Trends in werkkapitaal
Vreemd vermogen in balans
Meer liquiditeit met de juiste mix van kredietvormen Veel ondernemers staan momenteel voor grote uitdagingen in hun bedrijfsvoering, of het nu gaat om het voortbestaan van de onderneming in deze moeilijke tijden of juist het versnellen van de groei. Vaak is (extra) kapitaal nodig, waarbij in veel gevallen een bank betrokken is. Maar welke combinatie van financieringsvormen is het meest passend in uw geval? Ieder bedrijf kent zijn eigen specifieke kenmerken, met een eigen balansstructuur. In deze Trends in Werkkapitaal gaan we dieper in op verscheidene financieringsvormen. Met de juiste mix van kredietvormen kunnen zowel de korte termijn financiële behoeften als de lange termijn doelstellingen van de onderneming worden gerealiseerd. Financiering: vrijwel altijd via een bank Een onderneming kan haar activiteiten via verschillende wegen financieren. Eén manier is met eigen geld, waardoor er geen externe partijen betrokken raken bij het reilen en zeilen van de onderneming. Dit beperkt echter wel de financiële ruimte om te ondernemen. Een andere optie is het aantrekken van vreemd vermogen, via private investors of participatiemaatschappijen en bij (kleinere) MKB bedrijven bij familie. In de praktijk blijkt dat het uiteindelijk vooral een bank is die zorg draagt voor vreemd vermogen. Dat is van de financieringen binnen het MKB in ongeveer 90% het geval, zowel bij snelle groeiers als gevestigde bedrijven1. Voor grotere bedrijven zal dit percentage ongetwijfeld hoger liggen, gezien de hoogte van de financieringsvraag. Een aantal vormen van werkkapitaalfinanciering via een financiële i nstelling laten we de revue passeren, te weten: • rekening-courant krediet; • factoring; • leasing; • een lening met aflossingsschema.
1 Bron: EIM, MKB-panel 2008-2009
Figuur 1 Kredietverlening door Nederlandse financiële instellingen aan niet-financiële bedrijven in Nederland, per kwartaal (% j-o-j) en economische groei (% j-o-j), 2000-2009 25%
10%
20%
8%
15%
6%
10%
4%
5%
2%
0%
0%
-5%
-2%
-10%
-4%
-15%
_ _
-6% 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Leningen banken aan bedrijven (l-as) BBP-ontwikkeling (r-as)
Bron: DNB
Welke financieringsvorm past nu het best bij welke situatie en wat zijn de voor- en nadelen ervan? Die vraag wordt in deze brochure beantwoord. Omdat er veel gezegd en geschreven is over kredietverlening door banken, allereerst een overzicht van de stand van zaken.
Kredietverlening: stand van zaken Sinds het derde kwartaal van 2007 nam de economische groei in Nederland af, maar inmiddels is de weg omhoog weer ingeslagen. In figuur 1 wordt deze groei vergeleken met de ontwikkeling van de kredietverlening. Hieruit valt op te maken dat kredietverlening en economische groei sterk met elkaar samenhangen. Opvallend is dat de terugNaam brochure Maand 0
gang van de kredietverlening in de recente recessie ten opzichte van de laagconjunctuur in 2003-2004 veel kleiner is. Pas in het derde kwartaal van 2009 is sprake van een (lichte) krimp van de kredietverlening. Nu de economie weer enigszins aantrekt, is ook een herstel van de krediet verlening merkbaar. Krimp of lagere groei in kredietverlening? Als we in figuur 2 kijken waar de werkelijke krimp in de kredietverlening plaats vindt, dan blijkt deze krimp zich vooral voor te doen bij korte leningen (met een looptijd tot één jaar) en in mindere mate, bij kredieten met een looptijd langer dan 5 jaar. Sinds het dieptepunt van de financieel-economische crisis in het eerste kwartaal 2009 is het aantal korte termijnleningen sterk afgenomen. Ook de lange termijn leningen (langer dan 5 jaar) namen enige tijd licht af, maar sinds december 2009 is daar sprake van flink herstel.
Figuur 3 Ontwikkeling van de vraag naar krediet door bedrijven bij Nederlandse banken* 100 80 60 40 20 0 -20 -40 -60 -80
Vraag en aanbod Uit een recente enquête van De Nederlandsche Bank onder banken blijkt dat veel banken een duidelijke teruggang zien in de vraag naar krediet (zie figuur 3). Bedrijven investeren duidelijk minder. Aan de andere kant zijn er geluiden vanuit het bedrijfsleven dat banken minder gemakkelijk krediet verstrekken. Ook dat laatste is waar. De acceptatiecriteria zijn gemiddeld genomen aangescherpt, zoals te zien is in figuur 4. Beide ontwikkelingen zijn een gevolg van het verslechterde, maar bovenal onzekere economische klimaat. In de media verschenen berichten variërend van “veel
Figuur 2 Ontwikkeling leningen aan bedrijven naar looptijd, 2008-2009, % j-o-j 50% 40% 30% 20% 10%
-100 2006
2007
2008
2009
2010
Bron: DNB * % banken dat per saldo een toenemende (+) of een afnemende (-) vraag door bedrijven naar krediet ondervindt
edrijven krabbelen dankzij bankkredieten uit de crisis”2 b tot “MKB komt moeilijk aan krediet”3. Deze berichtgeving wekt verwarring op en draagt bij aan een onzuiver beeld van de situatie. Voorop staat echter dat het verkrijgen van krediet geen onmogelijke opgave hoeft te zijn, zeker nu het economische tij enigszins is gekeerd. Naam brochure Maand 0 Meer vraag naar krediet door opleving economie Nu de economie weer enigszins aantrekt zal naar verwachting de kredietbehoefte weer gaan stijgen. Met name voor de exportgerichte sectoren zoals transport, industrie en groothandel wordt voor 2010>en 5 2011 jaar weer behoorlijke groei voorzien (zie tabel 1).
1-5 jaar
Diverse ondernemingen zullen weer gaan nadenken over < 1 jaar is financiering nodig. groeimogelijkheden, maar daarvoor 0% Iedere financieringsvorm heeft zijn eigen impact op de -10% balans en op de verlies- en winstrekening. Zeker in een tijd waarin geld schaars is en kosten moeten worden geminima-20% liseerd, loont het de moeite energie te steken in het optimalijan-08 apr-08 jul-08 okt-08 jan-09 apr-09 jul-09 okt-09 jan-10 seren van de balans.
_ _ _
< 1 jaar 1-5 jaar > 5 jaar
Bron: DNB
Trends in werkkapitaal Maart 2009 2
2 De Telegraaf, Nieuw krediettekort bedrijven dreigt, 27 januari 2010 3 ANP, MKB komt moeilijk aan krediet, 9 juli 2009
Figuur 4 Acceptatiecriteria en economische cyclus, 2003-2009 100
5%
80
4%
60
3%
40
2%
20
1%
0
0%
-20
-1%
-40
-2%
-60
-3%
-80
-4%
-100
-5%
-120
-6% 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
■ % banken dat acceptatiecriteria per saldo heeft aangescherpt (-)
_
of versoepeld (+) BBP-groei (r. as)
Daarnaast zijn er momenten waarop kort geld toch duurder is dan lang geld, bijvoorbeeld in een deel van 2007 en 2008. (zie figuur 5). Naarmate een groter deel van de lange termijninvesteringen is gefinancierd met kort geld, hoe groter het risico voor een onderneming. Korte termijnverplichtingen kunnen door renteschommelingen plots sterk oplopen.
Verschillen in balansstructuur kunnen keuze BBP-groei (r.as) financieringsvorm bepalen Verschillen in de gemiddelde bedrijfsbalans de drie % banken datvan acceptatiecriteria per sald te verwachten groeisectoren (transport, groothandel en industriesector) zien we terug in figuur 6. De verhoudingen tussen vaste en vlottende activa en eigen en vreemd vermogen verschillen tussen de sectoren vrij sterk. De cijfers hebben weliswaar betrekking op het jaar 2008 (dus vóór de crisis), maar geven de verhoudingen tussen de sectoren goed weer. Het eigen vermogen is inmiddels vooral in de transport en mindere mate industrie aanzienlijk lager.
Figuur 5 Korte rente (3-maands euribor) en lange rente (10 jaar, Duitse staatsobligaties) vanaf 2000
Bron: DNB, CBS * wanneer geen staafje te zien is, is het saldo nul.
6%
Financieren: in de regel kort met kort en lang met lang Bij optimalisatie van de balans is streven naar de gouden financieringsregel ‘kortlopende activa financieren met kort geld, langlopende activa met lang geld’ essentieel. De financiële crisis van 2008-2009 heeft duidelijk aan Naam brochure Maand 0 getoond dat lange termijninvesteringen (bijvoorbeeld in machines of gebouwen), dienen te worden gefinancierd met lang geld. Kort geld is normaal gesproken weliswaar goedkoper, maar de beschikbaarheid hiervan is onzekerder.
5% 4% 3% 2% 1% 0% 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
Tabel 1 Volumemutaties naar bedrijfstak (% j-o-j)
Gerealiseerd Verwacht Verwacht 2009 2010 2011
_ _
Lange rente (kapitaalmarkt) Korte rente (geldmarkt)
Bron: EcoWin
Transport & opslag Industrie Groothandel Landbouw Horeca Zakelijke dienstverlening Detailhandel Bouw Totale economie
-9,1% -9,0% -7,5% 2,5% -7,0% -4,2% -4,4% -5,2% -3,9%
2,5% 3,5% 1,5% 2,4% -0,5% 1,0% -2,3% -6,7% 1,6%
2,8% 2,5% 2,5% 1,8% 1,5% 1,3% 0,8% 0,0% 1,9%
Gemiddeld genomen hebben industrie en transport een hoog aandeel vaste activa op de balans, vooral bestaande uit gebouwen, machines en het wagenpark4. Het al dan niet in eigendom hebben van onroerend goed heeft grote invloed op de omvang van de vaste activa. Tegenover het hoge aandeel vaste activa zien we bij industrie een groot
4 Ook financiële vaste activa, zoals deelnemingen, zijn boven
Bron: ING Economisch Bureau
Trends in werkkapitaal Maart 2009 3
Naam brochure Maand 0 industrie en transport gemiddeld aanwezig in de
igen vermogen. De transportsector heeft veel lange tere mijninvesteringen gefinancierd met langlopende leningen. De groothandel kent gemiddeld juist veel vlottende activa. Binnen de vlottende activa zien we dat de groothandel door haar natuurlijke rol als handelspartner in de keten te maken heeft met veel kortlopende vorderingen die vooral bestaan uit debiteuren. Ook voorraden maken een belangrijk deel uit van de korte activa van een groothandelsbedrijf (zie figuur 6). Tegelijkertijd is het aandeel kortlopend vreemd vermogen, waaronder crediteuren, hoog. Naast de gouden financieringsregel hangt de optimale balansstructuur af van de situatie waarin een onderneming zich bevindt. Momenteel is voor veel ondernemingen het verkrijgen of vergroten van het werkkapitaal (vrijspelen van liquiditeit) één van de voornaamste financiële uitdagingen. Rekening courant krediet, een krediet met aflossingsschema, factoring of leasing kan zorgen voor dit ‘korte’ geld, maar de consequenties voor onder meer de balans zijn verschillend. Aan de hand van enkele voorbeelden wordt dit verderop in deze uitgave toegelicht. Het is een uitdaging om een optimale mix van diverse financieringsvormen samen te stellen en die kan voor ieder bedrijf anders zijn.
100% 90% 70%
38 62
60%
54
75
50%
47
40%
16
22
30%
7
20%
1
10%
18
0%
6
23
23 23
23
ACTIVA PASSIVA Transport
10
ACTIVA PASSIVA Groothandel
8
ACTIVA PASSIVA Industrie
■ Liquide middelen ■ Kort vreemd vermogen ■ Kortlopende vordering, incl. debiteuren ■ Lang vreemd vermogen ■ Voorraden ■ Eigen vermogen ■ Vaste activa Bron: CBS
Trends in werkkapitaal Maart 2009 4
Het loont de moeite ook naar andere financierings Lang vreemd oplossingen te kijken, zeker wanneer het rekening courant krediet structureel wordt aangesproken of onvoldoende Kort vreemd blijkt. Voor het snel beschikbaar krijgen van cash is deVaste activa biteurenfinanciering (factoring) een mogelijkheid (zie het voorbeeld in box 2).
Voorraden
34 40
Rekening-courant: eenvoudig, maar dagelijks opvraagbaar Een bedrijf heeft dagelijks te maken met uitgaven en inkomsten. Om deze kasstromen te faciliteren is het gebruik van een rekening courant vrij standaard. Omdat nog te ontvangen betalingen door debiteuren doorgaans later komen dan de betalingen die gedaan moeten worden aan crediteuren is er vaak voor de tussenliggende periode financiering nodig. Het rekening-courant krediet is daarvoor een logische keuze.
Eigen vermo
30 40
Rekening courant, kenmerken • Dagelijks beschikbaar, opvraagbaar en opzegbaar • Eenvoudig • Toegang tot uitgebreid scala aan betaalproducten • In de regel geen aflossingsschema • Rentepercentage gebaseerd op geldmarktrente
Het rekening-courantkrediet is dagelijks opzegbaar, zowel door rekeninghouder als bank. De prijs van dit krediet is gebaseerd op de herfi nancieringsrente (refi-rente) van de ECB. Banken hanteren vaak een basisrente of euribor als norm. Deze normrente wordt verhoogd met een opslag, die afhankelijk is van onder meer kwaliteit van de krediet nemer, kredietbedrag en zekerheden.
Figuur 6 Gemiddelde balans in transport, groot handel, industrie, 2008
80%
Rekening courant, wanneer van toepassing • Betaalrekening voor inkomende en uitgaande betalingen • Voor zowel kortlopende tegoed als krediet • Gebruik afhankelijk van omzet bij standaardkrediet min 25% van de omzet over de rekening
Factoring: vrijspelen van liquide middelen via Kortlopende bevoorschotting van debiteuren Liquide midd Factoring is een zogenoemde asset-based financiering. Dit betekent dat de financiering direct gekoppeld is aan (kortlopende) activa (assets). Bij factoring ontvangt een onderneming liquide middelen van een factormaatschappij op basis van uitstaande debiteuren. Omdat een factormaatschappij een specialist is op het gebied van debiteurenbeheer en daardoor aanwezige risico’s beter kan beheersen, kan de bevoorschotting oplopen tot wel 85% van de uitstaande
Box 2 Liquiditeitsruimte vergroten via debiteurenfinanciering Vereenvoudigde weergave Balans Groothandel ABC (x € 1.000) Activa
Jaar 1
Passiva
Jaar 1
Onroerend goed Voorraden Handelsdebiteuren Liquide middelen Totaal activa
1.000 700 450 20 2.170
Eigen vermogen Handelscrediteuren Rekening courant krediet
1.665 352 153
Totaal passiva
2.170
Saldo openstaande vorderingen Totaal inhoudingen (veroudering, claims, etc.) Netto bedrag
450.000 60.000 390.000
Ruimte voor debiteurenfinanciering (stel: 80%)
312.000
Op basis van factoring kan € 312.000 worden gefinancierd. Hiermee kan bijvoorbeeld het rekening-courant krediet worden afgelost. De extra liquiditeitsruimte die overblijft: Debiteurenfinanciering Aflossing op Rekening-courant krediet Extra liquiditeitsruimte door debiteurenfinanciering
312.000 - 153.000 159.000
N.B. Indien vorderingen, in plaats van verpanding, worden gekocht door een factormaatschappij kan balansverkorting worden gerealiseerd.
facturen. Een bancair rekening-courant krediet met debiteuren als onderpand zal over het algemeen een lagere bevoorschotting kennen van rond de 70%, afhankelijk van de financiële positie van de onderneming. De solvabiliteit van uw onderneming speelt bij factoring in de regel een kleinere rol dan bij het verkrijgen van een banklening. Hoewel elke bedrijfssituatie apart beoordeeld dient te worden om te komen tot de beste combinatie van financieringsvormen, zijn er wel enkele terugkerende kenmerken Factoring, wanneer van toepassing • Oplopende debiteuren • Omzet > 1 mln • Ook bij een solvabiliteit < 20% Factoring, kenmerken • Liquiditeit vrijspelen • Zorgen uit handen nemen indien debiteurenbeheer wordt uitbesteed • Early warning, omdat debiteuren worden bewaakt • Balansverkorting mogelijk indien verkoop van vorderingen • Rentepercentage gebaseerd op geldmarktrente
Trends in werkkapitaal Maart 2009 5
van bedrijven die gebruik maken van factoring. Zo is het aantrekkelijk voor bedrijven met een groot aandeel vlottende activa op de balans. Debiteuren brengen hoge werkkapitaalkosten met zich mee en kunnen de groeipotentie beperken door een gebrek aan liquiditeit. Ook voor bedrijven met een snel oplopend debiteurensaldo, bijvoorbeeld vanwege sterke autonome groei, is factoring een interessante manier van financieren. De flexibiliteit in de hoogte van het krediet is vaak een belangrijke reden om voor factoring te kiezen, omdat er geen sprake is van een vaste limiet. Bovendien kan een factormaatschappij het gehele debiteurenbeheer overnemen, waardoor de ondernemer zich kan richten op de kerntaken. Een reden om dit te doen is dat debiteurenzorgen uit handen worden genomen. Uiteraard wordt hiervoor wel een commissie betaald. Voor ondernemingen die hun debiteurenbeheer zelf op een efficiënte en gedisciplineerde manier hebben georganiseerd, kan dit daarom minder interessant zijn. Vaste activa in bezit: werkkapitaal vergroten via sale en lease-back Een andere vorm van asset based financiering is leasing. Hiermee kan het werkkapitaal worden vergroot (liquidi-
Krediet met aflossing, wanneer van toepassing • Financiering nodig voor korte of (middel)lange termijn
Leasing, wanneer van toepassing • Vrijspelen van liquiditeit indien vaste activa in eigendom • Aanschaf nieuwe machine zonder balans te verlengen Leasing, kenmerken • Vast aflossingsschema • Activa in eigendom bij financial lease • Geen eigendom bij operational lease • Financiering allereerst op basis van de asset (machine), daarna pas de financiële positie van de onderneming • Hierdoor vaak hoger te financieren dan reguliere lening, mede omdat specialisten betrokken zijn • Rentepercentage in de regel gebaseerd op kapitaalmarktrente • Gemiddelde termijn: 60 maanden
teit vrijgespeeld) via een sale en lease-backconstructie. Dergelijke constructies komen binnen de industrie relatief vaak voor, omdat het eigen vermogen en het aandeel vaste
Krediet met aflossing, kenmerken • Duidelijk en eenvoudig • Vooraf vastgesteld aflossingsschema • Krediet overeengekomen voor vooraf bepaalde periode • Rentepercentage gebaseerd op geld- of kapitaal marktrente
activa op de balans gemiddeld vrij groot is. In box 3 is een vereenvoudigd voorbeeld uitgewerkt. Door (gedeeltelijke) verkoop van een vast activum (bijvoorbeeld een machine) komen liquide middelen vrij die bijvoorbeeld kunnen worden gebruikt om aan kortlopende verplichtingen te voldoen. Hierdoor veranderen ook de balansverhoudingen. Ook het verschil tussen financial en operational lease is daarbij belangrijk (zie box 3). Het belangrijkste verschil is dat bij financial lease de lessee (in de regel de onderneming) de
Box 3 Impact van sale en lease-back op balansverhoudingen Vereenvoudigde weergave Transportbedrijf XYZ Oorspronkelijke balans
na FL
na OL
Gebouwen Transportmiddelen Voorraden Debiteuren Liquide middelen Totaal
700 500 200 200 50 1.650
700 300 200 200 50 1.450
700 500 200 200 0 1.600
Oorspronkelijke balans
Eigen vermogen Lang vreemd vermogen Crediteuren Kort vreemd vermogen Totaal
na FL
na OL
500 700 250 150
500 900 250 0
500 700 250 0
1.600
1.650
1.450
De solvabiliteit is in dit geval 500/1.600 = 31,2%. De liquiditeit (current ratio) bedraagt 400/400 = 1. De transportmiddelen zijn in eigendom van de onderneming. Om liquiditeit vrij te spelen kan 200 worden overgenomen door een leasemaatschappij en teruggeleast worden. In het geval van financial lease blijft het vast activum volledig op de balans en neemt de totale balans toe met 200 (liquide middelen en lang vreemd vermogen). Wanneer het vrijgekomen geld wordt aangewend om het korte krediet van 150 af te lossen, komt de solvabiliteit uit op 500/1.650 = 30,3%, een lichte verslechtering t.o.v. de uitgangssituatie. De current ratio verbetert tot 450/250 = 1,8 (zie balans ‘na FL’). Wanneer de transportmiddelen via operational lease worden ‘teruggeleast’ dan verdwijnen deze (in dit geval gedeeltelijk) van de balans. Wanneer van de 200 aan vrijgespeelde middelen 150 wordt gebruikt voor aflossing van kort krediet, dan neemt het balanstotaal af en neemt de solvabiliteit en liquiditeit toe (zie balans ‘na OL’). De balans is verkort, waardoor de solvabiliteit stijgt naar 500/1.450 = 34,5% De liquiditeit (current ratio) bedraagt 450/250 = 1,8.
Trends in werkkapitaal Maart 2009 6
Tabel 2 Overzicht belangrijkste kenmerken vier financieringsvormen Rekening courant
Factoring
Leasing
Lening met aflossingsschema
• Dagelijks beschikbaar, opvraagbaar en opzegbaar • Eenvoudig • Toegang tot uitgebreid scala aan betaalproducten • In de regel geen aflossingsschema • Rentepercentage gebaseerd op geldmarktrente
• Liquiditeit vrijspelen • Mogelijkheid tot uitbesteden debiteurenbeheer • Early warning, omdat debiteuren worden bewaakt • Balansverkorting mogelijk indien verkoop van vorderingen • Rentepercentage gebaseerd op geldmarktrente
• Vast aflossingsschema • Activa in eigendom bij financial lease • Geen eigendom bij operational lease • Financiering allereerst op basis van de asset (machine), daarna pas de financiële positie van de onderneming • Vaak hoger te financieren dan een reguliere lening • Rentepercentage in de regel gebaseerd op kapitaalmarktrente • Gemiddelde termijn: 60 maanden
• Duidelijk en eenvoudig • Vooraf vastgesteld aflossings schema • Krediet overeengekomen voor vooraf bepaalde periode • Rentepercentage gebaseerd op geld- of kapitaalmarktrente
Bron: ING Economisch Bureau
eigenaar wordt van het object. Hierdoor dient het object ook op de balans opgenomen te worden. Bij operational lease blijft de lessor (in de regel de leasemaatschappij) de eigenaar en hoeft het object niet op de balans worden opgenomen. Dit heeft het voordeel dat de balansverhoudingen niet wijzigen of in het geval van sale en (operational) lease-back dat de solvabiliteit verbetert (zie box 3). Krediet met aflossingsschema Het bankkrediet met aflossingsschema is de meest gebruikte financieringsvorm. Het is een duidelijke en relatief eenvoudige financieringsvorm, waarbij het krediet v olgens een vooraf vastgesteld schema wordt afgelost. Bij de keuze van een kredietvorm kunnen naast bedrijfseconomische redenen ook andere afwegingen een rol spelen. Zo zijn er ondernemers die hun activa per se in eigendom willen hebben en daarom operational lease niet overwegen, terwijl dit bedrijfseconomisch gunstiger kan zijn. Ook minder bekend heid van andere financieringsvormen zoals leasing en factoring speelt een rol. Voor financiële instellingen ligt er een belangrijke taak deze bekendheid te vergroten. Het kan voor bedrijven met een (aanvullende) kredietbehoefte een uitkomst zijn, omdat een regulier krediet soms te beperkt is ten opzichte van de kredietbehoefte.
Op zoek naar de juiste mix van kredietvormen Juist nu geld schaarser en dus duurder is geworden, loont het de moeite om scherp te kijken naar het palet aan financieringsmogelijkheden. Telkens moeten worden afgevraagd waarvoor een financiering kan worden ingezet. Gaat het om het opvangen van tijdelijke tekorten en tijdelijke overschotten, moet er (meer) liquiditeit worden vrijgespeeld? Dan kan
Trends in werkkapitaal Maart 2009 7
ook de vraag worden beantwoord welke financieringsvorm het meest passend is. Traditioneel wordt bij bankfinanciering snel gedacht aan een rekening courant krediet voor de dagelijkse betaalstromen en/of een lening met aflossing voor investeringen, terwijl een mix met factoring en leasing soms verrassende oplossingsmogelijkheden geeft. Vaak biedt een combinatie van kredietvormen uitkomst om zowel de bedrijfsbalans als de financiële positie van uw onder neming te versterken.
ING Economisch Bureau publiceert in samenwerking met ING Commercial F inance een serie brochures over a ctuele thema’s op het gebied van werkkapitaal. Eerder verschenen in deze reeks: Debiteurenbeleid wordt cruciaal Ruimte creëren voor continuïteit en groei Credit management: meer rendement uit werkkapitaal Industrie in turbulente tijden Professioneel debiteurenbeheer loont Wat te doen tegen niet-betalende debiteuren?
augustus 2008 februari 2009 maart 2009 juni 2009 augustus 2009 december 2009
Meer informatie? Kijk op www.ingcomfin.com Of bel met Erik Racké, ING Commercial Finance 030 659 33 09 Jurjen Witteveen, ING Economisch Bureau 020 563 44 39
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uit oefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijke zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 17 maart 2010.
Wilt u nieuwe publicaties per e-mail ontvangen? Ga naar www.ing.nl/kennis