VRAGEN
D66 EN ANTWOORDEN
Vraag 1 Pag 5 Heroverwegingen III a) Hoe zeker is het bedrag van 1 miljoen wat aan precario wordt genoemd? Antwoord Dit betreft een eerste inschatting uitgaande van een gemiddeld tarief dat in de regio wordt gebruikt van om en nabij de € 2,00. Ter voorbereiding van de invoering is de gemeente in overleg met betreffende (markt)partijen om het werkelijk aantal strekkende meters, waarop precario kan worden geheven, te inventariseren. Op basis van de inventarisatie samen met de tariefstelling is het mogelijk om een opbrengst van 1 miljoen euro te realiseren. b) Het college zegt dat door het heffen van precario voor de Papendrechtse inwoners "een geringe algemene verhoging van lasten" zal ontstaan. Gering is voor de één iets anders dan voor de ander. Tot welk bedrag loopt 'gering' voor het college? Antwoord Het is aan de nutsbedrijven die precario geheven krijgen of en hoe zij deze heffing verwerken in hun tarieven. Onze gemeente zal er op aandringen deze tarieven niet door te berekenen. Op basis van de ervaringen bij andere gemeenten en het tarief waarmee nu wordt gerekend zal de stijging van de totale lasten onder de € 2,- per maand per aansluiting liggen. Vraag 2 Pag 6, 14 en 23 Het college stelt op pagina 14 dat Papendrecht maatregelen stimuleert om gezondheid te bevorderen en bedreigingen tegen te gaan (preventie, met speciale aandacht voor de jeugd). Er wordt bezuinigd op de subsidie op de jeugdsport, hoe verhoudt zich dit met bovenstaande en met het programma wat obesitas bij de jeugd moet bestrijden? Dit lijkt tegenstrijdig. Antwoord De keuze waarop wordt bezuinigd is een politieke keuze. In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat er in Papendrecht een zeer breed preventief aanbod is om gezondheid te bevorderen. Dit is ook een belangrijke doelstelling binnen het sportbeleid en dat blijft gehandhaafd. Jeugdsportsubsidie deel 1 is bedoeld ter ondersteuning van sportverenigingen om de Papendrechtse jeugd te stimuleren om te gaan sporten en bewegen. Hierop is geen bezuiniging voorgesteld. Jeugdsportsubsidie deel 2 is bedoeld ter ondersteuning van sportverenigingen om incidentele projecten te organiseren om de Papendrechtse jeugd met een breder bereik dan de eigen jeugdleden te stimuleren om te gaan sporten en bewegen. Op deze regeling is een bezuiniging voorgesteld. Met deze bezuiniging zullen geen structurele activiteiten verdwijnen. Vraag 3 Pag 7 en pag 30, en bijlage Heroverwegingen, Centrumontwikkeling versus de fiets a) Is in de huiskamer (!) van Papendrecht ook ruimte voor de fiets? Met andere woorden: komt er een fietsenstalling met overkapping en zonnepanelen voor elektrische fietsen (wat eerder en passant is langsgekomen als idee) of een ondergrondse fietsenstalling, waarvoor ooit ook een motie is aangenomen? Antwoord De fietsenstalling maakt onderdeel uit van het project Centrum. In de loop van volgend jaar zullen de concrete deelprojecten en ontwikkelingen worden besproken met de raad. Daar wordt opnieuw de afweging gemaakt hoe om te gaan met de fietsenstalling. b) Op pagina 30 onder 3.1 staat als subdoelstelling bij het centrum genoemd "het gebruik van de fiets stimuleren". Dit staat ook in het coalitieakkoord. Hoe zal het gebruik van de fiets worden gestimuleerd?
1
Antwoord Dit zal worden meegenomen in het uitvoeringsprogramma Papendrecht bereikbaar. Conform concernplanning is in 2015 gestart met het opstellen van dit uitvoeringsprogramma. Afronding daarvan is in 2016 voorzien. In het uitvoeringsprogramma worden diverse, in het GVVP aangekondigde deelproducten gebundeld. Langzaam verkeer en duurzaamheid zijn enkele van de thema's die een plek zullen krijgen in het uitvoeringsprogramma. c) Staat dit niet haaks op het doel om de parkeergarage meer bezet te krijgen? Antwoord Nee. Vraag 4 Pag 7 en pag 35 Duurzaamheid en energie Bij Duurzaamheid op pagina 7 staat energie niet genoemd. Op pagina 35 staat energie genoemd, maar zonder dat over de energiedoelstelling en de plaatsing van windmolens wordt gemeld. Dordrecht is akkoord met plaatsing windmolens en heeft aangegeven niet voor de regio te zullen plaatsen. De provincie zal bepalen waar in onze gemeente één of meer windmolens moeten komen, als wij zelf niet tot besluitvorming komen. Als de D66-fractie het goed heeft, hebben we nog tot 1 januari 2016 om zelf met ideeën te komen. a) Klopt deze datum? Antwoord Deze datum is bij ons niet bekend. b) Wat gaan we doen m.b.t. de energieopgave: dit zelf oppakken, aan de provincie overlaten of is er nog een derde mogelijkheid? Antwoord Politiek. Vraag 5 Pag 10 Uitvoering participatiewet a) Wat zijn de meest actuele cijfers van het aantal Papendrechters dat in totaal onder de participatiewet valt? Antwoord Per 1 oktober 2015 hebben 448 Papendrechters een uitkering ingevolge de Participatiewet. b) Hoeveel daarvan worden op Drechtstedelijk niveau geholpen en hoeveel moet Papendrecht zelf helpen aan werk of dagbesteding? Antwoord De doelgroep die voor een participatieplek in aanmerking komt bestaat uit mensen met een verdienvermogen lager dan 50% (van het minimumloon). Ook voor de plaatsing op participatieplekken verricht de SDD werkzaamheden: screenen, enthousiasmeren en zo mogelijk toeleiden (vanuit het SDD-bestand). Vanuit de gemeente zorgen wij door middel van afspraken met diverse partijen voor voldoende participatieplekken. Van het Papendrechtse uitkeringsbestand komt ongeveer de helft potentieel in aanmerking voor een participatieplek, op basis van het verdienvermogen. c) Hoeveel van deze plaatsen zijn al ingevuld? Antwoord Volgens de meest recente cijfers zijn 43 van deze plaatsen ingevuld.
2
Vraag 6 Pag 12, Maatschappelijke ondersteuning Hier wordt alleen VGZ genoemd, waarom niet ook andere zorgverzekeraars? Antwoord Met diverse partijen heeft de afgelopen periode overleg plaatsgevonden. Met VGZ heeft dit geleid tot een convenant, mede omdat VGZ in deze regio als grootste zorgverzekeraar ook als zorgkantoor fungeert. Op dit moment wordt samen met de regio (gemeenten en zorgaanbieders) gewerkt aan een vernieuwing van dit convenant. Als gemeente staan we uiteraard open voor samenwerking met andere zorgverzekeraars. Vraag 7 Pag 14 Gezondheid Er wordt gestreefd naar vermindering van concentraties fijnstof en geluids- en verkeershinder. Hoe wordt dit concreet uitgevoerd, welke maatregelen worden genomen? Antwoord Uit rapportage ten aanzien van luchtkwaliteit over het jaar 2013 blijkt dat de normen voor NO2 en PM10 nergens in de gemeente Papendrecht worden overschreden. De inspanningen die de laatste jaren zijn verricht (lobbywerk, beïnvloeding en op informatievoorziening, realisatie en voorbereiding van oplaadpalen, bewaakte fietsenstalling, walstroomvoorzieningen, uitbreiding OV over water en bewustwordingscampagnes) leveren een verdere positieve bijdrage aan de tendens van vermindering van de concentraties NO2, fijn stof en CO2 in onze gemeente. De inspanningen ten aanzien van geluidshinder hebben langs verschillende sporen geleid tot een vermindering van de geluidbelasting op een groot aantal woningen in onze gemeente. Via de instelling van geluidszones voor industrielawaai (Aan de Noord en Oosteind) en handhaving daarvan wordt overschrijding van geluidsnormen op woningen beperkt. Via het toepassen van stiller wegdek, bij geluidsknelpunten als gevolg van wegverkeer en in het kader van het actieplan geluid, wordt de geluidsbelasting op zwaar belaste locaties verminderd. De aanpak van de BK-weg is daarvan een voorbeeld. En tenslotte worden woningen met een hoge geluidsbelasting door wegverkeer met subsidie van het Rijk aangepast. In Papendrecht resteren nog twee woningen van de A-lijst (meer dan 65dB) en een aantal woningen op de B-lijst (60-65 dB). Voor deze laatsten is een aanvraag voor voorbereidingssubsidie ingediend. Vraag 8 Pag 19 Toekomst VO-scholen D66 is zeer tevreden over het feit dat de vraag van de scholen aan de raad en het college is opgepakt om serieus het gesprek aan te gaan om een lange termijn visie op voortgezet onderwijs in Papendrecht te ontwikkelen in samenhang met de vraag naar nieuwe schoolgebouwen. Ook de doelstelling is geformuleerd: binnen deze bestuursperiode een besluit nemen. De vragen gaat over de zin: “De complexiteit is iets te realiseren zonder de benodigde middelen.” a) Afgesproken is eerst een visie op de toekomst van voortgezet onderwijs te hebben en vervolgens te kijken naar daarvoor benodigde gebouwen. Is de visie er al, of wanneer kunnen wij die verwachten? Antwoord De toekomstvisie voortgezet onderwijs is er nog niet. Wij zijn met de directies van beide VOscholen in gesprek over hun inhoudelijke toekomstvisie en de mogelijke consequenties hiervan voor de huisvesting. Bij dit gesprek worden momenteel ook de bestuurders van Alblasserdam, Sliedrecht en Hardinxveld-Giessendam en de directies van de VO-scholen in deze gemeenten betrokken. Eind 2015 wordt u in een raadsinformatiebrief nader geïnformeerd over de stand van zaken. b) Het lijkt erop dat goed in beeld is wat de benodigde financiële middelen zijn (om de visie te realiseren) en dat de conclusie is dat deze middelen ontbreken. Hierop graag een toelichting. Antwoord De inhoudelijke onderwijsvisie is leidend voor de huisvesting. De inhoudelijke visie is er nog niet, wat betekent dat ook nog niet in beeld is wat de benodigde financiële middelen zijn. In de
3
begroting staan overigens geen middelen gereserveerd voor investeringen in gebouwen van het VO conform het IHP. c) En, in de algemene middelen krijgt de gemeente toch €1.451.877 voor leerlingen van het VO? Antwoord De middelen die de gemeente ontvangt voor de gemeentelijke zorgtaak voor onderwijs in de meeste brede zin (dit gaat dus veel verder dan alleen onderwijshuisvesting) zijn onderdeel van het gemeentefonds. De middelen zijn niet geoormerkt en in de (meerjaren)begroting staan tegenover deze inkomsten structurele uitgaven, zodat deze in de begroting niet beschikbaar zijn voor nieuwe uitgaven zoals nieuwbouw. Een van de verdeelsleutels in het gemeentefonds is inderdaad leerlingen VO. Het genoemde bedrag is bij benadering correct. Vraag 9 Pag 25 Economie Wat wordt er gedaan om het zzp-schap te stimuleren, anders dan work@erasmusplein? Antwoord Potentiële ZZP-ers worden voorzien van alle mogelijke informatie op het gebied van ondernemen. Regionaal wordt eens per jaar een startersavond georganiseerd door de gemeenten en het Contact Jonge Bedrijven Drechtsteden (CJBD). Contacten met o.a. Belastingdienst, RBZ, Qredits, Kamer van Koophandel worden onderhouden. Informatie wordt ontsloten op de website (www.papendrecht.nl/ondernemen) en social media. Netwerkclubs zoals Open Coffee, ZZP-er Drechtsteden en CJBD worden met regelmaat bezocht. Vraag 10 Pag 26-27 Behoud en groei MKB Hier staat onder maatregelen genoemd: “Vermindering van regels voor ondernemers”. a) Met welk percentage is het aantal regels voor ondernemers in de afgelopen vijf jaar verminderd (het vorige college zette zich hiervoor ook in)? Antwoord Een percentage is niet te geven. De laatste vijf jaar is de regeldruk verminderd, vooral door vereenvoudiging van regels en/of aanvragen voor vergunningen/beschikkingen. Hierbij kunt u denken aan de verschillende wijzen van het indienen van aanvragen, het instellen van een meldpunt ingewikkelde regelgeving en het doen van meldingen in plaats van het aanvragen van vergunningen. b) In het kolom Resultaat staat 'Een top 3 notering van Ranking the Rules van de Kamer van Koophandel'. Is dit resultaat al behaald of is dit het doel en in hoeverre zijn we op de goede weg? Antwoord Ranking the Rules was een onderzoek van de Kamer van Koophandel. De reorganisatie van de Kamer van Koophandel vorig jaar, heeft – jammer genoeg - niet geleid tot het voortzetten van dit onderzoek. Vraag 11 Pag 35, Afvalbrengstation Wordt onderzocht of het afvalinzamelpunt in samenwerking met een andere gemeente efficiënter kan? Antwoord Ja. Vraag 12 Pag 40, Nieuwe Huisvestingswet Er staat dat meer groepen bij wet voorrang krijgen binnen de woonruimteverdeling. Zijn of komen er genoeg woningen beschikbaar of wordt de wachtlijst langer?
4
Antwoord De gemeenteraad mag alleen van de bevoegdheden uit de Huisvestingswet 2014 gebruik maken indien dat noodzakelijk en geschikt is voor het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan goedkope woonruimte. Momenteel is in de Drechtsteden sprake van beperkte schaarste. Gezien het zeer lage aantal gegronde klachten dat de afgelopen jaren bij de Regionale Klachtencommissie Woonruimteverdeling Drechtsteden is binnengekomen, kan worden geconstateerd dat geen sprake is van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van die schaarste en is het op grond van het bepaalde in de Huisvestingswet niet mogelijk om in een huisvestingsverordening regels vast te leggen met betrekking tot de woonruimteverdeling. In het kader van de nieuwe PALT worden afspraken gemaakt over monitoring. Mocht uit deze monitoring naar voren komen dat op een bepaald moment wel sprake is van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste moet opnieuw worden bezien of in de Huisvestingsverordening nadere regels met betrekking tot de woonruimteverdeling moeten worden opgenomen. Vraag 13 Pag 40, Overige ontwikkelingen. We stoppen binnenkort met chemische onkruidbestrijding op verharding. Is bekend of dit naast positieve gevolgen voor het milieu, ook risico's kent (zoals meer ongedierte of ander ongedierte dat schadelijk is voor bomen en planten)? Antwoord Onkruidbestrijding op biologische basis wordt elders in het land al toegepast. Uit ervaringen blijkt niet dat deze methode leidt tot meer ongedierte. Het gevolg van het stoppen met chemische onkruidbestrijding is wel dat sommige onkruidsoorten lastiger te bestrijden zijn. Hierdoor is vaak een combinatie van maatregelen noodzakelijk, waarbij meer handmatige onkruidbestrijding (schoffelen) op sommige plekken noodzakelijk is. Dit betekent een meer arbeidsintensieve werkwijze dan voorheen. Het resultaat is, naast het voldoen aan de wettelijke verplichting, een milieuvriendelijke maar duurzame werkwijze.
Vraag 14 Pag 46, Boa's Er staat: dat "een belangrijke vraag bij handhaving is wat we precies willen handhaven (…) Als die vraag is beantwoord, wordt bepaald welke organisatievorm daarbij het meeste past." De D66-fractie nam altijd aan dat de vraag wat we willen handhaven als vanzelf uit (overtreding van) regelgeving volgde. Nu dit niet zo eenvoudig blijkt te zijn, is onze vraag: wie stelt de vraag aan wie en wanneer is er een antwoord te verwachten? Antwoord Zowel de regelgeving van het rijk, als ook onze eigen beleidslijnen en lokale regelgeving, worden gehandhaafd. Bij het ontwikkelen en vervolgens vaststellen van beleid of regels wordt vooraf meegewogen welke de consequenties voor handhaving zijn achter aan de keten. Aansluitend daaraan komt dan de vraag binnen welke organisatie of organisatievorm die handhaving het best passend is. Bij de ontwikkeling stellen we dus onszelf al meteen de vraag hoe om te gaan (in voorkomende gevallen en indien van toepassing) met de lokale handhaving.
Vraag 15 Pag 53, Risico Deelnemingen Hier wordt aangegeven dat de risico-opslag wordt gereserveerd voor het risico van de lening van Den Briel. In het raadsvoorstel hierover staat dat dit wordt gebruikt voor de dekking van de leegstand van de plint. Wordt op deze manier het bedrag niet twee keer uitgegeven? Antwoord In de begroting is rekening gehouden met de reservering van de risico-opslag. Dit bedrag komt volledig ten goede aan de reserve/het weerstandsvermogen. Mocht blijken dat leegstand in de voorzieningenplint resulteert in een tekort in de verhuurexploitatie dan zal daarvoor een beroep worden gedaan op de reserve. Naar ons inzicht past dit risico binnen het weerstandsvermogen van de gemeente.
5
Vraag 16 Pag 52-53 Verslechtering weerstandcapaciteit Op pagina 53 wordt vermeld dat een verslechtering van de weerstandcapaciteit te zien is t.o.v. de begroting 2015, door het toegenomen risico grondexploitatie, deelnemingen en decentralisaties. Op pagina 52 in de tabel zien we alleen een verslechtering bij de deelnemingen. Wordt bij de verslechtering grondexploitatie meegenomen de post erfpachtgronden en bij de verslechtering decentralisaties ook verbonden partijen? Of is er een andere verklaring voor het feit dat tekst en tabel niet hetzelfde laten zien? Graag een toelichting. Antwoord: De tabel op pagina 52 betreft de inschatting van het huidige risicoprofiel. In de tekst op pagina wordt ingegaan op de afwijking ten opzichte van de tabel in de paragraaf weerstandsvermogen zoals opgenomen in de begroting 2015 en de Jaarstukken 2014. Vraag 17 Pag 57, Tabel financiële kengetallen De schulden nemen toe door de financiering van Den Briel. Hierdoor komt de solvabiliteitsratio ver onder de vereiste 20%. Kan dit; vindt de provincie dit goed? Antwoord: De solvabiliteitsratio geeft een eerste indicatie van het risicoprofiel van een gemeente. In hoeverre is een rentestijging van invloed op het begrotingsresultaat? Aangaande financiering Den Briel kan gesteld worden dat deze middelen één op één worden door verstrekt met een risico-opslag. Een stijgende rente vormt hierdoor geen risico voor de gemeentebegroting. De provincie is ambtelijk geïnformeerd over de voorgenomen financiering van locatie Den Briel. Dit heeft niet geleid tot opmerkingen van de provincie. Vraag 18 Pag 78, Grondbeleid 2e alinea. Hier staat dat “Voorwaarde hierbij (grondbeleid optimaliseren) is dat geen onaanvaardbaar maatschappelijk en/of economisch risico wordt gelopen.” Wat is onaanvaardbaar, kan dit concreet worden gemaakt, in cijfers worden uitgedrukt? Antwoord Dit is maatwerk en niet in één cijfer uit te drukken. In voorkomende situaties wordt telkens weer een afweging gemaakt van risico's en belangen. Zie hiertoe ook de nota Grondbeleid. Vraag 19 Pag 92, Drechtwerk Zijn er plannen of ziet het college mogelijkheden om in 2016 meer werk voor de gemeente door werknemers van Drechtwerk te laten uitvoeren (in bijv. groen en horeca)? Antwoord Zoals eerder aan u gemeld voeren wij gesprekken om de mogelijkheden te verkennen om meer opdrachten bij Drechtwerk onder te brengen. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend. Vraag 20 Pag 97 Oasen Daar is de vraag weer: is al definitief bekend in welk jaar Papendrecht zacht water zal hebben? Dus 7 of 8 graden dH in plaats van rond de 10? Antwoord Dit is afhankelijk van de aanleg van een onthardingsinstallatie in de Punt (Alblasserdam). Het tijdstip van realisatie is afhankelijk van vergunningverlening en bezwaarschriftenprocedure, maar staat vooralsnog formeel gepland voor het jaar 2020. In een bestuurlijk overleg met Oasen is gesteld dat we al in 2018 (en mogelijk zelfs 2017) zachter water krijgen. Vraag 21 Pag 104, Meerjarig overzicht
6
Voor 2015 staat een saldo van 1,1 miljoen negatief. De tekorten van 2016 en verder worden vooral opgevangen met het precariorecht. Dat kan niet in 2015. Betekent dit dat het boekjaar 2015 met een tekort van 1,1 miljoen wordt afgesloten? Antwoord Nee. Op basis van de Eerste concernrapportage 2015 wordt het verwachte begrotingstekort berekend op € 1,1 miljoen. In de Tweede concernrapportage 2015 wordt u geïnformeerd over eventuele bijstelling hiervan. Vragen Bijlage Heroverwegingen (paginanummers ontbreken) Vraag 22 Verkoop deel gemeentelijk woningbezit langs de dijk. Wordt de verkoop van gemeentelijk commercieel vastgoed, met name voor bewoning geschikte locaties, voorlopig uitgesteld in verband met de opvang van vluchtelingen (statushouders)? Antwoord Een plan van aanpak voor de opvang van extra statushouders is in voorbereiding. Het hierbij betrekken en geschikt maken van panden maakt hier onderdeel vanuit. De consequenties kunnen wij nog niet in volle omvang melden. Overigens zijn wij door hoge boekwaarden op sommige panden ook nu niet in staat om panden snel te verkopen. Bij een goede exploitatie (bijv. door verhuur aan statushouders) kunnen de boekwaarden worden verlaagd en is het in de markt zetten in de toekomst makkelijker, zodat het ook de verkoop op langere termijn kan bevorderen. Overigens heeft de gemeente Papendrecht geen woningen die als commercieel vastgoed te typeren zijn. Vraag 23 Vraag, Illegaal in gebruik genomen grond verkopen. Behalve uit oogpunt van opbrengsten verhogen, is ook om te voorkomen dat illegaal in gebruik nemen van grond steeds 'gewoner' wordt en daardoor toeneemt, handhaving belangrijk. Zijn er concrete plannen dit in 2016 echt aan te pakken en is hiervoor de capaciteit beschikbaar? Antwoord Ja, de concrete actie zal worden uitgelijnd via een plan van aanpak. Deze daarbij verwachte inzet betaalt zichzelf op termijn terug. Vraag 24 Boa's Er staat dat de gemeenteraad zich heeft uitgesproken voor een heroverweging van de organisatiepositie van deze handhavingstaak. Ons is niet helemaal duidelijk wat precies wordt bedoeld. De discussie kunnen wij ons herinneren, maar niet zozeer de uitspraak dat de raad een heroverweging wil van de organisatie-positie. Graag een verduidelijking en ter herinnering het besluit (die raadsuitspraak) en de datum ervan (wij kunnen dat niet terug vinden). Antwoord Bij de behandeling van de voorjaarsnota is een motie van de VVD ingetrokken na de toezegging van het college dat de organisatiepositie van de handhavingstaak van de BOA's zal worden bekeken in het licht van mogelijke risico's in de continuïteit voor wat betreft de uitvoerende taken die zij uitvoeren in andere gemeenten op grond van dienstverleningsovereenkomsten. Vraag 25 Mantelzorgcompliment Het nieuwe budget vanuit het rijk voor de regeling "Mantelzorgcompliment" bedraagt 160.000 euro. Papendrecht gaf tot nu toe uit eigen middelen 35.000 euro uit. a) Is het bedrag vanuit het rijk een structurele bijdrage? Antwoord Ja
7
b) Mag Mantelzorgcompliment 'ruim' worden opgevat en het geld worden ingezet voor bijvoorbeeld dagbesteding voor degene waarvoor gezorgd wordt of gezelschap/hulp ter vervanging van de mantelzorger, zodat deze als ‘compliment’ een paar snipperdagen kan opnemen? Antwoord Ja c) Hoeveel (bij de gemeente bekende) mantelzorgers heeft Papendrecht? Antwoord Het steunpunt mantelzorg wordt door de Brede Welzijnsinstelling Papendrecht verzorgd. In 2014 hebben zij 137 mantelzorgers eenmalig of kortdurend ondersteund en 14 mantelzorgers intensief. In de begroting staat op pagina 6 onder Heroverwegingen een bedrag ad € 375.000,-- als individueel keuzebudget ten laste van de algemene reserve. -
Waar is dit terug te vinden in de tekst van de begroting (of staat dit elders en zo ja waar?) Antwoord Het nadeel van het individueel keuzebudget is gemeld in de Perspectiefnota 2016 (PPN). Tabel op blz. 17 en de toelichting op blz. 19.
-
Is dit een eenmalig iets? Antwoord Ja (zie tekst op blz. 19 van de PPN 2016).
-
Waar is het bedrag voor bedoeld/Hoe is het bedrag opgebouwd? Antwoord Het IKB wordt ingevoerd in 2017 en houdt in dat bepaalde incidentele betalingen die onderdeel uitmaken van het IKB zoals vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering per maand opvraagbaar zijn. Dat betekent dat het deel van de vakantie-uitkering opgebouwd over juni-december dat normaliter in mei volgend jaar wordt betaald, nu in het betreffende jaar besteed kan worden. In het overgangsjaar wordt de vakantie-uitkering over juni jaar x t/m december jaar x+1 uitbetaald. Het 'naar voren halen' van dat deel van het vakantiegeld geeft eenmalig een extra last. Het volgende jaar wordt weer de opbouw van 12 maanden uitbetaald (maar dan van januari-december).
-
Waar en hoe is dit bedrag verwerkt in de voorgestelde besluitvorming? Antwoord In het besluit bij de PPN 2016.
8
VRAGEN
PvdA EN ANTWOORDEN
Vraag 1. (p.10 en p. 29) Naar de opvatting van onze fractie is het college te bescheiden. U spreekt bij een aantrekkende economie over behoud van werkgelegenheid maar ook over bijvoorbeeld behoud van aantrekkingskracht van ons centrum. Wat is de reden dat u niet wat ambitieuzer over “vergroten” spreekt? Antwoord Politiek. Vraag 2. (p.12) Bij Maatschappelijke Ondersteuning geeft u in het kader van de decentralisaties aan, bestaande werkwijzen en voorzieningen tegen het licht te houden en te transformeren tot betaalbare voorzieningen toegesneden op de maat van Papendrecht. Kunt u concreet toelichten waar u hiermee op doelt? Antwoord In feite gaat het hier om het efficiënt en effectief inzetten van de beperkt beschikbare middelen. Concrete voorbeelden zijn: •
•
De verbreding van de Brede Welzijnsinstelling Papendrecht waarbij de focus meer is komen te liggen op de ondersteuning van kwetsbare groepen in plaats van de organisatie van allerlei welzijnsactiviteiten (bijv. biljartochtenden en tekencursussen) . De inrichting van een Sociaal Team voor Papendrecht. Een nieuwe werkwijze waarbij alle, binnen Papendrecht betrokken partijen, samenwerken aan het vormgeven van één centraal punt voor volwassenen met ondersteuningsbehoeften. Hierbij moet worden gedacht aan cliëntondersteuning, mantelzorgondersteuning, maatschappelijk werk en sociaal raadsliedenwerk. Ook de sociëteit van Waardenburgh aan de Schoorweg is een lichtere vorm van dagbesteding/inlooppunt voorliggend op een individuele Wmo-maatwerkvoorziening.
Vraag 3. (p 25) In een van de heroverwegingen geeft u aan de tarieven van het zwembad meer gelijk te trekken met die van omliggende gemeenten. U overweegt het tarief voor met name de 65 plussers te verhogen. Dit is een groep in onze samenleving die doorgaans minder te besteden heeft. Wat is de reden dat u juist voor deze groep het tarief wenst aan te passen? Antwoord De zwembad tarieven in het Sportcentrum Papendrecht behoren regionaal tot de laagste tarieven, zeker wanneer de kwaliteit van de accommodatie wordt meegewogen. Binnen de tarieven is er voor 65 plussers een kortingstarief waarbij ca 40% korting wordt gegeven op het standaard tarief. Bij meerdere baden in de regio is dit kortingstarief voor mensen boven de 65 jaar inmiddels afgeschaft. In Papendrecht willen we dit wel continueren maar passen we de leeftijd aan naar 66 jaar en verlagen we de korting ten aanzien van het reguliere tarief naar 30%. Vraag 4. (p.26) U overweegt het opstellen van een promotieplan work@erasmusplein. Wat is de reden dat er kennelijk een promotieplan opgesteld moet worden?
9
Antwoord De reden van een promotieplan was work@erasmusplein meer naamsbekendheid te geven. Vraag 5. (p.30) De programmabegroting wekt de indruk dat de evaluatie van het parkeerbeleid opgeschoven wordt in de tijd en nu in 2016 plaats zal vinden. In de heroverweging parkeerbeleid, wordt duidelijk dat de verhouding tussen lasten en baten zwaar uit evenwicht is. Dit houdt in dat de lasten, de baten zwaar overstijgen. Continuering van het huidig parkeerbeleid is niet meer haalbaar. Acht u gegeven de precaire financiële situatie, een evaluatie, pas in de loop van 2016 wenselijk? Antwoord In feite lopen er twee trajecten: de uitvoering van de aangenomen motie "Parkeren in drie snelheden" en de evaluatie(s) van het parkeerbeleid. In de raadsinformatiebrief inzake evaluatie parkeerbeleid d.d. 8 september 2015 is reeds aangekondigd dat deze actualisatie wordt voorbereid. Op korte termijn zal uw raad hierover separaat, nader worden geïnformeerd. De jaarlijkse evaluaties, conform vigerend parkeerbeleid en met oplevering van de evaluatie 2014-2015 in het tweede kwartaal 2016, vormen slechts een deel van de input voor de actualisatie. We gaan er vanuit dat een herziening van het parkeerbeleid uiterlijk per 1-1-17 zal ingaan. Een beleidsherziening zoals u beoogd in 2017, is wat PvdA betreft te laat, bent u het met ons eens dat we na een spoedig geplande evaluatie, direct daarop maatregelen dienen te nemen? Antwoord Politiek. Vraag 6. (p.39) Onder de Relevante Ontwikkelingen, treffen we de zogenaamde Ladder voor Duurzame Verstedelijking aan. Hierin wordt er een indeling gemaakt in 3 treden. Deze ladder wordt toegepast bij ruimtelijke ontwikkeling. Kunt u een nadere uiteenzetting geven m.b.t. de 3 treden? Antwoord Doel is beschikbare ruimte in het stedelijk gebied optimaal benutten. Daarvoor hanteert de ladder de 3 stappen (meer informatie via http://ladderverstedelijking.minienm.nl/#ladder): 1. er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte; 2. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel a, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins, en; 3. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel b, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld. Vraag 7. (p.44) Kijkend naar wat er beschreven is over de dienstverlening treffen we nergens meer aan dat er nog een meldpunt voor overbodige regeldruk zou komen. Lezen wij erover heen of komt dit meldpunt er niet ? Antwoord Het verminderen van administratieve lasten voor onze inwoners, instellingen en bedrijven vormt een doorlopend thema dat afdeling overstijgend op verschillende fronten wordt opgepakt. Een goed voorbeeld hiervan vormt de gewijzigde en sterk vereenvoudigde regelgeving rondom het kappen van
10
bomen. Het instellen of openstellen van een specifiek meldpunt vormt een van de mogelijkheden die in brede zin een rol kan spelen bij het verder verminderen van regeldruk. De bestaande communicatiekanalen worden hierbij ook op dit moment al ingezet en in het kader van de doorontwikkeling van de dienstverlening en het inzetten van diverse vormen van web-care zal deze vraag verder worden opgepakt. Vraag 8. (p.53) Inzake het weerstandsvermogen meld u dat dit zal verslechteren van 9,9 miljoen euro ultimo 2015 naar 2,9 miljoen euro “op termijn”. U zet ook in op versterking van het weerstandsvermogen. Kunt u duiden wanneer “op termijn” in de tijd zou kunnen zijn? Antwoord Op termijn wordt hier gezien als na de verplichte meerjarenperiode vallend. Dat wil zeggen in het jaar 2021. Vraag 9. (p.45) Er is sprake van bezuinigingen bij de brandweer. Er zijn bezuinigingsscenario’s opgesteld. Er wordt naar mogelijkheden gezocht om de efficiency te verbeteren. U ziet als belangrijk uitganspunt de inzet op preventie en terugleggen van verantwoordelijkheden bij de samenleving. Als er geen adequate oplossingen zijn, hebben we de brandweerzorg nog, zo stelt u. Hoe stelt u zich het terugleggen van verantwoordelijkheden bij de samenleving voor en leidt dit niet tot verhoogde risico’s? Antwoord Het terugleggen van verantwoordelijkheden is juist bedoeld om de risico's te verkleinen. We denken dan aan maatregelen om incidenten te voorkomen (denk aan rookmelders en CO2 melders) en alertheid in de samenleving om te voorkomen dat brandweerzorg noodzakelijk wordt. Vraag 10. (p37) Het Wijkgericht Werken lijkt een gremium te worden in het kader van veiligheid in de wijk. Hiermee lijken de doelstelling van Wijkgericht Werken te worden ingeperkt te worden. Klopt dit, hoe ziet u dit? Antwoord De doelstelling van Wijkgericht Werken wordt geenszins ingeperkt. Op het moment van behandeling van de Begroting 2016 in diverse commissie heeft u de beschikking over een raadsinformatiebrief omtrent de versterking van wijkgericht werken. Wij verwijzen naar deze separaat verstrekte raadsinformatiebrief.
11
VRAGEN
OP EN ANTWOORDEN
College in navolging van het Rijk op de verkeerde weg Hierbij dient onze fractie naast enige overpeinzingen over de verkeerde weg die het college ingeslagen is enkele technische vragen in naar aanleiding van de programmabegroting 2016. De paginanummering verspringt telkens een pagina omdat het voorblad in de digitale versie niet is meegenomen, gelieve hiermee rekening te houden. Maar de opbouw volgt de begroting pagina per pagina dus dat zal niet erg ingewikkeld zijn om te volgen. Doodsteek voor ToBe? 1. Op pagina 17 staat een structurele bezuiniging ingeboekt van € 16.500 in 2016, en voor de jaren 2017, 2018 en 2019 (10%) met mogelijke bedragen in 2017 van € 33.000, in 2018 van € 49.500 en in 2019 van € 66.000. Een snelle rekensom leert ons dat bij doorgang van dit voorstel het gehele subsidie van ToBe zal zijn/worden afgebouwd naar 0 tegen het einde van 2019. Is deze constatering juist? Antwoord Nee, deze constatering is niet juist. Indien de voorgestelde bezuiniging wordt ingevuld loopt deze jaarlijks tot en met 2019 op naar € 66.000. Deze bedragen zijn niet cumulatief. Gelet op de uitgesproken ambitie tijdens de raadsbehandeling van het reorganisatieplan ToBe (ToBe Continued) zullen wij overigens nog met ToBe het gesprek aangaan over de bezuiniging vanaf 2017. Zowel in commissie als in de raad is bij de behandeling van het plan ToBe Continued door het college toegezegd in het voorjaar terug te komen met een 'update' (voortgang reorganisatie, voortgang ontvlechting B3-status inclusief herziening statuten). Bij deze 'update' zal ook de financiële situatie worden betrokken (t.b.v. ToBe 2017 en verder).
2. In het financieel overzicht op pagina 13 staat een overzicht van werk en inkomen. Wat dienen wij te verstaan onder Belang werk inkomen? Antwoord Bij de baten-kant dient onder "Belang werk en inkomen" de uitkering te worden verstaan die we van het rijk ontvangen om de (bijstands)uitkeringen voor levensonderhoud uit te betalen. Bij de lasten-kant vallen naast de uitkeringen (voor levensonderhoud), ook de uitgaven voor bijzondere bijstand, minimabeleid en schuldhulpverlening hieronder, en de uitvoeringskosten die we aan de SDD als uitvoeringsapparaat betalen.
3. Begrijpen wij het goed dat de invoering van de participatiewet 3,108 miljoen euro kost en dat op het gehele saldo van baten en lasten de gemeente dient bij te dragen een bedrag van € 6,27 miljoen? Antwoord Onder "invoering van de participatiewet" vallen de kosten van de uitvoering van de (voormalige) Wsw en de kosten van re-integratie in het kader van de Participatiewet (het zogenaamde Participatiebudget). Waar we in het verleden een geoormerkte uitkering ontvingen voor de betaling van de Wsw en reintegratie, maken deze gelden nu deel uit van de rijksbijdrage aangaande het sociaal domein. Daarom zijn deze inkomsten niet als specifieke baten in het overzicht opgenomen.
12
4. Welke sturingsmogelijkheden heeft de Raad op dit bedrag, en meer in het bijzonder welke sturingsmogelijkheden hebben de raadsleden elk voor zich individueel en én als fractie op deze gemeenschappelijke gelden? Antwoord Het gaat hier om (aan de GR Drechtsteden) overgedragen taken. De sturingsmogelijkheden van de raad zijn de reguliere sturingsmogelijkheden op verbonden partijen, met als bijzonderheid de invloed binnen de Drechtraad.
Een concreet voorbeeld van het weglekken van democratische controle 5. Gesteld in deze casus het volgende: Controle is overgeheveld naar de Drechtraad, maar in de Drechtraad heeft Papendrecht niet de meerderheid. Hoe voorkomen we dat een meerderheid binnen andere gemeenten uiteindelijk bepaalt waar de Papendrechtse 6,27 miljoen euro aan wordt besteed? Antwoord Is een politieke vraag, die zo nodig mondeling wordt toegelicht.
6. In het financieel overzicht op pagina 18 lezen wij over de decenetralisatie van de jeugdzorg en AWBZ/WMO die naar 14.11 miljoen euro zijn gestegen? Wat is hiervan de verklaring? Antwoord Het klopt dat het budget is gestegen. Dit komt enerzijds door een interne boekhoudkundige verschuiving vanwege de geldende BBV-richtlijnen (Besluit begroting en verantwoording). Anderzijds ontvangen wij als gemeenten voor 2016 meer financiële middelen voor het Wmoonderdeel vanuit het Rijk.
7. Gezondheid staat ook in het lijstje opgenomen. Wat valt daar precies onder? Antwoord Onder "gezondheid" in dit overzicht vallen de kosten (inwonerbijdrage) die we als gemeente aan de dienst Gezondheid & Jeugd betalen (voor het in stand houden van de gezondheidsdienst) en de kosten van lokaal gezondheidsbeleid (kosten van de diverse preventieprogramma's, ook uitgevoerd door de dienst Gezondheid & Jeugd). 8. En eveneens ‘cultuur’. Wat wordt hier allemaal onder verstaan? Antwoord Onder "cultuur" in dit overzicht vallen zowel de kosten als inkomsten aan de culturele instellingen in Papendrecht (bijvoorbeeld bibliotheek, theater, ToBe, etc), en een aantal evenementen (o.a. Kerstmarkt). Daarnaast zijn ook de kosten en inkomsten voor de gemeentelijke sociaal culturele panden hierin opgenomen, alsmede de uren ambtelijke organisatie, kapitaallasten en rente.
9. Hoe kunnen individuele raadsleden grip krijgen op deze bedragen? Het gaat om in totaal een bedrag van € 16,571 miljoen dat voor 85% buiten de kaders van de Papendrechtse begroting wordt uitgegeven.
13
Antwoord na vraag 10 10. De controle is indirect, hoe weten de raadsleden dat dit geld goed is besteed, welk vergelijkingsmateriaal (b.v. ten opzichte van hoe andere gemeenten het doen) kunt u mogelijkerwijze aanreiken? Antwoord vraag 9 en 10 Er wordt geen geld uitgegeven buiten de begrotingkaders. Door uw raad is besloten dat uitvoering deels zal plaatsvinden door verbonden partijen. Deze worden of gecontroleerd door de Drechtraad of via de vertegenwoordiging in het AB. T.b.v. de informatieverstrekking aan de raad wordt u zowel lokaal als in de Drechtraad met regelmaat geïnformeerd via verantwoordingsrapportages, raadsinformatiebrieven, P&C documenten en vinden er met regelmaat toelichtende presentaties plaats. De portefeuillehouders zijn lokaal en regionaal (GRD) altijd aanspreekbaar. Daarnaast is er de bereidheid van DSB bestuurders om ook lokaal toelichtingen te geven. Er komen landelijke benchmarks/monitoren, die inzicht kunnen verstrekken. 11. U verwacht kennelijk veel (de term ‘ambitieus’ laat u soms vallen) van een volgend jaar aan te stellen ambtelijk projectleider die het accommodatiebeleid tegen het licht gaat houden. Geldt dit alle accommodaties van de gemeente of een beperkt deel van alle accommodaties? Of anders gezegd: welke accommodaties komen hiervoor in aanmerking en welke niet? Antwoord De passage in paragraaf 2.2.4. Maatschappelijke Accommodaties gaat over maatschappelijk vastgoed, oftewel gebouwen waarin maatschappelijke organisaties gehuisvest zijn. Dat gaat dus niet over alle accommodaties. Ook onderwijs-accommodaties maken hier geen onderdeel vanuit. Deze zijn onderdeel van het IHP.
Op pagina 18 lezen wij het volgende. “De gemeente creëert daarbij de randvoorwaarden door samen met de scholen en andere relevante partners te komen tot een breed gedragen lokaal onderwijsbeleid met voldoende en breed aanbod van kwalitatief goed onderwijs. De focus daarbij ligt op het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, de aanpak van verzuim en voortijdig schoolverlaten, het versterken van de verbinding tussen passend onderwijs en de zorg voor jeugdigen, de voortzetting van de maatschappelijke stage, het bieden van voor- en vroegschoolse educatie en het stimuleren van de samenwerking tussen peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en het primair onderwijs.” De vraag laat zich stellen waarom hier een tegenstelling staat opgeschreven. In de begroting legt u een verband tussen een onderwijsbeleid met voldoende en breed aanbod van kwalitatief goed onderwijs met de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en het versterken van de verbinding tussen passend onderwijs en de zorg voor jeugdigen enz. De arbeidsmarkt in deze regio onderscheidt zich echter door (een zekere specialistische) eenzijdigheid, met een regionale focus op de maritieme cluster. 12. Hoe kan een volwaardig aanbod van kwalitatief goed onderwijs in onze gemeente worden gegarandeerd? Antwoord In de beschreven ambitie is aangegeven dat de gemeente samen met de relevante partners wil komen tot een breed en kwalitatief onderwijsaanbod. Onze inzet is om het huidige aanbod minimaal te handhaven (Vmbo tot en met gymnasium). De tegenstelling die u leest in deze tekst in relatie tot de regionale arbeidsmarkt zien wij niet. Ten aanzien van uw vraag geldt dat de gemeente in de randvoorwaardelijke en faciliterende sfeer bijdraagt aan de kwaliteit van het
14
onderwijs, maar dat de scholen uiteindelijk zelf verantwoordelijk zijn voor het aanbod (kwalitatief en kwantitatief). Komt er nog een ambitieus plan voor nieuwbouw voor de scholen in het voortgezet onderwijs? Wij zijn van mening dat de gemeente een constructieve en positieve rol dient te spelen om samen met de (vo) scholen op een serieuze manier de meest uitdagende plannen tot ontwikkeling én uitvoering dient te brengen. Het gaat er daarbij om het “dromen” en het “doen” tot elkaar te brengen. Immers, een nieuw scholendorp bouwt men voor de komende 40 jaar. Het vermogen van de gemeente biedt voldoende aanknopingspunten voor nieuwbouw.
13. Op pagina 20 stelt u dat u volgend jaar met de Raad wilt praten over de huisvesting van de twee VO scholen. U stelt dat de complexiteit is dat u iets wilt doen maar het mag niks kosten. Waarom mag dit niets kosten, er zijn toch mogelijkheden voor het aantrekken van kapitaal (voor het bouwen van nieuwe scholen) bijvoorbeeld bij de Bank Nedelandse Gemeenten? Antwoord Uw vetgedrukte zin is feitelijk onjuist. In de begroting staat niet dat de complexiteit is dat wij iets willen doen, maar het niks mag kosten. In de begroting hebben wij aangegeven dat het complex is iets te realiseren zonder de benodigde middelen. Daarmee geven wij aan dat er op dit moment nog geen middelen zijn gereserveerd cq. begroot voor investeringen in de huisvesting voor het VO. In het IHP is geen rekening gehouden met nieuwe huisvesting voor het voortgezet onderwijs, omdat bij deze schoolgebouwen geen sprake was van constructieve gebreken en de VO scholen ten tijde van het opstellen van het IHP dit onderwerp niet hebben aangedragen. Op basis van de visie die de scholen momenteel opstellen rond de toekomst van het onderwijs dat zij bieden, wordt bezien welke gevolgen deze visie heeft voor de huisvesting van de scholen. De inhoudelijke visie is leidend voor de huisvesting en deze visie is nog niet beschikbaar. Wanneer uit de visie blijkt dat er aanpassingen in de huisvesting noodzakelijk zijn (zoals het realiseren van nieuwe gebouwen), dan zal het benodigde budget daarvoor gevonden moeten worden. Uiteraard gaan wij hierover met uw raad in gesprek.
Iedereen moet (zijn of haar) gaven en talenten kunnen ontwikkelen. 14. Waarom duurt het maken van plannen en overleg zo lang? Kan dat niet sneller? Antwoord Wij zijn met de directies van beide VO-scholen in gesprek over hun inhoudelijke toekomstvisie en de mogelijke consequenties hiervan voor de huisvesting. Bij dit gesprek worden ook de bestuurders van Alblasserdam, Sliedrecht en Hardinxveld-Giessendam en de directies van de VOscholen in deze gemeenten betrokken. Het initiatief voor het opstellen en aanleveren van de visie op de toekomst van het onderwijs dat de scholen bieden, ligt bij de scholen. Zij hebben aangegeven op korte termijn deze visie aan te leveren, maar hier is geen deadline aan verbonden. Gelet op de mogelijke investering voor vele jaren vinden wij zorgvuldigheid ook belangrijker dan snelheid. Eind 2015 wordt u in een raadsinformatiebrief nader geïnformeerd over de stand van zaken.
U schrijft op pagina 20 dat een betere samenwerking tussen de VMBO’s in de Drechtsteden met een rol voor de ROC’s wenselijk is voor de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven. 15. Dat is al jarenlang inzet van beleid. Wat is er misgegaan dat dit kennlijk nog steeds niet goed loopt? Wat is daarvoor de verklaring?
15
Antwoord De samenwerking gaat steeds beter. Een concreet voorbeeld daarvan is een bijeenkomst waar ongeveer 100 techniekdocenten zowel van vmbo als MBO uit deze regio onlangs bij elkaar zijn gekomen een dagdeel en met elkaar hun good practices hebben gedeeld om te leren van elkaar. Een ander voorbeeld is de gezamenlijke organisatie van een onderwijsroute voor vmbo leerlingen. Structureel vindt overleg plaats tussen de scholen. Concrete resultaten zijn onder meer afstemming tussen stagecoördinatoren, gezamenlijke bedrijfsbezoeken. Het loop dus wel degelijk goed, maar wij zien ook nog mogelijkheden voor verbeteringen. Hierbij speelt de onderlinge concurrentiepositie ook een rol. 16. Is het nu verstandig een LOC West-Alblasserwaard zich tot volwaardig coördinatie- en kristallisatiepunt van onderwijs- en arbeidsmarktinitiatieven voor de topsectoren en verbonden toeleveranciers en afnemers te laten ontwikkelen als er reeds barsten in het topsectorenbeleid zijn gekomen? Lopen we lokaal en regionaal dan niet achter zowel de onderwijskundige als recente industriële ontwikkelingen1 aan? Antwoord De samenwerking tussen onderwijs, ondernemers en overheid op het terrein van onderwijs en arbeidsmarkt draagt bij aan het versterken van de lokale en regionale economie. Voorbeelden van die succesvolle samenwerking zijn onder meer het congres Aerospace meets Maritime met in 2015 als thema Smart Industry en bijvoorbeeld het ontwikkelen van een leerlijn techniek voor het baisonderwijs, dat door een van de Papendrechtse basisscholen is opgezet. Dit zijn heel actuele thema's zowel voor het onderwijs als voor het bedrijfsleven. De Smart Industry agenda is een speerpunt van de landelijke overheid. Voor techniek in het basisionderwijs is onlangs een landelijk ingestelde subsidieregeling voor basisscholen beschikbaar. Het LOC is daarin niet specifiek een plek, maar een coördinatiepunt voor de activiteiten. Voor wat betreft het topsectorenbeleid is het nog steeds van groot belang dat de kennis die ontwikkeld wordt binnen sectoren ook gedeeld wordt met andere sectoren. Doel daarvan is de economische positie en met name de concurrentiepositie van Nederland te versterken. Daarbij sluiten we heel goed aan bij de actualiteit en zijn op onderdelen zelfs voorloper. 17. Is het mogelijk inzicht te krijgen in het Regionaal Transitiearrangement van 18 oktober 2014? Antwoord Ja, zie uw raadsbesluit van 18 september 2014. 18. Hoe objectief is een verdeelmodel van het Rijk dat ‘objectief’ een extra korting van 1,27% op ZHZ betekent? Hoe objectief is die korting, en kunnen we het hele plaatje te zien krijgen? Antwoord Informatie over het objectief verdeelmodel is beschikbaar via de website VNG. De wijze waarop het objectief verdeelmodel is opgebouwd en de bedragen per gemeente.
Nog een concreet voorbeeld van het weglekken van democratische controle 19. Hoe kunnen individuele raadsleden hier grip op krijgen? Het gaat om een bedrag van € 5.702 miljoen aan jeugdhulp dat buiten de kaders van de Papendrechtse begroting wordt uitgegeven. De controle is indirect, hoe weten de raadsleden dat dit geld goed is besteed, welk
10 juni 2015 persbericht RTV Rijnmond - Bij maritiem concern IHC verdwijnen 487 banen. Ook wil de scheepsbouwer af van een groot deel van zijn inhuurkrachten. Dat zijn in totaal 1127 personen. Twee van zijn vier werven worden gesloten. 1
16
vergelijkingsmateriaal (b.v. ten opzichte van hoe andere gemeenten het doen) kunt u mogelijkerwijze aanreiken? Antwoord Met de Serviceorganisatie zijn afspraken gemaakt over de planning en control cyclus, zie ook uitvoeringsprogramma Jeugdhulp ZHZ 2015. Met 17 gemeenten wordt samengewerkt om de Jeugdhulp te realiseren. In de monitor gegevens die de gemeente ontvangt, is ook de vergelijking mogelijk tussen de andere gemeenten in Zuid-Holland Zuid. Ook het Centraal Bureau voor de Statistiek brengt het gebruik van de jeugdhulp in beeld. Hierbij is vergelijk tussen de gemeenten in Nederland mogelijk. Via de P&C cyclus en raadsinformatiebrieven wordt u regelmatig geinformeerd. 20. Hoe is de privacy binnen de jeugdhulp geregeld, bestaat er inmiddels een privacy-protocol? Mogen wij dat inzien? Antwoord Stichting Jeugdteams, jeugdhulpaanbieders, Gecertificeerde Instellingen, gemeenten en Service Organisatie dienen te voldoen aan de eisen die de Jeugdwet en de Wet bescherming persoonsgegevens stellen met betrekking tot privacy. Stichting Jeugdteams, jeugdhulpaanbieders, Gecertificeerde Instellingen en Service Organisatie hebben een eigen privacyprotocol. Daarnaast is in de inkoopcontracten voor 2015 en 2016 opgenomen dat aanbieders zich committeren aan het privacyprotocol van de Service Organisatie. Door de decentralisaties staan de gemeenten per 1 januari 2015 voor de opdracht om invulling te geven aan de transformatiegedachte, één gezin, één plan, één regisseur. Deze gedachte moet leiden tot een integrale samenwerking met partners binnen het sociaal domein. Samenwerking tussen partners betekent vaak ook het delen van informatie. De wijze waarop dit gebeurt en de beveiliging van deze gegevens is de verantwoordelijkheid van gemeenten geworden. De borging van privacy bij een integrale samenwerking in het sociaal domein is verantwoordelijkheid van de gemeente. Het convenant Centrum Jeugd en Gezin (CJG) Papendrecht voldoet hierin. Deze wordt momenteel geactualiseerd en verbreed naar het Sociaal Domein. Het privacy-protocol van de Serviceorganisatie en het convenant CJG zijn inderdaad ter inzage beschikbaar. 21. Is er al iets bekend van nieuwbouw voor Interval? Antwoord In het collegeprogramma is opgenomen dat voor de huisvesting van het Jeugd en Jongerenwerk wordt aangesloten bij bestaande gemeentelijke gebouwen. Daarin is geen sprake van nieuwbouw. Inmiddels vinden verkennende gesprekken plaats met enkele maatschappelijk partijen om een gezamenlijke huisvesting te realiseren. Mochten deze plannen doorgang vinden dan zal er een tussentijdse tijdelijke oplossing moeten komen.
22. Kan het jeugd- en jongerenwerk een plekje krijgen in Den Briel, in het centrum? Antwoord Het pand Den Briel voldoet qua profiel en prijsstelling niet aan de wensen van het Jeugd en Jongerenwerk. 23. Is het mogelijk een specificatie of onderlegger te krijgen van de baten en lasten van onderwijs en jeugd?
17
Antwoord De productramingenstaat ligt voor u ter inzage bij de griffie. Op pagina 24. Papendrecht bevordert dat (basis)voorzieningen voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn. 24. Wat is de stand van zaken m.b.t. de dynamische vangnetconstructie schoolzwemmen? Hoeveel kinderen maken daarvan gebruik, is dat bekend? Antwoord In 2013 is een vangnetconstructie opgezet met als doel alle kinderen in Papendrecht, in de leeftijd van 9-12 jaar, de mogelijkheid te geven om alsnog het zwemABC te volgen. Hiertoe is een turbocursus opgezet in de zomervakantie van 2013. Voor een relatief laag bedrag van € 395,- kon men deelnemen aan deze cursus. Om de kosten voor de ouders verder te beperken konden deelnemers via de stichting leergeld een vergoeding aanvragen van ten hoogste € 250,-. Op basis van drie aanmeldingen is besloten om vanuit bedrijfsvoeringoverwegingen de cursus niet door te laten gaan.
Er staat wederom een tegenstelling in de tekst op pagina 24. “Papendrecht houdt kosten van lokale voorzieningen voor sporten betaalbaar door creatieve oplossingen te stimuleren, zoals verzelfstandiging van het sportcentrum.” Ten eerste is dit niet aangetoond. Ten tweede is dit misbruik van het woord ‘creatief’ omdat hier door u iets anders mee wordt bedoeld. Ten derde moet het verzelfstandigingstraject of wat dat ook moge behelzen nog behandeld worden in de Raad, zodat dit nog niet zo kan worden opgeschreven in de begroting. Derhalve een opmerking van onze kant: schrappen deze tekst. 25. Kunt u aangeven welke kosten Papendrecht zou besparen bij verzelfstandiging van het sportcentrum, u schrijft immers dat dit een creatieve oplossing is die sporten betaalbaar maakt? Antwoord Het onderzoek naar de 1e fase verzelfstandiging Sportvoorzieningen is in een afrondende fase. Na besluitvorming zal dit begin 2016 worden aangeboden aan uw raad. In de rapportage komen ondermeer de vragen aan de orde die u stelt.
26. én toegankelijk zou houden? Waarop baseert u, in technische zin, deze uitspraak? Antwoord Het onderzoek naar de 1e fase verzelfstandiging Sportvoorzieningen is in een afrondende fase. Na besluitvorming zal dit begin 2016 worden aangeboden aan uw raad. In de rapportage komen ondermeer de vragen aan de orde die u stelt.
27. Is het wenselijk om als gemeente aan Citymarketing (pagina 25) te doen als het gaat om sport? Welke financiële parameters gaan hier op? Kunt u een inkijkje geven? Wat levert het de gemeente in directe zin op? Antwoord Op dit moment worden in het sportcentrum diverse evenementen georganiseerd. Dit laat zien hoe het sportcentrum gebruikt kan worden voor grotere sportevenementen. Dit levert een bijdrage aan de promotie van het sportcentrum en sport in Papendrecht in het algemeen. 28. U schrijft verder voor te stellen om toeleiding activiteiten tot sportverenigingen te willen wegbezuinigen. Om welke soort van toeleiding gaat het hier?
18
Antwoord Jeugdsportsubsidie deel 1 is bedoeld ter ondersteuning van sportverenigingen om de Papendrechtse jeugd te stimuleren om te gaan sporten en bewegen. Hierop is geen bezuiniging voorgesteld. Jeugdsportsubsidie deel 2 is bedoeld ter ondersteuning van sportverenigingen om incidentele projecten te organiseren om de Papendrechtse jeugd met een breder bereik dan de eigen jeugdleden te stimuleren om te gaan sporten en bewegen. Op deze regeling is een bezuiniging voorgesteld. Met deze bezuiniging zullen geen structurele activiteiten verdwijnen. 29. U schrijft over te willen gaan tot selectieve prijsverhoging van abonnementen bij het zwembad. De regio hanteert hogere prijzen, dus waarom Papendrecht niet? De vraag die wij hier stellen is: welke groepen gaan hiervan wat merken? Antwoord Zie vraag en antwoord 3 PvdA. Op pagina 28 lezen we over het afschaffen van regels voor het bedrijfsleven. Daar wordt nu al weer jaren aan gewerkt en nog steeds zijn er kennelijk regels die nog steeds niet zijn of werden afgeschaft. 30. Welke regels zijn in de afgelopen vijf jaar intussen dan wél afgeschaft en welke effecten heeft dat gehad op de maatschappij? Antwoord De laatste vijf jaar zijn verschillende maatregelen genomen ten aanzien van de regeldruk voor het bedrijfsleven. Hierbij kunt u denken aan de vereenvoudiging van het indienen van aanvragen, versimpeling van formulieren op de site, het instellen van een meldpunt ingewikkelde regelgeving en het doen van meldingen in plaats van het aanvragen van vergunningen. Vanwege de invloed van allerlei andere factoren zijn de effecten van de maatregelen niet precies te duiden. 31. Of is dit een loze zinsnede die elk jaar in elke begroting wordt opgenomen? Antwoord Geen technische vraag 32. Welke mogelijkheden zijn er op (welke) onderdelen van dit budget (het financieel overzicht baten en lasten economie en ondernemen) te bezuinigen? Antwoord Geen technische vraag. Dit betreft politieke prioriteitstellingen. Op pagina 31 staat een overzicht centrumontwikkeling en parkeren. Bij de tarifering van abonnementen van het zwembad maakt het college de keuze de kosten voor (sommige groepen) zwemmers te verhogen met als argument in de pas lopen met de regio. Bij parkeren echter lijkt een schijnbaar consequente keuze als deze niet het geval te zijn. De lasten van parkeren in de parkeergarages belopen in 2016 een bedrag van € 1.593 miljoen, terwijl de baten een bedrag van € 0.748 miljoen belopen. Hier kiest het college kennelijk niet voor een schijnbaar consequente keuze tarifering aan te passen aan de tarieven in de regio. 33. Waarom kiest het college hier niet voor, dat is de vraag. Welke reductie van de lasten zou te bereiken zijn als het college zou besluiten tot een voor de hand liggende gelijktrekking c.q. harmonisering van de tarieven in de parkeergarages met die in de regio? Antwoord Geen technische vraag. Op pagina 30 staat geschreven ‘vermindering van beperkende maatregelen en borden’.
19
34. Kan het college hiervan een aantal voorbeelden noemen? Antwoord In mei 2015 zijn door het college richtlijnen ten aanzien van sanering van verkeersborden vastgesteld. De uitvoering vindt gefaseerd plaats. De planning is dat in 2018 alle borden zijn geïnventariseerd en waar mogelijk volgens de richtlijnen zijn gesaneerd. Voor wat betreft vermindering van beperkende maatregelen het volgende. Dit zal wanneer aan de orde bij het uitvoeren van reconstructies worden meegenomen. Tevens staat geschreven dat 30 km zones worden gehandhaafd en de controle hierop zal worden gehandhaafd. 35. kan het college aangeven of er op de 30 km zones (nog steeds adequaat) wordt gehandhaafd en zo nee, waarom niet? Antwoord Het handhaven van de snelheid in 30 kilometer zones is een verantwoordelijkheid van de politie. 36. Om hoeveel overtredingen ging het in 2015 en welke maatregelen stelt het college voor om het verkeer zich aan de kennelijk ‘in aantal verminderd, beperkende maatregelen en borden’ ook in 2016 te laten houden in verband met de verkeersveiligheid op straat? Antwoord De registratie van verkeersovertredingen ligt bij de politie. Voor wat betreft de maatregelen in 2016: er wordt niet afgeweken van staand beleid. De inrichting van 30 kilometer zones wordt zoveel mogelijk zodanig vormgegeven dat dit leidt tot het gewenst gedrag van verkeersdeelnemers.
Handhaving snelheid op 30 km zones stelt niks voor Onze fractie ontvangt van burgers nog steeds regelmatig signalen dat er op de 30 km zones niet of nauwelijks wordt gehandhaafd door de politie. Er zouden voor de zomervakantie (van 2015) tijdelijk enkele snelheidsdisplays worden geplaatst op het traject Visschersbuurt-Kerkbuurt-Kraaihoek2. Is dat al gebeurd en wat zijn de resultaten. 37. Kunt u iets zeggen over de resultaten van het lokaal verscherpte toezicht en de handhaving van de snelheidslimiet (30 km zone) in de Visschersbuurt-Kerkbuurt-Kraaihoek? Antwoord In augustus 2014 is door de politie gecontroleerd op snelheid door middel van een lasercontrole. Ook de gemeente heeft snelheidsmetingen uitgevoerd (in november 2014). Uit deze snelheidsmetingen kwam naar voren dat de gemiddelde snelheid na wettelijke correctie onder de marge grens ligt waarbij door de politie gehandhaafd wordt. Om bestuurders te attenderen op hun snelheid zijn begin september 2015 tijdelijk snelheidsdisplays geplaatst op het traject Visschersbuurt en Kerkbuurt. Deze displays hebben gedurende zo'n twee weken de gereden rijsnelheid getoond aan passerende automobilisten.
Op pagina 35 lezen we dat het college voorstelt om niet meer jaarlijks maar tweejaarlijks foto’s cyclorama te laten vervaardigen. 38. Zijn er geen negatieve neveneffecten van het tweejaarlijks maken van de foto’s te verwachten? Tal van gemeentelijke diensten maken gebruik van deze foto’s; en wordt hierdoor met name de
Brief aan de gemeenteraad d.d. 18 augustus 2014 inzake beantwoording vragen fractie Onafhankelijk Papendrecht, kenmerk gemeente 1244187. 2
20
kwaliteit van hun functioneren niet indirect geschaad? Zijn er geen extra kosten te verwachten, zoals bijvoorbeeld nodige correcties na verkeerde WOZ inschattingen c.q. vaststellingen, die de gemeente dan later weer moet maken? Antwoord Cyclorama foto's zijn voor gemeentelijke diensten een hulpmiddel om ruimtelijk een goed beeld te krijgen (zogenaamde rondkijkfoto's). Dit staat los van het beheer en gebruik van data zoals de WOZ. De grondslag voor de WOZ is de BAG. De BAG kent een nauwkeurigheid van zes maanden, zoals wettelijk is voorgeschreven. Dit blijft ongewijzigd bij het tweejaarlijks maken van cycloramafoto's. 39. Is dit wettelijk toegestaan? Antwoord Ja. Op pagina 36 stelt het college dat het zich inspant voor een gezonde leefomgeving, een goede luchtkwaliteit en minder geluidsoverlast. Wat doet het college/de gemeente concreet aan het terugdringen van fijnstof? 40. welke zijn de concrete resultaten van de inspanningen voor een gezonde leefomgeving3? Antwoord Het college spant zich inderdaad in voor een gezonde leefomgeving. De antwoorden op de vragen 41 en 42 bevatten concrete resultaten voor wat betreft de verbetering van luchtkwaliteit en de vermindering van geluidoverlast. Ten aanzien van het doen van een suggestie voor inspanningen voor een goede luchtkwaliteit produceerde de fractie van Onafhankelijk Papendrecht op 6 november 2014 een oplegnotitie met als thematiek het instellen van een permanent meetstation voor luchtkwaliteit en geluid. De gemeente Alblasserdam werkt wél met zo’n meetstation. Nog steeds lijkt dit een stap in de goede richting te kunnen zijn, want beter meten is meer weten. Het college zag daar toen van af, maar wat is er intussen bereikt als het gaat om concrete verbeterresultaten? 41. welke zijn de concrete resultaten van de inspanningen voor een goede luchtkwaliteit? Antwoord Uit rapportage ten aanzien van luchtkwaliteit over het jaar 2013 blijkt dat de normen voor NO2 en PM10 nergens in de gemeente Papendrecht worden overschreden. De inspanningen die de laatste jaren zijn verricht (lobbywerk, beïnvloeding en informatievoorziening, realisatie en voorbereiding van oplaadpalen, bewaakte fietsenstalling, walstroomvoorzieningen, uitbreiding OV over water en bewustwordingscampagnes) leveren een verdere positieve bijdrage aan de tendens van vermindering van de concentraties NO2, fijn stof en CO2 in onze gemeente. 42. welke zijn de concrete resultaten van de inspanningen voor een vermindering van geluidsoverlast? Antwoord De inspanningen hebben langs verschillende sporen geleid tot een vermindering van de geluidbelasting op een groot aantal woningen in onze gemeente. Via de instelling van geluidszones voor industrielawaai (Aan de Noord en Oosteind) en handhaving daarvan wordt overschrijding van geluidsnormen op woningen beperkt. Via het toepassen van stiller wegdek, bij geluidsknelpunten als gevolg van wegverkeer en in het kader van het actieplan geluid, wordt de geluidsbelasting op zwaar belaste locaties verminderd. De aanpak van de BK-weg is daarvan een voorbeeld. En tenslotte worden woningen met een hoge geluidsbelasting door wegverkeer 3
NRC Handelsblad 11 juli 2013 - Fijnstof is al onder de EU-norm gevaarlijk.
21
met subsidie van het Rijk aangepast. In Papendrecht resteren nog twee woningen van de A-lijst (meer dan 65dB) en een aantal woningen op de B-lijst (60-65 dB). Voor deze laatsten is een aanvraag voor voorbereidingssubsidie ingediend. Op pagina 38 staat een financieel overzicht groen, milieu en recreatie. 43. Zijn er mogelijkheden de baten voor de gemeente op te vijzelen en zo ja wat zijn de instrumenten die de gemeenten daartoe te dienste kunnen staan? Antwoord De baten bestaan uit Afvalstoffenheffing en Rioolheffing, dat zijn kostendekkende heffingen. Op pagina 39 staat een overzicht van de Grondexploitatie. 44. Welke instrumenten heeft de gemeente om de baten te verhogen, zodat er geen tekorten meer ontstaan c.q. de oplopende tekorten van € 0,301 miljoen in 2016 naar € 0,740 miljoen in 2020 ongedaan gemaakt kunnen worden? Antwoord Geen technische vraag. Dit betreft maatwerk in keuzes op basis van kaders en prioriteiten van de raad. Die keuzes betreffen verhogen van de baten door verhoging grondprijzen, meer uitgifte, tijd steken in aanboren subsidies en aanpassing financiële parameters. Op pagina 43 lezen we enkele zogenaamd ‘trendy’ tekstfragmenten als ‘blijvend professionaliseren P&C cyclus’, ‘inzet strategische personeelsplanning’ en ‘vergroten flexibele inzetbaarheid ambtelijk apparaat’. 45. Is er niet een ondergrens aan het aantal vaste formatieplaatsen wil de dienstverlening aan de lokale overheid niet in gevaar komen? Antwoord In algemene zin klopt dat, wij denken die ondergrens nog niet bereikt te hebben. 46. Wij vernamen dat de organisatie onder druk staat. Tot welk niveau van het ‘vergroten van flexibele inzetbaarheid van het ambtelijk apparaat’ kun je gaan? Antwoord Er is geen directe uitspraak tot welk niveau de flexibele inzetbaarheid van het ambtelijk apparaat kan worden vergroot. De vorig jaar ingevoerde nieuwe werktijdenregeling, onderdeel van de landelijke cao, geeft wel invulling, maar ook kaders (bijvoorbeeld maximumuren per dag), aan de behoefte van zowel werkgeverskant als aan de kant van de medewerker voor een modernisering en flexibilisering van de werktijden, onder andere door verruiming van het werkraam. De regeling biedt in dat kader het management de mogelijkheid de inzet van medewerkers af te stemmen op de hoeveelheid werk in enig periode. Meer inzet van medewerkers als er veel werk is en minder inzet in stillere periodes. Voor de medewerkers biedt de nieuwe regeling de mogelijkheid om de werktijden meer flexibel te kunnen afstemmen op de privésituatie. Ook moet ruimte worden geboden aan de wens van meer tijd- en plaatsonafhankelijk werken. Die invullingen kunnen een mogelijk druk op de organisatie en/of de medewerkers verlichten. Daarnaast en daarboven is ook ruimte gecreëerd om flexibele inzet van andere vormen van capaciteit mogelijk te maken. Die toepassing kan plaatsvinden indien de eigen capaciteit en deskundigheid op momenten ontoereikend is of indien het efficiënter is om externe capaciteit in te zetten (ook gelet op financiële risico's).
Wij vinden het steeds maar meer vergroten van flexibele inzet van het ambtelijk apparaat niet nodig, en zelfs onwenselijk, omdat het er ook om gaat mensen/ ambtenaren die kwaliteit vertegenwoordigen
22
aan de gemeente te binden en lange termijn kennis en kunde te behouden. Bureaucratieën hebben vaak geen geheugen; hoe meer flexibele inzetbaarheid van het ambtelijk apparaat hoe geringer de geheugencapaciteit van dat apparaat, hoe makkelijker het apparaat verzwakt raakt, hoe eerder de autonome kracht en onafhankelijkheid van de gemeente in gevaar komt. Bij de ICT fraude van april 2014 bij de Drechtsteden zagen we dat (een te grote mate van) flexibele inzetbaarheid van en invulling van ambtelijke capaciteit ertoe leidde dat personeel niet in vaste dienst op sleutelposities terecht kwam en zo voor de organisatie kwalijke besluiten door kon voeren. Met fraude tot gevolg. Iets dergelijks moeten wij in Papendrecht zien te voorkomen. Daarom: vaste mensen op sleutelposten en niet teveel aan flexibele inzetbaarheid, ook al is het kennelijk ‘trendy’ in bestuurlijk Nederland. Stoppen met het groter maken van de flexibele schil. 47. Is het college het met deze lijn eens? Wil het college ook zijn best doen om fraude te voorkomen? Zo nee, motiveer. Het gaat dan nu in deze fase om technische aspecten rondom de vraag vast/flexibel, in welke verhouding is het nog verstandig om te doen, gegeven de druk op de organisatie? Antwoord Voor een efficiënte bedrijfsvoering is werken met een flexibele schil essentieel. Flexibele inzetbaarheid van medewerkers is een groot goed en tevens ook belangrijk voor de efficiency. De verhouding vast/flexibel is niet in een optimum uit te drukken, omdat dit per type werkzaamheden verschilt. Het college doet zijn best om fraude te voorkomen. Zie verder ook het antwoord op de laatste vraag van het CDA over het percentage vaste en flexibele inzet. Er wordt gerept over de zogenaamde voortdurende veranderingen die kennelijk nodig zouden zijn. Alsof bezinning een vies woord zou zijn. 48. Is het niet zo dat burgers gewoon alleen maar willen dat de overheid, de eerste overheid die de gemeente is, het pakket aan dienstverlening naar behoren regelt? Waarom moet er voortdurend worden veranderd, wat is daar het (technische) nut van? Er zijn computers en die functioneren, dat hoeft toch niet telkens maar te worden veranderd en aangepast te worden? Verspilling ligt op de loer. Op pagina 44 staat te lezen wat de gemeente allemaal van plan is te doen om het voor de burgers beter te krijgen. Ook staan er zinnen als ‘het schrappen van onnodige vergunningen’. 49. Wil het college een voorbeeld geven van zo’n onnodige vergunning (meer mag ook) en indien mogelijk een lijst aanleveren van te verlichten zaken betreffende de kennelijk absurd hoge administratieve lastendruk waar nu sprake van schijnt te zijn? Antwoord In de periode van 5 jaar en meer geleden is onder andere de APV onderwerp van onderzoek naar mogelijkheden voor administratieve lastenverlichting geweest. Heel veel concrete besluiten tot aanpassing van die regelgeving heeft dat niet opgeleverd. In die periode zijn ook ondernemers gevraagd om suggesties te doen om tot aanpassing van regelgeving te komen, hetgeen nauwelijks iets opgeleverd heeft. Concrete resultaten van de aanpak in Papendrecht: - mediation bij bezwaarpocedures - dienstverlenende houding van medewerkers verbeteren: van vergunningverlener naar adviseur voor een externe partij - ruimte voor maatschappelijke initiatieven - aanzienlijke snoei in voorschriften voor subsidieontvangers - administratieve lastenvermindering t.a.v. kapvergunningen (Groene Kaart en Bomenverordening) - geautomatiseerde toets van (gedeeltelijke) kwijtschelding van gemeentelijke belastingplicht
23
- doorlopende vergunning voor gebruik gemeentegrond voor klus- en bouwbedrijven - beter gebruik basisregistratiegegevens (bijv. niet onnodig opvragen van uittreksels en afschriften uit GBA) - niet in alle gevallen geneeskundige verklaring bij aanvragen en verlengen GPK - aanpassen leidinggevende op DHw-vergunning vereenvoudigd - geen aangifte meer nodig bij politie voor gevonden en verloren voorwerpen en vermissing rijbewijzen en paspoorten. De gemeente zet in, zo lezen wij op pagina 43, op verdergaande digitalisering. 50. Komt dan niet de menselijke schaal waarop wij willen werken in het gedrang? Als alles digitaal gaat komt er geen mens meer aan te pas. En hoe verhoudt dit verhaal zich dan tot het uitnodigend maken van de ontvangstruimte op het gemeentehuis? Is hier niet sprake van een contradictie? Zou het niet zo moeten zijn dat er een warme ontvangst van de burgers plaats kan hebben en dat er voldoende personeel aanwezig moet zijn om daarin te voorzien? Of je gaat digitaal, maar waarvoor heb je dan nog een uitnodigende uitstraling van de nieuwe publiekshal nodig? Graag een nadere toelichting. Antwoord Een uitnodigende publiekshal blijft noodzakelijk, omdat sommige soorten dienstverlening in het gemeentehuis noodzakelijk blijven. Voor sommige groepen wordt zelfs dienstverlening die op zich digitaal kan op termijn op afspraak aangeboden in het gemeentehuis. Daarnaast is er een steeds grotere behoefte aan vormen van digitale dienstverlening, zodat ook op dit punt aan de veranderende maatschappij tegemoet wordt gekomen. 51. Verder stuitten we nog op deze vreemde zin: “Belangrijk is echter nog het geloof dat inwoners, bedrijven en instellingen zelf bepalen hoe zij hun vragen stellen en producten en diensten afnemen”. Is het/hun geloof (hier) bepalend? Antwoord Het antwoord hangt af van de vraag hoe u in uw vraagstelling het woord geloof bedoelt. Bij de buurtbemiddeling zien we dat het niet goed gaat. Zeker niet bij mensen die ruzie met hun buren hebben en die in koopwoningen wonen. Dat is op dit moment grijs gebied. Er zijn enkele casussen bekend bij de burgemeester. Deze aanvulling is wat ons betreft wel nodig, want zoals het er nu staat wordt er alleen melding gemaakt van burenruzies in de sociale huurwoningen sector, terwijl er ook burenruzies spelen in de koopwoningensector. Daar is echter voor zover wij dat kunnen inschatten een lacune in het beleid te ontwaren. In een enkel geval is het advies aan bewoners die ruzie hebben of hinder ondervinden dan maar een advocaat in de arm te nemen en te gaan procederen. 52. Is dit wat ons voor ogen staat bij de zichzelf reddende of redzame mens? Antwoord Wij interpreteren dit als een door u bedoelde retorische vraag. en 53. Er staat geschreven dat het gebruik en de effectiviteit van buurtbemiddeling stijgende is, kunt u daarvan schriftelijk bewijsmateriaal aandragen? En zo ja, wilt u dat dan ook doen? Antwoord Wij doen dat jaarlijks in het kader van de verantwoording via de jaarrekening cijfers over gebruik en effectiviteit van buurtbemiddeling. Wij vragen ons af in hoeverre de gemeente Twitterberichten op de frontpagina van de website moet laten zien, wij vragen ons af of een publieke instelling als de gemeente op sociale media actief moet zijn. Het hebben van één goede informatieve website, professioneel vormgegeven, gevuld en bijgehouden, lijkt ons afdoende en tot de kerntaken binnen de communicatie van de gemeente te
24
behoren. Hoe minder persoonlijke opleukberichten hoe beter, de informatie dient zakelijk te zijn, actueel en accuraat weergegeven te kunnen worden. Dat past bij het imago dat Papendrecht nastreeft, een onafhankelijke gemeente die informatie geeft zonder verdere poespas. 54. Is het nodig een webcare en social media monitor te hebben, wat winnen we daarbij? Is dat technisch een vereiste voor een gemeente als Papendrecht? Antwoord Sociale media zijn geen nieuw fenomeen, sociale media zijn verankerd in alle lagen van de bevolking. In 2014 was in Nederland 81% van de bevolking actief op sociale media en dat cijfer groeit nog steeds. Als gemeente Papendrecht willen we meebewegen in de digitaliserende samenleving, waarin sociale media een belangrijke plaats innemen. Om te signaleren, te reageren en te informeren zetten we ook social media in. Inwoners en ondernemers verwachten van een gemeente dat dienstverlening en informatievoorziening ook mogelijk is via 'nieuwe' kanalen, die voor (een groot deel van) de samenleving al enkele jaren gemeengoed zijn. Willen wij als gemeente snel, professioneel en kernachtig reageren op vragen via sociale media en willen we ophalen welke trends, signalen en ontwikkelingen er online leven, dan is een online instrument voor webcare en monitoring onmisbaar. Een monitor helpt ons op een efficiënte en gerichte manier te luisteren, te duiden en te doen naar 'de buitenwereld'. 55. Moeten we onderzoek dat verricht gaat worden niet eerder lezen in het kader van bezuinigingen dan in het kader van een waardenvrij onderzoek naar effectieve en efficiënte openingstijden en bereikbaarheid van gemeentelijke diensten om deze af te stemmen op diverse doelgroepen? kort filosofisch intermezzo De tekst van de begroting ademt een soort van Newspeak. Verslechteringen worden verkocht als verbeteringen, bezuinigingen als nieuwe uitdagingen en kansen pakken, een minder betrokken attitude van de gemeente wordt verkocht als mensen zelfredzaam maken, maar bevorderen we daarmee niet het ‘Dikke-Ik’- gedrag in de richting van de lokale overheid en ook de samenleving? Immers, maak je mensen meer zelfredzaam, dan zullen ze wellicht ook wat minder aan anderen gaan denken, want meer aan zichzelf. Ze moeten zich immers zelf beter weten te redden? Mondt dan het zelfredzaamheid denken niet uit tot een asociale samenleving en dito gedrag van burgers ten opzichte van elkaar? De intolerantie tussen buren, ook in de hogere economische woonsegmenten, lijkt hiervoor een zekere indicatie te vormen. De ‘zelfredzame’ burger verwordt zo tot een asociaal element die schade aan de samenleving toebrengt. Op pagina 44 is een overzicht gegeven van mogelijke besparingen op de ‘doorontwikkeling van de dienstverlening’. Met de discussie in de Raad eind vorig jaar in het achterhoofd waarin de plannen voor het Drechtstedelijk Klant Contact Centrum werden ontrafeld als ongunstig4 voor de gemeente Papendrecht, bleek dat er serieuze alternatieven op tafel lagen. Besparingen zouden haalbaar kunnen zijn bij de ‘doorontwikkeling van de dienstverlening’ al vindt de fractie van OP dat dienstverlening aan de burger best wat mag kosten, als die dienstverlening maar tip top in orde is, en dat is-ie in Papendrecht. In een analyse (Nothing endures but change, vrij naar Heraclitus) gaf de afdeling Publiekszaken vorig najaar overtuigend aan dat we veel beter kunnen voortbouwen op de sterke kanten van de dienstverlening aan de Papendrechtse burger.
4
Lef, vertrouwen in eigen kunnen, het zelfverzekerde: ‘Dat kenne we makkelek zelluf’, wat de echte Papendrechter eeuwenlang heeft gekenmerkt.’ H.M. (Margré) van Wijngaarden, Papendrechter in hart en nieren. Gemeente Papendrecht – DKCC – Cie. ABZ – 2014.11.24 inspraak door H.M. van Wijngaarden.
25
Sociale media schenden indirect de mensenrechten Op pagina 48 lezen we dat de gemeente de kant op wil van de sociale media. Onze fractie wijst de gemeente op een eerder dit jaar uitgebracht rapport van de Raad van Europa. Het massaal verzamelen van gegevens van privépersonen door veiligheidsdiensten is een fundamentele bedreiging van mensenrechten. Je moet daarbij denken aan het recht op privacy, de vrijheid van meningsuiting en het recht op een eerlijk proces. Dat staat in een rapport van de parlementaire vergadering van de Raad van Europa. In het rapport staat ook dat de Raad van Europa “ernstig bezorgd” is over de geavanceerde systemen waarmee de VS en Groot-Brittannië data verzamelen, opslaan en analyseren. Aanleiding voor het rapport zijn de onthullingen van Edward Snowden over de Amerikaanse afluisterdienst NSA. 56. Is het verstandig de technische voorzieningen op te starten, te investeren in opleidingen van medewerkers, als er op het gebied van mensenrechten zoveel vraagtekens te plaatsen zijn bij het zich als publiek overheidsorgaan bewegen op het vlak van de sociale media? Antwoord De gemeente wil sociale media gebruiken als openbare kanalen voor informatievoorziening en dienstverlening. Gegevens van privépersonen worden door de gemeente via sociale media niet verzameld noch opgeslagen. 57. Welke kosten zijn verbonden met onderzoek, voorbereiding en uitvoering van reguliere uitingen van de gemeente op sociale media, zoals Facebook? Antwoord Sociale media worden door de gemeente ingezet in een mix van communicatiemiddelen. De kosten voor onderzoek, voorbereiding en uitvoering worden (grotendeels) bekostigd binnen het reguliere communicatiebudget. Persoonlijke gegevens van Europese internetgebruikers kunnen niet zomaar worden overgedragen aan de Verenigde Staten5. Op pagina 47 en 48 lezen we dat Papendrecht beter op de kaart moet komen te staan. Dat is niet nodig, want Papendrecht staat al goed op de kaart. 58. Wat zijn de kosten van (de totstandkoming van) Papendrecht Platform Promotie? Antwoord Het platform zelf kost niets. Papendrecht Promotie is echter één van de programmapunten binnen het Uitvoeringsprogramma Economie, dat in mei 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld. Hier staat een budget van 30.000 euro per jaar voor. Dit budget is bedoeld voor het versterken van het imago van en de beeldvorming over de gemeente en het versterken van de eigen identiteit en trots, het promoten van Papendrecht als centrumgemeente van met name de Alblasserwaard, het verbinden van de Papendrechtse samenleving en bedrijfsleven en het aanscherpen en zichtbaar maken van het profiel van Papendrecht. Op het communicatiebudget kan worden bezuinigd. Burgerparticipatie wordt voor rekening genomen door de volksvertegenwoordiging. Kosten worden al gedekt vanuit de bijdragen aan de Raad. Mogelijk zit hier ruimte om de budgetten van de fractievergoedingen op te hogen. Effectieve communicatie gaat van mond tot mond. Minder webcare (i.v.m. strijdigheid met mensenrechten en gevaar van bedreiging van de persoonlijke levenssfeer van inwoners van Papendrechters door geheime diensten zoals de NSA), wél een burgerjaarverslag, want niet iedereen is (altijd) online.
5
Bron: website Europa Nu, Privégegevens mogen niet zomaar naar VS, 6 oktober 2015.
26
59. Tot welk bedrag kan het communicatiebudget worden verlaagd, in lijn met bovenstaande gedachtegang? Overbodige franje eraf, webcare eraf, burgerjaarverslag intact laten, geringe ophoging gemeenteraadsfractiebudgetten met 9x2500 euro? Antwoord Een verlaging van het communicatiebudget heeft gevolgen voor de concerncommunicatie, bestuurscommunicatie, projectcommunicatie en interne communicatie. Het is een bestuurlijke afweging om hierin te prioriteren. 60. Is een bezuiniging op communicatie, platform en overleg met instellingen en bedrijven van 25% mogelijk en wat blijft er dan over? Antwoord Een bezuiniging van 25% op communicatie, platform en overleg met instellingen en bedrijven is een bestuurlijke afweging. Op basis van deze afweging zal geprioriteerd moeten worden wat er overblijft. Op pagina 50 lezen we het volgende. “Met name op het gebied van verdere consolidatie van applicaties, het gezamenlijk aangaan van opleidingstrajecten en het afstemmen van de digitalisering van dienstverlening wordt intensief samengewerkt. De gemeente Papendrecht zoekt op het gebied van dienstverlening naar meerdere samenwerkingsmogelijkheden”. 61. Hoeveel harde euro’s levert deze consolidatie de gemeente op? Antwoord Deze consolidatie is niet in euro's uit te drukken en voorkomt deels meerkosten die anders aan de orde zouden zijn. 62. Kunnen we dit niet veel beter weer in eigen (Papendrechtse) hand nemen? Dat is dan de vervolgvraag. Antwoord Nee. Bij Heroverwegingen III op pagina 52 lezen we dat de gemeente van plan is precario belasting bij bedrijven te gaan heffen. Dat betekent dat een waterleverancier zoals Oasen deze lasten op zijn beurt naar alle waarschijnlijkheid zullen gaan doorbelasten naar de burgers in hun verzorgingsgebied, alsmede naar de inwoners van Papendrecht, toe. 63. Met welk bedrag zullen naar verwachting de lasten voor de inwoners van Papendrecht gaan stijgen, de redeneertrant hierboven volgend? Antwoord (zie vraag 3 D66) Het is aan de nutsbedrijven die precario geheven krijgen of en hoe zij deze heffing verwerken in hun tarieven. Op basis van de ervaringen bij andere gemeenten en het tarief waarmee nu wordt gerekend zal de stijging van de totale lasten onder de € 2,- per maand per aansluiting liggen. 64. Als het gaat om een verwachte extra bate op de gemeentebegroting van € 1 miljoen euro, volgt hier dan uit dat de lasten voor de burgers in Papendrecht per huishouden volgend jaar zullen gaan stijgen met een bedrag van om en nabij € 65, uitgaande van een aantal van (rekenkundig) 15.000 huishoudens in Papendrecht? Graag een nadere motivatie.
27
Antwoord Nee, zie antwoord vorige vraag. Op pagina 102 lezen we deze frase: “De Wwb-uitkering is onderdeel van de gebundelde uitkering (BUIG) en is bedoeld om de uitkeringen in het kader van de inkomensondersteuning te financieren. De gelden zijn ongeoormerkt, dus zijn eventuele overschotten vrij besteedbaar. Hiertegenover staat dat bij tekorten de gemeente deze zelf dient op te vangen. In de Perspectiefnota 2016 - 2020 is reeds gemeld, dat de toekenning voor inkomensondersteuning WWB-i van het Ministerie van SZW voor 2016 niet toereikend is. Er wordt regionaal een tekort verwacht van € 6,8 miljoen. Het aandeel van Papendrecht betreft € 475.000.” Tijdens de Raad van 9 juli 2015 is aan de orde geweest of een bedrag van € 431.000 dat terugkwam vanuit de GR Drechtsteden6 kon worden aangewend ter compensatie van inkomensachteruitgang van de Papendrechtste sociale minima. 65. Is het mogelijk aan te geven waar dit bedrag van € 431.000 is gebleven in de opstelling van deze cijfers? Antwoord Het bedoelde bedrag van € 431.000 betrof een (incidentele) bate in 2015, en wordt meegenomen in het jaarresultaat 2015. Dit bedrag heeft dus geen betrekking op de begroting 2016.
Wij citeren een enkele frase uit het advies (van de Commissie Financiële ruimte voor gemeenten): “Gemeenten moeten het doen met het budget dat ze van de regering ontvangen en kunnen daarbinnen slechts marginale keuzes voorleggen aan hun inwoners. In de ogen van de commissie ontstaat hierdoor een democratische verarming. Het gaat hier immers bij uitstek om een lokaal politiek vraagstuk: de balans tussen het voorzieningenniveau dat inwoners wensen en de kosten die zij bereid zijn daarvoor te dragen. Werd voorheen deze discussie over de gewenste balans op nationaal niveau gevoerd tussen kabinet en parlement, die discussie zou nu verschoven moeten worden naar de lokale politieke arena van de raadszaal. Om de democratische verarming te elimineren, is het essentieel dat er een directe band wordt gecreëerd tussen bepalen, betalen en verantwoorden op lokaal niveau.” Sturingsinformatie vanuit GR Drechtsteden op decentralisaties ontbreekt De decentralisaties hebben niet alleen invloed op de taken, maar ook op de organisatorische inbedding van de gemeente. Bij veel van de opgaven waar gemeenten nu voor staan zijn oplossingen ‘bovenlokaal’ wenselijk. Naast het nadenken over de financiële ruimte dient ook de schaal waarop taken lokaal het beste kunnen worden georganiseerd nader bezien te worden. Dit is eveneens relevant voor het oplossen van het ook bovenlokaal dreigend democratisch tekort. De commissie Financiële ruimte voor gemeenten ziet dit vraagstuk niet als onderdeel van haar opdracht, maar constateert wel dat er in de praktijk diverse oplossingsrichtingen voorhanden zijn. Het gaat dan om veelsoortige samenwerkingsverbanden die gekoppeld zijn aan specifieke taken, naast vormen van opschaling en taakdifferentiatie (gemeenten die taken voor omliggende gemeenten doen). De discussie daarover zal zeker verder gevoerd moeten worden. Bepalen betekent betalen Gemeenten staan dichtbij de burgers en voeren al heel veel taken uit; dat aantal is door de decentralisaties alleen maar toegenomen. Die ontwikkelingen gaan door. Als gemeenten meer moeten en mogen bepalen dan moeten zij ook in staat worden gesteld om de afweging taken – middelen daadwerkelijk lokaal te maken. Dan is het nodig dat gemeenten binnen het financiële
6
Raadsvoorstel d.d. 19 mei 2015, nummer 026/2015.
28
domein meer flexibiliteit krijgen om te opereren; dat zal de lokale democratie versterken. De voorstellen die de commissie presenteert zullen dat bewerkstelligen: meer ruimte voor lokale belastingen, meer ruimte voor investeringen, meer ruimte in de financiële verhoudingen en meer ruimte door het verleggen van geldstromen. Want bepalen betekent betalen – en ook dat is lokale democratie! 66. is er met andere gemeenten (in Zuid-Holland) reeds tot samenwerking gekomen, of althans daartoe een poging ondernomen, anders dan in het kader van het reguliere VNG-verband, teneinde er bij het Rijk op aan te dringen tot herziening van het belastinggebied te komen. Anders gezegd: is overwogen op lokale schaal reeds uitvoering te bepleiten van het Advies van de Commissie Financiële ruimte voor gemeenten7? Antwoord In regionaal verband trekken we met elkaar op richting de VNG. Op dit moment zijn er nog geen concrete resultaten te melden. Tenslotte Onafhankelijk Papendrecht ziet een toenemende spanning tussen enerzijds het op orde houden van de overheidsfinanciën en anderzijds de toename van bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de gemeente waar zijdens het Rijk onvoldoende middelen tegenover worden gesteld. Daardoor dreigt een acute situatie te ontstaan dat Papendrecht, dat zich financieel door de jaren heen altijd behoedzaam heeft betoond, door falend Rijksbeleid wordt gedegradeerd tot een gemeente die essentiële voorzieningen dient te gaan sluiten of af te stoten. Daarmee zou het voorzieningenpeil dramatisch kunnen worden aangetast, met als gevolg dat de leefbaarheid en de aantrekkelijkheid van onze gemeente in sterkere mate dan strikt nodig zou zijn onder druk zijn komen te staan. Wij zijn de politieke mening toegedaan dat hiertegen geen kruid is gewassen: Rijkstaken die bij de gemeente zijn belegd maar zonder de benodigde middelen hollen de lokale democratie uit en verlagen het niveau van leefbaarheid en voorzieningen in de gemeente die een gemeente als Papendrecht de afgelopen decennia tot een gewilde gemeente hebben gemaakt. Onafhankelijk Papendrecht doet een dringend appèl op het college en de overige Raadsfracties om de aangekondigde bezuinigingen niet kritiekloos te slikken.
7
Bron: website VNG 26 mei 2015 - Advies van de Commissie Financiële ruimte voor gemeenten.
29
VRAGEN
1.
VVD EN ANTWOORDEN
Bladzijde 53. Onder de analyse staat dat de uiteindelijke weerstandscapaciteit nog gaat veranderen, omdat nog niet alle risico's kwantificeerbaar zijn. Spreken we dan nog over grote of kleine risico's die overblijven? Met andere woorden is het mogelijke verschil een tiende of een halve punt? Antwoord De risico's zijn moeilijk kwantificeerbaar, dus moeilijk aan te geven. Een voorbeeld wat de effecten in algemene zin zijn op de weerstandscapaciteit: Indien we rekening houden met een risico van € 1.000.000, dan is de weerstandscapaciteit nog gangbaar (tussen de 1 en 1,5) te noemen door een afname met 0,2 punt.
2.
Bladzijde 68. Onder aan de bladzijde staat dat om binnen het kasgeldlimiet te blijven, de gemeente is genoodzaakt om een lange financiering van 12,5 M€ aan te trekken. Kan worden uitgelegd waarom een financiering goed is? Antwoord Ter beperking van het renterisico op de netto-vlottende schuld (schulden met een looptijd van minder dan één jaar) heeft de wetgever de kasgeldlimiet vastgesteld. Zo wordt voorkomen, dat fluctuaties van de korte rente direct een relatief grote impact hebben op de rentelasten tijdens het boekjaar. De totale netto-vlottende schuld mag maximaal 8,5% van het totaal van de lasten van de jaarbegroting bij aanvang van het begrotingsjaar zijn. Uit de liquiditeitenplanning blijkt of een financiering voor langere periode noodzakelijk is om binnen de kasgeldlimiet te blijven (en voor welke omvang dus een lange financiering dient te worden aangetrokken).
3.
Bladzijde 70. Verdwijnt of verandert het voorschrift voor het schatkistbankieren niet nu de gemeente VPB moet gaan betalen? Antwoord Nee deze verandert niet.
4.
Bladzijde 88. In de achtergrondinformatie staat dat de DG&J een sluitende begroting heeft weten te maken. Waarom dan toch de kleur rood? Antwoord Aangezien gemeenten, dus ook wij, financieel verantwoordelijk zijn voor de taken op het gebied van jeugd die ondergebracht zijn bij de DG&J is financiële alertheid van groot belang. Een sluitende begroting wil nog niet zeggen dat de financiële risico's niet meer aanwezig zijn (het betreft deels ook een nieuwe situatie door de decentralisatie). Zeker gezien het verleden en de acties om binnen de dienst bedrijfsvoeringstechnisch alles op orde te krijgen is alertheid van onze kant een vereiste (vandaar de rode kleur). Een laatste argument voor de rode kleur is nog dat er een objectief verdeelmodel gaat komen, dat nog tot andere financiële cijfers kan leiden.
5.
Bladzijde 113. In het hoofdstuk over Algemene Dekkingsmiddelen wordt gesproken over € 1.650.000,- (1.3 M€ + 350 k€). Waar komt de overige € 850.000,- vandaan? Antwoord Uw vraag suggereert dat er totaal 2,5 M€ beschikbaar zou zijn. Het totaal beschikbare budget is 5,6 M€. Wij snappen de vraag over de € 850.000 niet.
30
VRAGEN
CDA EN ANTWOORDEN
Samenleving Pag. 11 Voortzetting programma Aerospace – Maritime Gebruiken alle scholen in het basisonderwijs dit lespakket? Antwoord Nee. Dit schooljaar is bedoeld om het lespakket te testen. Dit wordt gedaan door twee scholen van het OPOPS en twee scholen van het VCNO. Ook door studenten PABO worden de lessen getest. Volgend schooljaar wordt het programma voor alle scholen beschikbaar gesteld. Pag. 16 Subsidieafspraken met ToBe, minder muziekonderwijs 16.500- 66.000 euro In hoeverre wordt Excelsior hier getroffen en is het mogelijk dat Excelsior elders, goedkoper muzieklessen inkoopt. Is Excelsior verplicht tot afname bij ToBe? Antwoord Excelsior is niet verplicht tot afname bij ToBe. Gezien de gemeentelijke subsidie op muzieklessen is het voor Excelsior wel goedkoper om muzieklessen in te kopen bij ToBe. Met ToBe zijn afspraken gemaakt om Excelsior 'voorrang' te geven bij de vraag naar muzieklessen. Afbouw conform de voorgestelde bedragen heeft op termijn consequenties voor ofwel het muziekonderwijs (en dus ook Excelsior) ofwel het Kunstmenu. Echter, gezien de uitgesproken ambitie tijdens de raadsbehandeling van het reorganisatieplan ToBe (ToBe Continued) zullen wij hierover nog het gesprek voeren met ToBe. Zowel in commissie als in de raad is bij de behandeling van het plan ToBe Continued door het college toegezegd in het voorjaar terug te komen met een 'update' (voortgang reorganisatie, voortgang ontvlechting B3-status incl. herziening statuten). Bij deze 'update' zal ook de financiële situatie worden betrokken (t.b.v. ToBe 2017 en verder). Pag. 23 Huisvesting van het Jeugd en Jongerenwerk Uiterlijk 2017 wordt het gebouw Interval gesloopt. Is er al meer bekend over nieuwe huisvesting. Antwoord In het collegeprogramma is opgenomen dat voor de huisvesting van het Jeugd en Jongerenwerk wordt aangesloten bij bestaan gemeentelijke gebouwen. Inmiddels vinden verkennende gesprekken plaats met enkele maatschappelijke partijen om een gezamenlijke huisvesting te realiseren. Mochten deze plannen doorgang vinden dan zal er een tussentijdse tijdelijke oplossing moeten komen. Pag. 25 Economie en ondernemen Dit hoofdstuk is geheel identiek aan het hoofdstuk Economie en ondernemen van de begroting 2015. Nu is er niets mis met het continueren van goed beleid maar plannen moeten toch uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld : opstellen van een promotieplan Papendrecht als vestigingslocatie voor bedrijven, invoering van het rode loper initiatief en het onderzoek Pick-up points binnen de regio. Hoe is het met deze plannen / activiteiten? Hoe is de bezetting van work@erasmusplein nu en hoe staat het met het promotieplan?
31
Antwoord Het Papendrecht Promotieplan is in de maak. Er zijn diverse bijeenkomsten met ondernemers, inwoners en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en gemeente geweest over de promotie van Papendrecht. Een kerngroep van bovengenoemde vertegenwoordigers wil zich formeren in een stichting, die zorg draagt voor het promotieplan en uitvoering hiervan. Het rode loper initiatief is reeds geïmplementeerd. Tussen de 6 Drechtstedelijke gemeenten en Stichting DEAL! zijn samenwerkingsafspraken gemaakt over hoe om te gaan met vestigingsverzoeken van bedrijven binnen één van de Drechtsteden. De samenwerking hieromtrent tussen de Papendrecht en DEAL! loopt voorspoedig. Zo zijn de gemeente en DEAL! samen opgetrokken ten behoeve van de vestiging van het nieuwe hoofdkantoor van de Staay Food Group in Polder Nieuwland. Het onderzoek Pick-up points is afgerond en heeft inzichtelijk gemaakt aan welke criteria en effecten moet worden gedacht rondom Pick-up points. Momenteel worden de voorbereidingen getroffen om bestuurlijk het gesprek met de Provincie aan te gaan over het creëren van mogelijkheden tot het vestigen van een beperkt aantal PUP's binnen de Drechtsteden. De bezetting van work@erasmusplein is momenteel 9 van de 16 units. De actiepunten in het promotieplan van work@erasmusplein betreffen voornamelijk een herhaling van advertenties in het Papendrechts Nieuwsblad en in de vakbladen – zoals het startersmagazine van de Kamer van Koophandel - om de naamsbekendheid te vergroten. Pag.31 In voorkomende gevallen monitoren van praktijksituaties langer zelfstandig blijven wonen Belangrijk om dat te blijven doen. Wat is het resultaat van het monitoren tot nu toe? Antwoord Het resultaat is u al gemeld via de raadsinformatiebrief Gebiedsscan langer zelfstandig thuis wonen in Papendrecht, gedateerd 18 september 2015. Op de produktenramingen staat lees ik 29.000 euro voor slopen opstallen Van der Kevie. Alles is toch al gesloopt? Antwoord Dit laatste bedrag is nog beschikbaar voor het geheel leeg maken van de bouwlocatie. Inburgering nieuwkomers staat voor 59.500 euro op de prod.r.staat. Moet hier geen rekening gehouden worden met een verdubbeling gezien de grote toeloop van statushouders? Antwoord Op het moment dat de begroting is ingediend was nog niet bekend wat de nieuwe taakstelling huisvesting vergunninghouders zou bedragen. Een hogere taakstelling leidt tot hogere kosten. De exacte consequenties worden in beeld gebracht. Ruimte Pag. 29 Centrum Welk soort evenementen worden bedoeld met de grote evenementen die in het centrum moeten worden gefaciliteerd? Antwoord Onder de grotere evenementen wordt voor 2016 verstaan de kermis, Koningsdag, de schaatsbaan en de Kerstmarkt. Voor wat betreft de Kerstmarkt en Koningsdag heeft de gemeente een initiërende rol. Bij het organiseren van de Kerstmarkt wordt waar mogelijk aansluiting gezocht met activiteiten van de winkeliersvereniging De Meent.
32
Voor wat betreft de IJsbaan en de Kermis is er meer sprake van een faciliterende rol. Hierbij is de gemeente afhankelijk van de initiatieven van derden. Hoe wil de gemeente concreet met ondernemers de bezetting van de parkeergarages stimuleren? Antwoord Ter uitvoering van de aangenomen motie "Parkeren in drie snelheden" is in oktober 2015 gestart met een actualisatie van het parkeerbeleid. In de raadsinformatiebrief inzake evaluatie parkeerbeleid d.d. 8 september 2015 is reeds aangekondigd dat deze actualisatie wordt voorbereid. Op korte termijn zal uw raad hierover separaat nader worden geïnformeerd. Pag. 30 Wat is de status van een inspiratiedocument en duurt de discussie niet te lang om nu nog te moeten inventariseren? Antwoord Het inspiratiedocument is geen document met bestuurlijke status. Pag. 31 Wanneer mag de raad de rapportage over 2015 m.b.t. het parkeerbeleid verwachten? Antwoord In het vastgestelde Uitvoeringsplan Parkeerbeleid centrum is aangegeven wanneer de jaarlijkse parkeerevaluatie wordt uitgevoerd. Hierin is voor de evaluatie 2014-2015 opgenomen dat deze tweede kwartaal 2016 wordt verwacht. Wonen Voor wie is dit informatiepunt? Is een digitaal informatiepunt wel het meest geëigende middel voor de vaak oudere doelgroep? Antwoord Het informatiepunt is bedoeld voor iedereen die wil weten welke mogelijkheden er zijn om langer zelfstandig thuis te blijven wonen. Dit heeft niet alleen betrekking op de oudere doelgroep. Pag. 32 Wat zijn de huidige prestatieafspraken met woningcorporaties? Antwoord Hiervoor geldt PALT 2010-2020. Dit document (92 pagina's) is voor u via de griffie beschikbaar. Pag. 33 Wat is de stand van zaken in het MIRT-onderzoek Alblasserwaard/Vijfheerenlanden in het kader van het Deltaprogramma? Antwoord Gezien de aard en de reikwijdte van het MIRT-onderzoek en het Deltaprogramma wordt een presentatie aan de commissie Ruimte voorbereid. Hierover wordt u separaat geïnformeerd. Pag. 37 Wat is de stand van zaken in de gesprekken met de wijkplatforms aangaande het wijkgericht werken (naar aanleiding van de begroting 2015)? Antwoord Op het moment van behandeling van de Begroting 2016 in diverse commissie heeft u de beschikking over een raadsinformatiebrief omtrent de versterking van wijkgericht werken. Wij verwijzen naar deze separaat verstrekte raadsinformatiebrief.
33
Bestuur en regio Pag. 42 Wat is momenteel het percentage vaste en flexibele inzet? Antwoord Dat percentage is niet bekend. Het percentage inhuur wordt alleen aan het einde van het jaar, na de jaarafsluiting, berekend. Op dat moment is scherp inzicht aanwezig in de totale inhuurkosten en de totale loonkosten waaraan de inhuur gerelateerd wordt. Het percentage heeft als doel een jaartrend zichtbaar te maken en een vergelijk te krijgen met andere gemeentelijke organisaties.
34