J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
1
0
INHOUD
1. BKD in het kort
6
2. Keuringsbeleid en kwaliteit
9 24
4. ICT
28
5
Communicatie
31
6
Personeel
33
7
Bestuur
40
8
Juridisch
43
9
Financiën
44
Colofon
J A A R V E R S L A G
48
B K D
2 0 1 0
M I N D E R
3. Laboratorium
i 3
M E T
5
M E E R
Voorwoord
V O O R W O O R D
MEER MET MINDER In 2010 heeft de vernieuwde structuur van de BKD haar vuurdoop gehad. Een aangepaste capaciteit met veranderde aansturing heeft zich moeten bewijzen. Uitgangspunt daarbij is telkens geweest dat de sector alleen positieve veranderingen zou ervaren en dat de BKD aan alle kwaliteitsvereisten blijft voldoen. Ofschoon uiteindelijk ook verzwaringen door de sector zijn ervaren, extra regelgeving was daar soms debet aan, is de balans over 2010 positief. Er is meer gedaan met een relatief kleinere capaciteit. De BKD en haar medewerkers hebben in 2010 laten zien een gezond bedrijf te zijn, waardoor de aandacht nu ten volle op verbetering van de klanttevredenheid gericht kan worden.
Vincent Cornelissen
Kees van Ast
directeur
voorzitter
Bloembollenkeuringsdienst
Bloembollenkeuringsdienst
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
V 5
1
1 M E E R
M E T
M I N D E R
6
BKD IN HET KORT KWALITEIT
EN
KEURINGSBELEID
De aandacht heeft in 2010 op kwaliteitsgebied vooral gelegen op de kwaliteitsborging binnen het geaccrediteerde kwaliteitszorgsysteem van de BKD. Op keuringsgebied zijn zowel teelt- als exporttechnische wijzigingen doorgevoerd. Aanleidingen voor wijzigingen worden gevormd door vragen vanuit de sector, op aangeven van eigen medewerkers of vanuit de overheid en derde landen. Zo zijn er om teelttechnische redenen aanpassingen geweest aan de keuringsreglementen van meerdere gewassen. Op exportgebied hebben besprekingen met derde landen tot wijziging van bepaalde eisen geleid. Meest in het oog springend zijn de wijzigingen als gevolg van het tussen Nederland en China overeengekomen protocol met betrekking tot export van tulp en lelie naar China. Om klanten beter van dienst te zijn, zijn enkele keuringen die niets meer bleken toe te voegen geschrapt en is bijvoorbeeld het Digitaal Klanten Loket verder onder handen genomen. Lees meer over het BKD kwaliteits- en keuringsbeleid in hoofdstuk 2, bladzijde 9
L A B O R AT O R I U M
EN
ONDERZOEK
In het laboratorium is in 2010 veel werk verzet; zowel in aantallen toetsen, alsmede in het onderzoek. Met name het ontwikkelen van een nieuwe ELISA-toets voor PLAMV heeft veel aandacht gekregen. Lees meer over de werkzaamheden van het Lab in hoofdstuk 3, pagina 24
1 7
M E E R
ICT
wordt ingezet om kwaliteit en snelheid van producten te vergroten, maar
Lees meer over de ICT ontwikkelingen in hoofdstuk 4, bladzijde 28
C O M M U N I C AT I E Vanwege haar bestuursstructuur heeft de BKD een goede link met de sector. Zij wordt enerzijds gevoed met suggesties en kritische, opbouwende feedback en anderzijds worden ontwikkelingen die de sector betreffen via het bestuur zonder omwegen kort gesloten. In 2010 is geconstateerd dat communicatie over allerlei regelgeving en wijzigingen daarin essentieel is, om begrip voor ieders positie te houden. Een aantal initiatieven is genomen, doorlopend naar 2011, om de communicatie aan te scherpen. Een vernieuwde website is daar onderdeel van. Lees meer over de communicatiekansen van de BKD in hoofdstuk 5, bladzijde 31
PERSONEEL Voor de BKD en haar medewerkers betekende 2010 een behoorlijke uitdaging nu zij volgens de in 2009 ingezette structuur moesten gaan werken. In 2010 hebben de BKD-ers laten zien over een enorm aanpassingsvermogen en een geweldige motivatie te beschikken om zich als vanouds volledig in te zetten voor de bloembollensector. Uiteindelijk is een productiviteitsstijging van zo’n 20% gerealiseerd. Voor wat betreft de personele zaken zijn een aantal eerder ingezette ontwikkelingen van bijvoorbeeld arbeidsvoorwaarden, contracten en training verder doorgezet. Daar waar nodig ging dit in goed overleg met de OR, die in 2010 van samenstelling wisselde. Lees meer over de personeelszaken van de BKD in hoofdstuk 6, bladzijde .33
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
M I N D E R
ook om kostenbesparingen te realiseren.
M E T
Een in belang toenemend onderdeel van de BKD is ICT. Dit instrument
BKD
IN
HET
KORT
BESTUUR Alle wijzigingen in reglementen evenals de begroting, tarieven en jaarrekening
1 M E E R
M E T
M I N D E R
8
zijn door het Algemeen Bestuur goedgekeurd. Het laat zich daarbij adviseren door het Dagelijks Bestuur. Een afvaardiging van het bestuur heeft gezamenlijk met de directeur samenwerkingsmogelijkheden met andere keuringsdiensten onderzocht. Zij blijven over ontwikkeling van samenwerking in overleg. Het bestuur kende enkele wisselingen in 2010, deze ziet u in hoofdstuk 7, bladzijde 40
JURIDISCH Op juridisch gebied was de invoering van de Kaderwet Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO) per 1 januari aanleiding om de statuten te evalueren. In 2011 zal daaraan doorgewerkt worden. In hoofdstuk 8, bladzijde 43 leest u hierover evenals over het tuchtgerecht.
FINANCIËN Vanwege een groter volume aan werkzaamheden, gecombineerd met een gestegen productiviteit, is een exploitatiesaldo bereikt wat boven de begroting ligt. Hiermee is het mogelijk geworden om eind 2010 de nog lopende verplichtingen jegens het Productschap Tuinbouw af te lossen en wordt toekomstige druk op tarieven verlaagd. Het gewenste niveau van het eigen vermogen wordt immers eerder bereikt. Lees meer over de financiële situatie van de BKD in hoofdstuk 9, bladzijde 44
2
KEURINGSBELEID EN KWALITEIT
1. KWALITEITSBORGING
door de nVWA, is een duidelijke verbetering van het geaccrediteerde kwaliteitsditaat kunnen uitbreiden met de export- en importinspecties en heeft zowel het ISO 17020 en het ISO 17025 accreditaat beiden kunnen continueren. De nVWA heeft na eerdere bemerkingen over de uitvoering van sommige inspecties haar waardering uitgesproken voor de bereikte kwaliteitsresultaten.
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
M I N D E R
systeem van de BKD geconstateerd. De RvA heeft dan ook het ISO 17020 accre-
2 M E T
Op basis van een groot aantal audits, door zowel de Raad voor Accreditatie als
M E E R
In 2010 is de in 2009 gewijzigde aanpak van kwaliteit tot volle wasdom gekomen.
9
KEURINGSBELEID
2
KWALITEIT
2. GEWASSEN MINDER
KEURINGEN
E L I S A - C U LT I VA R S
TULP
M E T
Met het bestuur van de KAVB productgroep tulp is gesproken over nut en noodzaak van de vroege keuring bij partijen van de ELISA-cultivars. De vroege keuring is
M E E R
M I N D E R
10
EN
materiaal.
gericht op TBV en de partijen worden ook getoetst, hetzij op blad, hetzij op bol-
De BKD heeft voorgesteld om bij partijen opgegeven in de basismodule (max. klasse ST) de vroege keuring te laten vervallen. Bij deze partijen wordt één veldkeuring uitgevoerd. Voor partijen opgegeven in de plusmodule (max. klasse I) is voorgesteld de vroege keuring te staken indien in het bolmonster max. 1% TBV is aangetoond. Partij tulpen Elisa cv: ja/nee
Elisa Cultivar
Elisa en opplant
JAPAN MODULE MAX. KLAS: I-JAPAN
PLUS MODULE MAX. KLAS: I
BASIS MODULE MAX. KLAS: ST
Elisa en vrijgesteld van opplant
Visuele Cultivar
Niet bemonsterd
Opplant
Vrijgesteld van opplant
Niet bemonsterd
3 keuringen, mogelijkheid tot vrijst. van bloeikeuring
3 keuringen
Niet mogelijk
3 keuringen, mogelijkheid tot vrijst. van bloeikeuring
3 keuringen en monsternorm te velde
Niet mogelijk
2 keuringen, mogelijkheid tot vrijst. van bloeikeuring
3 keuringen en monsternorm te velde
Niet mogelijk
2 keuringen, mogelijkheid tot vrijst. van bloeikeuring
3 keuringen en monsternorm te velde
Niet mogelijk
1 keuring, geen bladmonster
1 keuring, geen bladmonster
1 keuring en bol of bladmonster
1 keuring
1 keuring
1 keuring
Het resultaat is één of twee visuele keuringen en boltoets op TBV, naast een eveng 30.000.
teeltseizoen 2010/11. Ontwikkeling tulpengalmijt en TVX in tulp In 2010 is diverse keren met het bestuur van de KAVB productgroep tulp gesproken over het voorkomen van TVX in tulpen. TVX wordt momenteel gezien als één van de belangrijkste aandachtspunten in de teelt van tulpen. De volgende onderwerpen zijn besproken: ■
Keuring. Onderzoek van PPO en de BKD toont aan dat er geen sprake is van latente aanwezigheid van TVX in tulpen. Daarmee blijft de visuele keuring gehandhaafd.
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
M I N D E R
Algemeen Bestuur het voorstel heeft bekrachtigd. De wijzigingen gaan in per
M E T
Het bestuur van de productgroep tulp stemde in met het voorstel, waarna het
2 M E E R
tueel opplantmonster. Dit voorstel betekent een besparing voor de sector van zo’n
11
KEURINGSBELEID
2
■
KWALITEIT
Norm. De monster- en veldkeuringen zijn beoordeeld met het oog op het terugdringen van TVX. Vastgesteld is dat de norm op een gewenst laag niveau ligt. Afkeuringsmaatregelen.
M E T
■
Voor partijen, die met meer dan 1% TVX worden afgekeurd, geldt dat zij on-
M E E R
M I N D E R
12
EN
goed voor eigen opplant mogen worden gebruikt. Gesproken is over de maat-
der begeleiding van een vervoerbewijs mogen worden afgezet of als plantregelen ten aanzien van het plantgoed. Voor het teeltseizoen 2010/11 wijzigen de afkeuringsmaatregelen wat betreft het plantgoed niet. ■
Aanvullend toetsen op TVX. Partijen van zowel de ELISA-cultivars als van de niet-ELISA-cultivars kunnen op verzoek aanvullend worden getoetst op TVX. Bij de ELISA-cultivars wordt het monster op TBV, en op verzoek aanvullend op TVX getoetst. Bij de andere cultivars wordt naast het opplantmonster ook een monster genomen voor toetsing op TVX. De resultaten van deze aanvullende toetsen hebben geen invloed op de klassering van de partijen.
■
Tulpengalmijt. Tulpengalmijt is de belangrijkste vector van TVX. In 2010 is een duidelijke toename van tulpengalmijt geconstateerd.
In onderstaande tabel zijn de afkeuringen in 2009 en 2010 op TVX en tulpengalmijt weergegeven. Tussen haakjes staat het percentage van het totaal aantal partijen resp. het totale areaal. AFKEURINGEN OP TVX EN TULPENGALMIJT 2009
TULPENVIRUS-X MEER DAN 1% TULPENGALMIJT
2010
aantal
afgekeurd
aantal
afgekeurd
afgekeurde
areaal
afgekeurde
areaal
partijen
(in are)
partijen
(in are)
66
3.696
74
4.348
(0,4%)
(0,3%)
(0,4%)
(0,4%)
163
8391
280
15546
(0,8%)
(0,8%)
(1,6%)
(1,5%)
DROGE
KEURING
CROCUS
meester blijkt dat er geen Ditylenchus dipsaci., D. destructor of Aphelenchoides
ge keuring soort-krokus aangepast. De BKD verstrekt dan na de veldkeuring een voorlopig certificaat. Na de droge keuring wordt een definitief certificaat verstrekt. Partijen worden na de droge keuring op de Japanlijst geplaatst.
GRIJZE
H YA C I N T E N
In 1959 is een aantal hyacintenrassen, waaronder Gipsy Queen, aangemerkt als grijze cultivar: cultivars die voor (bijna) 100% zijn besmet met grijsvirus (hyacintenmozaiekvirus). In de decennia na 1959 zijn verschillende initiatieven genomen voor afbouw van de teelt van de grijze cultivars, dan wel tot het groen maken van de rassen. In 1998 is het ontheffingsbeleid voor de grijze cultivars voor de laatste keer herzien. Niet-groen materiaal mag worden vermeerderd indien de teler kan aantonen dat hij bezig is met het verkrijgen van groen materiaal: een inspanningsverplichting.
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
M I N D E R
Met ingang van het teeltseizoen 2010/11 is de werkwijze rond de verplichte dro-
2 M E T
subtenuis is aangetroffen.
M E E R
Partijen soort-krokus mogen worden verhandeld als bij controle door de keur-
13
KEURINGSBELEID
EN
KWALITEIT
2 M E E R
M E T
M I N D E R
14
De BKD heeft het beleid rond de grijze cultivars besproken met het bestuur van de KAVB productgroep Hyacint. Het bestuur heeft ingestemd met het voorstel van de BKD om per teeltseizoen 2010/11 het groenmaakbeleid te staken. De partijen zullen gekeurd worden volgens de geldende normen en keuringsmethoden. Gezien de kennis over het grijsvirus in deze cultivars zullen de partijen met ingang van het teeltseizoen 2010/11 als volgt worden geklasseerd: ■
Werkbollen: klasse ST
■
Andere jaargangen: maximaal klasse ST.
SAMENVOEGING
L E L I E R E G I S T R AT I E S
Tot 2010 bestonden twee lelieregi-straties die kort na elkaar werden verstuurd. In samenspraak met het bestuur van de KAVB productgroep lelie is besloten om met ingang van 2010 de twee registraties samen te voegen tot één. Hiermee wordt de administratieve lastendruk voor de bedrijven verminderd.
PLAMV
IN
LELIE
Met het aantreffen van Plantago Asiatica Mosaic Virus (PlAMV) in lelies geteeld
in Nederland, is, in samenspraak met het bestuur van de productgroep lelie voor virus. De uitgevoerde toets is een PCR-toets. In 2010 startte de BKD met de ont-
2 M E T
wikkeling van een ELISA-toets op dit virus.
M E E R
2010, de BKD/men gekomen tot een vrijwillige toetsing van partijen lelies op dit
15
M I N D E R
ONTWIKKELING DAHLIA-KEURING: S TA K E N
STEKKASKEURING
De keuring van dahlia’s kende in één teeltjaar drie registratie- en keuringsmomenten: ■
Oplegknollen
■
Bemonstering (en registratie) van klasse ALG (veld) partijen die zullen worden opgelegd en toets op TSWV;
■
Stekkas Registratie van de opgelegde knollen en keuring in de stekkas. Klassering in klasse ALG en ST;
■
Veldsituatie Registratie van de uitgeplante stekken en keuring. Onderscheid naar voor handel bestemde partijen (klasse ST) voor opleg bestemde partijen (klasse ALG).
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
KEURINGSBELEID
2 M E E R
M E T
M I N D E R
16
EN
KWALITEIT
De BKD heeft aan het bestuur van de KAVB productgroep dahlia voorgesteld de stekkaskeuring dahlia per 2010 te staken, dit vanwege de beperkte scope en beperkte toegevoegde waarde van de keuring. Het bestuur van de productgroep heeft ingestemd met het voorstel. Hierna hebben het Ministerie van EL&I en de nVWA ingestemd met het voorstel van de BKD. De stekkaskeuring is gestaakt per 2010.
ONTWIKKELING
KEURING
OVERIGE
BOLGEWASSEN
Op verzoek van het bestuur van de KAVB productgroep bijzondere bolgewassen heeft de BKD onderzocht welke mogelijkheden er zijn tot deregulering van de keuring van alle opgeplante partijen. Hiertoe is onder andere overleg gevoerd met het Ministerie van EL&I en de nVWA die hebben aangegeven dat deze mogelijkheden er zijn. Gezien de kwaliteit van de partijen en de door de BKD aangetroffen niveaus van afwijkingen, kan overgegaan worden tot monitoring
van de gewassen. Hierbij dient wel rekening gehouden te worden met eventuele Deze twee aspecten, enerzijds deregulering en anderzijds voldoen aan eisen van zijn besproken met het bestuur van de productgroep. De productgroep heeft de
CANNA VS/CANADA In het workplan VS/Canada is bepaald dat partijen Canna alleen naar deze twee landen kunnen worden geëxporteerd indien in de veldkeuring niet meer dan maximaal 10% Canna Yellow Mottle Virus (CaYMV) visueel is aangetroffen bij officiële keuring. In de praktijk is gebleken dat het niet mogelijk is om met de huidige kennis van virussen onderscheid te maken tussen de verschillende virussen. De BKD keurt derhalve op zichtbaar virus. Hierdoor kunnen maar een zeer klein aantal partijen naar de VS en Canada worden geëxporteerd. De BKD heeft aan de nVWA een aanvullende toets op CaYMV voorgesteld voor partijen waarin meer dan 10% zichtbaar virus is aangetroffen teneinde een partij te kunnen beoordelen op het virus waar de eis voor geldt. Dit voorstel houdt in dat, op verzoek van de teler, per partij, een monster wordt genomen van 30 bladeren die in mengmonsters van twee bladeren via de PCR-methode op CaYMV worden getoetst. De nVWA heeft onder bepaalde voorwaarden kunnen instemmen met dit voorstel.
CONTROLE AM
IN
2010
De nVWA heeft bepaald dat controle op naleving van de AM-regelgeving bij telers van uitgangsmateriaal (waaronder bloembollen) voor 100% moet plaatsvinden. Voordien stemde de nVWA voor bloembollen in met een afwijkende aanpak voor de controle op AM-onderzoeksverklaringen. De reden voor deze wijziging is dat in een klein aantal situaties is vastgesteld dat sprake is van teelt op (deels) niet bemonsterde of AM-besmette percelen hetgeen toen nog niet was toegestaan. De verruimde AM bestrijdingsrichtlijn heeft extra aandacht voor dit dossier gevergd.
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
M I N D E R
BKD geadviseerd de keuring van alle partijen in stand te houden.
2 M E T
derde landen, met name de VS en Canada die een veldkeuring per partij vereisen,
M E E R
eisen van derde landen.
17
KEURINGSBELEID
2
KWALITEIT
I M P L E M E N TAT I E A M
BESTRIJDINGSRICHTLIJN
Op 1 juli 2010 trad AM bestrijdingsrichtlijn 2007/33/EG in werking. De richtlijn geldt voor bloembollen die vanaf 1 juli 2010 worden geplant. Deze AM-bestrij-
M E T
dingsrichtlijn brengt belangrijke veranderingen teweeg in de regulering van AM binnen de EU. Met de nieuwe richtlijn is de verplichting vervallen om bloem-
M E E R
M I N D E R
18
EN
van 2010 is gebleken dat ook de Fytorichtlijn nog geldt wat AM betreft. In deze
bollen te telen op percelen met een geldige AM-onderzoeksverklaring. In de loop richtlijn wordt bepaald dat alleen bloembollen mogen worden verhandeld als ze zijn geteeld op een AM-vrij perceel. De Fytorichtlijn is leidend, dus is alleen verhandeling mogelijk na teelt op AM-vrije percelen. Eén van de speerpunten voor de BKD is het communiceren van de gevolgen van de gewijzigde AM-regels voor het bedrijfsleven. Hiertoe heeft de BKD in het verslagjaar de volgende stappen gezet: ■
Uitleg geven over de nieuwe AM-regels tijdens bijeenkomsten van telers;
■
Inrichten van een apart onderdeel over AM op website www.bkd.eu. In dit onderdeel is per productiestap uitleg gegeven over de consequenties van de AM-regels;
■
Uitleg over de AM-regels in de nieuwsbrief;
■
Participatie in de AM-werkgroep van de KAVB voor uitwerking van de oplossingsrichtingen;
■
Opname van AM-onderdelen in het algemeen toezicht bij teeltbedrijven.
De BKD streeft ernaar om met betrokken partijen te komen tot eenduidige en eenvoudig uit te voeren regels. Voor de implementatie van de AM-bestrijdingsrichtlijn is aan de hand van een (concept) protocol van de nVWA gewerkt aan: ■
Registratie van AM-status in de registratie van de percelen;
■
Inrichting administratieve en fysieke controle van de opgegeven AM-status van de percelen;
■
Opname van algemene AM-vragen in het algemeen toezicht;
■
Opstellen van eisen en inrichting controles bij de zogenaamde combibedrijven. De bedrijven met percelen met meer dan één AM-status.
2 19
M E E R M E T M I N D E R
TOEZICHT
BIJ
T E E LT B E D R I J V E N
De BKD houdt op ieder teelt- en handelsbedrijf jaarlijks algemeen toezicht. Dit toezicht is gebaseerd op Europese richtlijnen. Voor het toezicht bij teeltbedrijven heeft de BKD in overleg met het Koepeloverleg van de KAVB de ‘Beleidsnota Eisen aan inrichting administratieve organisatie in de keten van bloembollen’ opgesteld. Deze nota is in april 2010 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de BKD. De nota behandelt de volgende punten: ■
Identificatie partij;
■
Verantwoording van de voorraad;
■
Verantwoording van in- en verkoop;
■
Eisen die gelden, ongeacht het gebruik of bestemming van de bollen of wensen van de afnemer;
■
De onderneming kan binnen 4 uur een partij traceren tot afnemer of naar de productie.
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
KEURINGSBELEID
2
KWALITEIT
In samenspraak met de KAVB is de naleving van de nieuwe AM-regelgeving opgenomen in het toezicht. Aan het algemene toezicht zijn de minimale eisen aan traceerbaarheid en bedrijfshygiëne toegevoegd. Voor dit toezicht is een vragenlijst
M E T
opgesteld. Een aparte vragenlijst is opgesteld voor combibedrijven (telen op AMvrije en op niet onderzochte of besmette grond). Deze vragenlijst heeft met na-
M E E R
M I N D E R
20
EN
opgenomen op de website van de BKD.
me betrekking op bedrijfshygiëne. De beleidsnota en de twee vragenlijsten zijn
De BKD is in de tweede helft van 2010 gestart met het uitvoeren van toezichtsbezoeken bij de teeltbedrijven op basis van de beleidsnota. Door het publiceren van de vragenlijst op de website kunnen de bedrijven zich voorbereiden op het bezoek van de keurmeester.
3. AFZET
BLOEMBOLLEN
DERDE
LANDEN
In mei 2010 hebben besprekingen tussen de Chinese en Nederlandse autoriteiten lies naar China. De besprekingen hebben ertoe geleid dat in juli 2010 een protocol door overheidsvertegenwoordigers van beide landen is ondertekend. Vanaf 21 oktober 2010 is dit export-protocol China van kracht. Dit heeft invloed op de keuring van tulpen- en leliebollen die worden geteeld in Nederland. Bollen van deze gewassen, geteeld in andere landen, kunnen niet meer via Nederland naar China worden geëxporteerd.
J A PA N In december 2009 hebben onderhandelingen tussen Nederland en Japan plaatsgevonden over de aanpassing van de keuringsystematiek en normen voor partijen bloembollen voor export naar Japan. Begin 2010 heeft Japan ingestemd met de aanpassingen. Voor het gewas tulp betekent dit dat de verplichte opplantmonsterkeuring is komen te vervallen. Dit heeft ertoe geleid dat meer partijen zijn aangemeld voor de Japankeuring. Voor het gewas gladiool betekenen de afspraken een aanscherping van de monster- en veldkeuringsnormen voor verschillende virussen. Wegens het voorkomen van Allium-virus-X in partijen Allium in Nederland bij de joint inspection, en in Japan opgeplante monsters in het kader van de monitoring, heeft Japan besloten de monitoring bij Allium te staken. Dit betekent dat voor het gewas Allium de joint inspection gehandhaafd blijft. Zoals eerdere jaren zijn wederom Japanse inspecteurs in Nederland door de BKD ontvangen in het kader van de joint inspections en monitoring. Wederom hebben zij hun vertrouwen in het BKD systeem uitgesproken.
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
M I N D E R
plaatsgevonden over de export van in Nederland geteelde partijen tulpen en le-
2 M E T
CHINA
21
M E E R
NAAR
VA N
KEURINGSBELEID
2 M E E R
M E T
M I N D E R
22
EN
KWALITEIT
ISRAEL In augustus 2010 heeft een delegatie uit Israel bij een bezoek aan Nederland met de nVWA en de BKD overleg gevoerd over de voorwaarden waaronder bloembollen uit Nederland geëxporteerd kunnen worden naar Israel. Vanuit Nederland wordt gestreefd naar een versobering van de Israëlische eisen. De besprekingen hebben nog niet geleid tot concrete stappen.
ZUID-KOREA Een Zuid-Koreaanse inspecteur heeft van 2 tot en met 8 juni 2010 het jaarlijkse monitoringsbezoek gebracht aan de BKD. De inspecteur heeft een bezoek gebracht aan teeltgebieden van tulp, Iris, lelie en gladiool, verspreid over Nederland. Verder heeft hij een bezoek gebracht aan het laboratorium van de BKD. Het bezoek is positief afgesloten en de inspecteur was onder de indruk van het werk van de BKD en van de vakkennis van de keurmeesters.
4. FYTO
ZAKEN DIPSACI
(STENGELAAL)
laal) ten opzichte van het voorgaande jaar afgenomen.
Met ingang van 2008 wordt de intensieve opsporing in partijen gladiool en dahlia uitgevoerd in door de nVWA aangewezen gebieden in Zuidoost-Nederland en percelen gelegen in de directe nabijheid van eerder aangetroffen besmettingen. De BKD heeft in 2010, net als in 2009, in de keuring van gladiolen en dahlia’s geen Meloidogyne chitwoodi/fallax aangetroffen.
STENGELAALWERKZAAMHEDEN
Per 1 mei 2010 heeft de nVWA een deel van de werkzaamheden met betrekking tot besmetverklaringen wegens aantreffen van stengelaal in partijen bloembollen aan de BKD overgedragen. De BKD neemt alleen de uitvoerende taken van de nVWA over. Het opleggen en opheffen van besmetverklaringen op percelen blijft een taak van de nVWA.
M I N D E R
MELOIDOGYNE CHITWOODI/FALLAX IN GLADIOOL EN DAHLIA
OVERDRACHT AAN DE BKD
2 M E T
In het verslagjaar is het aantal besmettingen door Ditylenchus dipsaci (stenge-
M E E R
DITYLENCHUS
23
3
L A B O R AT O R I U M
A A N TA L T O E T S I N G E N E L I S A SA methode bedroeg 1,5 miljoen stuks. Dit is een toename ten opzichte van twee het oude peil van 2008 Gerekend over het keuringsseizoen geldt dit ook voor de
M I N D E R
monsters van tulp. OVERZICHT VIRUSTOETSINGEN 2010
2009
2008
2007
2006
Tulp
472.199
399.299
365.883
543.901
588.524
Lelie
563.018
481.314
563.216
630.375
626.924
6.846
8.046
6.700
16.345
16.285
304.094
263.477
168.786
183.873
190.237
Verzoek Overige
15.688
39.746
36.805
37.448
33.437
139.444
133.588
106.127
215.233
188.342
1.501.289
1.325.470
1.247.517
1.627.175
1.643.749
Export (China) Totaal
De productiviteit in het lab volgt al jaren een stijgende lijn. Per saldo worden meer monsters verwerkt met minder mensen. A A N TA L T O E T S I N G E N I N H E T L A B O R AT O R I U M PER FTE X 1.000] 165 aantal toetsingen per FTE x1000
160 155 150 145 140 135 130 125 120
2003
J A A R V E R S L A G
2004
B K D
2005
2 0 1 0
2006
2007
2008
2009
M E T
voorgaande jaren. De aanvragen voor monstertoetsingen voor lelie zijn weer op
M E E R
Het aantal toetsingen op aanwezigheid van één of meerdere virussen met de ELI-
Dahlia
3 25
2010
LABORATORIUM
3
PCR-TOETSEN Dit jaar zijn bijna 4000 monsters met de PCR methode onderzocht op aanwezig-
M E T
heid van virussen. Dit is veel meer dan de enkele honderden monsters in voorgaan-
M E E R
M I N D E R
26
niet detecteren van virus in bulkmonsters
de jaren. De meeste toetsen betreffen wel/ van 240 lelieblaadjes of 120 lelieschubben. Deze toetsen zijn arbeidsintensief en mede daardoor kostbaar. Om op tijd uitslagen te kunnen leveren, is geïnvesteerd in apparatuur waarmee de toets kan worden opgeschaald.
DIAGNOSTIEK In het kader van diagnostiek worden jaarlijks honderden monsters onderzocht. Daarnaast wordt soms gericht gezocht naar aanwezigheid van bepaalde virussen in samenwerking met nVWA. Inventarisaties betroffen dit jaar nepovirussen en een potexvirus in lelies. Een potexvirus dat in monsters van lelie werd aangetroffen, kon worden geïdentificeerd als het Plantago asiatica mosaic virus (PlAMV).
3 27
M E E R M E T M I N D E R
TOETSONTWIKKELING Voor het aantonen van PlAMV is met succes gebruik gemaakt van primers ontwikkeld door het PPO (Praktijkonderzoek Plant en Omgeving). De voorzuivering zoals in gebruik voor de toets van bulkmonsters voor Arabis mozaïekvirus (ArMV) blijkt ook geschikt voor de PlAMV-toets. De ArMV-toets zelf is verbeterd. De oude en nieuwe toets zijn naast elkaar uitgevoerd voorafgaande aan het validatietraject. Voor het opstarten van een toets voor Canna yellow mottle virus in canna zijn de mogelijkheden van een PCR-toets voor worteldelen onderzocht. Voor de ontwikkeling van een ELISA voor PlAMV zijn toetsplanten geïnoculeerd, virus gezuiverd en antiserumproductie gestart. De toets wordt gevalideerd voor toepassing voor lelie bladmonsters en mogelijk ook voor bolmonsters.
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
4
4
BKD UITWIJK
OMGEVING
LIVE
BIJ
NAKTUINBOUW
De gevolgen bij uitval van ICT systemen worden groter naarmate de digitalisering van de business processen toeneemt, zo ook voor de BKD. Business Continuity
M E T
Management zorgt voor het juiste niveau van maatregelen in het geval van een onderbreking van het business proces of bij uitval van ICT systemen bij een grote
M E E R
M I N D E R
28
ICT
te kunnen voortzetten.
crisis of een ramp. Het heeft als doel de bedrijfsvoering snel en zonder grote impact
Het is voor de BKD van belang om concreet en proactief invulling te geven aan het business continuïteitsvraagstuk. Er moet voor worden gezorgd dat de invloed van onverwachte en ongewenste gebeurtenissen, ook in het geval van een rampsituatie, beperkt blijft en dat de continuïteit van de organisatie wordt gewaarborgd. De BKD heeft daar in 2010 invulling aan gegeven door een uitwijkomgeving voor de ICT systemen bij de Naktuinbouw te realiseren. Alle essentiële systemen worden door een interval beschikbaar gesteld op de uitwijklocatie. Deze ontwikkeling biedt een hoge mate van flexibiliteit bij calamiteiten en is een basis voor nog hogere beschikbaarheid van de ICT systemen in de toekomst.
I M P L E M E N TAT I E N I E U W E O N T W I K K E L E N D ATA B A S E - O M G E V I N G Ontwikkelingen in de ICT sector gaan snel. Het is voor de afdeling ICT dan ook de uitdaging een goede balans te vinden. Gebruik maken van de laatste techniek en het volgen van alle trends op het gebied van ontwikkelmogelijkheden, om zo het maximale uit onze systemen te halen. Systemen zoals het Digitaal Klanten Loket zijn gebaat bij een up to date ontwikkel- en databaseplatform, daarom is de Bkd dit jaar overgegaan tot implementatie van de meest recente versie.
ONTWIKKELING DKL De BKD ontwikkelt het Digitaal Klanten Loket (DKL), gericht op teeltbedrijven, om de administratieve druk voor bedrijven te verminderen en om uitslagen en certificaten snel beschikbaar te stellen. Het DKL bestaat uit twee delen: de registratiemodule en de rapportagemodule
voor bedrijven. Het project DKL wordt voor de periode 2009 tot en met 2011
en digitaal, ten opzichte van 44% in 2009. Het streven is binnen enkele jaren beoordeeld op klantvriendelijkheid en gebruiksgemak en zijn aanpassingen verricht.
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
M I N D E R
naar 100% digitaal te gaan. Om dit te stimuleren is de registratiemodule in 2010
4 M E T
In 2010 registreerden teeltbedrijven een kleine 60%van het totaal aantal partij-
M E E R
mede gefinancierd door het Productschap Tuinbouw.
29
ICT
4 M E E R
M E T
M I N D E R
30
Vanuit de gebruikersdoelgroep kwam de vraag om eenvoudiger en in minder stappen partijen te kunnen registreren. Ook wilde men op het scherm per gewas geregistreerde partijen bijhouden en oppervlakten ervan. Na de zomer is de aangepaste registratiemodule geïntroduceerd. De belangrijkste uitbreidingen en aanpassingen zijn: 1. Per gewas staan alle partijen van vorig seizoen in het scherm en kunnen door het aanklikken van de partij in één stap tuin, oppervlak en keuringsmodule worden ingegeven. Hiermee is het aantal schermen en stappen verminderd en heeft de teler meer overzicht. 2. Partijen kunnen in vierkante meters, rijnlandse roede, are of hectare worden geregistreerd en worden omgerekend naar are. 3. Bovenin het scherm lopen twee tellers mee: een voor het aantal geregistreerde partijen en een voor het totaal oppervlak van deze partijen in are. Het andere deel van het DKL betreft de rapportages voor telers: toetsingsuitslagen, certificaten. In 2010 is het aantal rapportages uitgebreid met onder andere plantlijsten. Telers kunnen nu zelf per tuin de plantvolgorde van partijen opgeven inclusief het aantal bedden, met als resultaat een plantlijst per tuin. De teler kan de lijst naar zijn eigen administratie exporteren en printen. Met deze lijst, met hierop per partij een barcode, kan de keurmeester op een efficiënte wijze de partijen keuren.
I M P L E M E N TAT I E O TA P
OMGEVING
Om de software ontwikkelingen nog beter te ondersteunen hebben we de ontwikkelomgeving volledig ondergebracht in een OTAP omgeving. OTAP staat voor Ontwikkel, Test, Acceptatie en Productie. Dit zijn de stappen waarin de BKD zijn software ontwikkelt en het proces beschrijft, voordat nieuwe ontwikkelingen worden geïmplementeerd in productie. Dit geldt uiteraard voor onze interne en externe applicaties.
5
C O M M U N I C AT I E
INLEIDING BKD en ontwikkelingen binnen het vakgebied wordt op diverse manieren afgede interactie. Direct contact blijft het uitgangspunt. In dat kader zijn door het cessen door te spreken. Ook zijn de processen rond AM zorgvuldig met de sector afgestemd.
NIEUWSBRIEF In 2010 zijn vijf nieuwsbrieven verzonden naar de telers en handelaren van bloembollen. De nieuwsbrieven zijn na te lezen op www.bkd.eu
B K D
2 0 1 0
M I N D E R
management diverse bedrijven bezocht om met hen verbeterkansen voor pro-
M E T
stemd met de sector. Naast de uitingen die wij verzenden is ook veel gericht op
M E E R
Om de verschillende doelgroepen zorgvuldig te informeren over de taken van de
J A A R V E R S L A G
5 31
COMMUNICATIE
5 M E E R
M E T
M I N D E R
32
WEBSITE Door de groeiende hoeveelheid informatie is de website steeds minder overzichtelijk geworden. In 2010 is gestart met het project de Nieuwe Website. Strategisch uitgangspunt is een klantvriendelijke website. Om goed te weten wat de klant nodig heeft zijn gesprekken gevoerd met kwekers en exporteurs om ervoor te zorgen dat de nieuwe website aan alle wensen tegemoet komt en informatie voortaan snel te vinden is en duidelijk wordt aangeboden. Het project wordt in 2011 afgerond.
K.E.E.S. Om oog te houden voor de interne processen en om continu het eigen werk te blijven verbeteren is K.E.E.S. in het leven geroepen. K.E.E.S. staat voor Kwaliteit, Effectiviteit, Efficiëntie en Samenwerking; de vier pijlers van de BKD. K.E.E.S. is in 2010 geïntroduceerd en wordt met name in de coachingscyclus opgepakt en tevens in een interne campagne gevisualiseerd.
SERIE BLOEMBOLLENVISIE Wie de verschillende kanten en taken van de BKD graag uitgebreid belicht zag, werd bediend met een serie interviews en artikelen in de Bloembollenvisie. De artikelen zijn na te lezen op www.bkd.eu
6
PERSONEEL
PERSONELE
ONTWIKKELINGEN
meer doen met minder mensen. Na de herde BKD effectiviteits- en efficiëntieslagen werkers te creëren is K.E.E.S. gelanceerd. K.E.E.S. staat voor de nagestreefde visie van de BKD: Kwaliteit, Effectiviteit, Efficiëntie en Samenwerking. Op verschillende manieren is en wordt hier vorm aan gegeven. De buitendienst heeft bijvoorbeeld de planningsfunctie voor een deel gecentraliseerd. Voor de binnendienst zijn de primaire processen systematischer in kaart gebracht en aan de hand van een plankalender verduidelijkt. K.E.E.S. is verwerkt in de competentieprofielen van alle functies zodat elke collega weet waar zijn of haar verbeter- en ontwikkelkansen liggen. Diverse ontwikkelingen op personeelsgebied waren kenmerkend voor 2010. Hieronder een korte selectie:
ARBEIDSVOORWAARDEN ■
Overwerken. Overleg heeft plaatsgevonden over het optimaliseren van het overwerkproces. Een voorstel is bij de ondernemingsraad neergelegd. Een definitief besluit wordt in 2011 genomen.
■
Telewerk- en telecombeleid. Er is een telewerkbeleid en een herziene telecomregeling voorgelegd aan de ondernemingsraad. De ondernemingsraad geeft naar verwachting in 2011 haar instemming.
■
Werkkostenregeling. Onderzoek naar de consequenties van de werkkostenregeling heeft plaatsgevonden. Geconcludeerd is dat invoering in 2011 niet voordelig is en uitgesteld wordt.
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
M I N D E R
gemaakt worden. Om bewustzijn bij mede-
6 M E T
structurering eind 2009 moesten er binnen
M E E R
2010 stond voor de medewerkers in het teken van
33
PERSONEEL
6
■
M I N D E R
34
Contracten. Alle format arbeids-, inleen-, zzp-, nuluren- en stageovereenkomsten zijn onder de loep genomen met behulp van in- en externe juristen waardoor er op
M E T
■
M E E R
arbeidsrechtelijk gebied een kwalitatieve verbeterslag heeft plaatsgevonden.
■
Verlof. Het verlofproces is vereenvoudigd en verduidelijkt aan de medewerkers. Digitalisering. De papieren personeelsdossiers zijn opgeschoond en de elektronische personeelsdossiers bijgewerkt. Het is de bedoeling om volledig naar elektronische personeelsdossiers over te stappen. Dit project wordt in 2011 afgerond.
A S S I S T E N T- K E U R M E E S T E R S Door de voorjaarsdrukte zetten wij in deze periode tijdelijke assistent-keurmeesters in om te ondersteunen bij de veldkeuringen. Dit jaar heeft de BKD 37 assistent-keurmeesters ingezet. In tegenstelling tot voorgaande jaren hebben wij ook eind zomer en in het najaar assistent-keurmeesters ingezet. De reden hiervoor is enerzijds de inkrimping van het vaste personeelsbestand en anderzijds extra werkzaamheden. In plaats van de vorig jaar geïntroduceerde “min-max” contracten is er dit jaar op grote schaal gewerkt met nuluren overeenkomsten. Hierdoor konden beschikbare uren en beschikbaar werk effectiever op elkaar worden afgestemd.
TRAINING In 2010 heeft geregeld training plaatsgevonden in het teken van K.E.E.S.. Zo hebben de teamleiders een
individueel
coachingstraject
doorlopen en zijn alle leidinggevenden getraind in zogeheten “soft skills” met als doel effectieve communicatie met medewerkers. Ook zijn diverse medewerkers getraind in timemanagement. Voor de binnendienst lag de
6 35
M E E R M E T M I N D E R
aandacht op inzicht verkrijgen in het proces. Dit om de samenwerking tussen afdelingen te bevorderen. Ook tijdens de jaarlijkse medewerkersdag is op ludieke wijze het gesmeerd laten lopen van processen onder de aandacht gebracht. Daarnaast zijn groepsgewijze trainingen gegeven waaronder een verkorte training technisch Engels voor de buitendienst, voortzetting van training gesprekstechnieken voor de toezichthouder en “oog en oor” in Wageningen, waar algemene ziekten- en plagenkennis van invasieve planten wordt bijgebracht.
D E TA C H E R I N G E N In 2010 is ook het aantal detacheringen voortgezet. Onze medewerkers zijn onder andere gedetacheerd naar NAK, Naktuinbouw, KCB, en BQS. Nieuw was de samenwerking met Naktuinbouw in het kader van de geconstateerde boktor in de regio Boskoop in het prille voorjaar en de detachering via BQS. Ook nieuw is de samenwerking met collega keuringsdiensten bij het invullen van vacatures. Zo huren wij onze jurist in voor enkele dagdelen per week via de NAK en detacheren wij onze senior medewerker communicatie voor 50% per week aan het KCB.
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
PERSONEEL
6
ARBO in 2010 is vervolg gegeven aan de in 2008 opgestelde risico-inventarisatie. De zogenoemde “RI&E” brengt risico’s op gebied van gezondheid, veiligheid en welzijn
M E T
in kaart. Procedures zijn opgesteld of aangescherpt. Zo is bijvoorbeeld een verplichting tot het dragen van veiligheidsschoenen in bedrijfsgebouwen van telers
M E E R
M I N D E R
36
Daarnaast vond een extern onderzoek plaats naar gevaarlijke stoffen en biologi-
en exporteurs in het leven geroepen. sche agentia, waar onze medewerkers mogelijk mee te maken krijgen. Gelukkig blijkt dat bij toepassen van de gangbare hygiëne-maatregelen en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen de risico’s als nihil worden ingeschat. Wel worden in 2011 een aantal acties benoemd om risico’s verder uit te sluiten. Tot slot zijn onze BHV-medewerkers bijgeschoold in de laatste ontwikkelingen op het gebied van hulpverlening.
PERSONELE
CIJFERS
Hieronder de belangrijkste kerncijfers van het personeel op gebied van bezetting, ziekteverzuim, leeftijd en dienstjaren.
BEZETTING PERSONELE BEZETTING 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2006 = Kantoor
2007
2008
= Laboratorium
2009
2010
= Buitendienst
De totale personele bezetting is afgenomen met 5 fte tot ruim 80 fte. Het totaal dienst is de afname voortgezet. Op het laboratorium is de bezetting tijdelijk toein verband met PlAMV.
gen heeft dit voor veel werving en selectie activiteiten gezorgd, zoals de vacatures van senior medewerker communicatie, administratief medewerker keuringsadministratie, teamleider keuringsbeleid, analisten en keurmeesters. Eind 2010 heeft de BKD 70 medewerkers in vaste dienst. Dit is in totaal 60,7 fte, als volgt verspreid: Het aantal medewerkers dat tijdelijk werkzaam is bij de BKD is voor laboratorium en buitendienst licht gestegen
■
= Buitendienst ■ = Laboratorium ■ = Kantoor
vanwege extra werkzaamheden.
ZIEKTEVERZUIM In 2010 is het ziekteverzuimpercentage gestegen naar 3,1%. Desondanks is het aantal kortdurende ziektedagen gedaald van 167 naar 149. De verhoging wordt met name veroorzaakt door 7 langdurige ziekmeldingen; het langdurige verzuim gaat van 150 naar 214 dagen. 0,00
Ter vergelijk: het landelijke ziektever28,63
41,08
zuimcijfer over 2010 is ca. 5% (gegevens CBS). Net als 2009 waren er 7
30,29
frequent verzuimers (3 of meer ziekmeldingen). De procentuele verdeling
■ ■
= Kort verzuim = Lang verzuim
J A A R V E R S L A G
■ ■
B K D
= Middellang verzuim = Extra lang verzuim
2 0 1 0
van 4 categorieën verzuimduur is in 2010 als volgt:
M I N D E R
In 2010 bedroeg het verlooppercentage 10%. Tezamen met tijdelijke uitbreidin-
6 M E T
genomen met bijna 5 fte, volledig veroorzaakt door inhuur van tijdelijke krachten
M E E R
betreft zowel vast als flexibel personeel en stagiaires. Op kantoor en in de buiten-
37
PERSONEEL
6 M E E R
M E T
M I N D E R
38
LEEFTIJDSOPBOUW De gemiddelde leeftijd onder het bestand van vaste medewerkers is eind 2010 45 jaar. De jongste medewerker is 22 en de oudste medewerker 64. De mediaan is verdeeld over de groep tot 50 jaar en tot 55 jaar.
DIENSTJAREN Het gemiddelde aantal jaren dienstverband onder het bestand van vaste medewerkers bedroeg eind 2010 twaalf jaar. Er waren vier 12,5-jarige jubilarissen en een 25-jarige jubilaris. DIENSTJAREN 25 20 15 10 5 0 <5
<10
<15
<20
<25
<30
<35
BUITENDIENST De in 2010 ingevoerde nieuwe structuur typeert zich door een vereenvoudigde buitendienstaansturing waarin de medewerker centraal staat. Het aantal leidinggevenden is van zes teruggebracht naar drie, namelijk een hoofd buitendienst en twee teamleiders. Het aantal teams is van vier teruggebracht naar twee. Inhoudelijk staat het takenpakket van de teamleider bijna volledig in het teken van begeleiding van medewerkers en het verbeteren van de kwaliteit van onze diensten. Daarnaast is de planning gecentraliseerd. Vanuit de centrale planning worden alle buitendienstwerkzaamheden gepland. Verder zijn in de loop van 2010 processen op het gebied van efficiëntie en kwaliteit geoptimaliseerd. Op deze manier is invulling gegeven aan de nieuwe visie van de BKD, waarin kwaliteit,
6 39
effectiviteit, efficiëntie en samenwer-
M E E R
king centraal staan. ■
De wijzigingen binnen de buiten-
■
M E T
dienst hebben zich vertaald in: Positieve beoordelingen tijdens
M I N D E R
audits door de nVWA en RvA op het gebied van het uitvoeren van im- en exportinspecties en kwaliteitskeuringen; ■
Productiviteitsstijging van zo’n 20%.
In 2011 wordt de in 2010 ingezette lijn doorgetrokken door de centrale planning verder uit te breiden en de uitvoering van de verschillende monsterkeuringen nader te optimaliseren. Naast het optimaliseren van processen staat de klant in 2011 centraal.
ORGANOGRAM De BKD is een ZBO in de vorm van een stichting die zich ten doel stelt de kwaliteit van bloembollen in de breedste zin te controleren, te handhaven en te verbeteren, gebaseerd op de EU-verkeersrichtlijn siergewassen, de EU-fytorichtlijn, de landbouwkwaliteitswet en daarvan afgeleide regelgeving. Onder de stafafdelingen vallen juridische zaken, personeelszaken, financiën & algemeen beheer, communicatie en ICT.
directeur
stafafdelingen
keuringsbeleid & Kwaliteit
buitendienst
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
laboratorium
7
7
De BKD heeft een algemeen en een dagelijks bestuur, dat conform de statuten is vastgesteld uit een onafhankelijke en benoemde voorzitter en afgevaardigden uit de sector. Naast verantwoording, aansturing en toezicht, hecht het bestuur belang
M E T
aan een onafhankelijke positie. Er is een duidelijke aansturingsrelatie met het Ministerie van E L & I. In gestructureerd overleg met het Ministerie van E L & I
M E E R
M I N D E R
40
BESTUUR
stemd.
worden lopende zaken en mogelijkheden tot verbetering besproken en afgeDe directeur van de BKD is secretaris/penningmeester van het bestuur. Zowel de benoeming van de voorzitter als van de directeur, zijn door de minister van landbouw goedgekeurd.
BESTUURSSAMENSTELLING Dagelijks bestuur
PER
Functie
U LT I M O
2010
Benoemd door
ir. K.J. (Kees) van Ast
Voorzitter
Bestuur
R.L.M. (Ruud) Berbee
Vice-voorzitter
Anthos
J. (John) Kreuk
Bestuurslid
KAVB Productgroep Lelie
J. (Jan) Lakeman
Bestuurslid
KAVB Productgroep Tulp tot 13 oktober 2010
ir J.J.J.(Sjaak) Langeslag
Bestuurslid
KAVB
ir. V.B.W. (Vincent) Cornelissen
Secretaris/ penningmeester
Bestuur
ir. K.J. (Kees) van Ast
Voorzitter
Bestuur
R.L.M. (Ruud) Berbee
Vice-voorzitter
Anthos
J. (John) Kreuk
Bestuurslid
KAVB Productgroep Lelie
J. (Jan) Lakeman
Bestuurslid
KAVB Productgroep Tulp tot 13 oktober 2010
ir J.J.J.(Sjaak) Langeslag
Bestuurslid
KAVB
ir. V.B.W. (Vincent) Cornelissen
Secretaris/ penningmeester
Bestuur
R.I.M. (Rob) Bisschops
Bestuurslid
KAVB Productgroep Dahlia
E.A.M. (Edward) Bot
Bestuurslid
KAVB Productgroep Iris vanaf 21 april 2010
J.J.H. (John) Boot
Bestuurslid
Bond van Detailhandelaren vanaf 13 oktober 2010
R. (Rob) Geerlings
Bestuurslid
KAVB Productgroep Zantedeschia
M. (Marcel) de Goede
Bestuurslid
KAVB Productgroep Bijzondere bolgewassen
ing. R.C.M. (Rob) van Haaster
Bestuurslid
KAVB Productgroep Hyacint
K. (Klaas) Hogervorst
Bestuurslid
KAVB Productgroep Bolbloemen
F. (Frank) Hulsebosch
Bestuurslid
KAVB Productgroep Narcis
Drs. C. (Carlo) Randag
Bestuurslid
Veredeling (Gezamenlijke zetel Plantum NL & Stiverbol)
P. (Peter) Raven
Bestuurslid
LTO Groeiservice
mr. H. (Henk) Westerhof
Bestuurslid
Anthos
7 41
M I N D E R
Benoemd door
M E T
Functie
M E E R
Algemeen bestuur
BESTUURSSAMENSTELLING
7
EN
SAMENWERKING
KEURINGSDIENSTEN
O P E R AT I O N E L E
SAMENWERKING
P L A N TA A R D I G E
KEURINGSDIENSTEN
M E T
Om doelmatigheid en efficiëntie te bevorderen zijn er in het verslagjaar twee bijeenkomsten geweest van voorzitters, bestuursleden en directies van de BKD, het
M E E R
M I N D E R
42
volgende terreinen: buitendienst (opvangen van pieken en dalen in elkaars ar-
KCB, de NAK en Naktuinbouw met als inzet operationele samenwerking op de beidsfilm), ICT (bijvoorbeeld het gezamenlijk ontwikkelen van software), de ontwikkeling van laboratoriumtechnieken, overhead (stafafdelingen) en wagenparkbeheer. Het gaat hierbij niet om een bestuurlijk proces of om fusiebesprekingen, maar om het zo efficiënt mogelijk samenwerken in een netwerkstructuur, waarbij iedere keuringsdienst zijn eigen organisatie en identiteit behoudt. De besprekingen worden in 2011 voortgezet, waarna duidelijk zal worden of het bundelen van krachten op de werkvloer zal leiden tot een andere intensiteit van samenwerken.
8
JURIDISCH
8 43
Per 1 januari 2010 is de Kaderwet Zelfstandige Bestuursorganen van toepassing Landbouwkwaliteitswet Zaaizaad- en Plantgoedwet verdwenen. De betreffende vooral betrekking op de aansturing- en toezichtrelatie met het ministerie van EL&I, zoals de goedkeuring van de begroting, jaarrekening en tarieven.
KLACHTEN De BKD heeft in 2010 geen klachten ontvangen als bedoeld in artikel 9:1 Algemene wet bestuursrecht. Wel zijn enkele tientallen grieven en wensen binnengekomen die betrekking hadden op het optreden en beleid van de BKD. Deze reacties zijn schriftelijk behandeld en worden meegenomen in de beleidsevaluatie.
BEZWAARSCHRIFTEN In 2010 heeft de BKD 6 bezwaarschriften ontvangen. Dit is een stijging ten opzichte van 2009 (geen bezwaren). Vier bezwaarschriften zijn ongegrond verklaard en een bezwaarschrift is niet ontvankelijk verklaard. Van de inhoudelijk behandelde zaken hadden twee zaken betrekking op de klassering door de BKD en twee hadden betrekking op de hoogte van de factuur. Van deze uitspraken is geen beroep ingesteld. Ultimo 2010 was nog één bezwaar in behandeling.
BEROEPEN In 2010 zijn geen beroepszaken behandeld. Er lopen ook geen beroepszaken.
TUCHTGERECHT In 2010 zijn 12 zaken afgehandeld door de voorzitter van het tuchtgerecht en 5 zaken zijn ter zitting behandeld. De zaken hadden betrekking op het opplanten van aangekocht ST-plantgoed, het afleveren van bloembollen zonder vervoerbewijs en het opplanten en afleveren van afgekeurde bloembollen. De opgelegde boetebedragen variëren van g 100,- tot g 19.000,-.
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
M I N D E R
zaken worden nu algemeen geregeld door de Kaderwet. De bepalingen hebben
M E T
geworden op de BKD. Als gevolg van deze wet zijn een aantal artikelen uit de
M E E R
KADERWET ZBO
9
9 M E E R
M E T
M I N D E R
44
FINANCIËN
REKENING
VA N
B AT E N
EN
LASTEN
Het exploitatiesaldo van de BKD voor 2010 is uitgekomen op een batig saldo van g 784.499. Dit saldo is in opdracht van het Algemeen Bestuur toegevoegd aan de reserves, waarmee toekomstige druk op tarieven verlaagd kan worden. De totale inkomsten in 2010 bedroegen g 8.202.000, dat is ten opzichte van 2009 een toename van g 1.104.000. Deze toename is voor g 997.000 voortgekomen uit de groei van keuringsactiviteiten. De overige baten, zoals diverse gesubsidieerde ontwikkelingsprojecten, activiteiten voor derden en rente zijn per saldo met g 107.000 toegenomen. De kosten kwamen uit op g 7.418.000 tegen g 7.360.000 in 2009, een toename met g 58.000.
TA R I E V E N In 2009 zijn de tarieven voor 2010 met 1,5% verhoogd ten opzichte van 2009. In september 2010 is geconcludeerd dat er, behalve voor de ELISA-toetstarieven, voor 2011 geen tariefsaanpassing nodig was. In het afgelopen jaar zijn nieuwe activiteiten en derhalve nieuwe tarieven geïntroduceerd: ■
ELISA – laboratoriumtoets Tulp op één extra virus;
■
Werkzaamheden voor het opheffen van teeltverboden in verband met stengelaal;
■
PCR – laboratoriumtoets PlAMV – virus in lelie.
DEBITEURENBELEID In 2010 is het aantal uitgaande facturen ten opzichte van 2009 met 8,5% gestegen tot ruim 19.000 stuks, waarvan het grootste deel digitaal wordt verzonden. In combinatie met het Digitaal Klanten Loket leidde deze vorm van verstrekken van facturen tot vermindering van administratieve lasten. Het debiteurenbeleid is er op gericht achterstalligheid in de openstaande facturen te voorkomen. Naast het reguliere debiteurenwerk is met ingang van juni 2010 gestart met het berekenen van verzuimrente en het stimuleren van automatische incasso. De gemiddelde betaalperiode is ten opzichte van 2009 verbeterd.
VERKORTE
BALANS
2010
De liquiditeit, uitgedrukt in vlottende activa (zonder voorraad) in verhouding tot 1,4. Dit is per 31 december gestegen naar 2,0. Deze verbetering is terug te voeren schuld aan Productschap Tuinbouw. De solvabiliteit stijgt naar 54%. In 2011 en de daarop volgende jaren zal verder gewerkt worden aan de verbetering van de stand van de reserves tot het geadviseerde niveau van circa g 3.500.000. BALANS PER 31 DECEMBER 2009 2010
2009
Vlottende activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
746.742
844.111
1.275.928
1.291.762 2.022.670
2.135.873
Vlottende activa Voorraden
140.207
192.309
Ov. vorderingen & posten
958.673
936.230 1.098.880
1.128.539
Geldmiddelen
1.869.264
1.472.383
Totaal activa
4.990.813
4.736.796
PASSIVA (in euro’s )
2010
Reserves Voorzieningen Langlopend vreemd vermogen
2009 2.671.846
1.887.347
624.119
253.459
275.498
821.749
Kortlopende schulden
1.419.349
1.774.242
Totaal passiva
4.990.813
4.736.796
J A A R V E R S L A G
B K D
2 0 1 0
M I N D E R
op een verbeterde stand van de liquide middelen en de finale aflossing van de
M E T
de kortlopende verplichtingen, is in 2010 verbeterd. Op 1 januari bedroeg deze
M E E R
De balansverhoudingen zijn ten opzichte van 1 januari 2010 sterk verbeterd.
ACTIVA (in euro’s )
9 45
BKD Bloembollenkeuringsdienst Zwartelaan 2, 2161 AL Lisse Postbus 300, 2160 AH Lisse T > 0252 41 91 01 F > 0252 41 78 56 I > www.bkd.eu E >
[email protected]
COLOFON Het BKD jaarverslag 2010 is een uitgave van de Bloembollenkeuringsdienst, Lisse. Redactie
pr & communicatie.
Vormgeving
Amon Design, Amersfoort.
Fotografie
Michel ter Wolbeek, Martien Geerlings, Eduard de Beer.
Drukwerk
De Swart, Den Haag.
Oplage
400 stuks.