VOORUITGANGSPARTIJ
VERKIEZINGSPROGRAMMA
VOOR EEN STERKE ECONOMIE EN EEN BETERE TOEKOMST
1
Programma Vooruitgangspartij
De huidige regering van VVD en PvdA berust op kiezersbedrog. De VVD behaalde veel stemmen door belastingverlaging en behoud van de volledige hypotheekrente aftrek te beloven. Beide beloften zijn gebroken. De PvdA ging de verkiezingen in met lijsttrekker Samsom. Op deze hebben velen gestemd omdat zij in hem een enthousiaste en sympathieke regeringsleider zagen. Ook zij kwamen bedrogen uit, niet Samsom werd premier of vicepremier maar de relatief onbekende Asscher, die nooit zoveel stemmen voor de PvdA had kunnen krijgen. Verder beloofde de PvdA een sterker en socialer Nederland. Het tegenovergestelde komt echter steeds dichter bij de waarheid! Dubbel kiezersbedrog dus. Onderdeel van de Nederlandse politiek, zullen velen zeggen. Ons land is aangewezen op coalitie regeringen, zullen zij zeggen, en om een coalitie regering te vormen moeten alle partners noodzakelijkerwijs water in de wijn te doen. Onzin, coalitieregeringen zijn geen natuurwet, ook niet in ons land. Coalitieregeringen stammen uit de tijd dat ons land hopeloos onderling verdeeld was door de verzuiling. Wat wij voor de toekomst nodig hebben is een nieuwe midden partij die bij de komende verkiezingen met een duidelijk en aantrekkelijk verkiezingsprogramma dat ook na de verkiezingen niet gewijzigd wordt, een doorslaggevende overwinning zal behalen. Indien dit bewaarheid wordt, dan kan een stabiele regering gevormd worden die dit programma zonder mankeren uit zal voeren en de volle 4 jaar zal regeren. Het laatste kabinet dat de volle 4 jaar geregeerd heeft, was het kabinet Kok in de periode 1994 / 1998! De visieloze lastenverzwaringspolitiek van de huidige regering brengt de economie van ons land naar de afgrond. De koopkracht van de bevolking wordt voortdurend uitgehold door steeds nieuwe lastenverzwaringen en onvoldoende aanpassing van de inkomens aan de inflatie. Het regeerakkoord van VVD en PvdA voorziet een pakket van 16 miljard euro aan bezuinigingen en lasten verzwaringen. Hier komen nog eens minimaal 5 miljard euro aan nieuwe lasten bij als gevolg van het woonakkoord (1,7 miljard euro) en pensioenakkoord (3 miljard euro). Deze zogenaamde 'bezuinigingen' zijn niets anders dan verkapte belastingverhogingen!Inkomensafhankelijke huurverhogingen dienen om de staatskas te spekken en een grootste deel van de pensioenpremieverlaging gaat naar de belastingen. Deze verkapte belastingverhogingen (ver)hinderen als zodanig het noodzakelijk economisch herstel. Uit een recente studie van de Nederlandsche Bank blijkt dat het beschikbare huishoudinkomen (de koopkracht van de burger) van 54% van het nationale inkomen (bbp) in 1992 is gedaald naar 45% in 2012, hetgeen 60 miljard euro minder koopkracht betekent op jaarbasis. Het is dus hoogst noodzakelijk om maatregelen te treffen die de koopkracht van de bevolking herstellen. De verslechtering van de economische toestand vertaalt zich in een stagnerende woningmarkt waarin huizen slechts zeer moeizaam tegen dalende prijzen verkocht worden of helemaal niet. Verder is ook de aanschaf van duurzame goederen zoals auto's spectaculair gedaald. 2
Programma Vooruitgangspartij
Dit betekent dat een groot deel van de bevolking moeite heeft om met zijn door de inflatie uitgeholde inkomen rond te komen. Juist op dit moment, dus op het allerslechtste moment wanneer de huizenmarkt reeds in een recessie dreigt te komen, komt de regering Rutte met voortdurende lastenverzwaringen die de situatie alleen maar kunnen verslechteren. Is dit alles onafwendbaar en wordt dit veroorzaakt door de algemene economische crisis, zoals de regering beweert? Driemaal nee: een andere en betere weg is wel degelijk mogelijk. Onze buurlanden doen het aanmerkelijk beter: in Duitsland overtreffen de belastingontvangsten de uitgaven en doet de economie het goed, de werkloosheid is er laag en er worden loonsverhogingen toegekend die de inflatie te boven gaan. Dit alles is in ons land ongekend. Zelfs België dat bij de invoering van de euro nog als zorgenkind gold, doet het beter dan ons land. Ons land staat niet langer in de top 5 van de meest competitieve landen van het World Economic Forum. We zijn gezakt naar plaats 8 na Duitsland, Finland, Zweden, Zwitserland en de V.S. Dit is te wijten aan de inflexibele arbeidsmarkt, de bureaucratie, de belastingdruk en het gebrek aan innovatie. Maar vooral kunnen bedrijven maar moeilijk lenen bij de banken. Onze economie heeft zodoende vier hoofdproblemen: de bevolking heeft te weinig koopkracht. de overheidsfinanciën zijn volledig ontspoord. er is een kredietcrisis, dat wil zeggen de banken lenen te weinig uit tegen een te hoge rente. de huizenmarkt is ingestort. Deze vier negatieve factoren versterken elkaar onderling en leiden tot een neerwaartse spiraal in de economie als volgt: de bevolking heeft te weinig koopkracht, geeft dus weinig uit, bedrijven raken in moeilijkheden en ontslaan mensen, de regering ontvangt minder belasting en moet meer werklozengeld betalen, dus de regering verhoogt weer de belasting, de bevolking heeft nog minder koopkracht en geeft dus nog minder uit, nog meer bedrijven raken in moeilijkheden en nog meer mensen verliezen hun baan, de regering ontvangt weer minder belasting en moet nog meer werklozengeld betalen, de regering verhoogt dus weer de belasting, de bevolking heeft nog minder koopkracht, enzovoort tot de bodem is bereikt. Waar die bodem precies ligt weet niemand.
3
Programma Vooruitgangspartij
Ik heb dan ook het initiatief genomen om een nieuwe politieke partij op te richten, de VOORUITGANGSPARTIJ, die zich prioritair ten doel stelt om de economie uit het slop te halen met het motto: eerder en sterker uit de crisis. Daarnaast is ons doel de levenskwaliteit van de bevolking sterk te verbeteren en de overheid en de maatschappij te moderniseren. De naam VOORUITGANGSPARTIJ is bewust gekozen om ons te onderscheiden van andere partijen zoals de VVD en de PvdA die de slechte economische politiek van de regering steunen. Deze partijen kunnen dus beter als stilstands- of achteruitgangs-partijen gekwalificeerd worden. Om onze doelstellingen te bereiken stelt mijn partij de volgende kernpunten voor: 1. Belastingverlaging en behoud van de hypotheekrente aftrek: lastenverlaging (belasting en sociale lasten) met 1500 euro per jaar tot een inkomen van 70 000 euro bruto per jaar, hetgeen neer komt op ca 10% netto meer bij het minimumloon, op ca 7% meer bij het modale inkomen van ca 34 000 euro en op ca 4% netto meer bij 70 000 euro. behoud van de volledige hypotheekrente-aftrek. staatsgarantie (onder voorwaarden) voor nieuwe hypotheken tot 600 000 euro voor het eerste huis. afschaffing van de overdrachtsbelasting. een spaar en hypotheekbank ter ondersteuning van de woningmarkt. geen inkomens-afhankelijke huurverhogingen en in principe geen huurverhogingen die hoger zijn dan de inflatie.
2. Verhoging van de AOW en staatsgarantie voor de ambtenarenpensioenen: 1200 euro per jaar per echtpaar méér voor mensen met alleen AOW of AOW aangevuld door een klein pensioen. 900 euro per jaar méér per echtpaar voor mensen met AOW aangevuld door een gemiddeld pensioen of andere inkomsten die niet hoger zijn dan de AOW zelf. een overeenkomstige (aangepaste) verhoging voor alleenstaande AOW'ers. handhaving van 65 jaar als leeftijdsgrens voor recht op AOW. geen AOW meer voor mensen die dit staatspensioen gezien hun overige ruime inkomen niet nodig hebben. keuze mogelijkheid tussen hogere AOW of aanvullend bedrijfspensioen. geen korting op de ambtenarenpensioenen door 100% staatsgarantie waartegenover de staat de activa van het ambtenaren pensioenfonds (ABP) overneemt.
3. Zzp'ers, studenten, kinderbijslag en minimumloon: sociale zekerheid voor zzp'ers op gelijkwaardige wijze als werknemers. studieloon onder voorwaarden in plaats van studieleningen. dubbele kinderbijslag voor 1-ouder gezinnen maar kinderbijslag voortaan beperkt tot de eerste 3 kinderen per gezin. minimumloon altijd hoger dan bijstand: werken moet lonen! 4. Verbetering van de levenskwaliteit: 4,5-daagse werkweek met behoud van de wekelijkse arbeidsduur. 400 000 aantrekkelijke en betaalbare woningen méér. betaalbare en beschikbare gezondheidszorg en kinderopvang. 4
Programma Vooruitgangspartij
ruimhartige onkosten vergoeding voor vrijwilligers in de zorg. gezond voedsel. bevordering van de sport met name door de jeugd. vrij toegankelijke natuurgebieden. goede behandeling van (slacht)dieren. sterke verbetering van de consumenten bescherming. effectieve bescherming van de privacy en het betalingsverkeer in het internet.
5. Een nieuwe economische politiek: einde aan de onbeperkte steun aan (failliete) banken en de ongebreidelde privatisering. staatsbezit van de grote banken, verzekerings- en energie- infrastructuur bedrijven, met name door overnames tegen beurskoers. meer werkgelegenheid door een ambitieus investeringsprogramma in de industrie, de bouw (400 000 betaalbare woningen meer met permanente verlaging van het BTW tarief naar 6%) in het midden en kleinbedrijf en in de alternatieve energie. meer werkgelegenheid door een substantieel EU investerings-programma. een nieuwe EU politiek voor de steun aan de euro-crisislanden die uitsluitend voor rekening en verantwoording van de EU komt waarbij de noodzakelijke sanering van de economie van die landen, inclusief staatsschuld- en bankensanering, gegarandeerd wordt en waarbij een mogelijk vertrek uit de euro niet langer als taboe geldt. geen 4-euro lonen maar vrij verkeer van goed geschoolde en normaal betaalde werknemers binnen de EU. een fair trade policy met derde landen in plaats van de onbeperkte mondialisering. hulp aan zelfhulp of projecthulp in plaats van de huidige ongerichte en ongecontroleerde ontwikkelingshulp. sterke vermindering van de subsidies. 6. Eerlijke lastenverdeling: eerlijke verdeling van de belastingdruk over alle inkomens en winsten. tegengaan van belastingontwijking en zwartwerk. beëindigen van de belastingconcurrentie tussen de lidstaten van de EU. afschaffen van belastingparadijzen, allereerst binnen de EU. sterke vereenvoudiging van het belastingrecht. 7. Een nieuwe energie en mobiliteits-politiek: stopzetten van de aardgas export en uitsluitend binnenlands verbruik van de overgebleven gasvoorraad (door staatsexploitatie) voor elektriciteitsproductie, mobiliteit en verwarming. vervanging van de sterk vervuilende kolen (kolen gestookte energiecentrales) en de dure olie door aardgas en door hernieuwbare energiebronnen zoals zon, wind, bio en waterenergie. geen schaliegaswinning door gevaarlijke en milieuvervuilende methodes. schadevergoeding bij schade veroorzaakt door aardgaswinning. een moderne mobiliteitspolitiek door het massaal gebruik van niet vervuilende auto's op aardgas of elektra zonder extra kosten voor de consument. het gebruik van aardgas voor mobiliteit zal de staat minimaal 6 miljard euro opbrengen. 5
Programma Vooruitgangspartij
6 of -waar nodig- 8- of 10- baans snelwegen, met een uniforme snelheidslimiet van 130 km/per uur behalve rondom steden (100 km /u). meer vrachtvervoer over het water en per spoor. belastingheffing op vrachtwagens zoals in Duitsland (maut). efficiënt openbaar vervoer.
8. Een strenger strafrecht en meer veiligheid: effectieve minimum gevangenisstraffen bij ernstige misdrijven. langdurige verwijdering uit de maatschappij van gevaarlijke en gewoonte misdadigers door opsluiting zonder TBS. de minister van justitie bepaalt voortaan het vervolgingsbeleid en niet langer het OM. het recht op zelfverdediging wordt gewaarborgd. de politie houdt zich prioritair bezig met misdaadbestrijding en de veiligheid op straat. 9. Volledige immigratiestop met slechts enkele uitzonderingen: toepassing van de universele mensenrechten in individuele gevallen. EU burgers die een eigen zaak hebben of die een normaal betaalde baan zoeken waarvoor zij de nodige kwalificaties bezitten. daadwerkelijke integratie van de hier reeds aanwezige vreemdelingen hetgeen zich vertaalt in meer werkparticipatie en minder bijstand.
10. Modernisering en democratisering van de overheid en secularisering van de maatschappij: schrappen van alle onnodige staatsuitgaven en overbodige overheidsdiensten of bestuurslagen. geen Eerste Kamer en geen provincies. rechtstreeks gekozen minister president die als hoofd van de regering de regering vormt en de vakministers benoemt. gekozen burgemeesters. instellingen met publieke doelstellingen zoals zelfstandige bestuursorganen (ZBO's) en woningcorporaties komen onder rechtstreeks toezicht van de voor deze materie bevoegde minister of worden in het desbetreffende ministerie geïntegreerd teneinde misbruik, slecht management en overdreven salariëring te voorkomen. volledige scheiding van kerk en staat. geen apart islamrecht voor Islamieten.
6
Programma Vooruitgangspartij
Punt 1: Ons eerste voorstel is koopkrachtverbetering door lastenverlaging (belasting en sociale lasten) met 1500 euro netto per jaar voor inkomens tot 70 000 euro bruto per jaar waarbij boven dit bedrag geen belastingverlaging toegepast wordt, daar boven dit bedrag handhaving van de volledige hypotheek-rente aftrek (veel) meer oplevert. De meeste mensen in ons land hebben een inkomen dat niet hoger is dan 70 000 euro per jaar. Van deze mensen en van hun bestedingspatroon hangt het voor een groot deel af of de economie goed of slecht draait. Door de midden en lagere inkomens (fors) te verhogen wordt tegelijkertijd de economie door toename van de bestedingen ook fors gestimuleerd. Dat een koopkrachtverbetering broodnodig is blijkt uit het feit dat de koopkracht van de bevolking fors gedaald is in vergelijking met twintig jaar geleden. Verhoging van de midden en hogere inkomens door belastingverlaging betekent natuurlijk minder loon- en inkomstenbelasting voor de staat. Het totaal aantal werkenden en onvrijwillig werklozen in ons land bedraagt volgens het CBS ca 9 miljoen man. Dit aantal dient dan vermenigvuldigt te worden met 1500 euro, hetgeen 13,5 miljard euro oplevert. De werkelijke maximale kosten van de door ons voorgestelde belastingverlaging zullen in de praktijk lager uitvallen daar men rekening moet houden met deeltijd arbeid en kunnen op maximaal 12 miljard euro geschat worden. Indien ons staatsbudget in evenwicht zou zijn (geen verschil tussen uitgaven en inkomsten), dan zou deze belastingverlaging, zonder op de overige staatsuitgaven te korten, in overeenstemming met de E.U. norm van 3% voor het maximale budget tekort gefinancierd kunnen worden. Het tekort benadert of overschrijdt zelfs de 3%, zodat we naar alternatieve financieringsbronnen moeten zoeken. We kunnen er gerust van uitgaan dat minstens 5% van alle overheids uitgaven verspild worden, hetzij door nutteloze uitgaven als zodanig, hetzij door overbodige overheidsdiensten en bestuurslagen in stand te houden. Hierop kan sterk bespaard worden zonder de economie te belasten. Ongerichte ontwikkelings- of rampenhulp zonder controle op de besteding van de middelen is weggegooid geld. Denk maar eens aan al het geld voor Haïti, dat nooit ten behoeve van de door de aardbeving getroffen bevolking is besteed, maar door corruptie en inefficientie verloren is gegaan. Ontwikkelingshulp die niet project-gebonden is en die niet strak gecontroleerd wordt, wordt vaak verspild. Dit is veelal het geval met ontwikkelingssteun betaald via multilaterale organisaties, zoals de Verenigde Naties of via NGO's (non governmental organisations). Voorbeelden van volledig of grotendeels overbodige (semi) overheidsdiensten of bestuurslagen zijn er vele, denk maar aan de Provincies, de Eerste Kamer, de Raad van State of de bedrijfs- en productschappen. Een ander voorbeeld: De Nederlandsche Bank heeft het grootste deel van haar kerntaken verloren door overdracht van de monetaire taak en het toezicht op de banken aan de Europese Centrale Bank. Toch heeft de Nederlandsche Bank nog evenveel personeel, zo niet meer, als voor die tijd. Nog een ander voorbeeld:
7
Programma Vooruitgangspartij
De diplomatieke dienst heeft vele ambassades in tal van landen met overeenkomstig goed betaald personeel dat een groot deel van zijn taken heeft verloren daar die taken deels rechtstreeks waargenomen (kunnen) worden door de ministeries in Den Haag en deels overgenomen worden door de diplomatieke dienst van de Europese Unie. Bovendien kan door samenwerking met bevriende landen een verregaande rationalisering worden doorgevoerd en dubbelfuncties worden vermeden. (gezamenlijk ambassades) Voorbeelden van verspilling van overheidsgeld zijn er dus te over. Deze voorbeelden van mogelijke besparingen door geheel of grotendeels overbodig geworden overheidsdiensten en bestuurslagen in te krimpen of geheel af te schaffen, is uiteraard niet uitputtend. Andere belangrijkere besparingen, met name in 'dure' sectoren zoals gezondheidszorg en sociale zaken, zijn uiteraard eveneens mogelijk en noodzakelijk. De Nederlandse economie levert ca. 610 miljard euro per jaar op. De staat ontvangt hiervan ongeveer 235 miljard euro in de vorm van belastingen, waartegenover +- 260 miljard euro aan uitgaven staan. De voorgestelde belastingverlaging kost de staat, zoals reeds gezegd, maximaal ca 12 miljard euro per jaar. Indien 5% van de totale staatsuitgaven verspild worden, dan wordt 5% van 260 miljard ofwel 13 miljard jaarlijks verspild, hetgeen meer dan voldoende voor de financiering van de door ons voorgestelde belastingverlaging. Voor het minimumloon van 19 000 euro bruto per jaar inclusief vakantiegeld betekent 1500 euro meer echter ca 10% netto meer voor het modale inkomen van ca 34 000 euro bruto ca 7% netto meer en voor een inkomen van 70 000 euro bruto nog altijd ca 4% netto meer ! Aan de andere kant moeten we vaststellen dat de belastinginkomsten van de staat voornamelijk drukken op de inkomens uit arbeid hetzij in de vorm van loon- en inkomstenbelasting hetzij in de vorm van BTW en accijnzen. De bedrijfswinsten van grote bedrijven en de hoge inkomens uit vermogen kunnen de belastingdruk voor een groot deel ontgaan door belasting trucs. Iedereen kent nu het voorbeeld van Starbucks: deze internationale koffiehuis-keten heeft haar hoofdkantoor via Luxemburg in een belastingparadijs in de Caraïben gevestigd. Gevolg hiervan is dat dit bedrijf dat miljarden winst maakt, daadwerkelijk maar heel weinig belasting betaalt. Andere voorbeelden van hetzelfde fenomeen zijn: Amazon, Google en Apple. Soortgelijke belastingtrucs worden hier te lande uiteraard eveneens toegepast ten gunste van de grote bedrijfswinsten en de hoge inkomens uit vermogen. Het is onlangs bekend geworden dat, indien de allerrijkste mensen in Griekenland slechts de helft van de belasting zouden betalen die zij nu ontduiken door belastingtrucs, dat in dat geval het gat in de Griekse begroting volledig gedicht zou zijn. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat het in ons land wezenlijk beter gesteld is. Belastingverlaging voor de midden en lagere inkomens kan dus eveneens gefinancierd worden door hogere belastingopbrengsten, de grote bedrijfswinsten van multinationals, door eliminatie van belasting trucs, belastingparadijzen en inkomens uit grote vermogens. Een probaat middel tot bestrijding van belastingontduiking blijkt de aankoop van de bankgegevens van belastingplichtigen met bankrekeningen in landen met het zogenaamde bankgeheim te zijn, zoals de recente voorbeelden in Duitsland met gegevens uit Zwitserland aantonen. 8
Programma Vooruitgangspartij
De volledige renteaftrek voor hypotheken dient behouden te blijven. Zonder deze renteaftrek blijft de huizenmarkt geblokkeerd en worden de jonge huishoudens opgezadeld met de lasten van een onroerend goed 'bubbel' van het verleden, die mede veroorzaakt is door een bewuste schaarste politiek: te weinig bouw of vernieuwbouw van aantrekkelijke woningen tegen betaalbare prijzen. Tegelijkertijd dient de overdrachtsbelasting die als rem op de koopwoningmarkt en de nodige mobiliteit fungeert, te worden afgeschaft. Voorts kan voor het eerste huis een algemene staatsgarantie (onder voorwaarden) voor nieuwe hypotheken tot een bedrag van 600 000 euro ingevoerd worden. Huurverhogingen moeten niet inkomens-afhankelijk zijn maar dienen uitsluitend bepaald te worden door het huurgenot en dus voor een zelfde huurwoning gelijk te zijn. Huurverhogingen dienen in principe niet hoger te zijn dan de inflatie. Tenslotte dient een spaar- en hypotheekbank te worden opgericht ter ondersteuning van de woningmarkt. Deze bank kan dan door betere voorwaarden een groot deel van het spaargeld van de bevolking aantrekken en dit weer met een geringe toeslag uitlenen voor nieuwe hypotheken. De rente zou dan bij de spaarders onbelast moeten blijven om sparen bij deze nieuwe spaar- en hypotheekbank te bevorderen.
Punt 2 Verhoging van de AOW met 100 euro netto per maand voor mensen met alleen AOW of AOW met een klein pensioen is niets anders dan sociale rechtvaardigheid. Een verhoging van de AOW met 100 euro netto houdt voor een echtpaar met alleen AOW een netto verhoging van ca 7% in! Een overeenkomstige aanpassing moet gelden voor alleenstaande AOW'ers. Wij weten dat de armen onder de bevolking precies in de groep van de AOW'ers zonder belangrijke extra inkomsten te vinden zijn, met name onder diegenen die ook nog huur moeten betalen. Deze verhoging van de AOW kan budget-neutraal gebeuren en zonder de AOW bijdragen te verhogen. Hiertoe is een simpele ingreep voldoende. Circa 5% van allen die nu AOW ontvangen hebben dit staatspensioen domweg niet nodig, omdat zij ofwel een ruim pensioen uit andere bron genieten, ofwel omdat zij anderszins over een ruim inkomen beschikken, bijvoorbeeld uit verhuur, uit bedrijf of andere kapitaal opbrengsten. Door de AOW voor deze mensen af te schaffen, schept men voldoende budgettaire ruimte voor een verhoging van de AOW voor diegenen die het echt nodig hebben. Voor mensen met AOW aangevuld door een gemiddeld pensioen of andere inkomsten die niet hoger zijn dan de AOW zelf, kan dan een netto verhoging van 900 euro per jaar gelden. Combinatie van de lastenverlaging voor werkenden en verhoging van de AOW zoals voorgesteld dient uiteraard uitgesloten te worden. Financiering van het bovenstaande en behoud van 65 jaar als leeftijdsgrens voor de AOW kan gerealiseerd worden rekening houdend met de volgens onze voorstellen nieuw te creëren inkomsten 9
Programma Vooruitgangspartij
voor de staat, waarbij onderstreept dient te worden dat verhoging van de AOW leeftijdsgrens onverantwoord is zolang de werkloosheid, met name onder de jeugd, veel te hoog is. Korting op de ambtenaren pensioenen kan vermeden worden doordat de staat voortaan uitbetaling van 100% van de ambtenaren pensioenen voor de toekomst garandeert waartegenover de staat de activa (het opgespaarde kapitaal) van het ABP overneemt. Dit kan als volgt gerealiseerd worden: Het opgespaarde kapitaal van het ambtenaren pensioenfonds bedraagt volgens het ABP ca 290 miljard euro en de jaarlijkse beheerskosten 0,64% van dit kapitaal, hetgeen overeenkomt met maar liefst 1,8 miljard euro per jaar. Indien de staat de activa en passiva van het ABP overneemt, dan vervallen uiteraard deze buitensporige beheerskosten van 1,8 miljard euro. Voor de betaling van de ambtenarenpensioenen komt bij overname van het kapitaal van het ABP door de staat de volledige 8,9 miljard euro aan pensioenbijdragen beschikbaar zonder vermindering door de dan uitgespaarde beheerskosten van 1,8 miljard euro. Deze pensioenbijdragen van de ambtenaren en de staat zijn meer dan voldoende voor de ambtenarenpensioenen, omdat door het ABP niet meer dan 8,5 miljard euro aan pensioenen wordt uitgekeerd ! Bij een 'pay as you go' systeem zoals de AOW, is het voldoende dat de ambtenaren pensioenpremies jaarlijks de pensioenuitkeringen dekken, dat wil zeggen in ons voorbeeld ca 9 miljard euro aan bijdragen tegen ca 8,5 miljard euro aan uitkeringen. Er dienen dan uiteraard wel garanties te komen dat de pensioenpremies niet besteed zullen worden voor een ander doel dan waarvoor zij geïnd worden en dat de pensioenpremies alle huidige en toekomstige pensioenaanspraken dekken. Het is ook zo dat in onze buurlanden de ambtenarenpensioenen jaarlijks uit het staatsbudget betaald worden en niet via deze extra kosten met zich mee brengende uiterst inefficiënte pensioenfonds constructie. Deze directe betaling via het staatsbudget heeft in onze buurlanden nooit tot specifieke problemen geleid. Hoe onhoudbaar de situatie bij het ABP eigenlijk is toont het volgende rekensommetje aan:
totaal aan jaarlijkse pensioenpremies: af beheerskosten over het vermogen: resteert: af pensioenen: structureel tekort:
8,9 miljard euro 1,8 miljard euro (20% van het premie totaal!) _____________ 7,1 miljard euro 8,5 miljard euro _____________ – 1,4 miljard euro
De staatsschuld op zijn beurt bedraagt ca 450 miljard euro (74% van het nationale inkomen) en de staat betaalt hierover ca 10 miljard euro aan rente per jaar. Indien het kapitaal van het ABP aangewend wordt voor de halvering van de staatsschuld, dan wordt jaarlijks 5 miljard euro aan rente uitgespaard en blijft er nog 65 miljard euro over. Het bovenstaande voorstel houdt een win-win situatie in voor zowel de ambtenaren als de staat. De ambtenaren krijgen zonder premieverhoging een 100% pensioengarantie; de staat daartegenover 10
Programma Vooruitgangspartij
betaalt maar liefst 5 miljard euro minder aan rente over de staatsschuld en houdt nog 65 miljard euro over voor andere doeleinden, zoals de noodzakelijke stimulering van de economie ! De noodzaak om de staatsschuld te verminderen is evident. De staatsschuld is immers van 260 miljard euro in 2007 naar 450 miljard euro gestegen in slechts vijf jaar dat wil zeggen met 190 miljard euro. Sinds de bankencrisis in 2008 is de staatsschuld dus met maar liefst 74% gestegen! Het bij halvering van de staatsschuld uitgespaarde rentebedrag van ruim 5 miljard euro dekt op zichzelf al een groot deel van de maximale kosten van de voorgestelde belastingverlaging. Tenslotte moeten diegenen die verplicht aangesloten zijn bij een bedrijfspensioenfonds, de keuzemogelijkheid krijgen tussen een hogere AOW of een aanvullend bedrijfspensioen. Ingeval gekozen wordt voor een hogere AOW dan dient ook een overeenkomstige hogere AOW premie te worden betaald, waartegenover de bedrijfspensioenpremie vervalt.
Punt 3 Zzp'ers vervullen een belangrijke rol voor de flexibiliteit van de economie. Bij ongeval, ziekte of werkloosheid dienen zij voortaan gebruik te kunnen maken van de sociale zekerheid op gelijkwaardige wijze als werknemers. Studieloon dient betaald te worden aan die studenten die een opleiding volgen voor een beroep in een sector waar voldoende vraag naar gekwalificeerde mensen bestaat. (techniek onder andere) Studieloon moet beperkt worden tot die studenten die hun opleiding in de daarvoor voorziene tijdsduur met succes afronden. Studieleningen dienen zoveel mogelijk te worden vervangen door studieloon onder de genoemde voorwaarden. Hiermee, namelijk door onze studenten prioritair op te leiden voor beroepen waar veel werkgelegenheid bestaat, kunnen we tevens een beslissende bijdrage tot de oplossing van de jeugdwerkloosheid leveren. Het maatschappelijk nut van het studieloon zal onder die omstandigheden de uitgaven voor dit studieloon vele malen overtreffen. Ook de kosten / baten rekening zal positief uitvallen door vermindering van de jeugdwerkloosheid. Voorts gebiedt de sociale rechtvaardigheid om alleenstaande moeders of vaders tegemoet te komen en dit kan eenvoudig door een verdubbeling van de kinderbijslag voor die mensen. Tenslotte dient de kinderbijslag voortaan beperkt te worden tot 3 kinderen per gezin daar enerzijds grotere gezinnen demografisch niet nodig zijn en anderzijds de moeders van deze gezinnen zo zeer belasten dat zij maar moeilijk aan het arbeidsproces kunnen deelnemen. Dit is vooral ongewenst bij allochtone vrouwen die zodoende volledig van de maatschappij worden afgeschermd en die zich zo nooit kunnen ontwikkelen tot geëmancipeerde en gelijkberechtigde medeburgers, zoals voor de daadwerkelijke integratie van de allochtonen noodzakelijk is.
11
Programma Vooruitgangspartij
Punt 4 Een 4,5-daagse werkweek maakt het leven voor het werkende deel van de bevolking veel aangenamer. Een 4,5-daagse werkweek kan ingevoerd worden zonder de wekelijkse arbeidsduur in te korten en zodoende zonder de concurrentiepositie van ons land aan te tasten. Zo kan bijvoorbeeld iedere volle werkdag een uur langer gewerkt worden om de arbeidsuren van de extra halve vrije dag op te vangen. Deze maatregel kost niets. Voorts dienen er 400 000 aantrekkelijke en betaalbare woningen meer gebouwd of gerenoveerd te worden. Hiertoe dient een ambitieus sloop en (vernieuw) bouw programma door de staat gefinancierd te worden. Oudere woningen die niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen en die niet geschikt zijn voor renovatie dienen gesloopt te worden en vervangen door nieuwbouw. Andere oudere woningen kunnen dan gerenoveerd worden. De BTW op de woningbouw en renovatie dient permanent naar 6% verlaagd te worden. Gezond voedsel is essentieel voor een gezond leven. Ongezonde fast food producten en snacks die te vet en te zout zijn en te zoete frisdrank dienen vervangen te worden door gezonde producten. Vervalsing van voedsel door toevoegen van schadelijke producten dient streng te worden bestraft. Te denken valt aan het diervoedersbedrijf dat enige jaren geleden de voedselketen vervuilde door diervoedsel bereid met kankerverwekkende afgewerkte motorolie te verkopen. Dit bedrijf en zijn leiding bleven voor zover bekend straffeloos. Een vergelijkbare eveneens totaal verwerpelijke praktijk is het verkopen en toedienen van schadelijke medicijnen of hulpmiddelen aan patiënten. Een recent voorbeeld hiervan zijn de lekkende borstimplantaten die met voor de menselijke gezondheid gevaarlijke industrie siliconen gevuld bleken te zijn. Ook hier bleef een adequate reactie van de overheid uit. Een laatste voorbeeld betreft MP3-players en soortgelijke apparaten die het gehoor van een hele generatie dreigen te verpesten. Deze apparaten dienen zodanig aangepast te worden dat zij niet langer het gehoor kunnen beschadigen. Betaalbare en beschikbare gezondheidszorg is van essentieel belang voor het behoud van de gezondheid en de kwaliteit van het leven. De gezondheidszorg dient door rationalisatie en meer efficiency zodanig te worden hervormd dat zij aan deze vereisten kan voldoen zonder kostenexplosie. Het vrijwilligerswerk in de gezondheidszorg dient te worden gestimuleerd om zodoende met name ouderen in staat te stellen langer zelfstandig te wonen. Het onmisbare werk van deze vrijwilligers dient erkend te worden door een passende ruimhartige onkostenvergoeding. Kleinzielige besparingen zoals op de rollators dienen te worden ingetrokken. Deze besparing levert slechts ca 40 miljoen euro op (ca 400 000 rollators à +- 100 euro = 40 miljoen euro; ter vergelijking: de Staat betaalde alleen al voor de 'redding' van de ABN Amrobank tot dusver meer dan 31 miljard euro), maar ontnemen oudere slecht ter been zijnde mensen de laatste bewegingsvrijheid. Kinderopvang dient op voldoende schaal beschikbaar te zijn tegen betaalbare prijzen. Dit is niet alleen in het belang van die vrouwen die het moederschap willen combineren met een baan maar 12
Programma Vooruitgangspartij
tevens in het belang van de economie in het algemeen, zodat vrouwen met kinderen niet door gebrek aan kinderopvang verhinderd worden aan het arbeidsproces deel te nemen. Door de toenemende vergrijzing en het dalende aantal geboortes is het tevens in het algemeen belang dat vrouwen in de toekomst meer kinderen krijgen. Een van de maatregelen die dit kunnen bevorderen is het gemakkelijker te maken om een baan buitenshuis en het moederschap te combineren. Voorts dient sport in het bijzonder door de jeugd meer gestimuleerd te worden. Sporten is gezond en preventie is beter dan genezing. Natuurgebieden dienen voortaan vrij toegankelijk te zijn behalve gedurende de broedtijd van vogels en soortgelijke noodzakelijke beperkingen. De consument dient afdoende beschermd te worden tegen misbruik van de contractvrijheid (de kleine lettertjes) door duidelijke en afdwingbare overheidsregels met passende sancties en/of omkering van bewijslast (geen vrijblijvende gedragscodes en dergelijke). (Slacht)dieren moeten goed behandeld worden en de veehouderij dient zo veel mogelijk extensief te zijn. Excessief gebruik van antibiotica in de veeteelt is slecht voor de menselijke gezondheid en dient tot het aller noodzakelijkste beperkt of beëindigd te worden. Tenslotte dienen er transparante en afdwingbare regels te komen voor de bescherming van de privacy en het betalingsverkeer in het internet.
Punt 5 Een nieuwe economische politiek. Punt één: einde aan de ongelimiteerde staatssteun aan de financiële sector zowel op nationaal vlak als in EU verband. Vele banken hebben hun eigen vermogen vergokt door te speculeren met Amerikaanse waardepapieren die voor een groot deel uit waardeloze Amerikaanse hypotheken bestonden. Toen het faillissement voor deze banken dreigde heeft de staat hen met miljarden euro's aan staatssteun overeind gehouden in plaats van de voor de deur staande koude sanering van de financiële sector in goede banen te leiden, hetgeen weinig of niets had gekost. Hoe slecht de bankencrisis voor de economie en dus voor het staatsbudget en de staatsschuld uitgepakt heeft, blijkt uit het feit dat de staatsschuld sinds de bankencrisis in 2008 met maar liefst 74% gestegen is van ca 260 miljard euro vòòr de bankencrisis naar ca 450 miljard euro nu ! Het steungeld voor de banken heeft de staat echter niet door toeval verkregen. De staat heeft in principe slechts drie financieringsbronnen, namelijk belastingheffing, leningen en het drukken van (ongedekt) geld. De laatste mogelijkheid heeft de staat niet meer sinds de invoering van de euro. Blijft dus over: geld lenen of de belasting verhogen. Geld lenen kost geld en is dus niet wenselijk indien het staatsbudget niet in evenwicht is, zoals het geval is. Blijft dus alleen de belasting verhoging. Alleen al de redding van de ABN Amro Bank heeft de staat voor zover bekend minimaal 28 miljard 13
Programma Vooruitgangspartij
euro gekost. Van dit geld is tot op heden geen cent terugbetaald. Deze bank is in het economisch verkeer niet meer waard dan maximaal 10 keer de jaarwinst. Met andere woorden alleen om bij verkoop de kosten van de betaalde staatssteun zonder enige rente terug te verdienen, moet deze bank dus minimaal een jaarwinst van ca 3 miljard euro per jaar maken! Dat is wel heel ver weg van de realiteit daar die bank momenteel niet meer dan ca. 1 miljard euro winst maakt. Zodoende is die bank in het gunstigste geval nooit meer waard dan 10 miljard euro. De staat heeft echter minstens 28 miljard euro voor die bank betaald en blijft dan ook bij eventuele verkoop nu met een gat van minimaal 18 miljard euro zitten. Dit verlies van 18 miljard euro zal dan door de belastingbetaler gedragen moeten worden. Dit is een voorbeeld bij uitstek van verspilling van belastinggeld ! Tot nu toe heeft de staat al ruim 3 miljard euro op de 'redding' van de ABN Amrobank verloren. De staat heeft namelijk over de 28 miljard euro, die voor het overeind houden van deze bank nodig was, tot nu toe 3,7 miljard euro aan rente betaald, waartegenover een schamel bedrag aan dividend van 330 miljoen euro en 270 miljoen euro aan premies over de verstrekte garanties staat, in totaal dus 0,6 miljard euro aan baten. De schade voor de staat tot nu toe bedraagt dus maar liefst ruim 3 miljard euro ! Dit bewijst de incompetentie van de vorige en de huidige regering ten voeten uit en toont aan hoe slecht de staats-portemonnee beheert wordt ! Ook de ING heeft de destijds verstrekte staatssteun nog maar gedeeltelijk terugbetaald. Tenslotte heeft de Staat onlangs ook nog de SNS Reaalbank van het faillissement 'moeten redden' voor meer dan 3 miljard euro. Ondertussen dienen diegenen die een banklening hebben voor hun huis of bedrijf en de spaarders de rekening van de mislukte speculatie van de banken te betalen. Diegenen die lenen betalen veel te veel rente. De banken kunnen ongelimiteerd lenen tegen een kwart procent bij de Europese Centrale Bank. Zij lenen echter op lange termijn uit tegen minimaal 4 procent. Voor kortlopend krediet worden zelfs rentes van 10% of meer in rekening gebracht Ca. 4% tot 10% marge voor banken is absurd en economisch gezien onverantwoord daar het de investeringen en de bestedingen remt. Een marge van maximaal 2 procent moet meer dan genoeg zijn voor een gezonde bank. De theorie die deze goedkoop geld politiek van de ECB moet rechtvaardigen is de volgende: de banken die zo goedkoop bij de centrale bank kunnen lenen, geven dit voordeel ongetwijfeld door aan hun klanten, waardoor de economie door deze goedkope kredieten weer op gang komt. Er is echter geen enkel bewijs dat de banken inderdaad dit rentevoordeel aan hun klanten doorgeven maar veeleer bewijs van het tegendeel. Deze inefficiënte politiek van de ECB dient beëindigd te worden of er dienen garanties te komen dat de banken het rentevoordeel inderdaad aan hun klanten moeten doorgeven. Deze ECB politiek van onbeperkt lenen aan privé banken tegen een lagere rente dan de marktrente kost uiteraard geld. Ons land betaalt bijvoorbeeld ca 2,2 % rente over zijn staatsschuld. De rentesubsidie van de ECB aan de banken bedraagt in ons land dus minimaal 2 % (2,2% – 0,25%) over een onbeperkt bedrag te bepalen door de banken zelf. Voorts ondersteunt de ECB de euro-crisislanden door het onbeperkt opkopen van staatsleningen van deze landen zodra de rente op hun staatsleningen door speculatie te hoog oploopt. Zo koopt de ECB bijvoorbeeld onbeperkt Grieks staatspapier zodra de rente boven een bepaald niveau dreigt te komen. Ook hier hangt uiteraard een prijskaartje aan, namelijk het renteverlies dat de ECB moet incasseren maar dat de speculanten wel te goede komt. Bovendien is er het levensgrote risico van toekomstige afwaardering van de Griekse staatsschuld. Indien de Griekse regering bijvoorbeeld geconfronteerd zou worden met binnenlandse onlusten veroorzaakt door de slechte economische situatie, dan zou de Griekse regering noodgedwongen de huidige door Brussel opgelegde 14
Programma Vooruitgangspartij
spaarpolitiek kunnen verlaten. Dit zou naar alle waarschijnlijkheid op termijn leiden tot een gedwongen vertrek uit de euro en een afwaardering van de Griekse staatsschuld. Deze afboeking zou dan goeddeels ten laste van de ECB en de overblijvende eurolanden (waaronder ons land) gaan. Hetzelfde risico geldt uiteraard voor de overige euro-crisis landen. Ook de zogenaamde steunpakketten van de EU en de de EU lidstaten aan de euro-crisislanden (met name Griekenland, Spanje en Portugal) dienen goeddeels om wederom de banken te steunen. Deze steun wordt immers voornamelijk gebruikt voor het aflossen van eerdere bankleningen (vaak tegen zeer hoge rente) aan deze landen verstrekt door banken uit het noorden van Europa en niet om maatregelen ter stimulatie van de economie van deze crisislanden te financieren. Deze politiek werkt niet en draagt alleen maar bij tot de ernstige recessie in de crisislanden die zich ook ongunstig voor ons land uitwerkt (minder export mogelijkheden). Bovendien blijkt het voortdurend verlenen van nieuwe steun zonder duidelijke herstructurering van de economie van die landen en zonder schuldsanering neer te komen op het dichten van een bodemloze put. De Duitse minister van financiën heeft immers onlangs gezegd dat binnenkort weer een nieuw steunpakket voor Griekenland nodig is en dit in weerwil van eerdere uitspraken dat alles nu onder controle zou zijn!! Deze slechte economische politiek dient zo snel mogelijk beëindigd te worden. Het geld dat nu op EU vlak uitgegeven wordt aan steun aan (failliete) banken en aan steun aan euro-crisislanden zonder voorwaarden (opkopen van staatspapier door de ECB) of aan steun met onvoldoende voorwaarden (overige EU steun), moet voortaan besteed worden aan leningen met lage rente met waterdichte voorwaarden en garanties door de EU aan de euro-crisislanden. Zodoende kan de noodzakelijke sanering van de economie van de euro-crisislanden gegarandeerd worden, inclusief staatsschuld- en bankensanering. Zodoende zal ook de economie van die landen veel eerder uit de recessie komen. Het is de huidige regering die deze politiek van volledige verkwisting van overheidsgeld doorvoert en ondersteunt, zowel nationaal als in EU verband. Dit kan en moet anders en beter. De steunpolitiek aan euro-crisislanden dient voortaan uitsluitend voor rekening en verantwoording van de EU te komen, waarbij een eventueel vertrek uit de euro van een of meer euro-crisislanden niet langer als taboe geldt. Een omgekeerd negatief fenomeen als bij leningen doet zich voor bij spaarders: Spaarders ontvangen momenteel een rente die lager is dan de inflatie. Dit komt neer op onteigening zonder vergoeding. Het totale spaarbedrag van de Nederlandse huishoudens bedraagt ca 330 miljard euro en het totale schuldbedrag voor hypotheken ca 670 miljard euro. Indien de nieuw op te richten spaar- en hypotheekbank een (groot) gedeelte van dit spaarbedrag door betere voorwaarden kan aantrekken om vervolgens tegen een geringe opslag uit te lenen voor nieuwe hypotheken, dan kan zowel het probleem van de te lage rentevergoeding voor spaarders als het probleem van de kredietcrisis bij de hypotheekverstrekking opgelost worden. De banken leenden voor de kredietcrisis te veel en te gemakkelijk uit voor hypotheken; nu te weinig en te restrictief. Dit draagt niet alleen bij tot stagnatie op de woningmarkt maar is deels ook oorzaak van de dalende prijzen. Dit op zijn beurt remt de consumptieve bestedingen van de huiseigenaren die vaak in een negatieve vermogenspositie zijn geraakt. Naar schatting hebben reeds een miljoen huishoudens een hypotheek die de waarde van het verhypothekeerde huis (verre) overtreft! 15
Programma Vooruitgangspartij
Bovendien dreigt door de lage rente op spaartegoeden weer een nieuwe 'bubbel' in de economie te ontstaan, namelijk een overgewaardeerde aandelenmarkt. Indien deze nieuwe 'bubbel', die door de goedkope geldpolitiek van de centrale banken wordt gecreëerd, barst dan is het hek wederom van de dam. De VOORUITGANGSPARTIJ stelt voor dat alle grote banken en verzekeringsmaatschappijen voortaan in staatsbezit komen, zoals nu al het geval is met de ABN AmroBank en de SNSReaalbank. Dit stelt bij afdoende overheidstoezicht het betalingsverkeer en de banktegoeden veilig en sluit een toekomstige bankencrisis in ons land voortaan uit. Deze zogenaamde systeembanken dienen zich dan wel te onthouden van investment banking, deelname aan hedgefunds en andere speculatieve activiteiten. Dit zou eenvoudig kunnen gebeuren door het onderbrengen van investment banking en soortgelijke activiteiten in een aparte zakenbank, die dan geen staatsgarantie krijgt. Indien alle grote banken in staatseigendom komen, dan kan op gunstigere voorwaarden geleend worden aan bedrijven en aan particulieren, daar het eigen vermogen van de banken dan niet op kosten van de klanten van de bank aangevuld behoeft te worden, maar eenvoudig vervangen kan worden door een staatsgarantie voor alle schulden van deze banken. Zodoende kan tevens de kredietcrisis (goeddeels) opgelost worden: de banken lenen immers op dit moment minder uit en tegen slechtere voorwaarden dan noodzakelijk is voor het herstel van de economie. Ook de grote bedrijven in de infrastructuur en de energiesector dienen om een coherente toekomstgerichte politiek te kunnen voeren voortaan in staatsbezit te komen. Hetzelfde kan voor de grote verzekeringsbedrijven gelden. De staat zal bovendien op die wijze extra inkomsten verwerven waardoor de belasting in de toekomst nog meer verlaagd kan worden. Gerichte investeringen in de woningbouw hebben een zeer gunstig stimuleringseffect op de economie. De ervaring leert dat de bouw één van de trekkers van de economie bij uitstek is. Hiertoe stellen wij een grootschalig nieuwbouw en renovatieprogramma van 400 000 woningen met permanente verlaging van de BTW voor de bouw en vernieuwbouw naar 6% voor. Hetzelfde als voor de bouw kan gelden voor gerichte investeringen kansrijke bedrijven in de industrie en de midden- en kleinbedrijven en in de alternatieve energiesector. Met de groei van deze bedrijven zal onze economie en de werkgelegenheid meegroeien. Ons land heeft een groot potentieel aan goed opgeleide (jonge) mensen. Voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën met name in de energiesector zijn dergelijke mensen broodnodig en we dienen dan ook in deze nieuwe technologieën en andere innovaties op industrieel vlak te investeren. Tenslotte dient een daadwerkelijk vrij verkeer van (goed gekwalificeerde en normaal betaalde) werknemers binnen de EU gerealiseerd te worden vooraleer men werknemers van buiten de EU aantrekt. Zo wordt geschat dat Duitsland door de demografische ontwikkeling een vijfde van zijn bevolking zal verliezen tegen 2060. Om het effect van deze bevolkingsvermindering op te vangen voor de economische activiteit, schat men dat Duitsland op korte – middellange termijn (2020) meer dan 1,5 miljoen goed opgeleide buitenlandse werknemers nodig zal hebben. Deze nieuwe werknemers moeten om voor de hand liggende redenen bij voorkeur uit andere EU landen komen (zoals ons land), zoals het EU verdrag overigens voorschrijft. Het zou natuurlijk absurd zijn indien in Duitsland goed betaalde jobs niet gevuld zouden worden of door werknemers uit derde landen, terwijl in andere EU landen (zoals ons land) de werkloosheid, ook onder goed opgeleiden, veel te 16
Programma Vooruitgangspartij
hoog is. Ook op EU niveau dient een ambitieus investeringsprogramma gerealiseerd te worden met name om de economie van de probleem landen in de EU weer vlot te trekken. De instrumenten zoals de Europese investeringsbank en het geld zijn aanwezig; alleen de politieke wil ontbreekt kennelijk! Onbeperkte mondialisering leidt tot banenverlies door verplaatsing van de productie naar landen buiten de EU zonder dat daar enige compensatie tegenover staat. Deze blinde mondialisering politiek dient vervangen te worden door een meer selectieve fair-trade policy, die zowel in het belang van de betrokken derde landen als van ons land is. Ongerichte ontwikkelingshulp dient zo veel mogelijk te worden vervangen door een passende fairtrade policy die deze doelstelling recht doet of door gerichte projecthulp. We dienen hulp aan zelfhulp te verstrekken en niet structureel ongezonde situaties mee te financieren of corruptie in de hand te werken. Ook op subsidies kan sterk bespaard worden. Een subsidie dient een uitzonderlijke maatregel te zijn die door een bijzonder groot maatschappelijk nut gerechtvaardigd wordt. Vele subsidies, die misschien ooit aan dit criterium voldeden, doen dit allang niet meer.
Punt 6 Een eerlijke lastenverdeling door een eerlijke verdeling van de belastingdruk over alle inkomens en winsten is broodnodig voor de sociale rechtvaardigheid en het zeker stellen van de financiering van de staat op lange termijn. Op dit moment worden inkomens uit arbeid immers overmatig belast in verhouding tot andere inkomens. Deze maatregelen leveren alleen maar geld op. Het belastingrecht dient hervormd te worden zodat het ontwijken van belasting over hier te lande verdiend geld onmogelijk wordt. Het gebruik van belastingparadijzen, dient onmogelijk gemaakt te worden. Belasting ontwijking door belastingtrucs kan voorts geneutraliseerd worden door de hier te lande behaalde winst van de desbetreffende bedrijven met een bronbelasting te belasten. Zodoende kan men zowel de belastingheffing in eigen land als de eerlijke concurrentie verhoudingen ten opzichte van concurrenten, die wel normaal belasting betalen, veilig stellen. Hetzelfde moet gelden voor het elimineren van zwart werk. Als een effectieve maatregel tegen zwartwerk kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een algemeen laag BTW tarief voor diensten aan particulieren. Zwart geld wordt voor een groot deel gecreëerd door betalingen in het zwart door particulieren aan bedrijven teneinde de rekening te verlagen. Door de BTW op diensten aan particulieren aanzienlijk te verlagen kunnen we 2 vliegen in 1 klap slaan. De vermeerderde belastingopbrengst zal in dit geval een veelvoud bedragen van de nu verloren belasting bij voortzetting van het huidige systeem. Voorts dient een einde gemaakt te worden aan de onzalige belastingconcurrentie tussen de EU lidstaten, waarbij deze tegen elkaar opbieden met de laagste belasting voor bedrijven en daarmee bijdragen aan de budgettaire problemen in andere EU landen. Bedrijfswinsten dienen op gelijkwaardige wijze te worden belast als inkomens uit arbeid. 17
Programma Vooruitgangspartij
Tenslotte dient het belastingrecht sterk vereenvoudigd te worden, waardoor de belastingheffing efficiënter en dus goedkoper wordt.
Punt 7 We moeten allereerst de export van ons aardgas stop zetten. De ons resterende aardgasvoorraad dient voortaan uitsluitend voor binnenlands verbruik (energieopwekking, mobiliteit en verwarming) te worden ingezet. Zodoende kunnen we de dure olie en de sterk vervuilende kolen vervangen door aardgas. Het gebruik van kolen voor elektriciteits opwekking dient beëindigd te worden. We moeten immers om dwingende redenen de milieuvervuiling verminderen, maar uiteraard niet vermeerderen! De aardgas exportpolitiek van de vorige regeringen heeft ons land maar weinig opgeleverd: het aardgas werd vaak te goedkoop verkocht en in plaats daarvan werd dure olie geïmporteerd. Dit is het paard achter de wagen spannen! De staat dient voortaan de resterende aardgasvoorraad te exploiteren en dit zowel voor energieopwekking, voor de mobiliteit als voor de verwarming. Vooral het massaal gebruik van aardgas voor mobiliteit ( aardgas auto's) zal de staat veel grotere baten opleveren dan voortzetting van de huidige export politiek. De zogenaamde aardgasbaten (de 12 miljard euro die de huidige export politiek opleveren) zullen in dit geval met 50% of meer stijgen, hetgeen minimaal 6 miljard euro meer inhoudt voor het staatsbudget. Schade veroorzaakt door aardgaswinning dient voortaan vergoed te worden. Naast het gebruik van aardgas, dient het gebruik van 'groene energie' uit hernieuwbare energiebronnen zoals zon, wind, en waterenergie te worden gestimuleerd. Momenteel is slechts 4% van alle energie die in ons land wordt verbruikt duurzaam en milieuvriendelijk. We moeten er voor zorgen dat dit percentage binnen 10 jaar stijgt naar 50% of meer ! In Duitsland wordt reeds een veelvoud (in verhouding tot ons land) van alle energie duurzaam geproduceerd en de nieuwe energietechnologieën hebben vele duizenden nieuwe (toekomst) jobs opgeleverd ! Het is thans technisch mogelijk gas (schaliegas) te winnen uit diep in de aarde gelegen steenlagen. Echter de methodes die daarbij gebruikt worden leiden vaak tot vervuiling van het grondwater en daarmee het drinkwater en veroorzaken grondverzakkingen en aardbevingen. Zolang er geen betere en milieuvriendelijke methodes zijn om schaliegas te winnen, is deze wijze van gaswinning onaanvaardbaar in dichtbevolkte gebieden. Een moderne mobiliteitspolitiek moet gericht zijn op een drastische vermindering van de milieuvervuiling door het massaal gebruik van 'schone' auto's op aardgas en op elektra. Het is technisch zonder meer mogelijk om benzine auto's te laten rijden op aardgas, waarbij de vervuiling nagenoeg nul is en dit zonder noemenswaardig verlies aan prestaties en zonder (overdreven) meer verbruik. Om het rijden op aardgas financieel aantrekkelijk te maken dient de belasting op deze auto's te worden verlaagd om de meerprijs ten opzichte van gewone benzineauto's te neutraliseren. Voor bestaande benzine auto's dient een ombouw subsidie te worden verstrekt. Verder dient het gebruik van elektrische auto's op gelijkaardige wijze te worden 18
Programma Vooruitgangspartij
gestimuleerd. Voor vrachtwagens dient vervolgens een belasting op het daadwerkelijk gebruik van de snelwegen te worden ingevoerd naar Duits model (maut). Zodoende is er een direct verband tussen gebruik en wegenaanleg en onderhoud. Verder dienen de snelwegen minimaal 6-baans te zijn en dient op nog bestaande 4-baans snelwegen een absoluut inhaal verbod voor vrachtwagens en autobussen te gelden. In die omstandigheden kan een uniforme snelheidsbeperking van 130 kilometer behalve rond de steden (100 km/u) toegepast worden, zoals in Frankrijk en Duitsland.
Punt 8 Een strenger strafrecht en meer veiligheid. . De meerderheid van de bevolking staat hier achter. Het behoeft geen lang betoog dat -indien deze maatregel zoals verhoopt resulteert in minder misdaad- dit grote maatschappelijke kosten en veel menselijk leed zal uitsparen. Hoe dan ook zal een strenger strafrecht meer recht doen aan de slachtoffers van de misdaad en om die reden alleen al is de toepassing van een strenger strafrecht volledig gerechtvaardigd. Minimum effectieve gevangenisstraffen bij ernstige misdrijven die de rechter niet kan afzwakken, zijn een probaat middel. Voorts dienen ter bescherming van de maatschappij gevaarlijke en gewoonte misdadigers door opsluiting zonder TBS langdurig uit de maatschappij te worden verwijderd. Voortaan dient de minister van justitie als politiek verantwoordelijke en niet het openbaar ministerie het vervolgingsbeleid te bepalen. Het openbaar ministerie dient voortaan ondergeschikt te zijn aan de minister en niet langer als een deel van de onafhankelijke rechterlijke macht te gelden. Verder dient het recht op zelfverdediging bij misdadige overvallen en dergelijke te worden gewaarborgd. De politie dient zich tenslotte prioritair bezig te houden met misdaadbestrijding en de veiligheid op straat.
Punt 9 De meerderheid van de bevolking staat achter maatregelen ter beperking van de immigratie. Bovendien hebben we geen kansloze laaggeschoolde economische immigranten nodig in tijden van economische crisis met hoge werkloosheid en toenemende druk op de sociale voorzieningen. Illegale vreemdelingen zonder inkomsten worden gemarginaliseerd in de samenleving en dreigen dan tot asociaal gedrag of erger te vervallen. Een uitzondering dient te worden gemaakt in individuele gevallen, voor zover de universele mensenrechten dit rechtvaardigen. Hoe dan ook gaat het hier om uitzonderingen en niet om de regel, zoals nu kennelijk de praktijk is. Een verdere uitzondering dient te worden gemaakt voor EU burgers met een eigen zaak of die een 19
Programma Vooruitgangspartij
normaal betaalde baan hier te lande zoeken, waarvoor zij over de nodige kwalificaties beschikken. Tenslotte dient onder voorwaarden een uitzondering gemaakt te worden voor EU-studenten en EUgepensioneerden. Deze maatregelen ter beperking van de immigratie kosten niet alleen weinig of niets maar leveren juist geld op.
Punt 10 De regeringsleider en de burgemeesters dienen rechtstreeks gekozen te worden en politiek afgerekend te worden op hun gebrek aan succes, indien zij falen. Als hoofd van de regering vormt de minister president voortaan de regering en benoemt hij/zij de vakministers en is verantwoordelijk voor het gehele regeringsbeleid. Ambtenaren worden benoemd en bevorderd op grond van bekwaamheid en prestaties en niet op grond van godsdienst, partij-lidmaatschap, afkomst, ras, sekse, seksuele voorkeur of andere irrelevante criteria. Godsdiensttwisten zijn oorzaak geweest van vele heilloze conflicten in het verleden. In de moslim wereld is dit nog steeds het geval, denk maar aan de voortdurende bloedige conflicten tussen Soennieten en Sjiieten in Irak, Syrië en Pakistan. Wij dienen dan ook een strikte scheiding tussen kerk en staat door te voeren. Godsdienst is een privé aangelegenheid en de staat dient zich daar buiten te houden. Dit houdt in dat de staat de vreedzame beleving van een godsdienst niets in de weg mag leggen, maar houdt ook in dat de staat geen enkele godsdienst mag bevorderen door subsidies of andere gunstmaatregelen. Tenslotte kunnen wij niet dulden dat bepaalde godsdienstige strekkingen een apart rechtsstelsel opeisen, zoals de Islamieten, waarbij hun onder andere veelwijverij zou zijn toegestaan. Dit is tegen een van de grondregels van onze maatschappij waarbij al sinds mensheugenis één man slechts één vrouw mag hebben en vice versa.
***
Hiermee biedt de VOORUITGANGSPARTIJ een coherent toekomstgericht alternatief voor de visieloze politiek van de huidige regering. Ook de PVV en de SP, die vooral aan symptoombestrijding doen, bieden de kiezers geen dergelijk geloofwaardig alternatief. De realisatie van deze 10 kernpunten is mogelijk zonder ons staatsbudget verder te belasten. Integendeel, wij stellen een aantal maatregelen voor die nieuwe inkomsten voor de staat zullen opleveren welke de extra uitgaven zullen evenaren. Allereerst stellen wij voor te snijden in het spek van de staat door het schrappen van alle nutteloze staatsuitgaven en het afschaffen of inkrimpen van alle goeddeels of totaal overbodige overheidsdiensten of bestuurslagen. De mogelijke besparingen zijn hier legio en kunnen doorgevoerd worden zonder de economie sterk te belasten, zoals juist wel het geval is bij de zogenaamde 'bezuinigingen' van de regering Rutte. Hier kan minimaal 5% van het totaal aan staatsuitgaven bespaard worden. 20
Programma Vooruitgangspartij
De belastingdruk treft onevenredig de werkende bevolking en laat de grote bedrijfswinsten van met name multinationals grotendeels buiten schot. Door belastingtrucs en het gebruik van belastingparadijzen af te schaffen, is het mogelijk zeker te stellen dat belasting wordt betaald over iedere euro die hier te lande wordt verdiend. Ook wat betreft belastingontduiking en zwartwerk kan een vergelijkbaar resultaat worden bereikt. Indien de staat de ambtenarenpensioenen rechtstreeks uit het jaarlijkse staatsbudget betaalt en daarvoor een 100% pensioensgarantie aan de ambtenaren geeft, is het niet meer dan normaal dat de staat daartegenover het (niet langer voor de ambtenarenpensioenen benodigde) vermogen van het ABP overneemt. Hiermee kan de staat 50% van de staatsschuld aflossen en daardoor 5 miljard euro per jaar aan rente uitsparen. Er blijven dan nog ca 60 miljard euro over voor andere maatregelen zoals de noodzakelijke maatregelen ter stimulering van de economie. Het massaal gebruik van aardgas voor mobiliteit (aardgasauto's) zal de staat minimaal 2 miljard euro aan extra inkomsten opleveren. Een ecotax op vrachtwagens (maut) zal rekening houdend met de ervaring in Duitsland de staat naar verwachting op termijn ca 1 miljard euro aan extra inkomsten opleveren.
Resumé nieuwe inkomsten / minder uitgaven voor de staat:
schrappen van nutteloze uitgaven en afschaffen van overbodige overheidsdiensten / bestuurslagen : minimaal 5% van de staatsuitgaven = 5% x 260 miljard euro =
13 miljard euro
meer directe belasting door eerlijke lastenverdeling en door tegengaan belastingontwijking en belastingparadijzen: minimaal 5% – 10% meer:
5 miljard euro
rente uitgespaard door halvering van de staatsschuld:
5 miljard euro
extra inkomsten door gebruik van aardgas voor mobiliteit:
2 miljard euro
ecotax / maut op vrachtwagens:
1 miljard euro + _____________ 26 miljard euro
Met deze nieuwe inkomsten kunnen wij een programma ter stimulering van de economie financieren van meer dan 4% van het bbp, hetgeen voldoende moet zijn om de economie uit het slop te halen en de werkgelegenheid weer te verbeteren. Hierbij is nog geen rekening gehouden met het feit dat stimuleringsmaatregelen van de economie tenminste gedeeltelijk zelf financierend zijn.
21
Programma Vooruitgangspartij
De forse koopkracht verhoging die wij voorstellen zal, rekening houdend met deeltijdarbeid, maximaal ca 12 miljard euro kosten bij een beroepsbevolking van ca 9 miljoen man inclusief zelfstandigen en onvrijwillig werklozen. De investeringen ter stimulering van de economie moeten om effect te hebben minimaal een omvang hebben van ca 2% van het bbp ofwel ca 14 miljard euro per jaar. Wij stellen voor 11 miljard euro in infrastructuur te investeren (ca 8 miljard euro voor woningbouw bij een 10-jarig programma van in totaal 400 000 woningen en 3 miljard voor alternatieve energie) en de overige 3 miljard euro te besteden aan toekomstgerichte investeringen in de industrie en het midden- en kleinbedrijf. Door te investeren in kansrijke bedrijven in de industrie en het midden- en kleinbedrijf zullen deze bedrijven groeien en met deze groei zullen de werkgelegenheid en de belastingontvangsten meegroeien. Door te investeren in alternatieve energie (zon, wind, bio en waterenergie) kunnen we niet alleen het milieu dienen maar ook de werkgelegenheid, zoals de ervaring in Duitsland leert. Door de koopkracht van de bevolking substantieel te verhogen worden ook de uitgaven van de bevolking en dus de inkomsten van de bedrijven weer verhoogd. Dit stimuleert de economie, vermindert de werkloosheid en verhoogt de belastingontvangsten van de staat. Er ontstaat zodoende een opwaartse spiraal in de economie. Meer investeringen en meer koopkracht betekenen meer bedrijvigheid, meer bedrijfsinkomsten en minder werklozen; de staat ontvangt dan meer belasting en betaalt minder werklozengeld en kan de belasting weer verlagen waardoor de koopkracht van de bevolking weer toeneemt. Hier gebeurt dus precies het omgekeerde in positieve zin van wat op dit moment gebeurt in negatieve zin.
*** Als nieuwe politieke partij hebben wij geen ondersteuning uit welke bron dan ook. We hebben dan ook dringend behoefte aan leden en donateurs (zie over het hoe en wat onze website). Ook diegenen die nu al de aandacht willen vestigen op hun toekomstige kandidatuur voor een politieke functie bij onze partij, kunnen zich via onze website kenbaar maken. De regering Rutte loopt op wankele benen en zal vroeg of laat, zeer waarschijnlijk eerder vroeger dan later, aan zijn onderlinge verdeeldheid en gebrek aan succes ten ondergaan. Jullie kunnen nu eindelijk een doorslaggevende invloed uitoefenen op de gang van zaken in ons land en wel door voortaan op de VOORUITGANGSPARTIJ te stemmen. Een stem op onze partij is een stem op een partij die zijn verkiezingsbeloftes na zal komen. Wees er zeker van : op onze beloftes volgen onze daden en onze daden zijn in jullie belang! Wees dus geen dief van eigen portemonnee en stem op de VOORUITGANGSPARTIJ. Een stem op de andere partijen of niet gaan stemmen is een weggegooide stem en uiteindelijk een stem voor meer van dezelfde lastenverzwaringen als nu!
Arthur Brautigam voorzitter Vooruitgangs Partij ex afdelingshoofd economische en financiële zaken bij de Raad van de Europese Unie 22
Programma Vooruitgangspartij
Manuscript beëindigd: najaar 2013
kerncijfers onder meer: CBS, Ministerie van Financiën, De Nederlandse Bank, Pensioenfederatie.
disclaimer: Indien de werkelijke kerncijfers af zouden wijken van deze vrij toegankelijke bronnen dan kan daarvoor geen verantwoordelijkheid worden aanvaard.
23
Programma Vooruitgangspartij