VOORWOORD Beste lezer, In juli van dit jaar vond het ICED congres in Vancouver plaats. Op dit congres werd geschiedenis geschreven: het organiserend comité van het 21ste ICED congres verwierp alle resoluties van Milaan 1880, en kondigde een “New Era of Deaf Participation and Collaboration” aan. Dit werd vastgelegd in resoluties aangenomen door het ICED 2010 organiserend comité, de BC Deaf Community, de WFD en de Canadese Dovenfederatie. Dit nieuws werd in Canada en daarbuiten emotioneel onthaald. Vooral de verwerping van de Milaan-resoluties blijkt heel belangrijk te zijn, in de eerste plaats voor de oudere generatie die vaak trauma’s heeft overgehouden aan de praktijken van het oralistische systeem. Natuurlijk is het nogal simplistisch om te denken dat het vanaf nu met het dovenonderwijs allemaal wel in orde komt en dat er onmiddellijk voldaan zal worden aan de langverwachte wensen van Dovengemeenschappen, zoals tweetalig onderwijs. Het tegendeel lijkt zelfs waar: het belang van gebarentaal in het onderwijs aan dove kinderen (en dat zijn er meer en meer met een CI) lijkt in Vlaanderen en Nederland zelfs af te nemen. Daarom schreven Maartje De Meulder en Onno Crasborn een tekst die nog eens heel duidelijk het belang aangeeft van een vroege verwerving van gebarentaal voor alle dove kinderen, ook die met een CI. U kan deze tekst in dit nummer van Dovennieuws lezen. WFD president Markku Jokinen zei in Vancouver dat we misschien nog niet helemaal klaar zijn voor dit nieuwe tijdperk. Meer dan 100 jaar onderdrukking is deel geworden van onze identiteit. Het is niet makkelijk om dat allemaal achter te laten op een paar weken of maanden. Daar zijn jaren voor nodig. Dit nieuwe tijdperk is dus in de eerste plaats een symbolisch begin van een genezingsproces voor Dovengemeenschappen. Los daarvan kan het belang van de Vancouver 2010 - resoluties niet onderschat worden. Net zoals de resoluties ten tijde van Milaan 1880 ontzettend grote veranderingen in het dovenonderwijs hebben teweeggebracht, kunnen deze nieuwe resoluties een gelijkaardige (maar positieve) impact hebben op het dovenonderwijs. De belangenverdediging van Fevlado zal de dovenscholen en de overheid dan ook zeker wijzen op het bestaan van deze resoluties, en erop toezien dat dit nieuwe tijdperk ook echt een betere toekomst oplevert voor alle dove kinderen. Weldra kan u op onze website meer lezen over ICED en de Vancouver 2010-resoluties. Veel leesplezier met dit nieuwe nummer van Dovennieuws!
Inhoud Programma WDD 2010 ............................................................ 2 Thema: opleiding voor doven................................................ 4 Nieuwe bijscholing..................................................................... 7 Maatregelen bij sollicitatie of het vinden van een job.. 8 Gabarentaal is onmisbaar in het onderwijs aan kinderen met een CI...................................................................................... 9 Jongerenkrant............................................................................. 11 Column........................................................................................... 15 Wereldexpo te Las Vegas......................................................... 16 De week van Lore Ameloot..................................................... 18 Theater Hand in ‘t Oog............................................................. 20 Afgestudeerde tolken............................................................... 20 Ken uw dovenclubs: Niemand Perfect............................... 21 Fevlado-senioren........................................................................ 22 Familienieuws.............................................................................. 23 Toegankelijke evenementen.................................................. 23
2 4
Dovennieuws 2010 nr.5
18
WDD 2010 - PROGRAMMA Organisatie: FFSB asbl - Fevlado vzw Plaats: Paleis der Naties - Natieplein 1 - 1000 Brussel
Zaterdag 25 september 2010 PROGRAMMA
10u00 – 18u00
Opening Werelddovendag 2010 Informatiebeurs en tal van andere activiteiten Plaats: Paleis der Naties en Warandepark Rondleidingen in VGT en in LSFB in het Federale Parlement door “Arts & Culture” 10u30, 10u45, 11u15, 11u30, 16u00, 16u15, 16u45 en 17u00 Plaats: Paleis der Naties, hoofdingang
10u30 - 13u00: Studievoormiddag: De Verenigde Naties en de Dovengemeenschap: kunnen we samen rechten afdwingen? Plaats: Paleis der Naties, Halfrond Senaat 10u30 - 10u40: Inleiding 10u40 - 11u25: Lezing door Dr. Liisa Kauppinen, ere-voorzitter WFD (o.v.) 11u25 - 11u45: Pauze 11u45 - 12u15: Toelichting belangrijkste artikels uit de VN-conventie voor de Rechten van Personen met een Handicap door Dr. Ádám Kósa, Europees Parlementslid, Mark Wheatley, directeur EUD en Helga Stevens, Vlaams Parlementslid en gemeenschapssenator. 12u15 - 12u45: Debat met Filip Verhelst als moderator 12u45 - 13u00 Conclusies 14u00 - 16u00: 16u00 - 17u30 18u15 - 19u00:
Optocht met witte handschoenen Vertrekpunt: Paleis der Naties VIP-Moment alleen voor genodigden Officieel moment: Uitreiking Hand van Vlaanderen (Fevlado) Plaats: Tent Warandepark
DANCE NIGHT
Vanaf 20u00: Dance Night (BDC Belgian Deaf Sports Committee) Plaats: Stapelhuisstraat 11 - 1020 Brussel
JONGEREN
(FFSB – Jonger en) 16u30 - 17u30: DEBAT “Doven zonder grenze Plaats: Paleis de n” r Naties, Zaal M - Kamer
SENIORENDEBAT “Dove senioren in
16u30 - 17u30: in Wallonië” Vlaanderen en yn De Roose nderen: Boudew Spreker voor Vlaa t rle Pi onië: Léon Spreker voor Wall naat ties, Halfrond Se Na r de s lei Plaats: Pa
SPORT
(BDC Belgian Deaf Sports Co mmittee) Futsal 09u00: Wel kom in zaal va n Laken 09u30: Vrie ndenmatch (v rouwen) 11u15: Vrie ndenmatch (m annen) 13u30: Sam enkomst voor de “Optocht met handschoenen witte “ Plaats: Zaal va n Laken, Kerk eveldstraat 73 1020 Brussel -89,
CATERING 11u00 - 23u00 Locatie: Warandepark DOORLOPEND: allerlei animatie voor kinderen en volwassenen, workshops VGT en LSFB, workshop houtbewerking, workshop sensibilisering, vertoning van video’s, sport voor de kinderen enz.
GRATIS TOEGANG!
Dovennieuws 2010 nr.5
Dovennieuws 2010 nr.5
THEMA: Opleiding voor doven Doven en slechthorenden hebben het in het verleden altijd moeilijk gehad om een goede opleiding (en dus ook een goed diploma) te krijgen. Voordat het GOn (Geïntegreerd Onderwijs) opgericht werd in 1980, hadden doven en slechthorenden enkel de mogelijkheid om naar school te gaan in het buitengewoon onderwijs. Hierdoor hadden doven en slechthorenden vroeger vaak weinig keuzemogelijkheden en was een getuigschrift van buitengewoon onderwijs het hoogst haalbare. Soms waren er uitzonderingen die er wel in slaagden om het tempo van het gewoon onderwijs te volgen, maar deze groep was zeer klein. Door het GOn kregen doven en slechthorenden de kans om, met ondersteuning, les te volgen in het gewoon onderwijs. Deze ondersteuning is/was inhoudelijk: overlopen van de leerstof, uitleg bij moeilijke leerstof, maken van een studieplanning, enz. Maar het volgen van de lessen was voor doven vaak nog een onmogelijke opgave. In de loop van de jaren ’90 werd er vanuit de Vlaamse overheid een project opgericht om doven in het gewoon middelbaar onderwijs te ondersteunen door gebruik te maken van een tolk VGT of een schrijftolk. Dit systeem bestaat nu nog steeds, met een beperkt aantal tolkuren
Dovennieuws 2010 nr.5
op jaarbasis per leerling. Sinds enkele jaren hebben doven en slechthorenden ook de mogelijkheid om gebruik te maken van een tolk VGT of een schrijftolk binnen het volwassenenonderwijs. Hierdoor kregen meer doven de kans om een bijkomende opleiding te volgen, of om een cursus te volgen die aansluit bij de interesses van de persoon zelf. Ook hier is het aantal tolkuren waarvan men gebruik kan maken vrij beperkt. Daarnaast organiseren verschillende scholen en/of organisaties (waaronder ook Fevlado-Diversus) regelmatig vormingen en cursussen aangepast aan de noden van doven. Zo kan men binnen opleidingen aan de hogescholen of universiteiten steeds kiezen voor het volgen van slechts een beperkt aantal vakken, mét tolk of waarbij de docent VGT gebruikt. Aan de Lessius-hogeschool in Antwerpen zetten enkele doven vorig schooljaar zo de stap om de vakken “Inleiding Gebarentaalkunde” en “Basisgrammatica Vlaamse Gebarentaal” te volgen binnen de opleiding voor vertaler-tolk. Deze uitdaging werd voor de deelnemende doven een succes: alle deelnemers waren geslaagd voor de examens. Hebt u dus interesse in het volgen van één of andere
die specifiek voor doven worden ingericht, zéér beperkt zijn. Doven kunnen, door gebruik te maken van tolken, wel altijd instappen in een “reguliere” opleiding in een school voor volwassenenonderwijs of in een hogeschool of universiteit (voltijds dagonderwijs). Fevlado-Diversus probeert daarnaast een structuur uit te bouwen die aan doven de kans geeft om cursussen te volgen in hun eigen taal. De Deafhoodcursus, die vorig jaar voor de eerste keer werd georganiseerd en een groot succes was, is daar een mooi voorbeeld van. Tijdens deze cursus kregen geïnteresseerde doven de kans om in 10 lessen (1x per maand een volledige dag) hun eigen geschiedenis en cultuur beter te leren kennen. Ook in 20102011 gaat deze cursus opnieuw door. Het grote aantal inschrijvingen bewijst dat er een echte vraag is naar meer informatie over de eigen gemeenschap en identiteit, want ook deze cursus was in een mum van tijd volledig volzet.
opleiding in een erkend opleidingscentrum (hogeschool, universiteit, centrum voor volwassenenonderwijs), weet dan dat doven recht hebben op tolkuren. Deze moeten wel ruim op voorhand aangevraagd worden. Ook Fevlado-Diversus probeert, al dan niet in samenwerking met andere organisaties of dovenclubs, aan doven de kans te bieden om een opleiding te volgen. Een voorbeeld daarvan is de Deafhoodcursus, waarover u in eerdere nummers van Dovennieuws (of op de website van Fevlado) al een beetje informatie kon bekomen. Het moge duidelijk zijn dat het aantal opleidingen
Het gebruik van tolken in het volwassenenonderwijs en het voltijds dagonderwijs Tolken VGT en/of schrijftolken zijn voor doven noodzakelijk om succesvol te kunnen deelnemen aan een opleiding in een centrum voor volwassenenonderwijs (CVO) of in het voltijds dagonderwijs. Tot nu toe is het nog niet mogelijk om voor de volledige opleiding gebruik te maken van een tolk. Jaarlijks wordt er door de Vlaamse overheid een budget voorzien voor tolken, die verdeeld worden over het aantal aanvragers. Het exacte aantal tolkuren waar men recht op heeft, wordt dan berekend door de Cel Speciale Onderwijsleermiddelen van het Vlaamse ministerie van Onderwijs. Alle informatie over het gebruik van tolkuren binnen het middelbaar- en volwassenenonderwijs kan men vinden op de website van het tolkbemiddelingsbureau CAB (www.cabvlaanderen. be - sector Onderwijs)
Dovennieuws 2010 nr.5
Vlaamse gebarentaligen volgen vakken Vlaamse Gebarentaal aan Lessius twee vakken die ze gevolgd hebben. Hoe kijken zijn intussen terug op de lessen?
Zoals je mogelijk al weet, is Vlaamse Gebarentaal aan de Antwerpse hogeschool Lessius sinds het academiejaar 2008-2009 geïntegreerd in het programma van de Bacheloropleiding Toegepaste Taalkunde. Studenten die het volledige programma van deze opleiding volgen, studeren drie talen: Nederlands, een tweede taal (te kiezen uit Frans, Engels en Duits) en een derde taal. Voor deze derde taal kan dan Vlaamse Gebarentaal gekozen worden. Er zijn ook studenten die niet het volledige programma volgen, maar enkel 1 of 2 of een paar vakken. Ze doen dat met een zogenaamd “creditcontract”, een afzonderlijk studiecontract per vak. Vorig academiejaar, 2009-2010, volgde een klein groepje studenten zo de vakken “Inleiding Gebarentaalkunde” en “Basisgrammatica Vlaamse Gebarentaal”. Tot dit groepje behoorden naast Kathleen Heylen, ook Diane Boonen, Hannes De Durpel, Carolien Doggen, Hilde Nyffels en Sara Geudens. Het vak “Inleiding Gebarentaal” werd door deze studenten samen met de “gewone” studenten gevolgd. De lessen werden in het Nederlands gegeven, met telkens twee tolken VGT. Voor de lessen van het vak “Basisgrammatica Vlaamse Gebarentaal” was er wel een apart groepje met enkel de “creditstudenten”. Dat was omdat de andere studenten nog maar pas begonnen waren met het leren van de Vlaamse Gebarentaal. Voor de “creditstudenten” was dat natuurlijk heel anders want voor velen van hen is Vlaamse Gebarentaal hun eerste taal. Daarom was het interessanter om in een afzonderlijke groepje les te volgen. De inhoud van deze lessen was wel dezelfde, maar de manier van aanbrengen was verschillend. En de lessen werden gedoceerd in Vlaamse Gebarentaal. Intussen is het academiejaar voorbij. Alle hierboven genoemde studenten slaagden voor de examens van de
Dovennieuws 2010 nr.5
Diane Boonen gebaart hierover het volgende: “Toen ik vernam dat enkele andere doven geïnteresseerd waren om bij Lessius de cursussen Taalkunde voor Vlaamse Gebarentaal te volgen, was ik meteen ook geïnteresseerd. Ik twijfelde wel of het voor mij niet te moeilijk zou zijn. Maar omdat ik pas toch ook de opleiding van JGZ (opvoedster/begeleidster in de Jeugd- en GehandicaptenZorg) met succes had beëindigd, besliste ik het toch te proberen. Gelukkig kreeg ik van mijn werkgever, KIDS, de toestemming om de vakken te volgen. Ik wil KIDS hiervoor hartelijk bedanken. Mijn vermoedens over het hoge niveau waren juist, maar het is toch gelukt. Ik heb veel bijgeleerd, vooral in de lessen “Inleiding Gebarentaalkunde”. De lessen grammatica waren ook interessant, vooral de discussie over onze gebarentaal vond ik zeer leerrijk. Ik heb echt het gevoel dat ik door het volgen van de cursussen veel beter uitleg kan geven over mijn collega’s over de Vlaamse Gebarentaal, zodat ook zij beseffen dat VGT een volwaardige taal is. “ Hannes De Durpel stelt het zo: Ik ben oraal opgevoed maar gebruik toch voornamelijk Vlaamse Gebarentaal in de communicatie met mijn vrienden. Tot enige tijd geleden wist ik niet dat er zoveel meer achter dat “communicatiemiddel” van mij stak. Intussen weet ik beter, dit omdat ik mocht lesgeven aan cursisten VGT bij Fevlado en ook omdat ik de lessen Inleiding Gebarentaalkunde en Basisgrammatica VGT heb gevolgd aan Lessius hogeschool. Ik heb zeer veel bijgeleerd. Ik ben van plan ook de volgende cursus Taalkunde Vlaamse Gebarentaal te gaan volgen. En ik moet zeggen: ik kijk al uit naar het volgende academiejaar, ik ben benieuwd wat ik nog allemaal ga leren...
Nieuwe bijscholing : Inleiding Gebarentaalwetenschap en Basisgrammatica VGT Bijscholing : Inleiding Gebarentaalwetenschap en Basisgrammatica VGT Schooljaar 2010-2011 I Lesdag : dinsdagavond (om de 2 weken) Docent : Mim Vermeerbergen Wat kost deze bijscholing ? • De bijscholing bedraagt € 290 (zonder handboeken) en er kan ook met opleidingscheques betaald worden
Wie kan deze bijscholing volgen ? • Voor deze bijscholing worden maximaal 16 kandidaten toegelaten. • Voorrangsregeling : 1. De docenten van de VSPW Gent 2. De docenten van de tolkenopleiding in Mechelen 3. Lesgevers VGT bij Fevlado 4. Andere geïnteresseerden mits ze reeds een goede kennis hebben van VGT Waar gaat de bijscholing door ? • De lessen gaan steeds door op de VSPW Gent, Edgard Tinelstraat 92 te Gent Wat je ook moet weten … • Het centrum kan documenten voor educatief verlof voorzien • Het centrum zal op het einde van de bijscholing een attest afleveren • Er wordt geen les voorzien op 25/1 omwille van deliberatie voor de docenten op de VSPW Gent • Een deel van de lessen worden gegeven in VGT, een ander deel in gesproken Nederlands met aanwezigheid van een tolk VGT. De VSPW Gent zal zelf instaan voor het inschakelen van tolken. Lesdagen: 07/09/2010 - 21/09/2010 - 04/10/2010 - 19/10/2010 - 16/11/2010 - 30/11/2010 - 14/12/2010 - 11/01/2011 - 08/02/201 22/02/2011 telkens van 18 u – 20 u 30 CVO Vormingsleergang voor Sociaal en Pedagogisch Werk vzw, Edgard Tinelstraat 92, 9040 Gent (Sint-Amandsberg) Email :
[email protected], Tel. : 09 218 89 35, Fax : 09 229 32 55 - www.vspw.be
Maatregelen bij sollicitatie of het vinden van een job Personen met een arbeidshandicap hebben het moeilijker bij het zoeken en vinden van werk. Om de werkgevers aan te moedigen dat ze personen met een arbeidshandicap aanwerven heeft de Vlaamse overheid een aantal maatregelen getroffen.
Vanuit de VDAB zijn er 5 Bijzondere Tewerkstelling Ondersteunende Maatregelen (BTOM’s): • Tegemoetkoming voor arbeidsgereedschap en –kleding en voor arbeidspostaanpassingen Als je door je arbeidshandicap aangepast of specifiek gereedschap of arbeidskledij moet kopen, kan je een vergoeding krijgen. Ook jouw werkgever of jij als zelfstandige kan een vergoeding krijgen voor arbeidspostaanpassingen. Enkel de meerkosten om de werkpost aan te passen worden terugbetaald voor: - Personeel met een arbeidshandicap en mensen die in opleiding zijn bij GIBO: De werknemer met een arbeidshandicap moet 6 maanden in dienst blijven en de werkpost moet voorbehouden zijn voor personeel met een arbeidshandicap. - Zelfstandigen: De aanpassingen mogen niet gebeuren voordat er een tussenkomst is aangevraagd. Op het aanvraagformulier wordt er gevraagd naar de eventuele kosten, het zou goed zijn om vooraf bij de bevoegde instantie te informeren naar de geschatte kosten. • Tegemoetkoming in de verplaatsingskosten van en naar het werk of de opleiding Hier spreken we van personen met een arbeidshandicap die zich verplaatsen op een individueel gemotoriseerd of gespecialiseerd vervoer, alsook de vervoerskosten van de begeleider. Het gaat hier over de vervoerskosten van thuis naar het werk , de stageplaats of de beroepsopleiding.
Dovennieuws 2010 nr.5
• Tolk voor doven en slechthorenden Om de communicatie op de werkvloer te verbeteren heeft men een tolk nodig. Jaarlijks heeft men recht op 10% tolkuren van de jaarlijks gepresteerde werkuren. Men kan een verdubbeling aanvragen wat neerkomt op 20% tolkuren. Daarvoor moet je een motivatiebrief schrijven. Naast de tolkuren op het werk, betaalt de VDAB ook nog andere tolkuren: sollicitatie (S-uren) en opleiding (B-uren). • Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) VOP is een vervanger van VIP en CAO26. De VDAB betaalt een ondersteuningspremie voor het in dienst nemen en het behouden van personen met een arbeidshandicap. Die premie vermindert de inschakelings- en/of ondersteuningskosten die noodzakelijk zijn. • Toelating tot tewerkstelling in beschutte werkplaats De toelage kan van bepaalde of onbepaalde duur zijn. Bij de toelating kan een intensieve begeleiding naar het normaal economisch circuit verplicht worden. Deze begeleiding duurt 2 jaar en kan verlengd worden. Naast de toelating krijgt de werkgever een premie van het Vlaamse Subsidieagentschap om de persoon aan te werven, deze vermindert het rendements- verlies (financiëel verlies). Je kan deze 5 maatregelingen ook terugvinden op http://vdab.be/arbeidshandicap/wztewerkstellingsmaatregelen.shtml of http:// vdab.be/communicatie/PartnerOverleg/arbeidshandicap.html
Personen met een arbeidshandicap vragen soms gespecialiseerde ondersteuning in hun zoektocht naar werk, voor hen is er gespecialiseerde ondersteuning: • Gespecialiseerde Trajectbepaling en -begeleiding (GTB) - Je volgt een intensief traject dat uit verschillende stappen bestaat. - Bij het uitstippelen van dit traject wordt er rekening gehouden met je individuele beperkingen en mogelijkheden. - Deze individuele begeleiding is gratis. Meer informatie kan je vinden op: http://vdab.be/arbeidshandicap/wzbegeleiding.shtml • Gespecialiseerde Opleidings- en Begeleidings- en bemiddelingsdiensten (GOB’s) GOB is een gespecialiseerd opleidings-, begeleidings- en bemiddelingscentrum voor personen met een arbeidshandicap. Om hun ondersteuning te kunnen krijgen moet je aantonen dat je een arbeidshandicap hebt. Meer informatie kan je vinden op: http://vdab.be/arbeidshandicap/cbo.shtml • Gespecialiseerde Arbeidsonderzoeksdienst (GA) Je kan er als persoon met een arbeidshandicap terecht voor: - Een deskundige diagnose van je arbeidscompetentie - Een doelmatige oriëntering naar de arbeidsmarkt - Advies over de tewerkstellingsondersteunende maatregelen waar je beroep op kan doen Meer informatie kan je vinden op: http://www.gtb-vlaanderen.be/GA.aspx • Gespecialiseerd Individuele Beroepsopleiding (GIBO) Zij bieden een individuele beroepsopleiding, met de verplichting dat de werkgever nadien een contract aanbiedt. Meer informatie kan je vinden op: http://vdab.be/ibo/gibo.shtml
Als laatste hebben wij enkele tips over voordelen voor het vervoer bij sollicitatie en tewerkstelling : • Vermindering treinticket bij sollicitatie Om te gaan solliciteren biedt de VDAB een vermindering van 75% bij de aankoop van een treinticket, deze kan 5 dagen op voorhand aangevraagd worden bij de VDAB. Meer informatie kan je vinden op: http://www.b-rail.be/nat/N/tarifs/specialdiscount/job/index.php • Gratis abonnement De Lijn Volgende personen krijgen een gratis Omnipas: - Erkenning VAPH - Tegemoetkoming FODSZ en in Vlaanderen wonen - Voor personen die recht hebben op BTOM’s van de VDAB Meer informatie kan je vinden op: http://www.delijn.be/vervoerbewijzen/types/abonnement/gratis/gratis.htm#8 • Subsidie mobiliteit bij het vinden van werk Het openbare vervoer is duur, voor personen die voor het eerst gaan werken kunnen deze kosten te duur zijn. De regering biedt een premie aan om de kosten te drukken. Deze kunnen met een formulier C131S aangevraagd worden bij uw uitbetalinginstelling (RVA, ACV, ABVV,..) 1 maand voor en na de eerste werkdag. Meer info kan je vinden op: http://www.rva.be/frames/frameset.aspx?Language=NL&Path=D_opdracht_VW/&Items=4
Let op!
Deze informatie is beperkt, bij elk thema zijn er linken toegevoegd. Bij elk van deze punten zijn er voorwaarden, de aanvraag gebeurt op verschillende manieren. Wilt u meer weten of wenst u ondersteuning van Fevlado-Passage? Dan kunt u bij ons terecht: Email:
[email protected] ID ooVoo: fevlado-passage
Dovennieuws 2010 nr.5
Gebarentaal is onmisbaar in het onderwijs aan kinderen met een CI Maartje De Meulder & Onno Crasborn Juli 2010
In de zomer van 2010 vindt in Vancouver (Canada) het 21ste ICED congres plaats. ICED staat voor International Congress on the Education of the Deaf en is een vijfjaarlijks congres waarbij experts en werknemers uit het dovenonderwijs bijeenkomen. Een mooi moment, vonden wij, om eens te kijken hoe het staat met gebarentaal als onderwijstaal in het dovenonderwijs in Vlaanderen en Nederland. Op het ICED congres in Vancouver zullen vooral horende deelnemers aanwezig zijn, net als op het ICED congres in Milaan in 1880, waar gebarentaal werd verbannen uit het dovenonderwijs. Op het vorige ICED congres in Maastricht in 2005 zei één van de dove keynote sprekers dat de geest van Milaan 1880 nog steeds rondwaarde op het congres. En ook in 2010 gaat het gros van de lezingen weer over dove mensen horend maken: het cochleair implant (CI), auditieve ondersteuning en vroege interventie. Gebarentaal en dovencultuur krijgen ook nu weer beperkte aandacht. Het lijkt er dus op dat gebarentaal en dovencultuur in het dovenonderwijs toch geen voorname plek inneemt, ondanks de ontwikkelingen richting tweetalig onderwijs van de laatste twintig jaar. Welke plaats krijgen Vlaamse Gebarentaal (VGT) en Nederlandse Gebarentaal (NGT) op dit moment in het dovenonderwijs? Een tijdje terug woonde één van ons in Vlaanderen een praatje bij van een horende moeder van twee dove jongeren. Ze kwam voor een groep van dove en horende ouders haar visie op de opvoeding van dove kinderen vertellen. Drie kwartier lang, geen woord over gebarentaal. Op vraag van iemand uit het publiek hoe zij dan aankijkt tegen gebruik van gebarentaal in de opvoeding antwoordde ze dat ze er zeker niet tegen is maar dat haar kinderen het “niet nodig” hebben en zich prima redden zo. Op de hogeschool volgen ze de lessen door spraakafzien. Af en toe vervelen ze zich wel, “maar vervelen horende studenten zich soms ook niet?” Het merendeel van de dove aanwezigen had uiteraard op dat moment al lang haar ballon doorprikt. Iemand uit het publiek kende haar kinderen uit een dove jeugdclub en maakte haar er attent op dat haar kinderen nu wel gebarentaal gebruiken. “Oh ja”, antwoordde ze, “maar ze leren dat vanzelf hé als ze groter zijn, je moet dat niet vroeg aanbieden”. Een treurig stemmend verhaal. Als we iets weten na tientallen jaren van onderzoek naar meertaligheid en taalverwerving, is het wel dat je zo vroeg mogelijk met een taal in contact moet komen om hem echt vloeiend te leren beheersen. Ongeacht of het een gesproken taal of een gebarentaal is. In februari 2010 kwam de directrice van de Vlaamse dovenschool Sint-Lievenspoort een presentatie geven voor de ouders van een Vlaams project voor dove kinderen en hun familie, VGT Doe Mee 1 . Ze begon met te zeggen dat ze niet veel kon vertellen over de orale geschiedenis van de school, “maar dat er nu toch al wel veel veranderd is”. Haar presentatie bewees het tegendeel. Op de lagere school van Sint-Lievenspoort zijn er drie doelgroepen: kinderen met autisme, kinderen met een spraak- en taalstoornis 2, en dove en slechthorende kinderen. De manier van lesgeven is voor de drie doelgroepen dezelfde. Dove en slechthorende kinderen worden ingedeeld in groepen
afhankelijk van gehoorverlies, auditief functioneren, taalontwikkeling, communicatiemethode (VGT, NmG of alleen spraak) en intelligentiemogelijkheden. Volgens de directrice kiezen ouders en kinderen allemaal iets anders, en moet dus alles aangeboden worden. Een eigen visie op onderwijs wordt niet geformuleerd. Ze doen alles en niets tegelijkertijd. Over het belang van VGT: geen woord. Ouders (die in Vlaanderen in de meeste gevallen niet- of slecht geïnformeerd zijn over gebarentaal) kunnen uit veel verschillende mogelijkheden kiezen. De klant is koning. Wanneer we vragen of ouders dus ook voor een tweetalig aanbod kunnen kiezen is het antwoord ja, maar op onze volgende vraag hoe dat aanbod er dan uit zou zien, krijgen we geen antwoord. Na 20 minuten praten over het onderwijs aan dove kinderen, is er nog steeds geen woord gezegd over VGT. Dan komt er een slide over de verschillende communicatiemethoden die gebruikt worden in de school. VGT staat helemaal onderaan. Een dove collega van ons merkt op dat dat toch wel vreemd is, maar krijgt als antwoord dat die laatste plaats helemaal niet hoeft te betekenen dat VGT minder belangrijk zou zijn. Wanneer we vragen wanneer VGT dan gebruikt wordt is het antwoord: enkel in de “gebarenklassen”, niet in de “orale klassen”. Toegegeven, het is een anekdote. Maar helaas lijkt het wel een representatieve anekdote, zowel voor Vlaanderen als voor Nederland. De opkomst van tweetalig onderwijs aan het begin van de jaren negentig heeft niet doorgezet. Het is in de verdrukking gekomen, ingehaald, door een ontwikkeling die veel sneller gaat en die minder inspanning lijkt te vergen van scholen, ouders en professionals: cochleaire implantaten. Zo vroeg mogelijk, en het liefst twee. Een begrijpelijke ontwikkeling vanuit het perspectief van de audiologie, en een ontwikkeling waarbij ook volwassen doven zich niet allemaal ongemakkelijk voelen. Sommige doven kiezen na tientallen jaren zonder geluid voor een CI, om zo meer mee te krijgen van de akoestische wereld om zich heen. Vogels, muziek, aankomende auto’s, noem maar op. Maar moet dit ook meteen gevolgen hebben voor het dovenonderwijs? Waar is de conclusie uit de jaren ’80 en ’90 gebleven dat ook doven met gehoorresten (zelfs slechthorenden) beter tweetalig kunnen opgroeien, met een gesproken taal en een gebarentaal? Het lijkt alsof het dovenonderwijs op veel plekken nooit over haar angst voor gebarentaal heen is gekomen. Zodra er een aanleiding is om gebarentaal terzijde te schuiven, gebeurt het. Vroeger kostte het de medewerkers veel moeite om gebarentaal te leren – en hoeveel mensen is het nou echt gelukt om gebarentaal zo vloeiend te beheersen dat ze als volwaardig gebarende leerkracht voor de klas kunnen staan? Hoeveel leerkrachten kunnen de onderonsjes van dove kinderen volgen? De ervaring leert dat maar weinig tweede taal-leerders dat niveau bereiken. Het vormt het tastbare bewijs dat het niet meer lukt om op latere leeftijd een taal vloeiend te leren beheersen. En dat is precies wat er nu gebeurt met een nieuwe generatie dove kinderen. We weten niet in hoeverre het chirurgische gehoor een volwaardige bron voor spraak leren vormt. Ja, de kinderen spreken en horen beter dan dove kinderen vroeger, ze leren eerder en beter lezen en schrijven. Maar volwaardig meedraaien in sociale interacties? Vraag een willekeurige slechthorende hoe lastig het is. Even lastig is het leren van gebarentaal: door pas op latere leeftijd, ‘als het kind het zelf wil’, met gebarentaal in contact te komen, kan nooit volwaardige beheersing van een gebarentaal ontstaan. Niet in Vlaanderen, niet in Nederland. Nergens. Dit toont aan dat de visie op gebarentaal in het dovenonderwijs en in een groot
Dovennieuws 2010 nr.5
deel van de zorgsector er om heen er nog altijd één is van ‘dat is gemakkelijk, ze leren dat vanzelf wel. Nederlands daarentegen is een echte taal die we vroeg moeten aanbieden willen kinderen die goed verwerven’. Dit ondanks onderzoek naar gebarentalen waaruit blijkt dat dit in alle opzichten volwaardige talen zijn. Het is een groot misverstand te denken dat dove kinderen wel vanzelf gebarentaal zullen leren als ze ouder zijn, zeker nu met de huidige ontwikkelingen waarbij steeds meer kinderen een CI krijgen en steeds meer kinderen reeds vroeg integreren in het regulier onderwijs.
Voor kinderen met een CI is VGT of NGT geen vanzelfsprekend recht, maar iets waarvoor door hen en hun ouders gevochten moet worden. Een moeder die VGT wil leren voor haar dove kind vertelde ons onlangs dat ze door een vroegbegeleidingsdienst vierkant uitgelachen werd: “waar heb je dat nu voor nodig?” Ouders die hun kind vroeg gebarentaal willen aanbieden, moeten tegen de stroom inroeien. Pas wanneer het CI niet zo goed werkt als men gewenst had, wordt aanvaard dat VGT of NGT “misschien wel een oplossing kan zijn”. Dove kinderen verliezen zo kostbare kansen.
Het gevaar bestaat dat er een generatie opgroeit zonder omgeving waarin men zich echt thuis voelt. Tweetaligheid biedt juist de mogelijkheid om in twee gemeenschappen thuis te zijn, waarbij de visuele contacten in de dovengemeenschap de enige zijn waarin iemand helemaal zonder grenzen kan communiceren.
Sinds wanneer is een chirurgische ingreep waar een kind geen toestemming voor kan geven een vanzelfsprekendheid en toegang tot een visuele taal niet? Als een CI – in het beste geval! – 90% toegankelijkheid kan bieden, waarom zou je dan datgene laten vallen dat 100% succes en toegankelijkheid biedt, namelijk gebarentaal?
De Vlaamse dovenschool Spermalie in Brugge stelt op haar website haar aanpak voor als “monolinguaal” en “gedifferentieerd”3. Gedifferentieerd betekent in dit geval opnieuw dat de “klant” koning is, en de school zich aan elk kind en de wensen van de ouders aanpast. Monolinguaal betekent (opnieuw volgens de website van Spermalie) “dat Nederlands (gesproken, geschreven, of in Nederlands met gebaren) de eerste taal is, daarnaast heeft de Vlaamse Gebarentaal een beperkte plaats”. Een beetje verder op hun website promoten ze wel “integratie in twee werelden (bicultureel perspectief )” door contact met dove en horende leeftijdsgenoten na te streven 4. Hoe kun je nou monolinguaal werken maar tegelijkertijd een bicultureel perspectief nastreven? Het zal wel goed komen met die kinderen, moeten we maar denken? Ze zullen hun weg zelf wel vinden en zelf wel VGT leren?
Gebarentaal is geen “oplossing voor probleemkinderen”, net zomin als een stuur een oplossing is voor een auto. Gebarentaal is onmisbaar voor dove en slechthorende kinderen. Alleen gebarentaal is volledig toegankelijk voor kinderen met een beperkt gehoor, en daar vallen alle kinderen met een CI onder. En dan hebben we het nog niet eens over het feit dat kinderen onder de douche, in het zwembad of als de batterij op is weer helemaal doof zijn. Laten we de onderzoeksresultaten over tweetaligheid nu eindelijk serieus gaan nemen. De helft van de wereldbevolking is opgegroeid met twee of meer talen. Het leren van twee talen tegelijk vertraagt de ontwikkeling van kinderen niet. En het leren van zowel gebarentaal als gesproken taal als twee gescheiden talen gaat vanzelf als het maar om de kinderen heen gebruikt wordt. Dit vereist een inspanning van horende leerkrachten en ouders, en het op veel grotere schaal inzetten van dove volwassenen in het onderwijs. Daarnaast is het zaak dat de dovengemeenschappen in Nederland en Vlaanderen meer moeite doen om ouders en hun jonge dove kinderen te verwelkomen en bij te staan in het leren van gebarentaal. Alleen dan zullen we over vijfentwintig jaar een nieuwe generatie dove volwassenen hebben voor wie het OK is om doof te zijn (of ze nu een CI hebben of niet), die zich vrij beweegt tussen horende en dove werelden, die niet op grote schaal psychologische hulp zoekt, en waarvan niet de helft werkloos is.
De waarde-oordelen druipen verder van de website 5 : “Sommige kinderen verwerven hun taal en dus hun kennis via orale weg […]. Andere kinderen verwerven hun taal en dus hun kennis hoofdzakelijk via gebarencommunicatie. M.b.t. gebaren kiezen wij voor Nederlands met gebaren (…). Sommige kinderen gebruiken ook Vlaamse Gebarentaal. Dit is de taal van de dovengemeenschap. Vlaamse Gebarentaal volgt net als Nederlandse Gebarentaal niet de taalstructuur van het gesproken Nederlands.” En even verder: “Zelfs goed sprekende orale kinderen kennen een aantal gebaren. Ze leren ook dat er enigszins andere omgangsvormen heersen tussen gebarenmakende leeftijdsgenootjes.” “Gebarenmakende” kinderen. Een term die in Vlaanderen nog steeds gebruikt wordt. Waarom spreekt men niet ook van “geluidmakende” kinderen? In het KIDS, de dovenschool van Hasselt, noemt men de groep dove kinderen “de auditieven” 6 . Tsja. Op 26 april 2006 werd de VGT erkend als taal in Vlaanderen. De directie van Spermalie heeft indertijd al haar personeel verboden om de petitie voor de erkenning van VGT te ondertekenen (een petitie die overigens meer dan 70.000 handtekeningen haalde en daarmee de meest succesvolle petitie was die ooit ingediend werd bij het Vlaams Parlement) omdat men het niet eens was met de formulering op de petitie dat VGT de eerste taal is van dove mensen (en dus ook dove kinderen). En daar zijn ze het nog steeds niet mee eens. Er is sinds de erkenning al heel wat gebeurd, voornamelijk met betrekking tot sensibilisatie van en over de taal. Maar als onderwijstaal staat VGT in Vlaanderen nergens. De dovenscholen behandelen VGT nog steeds als een hulpmiddel, als iets dat sommige dove kinderen “nodig” hebben, maar de meesten (met een CI) niet. Een uitzondering vormt Kasterlinden in de Brusselse gemeente Sint-Agatha-Berchem. Maar daar gaan, in tegenstelling tot Guyot in Groningen, maar weinig dove kinderen naartoe omdat veel ouders de school te ver vinden en ook omdat ze niet goed geïnformeerd zijn over gebarentaal en tweetalig onderwijs.
10
Dovennieuws 2010 nr.5
http://www.vgtdoemee.be (laatst bezocht op 8 juli 2010) “ESM” in Nederland. 3 http://www.ki-spermalie.be/bezoeker/f_main.aspx?pag=txt_dfsh_taco_ taal_visi&sub=txt_dfsh_taco_taal_visi_dove (laatst bezocht op 7 juli 2010) 4 http://www.ki-spermalie.be/bezoeker/f_main.aspx?pag=txt_dfsh_taco_ taal_visi&sub=txt_dfsh_taco_taal_visi_2wer (laatst bezocht op 7 juli 2010) 5 http://www.ki-spermalie.be/bezoeker/f_main.aspx?pag=txt_dfsh_taco_ basi&men=4%20trajecten&sub=txt_dfsh_taco_basi_zoma (laatst bezocht op 7 juli 2010) 6 http://www.kids.be/# (laatst bezocht 7 juli 2010) 1 2
Maartje De Meulder is orthopedagoge en behaalde een MA in Deaf Studies aan het Centre for Deaf Studies in Bristol. Ze is momenteel werkzaam binnen de belangenbehartiging van Fevlado vzw, de Vlaamse Dovenfederatie. Daar houdt ze zich voornamelijk bezig met onderwijs aan dove kinderen en jongeren, gebarentaal, CI en media. Ze was met het Doof Actie Front ook één van de drijvende krachten achter de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal in april 2006. Ze schrijft deze tekst in eigen naam. Contact:
[email protected] Onno Crasborn werkt als taalkundig onderzoeker aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, waar hij met een team van horenden en doven onderzoek doet naar de structuur van Nederlandse Gebarentaal. Hij is zelf als horende pas na zijn 20e NGT gaan leren. Hoewel hij uiteindelijk het diploma Tolk Gebarentaal behaalde, merkt hij in de dagelijkse samenwerking met zijn dove collega’s hoe belangrijk het frequente contact met gebarende doven is om gebarentaal vloeiend te leren beheersen. Contact:
[email protected]
Tunhout - JC De Kempen email:
[email protected] website: www.piramime.be/jcdk Lokaal: ‘Sociaal - Cultureel Centrum Piramime’ Hendrik Consciencestraat 17 2300 Turnhout Kortrijk - JW De Haerne email:
[email protected] website: www.jwdhc.be lokaa: ‘Clubhuis De Haerne’ Kortrijksestraat 70 8501 Kortrijk - Heule Gent - JC De Joker email:
[email protected] website: www.jcdejoker.be Lokaal: ‘Dovenclub Gent ’ Stropkaai 38 9000 Gent
Hallo gebruinde jongeren! De vakantie zit er alweer op! De kinderen moeten weer naar school, de leerkrachten zitten weer met hun handen in het haar, de zon is weg, ... . Hopelijk heeft iedereen een deugddoende vakantie gehad en hebben jullie veel energie voor de laatste 4 maanden van 2010!
Antwerpen - JC De Vlinder Email:
[email protected] website: www.jcdevlinder.be Lokaal: ‘Madosa’ Haantjeslei 213 2018 Antwerpen.
Brugge - JW Dewitte’s Doordrijvers Email:
[email protected] website: www.jwdwd.be Lokaal: DOC Effeta Polderstraat 76a 8310 St Kruis Brugge
Uiteraard kijken we allen uit naar het jongerenfestival in oktober! De website is sinds kort gelanceerd (http://jongerenfestival.jongfevlado.com/) en de tickets zijn volop in omloop. Deze kan je kopen bij een van de bestuurders van Jong-Fevlado. Een ticket voor de fuif kost 10 euro. Indien je ook workshops wil volgen, betaal je 15 euro voor een ticket (fuif inbegrepen). De workshops zullen heel interessant worden: je hebt de keuze tussen dans, poëzie, theater, montage, catwalk en fotografie. De vrijdagavond kun je je inschrijven en krijg je meer informatie over het festival. Vanaf de zaterdag gaan we er dan hard tegenaan: je zoekt je talent, je werkt aan je talent en als je wilt krijg je de kans om je talent ook te tonen. Het wordt een FAN-TAS-TISCH evenement! Vertel ‘t door aan je vrienden en familie! In deze jongerenkrant vinden jullie het volledige programma en meer informatie over het festival. Laat het festivalbeest in jou los!
In deze jongerenkrant:
..
..
Verslag Camp X Jongerenfestival
Verslag Mafiatornooi en bal Strips
WIE ZIJN WE? Voorzitster Hilde Verhelst - verantwoordelijk voor jongerenfestival, EUDY en WFDY, leiding bij vergaderingen, contact met binnen- en buitenland - Secretaris Yves Van Acker - verantwoordelijk voor EUDY en WFDY, back-up administratie, e-mails beantwoorden, opvolgen en contact houden met binnen- en buitenland, verslagen op vergaderingen - verantwoordelijk voor sensibilisatie (website), stadsspel, jongerenfestival - Schatbewaarder Nadine Buchwald - verantwoordelijk voor financiën, jongerenfestival, sneeuwkamp - Hulpschatbewaarder: Dana theys - verantwoordelijk voor jongerenfestival, financiën - Bestuurslid: Sammy Van Landuyt - verantwoordelijk voor Jong Fevladokamp, jongerenfestival, stadsspel - Bestuurslid : Hannes De Durpel - verantwoordelijk voor sensibilisatie (jongerenkrant) en kalender - Bestuurslid: Lien Jacquemin - verantwoordelijk voor jongerenfestival - Adviseurs: Stefaan Breemersch en Geert Dirickx - geven advies over jongerenwerkingen en zorgen voor een goede communicatie met de jongerenwerkingen en Jong Fevlado.
Dovennieuws 2010 nr.5 Jongerenkrant
11
Verslag Camp X - Verslag Maffia In juni en juli hebben de jeugdclubs niet stil gezeten. Wij zijn wel benieuwd naar de activiteiten van Jeugdclub De Kempen en van Jongerenwerking Dewitte’s Doordrijvers. Daarom vertellen Lien Jacquemin en Elke Vanstraelen ons wat meer…
Maffiatornoo
i
en –bal (26 ju Elke Vanstr ni 2010) aelen Op een mooie (hete) zomerdag kwamen ik en mijn team De Joker samen om naar Vosselaar te trekken voor het Maffiatornooi. We hadden er allemaal zin in! Eens aangekomen in Vosselaar kregen we uitleg over de verdeling van de groepen. We moesten teams vormen. JWDWD van Brugge, JCDJ van Gent, JCDK van Turnhout en JWDHC van Kortrijk waren aanwezig. Het tornooi bestond uit 3 delen.
en moesten leden van de andere groepen proberen pakken om zo aan veel kaartjes te geraken. Die kaartjes leverden dan punten op! Het spel kwam wel moeizaam op gang omdat er veel verwarring was. Na het spel mochten we eindelijk genieten van een welverdiende douche, om ons daarna klaar te maken voor de Maffiafuif!
Het eerste deel bestond hoofdzakelijk uit ‘teamwork’. We moesten echt samenwerken! Het leukste van dat deel vond ik dat we op een stinkende berg ‘drugszakjes’ moesten gaan zoeken. En ook ons fantastisch toneeltje over de maffia in De Joker-stijl was super! Voor dat toneeltje reden we rond als echte maffioso in auto’s op de parking. We reden met twee auto’s die vijanden waren voor elkaar. Daarna moesten we een ‘drugsdeal’ sluiten. We stapten uit de auto, stonden oog in oog met de vijand en dat draaide dan uit op een gevecht met wapens! Geweldig! Het is wel jammer dat ze het niet gefilmd hebben. Ik ben zeker dat we het beste toneelstukje hadden gemaakt.
De fuif ging van start met een ‘Happy Hour’! Twee drankjes voor de prijs van 1! Drinken maar! Het was gezellig en er was veel volk! Rond middernacht was het tijd om de winnaar van het tornooi bekend te maken! Brugge belandde op de laatste plaats. Dat betekende dus dat De Joker of Kempen-Kortrijk zou winnen, wat een strijd! De Joker werd uiteindelijk uitgeroepen tot winnaar! Als beloning kregen we bonnetjes! De rest van de avond was het nog heel leuk, maar daarna werd het tijd om naar huis te gaan en de oogjes te sluiten na zo een leuke dag.
Tijdens het tweede deel moesten we enveloppen zoeken die het bestuur in de buurt had verstopt. Deze enveloppen hadden we nodig voor het derde deel. Elke groep moest naar een enveloppe met zijn eigen logo op zoeken. We kregen drie kwartier de tijd om alles te vinden! Na lang zoeken kon deel 3 beginnen. Dit deel was een beetje gebaseerd op het spel Stratego. Elke groep moest een eigen schuilplaats zoeken. Daarna kregen we kaartjes met verschillende rangen op. De hoogste rang was bijvoorbeeld de drugsbaron en elke rang die daar onder viel, kon gepakt worden door de drugsbaron. Maar een moordenaar kon de drugsbaron wel vermoorden. We kregen allemaal een kaartje
Ik bedank jeugdclub De Kempen voor hun moeite bij het organiseren van de activiteit, en natuurlijk ook team De Joker: Sammy, Sylvie, Davy S, Davy VL, Bram, Vasco, Lara, Bjorn en Sander voor deze leuke dag!
0)
1 0 2 i l u j 4 2 ( Camp X uemin Lien Jacq
Het kamp ging van start op de dag dat de voetbalmatch tussen Holland en Brazilië doorging. Nadat we allemaal waren samengekomen aan het station van De Panne, keken we samen nog naar het einde van de match. Na het gejuich en/of enkele traantjes, ging onze activiteit van start. We werden in groepjes verdeeld en elk groepje kreeg een opdracht. We kregen een filmpje te zien dat ons naar onze kampeerplaats moest leiden. Ons groepje had geluk, een cafébaas gaf ons
12
Dovennieuws 2010 nr.5 Jongerenkrant