2012-2013
R.K. Basisschool ‘De Meerbrug’ Kinheim 8 1161 AP Zwanenburg 020 - 4973970 E-mail:
[email protected] Website: www.meerbrug.nl Brin nr.: 07RG
Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van De Meerbrug voor het schooljaar 2015-2016. Deze gids is zowel bestemd voor de ouders van de ingeschreven kinderen als voor ouders die op zoek zijn naar een basisschool voor hun kind. Een basisschool kiest u immers met zorg! In deze gids vindt u allerlei informatie. U leest waar de school voor staat, hoe wij ons pedagogisch klimaat realiseren, welke leerstof aan bod komt, hoe de school is georganiseerd, hoe de zorg voor onze kinderen is geregeld en hoe de school omgaat met kinderen die extra zorg nodig hebben. Verder vindt u er veel praktische informatie in over onder andere schooltijden en regels en over de wijze waarop u bij de school betrokken wordt. Naast deze schoolgids krijgt u jaarlijks een informatiegids met voor dat schooljaar actuele informatie. Maar ook welke onderwijsplannen de school heeft, hoe de school deze plannen gaat uitvoeren en wat ervan terecht is gekomen staan erin vermeld. Tussentijdse wijzigingen worden in onze maandelijkse ‘Nieuwsbrief’ gemeld en staan op onze website. Wanneer u iets mist in deze gids en u denkt dat deze informatie zinvol is voor andere ouders, dan stellen wij het zeer op prijs als u ons dit vertelt. Ook wanneer u anderszins op- of aanmerkingen heeft dan horen wij dat graag van u. Wij hopen dat de gids een goed beeld geeft van De Meerbrug, dat u er met plezier in zult lezen en dat deze u het gevoel geeft ‘mijn kind zit op De Meerbrug op de juiste plek!’. Ouders die nog een schoolkeuze moeten maken zijn natuurlijk altijd van harte welkom om zelf te zien en te ervaren wat wij uw kind te bieden hebben. Tot slot wensen wij u en uw kind(eren) een fijn schooljaar toe. Namens het team en medezeggenschapsraad van De Meerbrug Gertie de Bruin Directeur
Schoolgids 2015-2016
2
Blz. Voorwoord
2
Inhoudsopgave
3
1. DE MEERBRUG 1.1. Adresgegevens 1.2. Bestuur 1.3. De schoolleiding 1.4. Het team
5 5 5 6 6
2. WAAR STAAN WIJ ALS SCHOOL VOOR? 2.1. Identiteit 2.2. Missie 2.3. Kerndoelen
6 6 6 7
3. ONS PROFIEL
7
4. WAT LEREN WE? 4.1. Lesuren per jaar 4.2. Groep 1 en 2 4.3. Groep 3 t/m 8 5. DE ZORG VOOR KINDEREN 5.1. Zelfstandig werken 5.2. Het volgen van de ontwikkeling van het kind in onze school: Leerlingvolgsystemen 5.3. Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften (zorgverbreding) 5.4. Begeleiding meer begaafde leerlingen 5.5. Begeleiding leerlingen met dyslexie 5.6. Begeleiding zieke kinderen 5.7. Passend Onderwijs 5.8. Aanmelding en plaatsing van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte 5.9. Het onderwijsloket 5.10. Leerlinggebonden financiering 5.11. De begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs 5.12. GGD Kennemerland 5.13. Logopedie
8 8 9 10
18 18 19 19 19 21 21 22 25 25 25 25 26
3
6. DE MEERBRUG en OUDERS 6.1. Informatievoorziening 6.2. Inspraak 6.2.1. De Ouderraad 6.2.2. De Medezeggenschapsraad 6.3. Klachtenprocedure
27 27 28 28 29
7. KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS
31
8. PRAKTISCHE PUNTEN VAN A TOT Z
32
Aanmelding, absentenmelding, acties, beleid toelating, Tussentijds vertrek, schorsing en verwijdering van leerlingen Eten en drinken, excursie Fietsen, gevonden voorwerpen, gymnastiek Hoofdluiscontrole, JeugdSportPas, klassendienst, klassenouders, Kunstmenu Mobiele telefoons, onderwijsinspectie, ouderactiviteiten Tussenschoolse Opvang (Lunchen op School) Parkeren, pesten, petjes Peuterspeelzalen , rapportage, rookverbod, schoolfotograaf, schoolkamp, Schoolkamp- schoolkamp- schoolfeest, schoolshirt, schooltijden Speelplaats, sponsoring , sportevenementen, stagiaires, Stichting Leergeld Haarlemmermeer Te laat komen, telefonische bereikbaarheid, veilige school, verantwoordelijkheid, verjaardagen, vervanging van leerkrachten Verlofregeling, vervoersprotocol Verzekering tijdens schooltijd Website
32 33 34 35
Schoolgids 2015-2016
36 37 39 40 41 42 43 44 46 47
4
1. DE MEERBRUG
De Meerbrug staat in het dorp Zwanenburg. Zwanenburg vormt één dubbeldorp met het dorp Halfweg. De ringvaart van de Haarlemmermeerpolder scheidt de beide dorpen , maar door meerdere bruggen worden de dorpen met elkaar verbonden. Rond de 135 kinderen vinden dagelijks hun weg naar deze kleinschalige basisschool. De Meerbrug beschikt over een goed geïsoleerd schoolgebouw. De school heeft een rustige uitstraling. De school beschikt op loopafstand over een gymzaal. Graag willen wij (nieuwe) ouders uitnodigen voor een rondleiding door onze school. Heeft u interesse, dan kunt u telefonisch een afspraak maken.
1.1.
Adresgegevens
De Meerbrug Kinheim 8 Telefoon: 020- 4973970 E-mail:
[email protected] Website: www.meerburg.nl
1.2.
Bestuur
De Meerbrug maakt deel uit van stichting De la Salle, bestaande uit 18 scholen. Kinderen van alle gezindten, ongeacht ras, geloof of cultuur zijn op onze school welkom. Naar verwachting zal op 1 januari 2016 een bestuurlijke fusie plaatsvinden van stichting de La Salle met VCPO de Basis. We zijn in afwachting van de goedkeurende verklaring van het ministerie van onderwijs. De dagelijkse leiding van de organisatie is in handen van het College van Bestuur: dhr. J. van Veen en dhr. P. Bronstring. Bij het maken van beleidskeuzes staat het kind centraal. De missie van De la Salle is samen te vatten in de volgende slogan: “Onderwijs met hart voor het kind en zorg voor elkaar.”
Afb.1
Verzorgingsgebied Stichting de La Salle
Als u wat meer wilt weten over ons bestuur, bezoek dan de website: www.stichtingdelasalle.nl
5
1.3.
De schoolleiding
Op De Meerbrug is Gertie de Bruin de schoolleider. Zij is verantwoordelijk voor alle zaken die in en om de school spelen.
1.4.
Het team
Op De Meerbrug werken er op dit moment 9 leerkrachten. Op onze school hebben leerkrachten naast lesgevende taken , ook ander taken en/of functies. Zo hebben we op school een intern begeleider, een leescoördinator, een onderwijsassistente en twee leerkrachten met ICT- taken.
2. WAAR STAAN WIJ ALS SCHOOL VOOR? 2.1. Identiteit Kinderen van alle gezindten en achtergronden vormen de schoolgemeenschap van De Meerbrug. Vanuit onze katholieke identiteit leveren wij een positieve bijdrage aan de volgende kernwaarden: ‘Respect voor jezelf en voor de ander, vertrouwen, veiligheid, betrokkenheid en gelijkwaardigheid.’
2.2.Missie
Leren met plezier
Leergierig zijn
Nieuwsgierig zijn
De Meerbrug wil kinderen de kans geven hun eigen mogelijkheden te ontplooien. Voortdurend zijn kinderen bezig om hun kennis, begrip en vaardigheden te vergroten. De Meerbrug komt tegemoet aan de drie basisbehoeften van kinderen om de motivatie, leergierigheid en nieuwsgierigheid te vergroten. Deze drie basisbehoeften staan bij ons centraal Relatie Weten en voelen dat je gewaardeerd wordt. Het kind leert vertrouwen te stellen in de ander, zodat de ander kan bijdragen aan de ontwikkeling van het kind. Competentie Ervaren en geloven in eigen kennen en kunnen, waardoor ontwikkeling mogelijk wordt. Autonomie Het streven naar zelfstandigheid en het realiseren van een eigen aandeel in de ontwikkelingen het leren. Ervaren en weten dat je een uitdaging zelf aan kunt.
Het streven naar zelfstandigheidSchoolgids en het realiseren van een eigen 2015-2016 aandeel in de ontwikkeling en het leren. Ervaren en weten dat je een uitdaging zelf aan kunt.
6
De leerkrachten werken met drie handelingscategorieën om tegemoet te komen aan deze basisbehoeften van het kind: Interactie De manier waarop de leerkracht met de kinderen omgaat en contacten met hen onderhoudt. Instructie De didactisch handelen van de leerkracht is gericht op het activeren van kinderen door verschillende werkvormen toe te passen, het bieden van verschillende vormen an instructie, de doelen die hij stelt en de manier waarop de methode gebruikt wordt. Klassenmanagement De manier waarop de leerkracht het verloop van de lesdag organiseert en de leeromgeving inricht.
2.3. Kerndoelen We willen in ons dagelijks onderwijs de kinderen uitdagen tot leren. Hierbij houden we rekening met de kerndoelen van het basisonderwijs. Ons streven is om kinderen een goede basis te geven voor hun verdere leven en als startkwalificatie voor het voortgezet onderwijs. We werken op De Meerbrug met methoden die voldoen aan de kerndoelen en evalueren ons onderwijs aan de hand van onze opbrengsten.
3. ONS PROFIEL Op de Meerbrug proberen we een goed evenwicht te vinden in het aanleren van kennis, het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van praktische vaardigheden. De vakken taal, lezen en rekenen vormen de kern van ons onderwijs. Voor onze schoolontwikkeling staan de volgende punten hoog in het vaandel: Een prettige en rustige werkomgeving; Zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en samenwerken als belangrijke pedagogische uitgangsprincipes binnen een duidelijke structuur; Een breed onderwijsleerpakket om een brede algemene ontwikkeling, kinderen talenten en interesses te laten ontdekken en ontwikkelen; Vroegtijdige signalering van mogelijke aanwezigheid van dyslexie. Onderwijsadvies (ONL) biedt kinderen met ernstige dyslexie op De Meerbrug de behandelingen aan. De leescoördinator zorgt voor uitnodigende leesactiviteiten en begeleidt kinderen bij het kiezen van boeken;
7
De school beschikt over een schoolbibliotheek met een uitgebreide collectie; ook hoort daar een uitleensysteem (SchoolWise) bij. Voor leerkrachten en kinderen biedt dit systeem veel mogelijkheden. Modern onderwijs gebruik makend van digitale schoolborden, moderne computers en het aanbod van nieuwe technologische en wetenschappelijke inzichten; Aandacht voor het welzijn van het kind met als belangrijkste doel dat een kind positief over zichzelf en de ander leert denken; De taakgerichtheid van kinderen willen bevorderen door het spelen van het ‘Taakspel’. Voortdurende zijn wij bezig met het afstemmen van ons onderwijsaanbod; De focus in het onderwijsaanbod ligt op het behalen van goede leerresultaten (opbrengsten) kijkend naar de mogelijkheden van ieder kind.
4. WAT LEREN WE? 4.1. Lesuren per jaar Het aantal uren dat er lesgegeven wordt, is niet voor iedere groep gelijk. Naarmate de kinderen ouder worden krijgen ze meer les. Vanaf groep 5 zitten zij dan ook langer op school en krijgen minder vrije dagen dan de onderbouwleerlingen. De wet schrijft voor dat de groepen 1 t/m 4 gemiddeld 880 uur en de overige kinderen 1000 uur les krijgen.
Schoolgids 2015-2016
8
4.2.
Groep 1 en 2
We hebben op onze school gekozen voor een heterogene groep, d.w.z. dat de 4-, 5- en 6- jarigen bij elkaar in een groep zitten. In groep 1-2 werken wij met thema’s waarbij de kinderen gestimuleerd worden om actief te leren en met grote betrokkenheid te spelen en te werken. Iedere dag zijn er kring-, speel/werk- en bewegingsactiviteiten. We beginnen de dag in de kring, waarin we samen met de kinderen de dag bespreken aan de hand van de dagritmekaarten die aan de muur hangen. De kinderen kunnen zo zien hoe de dag verloopt. In de kring wordt naar verhalen geluisterd, voorgelezen, gezongen en worden de komende activiteiten uitgelegd. Om de kringactiviteit speels en interactief te maken, waarbij het ontwikkelingsmateriaal uit het leerpakket Onderbouwd wordt aangeboden, wordt gebruik gemaakt van poppenspel. Het zorgt voor een verrassend eenvoudige prikkel tot leren en pedagogische veiligheid. De spannende en grappige gebeurtenissen vanuit het poppenspel zorgen voor een makkelijker opname van leerdoelen. In ons onderwijs richten wij ons bij de kinderen op de volgende ontwikkelingslijnen: Zelfbeeld Relatie met volwassenen Relatie met andere kinderen Spelontwikkeling Taakgerichtheid en zelfstandigheid Grote motoriek Kleine motoriek Tekenontwikkeling Visuele waarneming Auditieve waarneming Mondelinge taalontwikkeling Lichaamsoriëntatie Ruimtelijke oriëntatie Tijdsoriëntatie Ontwikkeling van beginnende geletterdheid Ontwikkeling van beginnende gecijferdheid Ontwikkeling van het logisch denken In groep 1-2 gebruiken wij de methode ‘Onderbouwd’ voor het onderwijsaanbod. De methode staat voor een dekkend aanbod, dat wil zeggen dat het beantwoordt aan de kerndoelen van groep 1-2. Alle activiteiten zijn gericht op ontluikende geletterdheid en gecijferdheid. Kinderen leren door handelend bezig te zijn met tastbare, kleutereigen materialen hun kennis te vergroten. Het onderwijsaanbod van groep 1-2 wordt in drie stappen aangeboden: Stap 1: De kinderen krijgen de leerstof (met doel) aangeboden in de kring. Stap 2: Tijdens de speelwerkles verwerken de kinderen de aangeboden leerstof op zijn of haar manier. Stap 3: De leerkracht evalueert met het kind het proces en het product refererend aan het doel.
9
4.3. Groep 3 t/m 8 Technisch lezen In groep 3 werken wij de aanvankelijk leesmethode ‘Veilig Leren Lezen’. Dat houdt in dat er voor gekozen is om vanuit een geïntegreerd onderwijsaanbod zowel de mondelinge als de schriftelijke taalontwikkeling op systematische wijze te stimuleren. ‘Veilig Leren Lezen’ sluit aan op de tussendoelen van beginnende geletterdheid. Alle aspecten van beginnende geletterdheid komen vanaf het begin geïntegreerd aan bod. De methode werkt met twaalf kernen. De kernen bevatten een ankerverhaal, dat de introductie van het thema van de betreffende kern is. Aan de taal- en thema activiteiten rondom dit verhaal nemen alle kinderen deel. Na de gezamenlijke start krijgen de kinderen aanbod op eigen niveau. De kinderen die al kunnen lezen worden in de ‘zongroep’ geplaatst. De basisgroep zit in de ‘maangroep’. Kinderen die een begeleide instructie nodig hebben volgen de ‘steraanpak’. Elke groep heeft zijn specifieke aanpak en materiaal. De ‘zongroep’ gaat beginnen met andere activiteiten dan de ‘maangroep’. Tijdens de reflectie krijgen alle leerlingen de kans hun gemaakte producten aan de rest van de groep te laten zien of voor te lezen. Het computerprogramma bij Veilig Leren Lezen biedt oefenstof bij alle twaalf kernen en sluit aan bij de thema’s van de methode. Binnen de geboden context oefenen de leerlingen technisch lezen, spellen en begrijpend lezen. Ook bij het computerprogramma werken de kinderen met specifieke opdrachten.
Voortgezet technisch lezen met de methode ‘Timboektoe’. Timboektoe is een methode voor voortgezet technisch lezen voor de groepen 4 t/m 8. In Timboektoe wordt de basis van het lezen zoals aangeboden in groep 3 uitgebreid. De kinderen leren complexere woorden lezen. Bijvoorbeeld woorden gebaseerd op andere talen. Het leestempo gaat omhoog. Er wordt ook aandacht geschonken aan nauwkeurig, vlot en op toon lezen. Om het woordlezen nog meer te stimuleren wordt er ook vanaf groep 3 gewerkt met het computerprogramma: ‘Flits’. Daarnaast wordt er expliciet stilgestaan bij leesbegrip en is er bewust tijd voor leespromotie en –motivatie door gebruik te maken van de etalagelessen. De leesontwikkeling wordt voor alle leerlingen op maat gestimuleerd middels convergente differentiatie. Er wordt gedifferentieerd binnen de eigen groep. De leerkracht stelt een minimumdoel vast voor alle leerlingen. De groepsinstructie is voor iedereen en vervolgens is er ruimte voor de verschillen. Goede lezers lezen zelfstandig, zwakkere lezers krijgen extra instructie en oefening. Uiteindelijk moet iedereen het minimumdoel kunnen halen. De differentiatie is terug te zien in het verschil in intensiteit van de begeleiding, de leertijd en het tempo. Tijdens de reflectie is er tijd voor de leerlingen om te vertellen over wat ze hebben gelezen, of om zelf voor te lezen. Het computerprogramma bij Timboektoe is een verrijking voor elke les als ondersteuning voor de directe en verlengde instructie. De digibordlessen maken de instructielessen dynamischer, leuker en boeiender. Timboektoe sluit aan op de tussendoelen van de gevorderde geletterdheid zoals geformuleerd door het Expertise Centrum Nederlands.
Schoolgids 2015-2016
10
Kinderen leren lezen door veel leeskilometers te maken. Iedere dag wordt er gestart met 15 minuten lezen. Kinderen kunnen hiervoor boeken lenen uit onze goed geoutilleerde bibliotheek. Vanaf februari starten wij met tutorlezen. Met tutorlezen ontwikkelen kinderen meer zelfvertrouwen, leren vloeiender te lezen, maken ze meer gebruik van de context, maken ze meer leeskilometers en vergroten we het leesplezier. Een leerling uit een onderbouwgroep leest samen met een leerling uit de bovenbouw. Beide kinderen lezen stukjes uit het boek. Op deze manier horen de kinderen uit de onderbouwgroep hoe je de stukjes ook kunt lezen (denk aan intonatie en tempo) en beleven ze veel plezier aan het (samen-) lezen . We gebruiken hiervoor samen leesboeken. In deze leesboeken vind je klein gedrukte teksten (voor de bovenbouwleerling) en groot gedrukte teksten (aansluitend op het AVI niveau van de kinderen van de onderbouw). Door deze indeling blijft het voor zowel de leerling uit de onderbouw als bovenbouw leuk om een verhaal te lezen.
Begrijpend lezen Naast technisch lezen wordt ook veel aandacht besteed aan de inhoudelijke kant van een verhaal. Het is immers belangrijk dat de kinderen niet alleen de tekst kunnen lezen, maar ook weten wat de schrijver met de tekst bedoelt. Wij werken met de methode ‘Tekstverwerken’. De kinderen krijgen negen leesstrategieën aangeboden. In elk volgend leerjaar neemt de moeilijkheidsgraad van de negen leesstrategieën en de leesteksten toe. In groep 7 maken de kinderen de overgang naar studerend lezen. De leestaken en –activiteiten zijn dan gericht op het mondeling en schriftelijk reproduceren van de tekst door vragen te beantwoorden, een verslag te maken of een spreekbeurt te houden. Dit schooljaar richt de teamscholing zich op het vergroten van de leerkrachtvaardigheden als het gaat om het didactisch handelen met betrekking tot begrijpend lezen. Dit traject wordt begeleid door een medewerker van Onderwijs Advies, die gespecialiseerd is in dit vakgebied. Het computerprogramma bij Tekstverwerken is ook een verrijking voor elke les als ondersteuning voor de directe en verlengde instructie. De digilessen maken de instructielessen dynamischer, leuker en boeiender.
Nederlandse taal Dit schooljaar starten wij met de nieuwste methode ‘Taalactief 4’. De leerlijnen taal en spelling in Taalactief zijn volledig op elkaar afgestemd. De ankerverhalen vormen het vertrekpunt voor alle lessen. De verhalen zijn geschreven door bekende kinderboekenauteurs als Sjoerd Kuyper, Jan Paul Schutten en Francine Oomen.
11
Vanaf dag één werken alle kinderen op hun eigen niveau. Direct na de instructie maken ze drie beginopdrachten. Op basis van het resultaat gaan kinderen aan de slag op hun eigen niveau. Ook in de instructie wordt gedifferentieerd. Verlengde instructie is een vast onderdeel van de les. Voor taalbegaafde kinderen heeft Taalactief een plusboek met uitdagende opdrachten. Taalactief besteedt veel aandacht aan woordenschat. De leerlijn woordenschat zit in het basisprogramma, waarbij kinderen door veel en speels woorden en betekenissen vaak te herhalen de woordenschat vergroten. Taalactief doet dit in de lessen woordenschat en met woordspelletjes, maar ook in de overige lessen taal en spelling komen de woorden terug. Taalactief is zo opgebouwd dat de kinderen meerdere keren in aanraking komen met de themawoorden. De leerlijn Spelling besteedt aandacht aan het verdelen van een woord in klanken/ klankgroepen, aan regels, aan inprenting en aan analogieredeneringen (d.w.z. dat er gebruik gemaakt wordt van bestaande woorden om nieuwe woorden te begrijpen). Ook bij Spelling geldt dat goed leren spellen een kwestie van oefenen is. Taalactief laat kinderen veel oefenen vóór het woordendictee. Elke spellingcategorie komt per leerjaar meerdere malen en in alle leerjaren terug, maar dan met steeds moeilijkere woorden.
Schrijven In groep 1 en 2 wordt gewerkt aan de voorwaarden om goed te leren schrijven, aan de schrijfhouding en aan de pengreep. Kinderen leren schrijven met de methode ‘Schrijven in de Basisschool’. Een voorbeeld van de letterkaart is op school verkrijgbaar. Schrijfonderwijs draagt er toe bij dat leerlingen een duidelijk leesbaar, verzorgd en vlot handschrift krijgen, als middel om met elkaar te communiceren.
Rekenen en wiskunde Wij gebruiken de methode ‘Pluspunt’. In de rekenles leren we de kinderen, naast het cijferen, praktische problemen uit het dagelijkse leven op te lossen. In het rekenonderwijs wordt vooral veel aandacht geschonken aan het verkrijgen van inzicht en oefenen van vaardigheden. De lesstof wordt in duidelijke, kleine stappen aangeboden en regelmatig herhaald. Tijdens de instructie is er veel interactie door het uitwisselen van ideeën en oplossingsstrategieën. Voor de rekenzwakke kinderen geeft de rekenmethode één duidelijke oplossingsstrategie. Er wordt met Pluspunt in drie niveaus gewerkt. Deze niveaus worden met sterretjes aangeduid, te weten ster 1: minimum, ster 2: basis en ster 3: plus. Na ieder blok volgt een toets. Afhankelijk van de resultaten werkt een kind aan remediërende, herhalings- of verrijkingsstof. In groep 3 kent het rekenonderwijs een korte voorbereidingsperiode van rekenbegrippen. Daarna wordt sterk de nadruk gelegd op het getalbegrip: optellen en aftrekken t/m 10. Vooral het splitsen van de getallen onder de 10 (de basis voor alle rekenonderdelen) krijgt grote aandacht. Dit splitsen gaat op allerlei manieren, onder andere met het rekenrek en blokjes. In groep 4 gaan we cijferend verder met optellen en aftrekken t/m 20 en worden de tafels van 1 t/m 10 aangeleerd. In groep 5 worden de hoofdbewerkingen van rekenen uitgebreid tot 1000 en wordt er gestart met het delen. Uiteraard wordt het automatiseren van de tafels niet vergeten. In groep 6, 7 en 8 wordt het cijferend rekenen uitgebreid met o.a. breuken, staartdelingen, procenten en wordt er aandacht besteed aan vraagstukjes en hoofdrekenen.
Schoolgids 2015-2016
12
Elke dag staat er in groep 3 t/m 8 automatiseren op het rooster om de vervolgstappen in het denken te vereenvoudigen. Daarnaast maken we ook gebruik van de rekenkisten van Met Sprongen Vooruit. Onderzoek heeft uitgewezen dat het gebruik van de rekenspellen van Met Sprongen Vooruit de rekenprestaties aanzienlijk verbeteren.
De leerkrachten maken bij hun instructie gebruik van de digibordsoftware van de methode. De les die in het boek staat wordt ook op het digibord geprojecteerd. Daarnaast kan de leerkracht gebruikmaken van de hulpmiddelen die nodig zijn om de les optimaal te kunnen geven. Te denken valt aan: rekenrek, timers, digitale klokjes, breukenlijn, het flitsen van tafels e.d.
Geschiedenis Wij werken met de methode ‘Bij de tijd’. Via boeiende teksten en levendige illustraties krijgen de kinderen inzicht in de geschiedenis van Nederland en de wereld. Ze leren met historische informatie om te gaan. In groep 5 gaan de kinderen steeds verder terug in de tijd (historisch tijdsbesef). Zo leren ze dat er een ‘vroeger’ was en dat het toen anders was dan nu. In groep 6 komen o.a. de Romeinen, de middeleeuwen, de opstand en gelijke rechten aan de orde. In groep 7 is er volop aandacht voor het Christendom, De Gouden Eeuw, de Industriële revolutie en de Tweede Wereldoorlog. In groep 8 worden onderwerpen als De Wereld van de Islam, Ontdekkingsreizen, Slavernij, Europa’s macht in de wereld en de samenwerking in de wereld besproken. Elk leerjaar worden zes tijdvakken behandeld. Eén tijdvak per blok. Aan het einde van het blok wordt de stof getoetst. De leerkrachtgebonden lessen worden afgewisseld met zelfstandig-werklessen. Naast de basisstof biedt de methode herhaling en verdieping.
Aardrijkskunde Voor de aardrijkskundelessen werken we met de nieuwste versie van de methode ‘Geobas’. Aardrijkskunde is voor leerlingen van groep 5 een nieuw vak, maar in groep 3 en 4 is dit vak geïntegreerd in het vak ‘wereldoriëntatie’. De leerstof is thematisch opgebouwd. Ieder leerjaar komen er negen hoofdstukken aan bod. In groep 3, 4 en 5 staat de eigen omgeving centraal. In groep 6 komt Nederland aan bod. In groep 7 ligt het accent op Europa en de wereld en in groep 8 gaan we dieper in op de wereld én Nederland. Vanaf groep 5 komen in elk hoofdstuk kaartvaardigheden aan bod. Het begint met het lezen van een plattegrond van een vakantiehuisje en eindigt in groep 8 met het gebruiken van een wereldkaart in groep 8. Het werken met een atlas speelt een belangrijk rol bij de topografie. Kinderen leren waar provincies, steden, rivieren, zeeën en buurlanden liggen. In groep 8 ligt het accent op de wereld. Zij leren de belangrijkste landen, steden, gebieden en wateren van de wereld.
13
Natuur en techniek Wij werken met de methode ‘Natuurlijk’. In deze methode is er aandacht voor de levende en de nietlevende natuur. Gezondheids-, natuur-, milieueducatie en techniek komen aan bod. De methode is opgebouwd rond acht thema's die in alle jaargroepen terugkomen en telkens verder worden uitgewerkt. De acht thema's zijn: voortplanting en ontwikkeling; diversiteit en mobiliteit; energie en kracht; licht, geluid en warmte; waarneming, uitscheiding, transport, afweer en erfelijkheid; vaste stoffen, vloeistoffen en gassen; voeding en voortplanting. De leerkrachtgebonden lessen worden afgewisseld met zelfstandig te verwerken lessen. Aan het einde van een blok wordt de stof getoetst. Voor het onderdeel techniek kan er ook gebruik gemaakt worden van de techniektorens. De Techniek Torens zijn drie opvallende en vrolijk gekleurde kasten in de vorm van Middeleeuwse kasteeltorens, waarin alle materialen, leskisten en lesbeschrijvingen zijn opgeborgen voor ten minste 80 technieklessen voor groep 1 tot en met groep 8. Ook leren de kinderen hiermee tekeningen interpreteren en schema’s te lezen.
Verkeer In groep 1 en 2 werken wij met de praatplaten van de methode ‘Wijzer door het verkeer’. We maken ook gebruik van verkeersprojecten waarbij het schoolplein het oefenterrein wordt. Vanaf groep 3 staat het ontwikkelen van inzicht in verkeerssituaties centraal. Hiervoor gebruiken wij de methode ‘Klaar…..over!’ Kinderen leren hoe zij kunnen reageren op andere weggebruikers en hoe zij verantwoordelijk kunnen zijn voor hun eigen veiligheid en die van anderen. De vijf rollen spelen hierbij een rol: het kind als het speelt, wandelt, fietst, passagier is of als het gebruik maakt van het openbaar vervoer. In techniek en gedrag leren kinderen die rollen goed uit te voeren. N.B. In groep 7 doen de kinderen mee aan het theoretisch en praktisch verkeersexamen.
Engels In groep 6, 7 en 8 wordt Engels gegeven met de methode ‘Hello World!’. Kinderen leren eenvoudige gesprekjes te voeren over allerlei dagelijkse onderwerpen. Het praten met elkaar is het belangrijkste. Daarom wordt ook veel aandacht aan de opbouw van de woordenschat besteed.
Expressievakken Natuurlijk wordt er tekenen, handvaardigheid en muziek gegeven. Wekelijks staan deze op het rooster. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen naast het leren hun talenten kunnen laten zien.
Schoolgids 2015-2016
14
Bewegingsonderwijs In de gymnastiekles worden diverse sporten verkend en besteedt de leerkracht aandacht aan de mogelijkheden van buitenspelactiviteiten. Daardoor zullen de kinderen over meer spelmogelijkheden beschikken en wint het bewegen aan kwaliteit. Bewegen is van grote betekenis voor de totale ontwikkeling van het kind in motorisch, sociaal, emotioneel en cognitief opzicht. Bewegen is ook van essentieel belang voor een goede gezondheid. Door het onderwijs in bewegen leren kinderen hun bewegingsmogelijkheden te ontdekken. De basisschoolperiode is daarom een “gouden leerperiode” in het ontwikkelen van motorische vaardigheden. Bewegingsonderwijs moet passen bij elk kind en tegemoet komen aan de natuurlijke bewegings- en exploitatiedrang van het kind. Daarnaast is het belangrijk dat het aansluit bij de kinderlijke belevingswereld. De kinderen uit groep 2 worden aan het begin van het schooljaar motorisch gescreend. De bevindingen worden met de ouders besproken. Er bestaat de mogelijkheid om na school MRT (motorische remedial teaching) te volgen in de gymzaal van de school. Om het bewegingsonderwijs een extra impuls te geven, heeft de school een overeenkomst gesloten met Sportservice Haarlemmermeer. Vier uur per week worden leerkrachten tijdens de gymlessen begeleid door de vakleerkracht en consulent bewegingsonderwijs van Sportservice Haarlemmermeer. Daarnaast nemen wij ook deel aan JeugdSportPas onder schooltijd. De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen onder schooltijd vijf sportclinics aangeboden van ervaren instructeurs met als doel kinderen te bewegen om lid te worden van een sportvereniging.
Catechese en sociaal – emotioneel leren Wij gebruiken hiervoor de catechesemethode ‘Trefwoord’. Deze methode biedt de leerkracht handreikingen om, samen met de kinderen, d.m.v. verhalen, liedjes en gebeden, de Bijbelverhalen en ook de gebeurtenissen van alledag duidelijk te maken. De kerkelijke feestdagen, zoals Kerstmis en Pasen, krijgen binnen ons onderwijs extra aandacht. Er is ruimte om tijdens de catecheselessen aandacht te besteden aan andere godsdiensten en culturen. Dit schooljaar gaan wij naast Trefwoord onze aandacht richten op het sociaal- emotioneel leren. De leerresultaten van kinderen worden immers gestimuleerd door te werken aan een goede sociaal- emotionele ontwikkeling en een veilig groepsklimaat. Daarbij zetten we ook lessen in om kinderen te leren omgaan met conflicten. Met al deze input streven wij naar een veilig groeps- en schoolklimaat. Aan het begin van het schooljaar maakt iedere groep gebruik van de werkwijze omschreven in het boek: “Grip op de groep.” Dit schooljaar buigt een werkgroep zich over een nieuwe methode voor de sociaal emotionele ontwikkeling.
15
Actief Burgerschap Kinderen groeien op in een democratische samenleving waarin een beroep wordt gedaan op actief burgerschap en sociale integratie. Dit betekent dat wij de sociale competenties, als weerbaarheid en probleemoplossend gedrag bij kinderen ontwikkelen en stimuleren o.a. middels de kanjertraining. Hierdoor ontwikkelen ze een positief kritische kijk op de samenleving. Wij leren kinderen dat mensen tolerant en met respect met elkaar omgaan, ongeacht de verschillen door beperkingen, een andere culturele achtergrond of status. De school heeft als taak de volgende aspecten van actief burgerschap en sociale integratie aan bod te laten komen: Hoofdzaken kennen van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger daarin; Je leren gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen; Hoofdzaken kennen over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen; Respectvol om leren gaan met verschillen in opvattingen van mensen; Zorg leren dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van jezelf en anderen; Jezelf redzaam leren gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument; Met zorg om kunnen gaan met het milieu.
Huiswerk Huiswerk moet zinvol zijn. Onderzoek wijst uit dat het nabespreken van het opgegeven huiswerk door de leerkracht van essentieel belang is. Zonder feedback heeft huiswerk geven geen meerwaarde. Leerlingen moeten weten wat het doel van huiswerk is en wat van ze verwacht wordt. Huiswerk helpt leerlingen om behandelde leerstof beter te begrijpen en vaardigheden beter onder de knie te krijgen door thuis nogmaals te oefenen, te herhalen en toe te passen. Daarnaast helpt het als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Huiswerk voor jonge kinderen moet bijdragen aan de ontwikkeling van goede studiegewoonten, een positieve houding t.a.v. de school en leerlingen het idee geven dat leren niet alleen op school maar ook thuis gebeurt. Kinderen moeten leren plannen, leren omgaan met een agenda, afspraken nakomen en weten hoe en wanneer je het beste thuis kunt leren. Op de huiswerksite (zie website/ groep van uw kind) vindt u informatie over het huiswerk en de groep. Huiswerktips Om het huiswerk goed te kunnen maken heeft uw kind nodig: Een rustige, liefst vaste, plek waar het huiswerk gemaakt kan worden. Aanmoedigen en motiveren is prima, maar het is geen goed idee om samen met uw kind het huiswerk te maken. De bedoeling van huiswerk is dat kinderen oefenen wat op school is behandeld en dit leren toepassen. Als uw kind niet in staat is om zelf het huiswerk te maken, neem dan contact met de leerkracht op. Vraag uw kind bij het oefenen van een vaardigheid aan te geven welke stappen hij/zij eenvoudig vindt en welke moeilijk. Neem ook contact op als uw kind regelmatig niet kan vertellen over de kennis die hij/zij oefent of toepast.
Schoolgids 2015-2016
16
De kinderen krijgen vanaf groep 3 huiswerk mee. Elk jaar komt er meer huiswerk bij. Groep 3: leesbladen Veilig Leren Lezen met woordjes die de kinderen (net) geleerd hebben. Groep 4: spellingsopdrachten en tafelsommen; Groep 5: tafelsommen en spellingsopdrachten; Groep 6: spellingsopdrachten en rekenhuiswerk; Groep 7: toets aardrijkskunde, natuur en geschiedenis voorbereiden, spellingsopdrachten, reken- en taalhuiswerk; Groep 8: toets aardrijkskunde, natuur en geschiedenis voorbereiden, spellingsopdrachten, taal- en rekenhuiswerk
17
5. DE ZORG VOOR KINDEREN 5.1. Zelfstandig werken In alle groepen wordt een beroep gedaan op de zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en het kunnen samenwerken. De kinderen leren met het ‘zelfstandig werken’ om zelf problemen op te lossen. Zij creëren vertrouwen in hun eigen kunnen. Wanneer kinderen goed zelfstandig aan het werk kunnen gaan en elkaar kunnen helpen, kan de leerkracht kinderen die extra aandacht nodig hebben, instrueren. De bestaande schoollijn hebben we dit jaar verder aangescherpt. Niet ieder kind kan een taak goed zelfstandig uitvoeren. Daar is oefening en begeleiding voor nodig. Deze kinderen krijgen extra ondersteuning van de leerkracht. In de groepen 3 t/m 8 worden houten blokjes gebruikt, waarmee de kinderen kunnen aangeven of ze wel of niet hulp nodig hebben en of ze wel of niet gestoord willen worden tijdens hun werk. De kinderen kunnen binnen de gestelde grenzen: - zelfstandig naslagwerken gebruiken; - zelf hun materialen halen en brengen; - zelf beslissen of ze willen samenwerken of niet; - zelf bepalen wie of wat zij nodig hebben bij hun werk d.m.v. het gebruik van blokjes; - zelf oplossingen bedenken bij het werken. Het zelfstandig werken bestaat uit: - het leren onafhankelijk te zijn; - werken met een dag- en/of weektaak in de bovenbouwgroepen, aangepast aan leeftijds- en vaardigheidsniveau; - eigen werk leren plannen; - het leren omgaan met "uitgestelde aandacht" (= wachten tot de leerkracht tijd voor je heeft); - leren omgaan met de regels die bij zelfstandig werken gelden.
5.2. Het volgen van de ontwikkeling van het kind in onze school: Leerlingvolgsystemen De kwaliteit van het onderwijs en de vorderingen van de leerlingen op onze school houden we nauwlettend in de gaten. Hieronder beschrijven we wat we achtereenvolgens doen voor ‘het jonge kind’ en voor de kinderen vanaf groep 3: Wij volgen de kleuters met behulp van observaties in de groep en het onafhankelijke observatiesysteem ZIEN. Hiermee brengen we de sociale en emotionele ontwikkeling in beeld. Op vaste momenten, gekoppeld aan de leeftijd van het kind, wordt de observatielijst van ZIEN door de groepsleerkracht ingevuld. Het registratiesysteem van de methode ‘Onderbouwd’ wordt gebruikt om de kinderen op cognitieve gebieden te volgen. Met dit systeem brengen we in kaart welke vaardigheden een kind beheerst op het gebied van motoriek, taal en rekenen. In groep 2 wordt een risicoscreening dyslexie afgenomen. Twee keer per jaar vullen de leerkrachten van groep 1-2 een groepsoverzicht in. In dit overzicht staat van ieder kind de resultaten, de belemmerende en stimulerende factoren en welke onderwijsbehoeften het specifieke kind nodig heeft. De groepsoverzichten dienen als uitgangspunt voor het schrijven van de groepsplannen. Op deze wijze kunnen we inspelen op de onderwijsbehoefte van ieder kind. De bevindingen worden met de ouders in de 10 minuten gesprekken besproken. In groep 1- 2 nemen we de Cito-toetsen af op het gebied van taal en rekenen.
Schoolgids 2015-2016
18
Voor de leerlingen van groep 3 t/m 8 gebruiken we, naast de toetsen die de verschillende methodes aangeven, een leerlingvolgsysteem met daarin een aantal 'landelijke' Cito-toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, woordenschat en rekenen. Wij nemen in groep 8 de NIO (begin oktober) en de CITO Eindtoets (19, 20 en 21 april 2016) af. Ook in de groepen 3 t/m 8 worden groepsoverzichten gemaakt voor Spelling, Technisch Lezen, Begrijpend Lezen en rekenen. Deze worden gebruikt om groepsplannen op maat te schrijven. De groepsplannen worden op vastgestelde momenten geëvalueerd en bijgesteld. Om de kinderen ook in hun sociaal-emotionele ontwikkeling goed te kunnen begeleiden en te volgen gebruiken wij de observatielijst ZIEN. Dit is een gedragsobservatielijst die de sociale competentie van leerlingen in kaart brengt. De leerkrachten vullen deze lijsten in. Vanaf groep 5 wordt ook aan de kinderen gevraagd om de lijst in te vullen. Op deze manier verzamelen wij informatie om beter in te kunnen spelen op de sociale ontwikkeling van de kinderen. De intern begeleider en de leerkracht kunnen ook een beroep doen op externe deskundigen.
5.3. Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften (zorgverbreding) Zorgverbreding betekent ieder kind zo goed mogelijk begeleiden in zijn of haar ontwikkeling. Om dit te bereiken werken wij op school met een zorgstructuur. In een schooljaar zijn er groepsbesprekingen met de intern begeleider en de groepsleerkracht. In deze besprekingen wordt het functioneren van de groep op diverse leerstofgebieden en op sociaal- emotionele ontwikkeling besproken. In deze bespreking wordt toegewerkt naar een groepsplan. In dit groepsplan wordt per vakgebied omschreven op welke wijze er wordt gedifferentieerd (in niveaugroepen) en welke ambities/doelen er voor de komende periode worden gesteld. In een schooljaar zijn er, op basis van signalen uit de groepsbespreking, een aantal keer per jaar individuele leerling besprekingen, die jaarlijks aan het begin van het schooljaar vastgelegd worden. In deze besprekingen worden de kinderen die problemen met de leerstof hebben, besproken en/of kinderen die meer leerstof aan kunnen dan geboden wordt. Indien een leerkracht uitgebreid over de ontwikkeling van een kind wil praten wordt er een aparte leerlingbespreking gepland. Twee keer per jaar is er ook een bespreking over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Aan het eind van het schooljaar vinden er overdrachtsgesprekken plaats, zodat de nieuwe leerkracht van de groep de zorg snel op kan pakken. De ouders worden van alle acties rondom hun kind op de hoogte gebracht. De handelingsplannen en evaluaties worden met de ouders besproken.
5.4. Begeleiding meer begaafde leerlingen Ook leerlingen die extra goed kunnen leren, krijgen speciale aandacht op De Meerbrug Binnen de methodes wordt verdiepingsstof aangeboden die deze leerlingen kunnen maken. Daarnaast is het mogelijk om m.b.v. het compacten van de leerstof een individuele leerlijn te volgen, aangevuld met speciale leerstof die aansluit op hun belangstelling en vaardigheden en waaraan ze zelfstandig mogen werken. Ook binnen de instructie wordt er rekening gehouden met de verschillende niveaugroepen. In uitzonderlijke gevallen stromen leerlingen versneld door.
5.5. Begeleiding leerlingen met dyslexie Op onze school hoeven kinderen geen verklaring te hebben om in aanmerking te komen voor eventuele aanpassingen. Dit worden ook wel de compenserende en dispenserende factoren genoemd. De leerkracht en de intern begeleider kijken op welke wijze het kind het beste begeleid kan worden. Kinderen met een dyslexieverklaring kunnen voor bepaalde vakken het programma Kurzweil gebruiken.
19
Het programma biedt de mogelijkheid om teksten te laten voorlezen. Met behulp van de meerkleurige cursor kan het kind de tekst ook meelezen. Daarnaast biedt de school ONL de mogelijkheid om kinderen met een dyslexieverklaring binnen de school te begeleiden. Onderwijsadvies biedt behandelingen voor kinderen met ernstige dyslexie. Eerst wordt er gedurende twee dagdelen een onderzoek gedaan of er een positieve behandelindicatie kan worden afgegeven zodat de kosten door de zorgverzekeraar vergoed worden. Zie voor de procedure onze www.onderwijsadvies.nl Op De Meerbrug is een (door het Kwaliteitsinstituut Dyslexie goedgekeurde) ruimte waar wij deze behandelingen kunnen geven. De Meerbrug stelt deze ruimte beschikbaar. Op deze manier is de afstand klein en gaat er zo min mogelijk onderwijsleertijd verloren. ONL biedt deze zorg aan en is aanspreekpunt voor al uw vragen. ONL hecht zeer aan een goede samenwerking met ouders en scholen. Een behandeling is het meest effectief als ouders, school en behandelaar goed samenwerken. Van de ouders wordt verwacht een deel van de behandeling aanwezig te zijn. Met de leerkracht/ intern begeleider is aan het begin en het eind van de behandeling een face to face contact en indien gewenst tussen door telefonisch contact of via de e-mail. We werken samen met Onderwijszorg Nederland voor (een deel van) de behandelingen van dyslexie en gedrag. Meer informatie over ONL vindt u op de website www.onderwijszorgnederland.nl Hoe ziet een behandeltraject eruit? Het kind krijgt individuele begeleiding, 45 minuten per week. Een behandeltraject kan 1 tot 1,5 jaar duren. De laatste 5 minuten van de behandeling zijn de ouders aanwezig bij de behandeling. Zij krijgen precies instructie over de wijze van oefenen thuis. Vier keer per week oefenen de ouders samen met hun kind. De school wordt over de inhoud van de behandeling geïnformeerd. Uitgangspunten bij de behandeling van dyslexie: Het vergroten van de lees- en spellingsvaardigheid van de leerling met een vaste aanpak. Hierbij ligt grote nadruk op het herkennen van de (klank)structuur van woorden en het bevorderen van het vloeiend lezen. Aandacht voor specifieke problemen van een kind. Vergroten van de lees- en spellingmotivatie en het kind leren omgaan met zijn/haar leesen spellingproblemen. Het is voor kinderen met ernstige dyslexie een enorme opgave om het leerproces op school goed te kunnen blijven volgen. Het is dan ook goed te zien dat kinderen zich erg geholpen voelen door de begeleiding die ze krijgen tijdens de behandelingen. De effecten van onze behandeling op lees- en spellinggebied laten een positief beeld zien.
Schoolgids 2015-2016
20
Daarbij staan de kinderen sterker in hun schoenen, hebben meer zelfvertrouwen en hebben vaak een enorm goede inzet. We hebben een enthousiaste groep behandelaars die flexibel zijn en veel kennis hebben. Ook ouders zijn bereid de schouders er onder te zetten. Met elkaar gaan we ervoor deze kinderen optimaal te begeleiden!
5.6. Begeleiding zieke kinderen Indien een leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met de ouders bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht. Voor verantwoording naar de onderwijsinspectie en het College van Bestuur is bij ernstig zieke kinderen, waarbij langdurige afwezigheid speelt, een doktersverklaring nodig. Meer informatie over begeleiding van langdurig zieke kinderen kunt u vinden op de website van Ziezon, het landelijk netwerk ziek zijn & onderwijs, www.ziezon.nl.
5.7. Passend Onderwijs “Passend onderwijs betekent voor ons samenwerkingsverband dat wij onderwijs aanbieden voor iedere leerling passend bij zijn of haar onderwijsbehoefte en mogelijkheden. Het is onze ambitie om al binnen het regulier basisonderwijs, en waar nodig in het speciaal (basis)onderwijs, een zodanig gedifferentieerd onderwijsaanbod te creëren dat ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen.” Elke basisschool in Nederland maakt deel uit van een samenwerkingsverband. Een samenwerkingsverband telt verschillende basisscholen en één of meer speciale scholen voor basisonderwijs. Op 1 augustus 2014 is de wetswijziging passend onderwijs in werking getreden. Schoolbesturen krijgen zorgplicht en de middelen en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs. Onze school werkt samen met andere scholen in het samenwerkingsverband voor Passend onderwijs Haarlemmermeer. Het samenwerkingsverband voor Passend onderwijs Haarlemmermeer, heeft haar onderwijsinhoudelijke koers vastgelegd in het Ondersteuningsplan. In dit ondersteuningsplan staat beschreven hoe er arrangementen voor ondersteuning gemaakt kunnen worden en wie daarbij betrokken kunnen worden. Dit kunnen uiteenlopende partijen zijn, omdat de basisgedachte is, dat elke situatie rondom een kind een specifieke aanpak nodig heeft. Het maken van deze ondersteuningsarrangementen gebeurt altijd in nauw overleg en in samenspraak met ouders, school en het kind. Om de verbinding tussen het beleid van het samenwerkingsverband, zoals beschreven in het ondersteuningsplan, en het primaire proces in de scholen te organiseren richt het samenwerkingsverband een team van consulenten op. Deze consulenten hebben ervaring met het onderwijs en zijn de meest schoolnabije, direct benaderbare en laagdrempelige ondersteuningsmogelijkheid binnen het samenwerkingsverband. Zij richten zich op de ondersteuning van de intern begeleider en de directeur van een school, met name op de domeinen onderwijsprofiel, ontwikkelingsperspectief en ondersteuningsarrangement. Dit ziet het samenwerkingsverband als wezenlijk onderdeel van de uitwerking van de visie “Creëer de optimale context”.
21
Passend Onderwijs Haarlemmermeer Graan voor Visch 14302 2132 VJ Hoofddorp Tel.: (023) 5541588 toestel 115 Email:
[email protected]
5.8. Aanmelding en plaatsing van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte Ieder kind, met of zonder ondersteuningsbehoefte, is in principe welkom op onze school. Onze school heeft als taak voor ieder kind zoveel mogelijk adequaat onderwijs te realiseren. Daaronder wordt verstaan een voor het kind passend onderwijsaanbod, zowel in pedagogisch (opvoedkundig) als didactisch (onderwijskundig) opzicht, dus zoveel mogelijk afgestemd op wat het kind nodig heeft. In de wet Passend Onderwijs is opgenomen dat ouders hun kind schriftelijk bij de school van voorkeur aanmelden. Scholen moeten ouders vragen of ze hun kind al eerder bij een andere school hebben aangemeld. De schriftelijke aanmelding betekent in de praktijk dat ouders een inschrijfformulier van de school invullen en ondertekenen. Dit moet minimaal tien weken voordat plaatsing op een basisschool wenselijk is (dus minimaal tien weken voor de vierde verjaardag). Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, dienen ouders dat aan te geven. De school vraagt of er gegevens beschikbaar zijn die inzicht geven in de ondersteuningsbehoefte, bijvoorbeeld onderzoeksrapporten van externe instanties. Bij de aanmelding van uw kind is die informatie, eventueel aangevuld met informatie van een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal, de belangrijkste basis voor de school om vast te stellen of uw kind extra ondersteuning nodig heeft. Bij aanmelding van een leerling met een ondersteuningsbehoefte stelt de school zich de volgende vragen: Wat is nodig om de leerling op de school te kunnen laten functioneren (afgestemd op zijn/haar behoeften)?,Welke middelen staan de school ter beschikking en wat is mogelijk op basis van deze middelen? en Waarom is de school wel of niet in staat – dankzij of ondanks de inzet van de middelen - de leerling kwalitatief goed onderwijs te bieden, afgestemd op diens behoeften? De school heeft ook haar beperkingen, om de eenvoudige reden dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden in het opvangen van kinderen. De volgende grenzen worden onderscheiden: Een zodanige verstoring van rust en veiligheid binnen de groep, dat het leerproces van het kind wordt belemmerd. Daarbij stellen wij altijd dat een kind leerbaar moet zijn zonder dat er structureel (gedurende meer dan twee lesuren per week indien de hulp intern wordt verzorgd of meer dan twee lesuren per dag indien de hulp extern door het samenwerkingsverband wordt geregeld en gefinancierd) een één-op-één situatie nodig is. Bij externe hulp zal altijd sprake moeten zijn van gekwalificeerd personeel dat instemt met de visie van onze school, en dat specifieke kennis en kunde heeft op het probleemgebied van de betreffende leerling. In de verhouding tussen verzorging/behandeling en het onderwijsaanbod dient het onderwijs te kunnen prevaleren. Verstoring van het leerproces van de andere leerlingen en gebrek aan opnamecapaciteit (aantal leerlingen per groep) zijn eveneens mogelijke grenzen.
Schoolgids 2015-2016
22
Voordat de school overgaat tot de toelating van een leerling met een ondersteuningsbehoefte dient een zorgvuldige afweging plaats te vinden tussen de belangen van de leerling en de belangen van de school. Een eventuele plaatsing van een dergelijke leerling in het regulier primair onderwijs moet de ontwikkeling van het kind bevorderen. Hoewel onze school het als haar taak ziet in voldoende mate tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoefte van de leerling, zijn sommige kinderen beter op hun plaats op een andere basisschool, of in het Speciaal basisonderwijs (SBO) of het Speciaal Onderwijs (SO). Ten einde tot een dergelijke zorgvuldige afweging te komen, wordt het volgende stappenplan gehanteerd: 1. Aanmelding Aanmelding door de ouders bij de directie van de school: Gesprek met de ouders Vraag naar mogelijke eerdere schriftelijke aanmelding op andere basisschool Toelichting op de visie van de school Toelichting op de procedure. Hierna wordt het team geïnformeerd. 2. Informatie verzamelen Gegevens opvragen bij ouders en relevante instellingen door de school. 3. Informatie bestuderen Binnengekomen gegevens worden bestudeerd en besproken door directie en interne begeleiding en in het team gebracht. Aanvullende informatie kan worden opgevraagd. 4. Inventarisatie Er wordt in kaart gebracht wat de specifieke behoeften zijn van het kind; wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn op de volgende gebieden: pedagogisch, didactisch, kennis en vaardigheden van de leerkracht, de organisatie van de school en de klas, de mogelijkheden m.b.t. het gebouw en het materieel, de relatie t.o.v. de medeleerlingen en hun ouders. 5. Overwegingen De school onderzoekt op basis van de inventarisatie wat de leerling nodig heeft om op de school te kunnen functioneren, welke mogelijkheden de school zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden er door anderen, zoals gemeente en speciaal onderwijs, geboden kunnen worden. 6. Besluitvorming Op basis van de informatie die is verzameld en de overwegingen wordt een besluit over de toelating genomen door de directeur van de basisschool, gehoord hebbende het team. In het besluit ligt besloten het antwoord op de vraag waar om de school wel of niet in staat is - dankzij of ondanks de inzet van de middelen - de leerling kwalitatief goed onderwijs te bieden, afgestemd op diens behoeften. Daarbij wordt meegenomen of, en zo ja welke, consequenties er zijn in verband met de grenzen die zijn geformuleerd ten aanzien van de opvangmogelijkheden van de school. De school houdt de ouders op de hoogte van het verloop van het besluitvormingsproces proces en maakt melding van eventuele vertraging daarin. De school moet echter binnen zes weken beslissen of de leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd.
23
7. Besluit De school gaat met de ouders in gesprek en het besluit wordt besproken. Bij plaatsing wordt een plan van aanpak opgesteld met daarbij een overzicht van inzet en van middelen, inzet van informatie, ondersteuning van derden en eventuele aanpassingen binnen de school. Dit plan van aanpak kan per plaatsing sterk verschillen; het betreft hier namelijk maatwerk. Indien de school besluit het kind niet te kunnen plaatsen, wordt een inhoudelijke onderbouwing door de school gegeven. Vervolg bij niet-plaatsing Als de school de leerling met een ondersteuningsbehoefte niet kan toelaten, zal de school, in samenspraak met de ouders, een passende onderwijsplek op een andere school zoeken. Dat kan een reguliere basisschool zijn of een school voor speciaal (basis) onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen. Vervolg na plaatsing Als blijkt dat we uw kind de ondersteuning kunnen bieden die het bij het onderwijs nodig heeft en dat uw kind leerbaar is (en blijft), dan wordt er samen met de ouders een plan van aanpak opgesteld. In alle gevallen dat wij menen het betreffende kind bij ons op school de juiste hulp te kunnen bieden, zullen wij altijd, zowel intern als met de ouders, minimaal tweejaarlijks evalueren. Wanneer bij tussentijdse evaluatie van het handelingsplan blijkt dat de school tegen een grens aan loopt, zal de school met ouders gaan zoeken naar mogelijke oplossingen binnen het samenwerkingsverband. In het kader van passend onderwijs is er een Geschillencommissie Toelating en Verwijdering ingevoerd. Aan deze commissie kunnen door ouders geschillen worden voorgelegd over: de aanmelding/toelating van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben; de verwijdering van leerlingen; de vaststelling/wijziging van het ontwikkelingsperspectief voor een leerling. De contactgegevens zijn: Geschillencommissie passend onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht e-mail:
[email protected] Een brochure voor scholen/besturen en een brochure voor ouders is te downloaden op: http://www.onderwijsgeschillen.nl/passend-onderwijs/geschillencommissie-passend-onderwijs/ Deze brochures geven informatie over de te nemen stappen en het tijdpad. Met de invoering van de Geschillencommissie wil de overheid bereiken dat er voldoende rechtsbescherming wordt geboden bij geschillen. Naar verwachting zal er bij een geschil tussen de ouders en de school of het samenwerkingsverband snel zekerheid zijn over het onderwijs aan een leerling die extra ondersteuning nodig heeft. Het zal tevens tot uitspraken leiden die landelijk duidelijkheid geven over de invulling en uitvoering van passend onderwijs.
Schoolgids 2015-2016
24
5.9. Het onderwijsloket Het is duidelijk dat vanuit het onderwijs niet alleen meer gekeken kan worden vanuit het perspectief van het leren, maar dat ook aspecten rond opvoeding en zorg een onderdeel van de taken van het onderwijs zijn geworden. Het is belangrijk dat problemen bij een leerling tijdig gesignaleerd worden. Het organiseren van onderwijs en zorg is in twee onderdelen verdeeld. Het centrum voor jeugd en gezin: Het CJG is een samenwerkingsverband van bestaande organisaties binnen de jeugdgezondheidszorg, jeugdhulpverlening en welzijn. Door nauw samen te werken kunnen vragen van ouders over het opgroeien en de opvoeding van hun kind beter worden beantwoord, Het CJG heeft een coördinerende taak bij het bieden van professionele hulp en advies bij opvoed- en opgroeikwesties, waardoor een effectieve aanpak snel voorhanden is. Het zorgadviesteam: Op school is overleg met de intern begeleider van onze school en onder andere de JGZ verpleegkundige van GGD Kennemerland. Alle leerlingen waar zorgen over zijn, kunnen tijdens dit overleg worden besproken. Dit overleg draagt bij aan tijdige signalering en beoordeling van problematiek en verwijzing naar passende hulpverlening. Indien er vervolgstappen nodig zijn, wordt u als ouder daarvan vanzelfsprekend op de hoogte gebracht. Ook leerlingen die net een schoolwisseling achter de rug hebben, worden in het zorgoverleg besproken. Wanneer u als ouder hiertegen bezwaar heeft, kunt u dit aangeven bij de directeur.
5.10. Leerlinggebonden financiering Vanaf 1 augustus 2014 is de financiering als het gaat om rugzakbegeleiding gewijzigd. Met de komst van passend onderwijs is de landelijke indicatiestelling voor leerlinggebonden financiering (LGF) komen te vervallen. Hierdoor verandert de geldigheid van de huidige indicaties. Op de beschikking van de Commissie van Indicatiestelling (CvI) staat tot wanneer de indicatie geldig is. Het samenwerkingsverband krijgt vanaf 1 augustus 2014 het geld van het Rugzakje dat nu naar de reguliere scholen gaat. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de bekostiging van extra ondersteuning op de reguliere scholen.
5.11. De begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs Aan het eind van groep 8 gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Dat is een belangrijke stap. Wij helpen ouders en kinderen bij het maken van deze keuze. De advisering is gebaseerd op op het CITO leerlingvolgsysteem van groep 1 t/m 8. In november wordt de NIO afgenomen en deze wordt besproken met de ouders. In april doen we mee aan de CITO eindtoets. In juni 2014 heeft de leerkracht van groep 7 het voorlopige schoolkeuzeadvies met de ouders besproken. In januari en februari kunnen de kinderen met hun ouders naar de open dagen van het voortgezet onderwijs. In februari vindt de tweede gespreksronde plaats. In dit gesprek wordt het definitieve schoolkeuze advies gegeven, het aanmeldingsformulier met de ouders besproken en ter ondertekening aan de ouders overhandigd.
5.12. GGD Kennemerland Wij werken samen met Jeugdgezondheidszorg (JGZ) GGD Kennemerland. Aan onze school is een team van een JGZ arts, JGZ verpleegkundige en een JGZ assistente verbonden. De taak van de jeugdgezondheidszorg is het begeleiden van de groei en de ontwikkeling van uw kind.
25
U kunt als ouder aan de JGZ vragen stellen over onder andere gezondheid, groei, opvoeding gedrag, eten, slapen, bedplassen. Deze vragen kunt telefonisch en tijdens preventieve gezondheidsonderzoeken stellen (telefoonnummer 023-7891777, tussen 8.30-12.30 uur en tussen 13.00 en 17.00 uur). Jeugdgezondheidszorg GGD Kennemerland maakt deel uit van het centrum voor jeugd en gezin. Gezondheidsonderzoek voor 5 jarigen en kinderen in groep 7 Kinderen worden op vaste momenten, zoals is vastgelegd in het landelijke basistakenpakket van de JGZ gevolgd. Binnen de basisschoolperiode is er een preventief gezondheids- onderzoek voor de 5 jarigen ( in het jaar dat een kind 5 jaar wordt) en groep 7 leerlingen. Beide onderzoeken bestaan uit de volgende onderdelen:
De JGZ assistente onderzoekt op school de ogen, het gehoor (voor groep 7 op indicatie), de lengte en het gewicht. Als ouder/verzorger vult u een vragenlijst in over uw kind en u geeft toestemming voor onderdelen van het onderzoek. De leerkracht vult een vragenlijst in over het kind, over motoriek, spraaktaalontwikkeling en het gedrag op school. De leerkracht zal alleen gegevens invullen die bij u als ouders bekend zijn. De JGZ arts of –verpleegkundige koppelt informatie terug met uw toestemming over het gehoor en het zien. Eventueel worden kinderen met hun ouders door de JGZ arts of JGZ verpleegkundige uitgenodigd voor een uitgebreider onderzoek op een GGD locatie. Als ouder kunt u altijd een afspraak maken voor een gesprek met de JGZ arts of JGZ verpleegkundige.
Sheda Broer Jeugdarts
Hilde Kolkman Jeugdverpleegkundige
Sherline Florencia Jeugdassistente
Locatie GGD Iepenlaan 133 1161 TC Zwanenburg
5.13. Logopedie Twee maal per jaar bezoekt de logopediste de basisschool voor screening en, indien nodig, nader onderzoek. Mocht u bezwaar hebben tegen de screening, dan kunt u dit aan de leerkracht kenbaar maken. Als blijkt dat er problemen zijn op het gebied van spraak, taal, stem en/of gehoor volgt advies, controle of een verwijzing naar een vrij gevestigde logopediste. Schoollogopediste: Rian Snijders T 023 567 98 51
Schoolgids 2015-2016
26
6. DE MEERBRUG en OUDERS 6.1. Informatievoorziening Wij vinden het fijn dat ouders op veel gebieden en op verschillende manieren betrokken zijn bij de school. Een goed contact met ouders op basis van vertrouwen en wederzijds respect vinden wij heel belangrijk. Wij zien dit als een voorwaarde om gezamenlijk het kind zo goed mogelijk te volgen en te begeleiden. Ook doen we regelmatig een beroep op ouders om aan allerlei activiteiten deel te nemen en op school te helpen. Dit gebeurt op verschillende manieren: Schriftelijk De informatiegids krijgt uw kind mee aan het begin van het schooljaar. In deze gids vindt u de evaluatie van het onderwijs van het afgelopen jaar, nieuwe plannen voor het komend schooljaar, activiteitenkalender en actuele informatie. De schoolgids kunt u downloaden van onze website. De nieuwsbrief verschijnt elke maand. Via deze brief wordt u op de hoogte gehouden van de laatste nieuwtjes, wetenswaardigheden en belangrijke data van activiteiten in de groep en school. Brieven worden u digitaal toegezonden. Twee keer per jaar krijgen de kinderen van groep 2 t/m 8 een rapport waarin de vorderingen staan beschreven. Contactmomenten Informatieavond: Aan het begin van het schooljaar is er voor iedere groep een informatieavond. Op deze avond vertellen de leerkrachten wat er komend schooljaar behandeld zal worden. Tien-minutengesprekken: Twee keer per jaar ontvangt u een uitnodiging voor een gesprek met de leerkracht van uw kind. Voorlopige adviesgesprekken groep 7: Aan het einde van het schooljaar wordt u uitgenodigd voor een voorlopig adviesgesprek met de leerkracht van uw kind. Dit gesprek duurt 10 minuten. Adviesgesprekken groep 8: In oktober wordt u uitgenodigd voor een adviesgesprek met de leerkracht van uw kind. Dit gesprek duurt 15 minuten. Contacten voor en na schooltijd: Naast de hierboven beschreven momenten, is het ook mogelijk om tussentijds te overleggen met de leerkrachten en/of de directeur. U bent dus altijd welkom met voor een gesprek met de leerkracht. De leerkracht maakt dan op korte termijn een afspraak met u. Informatie voor gescheiden ouders De school informeert u als ouders graag over de prestaties en het welbevinden van uw kind. Ons uitgangspunt is dat het belang van uw kind voorop moet staan en dat dit belang er in het algemeen het meest mee is gediend als beide ouders goed op de hoogte zijn van wat er op school gebeurt. Iedere ouder heeft recht geïnformeerd te worden over de ontwikkelingen van haar/zijn kind door school, mits hij/zij niet uit de ouderlijke macht is gezet. Wat kunt u van ons verwachten? Wij vinden het belangrijk dat beide ouders op de hoogte zijn en blijven van de leerprestaties van uw kind. Beide ouders kunnen informatie over de dagelijkse gang van zaken van de school vinden op de website en in de nieuwsbrief van de school. U wordt twee keer per jaar uitgenodigd voor een 10 minutengesprek over de ontwikkelingen van uw kind. Wij gaan ervan uit dat u met uw ex-partner overlegt wie aan het 10-minutengesprek deelneemt (u allebei of een van u beide). 27
Wat verwacht de school van u? Dat u als ouders ook zelf verantwoordelijkheid neemt om in overleg met ons en als het even kan ook onderling tot goede afspraken te komen over contact met school en de informatievoorziening. NB.
Soms is maatwerk nodig om tot goede werkbare afspraken te komen over hoe wij u het best kunnen informeren. Maar we zullen altijd proberen om in het belang van uw kind tot werkbare oplossingen te komen. Het spreekt vanzelf dat ook uw inzet en begrip hierin van groot belang zijn!
6.2. Inspraak 6.2.1. De Ouderraad De doelstelling van de oudervereniging is het bevorderen van de samenwerking tussen de ouders, de directie en het team van de school en het behartigen van de overige belangen van de ouders. De ouderraad (OR) is de naam van het bestuur van de oudervereniging. Het bestuur van de OV bestaat uit een Dagelijks Bestuur (DB) te weten: een voorzitter, secretaris en penningmeester) én afgevaardigden uit de werkgroepen. In de ouderraad kunnen maximaal 11 ouders zitting nemen. Verkiezing van leden voor de ouderraad vindt plaats op de algemene ledenvergadering, die dit schooljaar op 28 september 2015 plaatsvindt. De jaarvergadering is toegankelijk voor alle ouders. Alle ouders zijn immers automatisch lid van de oudervereniging. Indien er voor de ouderraad nieuwe leden nodig zijn, zal er ruim voor de jaarvergadering een oproep worden gedaan aan alle ouders, zodat zij zich aan kunnen melden als kandidaat. Iedere werkgroep heeft een budget ter beschikking waarmee ze de kosten van de activiteiten van de desbetreffende groep kunnen betalen. De ouderraad vergadert regelmatig gedurende het schooljaar. Vergaderdata worden op de website gepubliceerd. De vergaderingen zijn openbaar en mogen door ouders bijgewoond worden. De oudervereniging staat altijd open voor uw reacties en suggesties. U kunt een e-mail sturen naar:
[email protected] Ouderbijdrage De ouderraad en het schoolteam organiseren elk jaar allerlei activiteiten voor de kinderen. Voor deze activiteiten ontvangen de school en de ouderraad geen subsidie van het ministerie. Vandaar dat wij een vrijwillige ouderbijdrage vragen, waaruit deze belangrijke extra activiteiten worden bekostigd. De hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage is € 60,- per kind per schooljaar. Op de jaarvergadering van de oudervereniging krijgt u een begroting aangeboden, waarin de verschillende activiteiten en kosten staan vermeld en het bedrag voor het volgende schooljaar wordt vastgesteld. Tevens legt de oudervereniging verantwoording af over de besteding van de ouderbijdrage van het afgelopen schooljaar.
Schoolgids 2015-2016
28
Meldt u uw kind halverwege een schooljaar aan, dan worden activiteiten die reeds hebben plaats gevonden niet in rekening gebracht. De vrijwillige ouderbijdrage wordt in de jaarvergadering vastgesteld en in de nieuwsbrief gepubliceerd. U ontvangt aan het begin van het jaar per e-mail van de penningmeester van de ouderraad informatie over de vrijwillige ouderbijdrage. 6.2.2. De Medezeggenschapsraad Alle ouders zijn nauw betrokken bij het reilen en zeilen van de school. Inspraak van de ouders is mogelijk via de medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad is een vertegenwoordiging van 2 ouders en 2 leerkrachten. De vertegenwoordigende ouders in de raad worden door schriftelijke stemming gekozen. De leerkrachten houden onderling hun verkiezing. De leden hebben voor 2 jaar zitting, waarna zij zich herkiesbaar kunnen stellen. De directeur is in het geval van beleidsvoorstellen verplicht om aan de medezeggenschapsraad instemming dan wel advies te vragen. Daar zijn een heel aantal regels voor, die te vinden zijn in het MR- reglement. Naast de MR is er binnen de stichting ook een GMR. In de GMR worden bovenschoolse zaken besproken. Heeft u vragen? Stuur dan een e- mail naar:
[email protected]
6.3. Klachtenprocedure Wanneer u klachten heeft over de mensen in en om de school, dan bespreekt u dit natuurlijk altijd in eerste instantie met de desbetreffende leerkracht en zo nodig daarna met de directeur. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school worden in onderling overleg met ouders, leerlingen, personeel en directie op de juiste wijze afgehandeld. Klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over de begeleiding van leerlingen, het toepassen van strafmaatregelen, de beoordeling van een leerling, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Als een klacht niet opgelost kan worden in onderling overleg, of de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, dan kan men een beroep doen op de interne contactpersoon. Interne contactpersoon De interne vertrouwenspersoon, ofwel contactpersoon, is aanspreekpunt voor zowel leerlingen, ouders en personeel bij klachten over ongewenst gedrag. De interne contactpersoon heeft geheimhoudingsplicht en kan u begeleiden, dan wel ondersteunen in een te volgen traject, zoals: luisteren naar de klacht en informatie geven over de mogelijke procedures. ondersteunen bij het oplossen van een klacht, waarbij de interne contactpersoon contact onderhoudt met alle betrokken partijen. verwijzen naar de betrokkene(n) binnen de school (groepsleerkracht, directie, bestuur) verwijzen naar de externe contactpersoon of de landelijke klachtencommissie, waarbij de interne contactpersoon u kan ondersteunen bij een officiële klachtenprocedure. U kunt de interne contactpersoon persoonlijk aanspreken, bellen of via de e-mail vragen of zij met u contact opneemt. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling van de Stichting Confessioneel Onderwijs de la Salle. U kunt zich dan wenden tot de contactvertrouwenspersoon van onze school. Indien nodig kan de contactpersoon u ook verwijzen naar de vertrouwenspersoon van het bestuur. Deze bekijkt of een interne oplossing tot de mogelijkheden behoort of helpt u de klacht te deponeren bij de klachtencommissie van de Stichting.
29
Klachten op het gebied van seksuele intimidatie en/of fysiek geweld waarbij vermoeden is van een strafbaar feit dienen altijd gemeld te worden bij de interne contactpersoon. Deze neemt na overleg met de klager dan direct contact op met de directie, het bestuur en de externe contactpersoon. De klachtenregeling kunt u vinden op onze website: http://www.meerbrug.nl/stichting-de-la-salle/Klachtenregeling Interne contactpersoon:
Daniëlle Gelaudie
Bereikbaar tussen 12.00 uur en 12.45 uur én na 15.30 uur op telefoonnummer: 020-4973970 of per e-mail:
[email protected] Externe contactpersoon:
De heer drs. Menno Jansma p/a Schoolbegeleiding Zaanstreek en Waterland Postbus 188 1440 AD Purmerend Tel: 0299 -783400 Fax: 0299 -783410 E-mail:
[email protected]
Centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs: Voor klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, ernstig fysiek of geestelijk geweld. 0900-1113111 Stichting Geschillen Commissie Bijzonder Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel.: 070 - 3861697 Fax: 070 - 3020836 E- mail:
[email protected] U dient uw klacht in door een ondertekende brief te sturen naar het secretariaat van deze commissie. Meer informatie over de verdere procedure en eerdere uitspraken van de Klachtencommissie vindt u op www.gcbo.nl onder Klachten.
Schoolgids 2015-2016
30
7. KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS Op welke wijze wij vormgeven aan ons onderwijs is omschreven in het schoolplan. Het schoolplan is een beleidsdocument, waarin de school aangeeft welke keuzes de school voor de schoolplanperiode 2011-2015 heeft gemaakt. Het strategisch beleidsplan van het bestuur dient als uitgangspunt voor dit plan. Wat staat er in het plan: opdracht van de school (missie/ visie) onderwijsinhoudelijke vormgeving; personeelsbeleid; kwaliteitszorg; meerjarenplanning. Het schoolplan wordt met de Medezeggenschapsraad besproken en vastgesteld door de voorzitter van de MR, de directeur en de voorzitter van het College van Bestuur. Een vertaling van het meerjarenbeleid is terug te vinden in het teamplan, dat ieder jaar door de directie wordt gemaakt en besproken met de Medezeggenschapsraad. Ook wordt in dit plan teruggekeken op de actieplannen van het afgelopen schooljaar. Alle plannen liggen ter inzage bij de directeur van de school. Om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken gebruiken we landelijk genormeerde Cito-toetsen. De toetsen leveren ons gegevens die kunnen leiden tot verdere verbetering van de leerlingenzorg en van de opbrengsten van ons onderwijs. De resultaten van de toetsen worden in de groepsbesprekingen met de intern begeleider besproken. Daarnaast worden de schoolopbrengsten met het team besproken en daar waar nodig worden er acties uitgezet. De schoolopbrengsten worden twee keer per jaar besproken met het College van Bestuur. Op deze manier legt de school verantwoording af over de behaalde resultaten. Het College van Bestuur legt vervolgens verantwoording af naar de Inspectie van het Onderwijs. Van de scholen voor Voortgezet Onderwijs krijgen we over de eerste brugjaren een terugrapportage, waaruit blijkt of onze kinderen naar het door ons geadviseerde niveau uitstromen. De inspectie vraagt ons om de uitstroom naar het Voortgezet Onderwijs in kaart te brengen. Wij volgen kinderen nog drie jaar nadat zij onze school hebben verlaten. Zie uitstroomgegevens: informatiegids (zie website).
31
8. PRAKTISCHE PUNTEN VAN A TOT Z Aanmelding Bent u op zoek naar een school voor uw kind? Neem dan contact op met de directeur. U bent van harte welkom om onder schooltijd een kijkje te komen nemen. Neem uw kind vooral mee. U ziet dan de school in bedrijf en kunt de sfeer proeven. Na een rondleiding krijgt u inhoudelijke informatie over de school, onze visie en ons onderwijs. Vervolgens kunt u ervoor kiezen om uw kind bij ons aan te melden. Een kleuter mag voor de vierde verjaardag een aantal dagdelen komen wennen. Dit gebeurt altijd in overleg met de groepsleerkracht. Bij aanmelding wordt naar het Burgerservicenummer (sofinummer) van uw kind gevraagd. De school is hiertoe wettelijk verplicht. Tevens zal een kopie van het officiële stuk (paspoort, identiteitskaart of bewijs Belastingdienst) waarop dit BSN- nummer staat vermeld, in de administratie opgenomen worden.
Absentenmelding Als uw kind ziek is, of om een andere reden verhinderd is de school te bezoeken, wordt u verzocht om ons hiervan vóór aanvang van de lessen op de hoogte te stellen. Dit moet telefonisch, maar dan wel ’s morgens tussen 08.00 en 8.30 uur of ’s middags tussen 12.00 en 13.00 uur. Voor spoedgevallen zijn wij natuurlijk ook onder schooltijd bereikbaar.
Acties In september wordt aan de kinderen vanaf groep 4 gevraagd om loten voor Jantje Beton te verkopen. Jantje Beton ondersteunt projecten die buitenspelen voor kinderen leuker maakt. De helft van het opgehaalde bedrag mag de school zelf besteden. In de nieuwsbrief vermelden wij het opgehaalde bedrag en vertellen wij u waar wij het geld aan gaan besteden. De leerlingen van groep 7 en 8 worden elk jaar weer gevraagd om aan buren, vrienden en familie kinderpostzegels te verkopen. U kunt de kinderen rond eind september aan uw deur verwachten. U ontvangt half november uw bestelling. Het kinderpostzegelgeld is bestemd voor kinderen die om welke reden dan ook bijzondere zorg nodig hebben.
Beleid van toelating, tussentijds vertrek, schorsing en verwijdering van leerlingen: Toelating De school laat in principe alle leerlingen van 4-12 jaar toe. De volgende aspecten spelen een rol bij het toelaten van leerlingen: Groepsgrootte: maximaal 32 leerlingen. Als specifieke zorg niet geboden kan worden. De samenstelling van de groep waar de leerling geplaatst wil worden. ( Zie ook bladzijde 20: 5.8. Aanmelding en plaatsing van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte.)
Tussentijdse toelating Als u uw kind gedurende de leerplichtige leeftijd aanmeldt, bijvoorbeeld wegens verhuizing, dan is uw kind in principe welkom. Wel nemen we contact op met de huidige school van uw kind. Als u een overstap wilt maken naar onze school, dan is uw kind welkom. Echter binnen het dubbeldorp Zwanenburg/ Halfweg is de afspraak gemaakt dat er geen kinderen gedurende het lopende schooljaar aangenomen worden. In bepaalde gevallen kunnen we daar van afwijken. Als we met u in gesprek gaan, nemen we daarna ook contact op met de huidige basisschool. Indien er onderzoeken lopen, wachten wij de uitslagen af voordat wij de aanmelding definitief maken.
Schoolgids 2015-2016
32
Tussentijds vertrek Als een leerling onverhoopt onze school tussentijds gaat verlaten, bijvoorbeeld vanwege een verhuizing of om een andere reden, zal de school te allen tijde een onderwijskundig rapport samenstellen. Hierin staat onder andere welke leermethoden het kind gevolgd heeft en hoe de prestaties over het algemeen zijn. Ook staan hierin gegevens uit het leerlingvolgsysteem en mogelijke handelingsplannen. Hiermee geven wij het kind een goede doorstart op de nieuwe school. De ouders ontvangen een kopie van het onderwijskundig rapport. Schorsing Schorsing is een ordemaatregel, waardoor een leerling tijdelijk de toegang tot de school wordt ontzegd. De directeur is bevoegd tot schorsen van een leerling. Een besluit tot schorsing dient wel getekend te zijn door het bevoegd gezag (de bestuurder). De directeur informeert de ouders van het geschorste kind schriftelijk omtrent een voorgenomen schorsing. En de directeur informeert de ouders vervolgens schriftelijk over een definitief besluit tot schorsing. De directeur voert een schorsing uit nadat is voorzien in de opvang van de leerling onmiddellijk nadat deze de toegang tot de school is ontzegd. De ouders zijn verantwoordelijk voor de opvang van de leerling tijdens de duur van de schorsing. Aan de leerling wordt een taak meegegeven. De leerling blijft immers leerplichtig. De directeur informeert de leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie. Een schorsing duurt maximaal 5 schooldagen. Verlenging van deze periode is toegestaan hangende een in gang gezette procedure tot definitieve verwijdering van de school. De directeur overlegt over deze verlenging met het bestuur en informeert de leerplichtambtenaar en onderwijsinspectie. De directeur kan met onmiddellijke ingang schorsen (na overleg met en akkoord van de bestuurder) indien de geestelijke en de lichamelijke gezondheid en/of veiligheid van de medeleerlingen of van de personeelsleden dit vereist. De directeur documenteert de aanleiding en de achterliggende motieven van een schorsing. De directeur laat de ouders van het geschorste kind na enige tijd weten of de schorsingsmaatregel heeft gewerkt. Verwijdering Verwijderen is het definitief uitschrijven van een leerling van de school. Het bestuur is bevoegd een leerling te verwijderen. De directeur overlegt omtrent het voornemen tot verwijdering namens het bestuur met de ouders. De ouders kunnen hun standpunt duidelijk maken. Van dit overleg wordt een verslag gemaakt. De directeur kan het bestuur schriftelijk, gemotiveerd en gedocumenteerd verzoeken om te besluiten tot verwijdering van een leerling als het hiervoor genoemde overleg is gevoerd. Het bestuur besluit tot verwijdering niet dan nadat de directeur en betrokken groepsleerkracht zijn gehoord. Het horen van de groepsleerkracht geschiedt namens het bestuur door de directeur. Het bestuur doet de ouders schriftelijk mededeling van het (voorgenomen) besluit tot verwijdering. Daadwerkelijke verwijdering vindt niet plaats dan nadat is voorzien in de opvang van de leerling op een andere school onmiddellijk na de verwijdering. Een leerling kan pas definitief verwijderd worden wanneer een andere school zich bereid heeft verklaard de betrokken leerling op te nemen. De directeur is bevoegd de leerling te schorsen voor de tijd die nodig is om in de opvang van de leerling na verwijdering te voorzien. De ouders kunnen bezwaar aantekenen tegen de verwijdering binnen 6 weken na dagtekening van het verwijderingsbesluit. Maken zij binnen 6 weken geen bezwaar dan is het verwijderingsbesluit vanaf dat moment onherroepelijk. Maken zij bezwaar, dan dient het bestuur binnen 4 weken een beslissing te nemen op het bezwaarschrift. Alvorens deze beslissing te nemen, moeten de ouders nogmaals worden gehoord. Tevens dient met de inspecteur en desgewenst met andere deskundigen overleg plaats te vinden. Het bestuur kan de directeur opdragen bedoelde gesprekken te organiseren. De ouders kunnen zowel tijdens de bezwaarfase, als in de daaropvolgende beroepsfase de rechter inschakelen. Tijdens de bezwaarfase kunnen ouders een kort geding aanspannen, waarin zij vragen het bestuur te verbieden tot verwijdering over te gaan.
33
Dit kort geding kan worden voorkomen door bij de uitreiking of toezending van de beslissing tot verwijdering aan te geven dat de leerling de bezwaarfase op school kan afwachten. Ouders kunnen ook de rechter inschakelen in de beroepsfase, als de beslissing op het bezwaarschrift inhoudt dat de leerling van school verwijderd wordt. In het kader van passend onderwijs is er een Geschillencommissie Toelating en Verwijdering ingevoerd. Aan deze commissie kunnen door ouders geschillen worden voorgelegd over: de aanmelding/toelating van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben; de verwijdering van leerlingen; de vaststelling/wijziging van het ontwikkelingsperspectief voor een leerling. De contactgegevens zijn: Geschillencommissie Passend Onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht E-mail:
[email protected] Een brochure voor scholen/besturen en een brochure voor ouders is te downloaden op: http://www.onderwijsgeschillen.nl/passend-onderwijs/geschillencommissie-passend-onderwijs/ Deze brochures geven informatie over de te nemen stappen en het tijdpad. Met de invoering van de Geschillencommissie wil de overheid bereiken dat er voldoende rechtsbescherming wordt geboden bij geschillen. Naar verwachting zal er bij een geschil tussen de ouders en de school of het samenwerkingsverband snel zekerheid zijn over het onderwijs aan een leerling die extra ondersteuning nodig heeft. Het zal tevens tot uitspraken leiden die landelijk duidelijkheid geven over de invulling en uitvoering van passend onderwijs.
Eten en drinken Elke schooldag wordt er rond 10.00 uur iets gegeten en gedronken door de kinderen. Wij vragen u om hiervoor een gezond tussendoortje mee te geven. We willen in de school gezonde voeding blijven promoten. Dit begint bij de broodtrommel en de snack tussendoor. Denkt u hierbij vooral aan melk, vruchtensap, fruit, een boterham of een gezonde koek. Bij de kleuters en groep 3/4 de bekers, pakjes en trommeltjes graag voorzien van naam. Dit tussendoortje is bedoeld om de kinderen snel een kleine oppepper te geven. Elke woensdag is het fruitdag! Vorig jaar hebben alle kinderen vanuit het JOGG (Jongeren op gezond gewicht) een bidon gekregen om het waterdrinken te stimuleren.
Excursies Gedurende het schooljaar worden er voor alle groepen excursies georganiseerd. Deze uitstapjes worden meestal gekoppeld aan projecten waarover we in de klas werken.
Schoolgids 2015-2016
34
Fietsen Bij de school bevindt zich een fietsenstalling. De kinderen mogen op de fiets naar school komen. Afspraak: In verband met de veiligheid is het niet toegestaan om op het schoolplein te fietsen. Tevens is het niet toegestaan om kinderfietsjes, driewielers, skelters, skeelers e.d. mee de school in te nemen.
De school is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan of diefstal van de fietsen. Gevonden voorwerpen Het komt nogal eens voor dat kinderen kleding, gymschoenen, handdoeken e.d. op school achterlaten. Al deze spullen bewaren we enige tijd in de gevonden voorwerpenbak naast het kantoor van de directeur. U kunt te allen tijde een blik werpen in deze bakken. De kleding die niet wordt opgehaald, wordt gewassen en gaat naar het goede doel: Mensen in nood.
Gymnastiek De school heeft de beschikking over een groot gymnastieklokaal naast de school. Bij mooi weer gymmen de kinderen soms buiten. Kleuters De kinderen van groep 1/2 hebben twee keer per week gym. Bij slecht weer wordt er als de gymzaal vrij is ook gegymd in plaats van buiten gespeeld. De gymlessen variëren van dans en spelactiviteiten tot het ontdekken van klein en groot materiaal, zoals pittenzakken, ballen en het klimrek. Wij vragen u de gymtas te voorzien van de naam van uw kind. Een korte broek, T-shirt en gymschoenen (liefst met elastiek!) blijven op school. De gymtas wordt vóór elke vakantie mee naar huis gegeven, zodat u de kleding kunt wassen. Wilt u dan tevens controleren of de gymschoenen nog passen? De eerste schooldag na de vakantie de gymtas graag weer meenemen. Groep 3 t/m 8 Deze kinderen gymmen in de gymzaal. Het is verplicht dat de kinderen gym krijgen in andere kleding dan de kleding waarmee ze in de klas zitten. Een schoon T-shirt met een korte broek is al voldoende. Na iedere gymles gaat de gymkleding mee naar huis. Gymschoenen zijn verplicht in verband met de veiligheid en ter voorkoming van voetwratten. In de bovenbouw mag gebruik gemaakt worden van deodorantrollers. Kinderen die om een speciale reden niet mogen gymmen, moeten zij een briefje van één van de ouders of verzorgers meenemen. In verband met de veiligheid is het niet toegestaan tijdens de gymles sieraden of horloges te dragen. Lange haren mogen niet los hangen, maar moeten in een staart gebonden worden.
35
Hoofdluiscontrole Hoofdluis, een vervelend probleem, maar het kan iedereen overkomen. Het allerbelangrijkste is: Meld het zo snel mogelijk bij de leerkracht van uw kind. Wij willen er als school aan meewerken om de verspreiding van het lastige beestje tegen te gaan. Na iedere vakantie worden de groepen in de klas gecontroleerd door de ‘hoofdluisspecialisten’. Hoofdluiscontrole kan veel narigheid voorkomen. Dit betekent wel dat we er allemaal iets aan moeten doen. Controleer daarom thuis uw kind ook regelmatig op hoofdluis. Bij constatering van hoofdluis krijgen de desbetreffende ouders hiervan bericht. Deze kinderen moeten direct thuis behandeld worden. Zodra het kind behandeld is, mag het weer op school komen. Alle ouders van de groep waar hoofdluis is geconstateerd, krijgen een e-mail.
JeugdSportPas OS In samenwerking met Sportservice Haarlemmermeer doet De Meerbrug mee aan het project JeugdSportPas OS (onder schooltijd). Het project JSP bestaat uit vijf periodes, waarin in elke periode een andere sport onder de aandacht wordt gebracht. Een aangeboden sport bestaat uit vijf lessen: één les onder schooltijd en vier lessen bij de sportvereniging. De kinderen kunnen zich thuis via de website www.sportservicehaarlemmermeer.nl inschrijven voor de vier lessen bij de sportvereniging. De kinderen kunnen zich pas aanmelden na de eerste proefles. Deelnemen aan de vervolglessen bij de sportvereniging is niet verplicht. Het project is voor kinderen uit groep 3 t/m 8. NB.
De oudervereniging neemt de kosten van de clinics voor hun rekening, omdat zij het belang van bewegen bij kinderen willen promoten.
Klassendienst In iedere klas hebben kinderen wisselend de taak om de klas op orde te brengen. De invulling van deze taak verschilt per klas. Het kan een enkele keer voorkomen dat uw kind iets later thuis komt omdat hij of zij klassendienst heeft. Dat zal nooit meer dan tien minuten later zijn.
Klassenouders Iedere klas heeft een werkgroep. Deze ouders vormen de brug tussen leerkracht en ouders als het gaat om extra taken die georganiseerd en uitgevoerd moeten worden. Ook kunnen er in overleg met de leerkracht hand- en spandiensten worden verricht. De namen van de klassenouders kunt u vinden op de website.
Kunstmenu De gemeente Haarlemmermeer biedt de school de mogelijkheid om deel te nemen aan het kunstmenu. Het kunstmenu is een cultureel programma voor scholen. Dit project wordt door de gemeente gesubsidieerd . Er wordt van de school een bijdrage van € 10,00 per kind gevraagd. In vier jaar tijd maken kinderen kennis met verschillende disciplines. Enkele voorbeelden: Workshops beeldende vorming, muziek, theater, beeld en geluid en drama.
Schoolgids 2015-2016
36
Mobiele telefoons Als kinderen een mobiel mee naar school nemen, dan wordt de mobiele telefoon aan het begin van de schooldag ingeleverd bij de groepsleerkracht. Tijdens de schooluren mag de mobiele telefoon niet gebruikt worden. De school is niet aansprakelijk voor eventuele schade of vermissing. De kinderen kunnen gebruikmaken van de schooltelefoon indien nodig.
Onderwijsinspectie Inspectie van het onderwijs: www.owinsp.nl Hier kunt u ook de inspectierapporten over de kwaliteit van scholen terugvinden. Voor vragen over het onderwijs:
[email protected] Telefoon: 1400 (gratis)
Ouderactiviteiten Bij de volgende activiteiten hebben we de hulp van ouders en commissies nodig: - vieringen - feesten (Sinterklaas, Kerst, carnaval, schoolreisje, schoolkamp) - sportevenementen (sportdag, toernooien) - excursies - gast in de klas - overblijven - tuinonderhoud - klussen
Overblijven: Tussenschoolse Opvang (TSO) Stichting Lunchen op School (LoS) verzorgt op De Meerbrug het overblijven (ook wel tussenschoolse opvang of TSO genoemd). Organisatie van het overblijven Tijdens de TSO begeleidt een team van Overblijf Medewerkers de kinderen bij het eten en spelen; De kinderen kunnen na het eten kiezen of zij buiten of binnen willen spelen; Het overblijfteam organiseert regelmatig leuke activiteiten, soms begeleid door professionele partners met wie we samenwerken. Meedoen mag, maar is nooit verplicht. De regels tijdens de TSO komen overeen met de regels die op school gelden; Onze Overblijf Medewerkers ontvangen regelmatig scholing speciaal voor de tso via de Overblijf Academie; De coördinator van LoS is het aanspreekpunt voor ouder(s)/verzorger(s) als u vragen heeft. Ook voor leerkrachten is zij het eerste aanspreekpunt. Tarief schooljaar 2015 – 2016 Het tarief voor de structurele overblijf (vaste dagen in de week) bedraagt € 2,90 per kind per keer. Voor incidentele overblijf (een strippenkaart om af en toe over te blijven) is het tarief € 3,40 per kind per keer. Het inschrijfgeld bedraagt éénmalig € 6,00 per kind. De kosten worden tweemaandelijks vooraf (omstreeks de 28ste van de maand) via automatische incasso geïncasseerd. Voordat de incasso plaatsvindt, ontvangt u via e-mail een notificatie welk bedrag op welke datum van uw rekening wordt afgeschreven.
37
Aan- en afmelden Voor de veiligheid van uw kind controleren wij met een presentielijst of uw kind aanwezig is bij de overblijf. Dat kunnen wij alleen goed doen als u uw kind aan- of afmeldt. We kunnen u dan bellen als uw kind er niet is, maar wel wordt verwacht. Wel zo’n veilig gevoel! Aanmelden hoeft uiteraard niet voor de vaste dagen, maar wel als uw kind incidenteel overblijft. Komt uw kind een keertje niet bij de tso, dan ontvangen we graag uw afmelding. Aan- en afmelden doet u eenvoudig via: 1. de Aan- en Afmeld App voor Android en iOS (downloaden via www.lunchenopschool.nl/app) 2. de Ouder login 3. een briefje met naam van uw kind(eren), datum van aan- of afmelden en handtekening in de LoS brievenbus op school. Coördinator Wilt u contact met de coördinator dan kunt u bellen naar 06 – 18 95 05 55. Mocht een telefoonnummer niet correct zijn of onlangs gewijzigd, dan vindt u bij de Ouder login het juiste telefoonnummer. Ouder login Via de Ouder login kunt u zelf na iedere incasso de factuurspecificaties bekijken en uitprinten. Ook kunt u hier controleren hoe uw kind bij ons geregistreerd is en wijzigingen hierin eenvoudig aan ons doorgeven. Wilt u de opvang stopzetten? Ook dat gaat gemakkelijk via de Ouder login. U ontvangt een persoonlijke inlogcode en instructies voor de Ouder login via de e-mail als we de inschrijving van uw kind hebben verwerkt. Vul hiervoor op het inschrijfformulier uw e-mail adres in. Inschrijven Wilt u gebruik maken van de TSO? Vul dan een inschrijf-/machtigingsformulier volledig in (inclusief handtekening voor de automatische incasso) en lever het in in de speciale LoS-brievenbus op school. U kunt het formulier ook opsturen naar Stichting Lunchen op School, Postbus 11155, 3505 BD Utrecht. Houdt u er wel rekening mee dat u uw kind(eren) twee weken van te voren inschrijft. U kunt het formulier ophalen op school bij de coördinator van LoS of downloaden op www.lunchenopschool.nl, menu Voor de ouders onder inschrijven. Vragen Heeft u vragen? Neem dan gerust contact met ons op. U kunt het Centraal Bureau in Utrecht telefonisch bereiken op werkdagen van 09:00 tot 14:00 uur. U kunt natuurlijk ook een bericht sturen. Dat kunt u het eenvoudigste doen via de Ouder login, menu Contact. Meer informatie over LoS vindt u op www.lunchenopschool.nl Ook Overblijf Medewerker worden? Wilt u als vrijwillige Overblijf Medewerker komen helpen bij het overblijven op onze school? Graag! U ontvangt een vergoeding en kunt diverse cursussen volgen. Ook blijft/blijven uw kind(eren) die dagen gratis over. Voor meer informatie kijkt u op www.wordoverblijfmedewerker.nl.
Schoolgids 2015-2016
38
Parkeren Een school kent 's morgens en 's middags zijn vaste spitsuren. Hoewel alle kinderen in Zwanenburg wonen, worden veel kinderen met de fiets of met de auto naar school gebracht. In verband met de veiligheid van de kinderen wordt er van u verwacht dat u uw auto in de parkeerhavens langs Kinheim parkeert. Dus niet op de rijbaan of op de fietsstrook uw auto parkeren a.u.b.
Pesten Op elke school zijn ze aanwezig: kinderen die regelmatig worden gepest en buiten de groep worden gesloten. Op elke basisschool zijn ook pesters aanwezig, kinderen die bij het pesten het initiatief nemen en zich – ten koste van het slachtoffer – willen bewijzen. Ook zijn er kinderen die zwijgen, toekijken of meedoen met pesten. Kinderen die gepest worden voelen zich alleen staan en zijn vaak niet in staat om iets aan de situatie te veranderen. Ze horen niet bij de groep en meestal vertellen ze niets aan hun ouders of aan de leerkracht. De kans is groot dat deze kinderen zich terugtrekken en hun zelfvertrouwen verliezen. Pesten gaat nooit ‘zomaar vanzelf’ over. Als er niet wordt ingegrepen kan het zelfs verergeren. U vindt het pestprotocol op onze website: http://www.meerbrug.nl/Uploaded_files/Zelf/PDF%202014-2015/pestprotocol(1).pdf Elk signaal dat de school krijgt zal dan ook door het team serieus worden genomen, want we vinden dat een kind zich op school veilig moet voelen. Indien er melding gemaakt wordt van pesten maken wij gebruik van het pestprotocol. Door gesprekken met kinderen en verslaglegging hiervan proberen we het probleem in kaart te brengen en maatregelen te treffen.
Petjes We hebben respect voor ieders eigenheid en uitingsvormen. Daarom is het dragen van petten op het plein of op de gangen toegestaan. Een uitzondering maken we voor het dragen van petjes of andere modegevoelige hoofddeksels in de klas. Tijdens de lessen willen we dat de aandacht gericht is op de ontwikkeling van de leerlingen en niet wordt afgeleid door modeverschijnselen.
39
Peuterspeelzalen In Zwanenburg en omgeving zijn een aantal peuterspeelzalen. Voordat uw kind 4 jaar is, kan hij/zij op de peuterspeelzaal geplaatst worden. Daar kan uw kind op jonge leeftijd al veel plezier beleven aan het contact met andere kinderen. Ook het leren samenspelen en omgaan met nieuwe materialen komt in de peuterspeelzaal aan de orde
Rapportage De kinderen van groep 2 krijgen twee keer per jaar het Onderbouwd-rapport mee naar huis. In dit rapport kunt u de ontwikkelingen met betrekking tot de Onderbouwdactiviteiten lezen. In november en maart vinden de 10- minutengesprekken plaats voor groep 1 en 2. De groepen 3 t/m 8 krijgen tweemaal per jaar (november en juli) een rapport mee naar huis. In november en maart vinden de 10-minutengesprekken over het welbevinden en de vorderingen van het kind plaats. In november is het rapport het uitgangspunt van het gesprek en in maart zijn dat de resultaten van het CITO leerlingvolgsysteem. De ouders ontvangen tijdens dit voortgangsgesprek in maart een uitdraai van het CITO leerlingvolgsysteem. In groep 8 vindt er in november een tien- minutengesprek plaats aan de hand van de uitslag van de NIO, CITO leerlingvolgsysteem en bevindingen van de leerkracht. In februari wordt het definitieve schooladvies over het vervolgonderwijs met de ouders besproken.
Rookverbod Roken in school en op het schoolplein is niet toegestaan.
Schoolfotograaf Ieder jaar wordt de school bezocht door een beroepsfotograaf. In de tweede schoolweek zal hij onze school weer aandoen. Hij maakt naast de individuele foto's ook een groepsfoto en indien gewenst een kiekje van de kinderen uit één gezin.
Schoolkamp Het schoolkamp van groep 8 duurt vier dagen en is altijd een bijzondere happening. Dit kamp staat gepland op 17 mei t/m 20 mei 2015. De groep wordt begeleid door 3 leerkrachten en enkele ouders. Er wordt veel gesport, gespeeld en natuurlijk mag ook een nachtspel niet ontbreken. Het schoolkamp van groep 8 vormt een mooie afsluiting van de basisschooltijd van deze leerlingen.
Schoolgids 2015-2016
40
Schoolreis, schoolkamp en schoolfeest Dit schooljaar wordt er voor alle kinderen een groot themafeest georganiseerd. De gehele dag staat in het teken van het thema, denk hierbij aan bijvoorbeeld ‘Piraten’. Die dag mogen de kinderen ook verkleed naar school komen. In het schooljaar 2016-2017 gaan de kinderen van groep 1 t/m 4 een dagje uit en de kinderen van groep 5 t/m 7 twee dagen naar de Blokhut in Santpoort. De kinderen overnachten dan één nacht. Eén keer in de driejaar wordt er voor de leerlingen van groep 1 t/m 7 een schoolreisje georganiseerd. Het reisdoel is iedere keer anders, denk bijvoorbeeld aan Drievliet of Duinrell. Het schoolreisje vindt plaats in de maand mei of juni. Voor alle leerlingen van de school is er een school T-shirt. Dit vergroot nl. de veiligheid en herkenbaarheid van de kinderen. Daarnaast zijn de begeleiders ook duidelijk herkenbaar in hun T-shirt met de naam en het logo van school.
Schoolshirt Op onze school wordt bij gemeenschappelijke activiteiten (bijv. schoolreisje of sportdag) een school-T-shirt gedragen. Het shirt is voorzien van de naam en het logo van school.
Schooltijden Groep 1 t/m 4: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.45 uur - 12.00 uur 13.00 uur - 15.15 uur Woensdag: 08.45 - 12.30 uur Vrijdagmiddag vrij Groep 5 t/m 8: Maandag, dinsdag, donderdag, vrijdag: 08.45 uur - 12.00 uur 13.00 uur - 15.15 uur Woensdag: 08.45 uur - 12.30 uur De schoolbel gaat om 08.40 uur en 12.55 uur. De lessen beginnen om 08.45 uur en 13.00 uur. Tien minuten voordat de school ‘s ochtends begint, mogen de kinderen van groep 1 en 2 door hun ouders naar de klas gebracht worden. De andere groepen blijven buiten op de speelplaats totdat de bel gaat. Voor de groepen 3 t/m 8 is er dagelijks een speelkwartier van 10.15 uur - 10.30 uur.
41
Speelplaats Tenminste 15 minuten voor aanvang van de lessen zijn er leerkrachten buiten en zij houden dan toezicht op de speelplaats. Op de speelplaats mag vrij worden gespeeld zolang er leerkrachten op school zijn. In verband met de veiligheid is fietsen op de speelplaats te allen tijde voor iedereen verboden. Om 08.30 uur en om 12.45 uur is het alleen toegestaan om in de arena te voetballen.
Sponsoring De Meerbrug hanteert de volgende afspraken: Bedrijven die onze school willen sponsoren doen dit vanuit maatschappelijke betrokkenheid; Bedrijven mogen de lesinhoud van onze school niet beïnvloeden; Bedrijven mogen de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van onze school niet in gevaar brengen.
Sportevenementen Er vinden regelmatig buiten schooltijd sportevenementen plaats. De organisatie van de evenementen ligt in handen van de sportcommissie. Op deze dagen hebben we de hulp nodig van ouders voor het vervoer en begeleiding. Op dinsdag na school (15.30 uur - 16.30 uur) mogen kinderen van groep 3 t/m 8 gratis deelnemen aan de sportactiviteiten georganiseerd door Sportservice Haarlemmermeer.
Stagiaires Onze school werkt samen met de Pedagogische Academie Basis Onderwijs (PABO). U kunt op verschillende dagen PABO-studenten op onze school aantreffen. Zij geven les onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. Een LIO’ er is een PABO-student die zijn studie bijna afgerond heeft. In het laatste jaar is hij/zij voor langere tijd aan de basisschool verbonden. In deze periode mag hij/zij zelfstandig lessen geven. Zijn/haar mentor, de groepsleerkracht, blijft natuurlijk verantwoordelijk voor de goede gang van zaken in de klas. Ook hebben wij stagiaires van het SPW3 (Sociaal Pedagogisch Werker) van het Nova College. Zij geven ondersteuning in groep 1 t/m 8.
Stichting Leergeld Haarlemmermeer Ouders en verzorgers die wonen in de gemeente Haarlemmermeer met maximaal 110% van het minimum inkomen, kunnen bij Leergeld Haarlemmermeer hulp aanvragen via het aanvraagformulier. Dit kan variëren van de aanvraag voor schoolse- en buitenschoolse activiteiten, lessen op cultureel en muzikaal gebied, zwemlessen en eventueel hulp in natura. Voor meer informatie: 06-29352218 E-mail:
[email protected] Website: www.meerleergeld.nl
Schoolgids 2015-2016
42
Te Laat komen Wanneer de schoolbel gaat, moeten alle kinderen naar binnen. Om 08.45 en 13.00 uur beginnen wij met de lessen. De schoolbel gaat om 08.40 uur en 12.55 uur. Het is erg storend voor kinderen en leerkrachten als er dan leerlingen komen ‘binnendruppelen’. Kinderen die te laat komen, wachten voor de klassendeur. De leerkracht geeft aan wanneer het kind naar binnen mag.
Telefonische bereikbaarheid Aan het begin van het schooljaar krijgt uw kind het bereikbaarheidsformulier mee naar huis. Dit door u ingevulde formulier bewaart de leerkracht in de groepsmap. Indien u van telefoonnummer verandert (en dat gebeurt met mobiele nummers nogal eens) dan verzoeken wij u om dit zo spoedig mogelijk aan de school door te geven.
Veilige school Bij ons op school zijn een preventiemedewerker en bedrijfshulpverleners aanwezig. Zij zorgen ervoor dat de sociale en fysieke veiligheid in en om school goed geregeld is en nemen waar nodig maatregelen ter verbetering. Ook hebben zij o.a. de verantwoordelijkheid om voor een goed ontruimingsplan te zorgen bij calamiteiten zoals brand, en regelen daartoe een aantal keren per jaar een ontruimings-oefening. Op school hebben we vier bedrijfshulpverleners (BHV-ers), die jaarlijks een cursusdag volgen voor het goed kunnen uitoefenen van hun taak.
Verantwoordelijkheid Als u uw kind tijdens de schooluren komt of laat ophalen, willen wij u er op attenderen, dat u de verantwoordelijkheid van de school gedurende de afwezigheid overneemt. Als de kinderen weer op school zijn, vallen de kinderen weer onder verantwoordelijkheid van school. U kunt de school op geen enkele wijze aansprakelijk stellen voor voorvallen die plaatsvinden gedurende deze afwezigheid.
Verjaardagen Trakteren Als uw kind jarig is, mag dat natuurlijk ook op school in de klas gevierd worden. De gewoonte is dat er in de eigen groep getrakteerd wordt en dat de jarige een verjaardagskaart mag uitzoeken. Na het trakteren mag de jarige met twee vriendjes en/of vriendinnetjes in de pauze de groepen rond. Een gezonde, maar kleine traktatie wordt zeer op prijs gesteld.
Vervanging van leerkrachten Wanneer er door ziekte of door een andere omstandigheid een leerkracht niet aanwezig is dan doet de school haar uiterste best dit intern op te lossen. In de eerste plaats door het regelen van een vervanger, hetzij uit de bovenschoolse vervangingspool, hetzij uit ons eigen lerarenbestand. Bij gebrek aan invallers halen we een noodscenario uit de kast: Een stagiair(e) neemt onder toezicht waar voor de eigen klas; De groep wordt verdeeld (niet langdurig); Een ambulante leerkracht springt in (niet langdurig); De directeur springt slechts in bijzondere gevallen gedurende een korte tijd in.
43
Verlofregeling Vierjarige kinderen in Nederland mógen onderwijs volgen en bijna alle kleuters doen dat. Een keer een dagje ‘thuis bijkomen’ is prima, maar regelmaat, ook voor de andere kinderen in de kleutergroep, wordt zeer op prijs gesteld. Als uw kind vijf jaar is, moet uw kind naar school. Uw kind is dan leerplichtig. In de maand nadat uw kind vijf jaar wordt, gaat uw kind vanaf de eerste schooldag naar school. Voor sommige kinderen van vier of vijf jaar is de schooldag vermoeiend. Daarom hoeven ze nog niet de hele week naar school. Tot zes jaar mag uw kind vijf uur per week thuis blijven. En- als het echt nodig is- mag het zelfs maximaal tien uur thuisblijven. Wilt u uw kind thuishouden? Dan bespreekt u dit wel vooraf met de directeur van de school. U mag deze uren niet opsparen voor bijvoorbeeld een vakantie. Als een kind 6 jaar geworden is, kan het geen gebruik meer maken van deze regeling. Alleen in bijzondere omstandigheden kan er schriftelijk verlof aangevraagd worden bij de directeur. Er wordt in principe aan uw kind geen verlof toegekend wanneer u met uw gezin buiten de schoolvakanties op vakantie gaat of wanneer u vrijaf wilt voor een lang weekend of een dagje uit. 1. Vakantieverlof Een verzoek om vakantie op grond van artikel 13a van de Leerplichtwet 1969 dient minimaal 2 maanden tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Vakantieverlof wordt alleen dan verleend, wanneer:
Wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders, voogden of verzorgers het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan. Een werkgeversverklaring wordt voorgelegd waaruit blijkt dat geen verlof in de officiële schoolvakanties mogelijk is.
Vakantieverlof mag:
Eénmaal per schooljaar worden verleend. Niet langer duren dan 10 schooldagen. Niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar.
2. Gewichtige omstandigheden 10 schooldagen of minder Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen of minder dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: Voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden. a) Voor een verhuizing voor ten hoogste 1 dag. b) Voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende. c) Bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m 3e graad; duur in overleg met de directeur.
Schoolgids 2015-2016
44
d) Bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste 4 dagen; bloed- of aanverwanten in de 2e graad voor ten hoogste 2 dagen; van bloed- en aanverwanten in de 3e of 4e graad ten hoogste 1 dag. e) Bij 25-, 40- en 50 jarige ambtsjubileum en het 12½ -, 25-, 40-, 50- en 60-jarige huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor 1 dag. f) Voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. 3. Gewichtige omstandigheden meer dan 10 schooldagen per jaar Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient van tevoren via de directeur van de school bij de Leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. Verlof indien:
De ouders een verklaring van een arts of een maatschappelijk werker kunnen overleggen waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van een medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden. Voor ander naar het oordeel van de leerplichtambtenaar belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof.
Belangrijk om te weten: De directeur is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen die ouders die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden, zal proces-verbaal worden opgemaakt. Bezwaar en beroep Als u het met een genomen beslissing niet eens bent kunt u een bezwaarschrift indienen bij de directeur (in geval van een verlofaanvraag voor tien schooldagen of minder) of de leerplichtambtenaar van uw woongemeente (in geval van een verlofaanvraag voor meer dan tienschooldagen).
Het vakantierooster vindt u op de website: http://www.meerbrug.nl/welkom-op-de-meerbrug/vakantierooster-n-studiedagen-20152016/ Vervoersprotocol De wet Er is in de wet veel geregeld over het vervoer van passagiers in een auto. In de Wegenverkeerswet staat nadrukkelijk dat je onder alle omstandigheden het andere verkeer niet in gevaar mag brengen. Dat geldt ook voor de inzittenden in de eigen auto. In de auto De basisregel is dat kinderen kleiner dan 1,35 m in een goedgekeurd en passend kinderzitje moeten zitten. Goedgekeurd zijn zitjes met labels ECE R44/03 en R44/04. Passend is: Geschikt voor de lengte en het gewicht van het kind. De voorschriften voor het gebruik van autogordels en kinderbeveiligingssystemen worden hierna schematisch weergegeven.
45
Voor in de auto Als er gordels aanwezig zijn: Kinderen van ten minste 1,35 meter en volwassenen. Verplicht gebruik van de beschikbare gordel. Kinderen korter dan 1,35 meter Verplicht gebruik van een geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem. Achter in de auto Als er gordels aanwezig zijn: Kinderen van ten minste 1,35 meter en volwassenen: Verplicht gebruik van de beschikbare gordel. Uitzondering 1: Binnen de bebouwde kom in autobussen met staanplaatsen en in autobussen terwijl die voor stadsof streekvervoer worden gebruikt. Uitzondering 2: Er mogen meer kinderen van ten minste 1,35 meter en volwassen passagiers worden vervoerd dan er gordels zijn, zolang de aanwezige gordels maar worden gebruikt. Kinderen korter dan 1,35 meter: Verplicht gebruik van een geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem. Uitzondering 1: Kinderen van 3 jaar en ouder mogen een autogordel gebruiken in plaats van een kinderbeveiligingssysteem als er op de desbetreffende zitbank al twee kinderzitjes zijn aangebracht en in gebruik zijn, en er geen plaats meer is voor en derde zitje. Uitzondering 2: Kinderen vanaf 3 jaar mogen de autogordel gebruiken bij vervoer door een ander persoon dan de eigen (pleeg)ouder in incidentele gevallen waarin redelijkerwijze niet verwacht kan worden dat de bestuurder een kinderbeveiligingssysteem bij zich heeft. Het dient hierbij om vervoer over beperkte afstand te gaan, zoals vervoer van een sportteam naar een uitwedstrijd.
Verzekering tijdens schooltijd Stichting de La Salle heeft een verzekeringspakket afgesloten dat is afgestemd op de specifieke onderwijssituatie in het basisonderwijs. Dit verzekeringspakket (de standaardpakketpolis Bond K.B.O.) is na een risicoanalyse van het totale schoolgebeuren tot stand gekomen en voorziet o.m. in de navolgende verzekeringsrubrieken. Algemene Aansprakelijkheidsverzekering voor onderwijsinstellingen Deze verzekering dekt de aansprakelijkheid van de school (bestuur, leerkrachten, oudervereniging, vrijwilligers etc.) voor schade aan goederen en letselschade van derden. Tevens is de individuele aansprakelijkheid van de leerlingen verzekerd tijdens verblijf op school of tijdens evenementen in schoolverband. Deze uitbreiding ten aanzien van de leerlingen is echter uitsluitend van kracht voor zover daarvoor elders geen dekking aanwezig is. Indien elders wel in een dekking is voorzien, maar hierop een eigen risico van toepassing is, dan valt dit buiten de verzekering. Indien u dit verzekerd wenst, dan kunt u gebruik maken van de aanvullende verzekering
Schoolgids 2015-2016
46
Ongevallen Het verzekeringspakket voorziet in een collectieve ongevallenverzekering gedurende de schooluren c.q. evenementen in schoolverband. Ook is de verzekering van kracht gedurende het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd. De verzekering kent uitkeringen in geval van: - overlijden - blijvende invaliditeit - tandheelkundige hulp Reisverzekering. Voor schoolreisjes en excursies is er een doorlopende reisverzekering in het pakket opgenomen. Dit onderdeel kent een reisbagageverzekering voor bijvoorbeeld vermissing of beschadiging van kleding en bagage tijdens genoemde uitstapjes.
Website Op onze website vindt u naast algemene informatie, de jaarkalender, aan het begin van elke maand de nieuwsbrief, foto’s van evenementen op school, de informatie- en schoolgids, wetenswaardigheden, interessante links en downloads. In al onze publicaties zullen we de grootste zorg besteden aan de privacy van de kinderen. Heeft u nog tips voor onze website, dan horen wij dat graag. www.meerbrug.nl
47