VROEGE VOGELS HANDLEIDING Tweede en derde graad basisonderwijs
Beste juf, beste meester, Deze handleiding hoort bij de campagne ‘VROEGE VOGELS’. De Vroege Vogels vliegen vanaf september rond in alle Nederlandstalige consultatiebureaus, kinderdagverblijven, kleuter- en lagere scholen én bij de kinderen thuis. Ze vormen een bont gezelschap. Eén ding hebben ze gemeen: ze willen elke dag op tijd naar school. De campagne ‘VROEGE VOGELS’ wil: Ouders sensibiliseren rond het belang van kleuter- en lager onderwijs Boodschap is: laat uw kind vanaf 2,5 jaar naar school gaan. In het kleuteronderwijs ontwikkelen kinderen taal, sociale vaardigheden en grove en fijne motoriek. Ze doen nieuwe ervaringen op en worden zelfstandiger. Stilletjes aan bereiden ze zich voor op het lager onderwijs. Ouders aanmoedigen om hun kind elke dag naar school te sturen Zo kan hun kind alle activiteiten meemaken. Door regelmatig aanwezig te zijn loopt het kind geen achterstand op en vindt het gemakkelijker zijn plaats in de groep. Ouders helpen om elke dag op tijd te komen Dat zorgt voor een goede start van de dag en het geeft structuur aan de kinderen. De campagne biedt materialen en ideeën om met het thema aan de slag te gaan. Je kunt deze materialen in je eigen werking inpassen. Sommige passages van het campagnemateriaal zijn vertaald (Frans, Engels, Duits, Italiaans, Spaans, Turks en Arabisch). Zo vinden anderstalige ouders met kinderen in het Nederlandstalig onderwijs ook snel hun weg in het materiaal. Het is belangrijk om een aanpak op maat van jouw school en de ouders op te zetten. Het registreren van aan- en afwezigheden en het op tijd komen kan daarbij helpen. Blz. 2 Blz. 3 - 4 Blz. 5 - 8
Met ouders in gesprek Voorstelling campagnemateriaal Aan de slag met het materiaal
WAAROM KOMEN OUDERS TE LAAT? HOE GA JE DAAROVER IN GESPREK? Werken aan een aanpak op maat.
1. Niet elke ouder brengt zijn kind elke dag op tijd naar school. Daar zijn verschillende mogelijke redenen voor: • De ouder heeft een gebrek aan informatie: ‘Ik weet niet wat ze doen in de lagere school.’ • De ouder ziet andere prioriteiten: ‘Thuis krijgt mijn kind de volle aandacht.’ • De ouder heeft praktische problemen: ‘Ik werk op onregelmatige uren. Ik geraak niet altijd op tijd op school.’ • De ouder is onzeker: ‘Mijn kind wordt gepest. Ik durfde niets te zeggen op school. Ik hou mijn kind liever thuis.’ Dit zijn maar enkele, vaak voorkomende hypothesen. Daarnaast zijn er nog veel andere mogelijk. 2. Ga in gesprek en ga na of je vermoeden klopt. Als je de oorzaak kent en rekening houdt met wat de ouders belangrijk vinden, kan je hen aanzetten tot gedragsverandering. • Ouders willen zich welkom voelen op school. Wees aanspreekbaar. Een juf of meester op de speelplaats of een open deur voor of na schooltijd bieden kansen op een rustig gesprek. • Stap zelf naar (minder assertieve) ouders. Vraag hoe het gaat. Zodra het ijs gebroken is, zal de ouder gemakkelijker vertellen waarom hij of zij het kind niet elke schooldag (op tijd) naar school brengt. • Luister reflectief naar verhalen van ouders. Zet je eigen opvattingen even opzij en toon begrip voor de mening en de drijfveren van de ander. Je kunt de woorden van de ouder herhalen en om meer uitleg vragen. Probeer te achterhalen wat maakt dat het voor een ouder moeilijk is om elke dag op tijd naar school te komen. Het kan helpen om in het gesprek te praten over het kind in plaats van over het gedrag van de ouder. Vertrek ook van de dagen dat het wel gelukt is en bekijk vandaaruit de valkuilen die ertoe leiden dat het de andere dagen niet lukt. • Probeer oordelen te vermijden. Geef positieve commentaar, bekrachtig de uitspraken van de ouder. Vat het verhaal van de ouder kort samen. Bijvoorbeeld: ‘Je vindt het belangrijk om een goede ouder te zijn.’ – ‘Je wilt afspraken maken met de buren op de dagen dat je laat thuiskomt. Goed idee!’ • Schakel andere ouders in. Breng een onzekere ouder in contact met ouders met wie er een mogelijke link is (dezelfde taal, kind in dezelfde klas, vriendjes ...), of met iemand van de ouderraad of de moedergroep. De ervaringen en de steun van andere ouders helpen om drempels te overwinnen. • Merk je dat ouders inspanningen leveren om hun kind elke dag naar school te brengen? Bedank hen uitdrukkelijk voor hun inzet. Meer lezen? De handleiding van de Vlaamse campagne ‘Kijk wat ik al kan’ gaat dieper in op de vier drempels die ertoe leiden dat ouders hun kind niet elke dag op tijd naar school brengen. In die handleiding staat ook hoe je het gesprek het best aanpakt voor elk van die drempels. Je vindt deze handleiding via www.onderwijsinbrussel.be/vroegevogels. De meeste ouders zorgen er wel voor dat hun kind iedere dag op tijd op school is. Bekrachtig hun gedrag. Benader de andere ouders met een persoonlijke aanpak.
02
HET CAMPAGNEMATERIAAL De Vroege Vogels geven je troeven in handen om het thema bespreekbaar te maken en een schooljaar lang levendig te houden. De middelen zijn speels en laagdrempelig. Hieronder vind je het overzicht van het campagnemateriaal.
v.u.: Eric Verrept, leidend ambtenaar, Emile Jacqmainlaan 135, 1000 Brussel © 2015 – België
AFFICHE MET WITRUIMTE
Wat? Elke school krijgt een aantal affiches met witruimte om op verschillende plaatsen in de hele school op te hangen. Voor wie? Voor de hele school
De Vroege Vogels-stempels Wat? Een set van twee stempels met afbeeldingen van de Vroege Vogels Voor wie? Voor de hele school Voor elke kleuterschool en elke lagere school is er 1 stempeldoosje met 2 stempels voorzien
VROEGE VOGELS VLIEGEN ELKE DAG OP TIJD NAAR SCHOOL
KAPITEIN WINOKIO ZINGT
HET VROEGE VOGEL LIED
Het Vroege Vogelscampagnelied van Kapitein Winokio
Wat? Kapitein Winokio schreef een dansbaar lied voor de hele basisschool. Voor wie? Voor alle kinderen Er is 1 cd voorzien per klas vanaf de onthaalklas tot en met leerjaar 2.
03
De kleeftattoos
Wat? Humoristische kleeftattoos die kinderen kunnen dragen als bewijs dat ze Vroege Vogels zijn Voor wie? Voor alle kinderen van de tweede en derde graad lager onderwijs
Koelkastmagneten voor ouders
Wat? Een setje magneten voor elke ouder Ouders kunnen die magneten op de koelkast of op een andere plek thuis hangen. Ze herinneren de ouders aan het belang van elke dag op tijd komen. Bij elk magneetpakket hoort een duidingskaart met vertalingen. Voor wie? Voor de ouders van alle kinderen
Heen-enweerboekje
Wat? Elk kind/elke ouder krijgt een heen-en-weerboekje met opdrachten, spelletjes en tips over het thema. Voor wie? Alleen voor kinderen van de tweede en de derde graad lager onderwijs en hun ouders
04
AAN DE SLAG MET HET CAMPAGNEMATERIAAL Met het schoolteam Ouders en kinderen betrek je het best het hele schooljaar. De campagne is zo opgezet dat je vrij bent om ze qua inhoud en timing uit te werken op maat van de school. Dat wil zeggen dat je autonoom of met de school beslist wanneer je de Vroege Vogels weer wakker schudt. Dat kan bijvoorbeeld als er meerdere kinderen geregeld afwezig blijven of te laat komen, maar het kan net zo goed na elke schoolvakantie met het campagnelied. 1.
Introduceer de campagne op een personeelsvergadering. Welke acties doet de school al rond dit thema? Hoe kan het materiaal daar een aanvulling op zijn?
2. Bespreek met de collega’s waar je de posters zult ophangen en welke boodschap er in de witruimte komt. Die boodschap is in de eerste plaats bedoeld voor de ouders. Elke leerkracht kan ook een poster ophangen in de klas. De leerkracht kan zelf of samen met de kinderen een boodschap verzinnen om in de witruimte te schrijven. 3.
Bepaal met het schoolteam hoe je de stempels kunt gebruiken. De stempels helpen je om de aandacht te houden bij ‘elke dag op tijd naar school’, en dat tot de laatste klasdag in juni. Als de kinderen een uitstap doen, kan je bijvoorbeeld een brief meegeven met daarop de stempel van een Vroege Vogel.
TIP: Werk met een klassikale wolk die je kunt volstempelen. Tel samen het aantal aanwezige kinderen en zet evenveel afdrukken in de wolk. Zo werk je met de klas of school samen aan op tijd komen en spaar je de leerling die er, om welke reden dan ook, niet in slaagt.
4. Bespreek wanneer je de koelkastmagneten zult uitdelen aan de ouders. Hoe zal je de campagne introduceren bij de ouders?
TIP: Je kunt de koelkastmagneten uitdelen op een oudercontact. Ze zijn een ideale gespreksstarter. Uiteraard kan je ze ook op een ander moment uitdelen.
5. Hou met het team dit thema het hele schooljaar levendig. Probeer telkens de ouders erbij te betrekken.
05
AAN DE SLAG MET HET CAMPAGNEMATERIAAL Met de kinderen 1.
Laat de kinderen kennismaken met het heen-en-weerboekje. Zeg duidelijk dat dit zowel een boekje is voor in de klas als voor thuis. Sommige opdrachten kunnen leerlingen zelfstandig in de klas maken, andere na een korte instructie. Het is fijn als ze samen met hun ouders sommige spelletjes doen. De boodschappen voor de ouders zijn vertaald om de betrokkenheid van de ouders te verhogen.
2. Doe de Vroege Vogel-reflectietest. ‘Welke Vroege Vogel ben jij?’ op blz. 8 en 9 in het heen-en-weerboekje is voor vijfde- en zesdeklassers de ideale start voor een klasgesprek. Hoe ervaren je leerlingen het ochtendritueel? Wat zien zij als struikelblokken? Herkennen ze de anderen in hun profiel? Welke tips kunnen ze uitwisselen? 3. Doe de Vroege Vogel-ochtendgym. Op blz. 22 in het heen-en-weerboekje vind je stretch- en andere oefeningen om de dag opgewarmd te beginnen. Imponeer de hele school door met je klas simultaan een reeks oefeningen te doen. Spreek af met een parallelcollega. Om beurten doet de ene klas een oefening voor, die de andere klas moet nabootsen. Of: doe het tijdens een openklasmoment en laat de vaders en moeders meedoen. 4. Organiseer een schoolpoortactie. Spaar met de kinderen kilometers. Elk kind dat op tijd komt, krijgt een meter. Alle meters samen vormen een kilometer. Geef dit letterlijk vorm aan de schoolpoort. Betrek de kinderen van de tweede en de derde graad om samen op zoek te gaan naar toffe acties met de klas of de school. 5.
Knutsel de Vroege Vogels in klei. De vogels zijn gemakkelijk te maken, als je hun pootjes niet mee uitwerkt. Vertrek vanuit een bol. Voeg grote schijven voor de ogen toe. Breng bek en vleugels aan. Voor het pluimpje op het hoofd werk je met chenilledraad of een takje. Laat drogen en beschilder. Bekleven met echte pluimpjes kan ook. Neem foto’s en post ze op sociale media. Voeg #vroegevogels toe.
6. Teken de vogels met krijtstift op de ruiten. Geef ze tekstballonnen, schrijf in spiegelschrift: ‘Wij zijn Vroege Vogels!’ – ‘Wij komen elke schooldag op tijd naar school’ – ‘Eerst uit mijn nest, dan de rest!’ 7. Doe een relaxatiesessie met zachte muziek. Laat de leerlingen langzaam ontwaken, zich uitrekken, opstaan, vensters openen, wegvliegen ... 8. Hou een ‘Hoe-vlieg-ik-naar-school’-brainstorm. Laat leerlingen in groepjes gekke tips en tricks verzamelen om sneller op school te geraken. Realisme is bijzaak. Humor en creativiteit primeren. Laat ze een tekening maken en hun plannen aan de klas voorstellen.
06
AAN DE SLAG MET HET CAMPAGNEMATERIAAL Met de ouders Organiseer een openklasmoment of een schoolpoortactie. Of organiseer een startmoment met de hele school. Speel, zing en dans het campagnelied met collega’s, kinderen van één klas of de hele school. Duid de campagne: leg uit waarom het belangrijk is dat je elke schooldag op tijd naar school komt. TIP: Hoe maak je van je openklasmoment een Vroege Vogels-moment? Ouders zijn vanaf 8 uur welkom in de refter of gymzaal. Ze krijgen een kopje koffie en een koekje. Daarna gaan ze samen met de kinderen mee de klas in voor het kringgesprek. Zo ervaren ze hoe belangrijk het ochtendritueel is. Plan ook een toonmoment na afloop van elk thema of organiseer een spelnamiddag met ouders. Toon wat de leerlingen kunnen en doen. 1.
Gebruik van de magneten Overhandig de magneten aan de ouders. Dat kan aansluitend op het openklasmoment of de schoolpoortactie, tijdens een praatcafé met ouders of bij het eerste oudercontact. Gebruik deze materialen als gespreksstarter.
2. Gebruik van het heen-en-weerboekje Vertel dat elk kind dit boekje geregeld zal meekrijgen naar huis. Overloop de inhoud. Leg uit dat er, naast individuele opdrachten voor het kind, ook spelletjes en opdrachten in staan om samen te doen. Vertel ook dat sommige tips vertaald zijn, zodat alle ouders dit kunnen lezen in de taal die ze het best begrijpen.
Zeven tips bij het campagnelied 1. Zing of speel het campagnelied ‘Opstaan Opstaan’ elke ochtend tijdens het onthaalmoment. Dit meeslepende nummer is ideaal om tijdens kleine en grote groepsmomenten kinderen én ouders letterlijk in beweging te krijgen. Om dat te bereiken, oefen je het lied het best goed vooraf in de klas. Muzikale leerkrachten kunnen het lied ook begeleiden met een instrument. 2. Schrijf voor of met jouw klas nog een extra strofe. 3. Zing of speel het campagnelied ‘Opstaan Opstaan’ elke ochtend bij het begin van de dag, zodra de kinderen het voldoende onder de knie hebben. Dat schept de kans om ouders op de speelplaats toe te laten en ruimte te creëren voor een informele babbel tot de bel gaat. Ouders kunnen op school blijven tot na het lied. 4. Betrek muzikale ouders erbij. Het lied leent zich uitstekend voor een parade of muzikale karavaan. 5. Maak er een dans bij. Kinderen kunnen de danspasjes aan ouders aanleren. Eindig met een karavaan en vraag de ouders om mee te dansen in de karavaan. 6. Film het dansje, deel het met ouders via de schoolsite en op sociale media. Voeg #vroegevogels #kapiteinwinokio toe. Dan verschijnt het filmpje ook op zijn pagina. Vraag daarvoor wel de toestemming van de ouders. 7. Maak van het lied het hoogtepunt van het schoolfeest. Dans, zing en speel het nummer met de hele school en alle ouders.
07
SPEEL HET ‘IK KOM ELKE DAG OP TIJD’GANZENBORD. Maak pionnen: kopieer de Vroege Vogels (Heen-en-weerboekje blz. 3) en knip ze uit. Kopieer het ganzenbord van blz. 14-15 van het heen-en-weerboekje en vergroot naar A3. Verder heb je ook een dobbelsteen nodig. 5 Je vergat je zwemzak. Sla één beurt over. 6 Je komt élke dag op tijd naar school. Super! Ga naar 12! 9 Geen file vandaag, je nam de metro! Zet er nog evenveel sprongetjes bij. 14 Jij en je vrienden zijn het eerst op de speelplaats! Zet er nog evenveel sprongetjes bij. 18 Het is zondagavond en je schooltas staat al klaar. Zet er nog evenveel sprongetjes bij. 19 Je vergat een afspraak met een vriend op de hoek van de straat. Sla één beurt over. 23 Zet er nog evenveel sprongetjes bij. 26 Ga twee sprongetjes terug. 27 Zet er nog evenveel sprongetjes bij. 31 Je loopt verloren. Wacht tot een andere speler je hier verlost. 32 Zet er nog evenveel sprongetjes bij. 36 Zet er nog evenveel sprongetjes bij. 41 Zet er nog evenveel sprongetjes bij. 42 Papa vindt zijn autosleutels niet. Ga drie plaatsen achteruit. 45 Zet er nog evenveel sprongetjes bij. 50 Ga twee sprongetjes terug. 52 Je valt in slaap op de bus. Wacht tot een andere speler je hier wakker maakt. 53 Ga twee sprongetjes terug. 54 Zet er nog evenveel sprongetjes bij. 58 Je bent op je pantoffels naar school gekomen. Vlieg terug naar huis. 59 Zet er nog evenveel sprongetjes bij. 63 Hoera, je bent de eerste op de speelplaats!
08
v.u.: Eric Verrept, leidend ambtenaar, Emile Jacqmainlaan 135, 1000 Brussel © 2015 – België