Voorwoord Hoofdstuk 1
Inleiding
INFORMATIE - DE SCHOOL NU Hoofdstuk 2
Schoolbeschrijving.
Hoofdstuk 3
Leerstofaanbod en toetsinstrumenten
Hoofdstuk 4
Onderwijskundig beleid
Hoofdstuk 5
Kwaliteitsbeleid
Hoofdstuk 6
Personeelsbeleid
Hoofdstuk 7
Financieel beleid
Hoofdstuk 8
I.C.T. beleid
INFORMATIE - VERKENNINGEN Hoofdstuk 9
Strategische verkenning
Hoofdstuk 10
Strategische beleidskeuzes 2011-2015
PLANNEN Hoofdstuk 11
Plannen voor 2011-2015
GEVOLGEN VAN DE PLANNEN Hoofdstuk 12 Gevolgen van de plannen
2
Voorwoord Voor u ligt het schoolplan van OBS de Knotwilg in Langerak. Hierin beschrijven wij als school de stappen die wij in de aankomende vier jaar willen zetten. Dit schoolplan geeft richting aan ons handelen en houdt ons op koers om van onze school een plek te maken waar kwalitatief goed onderwijs gegeven wordt in een veilige en stimulerende omgeving. Een dynamische plaats waar leerlingen, hun ouders en schoolteam elkaar versterken en aanvullen. Op dit moment is het noodzakelijk dat de school een grote stap richting toekomst gaat zetten. Dit moet een gedragen proces gaan worden, mede vormgegeven door (leerlingen) ouders en het team. Om alle expertise en informatie te kunnen bundelen en om van daaruit een gedegen keuze te kunnen maken is dit schoolplan “open” beschreven. Dit houdt in dat wij volgens het volgende stappenplan willen gaan werken: 2011-2012 Creëren van een pedagogische en didactische kwaliteitsnorm (basis) voor de hele school. Vanaf januari oriëntatie op Adaptief onderwijs/HGW/Passend onderwijs/Coöperatief leren/ meervoudige intelligentie ed.(optie 1) Óf optie 2 Een compleet onderwijssysteem waarbinnen alle componenten verenigd worden zoals bv; 1-zorgroute, onderwijscontinuüm, Cabell. 2012-2013 Schetsen van het werkkader voor de aankomende jaren afhankelijk van welke optie gekozen is.(Externe ondersteuning).Scholing, experimenteren. 2013-2014 Scholing, experimenteren, integreren/implementeren. (externe ondersteuning) Onderwijsmaterialen/methodieken koppelen aan onderwijssysteem(en). 2014-2015 Scholing, experimenteren en implementeren. Onderwijsmaterialen/methodieken koppelen aan onderwijssysteem(en). Aanschaf nieuwe methoden passend bij onderwijssysteem(en) en die gekoppeld kunnen worden aan Parnassys. 2015-2016 Implementeren en borging. In concreto wordt per schooljaar in het jaarplan beschreven welke doelen er voor dat jaar uitgewerkt gaan worden. Aan het eind van het jaar wordt dit geevalueerd (jaarverslag) en wordt e.e.a. bijgesteld zónder de langere termijndoelen, beschreven in het schoolplan, uit het oog te verliezen. Eric Vos Directeur OBS de Knotwilg Langerak, juli 2011
3
Hoofdstuk 1
Inleiding
Doelen en functie van het schoolplan Het schoolplan is een beleidsinstrument over een periode van vier jaar. Uitgaande van onze visie en missie worden de doelen beschreven die de kwaliteit van ons onderwijs borgen. Het schoolplan is een verantwoordingsdocument naar derden; ouders, bevoegd gezag, inspectie. Door dit verantwoordingsascpect, als schoolorganisatie te gebruiken als referentiepunt geeft de inhoud ook direct sturing en richting aan het onderwijsproces. Samenwerking, afstemming- en evaluatie met ouders en externe zorgpartners is dus essentieel voor het behouden en uitbreiden van de kwaliteit. Het schoolplan biedt de mogelijkheid om gestelde doelen in de ontwikkeling te evalueren. Kwaliteitsontwikkeling is een dynamisch proces. Binnen het schoolplan wordt ook beschreven hoe wij de aankomende periode willen inspelen op maatschappelijke veranderingen en eisen vanuit de inspectie en nieuwe inzichten in didactische en pedagogische principes. Het dynamische principe wordt ondersteund en zichtbaar gemaakt in het handelen door het cyclische proces van: plannen, uitvoeren en evalueren.
Planning & control systematiek SCHOOLPLAN
-
Beschrijft een periode van 4 jaar Beschrijving op basis van hoofdlijnen Overzicht meerjaren beleidsvoornemens
JAARPLAN
-
Beleidsitems per schooljaar. SMART-beschreven (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel,Reëel, Tijd)
JAARVERSLAG
- kern- en kengetallen gegevens afgelopen schooljaar - Evaluatie doelstellingen. - Indien nodig, bijstellen, herformuleren doelstellingen
SCHOOLGIDS
-
informatie voor ouders
4
De functies van het schoolplan Inzicht verschaffen op alle beleidsterreinen en hun onderlinge samenhang. Duidelijkheid geven over de huidige situatie van de school. Vaststelling van de plannen voor de komende periode van vier jaar (2011-2014). Basis voor de geplande kwaliteitsontwikkelingen binnen de school en om gestelde doelen in de ontwikkeling te evalueren en om hier op te reageren. Zorgt voor een dynamisch- en een ontwikkelingsgerichte organisatie. Verantwoordingsdocument voor ouders, bestuur en inspectie. Jaarlijks zullen de verander- en verbeter- onderwerpen worden geëvalueerd door team en directie en overlegd worden met bestuur en medezeggenschapsraad. In dit schoolplan wordt verwezen naar: a. De schoolgids van O.B.S. De Knotwilg b. De volgende bovenschoolse beleidsdocumenten: het actuele managementstatuut. het Integraal personeelsbeleidsplan ICT beleidsplan De jaarverslagen van het bestuur Klachtenregeling Reglement Medezeggenschap Vrijwilligersstatuut Het strategisch beleidsplan Protocol overgang of doublure c. Bijlagen. De documenten zijn op school aanwezig en voor betrokkenen te raadplegen Procedure voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan. Dit schoolplan is opgesteld door Eric Vos, directeur van O.B.S. de Knotwilg in samenwerking met Ruud van Rijn, directeur O.B.S de Ammers. De ouders, kinderen en teamleden hebben gegevens aangeleverd. Zij hebben dit gedaan middels het invullen van de enquete “Scholen met Succes”. Tenslotte is het schoolplan op voorstel van het team vastgesteld door het bestuur. De medezeggenschapsraad heeft met dit schoolplan ingestemd.
5
Hoofdstuk 2
Schoolbeschrijving.
Naam
o.b.s. De Knotwilg
Adres Telefoon
W. de Zwijgerstraat 2; 2967 EM; Langerak 0184-601729
E-mail Website
[email protected] www.knotwilgobs.nl
Schoolkenmerken De Knotwilg is in 1994 ontstaan uit OBS De Poort in Nieuwpoort en OBS In de Bongerd in Langerak. De Knotwilg ligt centraal in de kern Langerak. De school beschikt over 2 gebouwen. Het hoofdgebouw met 5 leslokalen, een handarbeid-/ict-lokaal en een speellokaal. Naast dit hoofdgebouw staat een zogenaamde schoolwoning. De bovenverdieping van de schoolwoning is ingericht als leslokaal. Op de begane grond is de peuterspeelzaal gevestigd. O.B.S. de Knotwilg is een openbare basisschool. Dit betekent dat de school open staat voor iedereen, met respect voor ieders culturele en /of levensbeschouwelijke achtergrond. 1. Pluriformiteit, dat wil zeggen dat er ruimte wordt geboden aan de verschillende godsdienstige en levensbeschouwelijke opvattingen die er in onze samenleving bestaan. 2. Emancipatie en tolerantie, dat wil zeggen dat in onze school de principiële gelijkwaardigheid van opvattingen wordt gegarandeerd. 3. Algemene toegankelijkheid: onze school weigert geen kinderen op grond van ras, overtuiging of achtergrond. 4. Godsdienst- en vormingsonderwijs: onze school geeft gelegenheid tot het volgen van godsdienstonderwijs en/of levensbeschouwelijk onderwijs. 5. Non-discriminatie: de school eerbiedigt ieders godsdienst of levensbeschouwing, wat ook betekent dat het personeel zonder op dit punt onderscheid te maken benoembaar is.
6
We leren de kinderen met respect en waardering met elkaar om te gaan. Onze school kenmerkt zich door de zorg voor het totale kind. Ons streven is dat elk kind zich naar vermogen kan ontwikkelen. Alle aspecten van de ontwikkeling vinden wij belangrijk en zowel de verstandelijke, als de sociale, de emotionele en de creatieve krijgen onze aandacht. We leren kinderen hoe ze met elkaar, maar ook met zichzelf om kunnen gaan. Elk kind kan zich zo ontwikkelen tot een zelfstandige en weerbare persoonlijkheid. We willen een school zijn, waar kinderen en ouders zich thuis voelen. Leren De leerkrachten begeleiden, helpen en sturen de kinderen bij hun ontwikkeling. Wij leren de kinderen leren; ook door zelf te blijven leren. Leerkrachten volgen individueel, maar ook in teamverband cursussen. Omgaan met verschillen Op onze school streven wij naar een ononderbroken onderwijsproces voor alle kinderen. Wij leren ze de basisvaardigheden en bereiden ze voor op het voortgezet onderwijs, waarbij we zoveel mogelijk rekening houden met ieders mogelijkheden. Kinderen die meer zorg nodig hebben worden door ons nader bekeken en begeleid. Indien nodig zoeken wij hulp bij een externe instantie, zoals bijvoorbeeld de schoolbegeleidingsdienst. Bij leer- of gedragsproblemen wordt extra ondersteuning gegeven. Bevordering zelfstandigheid Al vanaf de kleuterleeftijd leert de school de kinderen zelfstandig te werken en zich zelfstandig op te stellen. Hieraan wordt in alle leerjaren aandacht besteed. De kinderen leren zo al op jonge leeftijd om te gaan met uitgestelde aandacht, probleemoplossend bezig te zijn en een goede werkindeling te maken. Daardoor komt ruimte vrij om zowel de sterke als de hulpvragende leerlingen te helpen. Contacten met ouders Voor het team is het belangrijk dat niet alleen de kinderen, maar ook hun ouders zich thuis voelen op school. Ouders vertrouwen een deel van de opvoeding van hun kind toe aan de school en dat vereist een open communicatie. Daarom worden ouders regelmatig en op diverse manieren op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen van hun kind. Respect We streven naar een schoolklimaat waarin elk kind geaccepteerd wordt en zichzelf kan zijn. De basis hiervoor is wederzijds respect en begrip. Resultaat We zijn niet bang om prestaties van kinderen te vragen, maar gaan daarbij wel uit van de capaciteiten van het kind. Als een kind goed presteert op het niveau van zijn kunnen, zijn we tevreden.
7
Uiteraard streven we naar een zo groot mogelijke beheersing van de vastgestelde kerndoelen. Methoden zijn door ons hieraan getoetst. Ons ideaalbeeld van een leerling in groep 8 is een kind dat weerbaar, zelfstandig en voorbereid is op deelname aan verdere scholing. Hij heeft een goede kijk op de eigen mogelijkheden. Kenmerken directie en leraren Aan onze school zijn 12 personeelsleden verbonden.
Andere gegevens, zoals de personeelssamenstelling, de namen van directie, groeps- en vakleerkrachten en de situering van de school worden in de schoolgids beschreven. Leerlingen en ouderpopulatie De Knotwilg wordt de laatste jaren bezocht door gemiddeld 134 leerlingen. Volgens de leerlingenprognose zal dit aantal de komende jaren licht stijgen. O.B.S. de Knotwilg had per 01-10-2010 135 leerlingen, verdeeld over zes groepen. De leerlingen van onze school komen grotendeels uit de kernen Nieuwpoort en Langerak. Enkele leerlingen komen uit Groot-Ammers. Een beperkt aantal leerlingen is van allochtone afkomst. De opleidingen van de ouders is zeer divers, dit geldt ook voor de beroepen die zij uitvoeren. Omgeving Wet- en regelgeving, m.n. van de landelijke overheid (WPO, lumpsum, WOT toetsingskader inspectie, zorgplicht), maar ook de Grondwet en de Rechten van het Kind. Samenwerkingsverbanden: Onze school maakt deel uit van SWV 41-07. Er ligt een zorgplan van het jaar 2011 en een zorgplan 20112015. Van hieruit stellen we ook onze zorg op school op. Lokaal onderwijsbeleid en jeugdbeleid. Vanuit de gemeente is er geen echt lokaal onderwijs beleid. Vanaf 1 aug. 2006 wordt echter vanuit het rijk verwacht dat de gemeenten een lokale educatieve agenda gaan opstellen. Hier ligt een kans voor ons en de scholen in onze gemeente om in dit kader iets op poten te gaan zetten. Wij zijn de enige openbare school binnen Langerak Nieuwpoort.
8
De openbare scholen van Liesveld maken deel uit van O2A5 Stichting Openbaar basisonderwijs Alblasserwaard/Vijfheerenlanden.Aan het schoolgebouw zit een peuterspeelzaal vast. Onze groep 8 leerlingen stromen uit naar één van de twee scholen voor voortgezet onderwijs in Schoonhoven, naar het Wellantcollege te Ottoland of in een enkel geval naar het Camphusianum te Gorinchem. Op onze school krijgen we studenten binnen die van diverse hogescholen komen. Zo hebben we contact met Hoge School Rotterdam, InHolland, Hoge School Utrecht en Het Marnix College. Wij krijgen begeleiding van de CED groep Rotterdam voor wat betreft systeembegeleiding. De gemeente heeft in 2011 het contract voor 4 jaar verlengd. De rijksgelden gaan naar het SWV. Verder zijn wij aangesloten bij schoolmaatschappelijk werk opgezet vanuit het bureau jeugdzorg te Gorinchem. Jeugdgezondheidszorg De financieringsstromen voor de jeugdgezondheidszorg lopen via de gemeente. De jeugdgezondheidszorg is gericht op jeugd van 0 t/m 18 jaar en bestaat uit begeleiding en contact met consultatiebureau(0 tot 4 jaar) en GGD (4 tot 18 jaar). Deze contactmomenten zijn bij wet geregeld in het Basistakenpakket. Daarnaast investeert de gemeente Liesveld nog in ‘maatwerk’. Dit is gericht op specifieke problemen bij de doelgroep. Een voorbeeld van maatwerk binnen de gemeente Liesveld is “netwerk 0-4 jarigen”. Op dit moment wordt gewerkt aan de opzet van een regionaal Centrum voor Jeugd en Gezin, gekoppeld aan disciplines in het jeugdzorgcentrum te Gorinchem. Daarnaast worden allerlei taken van de eerstelijnsvoorzieningen verbonden aan het mobiele consultatiebureau. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is geen nieuw instituut, maar beoogt een betere afstemming in de jeugdzorg. De invoering van het elektronisch kinddossier, waarbij elke gemeente is betrokken, wordt daarbij een belangrijk hulpmiddel.
9
Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Het Federatief Samenwerkingsverband “Weer Samen naar school” regio 4107 beschikt over een smalle PCL. Deze PCL bestaat uit 3 leden die op basis van deskundigheid een beschikking afgeeft; de coördinator van het Samenwerkingsverband, de directeur van het Speciaal Basisonderwijs en een Orthopedagoog van de CED (Centrale dienst Educatieve Dienstverlening). De PCL heeft tot taken: Het toedelen van Handelingsgericht Diagnostisch onderzoek door een orthopedagoog. Het toedelen van Consultatieve Leerlingbegeleiding (CLB) door een orthopedagoog. Het beoordelen van onderzoeksresultaten. Het onderhouden en inzetten van externe deskundigen. Het afgeven van een beschikking voor het plaatsen van een leerling op een school voor Speciaal Basisonderwijs (SBAO) De PCL wordt ook geraadpleegd bij het terugplaatsen van Leerlingen van de school voor Speciaal Basisonderwijs en geeft beschikkingen af bij verwijzingen tussen basisscholen onderling Zorg & Advies Team Een leerling, waarbij naast leer- en gedragsproblemen op school ook sociaalemotionele problemen en/of opvoedingproblemen of andere problemen in de thuissituatie spelen, kan aangemeld worden bij het ZAT. Dit is een team van deskundigen: vaak een maatschappelijk werker, een of meerdere orthopedagogen, een schoolarts, een psycholoog van de Grote Rivieren Zij bepalen gezamenlijk welke hulp de leerling in en buiten school nodig heeft en of er opvoedingsondersteuning gewenst is. S.W.V. 41-07 Het Samenwerkingsverband 41-07 beschikt op dit moment over 4 zorgarrangementen. Een arrangement is een team van deskundigen dat gespecialiseerd is in een bepaalde problematiek en waar scholen terecht kunnen wanneer er sprake is van handelingsverlegenheid De werkgroep Meer Bagage Traject ondersteunt scholen met meerbegaafde leerlingen in het basisonderwijs.
10
Leerlingen met een beperking Het gaat hierbij om vier clusters leerlingen te weten: 1. leerlingen met een visuele beperking dan wel meervoudige beperkingen 2. dove kinderen, slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden dan wel meervoudig beperkte leerlingen 3. langdurig zieke kinderen anders met een lichamelijke beperking, lichamelijk beperkte leerlingen en zeer moeilijk lerende kinderen dan wel leerlingen met een meervoudige beperking 4. langdurig zieke kinderen anders dan met een lichamelijke beperking, zeer moeilijk opvoedbare kinderen en kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten. dan wel leerlingen met een meervoudige beperking Aan de hand van de geïnventariseerde en geanalyseerde gegevens wordt de begeleidingsbehoefte van een leerling in kaart gebracht. Er wordt gekeken welke aanpassingen er voor school nodig zijn om, gedurende de hele schoolloopbaan van deze leerling, een adequaat aanbod te bieden wat betreft het ontwikkelingsproces. Er wordt gekeken of de schoolorganisatie dit kan bieden.”go no go”. Advies,begeleiding en extra financiën vanuit het SWV 41-07 en begeleiding ambulante diensten is essentieel.
11
Medezeggenschap De medezeggenschapsraad bestaat uit 6 leden. Drie vanuit elke geleding (ouder en personeel). Zij vergadert elke 8 weken. Vanuit de MR zal er 1 personeelslid en 1 ouder afgevaardigd worden naar de GMR De directie heeft een adviserende functie binnen de medezeggenschapsraad. Vanaf 1 augustus 2007 heeft de school vanuit het ministerie de opdracht gekregen om buitenschoolse opvang aan te bieden De tussen schoolse opvang wordt geregeld door vrijwilligers De Knotwilg draagt de praktische invulling van de BSO over aan een particuliere stichting (WASKO, kinderopvang) Vertrouwenspersoon Het bestuur beschikt over een onafhankelijk vertrouwenspersoon die functioneert als aanspreekpunt bij klachten. Hij gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Hij kan de klager begeleiden bij het indienen van een klacht of anderszins ondersteunen. De vertrouwenspersoon is bereikbaar via het bestuurs-bureau van O2A5 (tel. 0183-566690). Klachtenregeling. Voor onze school is een klachtenregeling vastgesteld. Deze is voor iedereen die bij de school betrokken is in te zien op school. Op aanvraag kan ook een exemplaar worden toegezonden. Eventueel kan er een officiële klacht worden ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie. De vertrouwenspersoon kan ouders of leerlingen hierbij helpen. Contactgegevens van de klachtencommissie: Stichting Onderwijsgeschillen, postbus 85191, 3508 AD Utrecht, 030-2809590 (www.onderwijsgeschillen.nl). Het reglement van deze externe klachtencommissie is voor iedereen in te zien op school of te downloaden via de website.
12
Organisatie Op 1 januari 2007 is De Knotwilg verzelfstandigd en opgegaan in de stichting voor Openbaar Onderwijs Alblasserwaard Vijfheerenlanden (O2A5). 22 basisscholen (26 lokaties) van de gemeente: Giessenlanden, Graafstroom, Leerdam, Liesveld, Lingewaal, Nieuw-Lekkerland, Vianen en Zederik. O2A5 Dam 1 4241 BL Arkel Tel. 0183-566690 Website: www.O2A5.nl
Organogram van het bestuur
13
Hoofdstuk 3
Leerstofaanbod
Leertijd De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich de leerstof eigen te maken Uitgangspunt voor het opstellen van het (week)rooster is de nadruk die we op de hoofdvakken taal, lezen en rekenen leggen en de vereiste onderwijstijd die de methodes verlangen om alle leerstof te kunnen behandelen. Elke leerkracht heeft het weekrooster in de groepsmap zitten. Hierop staan de onderwijsonderdelen omschreven die behandeld gaan worden. Ons streven is om lesuitval en verzuim van leerlingen zo veel mogelijk te beperken Uitgangspunt voor het maken van het weekrooster is de nadruk die we op de hoofdvakken taal, lezen en rekenen leggen en de vereiste onderwijstijd die de methodes verlangen om alle onderdelen van de leerstof te kunnen behandelen. Leerstofaanbod Het leerstofaanbod stelt onze leerlingen in staat zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs. Daarbij zorgt de school voor een breed aanbod, gericht op het verwerven van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen. De ononderbroken leerlijn voor alle groepen is afgestemd op de onderwijsbehoeften van de kinderen. De methodes die wij hierbij gebruiken voldoen allemaal aan de nieuwe kerndoelen. Rekenen/wiskunde Doelstelling: Het onderwijs in rekenen/wiskunde is erop gericht; Dat de leerlingen verbanden kunnen leggen tussen het onderwijs in rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld; Basisvaardigheden verwerven, eenvoudige wiskundetaal begrijpen en toepassen in praktische situaties; Reflecteren op eigen wiskundige activiteiten en resultaten daarvan op juistheid controleren; Eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren opsporen; Onderzoeks- en redeneerstrategieën in eigen woorden beschrijven en gebruiken. Groep 1 en 2: Groep 3 t/m 8:
Schatkist Pluspunt
14
Nederlandse Taal (Onder taalonderwijs valt ook het vak lezen) Doelstelling: Het onderwijs in de Nederlandse taal is erop gericht, dat de leerlingen: Vaardigheden ontwikkelen waarmee ze de taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen; Kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal; Plezier hebben en houden in het gebruiken en beschouwen van taal. Groep 1 en 2: Groep 3: Groep 4 t/m 8:
Schatkist Estafette. Nieuwsbegrip basis. Nieuwsbegrip XL
Schrijven Doelstelling: Onder schrijven verstaan wij de technische vaardigheid, dat een kind in staat is om door middel van geschreven tekst te communiceren met de buitenwereld. Schrijven is een onderdeel van het onderwijs in de Nederlandse taal, maar is dienstbaar aan alle andere vakgebieden binnen de school. We trachten de volgende doelstellingen te bereiken: De leerling ontwikkelt een handschrift, dat regelmatig is. De leerling ontwikkelt een persoonlijk handschrift. De leerling ontwikkelt een handschrift, dat goed leesbaar is. Groep 1/2 Groep 3 Groep 4 en 5 Groep 6t/m8
Voorbereidende schrijfoefeningen Pennenstreken/Schrijftaal Schrijftaal Schrijftaal
15
Engels Doelstelling: Het onderwijs in de Engelse taal is erop gericht, dat de leerlingen: Zich een zekere mate van spreek-, luister-, schrijf- en leesvaardigheid in de Engelse taal eigen maken; Een positieve houding t.a.v. een vreemde taal wordt bijgebracht; Kennis hebben van de rol die de Engelse taal speelt in de Nederlandse samenleving en als internationaal communicatiemiddel. Groep 7 en 8:
Let’s do it.
Wereldoriëntatie Hieronder vallen bij ons de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur- en techniekonderwijs, maatschappelijke verhoudingen en staatsinrichting, burgerschapsvorming en verkeer Groep 1 en 2: Groep 3 en 4:
Schatkist Kringgesprek en schooltvprogramma’s. Nieuwsbegrip (groep 4)
Aardrijkskunde Doelstelling: Het aardrijkskundeonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: Zich een beeld vormen van de aarde en haar belangrijkste regio’s; Inzicht verwerven in de manier waarop de natuur en het menselijk handelen de ruimtelijke inrichting beïnvloeden; Zich enige geografische kennis en vaardigheden eigen maken. Een atlas / topografische kaart kunnen hanteren; Groep 5 t/ m 8:
Een wereld van verschil.
Geschiedenis, maatschappelijke verhoudingen en staatsinrichting Doelstelling: Het geschiedenisonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: Verschijnselen van nu leren, begrijpen en verklaren vanuit het verleden. Beseffen dat de samenleving voortdurend verandert en dat iedere verandering betrekkelijk is Ervaringen opdoen en kennis nemen van het tijdsverloop en perioden Kennis en inzicht verwerven omtrent de inrichting en structuur van de maatschappij Kennis en inzicht verwerven omtrent enige hoofdzaken van en Kenmerkende verschillen tussen geestelijke stromingen in de samenleving. Groep 5 t/m 8:
Bij de tijd
16
Burgerschapsvorming De komende periode zullen wij activiteiten gaan ontwikkelen om leerlingen in de gelegenheid te stellen om invloed te hebben bij het mede vorm geven van de school. Uitgaande dat dit “mede eigenaarschap” ook “mede verantwoordelijkheid” inhoud. Natuuronderwijs en techniek Doelstelling: Het natuuronderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: Respect, waardering, belangstelling hebben voor mens, plant en dier; Zich kritisch bezighouden met milieuzaken; De natuur zien ‘ ín brede zin’ als wezenlijk, onmisbaar onderdeel van het leven; Kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezond gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. Groep 1 en 2: Groep 3 t/m 6: Groep 7 en 8:
Schatkist Huisje boompje beestje (3/4)Nieuws uit de natuur (5/6) Blokboek Natuur.
Verkeer Doelstelling: Het onderwijs in sociale redzaamheid waaronder gedrag in het verkeer is erop gericht, dat de leerlingen: zich in het verkeer op de juiste wijze moeten leren gedragen als verkeersdeelnemers; Op de hoogte zijn met en weet hebben van diverse regels en borden. Groep 4 t/m 8:
Op voeten en fietsen /Jeugd Verkeerskrant
Creatieve oriëntatie Project kunstmenu Jaarlijks krijgen alle groepen een aanbod qua voorstelling met bijbehorende lessencyclus en verwerking. Muziek Doelstelling: Het muziekonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te beluisteren, te beoefenen en om met elkaar over muziek te kunnen praten en op muziek te bewegen.
17
Groep 1 t/m 8: De instrumenten, muziek en liedjes op cd, liedboeken en gastlessen van medewerkers van de muziekschool Toon. Tekenen en handvaardigheid Doelstelling: Het onderwijs in tekenen en handvaardigheid is erop gericht, dat de leerlingen: kennis, inzicht en vaardigheden verwerven waarmee ze hun gedachten, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op persoonlijke wijze kunnen vormgeven in beeldende werkstukken; Bewegingsonderwijs Doelstelling: Het bewegingsonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om hun bewegingsmogelijkheden te vergroten; een positieve houding ontwikkelen, dan wel behouden, met betrekking tot deelname aan de bewegingscultuur;kunnen omgaan met elementen als spanning, verlies en winst. Aan de orde komen: gymnastiek, atletiek en spel. Groep 3 t/m 8:
Basislessen bewegingsonderwijs deel 1,2 en 3
18
Hoofdstuk 4
Onderwijskundigbeleid
Algemeen Missie Op school een dusdanige veilige situatie voor de kinderen creëren, dat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen op sociaal emotioneel, cognitief en motorische gebied. Hierbij maken we gebruik van eigentijdse onderwijsleermiddelen. Visie De manier waarop wij deze missie willen volbrengen staat voor de komende jaren beschreven in dit schoolplan. Deze visie is niet statisch en zal een dynamisch karakter moeten krijgen en behouden, (zie ook inleiding). Verandering- en/of vernieuwingstrajecten mogen niet leiden tot een bureaucratische organisatie. De volgende ontwikkelingsgebieden/vaardigheden staan centraal: Cognitieve vaardigheden Sociale en emotionele vaardigheden Motorische vaardigheden Creatieve vaardigheden Passend onderwijs Er vallen veel leerlingen uit of leerlingen komen niet voldoende gekwalificeerd van school. Het stelsel van speciaal onderwijs blijkt te complex en er is sprake van teveel bureaucratie. Verder blijkt dat het aantal leerlingen met een zogenoemde ‘cluster 4 indicatie’ (ernstige gedragsproblemen) sterk toeneemt en dat er onvoldoende afstemming is met de (jeugd) zorg. Er is gekozen voor een nieuwe aanpak. In dit nieuwe beleid staat de zorgplicht/ resultaatsverplichting passend onderwijs centraal. Dit houdt in dat onderwijsinstellingen zorgen voor een passend aanbod voor iedere leerling op hun eigen school of ergens anders. De overheid schept ruimte in de regelgeving. De positie van ouders wordt versterkt. Het toezicht wordt aangepast.
Beleidsvoornemens: Aanschaffen methodiek sociaal emotionele vaardigheden. LVS sociale vaardigheden gekoppeld aan “Parnassys” Nieuwe methodiek rekenen. Omschrijving en borging “Burgerschapsvorming” binnen de schoolorganisatie.
19
Hoofdstuk 5
Kwaliteitsbeleid
De doelen van onze kwaliteitszorg Doelen: Zicht krijgen en houden op de kwaliteit van alle componenten binnen een school, zowel wat betreft de proceskant (organisatiegebieden zoals leiderschap, personeelsmanagement en beleid/strategie), als de productkant (resultaatgebieden als uitstroomcijfers en waardering door doelgroepen). Planning, control en bijstelling. Borging. De inrichting van onze kwaliteitszorg Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken maken we gebruik van de volgende middelen en procedures: Een uitgebreid leerlingvolgsysteem; Parnassys. Het regelmatig voeren van groeps- en leerling-besprekingen; De afname van methodegebonden toetsen; De systematische afname en registratie van methodeonafhankelijke toetsen, vastgelegd in de toetskalender; Het maken van trendanalyses n.a.v. de toetsresultaten; Toetsresultaten worden geëvalueerd op groepsniveau en leiden waar nodig tot een groepsplan; Resultaten worden besproken binnen de leerling-besprekingen. Conclusies worden getrokken op leerling- groeps- en schoolniveau en leiden tot maatregelen op deze drie niveaus; Het inschakelen van expertise van buitenaf (via het SWV) wanneer de zorg voor een leerling op schoolniveau dreigt vast te lopen; Een heldere en voor een ieder inzichtelijke overlegstructuur; Het schriftelijk vastleggen van afspraken tijdens teamvergaderingen; Een tevredenheidpeiling bij kinderen, ouders en personeel; Een audit uitgevoerd door leden van het MT;(o2a5)
20
Overzicht van instrumenten die thans op school gebruikt worden Instrument
Functie
Drempelonderzoek
Instromen binnen VMBO
Indien nodig NIO
Toelating praktijkonderwijs, LWOO
Cito Leerlingvolsysteem Cito Eindtoets Rapporten Inspectie van het Onderwijs ASV van de Arbo-Unie Tevredenheidsonderzoek “Scholen met succes
Evaluatie onderwijs leerprocessen Indicator eindopbrengsten PO Sterkte-zwakte analyse: vooral de primaire processen Risico inventarisatie en evaluatie Onderzoek bij ouders/leerlingen/personeel t.a.v. alle beleidsterreinen
“Parnassys”
Administratie systeem en leerlingvolgsysteem.
21
Hoofdstuk 6
Personeelsbeleid
Ons personeelsbeleid van het bestuur O2A5 is vastgesteld via diverse notities. Zie hiervoor de site van O2A5 onder het kopje personeel Verder is er een managementstatuut, een vastgesteld protocol omtrent gesprekkencyclus w.o. beoordelingsgesprekken, een nota aanvullende arbeidsvoorwaarden, een mobiliteitsbeleidsplan en een bestuursformatieplan. Het personeelsbeleid beoogt een goede samenwerking van personen en groepen binnen de organisatie en een goede motivatie en ontwikkeling van werknemers, gericht op het bereiken van de door de organisatie gestelde doelen. In het personeelsbeleid worden uitspraken gedaan over en beleid geformuleerd voor de gewenste personeelsbezetting op middellange termijn, in kwalitatief opzicht. De doelen die met behulp van het personeelsbeleid worden nagestreefd zijn: a. het motiveren en ontwikkelen van de personeelsleden; b. het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. c. De juiste persoon op de juiste plaats Professionele ontwikkeling Met het in werking treden van de wet BIO zijn we in het schooljaar 20062007 gestart met het aanleggen van een bekwaamheidsdossier. De directie en de leerkrachten hebben allebei een taak en verantwoordelijkheid om dit dossier te verwezenlijken. Doel van het bekwaamheidsdossier is: • Breed bereik bewerkstelligen van bekwaamheid met het oog op verbreding inzetbaarheid en doorstroom binnen onderwijsfuncties voor onderwijsgevenden; • Scholen beleid laten ontwikkelen omtrent het onderhouden van de bekwaamheid van het personeel; • Vaststellen van bekwaamheidseisen; • Competenties van leerkrachten, het bekwaamheidsdossier en portfolio als toetssteen en bewijsmateriaal gebruiken voor de ontwikkeling van leerkrachten • Toetsing door onderwijsinspectie als onderdeel van het toezicht. De bedoeling van de wet BIO is de zorg voor de kwaliteit van het onderwijs te vergroten: • Via een professionele aanpak van het onderwijs; • Scherp stellen van de bekwaamheid; • Zichtbaar maken en volgen middels het bekwaamheidsdossier.
22
Persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) Iedere leerkracht stelt aan het begin van het schooljaar een pop op. Een POP heeft zoveel mogelijk raakvlakken met de ontwikkelingslijn van de school. De effectiviteit van de persoonlijke ontwikkeling van elke leerkracht en de ontwikkeling van de school zijn op deze manier zo goed mogelijk gewaarborgd. De inhoud van elk POP ziet er als volgt uit: • Wat wil ik? • Hoe ziet dat er concreet uit? • Wat heb ik daarvoor nodig? • Wat moet ik ervoor doen? • Welke criteria hanteer ik om mezelf te beoordelen? Functioneringsgesprek In de gesprekkencyclus vindt één keer per 2 jaar een functioneringsgesprek plaats. De gespreksonderwerpen zijn de volgende: • Welbevinden in het werk. • Eigen taakbeschrijving • Wensen voor loopbaanontwikkeling • Wensen voor deskundigheidsbevordering • Opmerkingen over de organisatie/personeelsbeleid/directie Het verslag van het functioneringsgesprek wordt op school in het bekwaamheidsdossier bewaard. Beoordelingsgesprekken De beoordelingsgesprekken vinden als onderdeel van de gesprekkencyclus één keer per 2 jaar plaats. De gespreksonderwerpen zijn een uitwerking van de 7 competenties, die van leerkrachten verwacht mag worden.(SLB) Het formulier wordt door de leerkracht ondertekend voor gezien en in het bekwaamheidsdossier opgenomen. De gesprekkencyclus is door het bestuur goedgekeurd.
23
Begeleiding Nieuwe collega’s worden bij ons op school het eerste jaar begeleid. Er is een coach aangesteld, die in de loop van het jaar volgens het protocol “mentoraat jonge leerkrachten”, samen met de leerkracht de onderwerpen bespreekt en evt. onduidelijkheden uitlegt. Voor invallers hebben we de groepsmap, waarin alle afspraken omtrent het werken met de kinderen in de groepen uitgelegd worden. Ziekteverzuimbeleid Vanuit het bestuur is het initiatief gekomen om directeuren te scholen in het voeren van gesprekken met leerkrachten i.v.m. ziekteverzuim. Tevens is de notitie casemanager vastgesteld waarin precies alle stappen staan omgeschreven die genomen dienen te worden door de directeur bij een ziektemelding. Zie ook website O2A5.
24
Hoofdstuk 7 Financieel beleid Per 1 augustus 2006 is in het primair onderwijs, de lumpsumfinanciering ingevoerd. Scholen krijgen van het Rijk één totaalbedrag voor personele en materiële uitgaven, afhankelijk van het leerlingaantal op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar. De financiële risico’s voor scholen en schoolbesturen neemt hierbij toe. Tegelijkertijd ontstaat er meer beleidsruimte. Schoolbesturen mogen het bedrag naar eigen inzicht inzetten. De grootste verandering zit in de bekostiging van de personeelslasten. Vroeger werden personeelskosten vergoed aan de hand van een declaratiesysteem Dit systeem is afgeschaft en daarvoor krijgt de school een bedrag, dat vooraf wordt uitgekeerd en schotten noch oormerken (uitgezonderd de oormerking van zorgformatie en leerlinggebonden financiering) meer kent. De bestuursverantwoordelijkheid voor de beheersing van de materiële en personele kosten is een gedeelde verantwoordelijkheid voor het management van O2A5 in samenspraak met de schooldirecteuren. De integrale directeur op schoolniveau richt zijn focus op een goede kwaliteit van het onderwijs, het aansturen van het team en (in veel gevallen binnen O2A5) op het verzorgen van lesgevende taken. Tevens is hij/zij met steun van managementteamlid vervolgens zelf verantwoordelijk voor de begroting van de school. Het bestuur van O2A5 wil zoveel mogelijk beleidsvrijheid toekennen aan de individuele scholen, maar heeft ook de verantwoordelijkheid voor een sluitende begroting en moet diverse financiële risico’s proberen in te dekken. Denken en plannen op de lange termijn is binnen het nieuwe bekostigingsstelsel essentieel. Het vormen van reserves wordt nóg belangrijker om daardoor al dan niet verwachte personele risico’s te kunnen opvangen. Begroten van inkomsten en uitgaven wordt essentieel.
25
De geldstromen De scholen voor primair onderwijs ontvangen naast de vergoeding voor personele kosten een budget voor de versterking van bestuur en management (B&M) en een lumpsum bedrag voor de materiële instandhouding (MI). De MI-vergoeding is een kalenderjaarvergoeding en wordt gebaseerd op het aantal leerlingen. Uit het aantal leerlingen wordt genormeerd een aantal groepen afgeleid en met leerling- en groepsafhankelijke vergoedingen wordt de MI-vergoeding vastgesteld. Bij berekening van de vergoeding voor materiële instandhouding worden drie soorten Programma's Van Eisen onderscheiden, namelijk: - de groepsafhankelijke programma's van eisen; - de leerling afhankelijke programma's van eisen; - de aanvullende programma's van eisen. Deze programma's zijn als volgt opgebouwd: Groepsafhankelijke PvE's Onderhoud Energie en water Publiekrechtelijke heffingen
a. gebouw b. tuin c. schoonmaak a.Electriciteitsverbruik b. Verwarming c. Waterverbruik
Leerlingafhankelijke PvE's a. Medezeggenschap b. Ouderbijdrage medezeggenschap c. WAverzekering d.Culturelevorming e1. Overige uitgaven (incl. BGZ-vergoeding) e2. Overige uitgaven t.b.v. tussen schoolse opvang f. Dienstreizen g. Onderhoud h. Vervanging aanpassing meubilair
Aanvullende PvE’s a. Administratie b. Onderhoudsbeheer c. Beheer en bestuur
26
Het bestuur heeft ten aanzien van de materiële instandhouding het volgende beleid: De vergoedingen voor Administratie, Beheer en Bestuur van de verschillende scholen worden aan het bestuursbureau overgedragen. De Rijksvergoeding is de norm. Bestuur en scholen moeten met de vergoeding rondkomen. De vergoedingen voor Bestuur & Management worden overgedragen aan het bestuursbureau. De personele vergoeding is een schooljaarvergoeding. De bekostiging van het onderwijs op gebied van het personeel komt uit de volgende toegekende budgetten: Lumpsum Personeel; Budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid (PAB); Zorggelden Weer Samen Naar School; En Convenant schoolleiders kleine scholen. Ten aanzien van lumpsum personeel is het beleid het volgende: In de begroting wordt gerekend met de te verwachten werkelijke salarislasten. Onderbouwing van inzet van formatieve middelen vindt plaats in het Bestuursformatieplan. Verevening van de kosten op het niveau van het bestuur is in alle gevallen het uitgangspunt. Een positief saldo per school wat betreft personeel dient ter dekking van het negatieve saldo van een andere school van O2A5. Een deel van de lasten die vanuit het PAB-budget moeten worden betaald, zijn voor de individuele school niet goed te beïnvloeden, kunnen fors oplopen en zullen van jaar tot jaar sterk fluctueren. Daarom is besloten dat alle scholen een deel van het PAB-budget afstaan aan bovenschoolse voorzieningen die rechtstreeks ten goede komen aan het personeel van O2A5 (zie Bestuursformatieplan) . Op basis van een begroting en de rekening wordt jaarlijks vastgesteld welk deel van het PAB-budget door de scholen moet worden afgestaan. Begrotingen De inkomsten en uitgaven worden verantwoord in de begroting van de stichting, waarbij schoolspecifiek een begroting beschikbaar is voor de uitgaven op materieel en personeel gebied. Voor het opstellen van de meerjarenbegroting is een goede leerlingenprognose voorwaarde. Daarnaast is inzicht nodig in de personele ontwikkelingen.
27
De jaarlijkse personele begroting kan niet losgezien worden van de meerjarenbegroting en van de totale financiële positie van de stichting. Vanaf aug. 2011 wordt het z.g. Arnhems model afgeschaft. Dit systeem werkt niet meer gezien de diverse functies die zijn ontstaan, te denken valt b.v. aan de functiemix. De berekening van de lumpsum vindt plaats per school, rekening houdend met de schoolkenmerken als omvang van de school, de gewichten van de leerlingen én de leeftijd van het onderwijzend personeel per teldatum 1 oktober. De toekenning van de lumpsum vindt plaats op stichtingsniveau. Het bestuur van de stichting verdeelt de inkomsten vervolgens over de scholen. Binnen O2A5 worden de schoolspecifieke toekenningen ten gunste van de betreffende school gebracht. Het schoolbudget is derhalve gebaseerd op de eerder genoemde factoren: het aantal leerlingen, de gewichten van de leerlingen en de leeftijd van het onderwijzend personeel. De vastgestelde jaarbegroting van elke school is voor die school taakstellend. Er wordt geen geld gereserveerd t.b.v. vervanging ,maar de bekostiging vindt plaats d.m.v. afschrijving. Sponsoring Sponsoring is een steeds vaker voorkomend fenomeen, ook in het onderwijs. Voor het bedrijfsleven kan de jeugd een boeiende doelgroep zijn en een potentiële markt. Er is nog geen beleid ontwikkeld m.b.t. sponsoring, maar onze school zal op een verantwoorde en zorgvuldige manier met sponsoring omgaan. Ondersteuning Bij de uitvoering van het financieel beleid wordt de school ondersteund door het bestuursbureau en door een administratiekantoor, OSG.
Beleidsvoornemens Werken vanuit een meerjaren (financieel)beleidsplan. (koppelen van de organisatorische doelen aan de beschikbare financiën) Kwartaal controle en bijstelling van de begroting gericht op het meerjaren beleidsplan. Sluitende begroting.
28
Hoofdstuk 8
ICT-beleid
Op dit moment is het gebruik van ICT-middelen in school ondersteunend. Methodieken worden met bijbehorende software aangeschaft. Gebruik van ICT-middelen vindt voornamelijk buiten de groep plaats. De groepen binnen school beschikken elk over een digibord, digibord voor de kleutergroep wordt aangeschaft. Elke groep beschikt over tenminste twee computers. Er is een computerlokaal uitgerust met 18 computers.
Beleidsvoornemens Implementeren ICT-beleid O2A5 binnen de lokale schoolorganisatie. Gebruik ICT-middelen integreren in het dagelijkse onderwijsproces.(gebruik van computers in de groep en niet meer geïsoleeerd in een computerlokaal) Gebruik ICT-middelen als differentiatie-instrument bij invullen passend onderwijs.
29
Hoofdstuk 9
Strategische verkenning
Voorgaand schoolplan Schooljaar
09-10
10-11
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Professionalisering
x
x
x
x
Mobiliteit
x
x
x
x
2 kaarten
2 kaarten
Onderwijskundig beleid Oriëntatie en aanschaf nieuwe methodes Werken met weektaken Oriëntatie op en implementatie van techniek in de school Burgerschapskunde Het planmatig omgaan met meer begaafde leerlingen Het systematisch uitvoeren van trendanalyses en evaluaties van de behaalde resultaten Zorg verbeteren: toepassen Consultatieve Leerling begeleiding (CLB) Personeelsbeleid Voortgang gesprekkencyclus
Kwaliteitsbeleid Uitwerken en vastleggen van ons kwaliteitszorgssyteem (KIK) Afname ouderenquête Afname schoolverlatersenquête Financiën Opstellen van een jaarlijkse begroting Maken van een jaarverslag
07-08
08-09
Voortgezet Natuur lezen & Techniek x x x x x x x
2 kaarten x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
30
Strategisch beleidsplan O2A5 Zie beleidsplan O2A5 Opbrengstgegevens Zorg. Centralisatie van de zorg en begeleiding van leerlingen, ouders en leerkrachten door het formeren van een Zorg en Begeleidingsteam. Permanente leden van dit team: Directeur, voorzitter en sturing. -IB-er, externe contacten, aanspreekpunt (leerlingen)ouders en collega’s. -Leerkracht met speciale zorg functie, externe contacten en aanspreekpunt ouders (leerlingen), collega’s Bij dit overleg worden ouders, leerkrachten en externe partijen uitgenodigd. Binnen deze samenstelling worden onder betrokkenen afspraken gemaakt over de te onder nemen stappen, evaluatie en continuering van de hulp. Er wordt gewerkt vanuit een actielijst; wie doet wat en wanneer ed. Dit team vergadert op vaste tijden. Tijdens deze vergaderingen komen álle leerlingen van school ter sprake. Aan het begin van het schooljaar wordt per groep een groepsplan opgesteld. De leerkracht van desbetreffende groep is dan vrijgeroosterd en samen met het Zorg en Begeleidingsteam wordt het groepsplan opgesteld zodat alle relevante informatie aanwezig is. In de toekomst moet gekeken worden op welke manier ouders hier in mee kunnen participeren. Personele ontwikkelingen. Vanwege de leeftijdsopbouw zullen er binnen nu en de aankomende vier jaar enkele leerkrachten via natuurlijk verloop afvloeien. Voor de aankomende vier jaar is de prognose dat het leerlingen aantal gelijk blijft, (135-137 leerlingen) Er zal naar aller waarschijnlijkheid geen boventalligheid ontstaan. Inspectierapport, auditrapport, onderzoek door andere externen, quickscan, marktonderzoek Zie rapport en conclusie tevredenheidsonderzoek “Scholen met succes”. Rapport inspectiebezoek schooljaar 2010-2011 Lokale ontwikkelingen Ontwikkeling van een nieuw te bouwen woon-leefhart van Nieuwpoort Langerak. De brede school maakt hier onderdeel van uit. De Bredeschool krijgt de volgende partners, Chr.school de Eben Haezer, WASKO-kinderopvang, Centrum jeugd en gezin, Bibliotheek. In de toekomst moet gestreefd woren naar een intensieve manier van samenwerking.
31
Gemeente Liesveld heeft aangekondigd dat het waarschijnlijk is dat de zorgbudgetten welke zij ter beschikking steld aan de twee scholen, in de toekomst, sterk zullen verminderen. (vanaf schooljaar 2012-2013 Onderzoeksgegevens Zie rapport “Scholen met succes”. SWOT Zie rapport “Scholen met succes”.
32
Hoofdstuk 10
Strategische beleidskeuzes
2011-2015
Bij de tot stand koming van dit schoolplan is sterk uitgegaan van: “Wat werkt op school”, (What works in schools, R. Marzano. 2003). Bij de veranderings- en vernieuwingstrajecten wordt uitgegaan van het model, “professionalisering projectmanagement”.
33
Per niveau zijn de verschillende beleidsvoornemens ingedeeld. Kleur en nummering komen terug in het plannings-overzicht en jaarplan.
Leerlingniveau
Betrekken van ouders bij opstellen groepsplan(1). Betrekken ouders bij zorgvraag betreffende hun kind(eren), zie ook Z&BT (1) Openstellen “ouderportaal”. Leerlingvolgsysteem.(1) Ouderavond begin schooljaar gericht op jaarplan en jaarplanning(1) Borgen “Estafette en implenteren en borgen Nieuwsbegrip”. Uitbreiden woordenschat. (2) Leerlingen keuzemogelijkheden geven welke aansluiten bij eigen persoonlijke ervaringen en interesses. (2/3) Er zijn duidelijke, herkenbare en consequent toepasbare leef/leerregels. (uitgaande van oa. onderzoek “scholen met succes”). Onderzoeken van de mogelijkheid tot invoering “meervoudige intelligentie” . Aansluiten bij eigen persoonlijke talenten en leer/intelligentiestijlstijl. (3) Intensiveren samenwerking op pedagogisch en didactisch handelen met WASKO. (voor- en naschoolse opvang)
34
Schoolniveau
Lesrooster in balans en overeenstemmig met het curriculum P.O. Met de nadruk op taal, lezen en rekenen en de tijd welke deze onderwijsprogramma’s verlangen. (1) Evaluatie en bijstelling jaarplan(nen). (1) Invoeren van Parnassys om opbrengsten en behoeften (school/individueel) in kaart te brengen groepsplan prestatiedoelstellingen aanpassen van de lesinhoud aan werkelijke niveau van de leerling. (2) Elke groep start de dag met een dagoverzicht/programma. (1/2) Begin van een les doelstelling les, welke prestatie wordt er verwacht? (2) Einde les, “hoe is het gegaan”, evaluatie. (2) Invoeren van persoonlijke ontwikkelings gesprekken met leerlingen (2). Openen van “ouderportaal”. (3). Betrekken ouders bij opstellen groepsplan ontwikkelingsprofiel van hun kind(eren). (3) Er zijn duidelijke, herkenbare en consequent toepasbare leef/leerregels. (uitgaande van oa. onderzoek “scholen met succes”). (4) Procedures en protocollen zijn met elkaar besproken en geformaliseerd. (4) Leerlingen krijgen de ruimte in het, mede, invullen en beheren van hun eigen ontwikkelingsproces. (5) Leerkrachten krijgen ruimte in het nemen van beleidsbeslissingen. (5) Ruimte voor experimenteren zonder “afrekening”. (5) Creeren van ruimte binnen afgesproken kaders voor behoud van eigenheid. (5)
35
Leraarniveau
Analyseren en interpreteren leerlinggegevens tbv ontwikkelingsbehoefte. Maken van groepsplan en/of individueel ontwikkelingsprofiel. Per vak indelen leerlingen op basis van dit groepsplan (ontw.behoefte). Begeleiding van externe parij op gebied van taal (Estafette en Nieuwsbegrip). Groepsconsultatie. Ontwerpen van criteria (kijkwijzer), aan de hand hiervan bijsturing door directeur. Implementeren en borgen van methodieken “Estafette en Nieuwsbegrip”. Begeleiding van externe partij bij vaststelling niveau van handelen leerkrachten en begeleidings/scholings behoefte. Begeleiding van externe partij bij invoeren “directe instructie model”. Ontwerpen van criteria (kijkwijzer), aan de hand hiervan bijsturing door directeur. Implementeren en borgen “directieve instructie model”. Inventarisatie/”nulmeting”, pedagogische en didactische bekwaamheden leerkrachten. (externe partij via groepsconsultatie) Er zijn duidelijke, herkenbare en consequent toepasbare leef/leerregels. (uitgaande van oa. onderzoek “scholen met succes”) Intervisie. Uitbreiding pedagogische kennis tav. ADHD, ADD, ASS, ODD, PDD-NOS, e.d. en relatie tussen het leer/ontwikkelingsproces en ontwikkelingsbehoeften.
Model professionalisering projectmanagement.
(Project Management Maturity Model, toegespitst op de Europese en Nederlandse situatie.)
36
Hoofdstuk 11 N C I B
strategische plannen
2011-2015
Nieuw beleid = oriëntatie en keuze, Continuering = invoering /scholing Implementatie = vastleggen gebruik ervan. Borging
Onderwijskundigbeleid 2011/2012 2012/2013
2013/2014
2014/2015
2016
Methodiek Estafette
C/I/B
C
C
C
Methodiek Nieuwsbegrip
C/I/B
C
C
C
Directe instructiemodel
C/I/B
C
C
C
Burgerschapsvor ming
N/C
C/I/B
C
C
HGW, passend onderwijs, Cooperatief leren Meervoudige intelligentie Invoeren 1zorgroute of onderwijs continuum of Cabell Methodiek Sociale vaardigheden Meervoudige intelligentie
N
C/I
C/I
C/I
C/I/B
N
C/I
C/I
C/I
C/I/B
N
N
C/I
C/I
C/I/B
N
N
C/I
C/I/B
Methodiek taal
N
C
C/I
Methodiek rekenen
N
C
C/I
C/I
C/I/B
Methodiek ICT
N
C/I
37
N C I B
Nieuw beleid = oriëntatie en keuze, Continuering = definieren/invoering /scholing Implementatie = vastleggen gebruik ervan. Borging
Kwaliteitsbeleid 2011/2012
2012/2013
2013/2014
2014/2015
Werken vanuit groepsplan.
C/I
C/I
C/I/
C/I/B
Koppelen dagrooster aan doel lessen en evaluatie Weekroosters
N
C/I
C/I/B
C/I/B
N
C/I
C/I/B
C/I/B
C/I
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
N
N
C/I
C/I
N
C/I
C/I
C/I/B
N
C/I
C/I/B
C/I/B
N
C/I
C/I
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
N/ C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
N
N
C/I
C/I/B
C/I
C/I
C/I/B
C/I/B
Lesroosters in balans en overeenstemmi g met het curriculum P.O.
Opstellen eenduidige leefen leerregels voor in de hele school. Opbrengsten onderwijs invoeren in Parnassys (LVS) Ouderportaal openstellen Parnassys Ouder participatie Zorg & Begeleidings Team Kwaliteits instrument gekoppeld aan Parnassys Formaliseren afspraken Groeps consultaties Intervisie “Experise”vergad eringen (thematisch)
2016
C/I/B
C/I/B
38
N C I B
Nieuw beleid = oriëntatie en keuze, Continuering = definiering/invoering /scholing Implementatie = vastleggen gebruik ervan. Borging
Personeelsbeleid 2011/2012
2012/2013
2013/2014
2014/2015
N
C/I
C/I/B
C/I/B
C/I
C/I/B
C/I/B
C/I/B
N
C/I
C/I/B
C/I/B
N
C/I
C/I/B
C/I/B
Groepsconsultati
C/I
C/I/B
C/I/B
C/I/B
Scholing gericht op organisatorische ontwikkelingen Begeleiding startende- en of nieuwe collega’s. Gesprekken vanuit “casemanager schap directeur”. Duidelijke taakverdeling.
C
C/I
C/I/B
C/I/B
C
C/I/B
C/I/B
C/I/B
N
C/I
C/I/B
C/I/B
C/I
C/I/B
C/I/B
C/I/B
N
C/I/B
C/I/B
C/I/B
Opstellen Persoonlijk Ontwikkelings Profiel. (Competenties) Functionerings Gesprekken. (Competenties) Scholing gericht op eigen competentie ontwikkeling Beoordelings Gesprekken.
Vaststellen “cohorte” bij boventalligheid
2016
39
N C I B
Nieuw beleid = oriëntatie en keuze, Continuering = definiering/invoering /scholing Implementatie = vastleggen gebruik ervan. Borging
Financieelbeleid 2011/2012
2012/2013
2013/2014
2014/2015
Werken met reële begroting.
C/I/
C/I/B
C/I/B
C/I/B
Werken met meerjaren begrotingsplan. Werken vanuit een sluitende begroting. (Kwartaal) Controle en bijsturing begroting Genereren gelden vanuit strategisch beleidsplan O2A5 Genereren gelden vanuit SWV 4107 Intensiveren P.Rbeleid.
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/
C/I/B
C/I/B
C/I/B
I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I/B
C/I
C/I/B
C/I/B
C/I/B
Verhuizing naar Brede school
I
I
C/I/B
C/I/B
2016
C/I/B
40
Hoofdstuk 12
Gevolgen van de plannen
Evaluatie. Binnen jaarverslag 2012-2013 Verantwoording. Directeur; E.Vos Vaststelling door bevoegd gezag; B. van der Lee. Bestuursmananger. Schoolorganisatie Creeren van een LB-functiemix vacature zorg. Aanstellen ICT-coordinator. (evt een LB-functie in het kader van de functiemix) Formalisatie van afspraken zonder te vervallen in bureaucratie. Duidelijke communicatielijnen en momenten, doel en context is bij een ieder bekend. Cyclisch proces van verandering/vernieuwingstrajecten in combinatie met persoonlijke competentieontwikkelingen. Creeren van (zelfstandig) werkplekken voor leerlingen en collega’s. Duidelijke leef- en werkregels. Groepsverdeling. Streven is naar (combinatie)groepen met max. 24 leerlingen met onderwijsassistentie uren. Ondersteuning. Vanuit de CED-groep is ondersteuning ingehuurd voor implementatie methodieken Estafette en Nieuwsbegrip. Ondersteuning voor vaststelling “nulmeting” en directe instructiemodel. Tav. plannen welke gestart gaan worden in 2012-2013 inkopen van ondersteuningsuren. Personele ontwikkelingen. Door een duidelijke profilering en positionering binnen Langerak en Nieuwpoort zal naar verwachting het leerlingenaantal gelijk blijven. In de aankomende vier jaar zal er naar aller waarschijnlijkheid geen boventalligheid ontstaan en is personele uitbreiding mogelijk. Binnen nu en vier jaar zullen er een aantal collega’s vanwege natuurlijk verloop, afvloeien. Huisvesting. In 2013-2014 gaan wij volgens de huidige planning onderdeel worden van de Bredeschool in het woon- leefhart Langerak/Nieuwpoort. Qua financien en inrichting moet rekening gehouden worden met de eisen en wensen welke in dit schoolplan beschreven staan of de aankomende 1½ jaar gedefinieerd gaan worden.
41