door krijgsheren, politie-officieren en lokale beambten met dezelfde vrouwonvriendelijke opvattingen. In Kabul patrouilleert een heropgebouwde Religieuze Politie, dit maal onder de naam 'Islamitische leer'44. Een team van negentig vrouwen onder het Ministerie van Religieuze Zaken valt vrouwen in de straten lastig voor "on-islamitisch gedrag", zoals het dragen van make-up of omdat ze "de aandacht naar zich toe trokken". In sommige gevallen volgen ze hen naar huis om hun ouders of echtgenoten te straffen. Volgens getuigenissen waarschuwt ook de Noordelijke Alliantie de vrouwen dat ze hun burqa moeten blijven dragen en dat vrouwen die dat niet deden, ontvoerd en verkracht werden. Hét symbool bij uitstek voor de onderdrukking van de Afghaanse vrouwen, de burqa, is nog lang niet verdwenen uit het straatbeeld. De grote meerderheid van de vrouwen blijft de burqa dragen, sommigen omdat zij hier zelf voor kiezen of omdat het altijd al de traditie was, maar de meeste doen het uit angst. A.P., een 45-jarige schoolbestuurder getuigt: We hebben in het verleden veel problemen meegemaakt en we zijn blij dat sommige dingen veranderd zijn en dat het leven van meisjes beter geworden is, maar er is nog niets gedaan aan onze veiligheidsproblemen. Zowel voor als tijdens het Taliban-tijdperk, leidden politieke rivaliteiten tot lokale conflicten en de winnaar hield geen rekening met de rechten van de verliezer. Na de Taliban, is er nog steeds misbruik van de rechten van alle mensen en van vrouwen. Thuis ben ik vrij maar buiten in de stad niet. Daarom dragen alle vrouwen de chadori nog steeds.45 In grote delen van het land is het voor vrouwen nog steeds onmogelijk om zich vrij te bewegen, hun mening te uiten en een opleiding te volgen of werk te zoeken. Diegenen die toch de aandacht trekken en hun mening verkondigen, worden het doelwit van scheldpartijen en worden bedreigd met geweld of het slachtoffer van fysiek geweld.
Womankind Worldwide (juli 2002). Taking stock: Afghan Women and girls six months on. http://www.womankind.org.uk Human Rights Watch (december 2002). We want to live as humans: repression of women and girls in Western Afghanistan. http://www.hrw.org 45 Human Rights Watch Briefing Paper (mei 2002). Taking Cover: Women in Post-Taliban Afghanistan. http://www.hrw.org 43 44
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
14
Een gebied waar de situatie voor de vrouwen bijzonder zorgwekkend is, is de provincie Herat in het westen van Afghanistan. De omstandigheden zijn er beter dan onder het Taliban-regime, vrouwen hebben meer toegang tot onderwijs en worden door de autoriteiten niet geslagen in de straten, maar veel beperkingen van de Taliban blijven behouden. Bijna elk aspect van het leven van de vrouwen en meisjes in Herat wordt gecontroleerd. Onder de leiding van de lokale gouverneur, Ismail Khan, verslechterden de vrijheid van meningsuiting en vereniging, de bewegingsvrijheid en het recht op gelijkheid, werk, onderwijs en fysieke integriteit van vrouwen voortdurend doorheen 2002.46 Veel regels zijn er op gericht de seksen gescheiden te houden en hierdoor worden vrouwen uitgesloten van alle organen waar beslissingen genomen worden, van sociale en culturele activiteiten, van werk en van gelijk onderwijs. Vrouwen die deze regels overtraden, werden zowel in het openbaar als privé gestraft door regeringsbeamten en "on-islamitisch" genoemd, wat een ernstige beschuldiging is in een klimaat van terugkerend fundamentalisme. Een politiemacht patrouilleert in Herat en arresteert mannen en vrouwen die samen gezien worden en waarvan men vermoed dat ze geen familie van elkaar zijn en niet getrouwd zijn. De mannen worden naar de gevangenis gebracht en de vrouwen en meisjes worden naar een ziekenhuis gebracht waar ze gedwongen worden medische onderzoeken te ondergaan om te bepalen of zij recent geslachtsgemeenschap hadden. Hoewel de situatie in Herat bijzonder slecht is, is ze niet uniek. De beperkingen en mensenrechtenschendingen nemen in heel Afghanistan toe. Door de onveiligheid kunnen vrouwen niet participeren aan de wederopbouw van het land of aan het publieke leven. Daardoor worden hun rechten nog meer uitgehold en ontstaat er een vicieuze cirkel. De repressie is een bron van angst voor veel Afghaanse vrouwen, zowel omwille van wat er nu gebeurt als omwille van wat dit kan betekenen voor de toekomst als de beperkingen voor vrouwen en meisjes blijven toenemen. Ook de terugkeer van de vluchtelingen vormt een ernstig probleem voor Afghanistan. In 2002 zijn bijna twee miljoen Afghaanse vluchtelingen naar hun land teruggekeerd47, voornamelijk uit Pakistan en Iran, en dat is veel meer dan men verwachtte. Afghanistan beschikt niet over de noodzakelijke financiële en technische middelen om de terugkeer van zo veel vluchtelingen te verwerken en er heersen nu al overal voedseltekorten. De vluchtelingenpopulatie bestaat voor drie vierden uit vrouwen en kinderen. Veel van de vrouwen die terugkeren zijn erg enthousiast en willen graag helpen aan de wederopbouw van hun land. Een groot deel van de vluchtelingen heeft ook een goede opleiding genoten en hun vaardigheden zouden goed van pas komen bij de heropbouw. Naast dit goede nieuws zijn er echter berichten over militarisatie en seksueel geweld in de vluchtelingenkampen. Er zijn niet genoeg middelen om de veiligheid van de vrouwen in de kampen te verzekeren. De repatriëring strookt ook niet altijd met de internationale standaarden voor de bescherming van vluchtelingen, waarin de bepaling is opgenomen dat vrouwen het recht hebben om zelf over hun repatriëring te beslissen. Uit getuigenissen bleek dat sommige vrouwelijke vluchtelingen weinig te zeggen hadden over hun terugkeer. De vrouwelijke vluchtelingen die wel gevraagd werden of ze al dan niet gerepatrieerd wilden worden, kregen onvoldoende informatie over de veiligheidsproblemen waarmee vrouwen in Afghanistan geconfronteerd worden.48 De burgerlijke en politieke rechten van vrouwen Op het vlak van de deelname van vrouwen aan het politieke leven is er wel degelijk enige vooruitgang geboekt. In de interim-regering zaten twee vrouwelijke ministers, al werd dat niet door iedereen gewaardeerd: 46 Human Rights Watch (december 2002). We want to live as humans: repression of women and girls in Western Afghanistan. http://www.hrw.org 47 Amnesty International (januari 2003). Afghanistan: Amnesty International's recommendations regarding refugee returns. http://www.amnesty.org 48 Womankind Worldwide (juli 2002). Taking stock: Afghan Women and girls six months on. http://www.womankind.org.uk
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
15
Heel weinig leden van de interim-regering vinden dat er een Ministerie voor Vrouwenzaken moet komen. De mannen die in de regering zetelen zijn verre van progressief. Velen onder hen houden er opvattingen op na die amper verschillen van die van de Taliban.49 Toch waren vrouwen ook vertegenwoordigd in de loya jirga van juni 2002 die tot doel had een nieuwe overgangsregering aan te stellen. Er was zelfs een vrouwelijke kandidaat voor het voorzitterschap daarvan. Ze won weliswaar niet maar eindigde toch als tweede, vóór twee mannen. Historisch gezien waren vrouwen steeds ondervertegenwoordigd op loya jirgas maar op deze vergadering kregen 160 vrouwen een gegarandeerde zetel van de 1500 zetels. De loya jirga van juni 2002 betekende dus een belangrijke stap voorwaarts voor de politieke vertegenwoordiging van de Afghaanse vrouwen. Een aantal van de vrouwelijke afgevaardigden werd echter bedreigd om niet deel te nemen aan de verkiezingen. De man van een kandidate in het zuiden werd gewaarschuwd dat hij er moest voor zorgen dat zijn vrouw zich terugtrok, anders zouden ze beiden vermoord worden. De vrouwen die in de loya jirga zetelden hadden ook het gevoel dat ze aan de kant gezet werden en dat er van hen verwacht werd dat ze gedachteloos instemden met beslissingen die achter gesloten deuren genomen waren. De loya jirga leverde slechts twee vrouwelijke ministers op: vrouwenactiviste Habiba Sarabi werd benoemd tot de nieuwe minister van Vrouwenzaken en Suhaila Siddiq werd minister van Volksgezondheid. De vorige minister van Vrouwenzaken, Sima Samar, was iemand die fel opkwam voor de rechten van de vrouw in Afghanistan en dat werd haar niet altijd in dank afgenomen. In juni 2002 werd ze beschuldigd van godslastering omdat ze aan een krant verteld zou hebben dat ze niet in de Sharia geloofde50 en ze werd dan ook niet herbenoemd. Haar opvolgster, Sarabi, is voorzichtiger: Sima Samar heeft duidelijke opvattingen, en die heb ik ook altijd uitgedragen. Maar soms moet je rekening houden met de situatie waarin je verkeert. De situatie in Afghanistan voor vrouwen is niet gemakkelijk. Ik moet me nu voorzichtig gedragen.51 Met de hulp van Unifem, het ontwikkelingsfonds voor vrouwen van de Verenigde Naties, is het Ministerie van Vrouwenzaken een campagne begonnen om vrouwen voorlichting te geven over en bewust te maken van hun rechten. Overal in Afghanistan wil men centra oprichten waar vrouwen terechtkunnen voor advies en opvang, waar ze taalles krijgen en kunnen werken om een eigen inkomen te verwerven. Er zijn reeds dertien van dergelijke kantoren geopend. Om dit aantal te verhogen is de minister volledig afhankelijk van buitenlandse donoren, aangezien haar ministerie nog steeds niet over een eigen ontwikkelingsbudget beschikt.52 Wat het rechtstelsel betreft is een positieve ontwikkeling dat zowel de Afghaanse overgangsregering als de internationale gemeenschap zich inzetten voor een grondwet waarin ook de vrouwenrechten verankerd zullen worden. Bovendien werd er een Commissie voor de Mensenrechten opgericht die geleid wordt door een vrouw. Afghanistan heeft tevens bijna alle mensenrechtenverdragen geratificeerd die discriminatie tegen vrouwen verbieden en die vastleggen dat vrouwen gelijke rechten hebben op deelname aan het publieke leven. Op 5 maart 2003 werd ook de 'Convention on the Elimination of all forms of Discrimination Against Women' (CEDAW) uit 1979 door Afghanistan geratificeerd. Uit het volgende bericht van één van de medewerkers van Amnesty International blijkt dat deze conventie ook ernstig genomen wordt. Een Afghaanse man had zijn vrouw zonder financiële steun achtergelaten en was voor enkele jaren naar Pakistan vertrokken. Toen hij terugkwam was zijn vrouw Idem Human Rights Watch (juni 2002). Afghanistan: former women's minister intimidated. http://www.hrw.org 51 Brummelman, Wim. Afghaanse vrouwen moeten oppassen wat ze zeggen. De Standaard, 3 december 2002. 52 Idem. 49 50
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
16
hertrouwd en diende hij bij de rechtbank van Kabul een verzoek in om haar te dwingen naar hem terug te keren en om haar te vervolgen voor overspel. De rechter weigerde een uitspraak te doen en verwees de zaak naar een hogere rechtbank. De uitspraak die hij normaal gezien zou doen, zou immers in conflict geweest zijn met CEDAW en dat zou internationaal heel wat moeilijkheden kunnen veroorzaken. Deze conventie was enkele weken na de ratificatie niet alleen bekend, ze had ook meteen al invloed op juridische beslissingen over een onderwerp dat meestal als zo delicaat beschouwd word dat het buiten discussie staat. Internationale wetgeving is dus belangrijk voor het emancipatieproces van de Afghaanse vrouwen en hetzelfde geldt voor samenwerking en vereniging. Duizenden Afghaanse vrouwen verenigden zich en stelden coherente en geconsolideerde eisen aan het beleid. Deze eisen worden ernstig genomen door de internationale politieke gemeenschap en worden door de internationale burgerlijke samenleving gebruikt om voor de Afghaanse vrouwen te pleiten. In Brussel werd er bijvoorbeeld een 'Afghaanse Vrouwentop voor Democratie' georganiseerd op 4 en 5 december 2001 en in Kabul vond van 7 tot 9 juni 2002 een 'Duizend Vrouwenconferentie' plaats. In maart 2002 werd de Internationale Vrouwendag gevierd in Kabul. Vrouwen vaardigden bij deze gelegenheid een actieplan uit en eisten van de interimregering en van de internationale gemeenschap dat vrouwen betrokken zouden worden in de wederopbouw van het land. Ook de Internationale Vrouwendag van 2003 ging in Afghanistan niet onopgemerkt voorbij. In Kabul woonden 1500 vrouwen uit de hoofdstad en uit de provincies een viering van deze feestdag bij. Een ander positief signaal is de ondertekening van 'De Verklaring van de Essentiële Rechten van Afghaanse Vrouwen' door Hamid Karzai, destijds premier van de interimregering, in januari 2002, ook al heeft deze verklaring geen rechtsgeldigheid.53 De verklaring is het resultaat van een conferentie die in juni 2000 in Tadzjikistan gehouden werd ter verdediging van de vrouwenrechten van de Afghaanse vrouwen. De deelnemers aan de conferentie waren Afghaanse vrouwen uit de Verenigde Staten en Europa, meer dan 250 vrouwelijke Afghaanse vluchtelingen uit Tadzjikistan, en 45 niet-Afghanen, afkomstig van vijf continenten. In deze verklaring wordt gesteld dat Afghaanse vrouwen net als alle andere mensen het recht hebben op een waardig leven en wordt opgesomd welke rechten daarvoor nageleefd moeten worden.54 Toch ondervinden ook de vrouwenorganisaties in Afghanistan dat het opkomen voor vrouwenrechten nog steeds niet vanzelfsprekend is in het land. RAWA opereert bijvoorbeeld nog steeds clandestien en stelt dat het voor hen gevaarlijker is geworden na de val van het Taliban-regime: Organisaties als RAWA hebben geen bewegingsvrijheid en geen politieke vrijheid. Het leven van onze leden en van degenen die echt in democratie geloven, is in gevaar. Sinds de Noordelijke Alliantie meer macht heeft en meer details kent van haar politieke vijanden, lopen wij grotere risico's. Veiligheid bestaat niet meer in Afghanistan. De Taliban waren voornamelijk ongeschoolde mannen die zich verscholen achter religieuze kwesties. Maar de Noordelijke Alliantie blinkt uit in het traceren en uitschakelen van hun vijanden.55 De sociale en economische status van vrouwen Na de val van het Taliban-regime zag je de grootste veranderingen in de scholen. Vrouwelijke leerkrachten konden hun werk weer openlijk uitvoeren na jaren in de clandestiniteit gewerkt te hebben en meisjes konden zich opnieuw inschrijven voor lager onderwijs. Het enthousiasme bij de Afghaanse vrouwen was groot en ze wilden opgeleid worden in beroepsvaardigheden en in de Engelse taal. Voor het eerst in vijf jaar namen Afghaanse vrouwen deel aan toelatingsexamens voor de universiteit.
Womankind Worldwide (juli 2002). Taking stock: Afghan Women and girls six months on. http://www.womankind.org.uk De tekst van 'De Verklaring van de Essentiële Rechten van Afghaanse Vrouwen' is terug te vinden op de website van de Feminist Majority Foundation: http://www.feminist.org 55 Peeters, Eef. Afghaanse vrouwen ondergaan wet van jungle. De Standaard, 5 april 2002. 53 54
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
17
Er waren duizend vrouwelijke deelnemers. In augustus 2002 studeerden 51 vrouwelijke ingenieurs af aan de universiteit van Kabul nadat ze een opfrissingscursus gevolgd hadden.56 Toch waren er grote verschillen tussen het aantal jongens dat de kans kreeg om lager onderwijs te volgen en het aantal meisjes. Volgens een rapport van Womankind Worldwide uit juli 2002 volgde 39% van de jongens lager onderwijs tegenover 3% van de meisjes en was ongeveer 16% van de vrouwen ouder dan 15 jaar analfabeet.57 Er is ook nog steeds een enorm tekort aan leerkrachten en er wordt veel te weinig geld geïnvesteerd in onderwijs zodat er nauwelijks degelijk lesmateriaal voorhanden is. Het verschil tussen de steden en het platteland is enorm op het vlak van het onderwijs en op het platteland zou nog steeds de meerderheid van de mannen tegen onderwijs voor vrouwen zijn. Het wordt er aan veel meisjes verboden om naar school te gaan. In de loop van 2002 werd het in heel Afghanistan voor meisjes steeds moeilijker gemaakt om hun opnieuw verworven recht op onderwijs uit te oefenen. Eind oktober van dat jaar werden vier meisjesscholen aangevallen, gelukkig op een moment dat ze gesloten waren. Twee scholen werden bestookt met raketten en in twee andere werd brand gesticht. De maanden daarvoor was er al geweld gebruikt tegen acht andere scholen, waardoor er enkelen genoodzaakt waren hun deuren te sluiten. De lokale autoriteiten deden weinig of niets om de aanvallen te voorkomen. Ultra-conservatieve lokale leiders in sommige zuiderse provincies lieten de politie toe om vrouwen en meisjes die naar school gingen te bedreigen. Er werden pamfletten uitgedeeld waarin families gewaarschuwd werden hun dochters niet naar school te sturen.58 In Herat werden in januari 2003 nieuwe regels uitgevaardigd waardoor vrouwen en meisjes er opnieuw minder kans op onderwijs hebben. De nieuwe regels verbieden mannen om aan vrouwen les te geven in privé-cursussen en meisjes en jongens mogen niet langer op hetzelfde moment in de schoolgebouwen zijn. Gezien het tekort aan vrouwelijke leerkrachten zullen veel vrouwen en meisjes geen privé-lessen meer kunnen volgen. Deze nieuwe regels zijn vooral nu erg wreed omdat veel vrouwen en meisjes hard studeren om de zes verloren jaren onder de Taliban goed te maken. Ze gebruikten privé-lessen in Engels, informatica en basisvakken om de gewone scholing aan te vullen.59 Vrouwen kregen officieel toelating om buitenshuis te werken en er werden verschillende projecten opgericht om vrouwen te werk te stellen. De kansen op werk blijven echter nog steeds beperkt en door het gebrek aan veiligheid en de houding van mannelijke familieleden zitten veel vrouwen nog steeds thuis opgesloten. De tewerkstelling van vrouwen is nog niet cultureel en sociaal geaccepteerd. Een vrouw getuigde hierover als volgt: Iedereen is vol lof over de interim-regering. Maar ik ben lerares met veel ervaring in het onderwijs en toch staat men mij niet toe les te geven aan de hogere jaren. Men vertelt mij dat enkel mannen mogen lesgeven aan de laatstejaars. Ik vraag u dan: "Waarom worden we nu alweer gediscrimineerd?"60 In Herat bijvoorbeeld staan slechts weinige jobs open voor vrouwen en deze gaan dan nog gepaard met ernstige beperkingen vanwege de overheid. Men dringt er bij vrouwen op aan om thuis te werken of les te geven aan meisjes. Regeringsbeambten bedreigen en intimideren diegenen die buiten deze nauwe grenzen gaan. Van Dorsselaer, Isa. Lokale krijgsheren bedreigen veiligheid Afghaanse vrouwen. Alleen de lengte van de baard is anders. De Standaard, 2 september 2002. 57 Womankind Worldwide (januari 2002). Working group on the rights of Afghan women. Policy Document. http://www.womankind.org.uk 58 Human Rights Watch (december 2002). We want to live as humans: repression of women and girls in Western Afghanistan. http://www.hrw.org 59 Idem. 60 Idem. 56
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
18
Op het vlak van de gezondheidszorg is er eveneens nog veel ruimte voor verbetering. Gezondheidsprojecten staan centraal in de pogingen tot wederopbouw en vormen een prioriteit voor schenkers en niet-gouvernementele humanitaire organisaties. Maar er is een schrijnend tekort aan gegevens over die gezondheidsproblemen van vrouwen die niet gerelateerd zijn aan reproductie. Ook wat de reproductieve geneeskunde betreft, is de situatie erbarmelijk: ten gevolge van problemen tijdens de zwangerschap of bij de geboorte sterven jaarlijks 1700 vrouwen op 100.000 die een levend kind baren. Dit betekent elke 30 minuten 1 vrouw. In het afgelegen Badakshan gaat het om 6500 doden per 100.000 levende geboortes! Slechts 12% van de vrouwen in Afghanistan hebben toegang tot gezondheidszorgen61 en ook hier spelen culturele factoren daarbij een rol. Omdat in de meeste Afghaanse families de mannen de beslissingen nemen, moet de vader of echtgenoot van een vrouw zijn toestemming geven voor zij behandeld of geopereerd mag worden. De meeste vrouwen bevallen thuis, vaak zonder vroedvrouw. Bijna 90% van de overlijdens zouden voorkomen kunnen worden als de vrouwen toegang zouden hebben tot eenvoudige testprocedures voor behandelbare complicaties, bekwame bevallingsbegeleiders of de mogelijkheid van een operatieve bevalling. De gevolgen van de dood van een moeder treffen kinderen, vaders, families en hele gemeenschappen. Wanneer de moeder van een pasgeboren kind sterft, heeft het kind zelf slechts 25% kans te overleven tot zijn eerste verjaardag. Tenslotte is er nog de schrijnende situatie van de vele weduwen in Afghanistan. In theorie mogen weduwen nu werken en de NGO's beginnen de behoeften van de weduwen ook eindelijk te erkennen en zien in dat zij een belangrijke rol kunnen spelen in de pogingen tot wederopbouw. Gegevens over de vele weduwen in Afghanistan zijn echter erg schaars, ondanks het feit dat er enorm veel vrouwen tot deze bevolkingsgroep behoren: ongeveer 36% van de Afghaanse bevolking zouden weduwen zijn en in Kabul alleen al wordt hun aantal op 40.000 geschat. Deze vrouwen hebben problemen om toegang te verkrijgen tot diensten, onderdak, voedsel, gezondheidszorg, opleiding, enzovoort, omdat zij geen man hebben die voor hen kan bemiddelen en dat is in het huidige klimaat in Afghanistan een vereiste. De dochters van weduwen hebben minder kans op scholing en zijn extra kwetsbaar voor prostitutie, mensenhandel en gedwongen huwelijken. De rol van de internationale gemeenschap In verschillende financiële hulpprogramma's is een bepaling opgenomen over het feit dat die hulp ook ten bate van de vrouwen van Afghanistan moet zijn. Het probleem is echter dat ten eerste veel van dat geld wel beloofd is, maar nog niet betaald en ten tweede dat men moeilijk kan nagaan hoeveel van die fondsen naar de hulp aan vrouwen gaat. In resolutie 1325 van de VN Veiligheidsraad wordt dan weer het belang van de rol van de vrouwen benadrukt voor de wederopbouw na de oorlog, voor het vredesproces en voor het politieke proces. Er wordt echter geen actie ondernomen om deze resolutie ten uitvoer te brengen. In de praktijk is er ook nog geen sprake van gendergelijkheid in de bijeenkomsten over wederopbouw, ontwikkeling en humanitaire hulp, noch bij de VN noch bij de NGO's. Bij vredesonderhandelingen worden vrouwen bijna nooit vertegenwoordigd. In een land als Afghanistan met een patriarchale cultuur is het nochtans zo dat alleen vrouwen de noden van andere vrouwen kennen. De internationale media hebben een heel belangrijke rol gespeeld bij het op de agenda zetten van vrouwenzaken, bij het onder de aandacht brengen van de zorgen van de gewone Afghaanse vrouwen en bij het mobiliseren van steun. Jammer genoeg is de aandacht van de westerse media voor de problemen van Afghanistan, en meer specifiek voor de problemen van de Afghaanse vrouwen nu sterk afgenomen. Daardoor vermindert ook de aandacht van de politiek en van de investeerders voor deze problematiek.62
61 62
Womankind Worldwide (juli 2002). Taking stock: Afghan Women and girls six months on. http://www.womankind.org.uk Idem.
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
19
Wat moet er gebeuren opdat de situatie van de vrouwen in Afghanistan zou verbeteren? Erg belangrijk is dat er een mentaliteitswijziging komt in Afghanistan: de houdingen en het gedrag van mannen tegenover vrouwen, ontwikkeld gedurende jaren van conflict en goedgekeurd en strikt opgelegd door de Taliban, blijven ingeworteld. Dit blijkt ook uit volgende getuigenis: Er lopen hier jongetjes van 6 of 7 jaar rond die vrouwen behandelen alsof het honden zijn... Ze zijn zo jong en toch zijn ze zo ongelooflijk arrogant. Ze hebben absoluut geen respect voor vrouwen. Ze laten hun moeders gewoonweg niet aan het woord, ze spreken in hun plaats.63 De extensieve en volgehouden steun van de internationale gemeenschap is absoluut noodzakelijk voor de wederopbouw en voor vrede in Afghanistan. Ze moet hierbij dringende stappen ondernemen om de veiligheid in het land te verhogen en ze moet ervoor zorgen dat er een einde komt aan het seksuele geweld en aan de andere vormen van gender-gebonden geweld zodat vrouwen een rol kunnen spelen in de wederopbouw van de samenleving. Vrede en veiligheid op lange termijn kunnen alleen verwezenlijkt worden mits de fundamentele mensenrechten gerespecteerd worden en de vroegere schendingen van de mensenrechten aangepakt worden.64 Vrouwen die het slachtoffer geweest zijn van geweld moeten (rechts)hulp krijgen en de daders moeten gestraft worden. De internationale gemeenschap moet zorgen dat er meer financiële middelen ter beschikking gesteld worden, ook ten gunste van het Ministerie voor Vrouwenzaken. Dit ministerie is er immers verantwoordelijk voor dat de mensenrechten van vrouwen opnieuw nageleefd worden, dat vrouwen betrokken worden bij de pogingen tot ontwikkeling en dat zij gebruik kunnen maken van rechtshulp, gezondheidszorg, onderwijs en economische diensten. Er moeten ook juiste gegevens verzameld worden over de bestaande behoeften op bijvoorbeeld het vlak van de gezondheidszorg, over het aantal weduwen, enzovoort. De overgangsregering moet publiekelijk aankondigen dat ze iedereen zal straffen die vrouwen lastigvalt, fysiek aanvalt, bedreigt of op welke manier dan ook schaadt omdat ze geen sluier dragen, omdat ze werken, onderwijs volgen of aan andere activiteiten deelnemen. Men moet vrouwen oproepen om de daders aan te geven en men moet hen wegwijs maken in de instanties waarop ze een beroep kunnen doen. Tenslotte is het ook belangrijk dat zowel de media als het publiek de situatie van de vrouwen in Afghanistan blijven opvolgen en ervoor blijven zorgen dat dit onderwerp niet van de agenda van de politici verdwijnt.
63 64
Idem. Human Rights Watch Briefing Paper (mei 2002). Taking Cover: Women in Post-Taliban Afghanistan. http://www.hrw.org
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
20
g
De rol van Amnesty International
Amnesty International is reeds vele jaren betrokken bij de toestand waarin de vrouwen van Afghanistan leven. De organisatie verzamelde informatie over de schendingen van de mensenrechten van de Afghanen en informeerde het publiek hierover, onder meer via verscheidene publicaties. In mei 1995 verscheen een rapport65 dat zich voornamelijk concentreerde op het lot van de Afghaanse vrouwen. Er werd in beschreven hoe de Afghaanse burgers en in het bijzonder de vrouwen te lijden hadden onder de burgeroorlog in hun land. Hiervoor ging Amnesty praten met Afghaanse vluchtelingen die pas gearriveerd waren in Pakistan en andere landen. Een rapport van december 199666 handelde over de schendingen van de mensenrechten onder het bewind van de Taliban en besteedde eveneens aandacht aan de schrijnende situatie van de Afghaanse vrouwen. Ook een rapport van juni 199767 ging dieper in op het geweld en de mensenrechtenschendingen waarvan de Afghaanse vrouwen het slachtoffer waren ten tijde van de Taliban. Amnesty riep het publiek op om het onderwerp onder de aandacht van de regering te brengen opdat zij druk zou uitoefenen op de Taliban. In maart 1998 organiseerde Amnesty samen met een professor van de London School of Economics and Political Science een seminarie over 'Mensenrechten en gender in Afghanistan'. Er werden onderwerpen behandeld als het effect van het Taliban-beleid op vrouwen, de mensenrechten van vrouwen in Afghanistan, de toekomst van humanitaire hulp en de rol van bedrijven in Afghanistan. Onder de sprekers waren er onder meer vrouwelijke advocaten en mensenrechtenactivisten uit Afghanistan.68 In november 1999 stelde Amnesty International opnieuw een rapport69 samen over de situatie van de vrouwen in Afghanistan. Hierin werd kort de recente geschiedenis van het land geschetst en de gevolgen daarvan voor de vrouwen. Dit rapport wees ook op de verantwoordelijkheid van de internationale gemeenschap en deed een aantal aanbevelingen opdat de miserabele condities van de vrouwen verlicht zouden worden. De leden en sympathisanten van Amnesty werden opgeroepen om massaal in de pen te kruipen en hun klachten te adresseren aan de leiders van de Taliban. Ook na de val van de Taliban liet Amnesty International de aandacht voor de voortdurende ellende van de Afghanen niet verslappen. In november 2001 richtte Amnesty samen met Oxfam en Womankind Worldwide het netwerk 'The Working Group for the Rights of Afghan Women' op dat zijn uitvalsbasis heeft in het Verenigd Koninkrijk. Het doel van dit netwerk is ervoor te zorgen dat de stem van de Afghaanse vrouwen gehoord wordt en ervoor zorgen dat er rekening wordt gehouden met hun rechten en behoeften bij de wederopbouw en ontwikkeling van Afghanistan. De Werkgroep omvat Afghaanse vrouwen, ontwikkelingsorganisaties, mensenrechtenorganisaties, vooraanstaande academici en bezorgde individuen en ze wordt gecoördineerd door Womankind Worldwide.70 In december 2001 nam de organisatie deel aan een rondetafel die in de Belgische Senaat georganiseerd werd door de Verenigde Naties en de Belgische regering. Naast Afghaanse vrouwen kwamen verschillende NGO's aan het woord, met de bedoeling informatie te verzamelen over de specifieke behoeften van de vrouwen in Afghanistan. Daarnaast wilde men zich verdiepen in de verschillende manieren waarop de vrouwen betrokken konden worden bij het toenmalige politieke proces.
Amnesty International (mei 1995). Women in Afghanistan; A human rights catastrophe. http://www.amnesty.org Amnesty International (december 1996). Afghanistan. Grave abuses in the name of religion. http://www.amnesty.org 67 Amnesty International (juni 1997). Women in Afghanistan: The violations continue. http://www.amnesty.org 68 Amnesty International (maart 1998). Human rights and gender in Afghanistan. Seminar and press briefing 23 march 1998. London school of economics and political science. http://www.amnesty.org 69 Amnesty International (november 1999). Women in Afghanistan: Pawns in men's power struggles. http://www.amnesty.org 70 Womankind Worldwide (januari 2002). Working group on the rights of Afghan women. Policy Document. http://www.womankind.org.uk 65 66
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
21
In 2002 begon de aandacht van de wereld voor Afghanistan alweer te vervagen. Daarom was het erg belangrijk dat Amnesty aanwezig bleef in het land en de aandacht bleef opeisen voor de bevolking van Afghanistan. Door aanwezig te zijn in het veld konden zij hun aandacht richten op de wederopbouw van het strafrechtssysteem, dat een essentiële rol speelt in de verzekering van de mensenrechten. Het liet de organisatie ook toe om contacten te onderhouden met de regering en met lokale en internationale NGO's. 71 Amnesty International Vlaanderen blijft eveneens de aandacht opeisen voor de situatie van de vrouwen in Afghanistan, onder meer via artikels in de nieuwsbrief 'Focus op Vrouwen' van het Vrouwenactienetwerk.72 Daarnaast organiseert Amnesty International samen met de Universiteit Antwerpen in mei 2003 een thema-avond over vrouwenrechten in Afghanistan. Op deze avond zal onder andere een vertegenwoordigster van RAWA aan het woord komen.
Amnesty International (november 2002). An opportunity to help build a better future in Afghanistan. http://www.amnesty.org Vrouwen in Afghanistan, Focus op vrouwen, jg. 2 (2001), september, nr. 1, p. 2.; Vrouwen in het na-oorlogse Afghanistan. Een sluier over de waarheid., Focus op vrouwen, jg. 3 (2002), september, nr. 1, p. 2. 71 72
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
22
g
Bibliografie
Afghanistan Women Council. About us. http://www.afghanistanwomencouncil.org Amnesty International (mei 1995). Women in Afghanistan; A human rights catastrophe. http://www.amnesty.org Amnesty International (december 1996). Afghanistan. Grave abuses in the name of religion. http://www.amnesty.org Amnesty International http://www.amnesty.org
(juni
1997).
Women
in
Afghanistan:
The
violations
continue.
Amnesty International (maart 1998). Human rights and gender in Afghanistan. Seminar and press briefing 23 march 1998. London school of economics and political science. http://www.amnesty.org Amnesty International (november 1999). Women in Afghanistan: Pawns in men's power struggles. http://www.amnesty.org Amnesty International (november 2002). An opportunity to help build a better future in Afghanistan. http://www.amnesty.org Amnesty International (januari 2003). Afghanistan: Amnesty International's recommendations regarding refugee returns. http://www.amnesty.org Brummelman, Wim. Afghaanse vrouwen moeten oppassen wat ze zeggen. De Standaard, 3 december 2002. Human Rights Watch (oktober 2001). Humanity denied; Systematic Violations of Women's Rights in Afghanistan. http://www.hrw.org Human Rights Watch Briefing Paper (mei 2002). Taking Cover: Women in Post-Taliban Afghanistan. http://www.hrw.org Human Rights Watch (juni 2002). Afghanistan: former women's minister intimidated. http://www.hrw.org Human Rights Watch (december 2002). We want to live as humans: repression of women and girls in Western Afghanistan. http://www.hrw.org Peeters, Eef. Afghaanse vrouwen ondergaan wet van jungle. De Standaard, 5 april 2002. Rashid, Ahmed (2001). Taliban. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas. Revolutionary Association of the Women of Afghanistan. About RAWA ... http://www.rawa.org United Nations (maart 2000). Report of the Special Rapporteur on violence against women, its causes and consequences, Ms. Radhika Coomaraswamy. Mission tot Pakistan and Afghanistan (1-13 September 1999). http://www.un.org
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
23
Van Dorsselaer, Isa. Afghaanse vrouwenverzetsbeweging vreest voor toekomst. Onder de dekmantel van de burqa. De Standaard, 13 oktober 2001. Van Dorsselaer, Isa. Lokale krijgsheren bedreigen veiligheid Afghaanse vrouwen. Alleen de lengte van de baard is anders. De Standaard, 2 september 2002. Vogelsang, Willem (2002). Afghanistan; een geschiedenis. Amsterdam/Leuven: Bulaaq/Van Halewyck. Vrouwen in Afghanistan, Focus op vrouwen, jg. 2 (2001), september, nr. 1, p. 2. Vrouwen in het na-oorlogse Afghanistan. Een sluier over de waarheid., Focus op vrouwen, jg. 3 (2002), september, nr. 1, p. 2. Womankind Worldwide (januari 2002). Working group on the rights of Afghan women. Policy Document. http://www.womankind.org.uk Womankind Worldwide (juli 2002). Taking stock: Afghan Women and girls six months on. http://www.womankind.org.uk Women's Human Rights Resources; Bora Laskin Law Library University of Toronto. Background and resources: women in Afghanistan. http://www.law-lib.utoronto.ca
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
24
g
Voor wie meer informatie wil
• Boeken Ellis, Deborah (2000). Women of the Afghan war. Westport: Praeger. Kunst, Saskia (1998). Ik zal zijn als as: de verborgen kracht van vrouwen: reis door Afghanistan. Amsterdam: Wereldbibliotheek. Latifa (2002). Gestolen gezicht: het leven van een jonge vrouw in Kabul. Baarn: De Kern. Shakib, Siba (2002). Naar Afghanistan komt God alleen nog om te huilen: het verhaal van Shirin Gol. Amsterdam: Manteau. Tortajada, Ana (2002). Gesluierd door Afghanistan. Amsterdam: Meulenhoff. • Websites Afghanistan Women Council (AWC): http://www.afghanistanwomencouncil.org/ Revolutionary Association of the Women of Afghanistan (RAWA): http://www.rawa.fancymarketing.net/index.html • Andere Bij de Nederlandstalige Vrouwenraad (NVR) loopt van maart 2003 tot maart 2004 de campagne 'Ontsluier haar leven'. Met deze actie zamelen ze geld in voor de bouw en werking van een Vrouwenhuis in Istalif, Afghanistan. Dit Vrouwenhuis is een sociaal én vormingscentrum waar de Afghaanse vrouwen begeleid worden bij hun integratie in het sociale en economische leven, waar ze medische bijstand krijgen en diverse opleidingen kunnen volgen. Info over de campagne: http://www.vrouwenraad.be/
Amnesty International
Vrouwen in Afghanistan
25