Zet en Buitenruimte voor Contact werken samen aan participatiegroen.
2
Provinciale kopstukken aan het woord.
5
10
Minder aandacht voor jonge mantelzorgers.
Zicht op maatschappelijke ontwikkeling April 2011
Vrijwilligers foto Dolf Cantrijn | Hollandse Hoogte
Jarenlang bood Zet als vanzelfsprekend ondersteuning aan lokale vrijwilligerscentrales en -steunpunten. ‘We hebben in die tijd veel expertise opgebouwd rond het thema vrijwilligers, maar we willen nu aan de markt laten zien dat we ook innovatief zijn, dat we een partner kunnen zijn waar je wat aan hebt’, vertelt Mieke Mes, projectleider Zet stap vooruit, van vrijwillige inzet naar participatie. Maar er is in 2011 meer te doen rond vrijwilligerswerk. Het project Zet stap vooruit begint in 2009 tijdens een overleg met de Brabantse vrijwilligerssteunpunten. ‘Wij vroegen hen wat ze van ons nodig hebben. We kregen onmiddellijk de bal teruggekaatst: Hebben jullie zelf eigenlijk wel een visie op vrijwilligerswerk? We hebben toen de hand in eigen boezem gestoken en samen met Movisie een toekomstvisie op het vrijwilligerswerk opgesteld. Een soort agenda voor de toekomst, die we breed hebben voorgelegd aan vrijwilligerssteunpunten, provinciale koepel-vrijwilligersorganisaties, collega steunfuncties, scholen, bedrijven en gemeenten’, aldus Mieke Mes. ‘Nieuw is dat wij voortaan
per thema partners zoeken die daarbij passen. Dat betekent dat we niet langer automatisch terechtkomen bij de vrijwilligerssteunpunten. Zo werken we rond het thema zorg samen met bijvoorbeeld de vrijwillige thuishulp organisaties. Zet heeft ervoor gekozen om in 2011 met drie thema’s aan de slag te gaan: levenslang participeren, menselijk kapitaal en zorg voor elkaar. ‘We gaan per thema op zoek naar partners en kijken hoe we deze thema’s op een innovatieve manier in de markt kunnen zetten.’ Vervolg op pagina 2
12 GaZet Magazine Inspirerende verhalen van mensen die op een verrassende manier hun weg vinden.
Andere tijden in Brabant De statenverkiezingen van 2 maart brachten een aardverschuiving teweeg. Voor het eerst is het CDA niet meer de grootste partij in Brabant. De gevolgen daarvan zijn nog niet te overzien.
‘Daar zit niemand op te wachten?’ De training Gastvrij Vervoer leert buschauffeurs omgaan met mensen met een beperking. Chauffeurs van Connexxion, Veolia en Hermes zijn al door ZetWijs getraind. Meer weten: Marjolein Duif,
[email protected], 013-54 41 440 Kijk voor een impressie van de training op: http://web.me.com/hetkaderav/zet/
‘ik vond het toch een hele nuttige dag’ GaZet april 2010 |
Vervolg van pagina 2
Europees jaar van het vrijwilligerswerk
2011 is uitgeroepen tot Europees jaar van het vrijwilligerswerk. Zo’n jaar kan Zet niet ongemerkt voorbij laten gaan. Een jaar lang wordt het vrijwilligerswerk in de schijnwerpers gezet. ‘Daarbij willen we aansluiten bij de agenda voor de toekomst van de provincie’, benadrukt Mieke Mes. Zet heeft daarom gekozen voor de sectoren sport, cultuur en zorg. ‘We zijn op zoek naar nieuwe allianties om het vrijwilligerswerk in Brabant uit te werken. Eén van deze contacten is Sportservice Noord Brabant. We hebben allebei veel kennis als het gaat om vrijwilligers. We willen die kennis uitwisselen, van elkaar leren en onze ervaringen naar het lokale veld brengen. Het komende jaar gaan we ook contacten leggen met de andere sectoren. Ook met hen gaan we aan de slag met het ondersteunen van vrijwilligers, ieder vanuit onze eigen expertise.’
Hulp bij het behalen van keurmerk
Brabantse vrijwilligerssteunpunten kunnen heel goed zelfstandig functioneren. ‘Als het nodig is kunnen wij voor hen nog als een soort tussenschakel tussen het landelijke en lokale niveau fungeren. We kunnen ook nog ondersteunen bij het opzetten van nieuwe projecten en samen kijken naar nieuwe samenwerkingspartners. Maar eigenlijk hebben ze ons niet zo heel hard meer nodig.’ Voor 2011 richt Zet zich dan ook vooral op het ondersteunen bij het behalen van het kwaliteitskeurmerk van de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV). ‘We willen ervoor zorgen dat de Brabantse steunpunten aan de gestelde kwaliteitseisen kunnen voldoen. Aan de hand van een vragenlijst en bewijsstukken brengen we de interne organisatie in kaart gebracht.’ Inmiddels hebben zes Brabantse steunpunten hard gewerkt om het kwaliteitskeurmerk te behalen. Voor het komende jaar streven we ernaar dat nog eens tien steunpunten het keurmerk behalen. We organiseren daarvoor in regioverband bijeenkomsten voor kleine groepjes. In een aantal sessies kijken we wat de steunpunten van elkaar kunnen leren, wat ze van elkaar kunnen gebruiken. Samen kunnen we tenslotte de ontbrekende stukken ontwikkelen.’ Wilt u meer weten? Nemen dan contact op met Mieke Mes
[email protected] of kijk op www.nov.nl/keurmerk.
Colofon GaZet is een uitgave van Zet Tekst Ellie van Meurs, Frank Kemper, Anja van der Schoot Eindredactie
Van links naar rechts: Peter Vermijs, voorzitter Stichting Stadstuin Theresia, Bregje van Dijk en Petra van den Onzenoort
Samenwerking Zet en Buitenruimte voor Contact
‘Zodra financiering rond is, pakken we door’ Groene ontmoetingsplekken versterken het sociale klimaat in buurten en wijken. Een goed ontworpen en goed onderhouden buitenruimte biedt jong en oud mogelijkheden voor sport, spel en het leggen van contacten. Vanuit deze visie gaan Zet en Buitenruimte voor Contact (BRVC) samen aan de slag met de Tilburgse Stichting Stadstuin Theresia. ’Voor onze alliantie wordt dit eerste gezamenlijke project letterlijk én figuurlijk een grote proeftuin’, vertellen Huub Glas van BRVC en Nathalie Baas van Zet. Volgens BRVC bestaat het basisprincipe voor het ontwikkelen van groene ontmoetingsplekken uit drie pijlers: een sociale, een fysieke en een faciliterende pijler. ‘Zet kent natuurlijk die sociale pijler heel goed, heeft een stevige positie op het domein waar de missie van BRVC ligt’, aldus Glas. ‘Het netwerk van Zet is heel aantrekkelijk voor ons. Aan de andere kant kan Zet door deze samenwerking een concreet product toevoegen aan haar productenpalet.’ De meerwaarde van die alliantie is voor beide partijen dus wel duidelijk.
Ellie van Meurs Hoofdredactie Frank Kemper Vormgeving Harrie Remie Zet, Postbus 271, 5000 AG Tilburg, T 013-54 41 440,
[email protected] | zet-brabant.nl
Effectieve manier In de afgelopen jaren realiseerde BRVC gemeenschappelijke tuinen in een aantal aandachts-
Onze ervaren onderzoekers zijn sterk in het peilen van meningen, het inventariseren van behoeften, in het evalueren van beleidstrajecten en het in kaart brengen van voorzieningen. Wilt u weten wat wij weten? Bel of mail dan naar Rob van Asten T 013-54 41 440,
[email protected]
| GaZet april 2011
foto EDWIN WIEKENS
wijken. Die ervaringen hebben geleid tot een effectieve manier om samen met professionals en bewoners te werken aan groene plekken in de stad. Glas: ‘Ik heb de diepe overtuiging dat je buitenruimte dient in te richten door in alle stadia buurtbewoners, kinderen, leerkrachten daarbij te betrekken. Niet alleen tijdens het plannen maken en de ontwerpfase, maar ook daarna. Samen een paar dagen heel concreet aan het werk, met je handen in de grond. En tenslotte goede afspraken maken over het onderhoud. Zo krijgen ze het gevoel: dit is echt van ons. Dat werkt!’ Buurtbewoners Bregje van Dijk en Petra van den Onzenoort zijn vanaf het eerste moment betrokken bij de plannen met de Theresiatuin. ‘Toen de
basisschool verhuisde naar de multifunctionele accommodatie, wilde de buurt voorkomen dat zo’n mooi oud gebouw verloren zou gaan en dat de plek volgebouwd zou worden met appartementen’, vertellen ze. Daarom richtte in 2008 een initiatiefgroep: de Stichting Stadstuin Theresia op. ‘Er werden vergaderingen belegd, ideeën geopperd en overleg gevoerd met wethouders en stedenbouwkundigen. We hadden uiteindelijk een duidelijk plan: Het gebouw moest overeind blijven en de speelplaats moest een groene plek voor de wijk worden.’ Vasthoudendheid Ondertussen zijn ze drie jaar verder. Hun vasthoudendheid had succes. Samen met mensen uit de buurt maakten ze pannen. ‘De speelplaats van de voormalige basisschool wordt nu een ontmoetingsplek voor de wijk en in het oude schoolgebouw komen woningen en een gemeenschappelijke ruimte voor de buurt.’ Inmiddels kan de projectontwikkelaar aan de slag met de plannen en met de gemeente zijn afspraken gemaakt over de exploitatie en het beheer van de gemeenschappelijke ruimte. Bregje en Petra realiseren zich dat ze nu voor een volgende uitdaging staan. ‘Tot nu toe bestond er in de buurt veel draagkracht voor de plannen. Buurtbewoners hebben hun kennis en kunde ingezet om iets uniek voor elkaar te krijgen. Maar nu moeten we ervoor zorgen dat ze betrokken blijven.’ Dit is ook het moment dat Zet en BRVC om de hoek komen kijken om samen verder plannen te maken voor de Theresiatuin. Doorpakken Iedereen verwacht veel van de samenwerking tussen Zet en BRVC. ‘Wij zetten onze expertise in op de toegankelijkheid en leefbaarheid van de tuin’, vertelt Zet-adviseur Nathalie Baas. ‘Wij bewaken de sociale pijler bij het ontwerpen van de tuin. Dat betekent bijvoorbeeld bewoners betrekken en raadplegen, zorgen voor draagvlak in de wijk.’ Tegelijk is ZetPlus op zoek naar financiering. ‘Zodra dat rond is, pakken we door.’ Meer informatie bij Nathalie Baas,
[email protected] Buitenruimte voor Contact zoekt naar wegen voor het realiseren van meer natuur zowel in de stedelijke omgeving als in het buitengebied. De doelstelling is om natuur in te zetten als verbindende factor tussen mensen. BRVC is een groeiende netwerkorganisatie van zelfstandige ondernemers met dezelfde doelstelling. Kijk op brvc.nl
Kennisatelier over methoden voor actief burgerschap
Tijdens een druk bezochte bijeenkomst presenteerde Zet op 3 februari het vergelijkend onderzoek naar verschillende methoden voor stedelijke wijkaanpak. ‘De provincie is op zoek naar succesformules. Dit onderzoek geeft overwegingen waarmee een keuze voor een bepaalde methode kan worden gemaakt’, vertellen onderzoekers Margreeth Broens en Yassir Houtch. Het stimuleren van leefbaarheid is een speerpunt van de provincie Noord-Brabant. Maar hoe doe je dat? Welke methoden zijn er en wat maakt een methode in een stadswijk succesvol? Wat is vanuit een bepaalde context een passende methode? Op verzoek van de provincie heeft Zet vijf methoden naast elkaar gezet. Vier van deze methoden zijn inmiddels in Brabant beproefd. De vijfde, de dialoogmethode, is in het noorden van Nederland toegepast. ’We hebben eerst gekeken welke methode op welk type bewoner is gericht. Daarnaast hebben we gekeken naar het achterliggende idee en waar de verschillende methodes aan werken. Tenslotte is de rol van de professionals bij het gebruik van de methoden vergeleken’, leggen de onderzoekers uit. Plussen en minnen Na een korte presentatie van de methodes, gingen deelnemers in verschillende workshops aan de slag met het benoemen van de goede en ver-
met name interessant voor ambtenaren welzijn, wijkmanagers, buurtcoördinatoren, medewerkers van maatschappelijk instellingen zoals welzijnsinstellingen, woningcorporaties of bewonersorganisaties.
beterpunten van de methoden. Vervolgens liepen de deelnemers gezamenlijk langs de methoden om de meningsverschillen en overeenkomsten onder de loep te nemen. Daarna kozen de afzonderlijke workshops voor een dilemma bij één van de methodes. Het gekozen dilemma werd tenslotte plenair aan de bedenker van de methode voorgelegd. ‘Wil je een methode inzetten voor iedereen of voor een specifieke groep? Moeten professionals uitvoeren of faciliteren? Wat dient bij de inzet van een methode voorop te staan: de overdraagbaarheid of de persoonlijke klik tussen mensen die met de methode werken? Wat staat voorop bij de methode: het thema waaraan gezamenlijk wordt gewerkt of de bewoners? Wie heeft de regie: de gemeente of de bewoners?’ Het bleken stuk voor stuk dilemma’s die goed waren voor discussie. De uitkomsten van de bijeenkomst worden meegenomen in de definitieve versie van het onderzoeksrapport. De resultaten daarvan zijn
Heeft u de bijeenkomst gemist en wilt u meer weten over het onderzoek? Neem dan voor meer informatie contact op met Margreeth Broens
[email protected] of Yassir Houtch
[email protected]
De vijf methoden vergeleken Creatieve piramide is ontwikkeld om bewoners medezeggenschap te geven over de stedenbouwkundige veranderingen in hun leefomgeving, door samen op een creatieve manier ideeën uit te werken van breed aan de basis tot smal aan de top. De dialoogmethode wil in dialoog tussen bewoners, professionals en gemeente actief burgerschap bevorderen en met elkaar komen tot een toekomstplan voor leefbaarheid in de wijk. iWOP is een methode om samen met bewoners ideeën te inventariseren met het oog op toekomstvisie van de wijk en daarmee de leefbaarheid in de wijk te behouden of te verbeteren. RBA (Results-Based Accountability): werkt van politieke doelen naar meetbare resultaten. De methode werkt aan sociale stijging van wijkbewoners ter verhoging van de leefbaarheid: iedereen een startkwalificatie, in elk huishouden een kostwinner en iedereen boven de armoedegrens. De T+HUIS werkwijze is erop gericht om achterstanden bij kinderen te verkleinen door ze spelenderwijs te laten leren. Het T+HUIS is een leerbedrijf dat studenten van allerlei verschillende opleidingen een bedrijfskader biedt, waarbinnen projecten ontwikkeld en uitgevoerd worden. De kinderen uit de buurt leren van de studenten en de studenten leren door ervaring op te doen onder het motto: ‘Wie geen fouten maakt, maakt meestal niets!’
Participatieplant voor uw gemeente Investeer in groen én participatie door ontwerp, aanleg en beheer met bewoners te doen. Een sterk middel om de leefomgeving en sociale samenhang in de wijk te verbeteren. Wilt u bewoners actief betrekken bij de inrichting van een groene woonomgeving? Zet kan u helpen. Neem daarvoor contact op op met Nathalie Baas
[email protected] of Willy Brok
[email protected]
Zet plant participatie GaZet april 2011 |
Zet en Bureau B&W
Wat te doen als je huiselijk geweld of kindermishandeling vermoedt ‘Leerkrachten en zorg- en hulpverleners die huiselijk geweld of kindermishandeling vermoeden, handelen tot nu toe naar eer en geweten’, aldus Marjolein Duif van Zet. ‘Maar als dit voorjaar de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht wordt, zijn professionals voortaan verplicht volgens een meldcode te handelen.’ Daarom ontwikkelde Zet, samen met Bureau B&W trainingen voor professionals.
Ondernemers spijkeren kennis bij over toegankelijkheid
foto EDWIN WIEKENS
Een veertigtal Brabantse ondernemers trotseerde op 7 februari de vroege maandagochtendfiles, om zich tijdens het ondernemersontbijt in het stadion van RBC Roosendaal te laten informeren over het thema toegankelijkheid. ‘Wij spijkeren vanochtend uw kennis over toegankelijkheid bij’, beloofde Zet-manager Nathalie Brocken. ‘Na vandaag weet u hoe u met een kleine moeite uw organisatie voor iedereen toegankelijk kunt maken.’
voet met toegankelijkheid’, aldus Gommers. Als voorbeeld noemde hij de afgesloten diepvriezers in zijn supermarkt. ‘Gelukkig wij hebben veel medewerkers op de vloer en die helpen graag een handje.’ Dat geldt zeker ook voor de stewards van RBC Roosendaal. Ook zij bieden bezoekers die dat nodig hebben graag de helpende hand. Kooistra: ‘Vorig jaar is ons stadion getoetst op toegankelijkheid. Dat was mede door de inzet van onze stewards, dik in orde.’
Zet en RBC Roosendaal werken dit seizoen samen om voetbal voor iedereen toegankelijk te maken. Behalve andere voetbalclubs, kunnen ook ondernemers hier hun voordeel mee doen. Daarom organiseerden Zet en RBC Roosendaal een informatief ondernemersontbijt. Een toegankelijk bedrijf kan rekenen op zo’n 12% meer omzet. En dat is interessant, zeker in tijden van crisis! Met OmZetXL kunnen ondernemers berekenen wat het kost om de toegankelijkheid van een locatie aan te passen voor mensen met een beperking én hoeveel extra klanten dat kan opleveren. Het instrument is ontwikkeld door Zet samen met de Universiteit van Tilburg. Gedeputeerde Brigite van Haaften was één van de
Eyeopener Ondernemers konden ervaren wat het betekent om een beperking te hebben. Onder begeleiding van een Zet-medewerker verkenden ze geblinddoekt of in een rolstoel het stadion. De tips en adviezen die ze onderweg kregen bleken meer dan welkom. ‘Het was een geslaagde ochtend voor ons als ondernemer, maar ook als werkgever’, was hun conclusie aan het einde van de bijeenkomst. ‘Het feit dat mensen met en beperking in hun slipstream een heel gezelschap meebrengen was voor ons echt een eyeopener.’
RBC Roosendaal en Zet scoren met toegankelijkheid Het voetbal toegankelijker maken voor iedereen. Dat is waar RBC Roosendaal en Zet zich voor inzetten. Dit seizoen wordt daarom gewerkt aan de versterking van de toegankelijkheid van RBC Roosendaal. Andere voetbalclubs kunnen daar vervolgens hun voordeel mee doen. De Provincie Noord Brabant vindt dit een prima initiatief en maakt dit project mede mogelijk.
Meer weten? Kijk dan op onze website of neem contact op met Wouter Schelvis
[email protected] of Suzanne Kemmeren
[email protected].
| GaZet april 2011
ontbijtgasten. ‘Het is belangrijk dat het voorzieningenniveau in Brabant in orde is, maar dat stelt wel eisen aan de toegankelijkheid in de breedste zin van het woord,’ was haar boodschap. ‘Optimale toegankelijkheid is winst voor alle partijen. Iedereen in Brabant moet mee kunnen doen. Dat klinkt als een open deur, maar we hebben alle talenten nodig om de komende jaren de ambities van de provincie waar te kunnen maken.’ Dik in orde RBC-directeur Jeffrey Kooistra en hoofdsponsor Rob Gommers (Plus) benadrukten ieder vanuit hun eigen organisatie het belang van toegankelijkheid. ‘Soms staat de wetgeving op gespannen
Kijk voor meer informatie of advies op www.zetopen.nl of neem contact op met Wouter Schelvis,
[email protected]
Naar verwachting wordt medio dit jaar de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. Een groot aantal organisaties en professionals in de gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg, maar ook justitie en politie, moeten vanaf dat moment werken met een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Effect De meldcode is een stappenplan dat professionals moeten gebruiken als ze huiselijk geweld, kindermishandeling, ouderenmishandeling of eergerelateerd geweld vermoeden. Het gebruik van een meldcode heeft effect. Uit onderzoek blijkt dat zorg- en hulpverleners en leraren die met een meldcode werken drie keer zo vaak ingrijpen als collega’s waar zo’n code niet voorhanden is. Ervaring ‘Alleen het hebben van een meldcode is natuurlijk niet genoeg’, zegt Marjolein Duif. De meldcode moet ook gebruikt worden dat is een verplichting. Beroepskrachten moeten getraind worden in het gebruik daarvan. Samen met Bureau B&W, organiseert Zet trainingen voor professionals zodat ze weten wat ze moeten doen als ze mishandeling, verwaarlozing of misbruik vermoeden. ‘We zijn heel blij met de samenwerking met Bureau B&W’, vertelt Marjolein. ‘Het bureau is al tien jaar gespecialiseerd in het geven van trainingen rond het signaleren en voorkomen van huiselijk geweld en de ketenaanpak daar om heen. Sinds begin 2009 zijn ze actief betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van trainingen en workshops rond de invoering van de meldcode Rotterdam. Zij hebben daar veel ervaring opgedaan en belangrijke contacten met politie en justitie opgebouwd.’ Kwaliteit Zet heeft zich tot nu toe meer op de zorgsector gericht en daarbij met name voor de aanpak ouderenmishandeling in 2010 nieuwe ervaringen opgedaan. Met een verzorgingshuis werd een protocol ontwikkeld, waarna alle medewerkers werden getraind in het herkennen van ouderenmishandeling en vervolgens te handelen overeenkomstig de meldcode. Daarnaast heeft Zet vanuit het Brabants Coördinatiepunt Huiselijk Geweld veel ervaring opgedaan met het thema huiselijk geweld. Inmiddels zijn zowel Zet als B&W door het Ministerie van VWS gecertificeerd als trainer meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. ‘Zoveel ervaring van twee organisaties bij elkaar. Dat komt de kwaliteit van de trainingen alleen maar ten goede.’ Kijk voor meer informatie op bureaubenw.nl, huiselijkgeweldbrabant.nl of neem contact op met Marjolein Duif,
[email protected]
De redactie is zich ervan bewust dat niet alle fractievoorzitters op deze pagina aan het woord komen. Ondanks herhaalde pogingen is het niet gelukt om met de ontbrekende voorzitters contact te leggen.
ZetZien CDA
Ruud van Heugten en Brigite van Haaften PvdA
Annegien Wijnands
SP
Nico Heijmans
D66
Marusjka Lestrade
GroenLinks
Paul Smeulders
Kijkend naar het sociale domein: Welke rol ziet u dan nog voor de provincie weggelegd?
Hoe kijkt u naar Zet?
Hoe kijkt u aan tegen het zogenaamde meekoppelen van het sociale domein?
‘Veel sociale onderwerpen horen meer bij de gemeenten thuis dan bij de provincie. Toch zijn er ook zaken in het sociale domein die wij nog wel degelijk voor onze rekening nemen. Sociale aspecten zijn een belangrijke randvoorwaarde bij andere domeinen, zoals bijvoorbeeld ruimtelijke ordening en economie. Als we sociale aspecten goed laten aanhaken bij andere domeinen, boeken we daar enorme winst voor een beter en completer eindresultaat.’
‘Zet doet het goed. De organisatie is creatief, maar zoekt ook nadrukkelijk de verbinding met andere netwerken en andere domeinen. Een goed voorbeeld is de toegankelijkheidscampagne. Toegankelijkheid is vooral een sociaal onderwerp. Maar er loopt bijvoorbeeld nu een actie om ondernemers er toe te bewegen te investeren in toegankelijkheid, omdat dat altijd winst betekent voor iedereen. Ook op kleine schaal: meer klanten is meer omzet, zo simpel is het. Dat heeft dus ook alles met economie te maken. Zet is goed in het maken van dat soort dwarsverbindingen.’
‘Zoals ik hiervoor al zei: alles wat we doen, gaat over mensen. Ook ruimte, ook economie. Als je dat menselijk aspect meeneemt in al je beleid, in al je afwegingen, dan is het ‘meekoppelen van het sociale domein’ niet meer dan vanzelfsprekend. In de toekomst werken we aan sociale aspecten in alle beleidsterreinen, en veel minder aan ‘sociaal’ als geïsoleerd thema.’
‘Voor de PvdA is leefbaarheid in dorpen en wijken een belangrijk thema. De provincie speelt daarin met de iDop’s (integrale dorpsontwikke lingsplannen) en de iWop’s, (integrale wijkontwikkelingsplannen) - een idee van de PvdA, een belangrijke rol. Ook het toegankelijk maken van voorzieningen, natuur en recreatie voor mensen met een beperking is van belang voor onze partij. De provincie kan hierbij een rol vervullen, bijvoorbeeld met Landschappen van Allure. Participatie en emancipatie zijn kernbegrippen voor onze partij en als meekoppelend belang een provinciaal thema.’
‘Zet is een belangrijke partner, zij bereikt en ondersteunt de kwetsbaren in onze samenleving. Zij zijn voor 50% gekort, maar hebben bewezen flexibel te zijn en kunnen ook opdrachten uit de markt halen. Voor een deel zijn de taken niet te ‘vermarkten’ en daarom is het goed als de provincie daaraan bij blijft dragen.’
‘Heel goed dat het sociale domein wordt meegekoppeld aan Ruimte en Economie. We dienen er wel voor de zorgen dat Zet daarin wordt gefaciliteerd, en dus kan aanschuiven bij deze commissies in plaats van in de sociaal-culturele hoek.’
‘Het sociale domein is op de eerste plaats het werkterrein van gemeenten en het rijk. Dat is een formeel juiste redenering, maar in de praktijk weten we dat gemeenten, die nu miljoenen moeten bezuinigen, vaak niet toekomen aan een goede uitvoering van alle zaken in het sociale domein. Daar komt nog bij dat de provincie tot voor kort allerlei zaken in het sociale domein steunde en dat kun je niet plompverloren laten vallen. De SP vindt dat de provincie vooral datgene moet (laten) doen waar gemeentes vaak niet aan toekomen, zoals bijvoorbeeld goed onderzoek en het mogelijk maken van bovenlokale zaken die voor het sociale domein van belang zijn. Daarnaast heeft de provincie taken die het sociale domein rechtstreeks raken: goed, betaalbaar en fijnmazig openbaar vervoer is erg belangrijk voor de sociale cohesie, zeker op het platteland. De verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg is evident; het ondersteunen van leefbaarheidplannen in wijken en dorpen is een goede zaak. Een actieve rol van de provincie en provinciale organisaties kan precies het verschil maken om een stap vooruit te zetten.’
‘Onderzoek en ondersteuning kan de provincie laten uitvoeren door organisaties zoals Zet, PRVMZ of PON. Daarnaast hebben deze organisaties een belangrijke signalerende rol voor zowel provincie als gemeenten. Dat is bijvoorbeeld duidelijk geworden met de discussie over de Q-koorts.’
‘Het sociale domein aan de ene kant en ruimtelijke ordening en economie aan de andere kant zijn wel te onderscheiden, maar nooit te scheiden. Verkeerde planologische beslissingen, grootschalige infrastructurele ingrepen en economische problemen hebben een grote neerslag op het sociale domein. De SP ziet hier overigens nog een ander belangrijke kwestie. In het verzet tegen ongewenste ontwikkelingen, ontwikkelen ‘gewone’ mensen steeds duidelijker ervaringskennis. Die kennis wordt nu enorm ondergewaardeerd. Maar wie beter dan Moerdijkenaren kennen de risico’s daar? Hebben zij niet al jaren gewaarschuwd? De SP wil een einde maken aan de onterechte kennishiërarchie in de provincie. De ervaringskennis van bewoners moet net zo belangrijk zijn als de wetenschappelijke kennis of de vaak overgewaardeerde kennis van adviesbureaus. Zet, PRVMZ en PON kunnen een belangrijk rol spelen in het opwaarderen van ervaringskennis en ervaringsdeskundigen. Reden te meer om deze organisatie provinciaal in stand te houden.’
‘Het sociale domein is geen kerntaak van de provincie, het is veel meer een taak van de gemeentes. De klantenbinding vanuit Zet ligt dan ook veel meer bij de VNG en de VBG (Vereniging Brabantse Gemeenten). De provincie moet zorgen voor goede randvoorwaarden en een goede overdracht, bijvoorbeeld door het promoten van Zet. Daar zit immers veel kennis en kunde die niet bij de gemeenten aanwezig is.’
‘Er zit veel kennis en kunde bij Zet en gemeenten hebben ondersteuning nodig. Daarom moet Zet aan tafel met de VBG of met de provinciale organisatie van gemeentesecretarissen en zelf sociale thema’s op de agenda plaatsen. Neem nou het nieuwe logistiek park Moerdijk. Dat heeft een enorme zuigende werking op laag opgeleid personeel. Maar hoe ga je daar als gemeente mee om? Heb je daar plannen voor klaar? Gemeenten gaan daar niet vanzelf mee aan de slag. Zet zou daar een rol kunnen spelen.’
‘Ruimtelijke ordening en economie kunnen niet zonder het sociale domein. Maar dat wil niet zeggen dat de provincie daar zelf mee aan de slag moet. De provincie moet bewaken dat het sociale aspect niet verloren raakt bij ruimtelijke ordening en economie. Maar de uitvoering ligt bij de gemeenten.’
‘Brabant kent een groot maatschappelijk middenveld zoals kerken, vakbonden, milieubewegingen en sociale organisaties. Stuk voor stuk zetten zij zich in voor de provincie. Voor het sociale domein wil GroenLinks dat de provincie sociale vraagstukken signaleert en agendeert bij de juiste partners. En hoewel sociaal beleid vooral op het terrein ligt van gemeenten en rijk, moet de provincie op alle beleidsterreinen nadrukkelijk de balans bewaken tussen sociale, ecologische en economische uitgangspunten.’
‘Het is goed dat Zet als modern, ondernemend en zelfstandig opererend bedrijf een bijdrage levert aan maatschappelijke doelen, binnen de domeinen wonen, welzijn en zorg. Een eenduidige samenwerking met andere partijen is hierbij essentieel. Het is goed dat Zet zich steeds vaker als maatschappelijk ondernemer op de markt begeeft. Dit mag echter niet ten koste gaan van de belangrijkste taak: het ondersteunen van kwetsbare Brabanders.’
‘Zorg en welzijn zijn geen zelfstandige beleidsvelden meer voor de provincie. GroenLinks wil dat het sociale domein volwaardig onderdeel blijft van de ruimtelijke, economische en culturele agenda’s. Bij beoordeling van beleid hanteert GroenLinks dan ook de Telos Driehoek als uitgangspunt. In ieder hoofdstuk van het verkiezingsprogramma is een kader opgenomen, waarin per thema een voorbeeld staat van hoe het sociale aspect binnen verschillende domeinen terugkomt.’
GaZet april 2011 |
Deuren openen voor dementie terenden in contact komen. Op het programma stonden verder film- en toneelvoorstellingen, informatie avonden, lezingen en tentoonstellingen. De bibliotheek zorgde voor literatuur rond het thema dementie en liet schrijvers passages uit hun boeken voorlezen. Alle activiteiten waren bedoeld voor mensen met en zonder dementie. Het programma bood ook onderdelen die vooral voor dementerenden interessant zijn. Zo organiseerde de plaatselijke muziekschool een Wunschkonzert met de meest geliefde en bekende melodieën. In een park kon men deelnemen aan Traumfelder, een festival voor alle zintuigen zoals geuren van bloemen, smaak van koffiearoma en zoete koek, het voelen van de vochtige aarde. Op een grote feestavond was er een afwisselend programma voor jong en oud, met en zonder dementie. De campagne werd afgesloten met een gala-avond.
Gemeente Ostfildern in Duitsland. Een goed voorbeeld die het taboe rond dementie doorbrak
In Nederland hebben ruim 235.000 mensen dementie. Dit aantal zal de komende jaren als gevolg van de vergrijzing explosief stijgen. Tegelijkertijd zullen ouderen met psychogeriatrische problemen vaker en langer dan voorheen thuis blijven wonen. Onze samenleving is daar nog niet op ingesteld. We staan voor de uitdaging om deuren te openen voor dementie. In onze buurlanden zijn er inmiddels allerlei initiatieven rond ‘dementievriendelijke’ gemeenten. Door: Anja van der Schoot In 2001 ontstond in Schotland het idee van de dementievriendelijke gemeente. Daarna ontstonden er ook in Japan, Duitsland en België goede initiatieven. Uitgangspunt was dat dementerenden kunnen blijven meedraaien in de lokale gemeenschap en deelnemen aan het openbare leven. Hoe kunnen ze bijvoorbeeld veilig in supermarkten, restaurants, bioscopen en sportverenigingen komen? Worden ze daar respectvol behandeld? Hoe kan spontane omgang gestimuleerd worden tussen mensen met en zonder dementie? Lokale samenwerkingsverbanden voeren onder regie van een lokaal bestuur de projecten uit. Ze zorgen dat de omgeving dementie-bewust wordt en scheppen voorwaarden voor contact en ontmoeting. Ze openen deuren die anders voor de dementerende gesloten blijven. Daarnaast zoeken ze mogelijkheden voor ondersteuning in de gemeenschap.
Column
De auteur schiet graag op doel en is benieuwd naar uw passeerbewegingen. Deel uw inspiratie via
[email protected]!
In België en Duitsland kunnen gemeenten projectvoorstellen indienen en worden succesvolle initiatieven gesubsidieerd. Kijk voor meer informatie op www.alzscot.org, www.aktion-demenz.de, www. kbs-frb.be, www.ninchisho100.net Een zebrapad. Een oudere heer kijkt onrustig om zich heen. Hij zet een stap naar voren maar gaat vlug weer teug. Andere mensen lopen voorbij zonder acht op hem te slaan. De oude heer doet een nieuwe poging: Drie welbewuste stappen naar het midden van de straat, maar dan loopt hij toch weer terug. Bij de bushalte hebben een paar jongeren de man in het oog gekregen. Eentje wijst naar zijn voorhoofd en lacht. Twee vrouwen uiten hoofdschuddend hun ongenoegen over dit gebrek aan respect, maar zetten meteen hun gesprek voort. De oude man stapt steeds onrustiger van de ene voet op de andere. Hij lijkt tegen zichzelf te
praten. Een jonge vrouw komt bij het zebrapad en spreekt de man aan: ‘Kan ik u helpen met oversteken?’. De man knikt en samen bereiken ze de overkant. ‘Zo, we zijn er. Waar wilt u naartoe?’. ‘Naar mijn Klara’. ‘Waar woont uw Klara?’. ‘Ik wil naar mijn Klara, ze wacht op mij.’ Meer duidelijkheid krijgt de vrouw niet en ze vraagt zich vertwijfeld af wat nu te doen. Ze is al laat voor het werk, maar kan toch moeilijk de man alleen achterlaten, die komt toch nooit waar hij wezen wil. Iemand moet hem toch helpen. Wat kan ze doen, waar kan ze hulp krijgen? (Aktion Demenz e.v., 2007) Campagne Wir sind Nachbarn In Duitsland is in 2007 een campagne gestart om te komen tot dementievriendelijke gemeenten. Een van de goede voorbeelden is Ostfildern, een dorp met 35.000 inwoners. Daar werd de succesvolle dementie campagne Wir sind Nachbarn gevoerd. Een samenwerkingsverband van zestien organisaties uit (ouderen)zorg, welzijn, kunst en cultuur zorgde gedurende negen maanden voor een uitgebreid programma. Doel van de campagne was het taboe rond dementie te doorbreken en burgers te betrekken bij de ondersteuning van mensen met dementie. Volgens de initiatiefnemers is een succesvolle ondersteuning van dementie alleen mogelijk met een mix van professionele hulp en een goed functionerend burennetwerk. Onderdeel van de campagne was een cursus eerste hulp bij dementie, speciaal voor mensen die in hun beroep of vrije tijd met demen-
Een sympathiek idee is ook het Tanzcafé waar dementerenden een keer in de maand een middag een dansje kunnen wagen. Vrijwilligers en verzorgenden nodigen hen uit om te dansen op oude bekende dansmuziek. Het lijkt of door de muziek oude, lang vergeten melodieën en danspassen weer in de herinnering komen. Vanwege het grote aantal migranten in Berlijn worden intermediairs ingezet om hun landgenoten in de eigen taal van informatie te voorzien en hen te motiveren mee te doen. De Programmaraad Zorgvernieuwing Psychogeriatrie wil dit concept in Noord Brabant uitrollen. De programmaraad wordt door Zet ondersteund. Meer informatie bij Anja van der Schoot,
[email protected]
Zet je showroom in Veel organisaties vinden het lastig zichzelf te verkopen: ‘Wij zijn meer van de inhoud’. En toch is het natuurlijk voor iedere organisatie van het grootste belang om je goed te profileren naar je opdrachtgevers. Zeker in deze onrustige tijden zal ook Zet zijn beste beentje voor moeten zetten om zichzelf te verkopen naar potentiele opdrachtgevers. Hoe pak je dat aan? Ondernemer Richard Engelfriet daagt Zet uit zijn showroom te gebruiken! Wij van WC-eend adviseren WC-eend De meeste organisaties denken nog steeds dat ze zelf moeten vertellen hoe goed ze zijn: ‘Onze dienstverlening is geweldig! Wij leveren kwaliteit! Bij ons krijgt u echt resultaat!’. In marketingjargon heet dat de ‘WC-eend-reflex’. Jarenlang gebruikte schoonmaakmiddel WC-eend de prachtige slogan: ‘Wij van WC-eend adviseren WC-eend’. En eigenlijk doet iedereen die zichzelf aanprijst hetzelfde. Je vertelt zelf hoe goed je bent. Maar ja, hoe geloofwaardig is dat? En wat voeg je dan eigenlijk toe voor je klanten? Helemaal niets. Tijd dus voor een andere aanpak! Wat u van een garagehouder kunt leren Wie zijn auto inlevert bij een garage voor een onderhoudsbeurt, krijgt meestal een oud wrak mee als ‘leenauto’. Daar word je als klant natuurlijk weinig gelukkig van. Een klantgerichte garagehouder doet dat veel slimmer: die verwijst zijn klanten direct naar zijn showroom. Daar aangekomen, mag de klant zélf een leenauto uitkiezen. Een splinternieuwe auto naar keuze! Stelt u zich eens voor hoe u zich dan voelt als klant. U rijdt weg met een tevreden gevoel en bent waarschijnlijk direct ambassadeur van de garage. De kans is immers erg groot dat u anderen gaat vertellen over deze geweldige service. En zo is mond-tot-mond reclame geboren!
| GaZet april 2011
Aktion-Demenz in Berlijn Ook in grote steden is Aktion-Demenz actief. In Berlijn wonen meer dan 40.000 personen met middelzware en zware dementie, van wie het grootste deel thuis verzorgd wordt. Daar werd in 2003 het Gerontopsychiatrisch-Geriatrischer Verbund opgericht, een netwerk voor oudere mensen waaraan 36 organisaties en de gemeente deelnemen. In 2009 sloten ze zich aan bij Aktion Demenz. Met een grote informatiecampagne en een stickeractie werd de middenstand aangemoedigd de deuren te openen voor dementerenden. Een ander project was een gezamenlijk bezoek van kinderen en dementerenden aan de kinderboerderij. Twee keer per maand verzorgen zes dementerenden samen met de kinderen de dieren en vertellen ze, onder het genot van koffie en wafels, verhalen bij de open haard. Dit initiatief wil men uitbreiden naar andere kinderboerderijen.
Wat u van een internetjurist kunt leren Arnoud Engelfriet werkte jarenlang bij Philips. Hij hield zich bezig met softwarepatenten. Door dit te doen, ontdekte hij dat juristen maar bar weinig afweten van internet, en dat internetters ook maar weinig afwisten van het recht. Hij startte daarom een blog op internet, waarop hij zaken op het raakvlak van internet en recht besprak. Op dit blog staan tips over wat legaal en illegaal is op het web, maar bijvoorbeeld ook relevante uitspraken van rechters in lekentaal. Na verloop van tijd kwamen er vanzelf vragen van lezers. Hij beantwoordde alle vragen gratis, en zette de vragen en antwoorden natuurlijk ook weer online. Zo bouwde hij in enkele jaren een reputatie op als deskundige op dit vlak. En niet zonder resultaat: inmiddels bezoeken maandelijks 35.000 mensen zijn site en heeft hij zijn baan bij Philips opgezegd. Engelfriet leidt nu een goedlopend bedrijf waar 12 mensen in dienst zijn. Doordat hij zijn showroom van kennis durfde te delen, wisten steeds meer mensen hem te vinden en schakelden ze hem graag in als jurist. En nog steeds beantwoordt hij dagelijks lezersvragen, tot aan het NOS Journaal aan toe. Zet de showroom van Zet in! Als Zet zich beter wil profileren naar opdrachtgevers, kan ze nog heel wat leren van bovenstaande autoverkoper en de internetjurist. Laat alle inhoudelijke specialisten beginnen met een blog waarin ze korte artikelen schrijven met tips, valkuilen en inspirerende voorbeelden over relevante thema’s. Voeg bij die ellenlange rapporten op de site een bondige column toe met de belangrijkste tips voor de praktijk. Nodig anderen daar actief op uit om op te reageren. Dat werkt vele malen effectiever dan de vrijblijvende ‘vraagbaak’ die nu op de site staat, maar waar de eerste vraag nog gesteld moet worden! Wijs verder bezoekers van de site op interessante bijeenkomsten, en organiseer iedere maand een kenniscafe waarin ZET Brabant-specialisten hun kennis weggeven aan belangstellenden. Start een Twitteraccount waar iedere dag een leuke tip verschijnt. De mogelijkheden zijn eindeloos, de kennis is allang aanwezig, het is nu vooral een kwestie van je showroom laten zien en écht werk maken van kennisdeling!
Beperking beperkt niet bij Indoor Skydive Bij Indoor Skydive kan iedereen ervaren hoe het is om echt in de lucht te vliegen. Het bedrijf wil niemand buiten sluiten. Alleen als je in het verleden wel eens een schouder uit de kom hebt gehad, wordt deelname aan deze ‘sensatie’ afgeraden. Instructeurs begeleiden je veilig tijdens de belevenis. ‘Maar bieden we mensen met een beperking wel de juiste begeleiding?’ vroeg hoofdinstructeur Bas Driessen zich af. De training Welkome Gasten van Zet biedt uitkomst.
Wouter Schelvis, trainer van Zet, is onder de indruk van de groep die hij voor zich heeft. ‘Elf ‘snowboard-jongens’, portief, stoer en met een open mind voor alles wat hen voorgeschoteld wordt. Eigenlijk hebben deze instructeurs al behoorlijk wat ervaring met het omgaan met mensen met een beperking’, vertelt Schelvis. Bij Indoor Skydive komen regelmatig mensen met een spasme of dwarslaesie die het vliegen willen ervaren. ‘Maar we krijgen ook mensen die doof of blind zijn op bezoek. Zelfs mensen die een arm of been missen hebben we gehad’, weet Driessen. ‘Het is voor hen een belevenis om zich vrij in de ruimte te bewegen en te vliegen.’ Volgens Schelvis maken kleine details hier soms een groot verschil. ‘Instructeurs moeten bijvoorbeeld extra alert zijn, een door een spasme gesloten vuist heeft een heel ander effect op het zweven dan een open hand.’ Maatwerk Driessen vertelt dat elke instructeur wel eens iemand met een beperking begeleidt tijdens de skydive. Maar dat zijn meestal ervaringen met één enkele beperking. ‘Tijdens de training van Zet bleek dat een aantal instructeurs niet wist dat er voor de begeleiding van blinde gasten een aparte instructie is. Dat alleen is al winst van de avond’, aldus Driessen. De instructeurs konden zelf ervaren hoe het is om in een rolstoel te zitten en blind te zijn. ‘Voor mij was het belangrijk dat de instructeurs met elkaar ervaringen en kennis konden delen’, vindt Driessen. ‘De discussie na het zelf ervaren van een beperking maakt ze scherper, ze zijn zich meer bewust van de betekenis van een handicap en kunnen daar bij de instructie beter rekening mee houden. Wel zou ik nog wat kennis op willen doen over de fysieke mogelijkheden bij verschillende beperkingen. Maar misschien is dat maatwerk en specifiek voor onze attractie.’ In februari is Indoor Skydive uitgeroepen tot één van de vier ambassadeurs toegankelijkheid van de campagne Pas Op! Toegankelijk. Meer over deze campagne elders in deze Gazet.
Samenwerking Zet en Gerrichhauzen en Partners
‘Verdienmodel woningbouw werkt niet meer’ Voor wie Gerrichhauzen niet kent, beschrijf eens wie jullie zijn en wat je doet? Gerrichhauzen is een adviesbureau dat zich bezighoudt met de vernieuwing van steden en dorpen. Onze opdrachtgevers zijn vooral gemeenten en woningcorporaties, in minder mate ook zorgaanbieders. Oorspronkelijk hielden we ons vooral bezig met volkshuisvesting. De laatste jaren zijn daar andere thema’s bijgekomen. Het meeste wat we doen valt onder de drie noemers: organisatie-
advies, wijk- en gebiedsontwikkeling en beleidsvorming. ‘Wie doet dat niet?’ zou ik bijna zeggen. Kun je dat wat concreter maken? Op dit moment maken corporaties grote veranderingen door. Dat vraagt om een cultuuromslag. Ze worden financieel afgeroomd en door de regelgeving sterk beperkt in hun mogelijkheden. Hoe speel je daarop in en hou je toch je missie overeind? Wij helpen corporaties met hun visieontwikkeling. Waar staan ze over 5 jaar? De situatie van financieel zwakke corporaties leidt ertoe dat zij aansluiting zoeken bij sterkere. Gerrichhauzen begeleidt dan de fusieprocessen. Maar wat we doen is breder. We helpen woningcorporaties bijvoorbeeld ook bij het opzetten van klachtenmanagement. En we doen heel veel in de begeleiding van de samenwerking tussen gemeenten en woningcorporaties (de zogenaamde prestatieafspraken). Wat doen jullie met wijk- en gebiedsontwikkeling? Gebiedsvisies, wijkplannen, de begeleiding van participatietrajecten en de samenwerkingsprocessen. We voeren markttoetsen uit en evaluaties. Uiteindelijk draait het om de wensen van bewoners, maar het moet wel haalbaar zijn. Staat er bovenaan het verlanglijstje een accommodatie, dan moet je ook verder kijken: zijn er wel middelen voor de exploitatie straks? Naar mijn persoonlijke mening moeten we bewoners en ondernemers meer stimuleren om hun eigen kracht, maar ook hun eigen geld in te zetten in hun dorp. En er kan veel meer gebeuren met regionale afstemming.
Wat zijn actuele vraagstukken bij beleidsontwikkeling? De Europese staatssteunmaatregel legt de corporaties een enorme beperking voor de verhuur van woningen aan huishoudens met een inkomen van meer dan € 33.000. Ook het Rijk is bezig met bezuinigingen ten koste van de woningcorporaties. Dat vraagt om een herbezinning op de eigen rol en mogelijkheden. Actueel is ook de zogenaamde herprogrammering: woningbouwprogramma’s kloppen niet meer, het sluit niet aan bij de vraag. Het is crisis, er moet geschrapt worden in de lijstjes. Hoe ga je daarmee om? Daarnaast is de vernieuwing van wijken en dorpen altijd betaald vanuit een verdienmodel dat niet meer werkt: je sloopt ‘foute woningen’ en bouwt er nieuwe voor terug. Maar de markt zit op slot en de groei van de bevolking neemt snel af. Er zijn dus nieuwe fysieke en sociale opgaven. Daarvoor moeten oplossingen gevonden worden terwijl er minder geld is. Jullie kwamen op het spoor van Zet… Ik ben gevraagd om zitting te nemen in een visitatiecommissie, die de werkzaamheden van Zet kritisch in ogenschouw nam. Daaruit ontstond het eerste contact. We ontdekten dat we allebei voor gemeente en woningcorporaties werken, de één vanuit het fysieke domein, de ander vanuit het sociale. Dat zijn gescheiden werelden, met andere netwerken en andere accenten. De kennis en expertise van Zet heeft voor ons een toegevoegde waarde en omgekeerd is dat net zo. Wij weten van binnenuit hoe woningcorporaties denken over de woningvoorraad en maatschappelijk vastgoed. Zet weet weer alles over de Wmo, over dementie of over toegankelijkheid. Samen kunnen we een hoop meer dan ieder afzonderlijk. Zo willen we een methodiek ontwikkelen om de dorpsvernieuwing voort te zetten ondanks afnemende groei en middelen. Dat vergt een nieuwe manier van denken. Gerrichhauzen en Zet trekken de komende tijd samen op, om die denkwijze op de agenda te krijgen in de regionale samenwerkingsverbanden en bij de provincie. Informatie over Gerrichhauzen en Partners op genp.nl.
GaZet april 2011 |
2011 is Europees jaar van het vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk is leuk en zinvol. Veel mensen doen het met plezier en er is een keur aan vrijwilligersactiviteiten die bij veel mensen nog onbekend zijn. Met andere provinciale partners gaan we het vrijwilligerswerk in de sport in de schijnwerpers zetten. Later dit jaar volgen cultuur en zorg. Weten wat er landelijk allemaal gedaan wordt? Kijk eens op vrijwilligerswerk.nl. Kijk voor meer informatie op zet-brabant.nl of neem contact op met Mieke Mes,
[email protected]
| GaZet april 2011
ZetPlus helpt ‘jonge krakers’ hun droomproject Graafse Hof te realiseren
Van last naar lust Geld maakt niet gelukkig, maar wat gingen Sophie Gruijters (26) en Janneke Kannemans (28) uit hun dak toen ze van het Oranjefonds 20.000 euro in ontvangst mochten nemen. Een enorm bedrag, verkregen via bemiddeling van ZetPlus. Geld bedoeld om van hun Graafse Hof een oase van rust te maken in een vaak roerige Bossche volksbuurt. De redactie ging op bezoek en trof de initiatiefnemers aan in hun zes jaar geleden gekraakte pand annex tuin. ‘Wij geloven er in dat we hier in de wijk met ons project een verandering ten goede kunnen doorvoeren. Wij zitten hier al een tijd en constateerden veel overlast. Het zwerfvuil stapelde zich op, alle ruiten zijn al eens vervangen, kortom geen prettige locatie.’ Sophie Gruijters, afgestudeerd aan de Kunstacademie, zag na het betrekken van haar woonruimte direct de kansen van het braakliggend stuk grond. ‘Maar ik ben pas aan de slag gegaan toen Janneke hier introk. Zij studeert in Dronten en is specialist op thema’s als voedsel
voor de stad en biologische dynamische landbouw. We bleken elkaar perfect aan te vullen. Samen zijn we de plannen voor de buurttuin gaan uitwerken. Vorig jaar april waren er zo’n vijftien mensen die ons plan leuk vonden en met ons aan de slag zijn gegaan. Inmiddels is deze groep ruim verdubbeld en is onze Graafse Hof iets van de buurt geworden. We hebben weliswaar een slot met cijfercode op de toegangspoort, maar veel mensen kennen de combinatie en komen in de tuin werken. Nu al merken we dat de sociale sa-
Resultaten ZetPlus Niet alleen in de Graafse Hof is blijdschap ontstaan na financiële hulp van ZetPlus, ook op andere plaatsen ging de kurk van de fles. Het dorpsplatform in Gastel ontving een bijdrage van maar liefst 8.000 euro voor een verzonken biljart. In de lokale pers werd er de volgende passage aan gewijd: Het biljart dat in gemeenschapshuis de Schaapskooi te Gastel komt te staan zal niet gauw in de weg staan. Nee, als de keu’s worden opgeborgen, verdwijnt ook de biljarttafel. Met een lift zakt de speeltafel in de grond waarna deze met een luik wordt afge-
dekt. Door steun van het Oranje Fonds wordt binnenkort gestart met de aanleg van het verzonken biljart. In Drimmelen is met dezelfde blijdschap gereageerd op de middelen die zijn vrijgemaakt om de beweegtuin voor ouderen vorm te geven. Via ZetPlus kwam er een bedrag van 46.000 euro op de rekening van Stichting Welzijn Ouderen terecht. Informatie bij Willy Brok,
[email protected]
foto’s EDWIN WIEKENS
menhang groter is geworden. Dat heeft tot gevolg dat vandalisme is teruggelopen. We hebben hier een schoon en veilig stukje Graafse Wijk gekregen.’ Scharrelend pluimvee Janneke vult aan: ‘Het is leuk dat veel goede initiatieven uit de buurt zelf komen’, vult Janneke aan. ‘Wij kunnen die initiatieven aansturen. Met de bijdrage van het Oranjefonds gaan we nu een stichting opzetten om het allemaal toch wat te professionaliseren. Het moet in alle opzichten duurzaam zijn, ook als we bijvoorbeeld met dit project naar een andere locatie moeten verhuizen. De toekomst is spannend, maar geloof me, 2011
wordt een fantastisch jaar!’ De metamorfose van de buurttuin, waar het pluimvee scharrelt tussen de buurtbewoners die in de aarde wroeten, is een prachtig voorbeeld van bottom-up werken. ‘De gemeente ’s-Hertogenbosch laat hier zien hoe je als burger verantwoordelijk kunt zijn voor je eigen leefplek.’ Met gemeentelijke hulp en een financiële injectie alleen ben je er niet. Je hebt ook creatieve geesten nodig die (letterlijk) met de voeten in de modder willen staan. Deze aanjaagfunctie is Sophie en Janneke op het lijf geschreven. Zij geloven in deze aanpak. Informatie op graafsehof.wordpress.com en transfarmers.nl
Virtueel Plein als ontmoetingsplaats
Sterksel aan Zet Scholen, winkels en vervoer; kleine kernen verliezen steeds vaker voorzieningen en diensten vanwege het geringe inwonertal. De leefbaarheid in deze gemeenschappen komt daardoor in het gedrang. Tegelijkertijd wordt de sociale samenhang onder de inwoners daarmee belangrijker. Maar wat doe je als er steeds meer ouderen komen en vrijwilligersactiviteiten soms kwetsbaar blijken omdat ze drijven op enkele enthousiaste mensen? De gemeente Heeze-Leende vond het tijd om te reageren, met een aanpak die past bij deze tijd: een Virtueel Plein voor het dorp Sterksel. Met zo’n veertienhonderd inwoners is Sterksel één van de kleinere kernen in de gemeente Heeze-Leende. Inwoners doen veel voor elkaar en de sociale samenhang is groot. Er is een bloeiend verenigingsleven. Maar met het verdwijnen van alle voorzieningen waren de bewoners hun ontmoetingsplaatsen kwijt. Zoals de dorpswinkel die na twee jaar weer terugkwam; door inzet van een grote groep vrijwilligers. De toename van het aantal ouderen is in Sterksel groter dan het landelijke gemiddelde. Maar liefst 44 % van de inwoners is ouder dan 50 jaar. En het vrijwilligerswerk blijkt soms heel kwetsbaar. Daarom werd gezocht naar een manier om de sociale samenhang in het dorp beter te organiseren. Het idee voor de inrichting van een virtueel plein werd geboren: een ontmoetingsplek op het internet voor en door dorpsbewoners. En het werd mogelijk met een bijdrage uit de Integrale dorpsontwikkelingsplannen van de provincie Noord-Brabant (IDOP gelden). Een werkgroep met inwoners uit Sterksel, woningcorporatie Wocom, de gemeente, de dorpsraad, het gemeentelijk samenwerkingsverband SRE,
welzijnsorganisatie Paladijn en Zet (projectleiding) ging aan de slag. Het ging niet alleen om de ontwikkeling van de webomgeving. Met name draagvlak onder dorpsbewoners was van belang. Een huis-aan-huis enquête gaf een aardig beeld over hun wensen. Zo wilden inwoners op het plein informatie en advies van en over verschillende
instellingen, een klussen- en boodschappendienst en iets met elkaar regelen op het gebied van vervoer en vrije tijd. 82 % van de inwoners gaf aan vaker met iemand uit Sterksel een ontspanningsactiviteit te willen doen. Ook bleek dat verreweg de meeste mensen actief waren op het internet. Om genoemde instellingen te betrekken voerden werkgroepleden gesprekken met zo’n 45 plaatselijke en voor het dorp belangrijke organisaties, zoals verenigingen, de school en de dorpswinkel. Velen bleken bereid een bijdrage op het
Virtueel Plein te willen leveren. De dorpswinkel reserveerde ruimte voor een inlogpunt voor het Virtueel Plein, en de school adviseerde jongeren te betrekken. De werkgroep ging nog een stapje verder. Er werd een verdiepingsslag gemaakt met vier brainstormbijeenkomsten; voor organisaties, bedrijven, de jeugd en de volwassenen. Ideeën kwamen er volop. Van contact met mensen met dezelfde interesses en samen leuke dingen doen, coördinatie van burenhulp tot de presentatie van de plaatselijke kunstenaars en het samen inpakken van de kerk à la Christo. Met de verkregen informatie van bewoners en
de bijdrage van instellingen was de werkgroep in staat om de slag naar het digitale traject te maken. Op 9 januari was het zover. Tegelijk met de opening van het vernieuwde dorpshuis en onder toeziend ook van de fanfare en de raad van elf werd het Virtueel Plein gelanceerd onder dorpsbewoners, die massaal aanwezig waren. Ze konden ter plekke inloggen en mee doen aan de eerste dorpspoll. Het Virtueel Plein is te vinden op www.sterksel.nu Voor meer informatie: Anita van Leeuwen,
[email protected] of Wim van Laarhoven,
[email protected]
GaZet april 2011 |
Steeds minder aandacht voor jonge mantelzorgers
stil, worden te snel volwassen qua verantwoordelijkheid en komen in een neerwaartse spiraal. Dat leidt tot schooluitval, drugs en in het ergste geval zelfdoding.’ Ook van de enthousiaste groep Maxjes en Maximaatjes uit 2007 is een deel in de problemen geraakt. ‘Ik constateer dat de GGD hier geen prioriteit aan geeft, terwijl deze kinderen juist vanaf een jaar of 14 goed opgevangen moeten worden. Onderzoek is er genoeg, maar er wordt niets mee gedaan.’
Chris van Faassen is een kat. Die conclusie moet je wel trekken als je haar na de zoveelste zware gezondheidsdip spreekt. Ze heeft inmiddels de meeste van haar negen levens gebruikt. Toch blijft ze zich inzetten voor jonge mantelzorgers. ‘In België hebben ze ons nu op dit thema gevonden. Zodra ik weer mobiel ben, ga ik daar aan de slag’, aldus de eeuwig optimistische voorvechtster voor een inclusieve samenleving. Chris weet dat ze een mens van alledag is, maar dat ontneemt haar niet haar strijdlust om op te komen voor anderen die in de problemen zitten. Ook dan is ze als een kat, of meer nog een tijger. Ze deelt ook katten uit. Met name de politici die nu zwaar bezuinigen op voorzieningen voor jongeren met een handicap moeten het ontgelden. ‘Ik wou dat ik aan kon schuiven bij Pauw & Witteman om mijn verhaal te doen. De zorg verschraalt. Het gaat niet meer over inhoud maar alleen over bezuinigen. Als deze kabinetsplannen doorgaan, zitten straks alle kinderen met een beperking weer in een aparte inrichting. Daar hebben we ze dertig jaar geleden uit bevrijd, zodat ze gewoon mee te kunnen doen in de maatschappij. Met het schrappen van ‘rugzakjes’ en andere gigantische bezuinigingen gooien ze nu in korte tijd alle kids met een beperking van school af. Die kunnen niet meedoen zonder noodzakelijke randvoorwaarden.’
Chris is echt boos. Zo boos zelfs, dat een geplande zware operatie naar achteren is geschoven. Eerst moest er een boek geschreven worden. Dit boek ‘’Jong leren, jong-/- leren, jongleren’ ligt glimmend op de rand van het bed. Het boek maakt nog eens duidelijk wat er mis gaat als kinderen met een ernstige beperking verstoken raken van passend onderwijs en andere voorzieningen. ‘Als we niet oppassen worden deze kinderen straks allemaal ‘Brandons’ of erger.’ Daarmee verwijst ze naar de commotie die begin 2011 in de media ontstond rond de vastgeketende jongen Brandon. ‘Het boek is in november vorig jaar verschenen en direct doorgestuurd naar minister Marja van Bijsterveldt. Tot nu toe heb ik nog niets van haar gehoord.’ Max Laadvermogen Het gespreksonderwerp jongeren wordt stilaan bijgestuurd naar jongeren zonder problemen.
Als iemand gaat behoren tot de kwetsbare groepen, betekent dat niet automatisch dat hij of zij niets meer te vertellen heeft. Hoe ervaren zij het leven, hoe zien zij hun kwetsbaarheid, hoe gaan zij ermee om? Met het optekenen van zo’n verhaal maakt u iemand blij en kunt u uw maatschappelijke betrokkenheid vorm geven. Goed idee? Wij kunnen u helpen met de uitvoering. U kunt daarvoor contact opnemen met Nathalie Baas,
[email protected] De eerste twaalf aanmeldingen krijgen een korting van 600 euro per levensboek. Dit is mogelijk gemaakt door een bijdrage van 7.200 euro door het Roomsch Catholijk Oude Armen Kantoor.
10 | GaZet april 2011
Tenminste, nu nog zonder problemen. De actualiteit rond het thema jonge mantelzorgers stemt niet optimistisch. Chris en haar Bredaas Centrum Gehandicaptenbeleid (BCG) haalden in 2007 de landelijke pers met hun website en bijeenkomsten over dit thema. ‘Max jij ook?’ was de naam van de activiteitenreeks die uitmondde in een prachtig door jonge mantelzorgers gespeeld toneelstuk. ‘Die titel hebben we ontleend aan het begrip MAX LAADVERMOGEN. Wij constateerden dat veel Maxjes en Maximaaatjes niet zwaarder belast konden worden met de zorg voor familieleden met een handicap of ernstige ziekte. En het thema is nog steeds actueel, want nu zo’n vier jaar later blijkt uit landelijk onderzoek dat veel kinderen er onderdoor dreigen te gaan. Ze staan emotioneel
Besef vergroten ‘Met het BCG geven we voorlichting op scholen. Sinds kort werken we samen met andere organisaties zoals een inloophuis voor kankerpatiënten. We willen ook jongerenwerkers van de welzijnsorganisatie trainen. Al was het maar om het besef te vergroten dat veel kinderen niet eens weten dat ze mantelzorger zijn. Op die manier gaan we preventief aan de slag en kunnen verschrikkelijke gevolgen wellicht voorkomen worden. Veel meer mensen zouden moeten inzien dat de druk op deze kinderen te groot is. Als zij geen ondersteuning krijgen, dan draait de maatschappij straks op voor deze nieuwe groep slachtoffers.’ Social media zoals Hyves, MSN en Facebook zijn belangrijke podia voor de Maxjes en Maximaatjes. Zij hebben een podium nodig om met elkaar te praten. Kijk voor meer informatie op www.maxjijook.nl.
Hulp bij het oogsten van uw resultaten
Aanbieding van Zet en Tekstbureau Zonder H U herkent het vast. U werkt hard om uw doelgroep nog beter van dienst te zijn. U laat onderzoek doen, ontwikkelt nieuw beleid en geeft dat gestalte in de praktijk. Helaas blijkt het vaak lastig de effecten van alle inspanningen goed zichtbaar te maken. Voor het grote publiek lijkt het soms alsof alles bij het oude blijft. Tekstbureau Zonder H herkent en erkent dit gegeven. En gaat er graag mee aan de slag. Tekstschrijver Tea Keijl vertelt: ‘In 2008 ben ik begonnen bij Zet. Als adviseur Maatschappelijke Stage kwam ik over de vloer bij gemeenten, stagemakelaars, vrijwilligersorganisaties en scholen. Na het succesvol afronden van een project kom je in een cruciale fase,’ aldus Keijl. ‘Veel professionals gaan dan hup, op weg naar het volgende doel. Hard doorwerken is het devies. Terwijl je ook de tijd moet nemen om te oogsten. Je inspanningen zichtbaar maken is iets anders dan borstklopperij.
Het is belangrijk voor de band met je doelgroep en het is een nuttige investering voor de toekomst. Bekendheid genereren opent deuren en dat levert energie- en tijdwinst op.’ Vijftien jaar schrijfervaring Tea Keijl schrijft sinds het midden van de jaren negentig als professional. ‘Webteksten, subsidieaanvragen, wervende folders, e-nieuwsbrieven, noem het maar op. Als manager in de culturele
sector kreeg ik zaken pas geregeld als ik het helder en aansprekend op papier zette. En als adviseur bij Zet heb ik diverse klanten ondersteund bij de communicatie.’ Al die schrijfervaring bundelt ze sinds februari van dit jaar onder de noemer Tekstbureau Zonder H. Gezamenlijke aanbieding Zet en Zonder H Tekstbureau Zonder H en Zet hebben nu een speciaal aanbod. Als klant van Zet krijgt u tot en met juni 2011 25% korting op de volgende producten: - Serie e-nieuwsbrieven over de voortgang van een project - Verkorte versie Zet-rapport voor algemeen publiek - Persbericht voor regionale dagbladen en huis-aan-huisbladen - Brochure om uw doelgroep te informeren - Sfeerverslag werk in uitvoering - Interview met iemand die beter is geworden van uw inspanningen - Opfrisbeurt voor uw webteksten Meer weten over Tekstbureau Zonder H? Tea Keijl / 06 - 24 26 08 55 /
[email protected] / www.zonderh.nl
Tekstbureau Zonder H denkt met u mee over het versterken van uw communicatie Zonder H bundelt vijftien jaar ervaring in de sectoren kunst & cultuur en zorg & welzijn en levert teksten voor drukwerk en digitale producten. Interviews, reportages en achtergrondartikelen, voor e-nieuwsbrieven, webteksten, jaarverslagen, subsidieaanvragen, brochures en boeken.
Werkboek help ‘Ik heb de weg naar het steunpunt gemeenten met burgerinitiatieven gevonden’ Op 8 februari organiseerden Zet, Dichterbij en het Steunpunt Huiselijk Geweld Brabant-Noord een werkbijeenkomst over het thema: huiselijk geweld en licht verstandelijk gehandicapten. ‘Het was een nuttige bijeenkomst. Ik ben anders naar het gedrag van sommige van mijn cliënten gaan kijken én ik weet nu beter waar ik met vragen terecht kan’, vertelt deelnemer Mayke Sanders na afloop.
Er waren al boekjes met tips voor gemeenten die aan de slag willen met burgerinitiatieven. ‘Maar er was nog geen boek hoe je de ondersteuning van burgerinitiatieven structureel en breed kunt inbedden in de organisatie. Zoiets vraagt een nieuwe manier van denken en van werken’, meent Robert Blom van Zet. ‘Het werkboek ‘Help een burgerinitiatief!’ helpt gemeenten gestructureerd op weg.’
‘We hebben deze bijeenkomst samen met Dichterbij en het Steunpunt Huiselijk Geweld georganiseerd om het thema huiselijk geweld onder de aandacht te brengen van ambulante begeleiders van licht verstandelijk gehandicapten’, vertelt Dianne van den Berg van Zet. ‘Tegelijkertijd wilden we de bekendheid van het Steunpunt Huiselijk Geweld verbeteren en onderling kennis uitwisselen over huiselijk geweld en de specifieke aspecten van het werken met licht verstandelijk gehandicapten.’ Primair reageren Mayke Sanders is dienstverlenend coördinator bij Dichterbij, organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking, hun ouders en verwanten. Als ambulante begeleider van licht verstandelijk gehandicapten in de thuissituatie, komt ze soms in aanraking met huiselijk geweld. ‘Deze mensen reageren vaak heel primair. Ze zijn nú boos of verdrietig. Dan schelden of schreeuwen ze, maar daarna is het ook wel klaar. Dat is hun manier van leven, zo hebben ze dat geleerd’, weet Mayke. Tot voor kort beschouwde Mayke dit gedrag van sommige van haar cliënten niet als huiselijk geweld. Na de bijeenkomst is ze daar toch wat
liggend terreintje en wil daar graag een speelplek voor de jeugd inrichten. Bewoners nemen contact op met de gemeente. Maar waar kom je dan terecht? Is dat de afdeling ruimtelijke ordening? Jeugd? Welzijn? Ook intern bij de gemeente levert dat vragen op. De situatie van het-kastje-naar-demuur ligt op de loer.’
genuanceerder naar gaan kijken. ‘Verwaarlozing, schelden en schreeuwen, niet nadenken maar direct reageren. Dat is niet alleen schadelijk voor een relatie, maar vooral ook voor kinderen die dit meemaken’, weet ze nu. Toch is de stap naar een Meldpunt Kindermishandeling vaak te groot. ‘Nu weet ik beter waar ik terecht kan voor advies. Ik ben beter in staat om huiselijk geweld te signaleren en ik heb meer zicht gekregen op de mogelijkheden om hulp te bieden. Ik heb de weg naar het Steunpunt Huiselijk Geweld gevonden.’ Meer weten? Kijk op huiselijkgeweldbrabant.nl of huiselijkgeweld.nl.
De laatste jaren tonen gemeenten en welzijnsinstellingen steeds meer interesse voor burgerinitiatieven. ‘Omdat het de leefbaarheid en de sociale cohesie kan verbeteren, om de eigen verantwoordelijkheid van de burgers te stimuleren of als antwoord op bezuinigingen’, weet Blom. Verleiden Burgers weten vaak niet hoe ze met een idee aan de slag kunnen. Maar soms weet ook de overheid niet hoe ze haar burgers kan verleiden tot initiatieven en vervolgens weet de overheid niet hoe ze met die initiatieven om kan gaan. Blom heeft een simpel voorbeeld: ‘De buurt kijkt uit op een braak-
Financiering Samen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken, IPP en de Universiteit van Amsterdam heeft Zet het werkboek ‘Help een burgerinitiatief!’ samengesteld. Het boek is geschreven voor gemeenten maar is ook prima bruikbaar voor welzijnsinstellingen, vrijwilligerscentrales of woningcorporaties. Het boek behandelt het hele traject: van visievorming op burgerinitiatieven tot en met een evaluatie achteraf. Daarnaast heeft Zet heeft een uitgebreid aanbod om gemeenten die met burgerinitiatieven aan de slag willen te ondersteunen. Bovendien kan ZetPlus op zoek gaan naar financiering van de initiatieven. Wilt u meer weten? Of wilt u een gratis exemplaar van het werkboek aanvragen? Neem dan contact op met Miek van Dongen
[email protected].
‘Gemeenten moeten vrijwilligers koesteren.’
Klakkeloos bezuinigen verjaagt vrijwilligers
Toegankelijke MFC’s: een plus voor sociaal contact
Hoe neem je vrijwillige besturen van gemeenschapshuizen mee in de ontwikkeling van een multifunctionele centrum? Hoe voorkom je dat hun vrijwillige inzet om zeep wordt geholpen? ‘De vrijwillige inzet van besturen van gemeenschapshuizen moet als sociaal kapitaal behouden blijven’, is de stellige mening van Zetadviseur Margreeth Broens. ‘Maar hoe doe je dat dan?’
Gemeenten moeten ervoor zorgen dat vrijwillige besturen van multifunctionele centrum (mfc’s) beleid kunnen maken dat past bij de functies en activiteiten van de mfc én dat is afgestemd met andere voorzieningen in het gebied. Daarom heeft Zet-adviseur Margreeth Broens een welgemeend advies aan gemeenten: ‘Bied deze besturen ondersteuning op maat en neem ze serieus. Laat ze niet aan hun lot over want dan raken ze gedemotiveerd en leveren ze hun sleutels in. Probeer dat in ieder geval te voorkomen.’
Bij veel gemeenten staat de integrale toegankelijkheid van voorzieningen hoog op de agenda. Wat betekent dat concreet? ‘Je moet niet alleen zelfstandig naar binnen kunnen met je beperking’, zegt Zet-adviseur Margreeth Broens. ‘Het gebouw moet ook uitnodigen tot spontaan contact. ‘
Wil je meer weten over dit onderwerp? Download dan het hele artikel op www.zet-brabant.nl/projecten/125
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Download dan het hele artikel op www.zet-brabant.nl/projecten/157
Wilt u meer weten over dit onderwerp? Download dan het hele artikel op www.zet-brabant.nl/projecten/162
GaZet april 2011 | 11
Aandacht In februari reisde het campagneteam van Imagro en Zet door Brabant. Op onverwachte plaatsen en met onverwachte acties vroegen ze aandacht voor toegankelijkheid. In Brabant hebben we aandacht voor toegankelijkheid voor iedereen. Of je nu wel of niet in een rolstoel zit, slechtziend of slechthorend bent: we willen dat iedereen overal toegang heeft en zonder drempels deel kan nemen aan de Brabantse samenleving. Toegankelijkheid loont De maand februari stond in heel Brabant in het teken van de toe-
foto’s EDWIN WIEKENS
Toegankelijke ambassadeurs
gankelijkheid. In het kader van de campagne Pas op! Toegankelijk werd elke week een organisatie of bedrijf gekozen tot Brabantse ambassadeur van de toegankelijkheid. Om gekozen te worden tot ambassadeur hoefden genomineerden niet per se hun hele organisatie aan te passen aan mensen met een beperking. Het doel was vooral een beeld te krijgen van de aandacht die een organisatie heeft voor toegankelijkheid. Bewustwording creëren en zoeken naar de mogelijkheden. Want toegankelijkheid loont. Wanneer onderneemt ú actie? Wacht niet tot de alarmbellen rinkelen. Neem nu voorzorgsmaatregelen. Bekijk de risico’s van toegankelijkheid op toegankelijkbrabant.nl of neem contact op met Jan Geurts
[email protected].
Campagne Pas Op! Guerrilla-actie! In Breda, Tilburg, Eindhoven en ’s Hertogenbosch verschenen, zonder verdere vermelding, opmerkelijke waarschuwingsbordjes die voorbijgangers waarschuwden voor toegankelijkheid.
Prins zoekt Carnaval! Een prins die carnaval zoekt in Amsterdam is als een blinde die Brabantse toegankelijkheid gewend is. Bekijk het filmpje en trek uw conclusie. http://web. me.com/hetkaderav/zetclip/
Gecheckt Netwerk! Het netwerk van organisaties en ondernemers die in het verleden op toegankelijkheid gecontroleerd werden, ontving een actiepakket met promotiemiddelen om mee te doen aan de campagne.
Verkiezing Ambassadeurs! In februari werd wekelijks de beste Ambassadeur voor Toegankelijkheid in Brabant gekozen. Organisaties wonnen bij verkiezing € 1.500,- te besteden aan een aanpassing en een toegankelijkheidsadvies. Stemmers maakte vier keer kans op een iPad. Toegankelijkheid plakt aan Top cultuur Tijdens het Brabantse culturele hoogtepunt zijn duizenden stickers verspreidt die waarschuwen voor toegankelijkheid van polonaises.
12 | GaZet april 2011
Indoor Skydive Roosendaal Robert Ros
Het Theater aan de Parade Den Bosch Harry Vermeulen
‘Iedereen kan vliegen! Dat is onze slogan. Hiermee maken we duidelijk dat het indoor skydiven niet eng en gevaarlijk is en voor iedereen toegankelijk.’
’Het gaat bij ons om toegankelijkheid in de breedte, van bereikbaarheid tot onze programmering. Het theater is er voor iedereen.’
Het Brabants Historisch Informatie Centrum ’s-Hertogenbosch Ellen Kuijf
Audax Textielmuseum Tilburg Hanneke Oosterhof
‘Wekelijks bezoeken flink wat mensen onze Citadel. We doen er alles aan om hun verblijf hier zo aangenaam mogelijk te maken. Basisvoorwaarde is dat het gebouw toegankelijk is voor iedereen.’ Op de foto Ellen Kuijf (links) en Margot America.
’Het is bijna drie jaar geleden dat we het entreegebouw hebben geopend. Daarmee hebben we een bijzonder, toegankelijk en gastvrij museum gecreëerd.’ Op de foto Floor Westenburger (links) en Hanneke Oosterhof.