0
Inhoudstafel Inhoudstafel....................................................................................................................1 Voorwoord .....................................................................................................................2 1. Algemene kenmerken van de biomarkt .....................................................................3 1.1. Internationale markt ........................................................................................3 1.2. Cyclische markt ..............................................................................................3 1.3. Aanbod reageert vertraagd op de vraag ..........................................................3 1.4. Kleine markt....................................................................................................3 2. De biomarkt in België en Europa...............................................................................4 2.1. Algemeen ........................................................................................................4 2.2. België ..............................................................................................................5 2.3. Duitsland .........................................................................................................5 2.4. Verenigd Koninkrijk .......................................................................................6 2.5. Frankrijk..........................................................................................................6 2.6. Denemarken ....................................................................................................6 2.7. Nederland........................................................................................................7 2.8. Italië ................................................................................................................7 3. Internationale markt voor biologische groenten ........................................................8 3.1. Algemeen ............................................................................................................8 3.2. Europa .................................................................................................................8 3.2.1. Algemene cijfers ..........................................................................................8 3.2.2. Italië .............................................................................................................9 3.2.3. Verenigd Koninkrijk ....................................................................................9 3.2.4. Duitsland ......................................................................................................9 3.2.5. Frankrijk.....................................................................................................10 3.2.6. Spanje.........................................................................................................11 3.2.7. Polen en Hongarije.....................................................................................11 3.2.8. Nederland...................................................................................................11 4. Belgische markt voor biologische groenten.............................................................12 4.1. De productie van biologische groenten in Vlaanderen .....................................12 4.2. Sector van de industriegroenten........................................................................13 4.3. Export van Belgische biogroenten ....................................................................14 4.4. Vraag naar biologische groenten in België.......................................................14 5. Afzetkanalen ............................................................................................................15 6. Prijsvorming.............................................................................................................18 7. Gevalstudie: witloof.................................................................................................19 7. Marktkansen.............................................................................................................22 8. Bronnen....................................................................................................................23 9. Belangrijke adressen ................................................................................................24
1
Voorwoord De biologische markt is een kleine markt met relatief weinig spelers en met strikte productieregels. Om deze redenen is deze markt zeer gevoelig voor ernstige schommelingen van vraag en/of aanbod. Afnemers worden hierdoor te vaak geconfronteerd in discontinuïteit in het aanbod, terwijl landbouwers regelmatig met ondermaatse prijsvorming te kampen hebben. Eén van de sleutels om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen is het verhogen van de markttransparantie. Deze marktstudie wil hier alvast een bijdrage toe leveren.
Paul Verbeke Verantwoordelijke ketenontwikkeling BioForum Vlaanderen
2
1. Algemene kenmerken van de biomarkt 1.1. Internationale markt De markt voor biologische producten is een internationale markt. Wat op de Vlaamse of Belgische markt gebeurt, wordt rechtstreeks of onrechtstreeks beïnvloed door de markttendensen in de ons omringende landen. Onze inlandse biomarkt is vele malen kleiner dan in die landen en ondergaat zeer sterk de marktschommelingen in landen met een grotere biologische markt. Het is wel zo dat sommige Belgische marktdeelnemers een principiële voorkeur geven aan Belgische producten voor zover deze marktconform worden aangeboden.
1.2. Cyclische markt Een tweede belangrijk kenmerk van de biomarkt is dat deze zéér cyclisch is. De meeste landbouwgerelateerde markten kennen een zogenaamde “aardappelcyclus”. Perioden van aanbodkrapte en hoge prijzen wisselen af met perioden met productoverschotten en lage prijzen.
1.3. Aanbod reageert vertraagd op de vraag In de biomarkt wordt deze zogenaamde “aardappelcyclus” versterkt door de wachtperiode die omschakelende boeren moeten respecteren vooraleer ze hun producten op de biomarkt kunnen verkopen. Deze omschakelperiode bedraagt 2 jaar voor melkvee. Door deze relatief lange omschakelperiode is het behoorlijk moeilijk om soepel in te spelen op wijzigende marktomstandigheden. Bovendien wordt in de praktijk de omschakelperiode verlengd door de tijd die de landbouwondernemer nodig heeft om informatie in te winnen en beslissingen te nemen. In de praktijk worden tekorten of overschotten aan biologische melk opgevangen door import en export van melk vanuit regio’s met een productieoverschot naar regio’s met een productietekort.
1.4. Kleine markt Ondanks de zeer goede groeicijfers van de voorbije jaren is de biomarkt nog steeds zeer klein in verhouding tot de reguliere markt. Hierdoor is het evenwicht tussen vraag en aanbod zeer broos. Het toetreden tot de markt van enkele grote producenten kan tijdelijk een overaanbod veroorzaken. Ook het omgekeerde is mogelijk.
3
2. De biomarkt in België en Europa 2.1. Algemeen De markt voor biologische producten in de EU wordt op 16 miljard Euro geschat, zijnde een groei van +6,7% in verhouding tot 2006. In 2008 groeide de markt in de meeste landen verder, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk. Uit onderstaande tabel leiden we af dat Duitsland en het Verenigd Koninkrijk de grootste biomarkten zijn in Europa. Opvallend zijn ook de zeer sterke groeicijfers.
In algemene termen kende de biologische sector een sterke groei in de periode 1993 tot 2001. Door de steeds toenemende vraag naar bioproducten begon ook het aanbod aan biologische voedingsmiddelen steeds verder te groeien. De voedselcrisissen rond de millenniumwissel zorgden zelfs voor een ongekende toename van de vraag naar biologische producten. Deze sterke groei zorgde uiteindelijk in 2001 voor een oververhitting van de markt. Einde 2001 werd een evenwicht tussen vraag en aanbod bereikt. Omdat het aanbod aan bioproducten sneller toenam dan de vraag kwam zelfs gauw een overschot aan producten. Vrij snel nam ook de motivatie voor reguliere telers om om te schakelen af. Gelukkig bleef de vraag wel steeds verder stijgen en na de noodzakelijke herstructureringen begon de nationale en internationale markt voor biologische zuivel medio 2005 weer aan te trekken. Van begin 2006 tot einde 2008 kende de biologische markt opnieuw een periode van een relatief tekort aan producten en een goede prijsvorming. In 2009 kende de internationale biomarkt een eerder 4
beperkte groei. In het licht van de wereldwijde krediet- en economische crisis in het najaar 2008 en 2009, en in vergelijking tot de gangbare voedinsgsector, is dit een behoorlijk resultaat.
2.2. België De bestedingen van de Belgische gezinnen aan biologische producten, opgemeten door GfK Panelservices Benelux in opdracht van VLAM, bedroeg in 2008 304,6 miljoen euro of +25,6% ten opzichte van 2007. Deze bestedingsstijging wordt gedeeltelijk verklaard door een bredere dekking van de biomarkt door GfK en de inflatie. De rest van de bestedingsgroei komt op rekening van een gestegen penetratie, een hogere aankoopfrequentie en een hoger besteedde bedrag per aankoop. Het marktaandeel van bio kwam vorig jaar uit op 1,3% tegenover 1,1% het jaar ervoor. Het grootste marktaandeel hebben de biologische vleesvervangers (23%) en het kleinste de vleeswaren (0,4%). Biozuivel en biovlees deden het vorig jaar zeer goed en wisten hun aandeel in de biokorf te vergroten. 79,2% van de Belgische gezinnen kocht in 2008 wel eens een bioproduct. De meeste biokopers vinden we in de groente- en de zuivelrayon. De jonge alleenstaande is een frequent biokoper. De klassieke supermarkt (Dis 1) blijft met 48,5% marktaandeel het belangrijkste aankoopkanaal voor bio. Het aandeel van natuurvoedingswinkels groeide vorig jaar, vooral onder impuls van BioPlanet, van 25,3% naar 28,6%. De buurtsupermarkt zag haar aandeel krimpen en de andere kanalen bleven quasi stabiel. De prijsverschillen tussen bio en gangbaar zijn verschillend van product tot product. Gemiddeld werd het prijsverschil kleiner omdat meestal het gangbare product duurder werd.
2.3. Duitsland Algemeen kende de Duitse biosector een gemiddelde omzetstijging van 10% per jaar sedert 2000. Door een aanbodtekort en bijhorende hoge prijzen in het eerste semester van 2008 vertraagde de omzetgroei voor het eerst in jaren. In de 2e jaarhelft van 2008 trok de markt echter opnieuw aan, ondanks de zeer slechte economische tijdingen. Uiteindelijk blijkt de omzet in 2008 toch nog met 10% gestegen te zijn tot € 5,8 miljard. De omzetgroei was voornamelijk toe te schrijven aan zuivelproducten en vleeswaren. In 2009 trad een stagnatie op van de gerealiseerde omzet. Deze was vooral te wijten aan een algemene prijsverlaging, weliswaar bij een stijgend verkoopsvolume. Kenmerkend is de toename van gespecialiseerde biologische supermarkten (+83 nieuwe vestigingen groter dan 200m2). Dit ging wel ten koste van de kleinere natuurvoedingswinkels (147 sluitingen van winkels <100m2). Bioproducten zijn ook opvallend aanwezig bij de typische discounters als Plus, Aldi en Lidl. In de loop van 2009 werd het bio-assortiment bij de discounters wel enigszins versmald. (BioHandel)
5
2.4. Verenigd Koninkrijk Het Verenigd Koninkrijk is reeds lange tijd afhankelijk van import om aan de inlandse vraag naar biologische producten te voldoen. Als gevolg van de devaluatie van het Britse Pond tegenover de Euro is deze import van (bio-)producten in 2008 veel duurder geworden. Tegelijkertijd was er begin 2008 schaarste aan biologische groenten en fruit, waardoor de beschikbaarheid afnam en prijzen stegen. Bovendien sloeg de financiële en economische crisis uitermate hard toe in het Verenigd Koninkrijk met een daling van het BNP en een stijgende werkloosheid als gevolg. In dezelfde periode gingen ook de supermarkten elkaar meer beconcurreren op prijs wat er toe geleid heeft dat de opname en doorstroom van biogroenten achtergebleven is. Omdat veel bioproducten voor de Britse markt, op het vasteland worden geteeld, leidde dit tot een relatief overaanbod op het vasteland. Ondanks deze algemeen moeilijke context noteerde de Britse biosector een lichte groei van 1,7%, wat opmerkelijk minder is dan de groeicijfers van meer dan 10% in de voorbije jaren. De groei werd voornamelijk in de eerste jaarhelft van 2009 gerealiseerd.
2.5. Frankrijk De omzet van de biologische voedingsmarkt was €2,6 miljard waard in 2008 (Agence Bio 2009). Dit is 25% meer dan in 2007. Tussen 1999 en 2005 nam de markt jaarlijks met gemiddeld 10% toe. Vanaf 2006 is zelfs een groeiversnelling opgetreden. In 2008 had bio een marktaandeel van 1,7%. Belangrijk is ook de toegenomen omschakeling van het landbouwareaal van +36,4% in 2008 in vergelijking tot 2007. Dit wordt gerealiseerd door +11% meer landbouwers. Ook voor 2009 werd een duidelijke toename van het bio-areaal genoteerd. Een belangrijke reden voor de sterke groei van de productie is ongetwijfeld de hernieuwde Franse landbouwpolitiek met de ambitieuze doelstelling om het bio-areaal te verdrievoudigen tot 1,6 miljoen ha tegen 2012. De overheid heeft vooropgezet om 20% van de openbare catering (ziekenhuizen, scholen, ...) te besteden aan biologische producten en dit tegen 2012. Een ander instrument om de nationale bioproductie op te drijven is het beter structureren van de verschillende productkolommen. Dit wordt gerealiseerd middels een stimuleringsfonds voor bedrijven. Bedrijven die er zich contractueel toe verbinden om de vraag en het aanbod van bioproducten beter op elkaar af te stemmen, worden hiertoe financieel ondersteund. Het stimuleringsfonds besteedt 3 miljoen Euro per jaar en dit gedurende 5 jaar. (www.agencebio.org > actualité)
2.6. Denemarken Denemarken is het land met de hoogste biologische consumptie van Europa. 3,65% van de totale voedingsmiddelenmarkt is biologisch. In 2008 kwam dit overeen met 604 miljoen Euro omzet. Vooral verse producten domineren de biologische markt. 80% van de distributie verloopt via supermarkten.
6
2.7. Nederland De consumptie van biologische voeding in Nederland is goed voor een omzet van 583,4 miljoen Euro. Dit is een groei van 12,4% in vergelijking met 2007 en een marktaandeel van 2,1%. Voor versproducten bedraagt het marktaandeel 2,8%. De belangrijkste afzetkanalen zijn de supermarkten (44%) en de speciaalzaken (40,2%). Opvallend is de verdubbeling van de omzet in de cateringsector (€ 46,1 miljoen Euro in 2008; 3,6% marktaandeel). Een belangrijke stimulans voor deze groei is ongetwijfeld de eis voor duurzaamheid als onderdeel van de aanbestedingscriteria van de overheid.
2.8. Italië De Italiaanse markt is in 2008 zo’n 5,4% in omzet gestegen in vergelijking met 2007. In de eerste jaarhelft van 2009 werd een groei genoteerd van 7% (Ismea/AC Nielsen). Dit brengt de totale omzet op 1.970 miljoen Euro. Belangrijkste groeisectoren zijn fruit en groenten met zo’n 20% omzetgroei. De biologische supermarktketen, NaturaSì, met 66 biologische winkels realiseerde een groei van 15% in de eerste jaarhelft van 2009. (en.greenplanet.net)
7
3. Internationale markt voor biologische groenten 3.1. Algemeen Algemeen kan gesteld worden dat 2009 een eerder stabiel jaar was met weinig verschuivingen in vergelijking met het voorgaande jaar. Ondanks de financiële en economische crisis lijkt de verkoop van bioproducten vrij goed stand te houden. Hiervoor zijn wellicht 2 mogelijke verklaringen. Enerzijds blijkt de typische bioconsument een bewuste en overtuigde consument die trouw blijft aan bio. Een 2e mogelijke verklaring is dat de bioconsument minder te lijden heeft onder de moeilijke economische omstandigheden.
3.2. Europa 3.2.1. Algemene cijfers De belangrijkste productielanden voor biologische groenten in Europa zijn Italië, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Polen, Nederland, Griekenland, Oostenrijk, Denemarken, Hongarije en Zweden. In totaal gaat het om 96.000ha, wat overeenkomt met 6% van het totale Europese groentenareaal. In de meeste landen nam het productie-areaal toe in de voorbije jaren, met uitzondering van Italië waar het biologisch groentenareaal terugliep. Dit resulteerde in een stagnatie van het totale oppervlak. De belangrijkste groentengewassen zijn tomaten, de verschillende vruchtgroenten en wortelen. Preciese gegevens hierover zijn moeilijk te vinden. Hiertegenover is België het kleine broertje. De biologische groentemarkt is dan ook een internationale markt die in Europa bepaald wordt door de grote Europese spelers. België is bijgevolg genoodzaakt om de markttendensen te volgen, eerder dan deze te kunnen bepalen.
8
3.2.2. Italië Italië was tot 2008 het land met het grootste bio-areaal in Europa, met zo’n 1 miljoen ha. De belangrijkste productiegebieden zijn Sicilië en Calabrië. Op 30.000 ha worden groenten geteeld. Dit areaal is de voorbije jaren echter lichtjes gekrompen. De belangrijkste gewassen zijn tomaten (±15%), slasoorten (±6%), paprika, courgetten, en venkel. Een belangrijke speler op de Italiaanse markt is Canova (Almaverde Bio) met een groei van 15% in volume in de eerste jaarhelft van 2009 in vergelijking tot dezelfde periode in 2008. Gezien de dalende prijzen was de omzetgroei beperkt tot +6%. Italië is een belangrijk exportland voor biologische groenten en fruit, naar alle NoordWest Europese landen en dit vooral in de wintermaanden en de lente.
3.2.3. Verenigd Koninkrijk In het Verenigd Koninkrijk wordt op zo’n 10.660 ha biologische groenten geteeld. Het wisselvallige weer in het Verenigd Koninkrijk, versterkt door een verschuiving van het klimaat naar warmere zomers en nattere winters, maakt het telen van groenten niet eenvoudig. Door hetzelfde wisselende weerspatroon is ook de vraag naar typische zomer- of wintergroenten zeer onvoorspelbaar. Gevolg van dit alles is dat telers creatief en innovatief moeten zijn op het vlak van productie en vermarkting. Er is een duidelijke trend naar meer directe verkoop. Dit is ongetwijfeld ook een reactie op de toenemende marktmacht van de grote Britse supermarktketens die 73% van de totale bio-omzet voor hun rekening nemen. Hierbij worden ongeveer 40% van de biologische groenten geïmporteerd vanuit het vasteland. Export naar het Verenigd Koninkrijk wordt echter wel bemoeilijkt door de strenge kwaliteitseisen, gecombineerd met relatief hoge transportkosten. Ook de zwakke positie van het Pond ten opzichte van de Euro bemoeilijken de export. Prijsevoluties voor biologische groenten in de UK, kunnen teruggevonden worden via de website www.soilassociation.org
3.2.4. Duitsland In Duitsland werd in 2008 zo’n 10.600ha biologische groenten geteeld op ongeveer 2000 landbouwbedrijven. Dit komt overeen met 10% van het totale groentenareaal. Belangrijkste gewas is wortelen (1.400ha). Biologische groenten waren in 2009 goed voor 9,1% van de biologische omzet. Dit is lichtjes minder dan in 2008 (10,6%). De best verkopende biogroente is eveneens wortelen (± 50%). Daarnaast behoren ook tomaten, komkommers, ajuin, paprika, courgettes, pompoenen, asperges, bloemkool en broccoli tot de best verkopende biologische groenten. Het hoge marktaandeel voor biologische wortelen wordt toegeschreven aan het engagement van discounters voor dit product in vergelijking tot andere producten. Wortelen zijn relatief makkelijk biologisch te telen, hebben een zeer goede houdbaarheid en zijn jaarrond verkrijgbaar. Bovendien hebben de discounters zelf ook een belangrijk marktaandeel in Duitsland. Naast aardappelen en eieren zijn het de best verkopende bioproducten bij de discounters.
9
De afzet voor biologische groenten en fruit kreeg een enorme boost in Duitsland, toen discounters als Aldi, Lidl en Plus in 2005 enkele basisgroenten opnamen in hun assortiment. Dit werd ingegeven door een algemeen toegenomen consumentenvraag die op zijn beurt aangewakkerd was door acties van Greenpeace en andere milieu- en consumentenorganisaties. Zo werd een ranking gemaakt van supermarkten volgens de aanwezigheid van residuen in de aangeboden AGF. Een tweede gevolg van deze acties was dat de meeste supermarkten bovenwettelijke eisen begonnen te stellen aan hun leveranciers op het vlak van residuën. Dit heeft de interesse voor de biologische teelt aangewakkerd bij gangbare telers.
3.2.5. Frankrijk Met 8.486ha in 2008, is het areaal biologische groenten in Frankrijk, sterk gegroeid in verhouding tot 2007 (+14,2%). Dit komt overeen met 2,2% van het totale areaal aan groenten. Bretagne is het belangrijkste productiegebied voor biologische groenten (2.100ha) in Frankrijk, gevolgd door de regio’s Midi-Pyrénées en de Loire-streek.
10
3.2.6. Spanje Spanje is duidelijk een groeiland op het vlak van de productie van biologische groenten en fruit. In 2009 telde Spanje 1,1 miljoen ha bioland en werd daarmee het land met het grootste bio-areaal in Europa. In 2008 groeide het teeltoppervlak voor biologische producten er met 33% in vergelijk met 2007. Andalusië is de belangrijkste Spaanse regio met een aandeel van 60% van het totale biologische landgebruik in Spanje. De regio rond Murcia telde in 2009 60.000 ha biologisch land, wat een toename is van 61% in vergelijking met 2008. Spanje is vooral afhankelijk van export van zijn bioproductie. De interne Spaanse markt is beperkt, maar wel sterk groeiend.
3.2.7. Polen en Hongarije Hoewel de Oost-Europese landen slechts een beperkte bio-markt hebben, is er wel een belangrijk productiepotentieel. Een belangrijk deel van de Oost-Europese productie wordt in West-Europa geconsumeerd.
3.2.8. Nederland Het totale areaal aan biologische groenten in Nederland is ongeveer 4.200ha Bewaarwortelen 593 Busselwortelen 96 Uien 600 Bonen 1.147 Kool 253 Kapucijners 60 Bloemkool 89 Erwten 11 Broccoli 41 Overige groenten 510 Rode biet 108 Tomaten 29 Prei 80 Komkommers 13 Spinazie 166 Paprika 21 Sperziebonen 257 Overige kasgroenten 30 Bron: Bio-Monitor Nederland is een belangrijk land op het gebied van de handel voor biologische groenten. Nederlandse biologische groentebedrijven zijn over het algemeen groter en beter verkaveld dan de Belgische bedrijven. Dit biedt logistieke en schaalvoordelen. De Nederlandse polders lenen zich ook vrij goed voor de biologische teelt. De jonge bodems hebben minder last van onkruiddruk en de zeewind zorgt er voor dat gewassen minder te lijden hebben van ziektedruk. Bedrijven zoals Organic Trade Company (OTC), Eosta en Green Organics zijn internationaal opererende handelshuizen gespecialiseerd in AGF. Green Organics is een belangrijke leverancier van biologische industriegroenten aan de Belgische verwerkende industriegroentensector. Naturelle is een zelfstandig onderdeel van The Greenery en leverancier van een zeer compleet assortiment biologische groente, fruit, paddestoelen, aardappelen en uien dat voldoet aan alle biologische eisen. Opvallend is het hoge areaal aan verwarmd glas, nl. zo’n 70ha. Dit is 10 maal meer dan in Vlaanderen (7ha).
11
4. Belgische markt voor biologische groenten 4.1. De productie van biologische groenten in Vlaanderen In België wordt op zo’n 500ha biologische groenten geteeld. Het grootste deel hiervan wordt in Vlaanderen geteeld (377ha in 2008). Er is een evolutie om biologische groenten steeds vaker op een meer akkerbouwmatige wijze te gaan telen. Groenten onder glas Stengelgroenten Andere vollegrondsgroenten Aardappelen Bladgroenten Kolen Rabarber Peulvruchten Witloof Ui-achtigen Wortelen en knollen Vruchtgroenten Asperge Champignons Winterkool en raapzaad Kruiden
2007 Omsch.
Bio
2008 Omschakeling
Bio
Totaal
0,47 0,00 1,01
18,88 19,35 3,75 3,75 72,12 73,13
0,96 0,00 4,76
17,77 4,34 71,00
18,73 4,34 75,76
3,63 0,40 0,14 0,00 1,40 0,90 0,25 0,12 4,51 0,36 0,00 1,78
73,36 6,64 39,30 2,26 25,94 17,86 39,56 26,18 44,05 1,58 0,04 2,72
6,66 0,25 2,36 0,00 0,70 0,00 1,05 1,01 1,54 0,00 0,00 0,40
56,97 7,91 42,10 2,20 10,90 21,70 25,20 37,33 45,00 4,34 0,04 2,72
63,63 8,16 44,46 2,2 11,6 21,7 26,25 38,34 46,54 4,34 0,04 3,12
1,00
8,58
76,99 7,04 39,44 2,26 27,34 18,76 39,81 26,3 48,56 1,94 0,04 4,5
9,58 0,07 7,90 7,97 398,79 377,18 Areaal biologische en omschakelingsgroenten in Vlaanderen in 2008. Bron AMS Voor enkele gewassen hebben we precieze productiecijfers in Vlaanderen: Prei (50ha), Pompoen (30ha), wortelen (25ha), bloemkool (7ha), Broccoli (7ha) (Integra). Van de 19ha groenten onder glas, wordt 7ha verwarmd. Het gaat om tomaat, paprika en komkommer. In Wallonië wordt 1,2 ha onder warm glas geproduceerd en 1,5ha onder koud glas. In Nederland wordt 70ha verwarmde glasgroenten geteeld naast 30ha koud glas. In Vlaanderen zijn er 120 telers die biologische groenten telen, waarvan 57 producenten uitsluitend tuinbouwgewassen telen. Er is een top 10 van goed roterende producten: aardappelen, wortelen, courgetten, komkommer, paprika, gele ajuin, serresla, tomaten, rode biet en prei.
12
4.2. Sector van de industriegroenten België neemt een belangrijke plaats in op de internationale markt voor industriegroenten. Ook biologische industriegroenten worden in België verwerkt, maar in hoofdzaak op basis van ingevoerde groenten. De belangrijkste bedrijven actief in het verwerken van biologische industriegroenten zijn Scana Noliko, Hesbaye Frost, Ardo, Pinguïn, Pasfrost, Unifrost en Herbafrost. Met uitzondering van Scana Noliko (bokaal) gaat het om diepgevroren producten. Lutosa en Eurofreez zijn gespecialiseerd in diepgevroren (biologische) aardappelproducten. In totaal wordt de productie aan biologische industriegroenten geschat op 16.000 ton afgewerkt product. De belangrijkste producten zijn bonen, spinazie, erwten, wortelen, knolselder, rode kool, witte bonen, prei, maïs, rode biet en schorseneren. Met uitzondering van rode kool, prei en knolselder komen de groenten voor de verwerking voor zo’n 95% uit het buitenland. Vooral Nederland en Duitsland zijn belangrijke leveranciers. Door de regionale concentratie en de schaalgrootte van de bedrijven in sommige streken (bv. de Nederlandse polders) kunnen industriegroenten er efficiënt geteeld worden. Teeltplanning- en begeleiding, veld- en oogstwerkzaamheden (met vaak zéér gespecialiseerde machines) en logistiek worden er bovendien door externe bedrijven (bv. Green Organics) op elkaar afgestemd zodat grote volumes in korte tijdspannne probleemloos kunnen aangeleverd worden. Dit laatste is zeer belangrijk aangezien de verwerkingsinstallaties voor industriegroenten een hoge capaciteit hebben in verhouding tot de hoeveelheden die in bio worden verwerkt. Bovendien liggen de productiegebieden vaak in gebieden met weinig ziekte-of onkruiddruk (jonge bodems, zeewind). De nabije ligging van de groentenindustrie biedt ongetwijfeld kansen voor de belgische biologische groentetelers. Nochtans zijn de huidige biologische landbouwers in Vlaanderen weinig geneigd om contracten af te sluiten met de verwerkende bedrijven. Reden hiervoor is een zeker wantrouwen uit mindere ervaringen in het verleden. Daarnaast telen Vlaamse telers vaak kleinere volumes die betere prijzen opleveren op de versmarkt. Bovendien bemoeilijkt de regionale spreiding van de bedrijven een efficënte teelt- en oogstorganisatie om te komen tot grote aanlevervolumes op korte tijd. De afzet voor biologische industriegroenten is beperkt doch wel steeds stijgend. Er zijn 2 belangrijke afzetkanalen: de detailhandel en de verdere verwerking tot secundaire voedingsproducten. De afzet in de detailhandel gebeurt voor het grootste deel via grootwarenhuizen. De verdere verwerking gebeurt in grootkeukens of tot secundaire diepvriesproducten zoals pizza’s, lasagne, burgers e.d. Bedrijven als Bioline Europe en Crop’s zijn in dit segment actief. Voor grootkeukens zijn diepvriesgroenten zeer gebruiksvriendelijk. Diepvriesproducten vertegenwoordigen slechts ±1% van alle bestedingen aan biologische voeding in België (GfK).
13
4.3. Import en export van Belgische biogroenten Aan de productiezijde merk je dat een belangrijk deel van de verkochte groenten ingevoerd worden. Een duidelijk voorbeeld hiervan betreft de groentenindustrie (zie hierboven). Daarnaast worden ook groenten geïmporteerd buiten het Belgische groeiseizoen. Het gaat vooral om Zuid-Europese landen zoals Frankrijk, Spanje en Italië. Ook landen als Israël, Cyprus en Egypte zijn belangrijke leveranciers van groenten in perioden dat het Belgische aanbod onvoldoende is. Vooral bij de overgangsperioden waarbij nog steeds buitenlands product wordt ingekocht en Belgische primeurs reeds op de markt komen, zorgt dit soms voor een moeilijke afzet van het Belgische product. Belgische biologische groenten worden in hoofdzaak in België verkocht. Toch is er ook wat export, vooral dan voor kasgroenten in de richting van Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en de Scandinavische landen. De export naar het Verenigd Koninkrijk is in 2009 afgenomen door een afgenomen vraag (als gevolg van de crisis) en door de zwakke waardering van het Pond in verhouding tot de Euro. Verwerkte industriegroenten worden voor het grootste deel geëxporteerd.
4.4. Vraag naar biologische groenten in België In Vlaanderen ligt het aantal biokopers met 80,1% iets hoger dan het nationale gemiddelde. Binnen de productgroepen zijn er grote verschillen in kopersaantallen. De kopersgroep van biogroenten is met bijna 36% veruit de belangrijkste. Dus ruim één op de drie Belgen koopt weleens biogroenten. Volgens GfK werd in 2008 in België zo’n 1,255kg biogroenten gekocht per capita.
De fruitkopers vormen met 23% de derde belangrijkste kopersgroep binnen bio en zijn ook groeiend.
14
Potentieel bij de welgestelde huishoudens met kinderen Een biokoper is een intensieve koper en besteedt gemiddeld 4 à 5% meer aan algemene voeding in vergelijking met de gemiddelde Belg. In absolute cijfers zijn de welgestelde gezinnen met kinderen en de welgestelde gepensioneerden de grootste groep biokopers. Samen zijn zij verantwoordelijk voor 40% van de biobesteding. Bij de welgestelde gezinnen is er echter een enorm potentieel voor bio. Zij zijn immers verantwoordelijk voor 29% van de totale voedingsbesteding maar betekenen slechts 20% van de totale biobesteding. Met andere woorden het marktaandeel bio bedraagt bij deze groep slechts 0,9% ten opzichte van 1,3% gemiddeld. Jonge alleenstaanden zijn wat ondervertegenwoordigd bij het totaal aantal biokopers maar éénmaal overtuigd zijn het wel intensieve biokopers. Het aandeel bio ten opzichte van het gangbare is dan ook het grootst bij deze bevolkingscategorie namelijk 3,7%. De tweeverdieners en de gezinnen met een beperkt inkomen scoren onder het gemiddelde en halen slechts een bio-aandeel van elk 0,7%.
Marktaandeel bio varieert sterk van product tot product De biologische producten haalden in 2008 een marktaandeel van 1,3% binnen de totale gezinsbestedingen aan voedingsproducten in België. Het marktaandeel van bio verschilt wel sterk van product tot product. De producten met het hoogste bio-aandeel zijn vleesvervangers met 23%, eieren (6,4%), groenten (3,1%) en brood (2,3%). Fruit, aardappelen en zuivel halen marktaandelen tussen de 1 en 2%.
5. Afzetkanalen Op het schema op de volgende bladzijde worden de diverse afzetkanalen voor biologische groenten schematisch weergegeven. Per kanaal wordt een geschat verkoopsvolume aangegeven. De afzet van biologische groenten in België verloopt voor een groot deel via coöperatieve afzetorganisaties: Brava (±38 aangesloten bioleden), Greenpartners (±10 aangesloten bioleden), Belgische Fruitveiling (vnl. fruit), GPFL (5-tal Waalse producenten), Yerne (coöperatie voor de wortelteelt).
15
Brava, Greenpartners en GPFL. Zij verhandelen hoofdzakelijk Belgische groenten en in toenemende mate ook (Zuid-)Nederlandse biologische groenten. Hun klanten zijn voornamelijk Belgische groothandelsbedrijven, supermarktketens en industrie. In mindere mate zijn ook de Mechelse Veiling (kruiden in pot) en REO-Veiling actief in de afzet van biogroenten. REO-Veiling heeft wel de intentie aangegeven om in de toekomst meer aandacht te besteden aan de ondersteuning van de handel in biologische groenten. Afzetorganisaties bundelen het aanbod van de telers en kunnen op die manier uniforme loten aanbieden aan hun klanten.
Bij de verkoop van biologische groenten wordt typisch via bemiddeling gewerkt. De klassieke klokverkoop wordt niet toegepast omdat zowel de verhandelde volumes als het aantal kopers beperkt zijn. De verkoop via bemiddeling vereist wel dat er goede afspraken worden gemaakt op het gebied van productie- en verkoopsplanning. In overleg met de bestaande klanten wordt tijdens de wintermaanden een afnameplan opgemaakt voor het komende teeltseizoen. Dit afnameplan is gebaseerd op ervaringen uit het verleden. Op basis van dit afnameplan wordt met de telers overlegd om de productie zo optimaal als mogelijk af te stemmen op de vraag. Zo streeft men er naar om het verkoopsseizoen zo lang en zo gelijkmatig als mogelijk te laten verlopen. Pieken (zowel positief als negatief) in de productie tracht men zo veel mogelijk te vermijden omdat dit meestal resulteert in een moeilijke marktsistuatie. Eventuele promotie-acties worden eveneens vooraf doorgesproken met de klant. In dat geval wordt meestal wel gestreefd naar een, weliswaar gecontroleerde, productiepiek. Nadeel van de verkoop via bemiddeling, in tegenstelling tot de verkoop via de klok, is dat de markt weinig transparant is. Zowel de prijsvorming als de aangeboden en verkochte volumes waren tot voor kort behoorlijk ondoorzichtig. Nochtans is een goed inzicht in de markt belangrijk om nieuwe investeringen te verantwoorden. Om aan deze behoefte te voldoen worden de prijzen van biologische groenten sinds vorig jaar op regelmatige tijdstippen gepubliceerd in Proeftuinnieuws.
16
Andere organisaties zoals Pronatura, Eosta en OTC voeren ook groenten in uit andere Europese landen. Exacte hoeveelheden hiervan voor de Belgische markt zijn niet gekend. Hun klanten zijn voornamelijk groothandelsbedrijven en grootdistributie in Europa. Groothandelsbedrijven als BioFresh, BioLogistic, Cleyland e.a. leggen zich voornamelijk toe op de bevoorrading van gespecialiseerde natuurvoedingswinkels (al dan niet als onderdeel van een landbouwbedrijf) en abonnementsystemen. Supermarkten domineren de verkoop van biologische groenten en fruit in Europa met een marktaandeel van 48% (Organic Monitor 2005). In België gebeurt bijna één op twee bioaankopen in de klassieke supermarkt (Dis 1: Carrefour, GB S/SP, Delhaize super, Colruyt, Cora, Match, Makro, Champion Mestdagh). Hiermee is dit kanaal het belangrijkste biokanaal. De andere helft van de biobestedingen gebeurt in de kanalen met rechtstreeks contact tussen klant en verkoper namelijk de speciaalzaak, de hoeve, de markt en de buurtsupermarkt. De speciaalzaak/natuurvoedingswinkels/overige algemene voeding (inclusief BioPlanet) zijn met bijna 29% het tweede belangrijkste kanaal na Dis 1 en de grootste groeier in 2008. Een verschil met de gangbare producten is het lage aandeel van hard discount. Dit
kanaal betekent voor bio iets meer dan 1% tegenover 16% voor de gangbare voeding. Biologische groenten worden vooral in de supermarkten (klassiek + discount) verkocht (±45% van het volume). Markten (±14%), natuurvoedingswinkels (±13%), buurtsupermarkten (±9%) en hoeveverkoop (±8,3%) vormen de andere belangrijke afzetkanalen voor biologische groenten. Ter vergelijking: gangbare groenten worden voor zo’n 83% via de supermarkten (klassiek + discount) verkocht. In de belangrijkste Belgische supermarkten Carrefour, Colruyt en Delhaize wordt een basisassortiment biologische groenten aangeboden. Dit is het breedste bij Delhaize.
17
Een specifiek afzetkanaal voor biologische groenten zijn de zogenaamde “groentenabonnementen”. Hierbij “abonneert” de consument zich voor een wekelijks pakket aan groenten en/of fruit tegen een vooraf afgesproken prijs. De inhoud van het pakket wordt door de leverancier bepaald. Zo’n 15 bedrijven bieden in totaal ongeveer 6.000 biologische groentenabonnementen aan in Vlaanderen. De pakketten worden verdeeld via vaste afhaalpunten. Omdat via dit systeem de tussenhandel in belangrijke mate wegvalt, biedt dit systeem gunstige financiële voorwaarden voor zowel teler als klant. Een ander voordeel is dat ook de buitenmaten via dit kanaal kunnen worden afgezet. Nadeel is wel dat de klant zijn keuzevrijheid verliest. Om aan dit nadeel te verhelpen ontwikkelde Hartenboer, een samenwerkingsinitiatief van diverse (gangbare én biologische) landbouwers, een sterk geautomatiseerd orderpickingsysteem. Op die manier kan de klant wekelijks zijn gepersonaliseerde bestelling opgeven via een webwinkel (www.hartenboer.be). Deze bestelling kan dan via een afhaalpunt in de buurt van de klant worden afgehaald. Biologische en gangbare groenten van éénzellfde soort kunnen in de winkel naast elkaar worden verkocht. Om evenwel elke mogelijke vermenging uit te sluiten moet een aparte verpakking voorzien worden. Meestal wordt de gangbare variant ‘los’ aangeboden terwijl de biologische variant voorverpakt wordt. Om mogelijke fraude tegen te gaan worden biologische producten streng gecontroleerd door onafhankelijke controle-organisaties. Dit gebeurt niet enkel bij de landbouwer maar eveneens bij de veilingen, de groothandel en de distributeurs.
6. Prijsvorming De prijsvorming voor biologische groenten is over het algemeen relatief stabiel, hoewel hier zeker uitzonderingen op zijn. In bijlage 2 wordt de maandelijkse middenprijs van diverse biologische groenten weergegeven voor de periode december 2007 t/m december 2009. Bron is het VBT (Verbond Belgische Tuinbouwveilingen). Consumentenprijzen zijn het voordeligst in de hoevewinkel. Op de markt en in de natuurvoedingszaak zijn de consumentenprijzen zo’n 10% hoger. In het supermarktkanaal liggen de prijzen zo’n 50 à 70% hoger (J. Aertsens et al.).
18
7. Gevalstudie: witloof Huidige marktsituatie Witloof (en dus ook biologisch witloof) wordt bijna uitsluitend in Nederland, Frankrijk en België geteeld. De hoeveelheden die in andere landen (bv. Duitsland, Zwitserland) geproduceerd worden zijn verwaarloosbaar, maar wel toenemend. De jaarlijkse productie van witloof (gangbaar en biologisch samen; periode 20062008) wordt als volgt geraamd: jaarlijkse productie in ton jaarlijkse productie in (gangbaar + bio) ha - ton (bio) België 50.000 ton 30 ha – 360 ton Frankrijk 215.000 ton 100 ha – 1.200 ton Nederland 100.000 ton 90 ha – 1.080 ton D, CH + Scand. 20 ha– 240 ton Totaal 365.000 ton 240 ha – 2.880 ton (Bron: Veiling Brava, OTC, VBT, AMS) Opmerking: De cijfers die hier gehanteerd worden, zijn de hoeveelheden die aangevoerd worden bij veilingen en groothandel. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de hoeveelheid witloof die via thuisverkoop of andere kanalen worden verhandeld. Er werd uitgegaan van een gemiddelde opbrengst van 12ton loof/ha De consumptie van biologisch witloof wordt als volgt ingeschat: Geschatte consumptie (ton) Frankrijk 900 Nederland 500 België 500 Zwitserland 500 Duitsland 400 Scandinavië 100 (Bron: OTC) Uitvoer van witloof (gangbaar en bio) in 2008 (Bron: VBT) naar hoeveelheid in ton Duitsland 3.280 Frankrijk 5.925 Italië 700 Luxemburg 780 Nederland 2.295 Spanje 1.065 USA 1.180 Zwitserland 2.350 Andere 745 Totaal 18.320 (±36%) De biologische productie vertegenwoordigd dus ongeveer 0,8% van de totale productie aan witloof die via de klassieke handelskanalen (veiling en groothandel) wordt verkocht. Aangezien de productie in andere landen verwaarloosbaar is, kan men concluderen dat bovenstaande cijfers meteen ook de productie op wereldschaal vertegenwoordigen. 19
De Belgische biologische productie wordt op 6 verschillende bedrijven geforceerd. Voor de teelt van de wortel wordt gebruik gemaakt van eigen percelen of een beroep gedaan op biologische percelen van andere telers, eventueel in Wallonië. Soms worden ook wortelen geïmporteerd en in België geforceerd. Toekomstige marktmogelijkheden De gemiddelde bioconsumptie in Europa, Japan en de V.S.A. is ongeveer 1,5%. Dit is over alle productgroepen heen. Laten we veronderstellen dat er in diezelfde landen ook voor biologisch witloof een potentiële consumptie is van ongeveer 1,5%. De actuele productie op wereldschaal van witloof is dan slechts de helft van deze potentiële vraag. We kunnen dus concluderen dat de potentiële vraag voor biologisch witloof op dit ogenblik slechts voor de helft wordt ingevuld. Dit betekent dus dat er nog ruimte is voor een bijkomende productie van ongeveer 3000 ton biologisch witloof. Bovenstaande redenering is natuurlijk zeer theoretisch. Belangrijk is om na te gaan of deze theoretische stelling ook in de praktijk kan worden ingevuld. Om op die vraag een antwoord te vinden gingen we te rade bij een aantal marktdeelnemers actief in de productie en/of handel van witloof. Een aantal exporteurs van groenten werden aangesproken. Sommige van de ondervraagde exporteurs hebben reeds ervaring met de export van andere biologische groenten. Allen zagen inderdaad mogelijkheden voor de export van biologisch witloof. Concreet werden de Verenigde Staten, Japan, Zwitserland, Duitsland en Italië aangeduid als mogelijke exportlanden. Deze lijst mag zeker niet als limitatief worden beschouwd. Voor export moet echter wel aan een aantal essentiële voorwaarden worden voldaan. De kwaliteit van het product moet zeer hoog zijn. Het moet ook lange afstanden kunnen overbruggen en soms ook lange tijd bewaarbaar zijn zonder aan kwaliteit in te boeten. Het product moet ook continu en in de gevraagde hoeveelheden kunnen worden aangeleverd. Dit verondersteld dat er voldoende aanvoer is en dat er een goede productieplanning is die afgestemd op de vraag. Momenteel hebben de meeste exporteurs nog weinig aandacht besteed aan de export van biologisch witloof omdat er onvoldoende garanties waren voor een continu aanbod. Zodra deze continuiteit verzekerd is, kunnen buitenlandse afnemers aangesproken worden. Dit is reeds het geval voor biologische groenten als tomaten en paprika. Een rondvraag bij enkele biologische witlooftelers leert eveneens dat er beperkte afzetperspectieven zijn. Dit is echter alleen het geval voor kwaliteitswitloof. Er wordt wel gewaarschuwd voor tijdelijke marktverstoringen indien de productie te snel zou toenemen. Daarom pleiten zij ervoor om een eventuele toename in productie langzaam te laten verlopen en in overleg met de belangrijkste partners in de afzetketen. In eerste instantie wordt gedacht aan een bijkomend areaal voor biologisch witloof van ongeveer 10 ha. Omschakeling - In Nederland wordt er momenteel nogal veel omgeschakeld. Het gaat om forceerbedrijven die deels gangbaar en deels biologisch werken. Het
20
probleem voor hen is het vinden van biologische witloofwortelen. Mat Kersten bv. vond geen biologische wortelen en kon dus niet produceren. Indien er meer telers bijkomen, zal de prijs van de wortelen toenemen terwijl de prijs van het loof wellicht zal afnemen. - Door de sterk toenemende vraag naar bio in Frankrijk, is er ook wat omschakeling te verwachten in Frankrijk. Parallelle productie is er toegelaten. - In België blijkt er enige balangstelling te zijn voor omschakeling, mits forcerie op water. Concrete cijfers zijn mij onbekend. - Er is geen (of zeer weinig) markt voor omschakelingswortelen en –loof.
Partners in de afzetketen De verkoop van biologisch witloof gebeurt in Vlaanderen hoofdzakelijk via 3 belangrijke afzetcoöperaties en handelshuizen: OTC, Veiling Brava, Greenpartners. Daarnaast is er ook rechtstreekse afzet aan Biofresh en BioPlanet. Een aantal telers doen de vermarkting via thuisverkoop, groentenpaketten en markten. Biologisch witloof wordt voor 50% via supermarkten en voor 50% via groothandels afgezet. Enkele (buitenlandse) supermarktketens doen nog geen biologisch witloof. Hier is nog afzetpotentieel, maar blijkbaar kan dit niet ingevuld worden omdat er geen garanties zijn voor continue kwalitatieve aanvoer van product. Vooral in oktober t/m december is er traditioneel een tekort aan witloof terwijl er van januari t/m maart is er traditioneel een overschot aan witloof. Blijkbaar is productie in oktober t/m december veel moeilijker met de bestaande vroege rassen. In Frankrijk gebeurt de afzet via gespecialiseerde biologische groothandels. Eén exportbedrijf legt zich toe op export naar Duitsland en Zwitserland. Geziene de sterke groei van de vraag naar bioproducten in Frankrijk, is het de verwachting dat Franse supermarkten binnenkort ook biologisch witloof zullen opnemen in het assortiment. In Nederland zijn OTC en Naturelle belangrijke spelers. Ook Brava verhandelt heel wat Nederlands biologisch witloof. Prijs De veilingprijs voor gangbaar witloof is zeer variabel. Volgens Brava was de gemiddelde prijs in 2000 € 0,86 /kg. In 2001 bedroeg deze € 1,15/kg. Volgens cijfers van het VBT bedroeg de middenprijs voor gangbaar witloof in 2006 1,05€/kg; in 2007 0,99€/kg; in 2008 0,797€/kg. In week 50/2009 0,783€/kg; week 51/2009 0,799€/kg; week 52/2009 0,618; week 1/2010 1,137€/kg. De veilingprijs voor biologisch witloof varieert tussen € 2,00-2,50/kg Januari Februari Maart April
Prijs biologisch witloof (Euro/kg) 2007 2008 2,40 2,00 2,00 1,70-2,20
2009 2,50 2,50 2,50 2,00
21
Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
2,65
2,20 geen info 2,00 2,00 2,30-2,40 2,40 2,50 2,50
1,50 1,60 1,80 1,80 2,50 onderbreking
2,40-2,70 2,40-2,71
Bron: VBT De prijs voor witloof in AD Delhaize (St. Antonius Zoersel) op 05-02-2010 was als volgt: - biologisch: 5,18 Euro/kg - gangbaar - hydro: 2,29 Euro/kg - gangbaar – vollegrond: 8,58 Euro/kg - gangbaar – rood witloof: 9,97 Euro/kg
7. Marktkansen Het aangeven van marktkansen is een delicate zaak. Niemand kan met zekerheid de toekomst voorspellen. Zeker in een kleine, internationale markt zijn er talrijke factoren die moeilijk te beheersen zijn. De omschakelperiode van 2 jaar voor biologisch bemoeilijkt bovendien het soepel inspelen op wisselende marktsituaties. Dit alles maakt het biologisch ondernemen risicovol. Omschakeling We stellen vast dat in de meeste Europese landen de vraag naar biologische groenten verder toeneemt, zij het minder sterk dan in de voorgaande jaren. Omgekeerd blijkt het aanbod te stagneren. Frankrijk is hierbij een uitzondering, maar gezien de sterke vraaggroei en het huidige tekort, gaan we er van uit dat de extra Franse productie in de komende 2 jaar volledig in eigen land zal worden afgenomen. We kunnen dus concluderen dat de er in de komende jaren een licht tekort zal ontstaan aan biologische groenten op de Europese markt. Dit biedt kansen voor Vlaamse groententelers die wensen om te schakelen. Frankrijk De vraag naar biologische producten is zeer groot in Frankrijk. In die mate zelfs dat de lokale productie de vraag niet kan volgen. Dit biedt heel wat exportmogelijkheden voor biologische groenten. Bedrijfscatering Over het algemeen is er heel wat aandacht van de bedrijfscatering voor biologische producten. Dit is bv. het geval bij “De Brusselse Keukens”. Het is wel belangrijk om
22
grootkeukens op de juiste manier te kunnen beleveren. Vaak vragen zij voorgesneden en gewassen groenten die kant en klaar gebruikt kunnen worden. Het is een hele uitdaging om deze producten aan te leveren. Ook in Frankrijk is er heel wat belangstelling om biologische groenten op te nemen in maaltijden van de bedrijfscatering. Dit past in het kader van de overheidsdoelstelling om tegen 2012, 20% van de openbare catering in te vullen met biomaaltijden. Een concreet voorbeeld hiervan is BRC (Bio Référencement Collectivité). Dit is een coöperatieve inkooporganisatie van bedrijfscateraars in de omgeving van Parijs, die biologische ingrediënten samen wensen aan te kopen. Harddiscount We zien dat in het buitenland ook biologische groenten verkocht wordt in de harddiscount (Plus, Aldi, Lidl, Höfer ...). Telkens betekende de opname van biogroenten in het assortiment een enorme boost voor de internationale biologische groentemarkt. Ook de Belgische harddiscount heeft reeds interesse betoond voor biologische groenten, hoewel dit nog niet werd omgezet in de praktijk. Omschakelingproducten Omschakelingsproducten zijn over het algemeen moeilijk te vermarkten. De gebruikelijke handelskanalen verkiezen echt biologische producten en vaak voldoet de visuele kwaliteit van omschakelproducten niet voor de gangbare markt of voldoet de gangbare prijs niet om de meerkost bij omschakeling te vergoeden. BioPlanet is handelskanaal dat wel openstaat voor omschakelproducten. Afzet is ook mogelijk voor de verwerking van zogenaamde residu-arme groenten, bijvoorbeeld tot babyvoeding. Het lijkt aanbevolen dat voor de omschakeling concrete afspraken worden gemaakt voor de vermarkting van omschakelgroenten. Export Export biedt reële mogelijkheden voor de verdere ontwikkeling van de Vlaamse biologische tuinbouw. In de Vlaamse gangbare groentesector bestaat reeds een goed uitgebouwd netwerk van commerciële relaties met talrijke buitenlandse afnemers en een logistieke infrastructuur. De biologische groentesector kan hier gebruik van maken. Voorwaarde is evenwel dat voldoende garanties geboden kunnen worden voor kwaliteit en continuïteit in aanlevering. Voor verre exportbestemmingen is bovendien ook bewaarbaarheid een belangrijk element.
8. Bronnen Dit marktoverzicht is opgemaakt op basis van diverse interviews met binnen- en buitenlandse spelers op de markt van de biologische groenten. Ook de literatuur werd geraadpleegd. - Bio-Monitor. Jaarrapport ’08 - Biologica. Utrecht - Bio-Monitor, Jaarrapport ’07 - Biologica. Utrecht
23
- Les chiffres 2008 de la Bio - Agence Bio, Paris - Les chiffres 2009 de la Bio –Agence Bio, Paris - Ökomarkt Jahrbuch 2009 - ZMP, Bonn - Ökomarkt Jahrbuch 2008 - ZMP, Bonn - Organic market report 2009 - Soil Association, Bristol - Samborski V. en Van Belleghem L.: De biologische landbouw in 2008 – Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie, Brussel, 2009 - BioForum Wallonie: “Etude de la filière des fruits et légumes”, 2005 - CTA & FAO: “World markets for organic fruit and veestapels”, 2001. - Joris Aertsens et al.: “Rapport nr. 2: De sector van de verse bio groente, vanuit Belgisch perspectief”, 2007. - www.agencebio.org - www.marktundpreis.de - BioLand, Fachmagazin für den ökologischen Landbau, diverse nummers uit 2009 - Verbond van Belgische Tuinbouwveilingen (VBT) - Proeftuinnieuws - Veiling Brava - Organic Trade Company (OTC) - Gabnor - Biologische telers in België en Nederland
9. Belangrijke adressen In bijlage 1 vind u een lijst van belangrijke adressen betreffende de biologische groenteteelt en de afzet ervan.
24
Bijlage 1. Belangrijke adressen
25
26
27