_______________________________________________________________________________________________________
1
Voorwoord Voor u ligt de gebiedsscan criminaliteit en overlast 2014 van de gemeente Oldebroek, samengesteld door het team Veluwe-Noord van het politiedistrict Noord- en Oost-Gelderland. Met deze gebiedsscan informeert de politie het bestuur over lokale (on-)veiligheidsontwikkelingen. Informatie De gebiedsscan is een informatieproduct. De politie geeft hiermee invulling aan haar signalerende en adviserende taak. De gebiedsscan bevat geen uitputtende analyses en geen concrete voorstellen tot aanpak. Deze planvorming dient immers integraal en onder regie van de gemeente plaats te vinden. Ontwikkelingen geven prioriteiten aan De gebiedsscan is bedoeld om veiligheidspartners van politiespecifieke informatie te voorzien. Het gaat om gesignaleerde ontwikkelingen en trends op het gebied van criminaliteit, overlast, dader- en dadergroepen. In de gebiedsscan beschrijft de politie de meest in het oog springende ontwikkelingen van het afgelopen jaar 2013. Zo wordt de gemeente als het ware jaarlijks ‘gefotografeerd’. Vanuit deze ontwikkelingen worden onderwerpen aangegeven die vanuit de optiek van de politie bijzondere aandacht verdienen. Straatkennis koppelen aan systeemkennis De inhoud van de gebiedsscan is tot stand gekomen door zogenoemde ‘harde informatie’ (informatie uit de systemen van de politie en andere organisaties) te koppelen aan de ‘zachte informatie’ (kennis die wijkagenten en andere frontlijnwerkers hebben). Politiemensen die werken in de wijk beschikken over kennis en informatie die niet zichtbaar en meetbaar zijn in computersystemen. Het zijn politiemensen op straat die vroegtijdig ontwikkelingen signaleren en die achtergronden kennen van gebeurtenissen in hun gebied. Deze informatie is tijdens werkbijeenkomsten in de unit met wijkagenten van de gemeente gedeeld, besproken en vastgelegd. Belangrijkste aandachtspunten In het eerste hoofdstuk wordt het criminaliteits- en overlastbeeld van de gemeente samengevat weergegeven en worden gebruikte cijfers gepresenteerd en kort toegelicht. De lezer die een snel overzicht wil kan zich beperken tot dit samenvattende hoofdstuk. In de hoofdstukken 2, 3 en 4 worden achtereenvolgens ontwikkelingen op het gebied van criminaliteit, overlast en dader- en dadergroepen beschreven. In hoofdstuk 5 tenslotte heeft de politie vanuit haar optiek de belangrijkste aandachtspunten op een rij gezet. Het gaat hier om thema’s die de komend maanden (in nauwe samenspraak met andere veiligheidspartners) verder moeten worden uitgewerkt. Maatwerk Deze gebiedsscan is een basisproduct. De politie biedt voor ontwerp en uitvoering van veiligheidsplannen op verzoek ook tussentijdse trendanalyses en diepteanalyses op specifieke onderwerpen aan. De politie gaat ervan uit dat met deze informatie een substantiële bijdrage wordt geleverd aan het gemeentelijke veiligheidsbeleid.
J.B.A. Bijsterbosch (teamchef)
2
Inhoudsopgave Voorwoord................................................................................................................. 2 Inhoudsopgave ......................................................................................................... 3 1. Op Hoofdlijnen .................................................................................................... 4 2. Criminaliteit......................................................................................................... 5 2.1 Vermogenscriminaliteit ............................................................................................................ 5 2.1.1 Woningcriminaliteit............................................................................................................... 5 2.1.2 Voertuigcriminaliteit ............................................................................................................. 7 2.1.3 Bedrijfscriminaliteit............................................................................................................... 7 2.1.4 Overige vermogensdelicten ................................................................................................. 8 2.1.5 Aantasting Openbare Orde en Openbare ruimte ................................................................ 8 2.1.6 Illegale handel...................................................................................................................... 9 2.2 Geweldscriminaliteit............................................................................................................ 10 2.2.1 Bedreiging en mishandeling .............................................................................................. 11 2.2.2 Huiselijk geweld ................................................................................................................. 11 2.3 Zedendelicten....................................................................................................................... 12 2.4 Verkeer.................................................................................................................................. 12
3. Overlast ............................................................................................................. 14 3.1 Overlast een breed begrip .................................................................................................. 14 3.1.1 Drugs- en drankoverlast .................................................................................................... 14 3.1.2 Jeugdoverlast .................................................................................................................... 14 3.1.3 Verkeersoverlast................................................................................................................ 14 3.1.4 Buurtoverlast...................................................................................................................... 15 3.1.5 Geluidsoverlast .................................................................................................................. 15
4. Verdachten, betrokkenen en jeugdgroepen ................................................... 16 4.1 4.2 4.3
Verdachten ........................................................................................................................... 16 Betrokkenen ......................................................................................................................... 16 Jeugdgroepen ...................................................................................................................... 16
5. Aandachtspunten op een rij ............................................................................ 18 5.1 5.2
Woninginbraken................................................................................................................... 18 Aantasting openbare orde en openbare ruimte ............................................................... 18
Bijlagen.................................................................................................................... 19 Colofon .................................................................................................................... 21
3
1. Op Hoofdlijnen Cijfers en samenvatting Op basis van de hieronder gepresenteerde cijfers van 2013 wordt een korte schets gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van criminaliteit en overlast in de gemeente Oldebroek. Gemeente Oldebroek Woningcriminaliteit Voertuigcriminaliteit Bedrijfscriminaliteit Overige vermogensdelicten Geweldsdelicten Zedendelicten Aantasting openbare orde en Openbare ruimte Illegale handel Overige misdrijven Overlast Verkeersongevallen
2010 2011 2012 2013 92 70 104 114 188 176 92 108 55 44 50 43 115 133 117 98 64 59 47 58 11 6 14 13 146 136 132 105 52 52 44 35 144 139 106 113 595 507 419 385 117 124 86 90
Opmerking: VNG-BVH model Gemeenten gebruiken voor de weergave van cijfers en het schrijven van veiligheidsplannen het zogenaamde ’VNG-model’. Dit model kent een rubricering die niet overeenstemt met de wijze waarop de politie vanuit haar ’registratiesysteem BVH’ cijfers registreert en presenteert. In de bijlage van deze gebiedsscan is daarom een transportmodel VNG-BVH opgenomen. In dit model zijn de belangrijkste cijfers van de politie in het VNG-model geplaatst. De criminaliteitscijfers betreffen aangiftes en geregistreerde incidenten (het overgrote deel bestaat uit aangiften). De overlastcijfers betreffen meldingen en geregistreerde incidenten. De cijferreeksen zijn in beeld gebracht over de afgelopen vier jaren. De stijgers en dalers: getallen in de kolom 2013 zijn rood of groen als zij meer dan 10% afwijken van het gemiddelde van de drie daaraan voorafgegane jaren. Stijgende percentages zijn in het rood aangegeven, dalers zijn groen gekleurd.
4
2. Criminaliteit 2.1
Vermogenscriminaliteit
Allereerst worden in dit hoofdstuk de belangrijkste vormen van vermogenscriminaliteit beschreven. Onder deze categorie vallen inbraken, diefstallen en illegale handel. Een vergelijking van de cijfers van deze vormen van criminaliteit over meerdere jaren laat zien of het veiligheidsbeeld in zijn geheel of op onderdelen verandert in positieve, dan wel in negatieve zin. Er is over een periode van vier jaar gekeken hoe de verschillende vormen van criminaliteit in de gemeente zich hebben ontwikkeld. Onderstaand overzicht geeft de ontwikkelingen aan op het gebied van inbraak, diefstal en illegale handel over de jaren 2010 tot en met 2013. Vermogenscriminaliteit gemeente Oldebroek Woningcriminaliteit Voertuigcriminaliteit Bedrijfscriminaliteit Overige vermogensdelicten Aantasting openbare orde en openbare ruimte Illegale handel
2010
2011
2012
2013
92 188 55 115 146
70 176 44 133 136
104 92 50 117 132
114 108 43 98 105
52
52
44
35
2.1.1 Woningcriminaliteit Niet alle woningcriminaliteit is van hetzelfde kaliber. Naast woninginbraken worden onder deze delictvorm ook de pogingen tot woninginbraak, insluipingen, inbraken in garages, kelderboxen en inbraken in vakantiewoningen gerangschikt. Trends en ontwikkelingen De woningcriminaliteit in het geheel is ten opzicht van 2012 toegenomen, van 104 in 2012 naar 114 in 2013. Het aantal woninginbraken is eveneens toegenomen, van 84 in 2012 naar 103 in 2013. Dat is een stijging van 23%. In verreweg de meeste gevallen is sprake van een daadwerkelijke inbraak, insluipingen komen minder voor. Wanneer wordt ingebroken dan wordt in veel gevallen toegang verschaft door het forceren van een deur of raam van de woning. De buit bestaat in de meeste gevallen uit geld, sieraden, laptops en toebehoren. De woninginbraken vinden steeds meer overdag plaats, vanaf het einde van de middag tot in de loop van de avond. Voorheen waren er door het jaar heen meerdere piekperiodes van woninginbraken, sinds 2012 is er sprake van een continu probleem. Woninginbraken binnen de gemeente Oldebroek zijn toe te schrijven aan daders van buitenaf en aan lokale daders. Voor de lokale daders geldt dat de inbraken veelal werden gepleegd omdat zij geld nodig hadden om hun (drugs)verslaving te bekostigen en de gelegenheid zich voor deed een inbraak te plegen. Hiermee wordt bedoeld dat daders zich onbespied waanden, een raam van een woning openstond of het hang- en sluitwerk niet afdoende was. Er zijn naar aanleiding van diverse onderzoeken aanhoudingen verricht en een aantal daders is vervolgd. Aanpak en aanbevelingen Woninginbraken hebben onverminderd prioriteit bij het politieteam Veluwe Noord. Wanneer een woningbraak wordt gemeld, gaan de collega’s van het politieteam altijd ter plaatse en wordt er aangifte opgenomen. Er wordt door het politieteam een buurtonderzoek gehouden en, indien sporen aangetroffen kunnen worden, wordt onderzoek gedaan door het team Forensische Opsporing. Indien nodig wordt een melding gedaan naar bureau Slachtofferhulp voor opvang en nazorg.
5
Bij woninginbraken met opsporingsindicatie wordt in samenwerking met het woninginbrakenteam nader onderzoek gedaan. In 2013 is een aantal (lokale) verdachten aangehouden en vervolgd. Ook is een aantal verdachten op heterdaad aangehouden en vervolgd ter zake woninginbraak. Het politieteam draait sinds september 2012 zogenaamde wobra-acties (woninginbraken-acties). Bij wobra-acties wordt de samenwerking gezocht met de Landelijke Eenheid en het team verkeershandhaving. De acties zijn gericht op het verkomen van inbraken. Preventie is mede een taak voor de gemeente, om die reden wordt er nauw met de gemeente samengewerkt. Hieronder staan een aantal acties benoemd, oa wees waaks en witte voetjes actie, bij deze acties voert de gemeente de regie. Tijdens deze actiedagen/avonden wordt gericht toezicht gehouden, worden burgers geattendeerd op hun rol bij het voorkomen van woninginbraken en worden verdachte voertuigen en verdachte personen gecontroleerd. Dit laatste gebeurt ook met behulp van ANPR-voertuigen die in staat zijn kentekens ‘te lezen’ van voertuigen, die om wat voor reden dan ook voorkomen in de politiesystemen. Tijdens deze acties zijn aanhoudingen verricht, met name waarbij personen inbrekerswerktuigen of gestolen goederen bij zich droegen. Van deze controles gaat ook een preventieve werking uit. Ook worden zogenaamde ‘Wees Waaks’ flyers uitgedeeld aan hondenbezitters, met het verzoek melding te doen van verdachte situaties, personen of voertuigen in de wijk. Het attenderen van burgers op het melden van verdachte situaties, ook bijvoorbeeld via de sociale media, werpt vruchten af. Het politieteam krijgt steeds meer meldingen van verdachte personen of voertuigen, waarbij ook vaak kentekens worden genoteerd. Op die manier kunnen inbraken worden voorkomen, ontdekt of wordt inzicht verkregen in welke personen zich binnen de gemeente ophouden. De inzet van zogeheten 'WhatsApp-groepen' is één van de meest recente trends. Er kunnen op één app-groep vijftig mensen. Zij kunnen informatie over verdachte personen onderling delen om meer zicht te krijgen op de bewegingen van mogelijk verdachte personen. Uitgangspunt hierbij is: SAAR (Signaleer, Alarmeer 112, App de waarneming, Reageer). De bedoeling is om de intenties van de verdachte personen te verstoren. Dit kan alleen door dit veilig te doen, bijvoorbeeld door een praatje aan te knopen met een verdachte persoon, mits dit laagdrempelig en niet veroordelend gebeurt. De regie van deze activiteiten ligt bij de gemeente en de eerste bewoners en winkeliers hebben al interesse getoond. In het kader van preventie organiseert het politieteam zogenaamde ‘Witte Voetjes acties’, waarbij burgers actief gewezen worden op kwetsbare punten voor wat betreft de inbraak/insluip gevoeligheid van hun woning. Deze acties bestaan uit preventieve controles, waarbij papieren voetstappen worden achtergelaten. De voetstap is voorzien van de tekst ‘dit had de afdruk van een inbreker of insluiper kunnen zijn’. Dergelijke controles vinden plaats onder regie en in samenwerking met de gemeente. In toenemende mate blijven ouderen slachtoffer worden van daders die onder valse voorwendselen, bijvoorbeeld door zich voor te doen als meteropnemer, of als koekenverkoper aan de deur, toegang krijgen tot een woning en diefstal plegen. Het verdient aanbeveling hier in preventieve zin door middel van voorlichting door de gemeente of verzorgingstehuizen op in te spelen. Het informeren van huiseigenaren over het belang van goed hang- en sluitwerk en voorlichting over het onderwerp woninginbraak door de gemeente blijft aandacht verdienen. Ondanks het feit dat het aantal inbraken afneemt, wil het politieteam het aspect van preventie opnieuw onder de aandacht brengen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen. De certificeringsregeling Politiekeurmerk Veilig Wonen is een veiligheidsinstrument voor gemeenten, woningbouwcorporaties en burgers en werkt preventief tegen woninginbraak, overlast, vandalisme en criminaliteit op straat, door eisen te stellen aan het ontwerp van de woonomgeving (wijk en buurt), het wooncomplex en de individuele woning. Woningen met het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) hebben tot 90% minder kans op een geslaagde inbraak. Teneinde aangetroffen goederen, die vermoedelijk van diefstal afkomstig zijn, te kunnen matchen met aangiftes is het van belang dat burgers wanneer zij aangifte doen zoveel mogelijk specifieke productinformatie verstrekken. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld een serienummer.
6
2.1.2 Voertuigcriminaliteit Onder voertuigcriminaliteit valt diefstal van goederen uit of vanaf auto’s en andere voertuigen, de diefstal van voertuigen en aanhangwagens en de diefstal van bromfietsen, snorfietsen en fietsen. Trends en ontwikkelingen Het totaal aantal incidenten met betrekking tot voertuigcriminaliteit is in 2013, ten opzichte van 2012 toegenomen. In 2013 zijn in totaal 108 incidenten geregistreerd, in 2012 waren dit 92 incidenten. De meerjaren trend laat een sterke afname zien, van 188 incidenten in 2010 naar 108 in 2013. De meeste incidenten hebben betrekking op diefstal van fietsen, bromfietsen en snorfietsen. Het aantal diefstallen van fietsen, bromfietsen en of snorfietsen is licht toegenomen van 51 naar 55 incidenten. Zogenaamde ‘hotspots’ voor diefstal van fietsen zijn de fietsenstalling van het station Wezep en de diverse bushaltes langs de Zuiderzeestraatweg. Bij een groot gedeelte van de diefstallen uit auto’s is sprake van diefstal uit zogenaamde bedrijfsbusjes. In 2013 is ten opzichte van 2012 een stijging te zien. Van 27 incidenten in 2012 naar 35 incidenten in 2013. In de gemeente Oldebroek wonen veel zelfstandigen zonder personeel (ZZPer’s). Er is sprake van veel geparkeerde bedrijfsbusjes met veel potentiële buit die achtergelaten wordt in de voertuigen Aanpak en aanbevelingen Tijdens de dagelijkse briefing wordt de aandacht gevestigd op veelplegers op het gebied van voertuigcriminaliteit en de zogenaamde hotspots. In het geval van fietsendiefstal zijn er nauwelijks aanknopingspunten voor opsporing. Waar echter sprake is van een bekende dader of wanneer bijvoorbeeld sprake is van een patroon (veel diefstallen op dezelfde plek, op dezelfde tijdstippen, of met dezelfde modus operandi) ligt actieve opsporing wel voor de hand. Met enige regelmaat ontvangt het politieteam melding van een aangetroffen (gestolen) fiets of wordt een verdachte aangehouden die zeer waarschijnlijk een gestolen fiets in zijn bezit heeft, waarvan geen aangifte van diefstal is gedaan. In die situaties is vervolging van de dader onmogelijk. Het politieteam blijft aandacht vragen voor het doen van aangifte in het geval van fietsendiefstal of andere strafbare feiten. De gemeente Oldebroek heeft in haar dorpskernen en bij het station in Wezep, tot op heden geen bewaakte rijwielstallingen. Om het aantal fietsendiefstallen terug te brengen verdient het aanbeveling de mogelijkheden voor bewaakte stallingen door de gemeente, voor het station in samenspraak met Prorail, te onderzoeken. 2.1.3 Bedrijfscriminaliteit Onder bedrijfscriminaliteit valt diefstal en inbraak bij bedrijven, kantoren, instellingen, sportcomplexen en scholen. Ook winkeldiefstallen vallen onder bedrijfscriminaliteit. Trends en ontwikkelingen Sinds 2010 is, met uitzondering van 2012, een dalende trend zichtbaar, voor wat betreft het aantal incidenten diefstal (en braak) bij bedrijven, kantoren en instellingen. In 2010 zijn 47 incidenten geregistreerd, in 2011 38 incidenten, in 2012 41 incidenten en in 2013 29 incidenten. Het aantal winkeldiefstallen laat in 2013 een lichte stijging zien, maar is met veertien incidenten op een acceptabel niveau. Aanpak en aanbevelingen In Oldebroek is als hotspot voor bedrijfsinbraken de Zuiderzeestraatweg aan te wijzen. Aan de Zuiderzeestraatweg worden verhoudingsgewijs veel inbraken gepleegd. Dit is toe te schrijven aan de toegankelijkheid van de locatie voor zowel de toegangs- als vluchtroute. De hotspot in Wezep is het Meidoornplein. Dit oudere winkelcentrum is door de huidige infrastructuur en zwakke dakconstructie meermalen doel geweest van een bedrijfsinbraak. Kijkend naar de bereidheid van ondernemers om verantwoordelijkheid te nemen in een deel van de
7
integrale aanpak van diefstal, wordt door het politieteam waargenomen dat steeds vaker een economische afweging wordt gemaakt, die er toe leidt dat niet alle ondernemers investeren in betere infrastructuur, beveiliging en voorlichting. Binnen de gemeente Oldebroek is een bedrijventerrein in ontwikkeling, genaamd H2O. De inrichting en beveiliging van dit terrein gaat de ontwikkelaar conform het Keurmerk Veilig Ondernemen vormgeven. Toezicht op de bestaande bedrijventerreinen maakt vast onderdeel uit van de nachtelijke surveillances door het politieteam. Doel is naast preventie ook in de nacht voertuigen te controleren op het mogelijk vervoeren van inbrekersgereedschap of een mogelijke buit. Onder regie van de gemeente is er een convenant opgesteld tussen gemeente, politie en beveiligingsbedrijven. Hierin zijn oa afspraken gemaakt met betrekking tot preventie en informatie uitwisseling. Hoewel winkeldiefstal landelijk gezien een groot probleem is dat jaarlijks voor miljoenen euro schade zorgt, is het probleem binnen de gemeente Oldebroek beperkt. In 2010 was gemeentebreed sprake van acht geregistreerde winkeldiefstallen, in 2013 zijn veertien incidenten geregistreerd. In Wezep is sprake van een structureel hoger aantal incidenten winkeldiefstal dan elders in de gemeente. De winkeldiefstallen vinden bijna allemaal plaats in het winkelcentrum aan het Meidoornplein. Binnen het winkelcentrum is een compleet camerasysteem aanwezig die de pakkans van verdachte(n) moet vergroten. Vanuit de cijfers beredeneerd is er in de gemeente Oldebroek geen probleem wat betreft winkeldiefstal. Het vermoeden bestaat echter dat het werkelijke aantal incidenten hoger ligt. Hierdoor bestaat cijfermatig een vertekend beeld. Zoals eerder geconstateerd bij de bedrijfsinbraken ligt ook hier een economisch belang aan ten grondslag. De aangiftebereidheid is gezien de financiële consequentie hiervan laag. Een oplossing hiervoor zou kunnen liggen in een civiele claim, die als afschrikmiddel kan dienen voor potentiële winkeldieven. Deze claim is door benadeelde ondernemers te verhalen op winkeldieven en bedraagt 181 euro. De buit die wordt weggehaald bij diefstal uit scholen en sportcomplexen betreft vaak kleine persoonlijke voorwerpen zoals horloges, mobiele telefoons en portemonnees. Bij het voorkomen van deze incidenten kunnen zowel het slachtoffer, als de verantwoordelijken van de scholen en sportcomplexen, een groot aandeel hebben in het voorkomen van diefstal. Door kostbare persoonlijke eigendommen veilig op te bergen wordt de kans op een diefstal ernstig verkleind. Het is aan te bevelen door scholen en sportcomplexen kwalitatief goede en makkelijk toegankelijke opbergmogelijkheden te verschaffen. 2.1.4 Overige vermogensdelicten De meest voorkomende overige vermogensdelicten zijn onder andere overige eenvoudige diefstallen niet uit een woning of bedrijf, maar bijvoorbeeld uit een schuur of vanaf een kampeerterrein, een diefstal zonder locatie, heling, maar bijvoorbeeld ook zakkenrollerij. Het is daarmee een verzamelgroep die moeilijk te specificeren is. Trends en ontwikkelingen De criminaliteitscijfers aangaande overige vermogensdelicten zijn in de afgelopen jaren afgenomen met uitzondering van 2010 op 2011. Van 110 incidenten in 2010, naar 126 incidenten in 2011, naar 107 incidenten in 2012, naar 86 incidenten in 2013. In het geval van overige vermogensdelicten, veelal zonder daderindicatie, wordt door burgers steeds meer aangifte gedaan via internet. Aangifte via internet is een gebruiksvriendelijke tool, waarbij burgers niet meer naar het politiebureau hoeven te komen en zij toch de benodigde aangifte voor de verzekering ontvangen. Deze aangiftes komen weliswaar in de politiesystemen terecht, maar omdat de informatie afkomstig uit die aangiftes beperkt is, bestaat bij het politieteam weinig gevoel bij en inzicht in deze vorm van criminaliteit. 2.1.5 Aantasting openbare orde en openbare ruimte Bij aantasting van de openbare orde en openbare ruimte gaat het om brand, vernieling, vandalisme en baldadigheid en aantasting van de openbare orde.
8
Trends en ontwikkelingen De criminaliteitscijfers aangaande de aantasting openbare orde en openbare ruimte zijn in de afgelopen jaren afgenomen. Van 146 incidenten in 2010, naar 136 incidenten in 2011, naar 132 incidenten in 2012, naar 105 incidenten in 2013. Dit is een daling van 20%. De meeste incidenten betreffen eenvoudige vernielingen, 98 incidenten in 2013. Deze vernielingen vinden voornamelijk plaats in de weekenden en zijn veelal horeacagerelateerd; jongeren die onder invloed van alcohol vernielingen plegen aan straatmeubilair, plantenbakken. Daarbij is een veel gehoord geluid van jongeren, dat in de gemeente Oldebroek weinig te doen is. Verveling kan leiden tot rondhangen en het plegen van vernielingen. Wanneer de vernielingen te relateren zijn aan bekende daders worden, in het geval van minderjarigen, ook de ouders zoveel mogelijk in kennis gesteld. Evenals bij de overige vermogensdelicten wordt, omdat er in veel gevallen geen sprake is van daderindicatie, door burgers steeds meer aangifte gedaan via internet. Aangifte via internet is een gebruiksvriendelijke tool, waarbij burgers niet meer naar het politiebureau hoeven te komen en zij toch de benodigde aangifte voor de verzekering ontvangen. Aanpak en aanbeveling Sinds medio 2012 werkt het politieteam met wijkclusters. Dat wil zeggen dat elke wijkagent een aantal collega’s in zijn of haar cluster heeft, die hij of zij kan inzetten voor specifieke werkzaamheden in de wijk. Dit heeft ook als resultaat dat er meer gerichte, consequente en terugkerende controles worden uitgevoerd op de zogenaamde hotspots, zoals het Meidoornplein en omgeving van de horecagelegenheden, waar de jeugd zich verzamelt. De indruk bestaat dat deze aanpak effect heeft op het aantal dalende incidenten van vernielingen. Daarbij is een integrale aanpak uitgewerkt, waarbij duidelijk en repressief werd opgetreden door de politie en waarbij door de gemeente straathoekwerkers werden ingezet. Ook dat heeft goed gewerkt. Ook acute problemen met betrekking tot horeca gelegenheden worden integraal aangepakt. Met de diverse horecagelegenheden zijn werkafspraken gemaakt over hoe de overlast op straat en daarmee de aantasting van de openbare orde/ruimte verminderd kan worden. Politie, gemeente en de horeca trekken hierin samen op. Om deze samenwerking te bevorderen wordt er in het weekend tijdens de nachtdiensten gewerkt met een zogenaamde politie horecatelefoon. Alle horecaondernemers die zijn aangesloten bij het horecaconvenant, hebben de beschikking over dit telefoonnummer. De horecaondernemer kan zo op een directe wijze in contact treden met de dienstdoende collega’s en informatie doorgeven, zowel signalerend, preventief als repressief van aard. De collega’s van het politieteam focussen in de horecadiensten op het tegengaan van vernielingen door toezicht, met name direct na sluitingstijd van de horeca gelegenheden. Ook via sociale media worden de ‘stappers’ gewaarschuwd voor grensoverschrijdend gedrag tijdens het uitgaan. Een ander middel om de overlast in de horeca tegen te gaan is het opleggen van horecaontzeggingen. Door middel van de Collectieve Horecaontzegging (CHO) kunnen horecaondernemers overlastgevers uit hun zaak weren. Iemand die geweld, overlast of een ander delict in of rond een uitgaansgelegenheid pleegt, krijgt een ontzegging voor alle aangesloten horecagelegenheden. De duur van de ontzegging hangt af van de zwaarte van het delict. De CHO is een privaatrechtelijk middel. Pas wanneer een persoon met een ontzegging toch de horeca binnengaat, is er sprake van lokaalvredebreuk en komt justitie in beeld. Er zijn bepaalde voorwaarden verbonden aan de CHO, bijvoorbeeld aan het uitwisselen van persoonsgegevens tussen horeca en politie. 2.1.6 Illegale handel Onder illegale handel vallen fraude, mensenhandel, wapenhandel en drugs (zowel het bezit of de handel in, als het vervaardigen van softdrugs en harddrugs). Bij de handel gaat het om straathandel of handel vanuit (horeca)panden. Bij het vervaardigen van drugs gaat het vooral om hennepkwekerijen, maar soms ook om laboratoria waar synthetische drugs worden vervaardigd.
9
Als er één terrein is verweven met criminaliteit (en overlast) dan betreft het drugs. Zo is een deel van inbraken gekoppeld aan verslavingsproblematiek en is bij een groeiend deel van de geweldsincidenten sprake van excessief alcohol- en/of drugsgebruik. Drugshandel en drugsteelt zijn zogenoemde ‘aangifteloze’ of ‘slachtofferloze’ delicten die in de regel door daders en andere betrokkenen zo goed mogelijk worden afgeschermd. Dit betekent dat veel drugshandel en drugsteelt niet wordt geregistreerd. Trends en ontwikkelingen Het aantal incidenten op het gebied van illegale handel binnen de gemeente Oldebroek is redelijk constant met een lichte daling die is ingezet in 2012. Van 52 incidenten in 2010 en 2011, naar 44 incidenten in 2012, naar 35 incidenten in 2013. Het aantal van elf drugs geregistreerde incidenten in de gemeente Oldebroek in 2013 is acceptabel te noemen. Wel bestaat het vermoeden bij het politieteam dat een redelijk grote groep, van met name oudere jeugd binnen de gemeente, harddrugs gebruikt. Deels is deze groep in staat de drugs te betalen waardoor en weinig overlast van is, deels gaat het drugsgebruik samen criminaliteit. Dieper inzoomend op de incidenten drugs, gaat het hier ook om de zogenaamde hennepkwekerijen. Deze kwekerijen worden vooral thuis gehouden. Wat betreft de handel in drugs bestaat het vermoeden dat dit voornamelijk plaats vindt in omliggende gemeenten. Daarnaast zijn sommige drugs, zoals bijvoorbeeld GBH, vrij gemakkelijk zelf te maken. Aanpak en aanbevelingen Tijdens surveillances wordt toezicht gehouden en worden bekende gebruikers en dealers gecontroleerd. Incidenteel worden door het politieteam postacties (al dan niet in burger) geïnitieerd om op te treden bij het plegen van strafbare feiten voor de opiumwetgeving en om zicht te krijgen op de gebruikers en dealers binnen de gemeente Oldebroek.
2.2
Geweldscriminaliteit
Geweldsdelicten worden verdeeld in de items moord/doodslag, openlijk geweld, bedreiging, mishandeling, straatroof en overvallen. Openlijk geweld is het in vereniging plegen van openlijk geweld tegen personen of goederen. Onder bedreiging valt bijzondere inbreuk veiligheid, gijzeling, bedreiging, stalking en het onttrekken van minderjarigen aan het gezag. Mishandeling is geweld met en zonder letsel en met en zonder wapen, maar ook man/vrouw mishandeling, homogeweld en kindermishandeling. Onderstaand overzicht geeft de ontwikkelingen aan op het gebied van geweld over de jaren 2010 tot en met 2013. Geweldscriminaliteit gemeente Oldebroek Poging moord/doodslag Voltooide moord/doodslag Openlijk geweld (personen) Bedreiging Mishandeling Straatroof Overval
2010
2011
2012
2013
5 0 4 21 33 0 1
3 1 3 25 27 0 0
1 0 1 15 29 0 1
1 0 0 22 35 0 0
De criminaliteitscijfers aangaande geweld zijn in de afgelopen jaren afgenomen. Van 64 incidenten in 2010, naar 59 incidenten in 2011, naar 47 incidenten in 2012, naar 58 incidenten in 2013. Straatroof en overvallen hebben (naast woninginbraak) landelijk de hoogste prioriteit. Ze worden alle drie gekwalificeerd als ‘High-impact-crime’ vanwege de geestelijke en soms ook lichamelijke schade
10
die slachtoffers hiervan ondervinden. In de gemeente Oldebroek hebben zich, voor zover bekend, geen overvallen of straatroven voorgedaan. 2.2.1 Bedreiging en mishandeling Verreweg de meeste incidenten onder de noemer geweldsdelicten hebben betrekking op bedreiging en mishandeling. Deze items worden nader uitgewerkt. Trends en ontwikkelingen De incidenten van bedreiging zijn in de afgelopen jaren stabiel met in 2012 een flinke afname. Van 21 incidenten in 2010, naar 25 incidenten in 2011, naar 15 incidenten in 2012, naar 22 incidenten in 2013. De criminaliteitscijfers aangaande de mishandeling fluctueren in de afgelopen jaren. Van 33 incidenten in 2010, naar 27 incidenten in 2011, naar 29 incidenten in 2012, naar 35 incidenten in 2013. Aanpak en aanbevelingen Incidenten als mishandeling (en ook bedreiging) doen zich veelal voor in de avond- en nachtelijke uren. Dit geweld vindt plaats in de huiselijke sfeer, in- en om horecagelegenheden en bij georganiseerde feesten. Over het algemeen kan gesteld worden dat in vergelijking met andere buurtgemeentes het aantal geweldsincidenten laag is. Dit is mede te verklaren door het ontbreken van een uitgaansleven binnen de gemeente Oldebroek. Een groot uitgaansgebied heeft in het algemeen een negatieve invloed op het aantal geweldsincidenten. Het komt echter wel voor dat, vooral jeugdige, inwoners van de gemeente Oldebroek betrokken zijn bij geweldsincidenten buiten de gemeente Oldebroek. Voorbeelden hiervan zijn uitgaansgelegenheden in Kampen, Zwolle en Heerde. Ook binnen de gemeente Oldebroek valt op dat het overgrote gedeelte van de geweldsdelicten wordt gepleegd onder invloed van alcoholhoudende drank. Opgemerkt kan worden dat deze daders vaak buitensporig hebben gedronken. De politie signaleert dit buitensporige drinken al bij jongeren vanaf de leeftijd van ongeveer vijftien jaar. Het politieteam treft op straat geregeld zeer dronken jeugd aan. De politie draagt de aangetroffen jongeren over aan hun eigen zorgkader. Dit zorgkader onderkent het probleem lang niet altijd. Het politieteam maakt zich zorgen om het drinkgedrag van deze jongeren, de reactie van sommige ouders en de reactie van de directe woonomgeving. Om het alcoholgebruik onder de jeugd van de gemeente Oldebroek terug te dringen wordt door het politieteam samengewerkt met het straathoekwerk binnen de gemeente Oldebroek. Straathoekwerk onderhoudt contact met de jongeren, signaleert probleemgedrag en gaat met de jongeren in gesprek en waar nodig betrekken zij ook de ouders hierbij. Ook medewerkers van Tactus (verslavingszorg) bezoeken de jeugdplekken en gaan met de jeugd in gesprek over hun drankgebruik en de risico’s daarvan. Door deze aanpak wordt geprobeerd het alcoholgebruik terug te dringen. Het politieteam werkt nauw samen met de horecaondernemers en organisatoren van feesten. Er worden goede randvoorwaarden ingevuld en de samenwerking tussen beveiligers en de politie is goed. Hiermee worden mogelijke geweldsincidenten vaak in de kiem gesmoord. In geval van incidenten van bedreiging of mishandeling treedt het politieteam repressief op. Er wordt aangifte opgenomen, eventuele getuigen en de verdachte worden gehoord en er wordt dossier opgemaakt voor justitie. Wanneer een verdachte minderjarig is, wordt deze zaak inbracht in het justitieel casus overleg. In dit overleg wordt behalve naar het incident, ook gekeken naar de achtergronden van de minderjarige. Uiteindelijk wordt een passende straf en eventuele hulpverlening opgelegd. 2.2.2 Huiselijk geweld Onder de noemer van geweld valt ook het huiselijk geweld. Dit maatschappelijke thema geniet veel aandacht binnen de politie. Huiselijk geweld is en blijft per definitie een prioriteit. Zeker als men zich realiseert dat er slechts een klein deel van het aantal huiselijk geweldsincidenten naar buiten komt. En bij al die gevallen kan men er gevoeglijk van uitgaan dat aangevers al vaker slachtoffer zijn geweest van geweld. Huiselijk geweld heeft daarom duidelijk de aandacht van de politie.
11
Onderstaand overzicht geeft de ontwikkelingen aan op het gebied van huiselijk geweld over de jaren 2010 tot en met 2013. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het niet alleen om incidenten van bedreiging of mishandeling gaat. De genoemde cijfers hebben betrekking op alle incidenten waarbij de code huiselijk geweld is vermeld, het merendeel de cijfers heeft betrekking op een ruzie of twist in huiselijke kring. Huiselijk Geweld gemeente Oldebroek
2010
2011
2012
2013
63
66
88
107
Trends en ontwikkelingen Er is een stijging te constateren in het aantal meldingen van huiselijk geweld. Van 63 incidenten in 2010 naar 66 incidenten in 2011, naar 88 incidenten in 2012, naar 107 incidenten in 2013. Huiselijk geweld komt overal voor. Doordat huiselijk geweld de laatste jaren meer prioriteit krijgt, stijgt het aantal meldingen of aangiften. Deels waarschijnlijk omdat het meer voorkomt (onder meer vanwege de crisis) maar ook omdat er steeds meer aandacht voor is. Mede onder invloed van (landelijke) campagnes worden slachtoffers gestimuleerd om aangifte te doen. De politie kan ook zonder aangifte besluiten tot actie over te gaan. Aanpak en aanbevelingen Bij incidenten waarbij sprake is van huiselijk geweld, wordt door het politieteam het protocol huiselijk geweld gevolgd en wordt in voorkomende situaties door de burgemeester een huisverbod opgelegd. Het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld in Apeldoorn is in deze een vaste en betrouwbare partner voor het politieteam. Het steunpunt biedt de mogelijkheid voor slachtoffers, daders, kinderen, professionals en de omgeving om gerichte informatie en steun te krijgen, begeleidende verwijzing, ondersteunende dienstverlening en de mogelijkheid om huiselijk geweld of een vermoeden daarvan te melden.
2.3
Zedendelicten
Onder zedendelicten vallen incidenten van aanranding, incest, ontucht, schennis, verkrachting en overige zedendelicten. Onder de categorie overig valt bijvoorbeeld de verspreiding van pornografie. Trends en ontwikkelingen Het aantal zedendelicten in de gemeente Oldebroek is de afgelopen jaren redelijk stabiel met een uitzondering in 2011. Van elf incidenten in 2010, naar zes incidenten in 2011, naar veertien incidenten in 2012 naar dertien in 2013. Er is niet echt een patroon (zowel qua tijd als plaats) in zedendelicten te zien, tot nu toe lijken het op zichzelf staande zaken. Als door de politie een onderzoek betreffende een zedendelict wordt uitgevoerd, wordt dit gedaan door daarvoor opgeleide en gecertificeerde zedenrechercheurs. Als lokaal politieteam hebben we dus een beperkte bemoeienis met deze zaken. Het politieteam heeft slechts een ‘opvangfunctie’ bij een melding van een zedendelict. Het politieteam wordt meer en meer geconfronteerd met meldingen van Sexting. Sexting bestaat uit de Engelse woorden ‘sex’ en ‘texting’ (dit laatste woord betekent sms'en). Sexting is het sturen van seksueel getinte berichten of pikante foto's of video's, meestal via een mobiele telefoon. Jongeren vinden het interessant en spannend om aan sexting te doen maar het is niet zonder risico's, want stel dat de relatie uitgaat of een ander de foto’s en filmpjes onder ogen krijgt. Foto’s en filmpjes kunnen gemakkelijk op internet worden gezet, de hele wereld kan deze dan zien en verder verspreiden. Het verwijderen van items van het internet is vaak moeilijk, zo niet onmogelijk. Dit kan jongeren lang blijven achtervolgen. Ook Grooming, meerderjarigen die contact proberen te leggen via internet met minderjarigen met als doel seksueel contact of het verrichten van handeling voor de webcam, is een trend. Het politieteam pleit voor meer voorlichting door ouders, scholen en jongerenwerkers om jongeren te wijzen op de mogelijke negatieve gevolgen van deze activiteiten.
12
2.4
Verkeer
Verkeer is onderverdeeld in de incidenten doden in het verkeer, gewonden in het verkeer en doorrijden na aanrijding. Het navolgende overzicht geeft de ontwikkelingen aan op het gebied van verkeer over de jaren 2010 tot en met 2013.
Verkeersongevallen gemeente Oldebroek Verkeersongeval met letsel Verkeersongeval met dodelijke afloop Verlaten plaats ongeval
2010
2011
2012
2013
22 2 93
31 2 91
24 0 62
18 1 71
Het aantal incidenten in het verkeer is 2013 afgenomen met 24 in 2012 naar 18 naar 2013. Deze dalende trend is in 2011 ingezet. Deze dalende trend is te verklaren door een grote inzet op de verkeersveiligheid van zowel de politie, Koninklijke Marechaussee als de gemeente Oldebroek. De politie investeert al jaren op de verkeersveiligheid. Dit blijkt zijn vruchten af te werpen. Door vele repressieve controles op het gebied van snelheid en verlichting neemt het aantal verkeersincidenten af. Tijdens deze verkeerscontroles wordt de laatste jaren steeds meer samen gewerkt met de Koninklijke Marechaussee die ook zijn aandeel neemt in controle van de verkeersveiligheid in de gemeente Oldebroek. De gemeente Oldebroek heeft haar aandeel in de daling in het aantal verkeersincidenten door op het gebied van verkeersveiligheid veel voorlichting te geven. Ook burgers melden hun beleving steeds meer bij de politie. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een buurtbewoner die meldt dat er in zijn straat te hard wordt gereden. Op deze meldingen wordt waar mogelijk door het politieteam inzet gepleegd. Een andere oorzaak voor de daling in het aantal verkeersincidenten is het verbeteren van de wegsituatie van de Zuiderzeestraatweg door het zicht op de afslaande wegen te verbeteren. Ook is de Stationsweg in Wezep grondig onder handen genomen. Tevens heeft de herinrichting, gescheiden rijbanen, van de rijksweg N50 een positief effect gehad op de daling van het aantal verkeersincidenten. Het aantal incidenten ‘verlaten plaats ongeval’ heeft betrekking op aanrijdingen waarbij de veroorzaker doorrijdt en is met een gemiddelde van tachtig incidenten per jaar op een acceptabel niveau. Bijna al deze incidenten zijn toe te schrijven aan parkeerschades in het dorp Wezep en Oldebroek. De concentratie van incidenten is dan ook te zien bij de grotere parkeerplaatsen. In veel gevallen, zoals bijvoorbeeld bij parkeerschade, wanneer er geen daderindicatie is, wordt door burgers hiervan vaak via internet aangifte gedaan. Aangifte via internet is een gebruiksvriendelijke tool, waarbij burgers niet meer naar het politiebureau hoeven te komen en zij toch de benodigde aangifte voor de verzekering ontvangen. Het nadeel voor de politie is dat door deze manier van aangifte doen, minder detailinformatie beschikbaar is over het incident. Opzettelijk doorrijden na het veroorzaken van een aanrijding heeft te maken met houding, attitude. Dit is moeilijk te beïnvloeden en vaak ontbreekt een daderindicatie waardoor het oplossingspercentage erg laag blijft.
13
3. Overlast In dit hoofdstuk worden verschillende vormen van overlast beschreven. De aandacht richt zich ook op de belangrijkste overlastlocaties. Gekeken wordt waar die zich bevinden, welke vormen van overlast zich daar afspelen, of er zicht is op overlastveroorzakers en op welke wijze deze overlast wordt aangepakt.
3.1
Overlast een breed begrip
Onder de noemer ‘overlast’ vallen allerlei zaken waar bewoners zich ernstig aan ergeren of duidelijk last van ondervinden. Overlast kan veroorzaakt worden door groepen jongeren, uitgaanspubliek, drugsverslaafden, zwervers, psychisch gestoorden of door afwijkend gedrag van bewoners in een wijk. Ook overlast bij evenementen en verkeersoverlast zijn veelvoorkomende thema’s. Overlast die bewoners ondervinden is voor een deel objectief vast te stellen. We hebben het dan over zaken die bewoners bij de politie melden zoals vernieling, openlijke provocatie of intimidatie, geluidsof parkeeroverlast, overlast door drugshandel en dergelijke. Overlast is daarnaast ook persoonlijk (subjectief) gekleurd. De een is toleranter dan de ander en ergert zich daarom minder snel aan zaken. Ook de wijze waarop bewoners met een overlastsituatie omgaan verschilt. De een stapt er zelf op af en probeert een zaak zelf op te lossen, de ander belt de politie of schakelt buurtbemiddeling in en niet onbelangrijk is dat een ander zich weliswaar ergert maar verder geen actie onderneemt. Het is duidelijk dat een deel van de overlast niet wordt gemeld en dus niet wordt geregistreerd. Om die reden is het essentieel ook andere signalen op dit gebied op te pikken. Onderstaand overzicht geeft de ontwikkelingen aan van verschillende geregistreerde vormen van overlast over de jaren 2010 tot en met 2013. Overlast Gemeente Oldebroek Drugs/drankoverlast Jeugdoverlast Verkeersoverlast Buurtoverlast Overlast vuurwerk Geluidsoverlast
2010
2011
2012
2013
6 116 142 44 32 111
7 69 152 44 29 80
13 88 80 21 38 65
24 46 73 31 38 53
3.1.1 Drugs- en drankoverlast Er is een toename te zien in het aantal drugs/drankoverlastmeldingen. Van 6 meldingen in 2010 naar 7 in 2011, naar 13 meldingen in 2012, naar 24 meldingen in 2013. Een mogelijke verklaring voor deze stijging kan zijn dat in de afgelopen periode een jeugdgroep de toegang tot het jongerencentrum is ontzegd in verband met probleemgedrag en deze groep meer op straat is gaan hangen met de daarbij komende overlast, met name het drinken van alcohol op straat. 3.1.2 Jeugdoverlast Een belangrijk deel van de overlastmeldingen is te herleiden tot plaatsen waar groepen jongeren op straat rondhangen of elkaar ontmoeten. Vaak concentreert het zich rond schoolpleinen, parkeerterreinen of winkelcentra. In de meeste gevallen is de overlast beperkt en gaat het onder meer om geluidsoverlast, vernielingen, het n groepsverband drinken van alcohol in het openbaar, het achterlaten van rommel en het veroorzaken van onveiligheidsgevoelens bij de burger. Jeugdoverlast is een onderdeel van overlast in het geheel, maar wordt gespecificeerd weergegeven. In 2013 kwam het totaal aantal incidenten jeugdoverlast uit op 46, ten opzichte van 88 in 2012. Dit is een sterke daling. Bijna al deze overlastsituaties vonden plaats in Wezep. Jeugdoverlast blijft voortdurend prioriteit houden binnen het politieteam. De wijkagenten verzorgen input voor de briefing van de collega’s op het team. Er is in de briefing aandacht voor hotspots waar veel jongeren bijeen komen en overlastplekken. Deze items worden meegenomen in de reguliere surveillances.
14
De daling binnen de gemeente Oldebroek is voornamelijk te verklaren door een integrale aanpak van jeugdoverlast. Deze aanpak waarbij er duidelijk en repressief werd opgetreden door de politie en waarbij er door de gemeente straathoekwerkers werden ingezet heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen. Er is gekozen om vanuit de gemeente door straathoekwerk te voorzien in persoonlijk contact. De overlastgevende jongeren werden persoonlijk aangesproken op hun gedrag. Vanuit de gezamenlijkheid, door de politie en het straathoekwerk, werden de ouders van deze jongeren schriftelijk benaderd, waarna een persoonlijk gesprek volgde met ouders en de jongere. De jongeren werden hiermee ook uit de anonimiteit gehaald. Door een eenduidig beleid en door te investeren in een goede informatiepositie wat betreft de samenstelling van de groep, zijn zeer positieve resultaten behaald. Eens te meer heeft deze gezamenlijke aanpak bewezen dat dit een heel goed middel is om problemen in de gemeente aan te pakken. 3.1.3 Verkeersoverlast Over de afgelopen vier jaar is, met uitzondering van 2011, een sterke daling te zien in het aantal meldingen verkeersoverlast. Van 142 in 2010, naar 152 in 2011, naar 80 in 2012, naar 73 in 2013. Deze meldingen hebben met name betrekking op doorstromingsproblemen, hinderlijk geparkeerde voertuigen en overlast van verkeer rondom basisscholen. Toezicht houden bij scholen, tijdens het brengen en halen van de schoolkinderen, is een vast onderdeel van de surveillances door het politieteam. 3.1.4 Buurtoverlast Het aantal meldingen van buurtoverlast fluctueert in de afgelopen jaren. Van 44 incidenten in 2010 en 2011, naar een flinke afname naar 21 incidenten in 2012, met weer een lichte stijging naar 31 incidenten in 2013. De dalende trend van het aantal meldingen wordt in verband gebracht met het feit dat binnen de gemeente Oldebroek met buurtbemiddeling wordt gewerkt. Dit neemt het politieteam veel tijd uit handen en heeft een preventie werking. Bij deze aanpak helpen vrijwillige bemiddelaars buren om ergernissen en conflicten op te lossen. De bemiddelaars zijn onpartijdig en onafhankelijk. Zij luisteren naar het verhaal van beide partijen, maar vellen geen oordeel en geven geen adviezen. Zij proberen de ruziënde partijen weer met elkaar in gesprek te laten komen en hen zelf een oplossing te laten bedenken. 3.1.5 Geluidsoverlast Het aantal meldingen van geluidsoverlast laat een dalende trend zien. Van 111 incidenten in 2010, naar 80 incidenten in 2011, naar 65 incidenten in 2012, naar 53 incidenten in 2013. Deze meldingen zijn veelal te herleiden naar geluidsoverlast vanuit de horeca en evenementen en soms door situaties waarin sociaal (psychische) problematiek een rol speelt. In dat laatste geval beperkt de overlast zich niet tot geluid maar spelen ook andere vormen van overlast een rol. Voor het tegengaan van deze overlast neemt de politie evenals maatschappelijk werk, de GGD en woningbouwverenigingen deel aan het Sociaal Vangnet Overleg vanuit de gemeente. Door incidenten samen te bespreken, wordt naar betrokkenen toe, eenduidig beleid gevoerd en getracht in een vroegtijdige fase problemen te signaleren en hierop te anticiperen.
15
4. Verdachten, betrokkenen en jeugdgroepen Het politieteam heeft te maken met verschillende soorten groepen personen die tijd en aandacht vragen in het politiewerk. In dit hoofdstuk wordt een (beknopte) toelichting gegeven over de groepen verdachten, betrokkenen en jeugdgroepen. 4.1 Verdachten De gemeente Oldebroek kent vier ‘veelvuldige verdachten’ op grond van een selectie uit het registratiesysteem van de politie. Het gaat hier om verdachten (minderjarig of meerderjarig) die in de afgelopen 24 maanden tien of meerdere keren in aanraking zijn gekomen met de politie omdat zij verdacht werden van het plegen van strafbare feiten. Voor deze personen geldt dat zij met name in beeld zijn voor incidenten op het gebied van drugsgebruik, drugshandel en met name vermogensdelicten. Vermogensdelicten worden veelal gepleegd om met de opbrengst in de behoefte van een verslaving te voorzien. 4.2 Betrokkenen De gemeente Oldebroek kent acht ‘veelvuldig betrokkenen’, op grond van eenn selectie uit het registratiesysteem van de politie. Het gaat hier om betrokkenen (minderjarig of meerderjarig) die in de afgelopen 24 maanden tien of meerdere keren in aanraking zijn gekomen met de politie, maar geen verdachte waren vanwege het plegen van een strafbaar feit. Het is van belang om deze betrokkenen, de zogenaamde vaste klanten, te monitoren omdat zij relatief gezien veel inzet van de politie vragen. De vaste klanten hebben een grote verscheidenheid aan problemen zowel in aard, omvang en achtergrond. Opvallend is wel, dat voor al deze personen geldt dat zij in aanraking zijn gekomen met drugs- en of alcohol en veelal verslaafd zijn. Voor het tegengaan van deze overlast en het ondersteunen bij sociaal (psychische) problematiek neemt de politie evenals Maatschappelijk werk, de GGD en woningbouwverenigingen deel aan het Sociaal Vangnet Overleg. Door incidenten samen te bespreken, wordt er naar betrokkenen toe, eenduidig beleid gevoerd en getracht in een vroegtijdige fase problemen te signaleren en hierop te anticiperen. Wanneer sprake is van multi problematiek, wordt in voorkomende gevallen een caseteam geformeerd rondom het individu. 4.3 Jeugdgroepen Door de wijkagenten in de gemeente Oldebroek zijn met behulp van de landelijke shortlistmethode van Beke, jeugdgroepen in kaart gebracht. De shortlist van Beke is een, op basis van wetenschappelijk onderzoek gebaseerde vragenlijst, waarmee politiefunctionarissen op systematische wijze periodiek de aard, omvang en achtergronden van (problematische) jeugdgroepen in hun wijk of verzorgingsgebied in beeld kunnen brengen. Met deze shortlist wordt op een relatief snelle en eenvoudige manier informatie verkregen over onder meer: • locatie(s) waar de groep zich doorgaans ophoudt; • samenstelling van de groep (omvang, etniciteit, leeftijdsrange); • dagelijkse bezigheden van de groepsleden (school, spijbelen, werk); • riskante gewoonten (drank- en druggebruik, justitiecontacten); • recent delictgedrag (lichte én zware vormen van criminaliteit). Onderscheid in typen jeugdgroepen Op basis van de scores die de wijkagent op de diverse kenmerken aan een jeugdgroep toekent, valt deze binnen één van de drie onderscheiden typen jeugdgroepen: hinderlijk, overlastgevend of crimineel. Daarnaast zijn er ook OK-groepen. Dit zijn jeugdgroepen die niet als hinderlijk, overlastgevend of crimineel worden aangemerkt.
16
In de shortlistmethode wordt aan de wijkagent gevraagd naar kenmerken die iets zeggen over de structuur van de groep (mate van hiërarchie, leidende figuren, planning van activiteiten, etcetera). Op basis van deze informatie kunnen jeugdgroepen worden gekarakteriseerd als straat- of jeugdbende. Het beeld is een momentopname en dient als basis voor vervolgstappen. In oktober van 2013 werden twee jeugdgroepen in kaart gebracht. De status van de jeugdgroepen binnen de gemeente Oldebroek op dit moment (maart 2014): 1. Taltergroep Oldebroek Deze groep is middels de Beke Shortlist te typeren als een hinderlijke jeugdgroep en manifesteert zich bij Kulturhus de Talter in Oldebroek. De jongeren zijn allen van Nederlandse afkomst. Het onderlinge leeftijdsverschil is klein. De meeste jongeren gaan naar school en een aantal van de jongeren heeft werk. De overlast in de wijk is beperkt. De groep is vaste bezoeker van het jongerencentrum in Oldebroek. Aangezien dit centrum in de huidige hoedanigheid gaat verdwijnen is dit een punt van zorg voor het politieteam, want waar blijft deze groep als het centrum haar deuren sluit? De groep manifesteert zich in de weekenden bij de diverse horecagelegenheden binnen de gemeente Oldebroek alsook in de buurgemeente Elburg. Onder invloed van alcohol is er dan met enige regelmaat sprake van baldadig gedrag, vechtpartijen, vernielingen. Enkele leden binnen de groep gebruiken harddrugs. 2. 16+groep Wezep De 16+groep was een grote hinderlijke jeugdgroep, die zich in het centrum van Wezep manifesteerde, met name op en rond het Meidoornplein, de Meidoornpassage en de Stationsweg. Bijna alle jongeren drinken regelmatig alcohol, enkelen gebruiken softdrugs, maar harddrugs worden niet of nauwelijks gebruikt. De overlast die de groep veroorzaakte bestond uit kleine vernielingen, achterlaten van rotzooi, rondscheuren met bromfietsen, geluidsoverlast en het nuttigen van alcohol. Mede door de integrale aanpak door gemeente, straathoekwerk en de politie is de groep nu min of meer uit elkaar gevallen. Enkele 'overlast gevende' jongeren zijn nu zelfs werkzaam voor en namens straathoekwerk. Al met al veel positieve ontwikkelingen die eind 2013 en begin 2014 zijn ingezet.
17
5. Aandachtspunten op een rij In dit hoofdstuk worden kort de aandachtspunten of prioriteiten benoemd die van belang zijn voor het verbeteren van de veiligheid en daarom ook onder de aandacht moeten worden gebracht van het lokaal bestuur en andere netwerkpartners. Gezien de verdere stijging van het aantal woninginbraken en de impact die woninginbraken hebben op slachtoffers en het veiligheidsgevoel van inwoners van de gemeente Olderbroek, wil het politeam het item woninginbraken in dit hoofdstuk als aandachtspunt voor het voetlicht brengen. Ook wordt aandacht gevestigd op de aantasting van de openbare orde en openbare ruimte, ten einde de bestaande aanpak te bestendigen. 5.1 Woninginbraken Woninginbraken krijgen, net als de voorgaande jaren, prioriteit bij het politieteam. Er wordt gewerkt met de eerder beschreven aanpak op teamniveau en ook met een overkoepelende aanpak op het niveau van het politiedistrict Noord- en Oost-Gelderland. Het politieteam geeft met (nachtelijke) surveillances en gerichte acties een preventief signaal af, maar bij het doen van onderzoek naar woninginbraken zit zij met name aan de achterzijde van het probleem. Het voorkomen van woninginbraken, door bewoners zelf maar ook met hulp van gemeente en andere betrokken partners, blijft aanbeveling verdienen. Gezien het feit dat het aantal woninginbraken verder blijft toenemen, wil het politieteam het aspect van preventie graag blijvend onder de aandacht brengen bij de gemeente. Naast het geven van voorlichting kan hierbij bijvoorbeeld worden gedacht aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen. De certificeringsregeling Politiekeurmerk Veilig Wonen is een veiligheidsinstrument voor gemeenten, woningbouwcorporaties en burgers. Het werkt preventief tegen woninginbraak, overlast, vandalisme en criminaliteit op straat, door eisen te stellen aan het ontwerp van de woonomgeving (wijk en buurt), het wooncomplex en de individuele woning. Woningen met het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) hebben tot 90% minder kans op een geslaagde inbraak. Daarbij is het aan te bevelen burgers te informeren en bewust te maken van het feit dat woninginbraken steeds meer overdag plaatsvinden. Velen verkeren in de veronderstelling dat inbraken alleen ’s avonds en ‘s nachts worden gepleegd; dat is een misvatting. Het verdient aandacht, burgers te informeren over het belang, dat wanneer zij overdag kort van huis zijn, de ramen en deuren van de woning deugdelijk af te sluiten. Zoals eerder aangegeven worden in toenemende mate ook ouderen slachtoffer van daders die onder valse voorwendselen, bijvoorbeeld door zich voor te doen als meteropnemer, of als koekenverkoper aan de deur, toegang krijgen tot een woning en diefstal plegen. Het verdient aanbeveling hier in preventieve zin door middel van voorlichting door de gemeente of verzorgingstehuizen op in te spelen. 5.2 Aantasting openbare orde en openbare ruimte Hoewel de meerjarentrend een daling laat zien in het aantal incidenten, blijft de aantasting van openbare orde en openbare ruimte prioriteit krijgen binnen het politieteam. De daling in the aantal incidenten is een direct gevolg van het voortdurende toezicht door het politieteam, op de momenten dat dit nodig is en de samenwerking met de horecaondernemers. Deze focus is relevant omdat meerdere facetten uit deze gebiedsmap samenkomen onder deze noemer. Denk hierbij aan overlast jeugd op straat, drinken op straat, drugsgebruik, vechten op straat, baldadigheid en vernielingen. Genoemde feiten maken een directe inbreuk op het veiligheidsgevoel van de burger en de leefbaarheid en behoeft als zodanig prioriteit. Voor wat betreft de aanpak van jeugdoverlast en daarmee bestrijding van de aantasting van de openbare orde en openbare ruimte, blijft samenwerking met straathoekwerk en een goede plek voor jeugd wat betreft de vrije tijdsbesteding of ontmoeting onontbeerlijk.
18
Bijlage Transportmodel VNG-BVH Criminaliteit (aangiften en incidenten) en overlast (meldingen en incidenten)
1. Veilige woon- en leefomgeving
1.1 Sociale kwaliteit
2010 172
2011 139
2012 105
2013 108
31
31
29
29
8
11
8
4
Drugsoverlast
6
7
11
19
Overige overlast sociaal
-
-
-
-
141
121
126
98
-
-
-
-
70
60
84
103
22
10
20
11
157
164
148
115
81
73
27
35
1
6
2
3
80
72
51
55
Mishandeling (fysiek geweld) Bedreiging (psychisch geweld) Ruzie/vechtpartij (geweld)
33
27
29
35
21
25
15
22
-
-
-
-
Zeden (geweld)
11
6
14
13
-
-
-
-
Woonoverlast/burengerucht/ relatieproblemen Overlast gestoord/ overspannen persoon Overlast zwervers
1.2 Fysieke kwaliteit
1.3 Objectieve veiligheid/VVC
Vernieling Overige overlast fysiek (vanuit woningen) Diefstal/inbraak woning Diefstal inbraak box/garage/schuur/tuinhuis Overige diefstal/inbraak/ Vermogensdelicten Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen Diefstal van motorvoertuigen Diefstal brom-, snor-, fietsen
Overige criminaliteit
19
2. Bedrijvigheid en veiligheid
Winkeldiefstal
2010 8
2011 6
2012 9
2013 14
Inbraak winkel
11
10
6
9
Diefstal/inbraak in bedrijven en kantoren Overvallen
23
19
25
18
1
0
1
0
2.3 Veilig uitgaan
Overlast horeca
11
2
2
7
2.4 Veilige evenementen
Overlast evenementen
6
3
4
3
Evenementen overig
-
-
-
-
2.5 Veilig toerisme
Water
-
-
-
-
3.1 Overlastgevende jeugd
Vandalisme/baldadigheid
0
0
0
0
116
69
88
46
2
2
0
1
Ongevallen ziekenhuisgewonden Verlaten plaats ongeval
22
31
24
18
93
91
62
71
Parkeerproblemen
69
71
47
39
Verkeersstremmingen
73
81
33
34
Brand (geen brandstichting)
0
0
0
0
Brandstichting
4
11
5
5
Incidenten m.b.t. flora en fauna Bedrijfsafval en opslag
82
46
60
70
13
22
22
8
Overige milieufeiten
23
18
20
10
8
8
12
11
Overige georganiseerde criminaliteit Discriminatie
47
48
34
29
-
-
-
-
Restcategorie schending integriteit
-
-
-
-
2.1 Veilig winkelgebied
2.2 Veilige bedrijventerreinen
3. Jeugd en veiligheid
Overlast jeugd 4. Fysieke veiligheid
4.1 Verkeersveiligheid
4.2 Brandveiligheid
4.3 Milieu/externe veiligheid
5. Interne veiligheid
5.2 Georganiseerde criminaliteit
5.4 Overige inc. schending integr.
Ongevallen dodelijke afloop
Drugshandel
20
Colofon Productie Team Veluwe-Noord, Politie Eenheid Oost-Nederland Teamchef J.B.A. Bijsterbosch Met medewerking van G.B. Harkema, J.G.M. Joxhorst, T.W. Kasperink en G.M. Ketel Analyse W.T. Heutink Redactie G.B. Harkema Beleidsondersteuning D.A. van Arkel Vormgeving Bureau Communicatie, Politie Eenheid Oost-Nederland Plaats en datum Oldebroek, maart 2014
21