Voortgangsrapportage 2012|Q3+Q4
Inhoud INLEIDING ............................................................................................................................................... 3 1_EMISSIE-INVENTARIS........................................................................................................................ 4 VOORTGANG: 2012 | Q3+Q4 .................................................................................................................. 4 Emissie-inventaris 2012 – Scope I en II ........................................................................................... 4 Scope III – Overige CO2-uitstoot ...................................................................................................... 8 2_4A1 KETENANALYSE 1: WOON-WERKVERKEER ....................................................................... 10 2012 | Q3+Q4 ..................................................................................................................................... 10 Reductie CO2-uitstoot .................................................................................................................... 10 3_4A1 KETENANALYSE 2: ABRI ZUID-HOLLAND MET LUXOR LED ............................................. 11 2012 | Q3 + Q4 ................................................................................................................................... 11 Gebruik van de abri ........................................................................................................................ 12 Reductiemogelijkheden .................................................................................................................. 13 4_4B1 REDUCTIEDOELSTELLINGEN ................................................................................................ 14 Scope I en II ................................................................................................................................... 14 MAATREGEL 1 - invoeren energieadvies ..................................................................................... 14 MAATREGEL 2 - bewustwording elektriciteitsverbruik .................................................................. 14 MAATREGEL 3 - opstellen wagenparkbeleid ................................................................................ 15 MAATREGEL 4 – beperking zakelijke vliegreizen ......................................................................... 16 Scope III ......................................................................................................................................... 16 MAATREGEL 5 - bewustwording type auto ................................................................................... 16 MAATREGEL 6 – opzetten initiatief in de keten van de abri ......................................................... 16 MAATREGEL 7 – inventariseren fiets- en carpoolbeleid ............................................................... 16 MAATREGEL 8 – opzetten initiatief in de keten energieleverancier en EPSiLON als afnemer .... 16 CONCLUSIE .......................................................................................................................................... 17 SCOPE I- EN II EMISSIES........................................................................................................................ 17 SCOPE III: KETENANALYSE 1: WOON-WERKVERKEER .............................................................................. 18 SCOPE III: KETENANALYSE 2: ABRI ZUID-HOLLAND MET LUXOR LED ....................................................... 18 BIJLAGEN ............................................................................................................................................. 19
2|Pagina
Voortgangsrapportage 2012|Q3+Q4 Inleiding In dit dossier zijn de voortgangsrapportages met betrekking tot de emissie-inventaris en de 2 ketenanalyses van EPSiLON opgenomen. In het originele portfolio is 2010 vastgelegd als basisjaar. EPSiLON heeft eind 2011 haar niveau 4-certificering behaald. Om het rapport zo volledig mogelijk te houden zijn waar mogelijk wel analyses gemaakt voor 2011, echter, voor dit jaar kunnen er nagenoeg geen uitspraken gedaan worden over oorzaken m.b.t. een stijging of daling van de uitstoot. Analyse hiervan is dan ook pas concreet vanaf 2012 | Q1+Q2 gedaan. Graag willen we hierbij wel benadrukken dat EPSiLON als bedrijf, zelfs voordat we kennis maakten met de CO2-prestatieladder, zowel bewust als onbewust veel aandacht had voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en dit waar mogelijk ook aan haar klanten trachtte over te brengen. De voortgangsrapportage is opgebouwd conform de volgorde van de hoofdstukken in het portfolio: § § § §
4A1 Emissie-inventaris; 4A1 Ketenanalyse 1: woon-werkverkeer; 4A1 Ketenanalyse 2: EPSiLON & OFN: Abri Zuid-Holland met Luxor LED; 4B1 Reductiedoelstellingen.
Tenzij anders beschreven, zijn de andere hoofdstukken uit ons portfolio nog steeds van kracht.
3|Pagina
1_Emissie-inventaris Voortgang: 2012 | Q3+Q4 Emissie-inventaris 2012 – Scope I en II In tabellen 1 en 2 vinden we het verbruik van de emissiebronnen voor 2012 | Q3+Q4 evenals de CO2uitstoot voor dezelfde referentieperiode. Verbruik
Eenheid
Hoeveelheid
Conversiefactor
Eenheid
m³ kg
12,656 0
1,825 1,775
g CO2/ltr g CO2/ltr
liter
1,696
1,530
g CO2/ltr
liter
638
3,135
g CO2/ltr
liter
26,980
3,135
g CO2/ltr
kWh
0
455
g CO2/kWh
kWh
92,546
15
g CO2/kWh
kWh
1,948
15
g CO2/kWh
kWh
2,923
300
g CO2/kWh
kWh
58,568
80
g CO2/kWh
km km km
4,592 3,328 0
270 200 135
g CO2/ltr g CO2/ltr g CO2/ltr
Scope I - Directe CO2-emissies Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen aan projecten
Scope II - Indirecte CO2-emissies Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen water Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen wind Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen biomassa Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km Tabel 1: Verbruik emissiebronnen 2012 | Q3+Q4
4|Pagina
KANTOOR
PRODUCTIE
10%
90%
91,498
29,664
Verbruik
kg CO2
kg CO2
kg CO2
Percentage
Scope I - Directe CO2-emissies
88,894
23,382
112,277
93%
2,310 0
20,787 nvt
23,097 0
19% 0%
nvt
2,595
2,595
2%
2,001
nvt
2,001
2%
84,584
nvt
84,584
70%
2,603
6,282
8,885
7%
nvt
nvt
0
0%
139
1,249
1,388
1%
3
26
29
0%
88
789
877
1%
469
4,217
4,685
4%
1,240 666 0
nvt nvt nvt
1,240 666 0
1% 1% 0%
Verhouding totale pand CO2-emissie
Scope I.1 - Aardgasverbruik huisvesting Scope I.2 a - Brandstofverbruik airco Scope I.2 a - Propaanverbruik Heftrucks en lasafdeling Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen overhead Scope I.2 b - Dieselverbruik zakelijk verkeer toe te rekenen aan projecten
Scope II - Indirecte CO2-emissies Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop grijs Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen water Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen wind Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik inkoop groen biomassa Scope II.1 - Elektriciteitsverbruik zonnepanelen Scope II.3 - Brandstofverbruik zakelijk verkeer vliegtuig < 700 km 700 - 2.500 km > 2.500 km Tabel 2: CO2-emissies EPSiLON 2012 | Q3+Q4
TOTAAL 121,162
Vergelijking met voorgaande jaren Allereerst zal er een vergelijk worden gemaakt tussen Q1+Q2 en Q3+Q4 van 2012. Vervolgens wordt er ook globaal over een heel kalenderjaar een korte vergelijking gemaakt met het voorgaande kalenderjaar, in dit geval 2011. Scope I In scope I valt op dat het aardgasverbruik voor huisvesting slechts 57% bedraagt van Q1+Q2. Periode 2012 | Q1+Q2 2012 | Q3+Q4
Verbruik (m³) 22,097 12,656
5|Pagina
Dit valt echter logisch te verklaren: § §
de koudste maanden van het jaar vallen in Q1+Q2, over deze periode wordt er vanzelfsprekend dan ook meer verwarmd dan later in het jaar; daarnaast is EPSiLON wegens bedrijfsverlof 3 weken in juli en 1 week in december gesloten, dit t.o.v. 1 week in januari in Q1+Q2. Tijdens deze periode is het verbruik dan ook minimaal.
Daarnaast wordt er bewuster omgegaan met het sluiten van de poorten, het regelen van de thermostaat etc. Voor toekomstige voortgangsrapportages verwachten we dat de verdeling tussen hoger en lager verbruik in de 2 meetperiodes altijd verdeeld zal zijn zoals hierboven beschreven, omwille van de verdeling koude/warme maanden evenals sluitingsperiodes van het bedrijf. Kijken we naar het totale verbruik over 2012, dan zien we dat dit nagenoeg gelijk ligt met 2011. Periode 2011 2012
Verbruik (m³) 34,983 34,753
Relatief bekeken kunnen we eigenlijk stellen dat het verbruik over 2012 lager ligt, vermits we dezelfde omzet hebben gehaald met meer verschillende kleinere projecten, waarvoor we dus meer opstartkosten van de machines hebben gehad. Dit is echter niet concreet meetbaar.
Verbruik aardgas 2012
36%
Q1+Q2 64%
Q3+Q4
Figuur 1: vergelijking verbruik aardgas 2012 over Q1+Q2 en Q3+Q4 Uit ervaring weten we dat het aantal projecten meestal verdeeld kan worden tussen 1/3 in de eerste e helft van een werkjaar en 2/3 in de 2 helft. Dit is ook nu weer het geval geweest. Ondanks dat we dus in Q3+Q4 meer projecten en de daarbij behorende verplaatsingen hebben gedaan, zien we een daling van ca. 15% in de CO2-uitstoot t.o.v. de vorige voortgangsrapportage. Naast ‘algemene’ factoren zoals sluiting tijdens onze vakantieperiodes, kan dit als volgt worden verklaard: § §
§
weliswaar 4 personen in het buitendienstteam t.o.v. 2 in het eerste half jaar, echter, voor de projecten die nu zijn opgestart zijn de werknemers nagenoeg elke dag met 2 personen in 1 wagen onderweg; bij verdere verplaatsingen proberen we ervoor te zorgen dat de mensen van de buitendienst, afhankelijk van de planning, een of meerdere dagen aldaar overnachten. Op die manier hoeft er niet telkens op en af gereden te worden wat naast meer uitstoot ook veel tijdsverlies inhoudt; daarnaast lijkt de informatieve sessie over het nieuwe rijden zijn vruchten af te werpen. Uit mondelinge communicatie blijkt ook dat het buitendienstteam hier zo goed mogelijk rekening mee probeert te houden.
6|Pagina
Scope II Daar waar het aandeel van scope II emissies eerst nog 23% van de totale emissie-inventaris bedroeg, is dit aandeel nu slechts 7% in verhouding tot 2012|Q1+Q2:
CO2-uitstoot 2012|Q3+Q4 7% Scope I directe emissies
93%
Scope II indirecte emissies
Figuur 2: verhouding emissies scope I en II over 2012|Q3+Q4 Dit komt voornamelijk omdat de herkomst van de groene stroom, waaraan veel lagere emissiefactoren verbonden zijn, is uitgediept. Hierbij hebben we overigens wel volgende opmerkingen of aandachtspunten: §
§
een CertiQ systeem zoals beschreven in het CO2-prestatieladder handboek versie 2.1. d.d. 18 juli 2012, is voorlopig niet gekend in België. Energieleverancier Eni (voorheen Nuon) heeft ons wel een globale verdeling van herkomst van de groene stroom laten weten (zie bijlage 1 ter informatie). De totale aangekochte energie is o.b.v. deze herkomst verrekend naar bijbehorende CO2-uitstoot; energie gewonnen uit biomassa vormt hier een uitzondering op, daar de leverancier geen conversiefactor kan aangeven. Er is dan ook geteld met de “worst case” conversiefactor van 300 conform het handboek. Herkomst energie Water Wind Biomassa
Aandeel in totaal 95% 2% 3% e
Verder is het aantal zakelijke verplaatsingen per vliegtuig in de 2 helft van 2012 afgenomen. Het beleid hieromtrent is niet gewijzigd: waar mogelijk worden verplaatsingen per vliegtuig vervangen door andere vervoersmiddelen of een combinatie van vliegtuig en een ander vervoersmiddel. Ook wordt er gekeken naar de keuze van het vliegveld om het aantal kilometers voorafgaan aan de reis, beperkt te houden. Dit alles rekening houdende met beschikbare reistijden en ticketprijzen. Afgelegde afstanden per vliegtuig werden berekend via de Great Circle Mapper (www.gcmap.com), gebaseerd op de IATA-codes van de vliegvelden.
7|Pagina
Totale uitstoot scope I en scope II – 2012 vs. 2011 De totale CO2-emissies zijn in 2012 met 16% afgenomen t.o.v. 2011. Rekening houdende met het feit dat onze omzet gelijk gebleven is maar dat we verhoudingsgewijs meerdere kleinere projecten hebben uitgevoerd om tot deze omzet te komen, is dit een knappe realisatie die tot stand is gekomen door waar mogelijk de diverse processen zo goed mogelijk te optimaliseren. Emissies Scope I Scope II Totaal
Uitstoot 2011 288,518 79,072 367,590
Uitstoot 2012 257,050 51,765 308,815
Scope III – Overige CO2-uitstoot Zakelijk treinverkeer e
In het 2 half jaar van 2012 is het zakelijke treinverkeer enkel verder gestegen. Niet alleen opteren we er in de mate van het mogelijke voor om vliegreizen te vervangen door treinreizen, maar daarnaast is in Q3+Q4 de opstart gemaakt voor plaatsingen van de lichtbakken met draagstructuren voor Infrabel op de stations doorheen heel België. Dit vereist locatiebezoeken aan alle stations in het dossier. Per locatiebezoek zijn er 2 personen van EPSiLON aanwezig (persoon verantwoordelijk voor de planning evenals een lid van het buitendienstteam dat de effectieve plaatsingen zal doen). Verplaatsingen naar de locaties worden eveneens per trein gedaan tenzij echt niet anders mogelijk omwille van afstand, reistijden of andere aanvaardbare redenen. Verplaatsingen naar het beginstation zitten verrekend in de zakelijke kilometers voor projecten. Daarnaast wordt er getracht om een 2-tal stations per dag te bezoeken. TREIN 2012 Q3 + Q4 Datum 7/10/2012
Bestemming Neerpelt-Antwerpen Berchem-Mechelen Nîmes-Brussel Genk-Brussel Brussel-Parijs
aantal medewerkers
km enkele reis
km totaal
conversiefactor
kg CO2
2
181
362
0.065
24
1,800 412 1,254
0.060 0.055 0.060
108 23 75
2,508
0.060
150
1,484
0.060
89
420 8,240
0.065
27 496
9/17/2012 2 900 9/24/2012 2 103 10/1/2012 2 314 10/18Brussel-Parijs 4 314 19/2012 10/22Brussel-Londen 2 371 23/2012 11/6/2012 Hasselt-Halle-Jette 2 210 TOTAAL 2,392 Tabel 3: totale CO2-uitstoot scope III - zakelijk treinverkeer 2012|Q3+Q4
Voor de afgelegde kilometers per spoor werd er aanvankelijk gebruik gemaakt van de websites www.routenet.be en/of Google Maps. We hebben echter contact opgenomen met diverse instanties om te weten te komen wat de effectief afgelegde kilometers per spoor inhouden.
8|Pagina
Hierbij is volgende achterhaald: § § § §
Eurostar: de afgelegde afstand tussen stations Brussel Zuid en Londen St. Pancras International is 371 km enkele reis, waar eerst geteld werd met 420 km enkele reis; Thalys: de afgelegde afstand tussen stations Brussel Zuid en Paris Nord is 313,50 km enkele reis, waar eerst geteld werd met 300 km enkele reis; voor reizen binnen België werden ook de preciezere kilometers achterhaald via de helpdesk van de NMBS (Belgische spoorwegen); voor reizen in Frankrijk (andere bestemmingen dan Paris Nord) zijn de juiste data (nog?) niet gekend en wordt er gerekend via bovenvermelde website.
Zie bijlagen 2, 3 en 4 voor de communicatie met de instanties. Het zakelijke treinverkeer is in 2012 flink toegenomen t.o.v. de voorgaande jaren. Van een oorspronkelijke uitstoot van 260 kg CO2 of 4.330 km in referentiejaar 2010 zijn de verplaatsingen per spoor toegenomen tot 13.980 km in 2012, goed voor een totale CO2-uitstoot van 841 kg. Zoals hierboven reeds aangegeven heeft dit te maken met een bewustere keuze voor dit vervoersmiddel t.o.v. zakelijk vliegverkeer. Papierverbruik Begin januari is er reeds mondeling aan de collega’s meegedeeld dat printen in de eerste plaats zoveel mogelijk moet worden vermeden. Indien het toch noodzakelijk is, dan moet er zoveel mogelijk dubbelzijdig en zwart-wit geprint worden en al dan niet enkel geselecteerde stukken van de tekst. Eerst willen we nog een duidelijker totaaloverzicht krijgen op het papierverbruik van alle printers. Vermits dit even tijd nodig heeft plannen we vanaf Q1+Q2 van 2013 een nieuwe, geschreven communicatie hieromtrent. Woon-werkverkeer Het woon-werkverkeer is gedetailleerd bekeken in de ketenanalyse. De voortgang van deze ketenanalyse is opgenomen in hoofdstuk 2 van deze voortgangsrapportage, vanaf pag. 10. Afval Het scheiden van afval is in 2012 op dezelfde manier behandeld als in referentiejaar 2010 en in 2011. Hier valt verder dan ook niets nieuws over te vertellen. Diversen Voor informatie m.b.t. de voortgang van deze ketenanalyse verwijzen we u naar hoofdstuk 3 van deze rapportage (pag. 12 en verder).
9|Pagina
2_4A1 Ketenanalyse 1: woon-werkverkeer 2012 | Q3+Q4 In Q3+Q4 werkten er bij EPSiLON 53 werknemers. Het aantal personen dat de afgelegde kilometers woon-werkverkeer vertegenwoordigd, bestaat uit 48 personen: § § §
directie (2 personen) + 1 commerciële medewerker over een bedrijfswagen, de uitstoot hiervan is opgenomen in scope I van de emissie-inventaris voor deze periode; 1 werknemer carpoolt; 1 werknemer komt dagelijks met de fiets.
Dit leidt tot 119.995 afgelegde kilometers woon-werkverkeer, goed voor een totale CO2-uitstoot van 18.359 kg. Daarnaast komen 3 werknemers sporadisch met de fiets naar het werk. Deze afstand, 4.580 km, is niet verrekend in het woon-werkverkeer. Zouden zij deze afstand per auto hebben afgelegd, dan zou de CO2-uitstoot met 915,25 kg of 4,75% toenemen. Het totale aantal afgelegde kilometers over 2012 is lichtjes gestegen t.o.v. 2011, echter, de totale uitstoot is met 2,5% gedaald. Dit valt voornamelijk te verklaren door wijzigingen in het personeelsbestand (afstand thuis tot werk voor eventuele nieuwe werknemers), aankoop van een nieuwe, zuinigere auto etc. Woon-werkverkeer 2011 2012
Km 263,389 279,253
Uitstoot 43,745 42,648
Reductie CO2-uitstoot De reductiedoelstelling om de CO2-uitstoot binnen deze keten tegen eind 2014 met 2% terug te dringen, is bereikt. We moeten echter benadrukken dat EPSiLON slechts een informerende en motiverende rol heeft in de keten van het woon-werkverkeer. Definitieve besluiten en daardoor ook indirect de gevolgen m.b.t. de uitstoot, zijn uiteindelijk afhankelijk van de werknemers en kunnen dus ook weer stijgen. Uiteraard blijven we trachten om hier toch een (al dan niet onbewuste) rol in te spelen. Initiatieven In de vorige voortgangsrapportage werd aangegeven dat er in Q4 van 2012 een communicatie naar de werknemers zou worden opgezet met de bedoeling hen te stimuleren om vaker met de fiets naar het werk te komen. We hebben er echter voor gekozen om dit uit te stellen naar de eerste helft van 2013. Dit om de vrij logische reden van timing: Q4 van 2012 is de donkerste periode van het jaar met voornamelijk slecht weer. Vermits EPSiLON, zoals reeds eerder aangegeven, slechts een motiverende en informerende rol kan spelen, lijkt het ons waarschijnlijker dat werknemers eerder overwegen om met de fiets naar het werk te komen bij “beter” weer dan in de donkerste periode van het jaar. Om toch vol te houden aan de bewustwording en interne communicatie, hebben we er als alternatief voor gekozen om een informatiefiche met rijstijltips te verspreiden: alle werknemers hebben deze bij hun loonbrief van december 2012 ontvangen. Deze fiche/nieuwsbrief is terug te vinden in bijlage 5.
10 | P a g i n a
3_4A1 Ketenanalyse 2: Abri Zuid-Holland met Luxor LED 2012 | Q3 + Q4 Zoals in de voortgangsrapportage van de eerste helft van dit jaar werd aangegeven, zijn zowel EPSiLON als OFN, partners in deze ketenanalyse, op zoek gegaan naar manieren om de uitstoot van deze abri te minimaliseren. Bij deze nog eens een overzicht van de informatie die verkregen is via de leveranciers van de grondstoffen en/of halffabricaten van de schuilhuisjes. Staal De staalleverancier is in het bezit van een ISO 14001 certificering. Daarnaast is zij ambassadeur in de roetfiltercampagne van het VROM waarbij andere bedrijven worden opgeroepen om ook voor roetfilters te kiezen voor hun dieselvoertuigen. Ook het volledige vrachtwagenpark is enkele jaren geleden vernieuwd en chauffeurs worden opgeleid om brandstof besparend te rijden. Poedercoating De leverancier van de poedercoating heeft redelijk wat inspanningen gedaan om haar productieprocessen en energieverbruik zo milieuvriendelijk mogelijk te beheersen en dus ook de CO2uitstoot zo beperkt mogelijk te houden. Een overzicht: § §
verlichting: toevoegen van bewegingsmelders; beperking van afval: o stockage van materialen in herbruikbare containers; o gebruik van duurzame ruilpaletten en recycleerbare inpakmaterialen; o gebruik van sorteercontainers voor scheiding van plastic en karton;
§
energie o investering in zonnepanelen; o aankoop van frequentiegestuurde compressor waardoor er minder energieverbruik is; o restwarmte wordt verzameld en ingezet voor de opwarming van de voorbehandelingsbaden; o de ovenbrander van de nieuwe laklijn werkt op aardgas i.p.v. stookolie; o aanwerving van onderhoudstechnieker voor onderhoud van de installaties, opsporen van fouten etc. om energieverspilling tot een minimum te beperken; waterverbruik: aluminium wordt voorbehandeld met een 4-cascade spoelingssysteem, wat minder water verbruikt dan de voorgaande systemen.
§
Beton Nog geen concrete informatie kunnen verkrijgen.
11 | P a g i n a
Gebruik van de abri De CO2-uitstoot met betrekking tot het gebruik van de abri ligt volgens de rapportage op 2.272 kg. Hierbij is echter uitgegaan van een gebruiksduur van 10 jaar, 365 dagen per jaar en 24 uur per dag. In praktijk zijn deze waarden niet realistisch. Daarnaast is er geteld met een conversiefactor voor inkoop van grijze stroom, waar er mogelijk door de provincie/klant een ander type stroombron wordt ingezet. Om hier meer duidelijkheid in te verkrijgen heeft OFN contact opgenomen met de opdrachtgever voor een afspraak. Deze heeft plaatsgevonden in Den Haag op donderdag 13 december 2012. Uit het gesprek is gebleken dat er moet worden uitgegaan van “slechts” 4.200 branduren per jaar t.o.v. de berekende 8.760 branduren (24u per dag, 365 dagen per jaar) vermits de abri’s zijn aangesloten op de straatverlichting. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van groene stroom, niet van grijze. De provincie Zuid-Holland heeft echter nog niet kunnen verduidelijken welk type groene stroom er precies gebruikt wordt. Voor de berekeningen is hier dan ook nog steeds uitgegaan van het “worst case” scenario van grijze stroom met de bijbehorende conversiefactor conform het prestatieladder handboek versie 2.1. Naar verwachting kan dit in 2013 verder worden gedetailleerd met de juiste informatie. In de onderstaande tabel een aangepast overzicht van de cijfers.
Onderdeel Grondstofwinning en productie halffabrikaat Aluminium Beton Glas Kunststof Rubber Staal Transport halffabrikaten (project Zuid Holland = 36 abri's) Bestelbus Vrachtwagen Afwerking halffabrikaten Transport (project Zuid Holland = 36 abri's) Energieverbruik Galvaniseren Stralen en metaliseren Poedercoating Anodiseren Projectactiviteiten (project Zuid Holland = 36 abri's) Auto 1 Auto 2 Transport klant (project Zuid Holland = 36 abri's) Bestelbus Vrachtwagen Gebruik grijze elektriciteit
Totaal kg CO2
Aantal
ConversieEenheid factor kg kg CO2 per CO2 eq CO2
%
888 99,84 0,54 181,06 8,03 0,71 97,29
kg m3 kg kg kg kg
5.053
km
3.531 1.522
km km
3,7 155 0,21 1,9 2,6 3,9
369 84 38 15 2 379
42% 18% 4% 2% 1% 0% 18%
34 0,215 0,295
21 12
2% 1% 1%
41
2%
836
km
0,295
7
0%
5 14,33 14,17 26,75 7
h kg kg m2 m2
0,08 0 0 4,6 0
1 0 0 27 7
0% 0% 0% 1% 0%
2.120
km
1.467 653
km km
4.821
km
84 4.738 2.394
km km kW/h
12 0,236 0,146
10 3
1% 0% 0%
39 0,237 0,295 0,455
%
1 39
2% 0% 2%
1.089
52%
2.103
100%
Tabel 4: CO2-uitstoot abri ZH
12 | P a g i n a
In de oorspronkelijke rapportage van referentiejaar 2010 kwam de uitstoot van de abri neer op 3.286 kg, echter, door deze nieuwe informatie te verwerken komen we op een correctere uitstoot van 2.103 kg CO2-uitstoot. Dit heeft eveneens invloed op de verdeling van de CO2-uitstoot over de verschillende onderdelen van de abri (grondstofwinning, afwerking, transport, etc.): het gebruik vormt niet langer 68% maar nog maar 52% van de totale uitstoot.
Verhouding CO2-uitstoot abri Grondstofwinning en productie halffabrikaat Transport halffabrikaten 42%
Afwerking halffabrikaten Projectactiviteiten
52%
Transport klant
2%
0%
2%
Gebruik
2%
Figuur 3: verdeling CO2-uitstoot activiteiten per abri Reductiemogelijkheden In gesprek met de provincie, EPSiLON en OFN zijn er een aantal actiepunten naar voren gekomen die het onderzoeken waard zijn om een eventuele verdere reductie in de keten te bewerkstelligen: § § §
leveren van bouwpakketten die OFN ter plaatste opbouwt. Dit scheelt veel ruimte in transport; de abri’s zijn momenteel zilver geanodiseerd. Het is ons momenteel onbekend of er een verschil is in CO2-uitstoot tussen de oppervlaktebehandelingen anodiseren en poedercoaten; aanbrengen van een regelaar voor vermindering van de brandtijd van de verlichting.
Het uitvoeren van dit type abri met een zonnepaneel zoals voor de abri’s van De Lijn, is momenteel nog niet mogelijk omwille van de reclamevitrine die in de abri zit.
13 | P a g i n a
4_4B1 Reductiedoelstellingen Aan de hand van de reductiedoelstellingen in scope I, II en III zijn er in het portfolio van referentiejaar 2010 een aantal maatregelen vastgelegd. Achteraf bekeken blijken een deel van deze reductiemaatregelen in diverse opzichten onrealistisch te zijn geweest. Zo bestaan er wettelijke en culturele verschillen tussen Nederland en België waardoor het opzetten van een fiets- en carpoolbeleid al een moeilijke maatregel is om reductie in het woonwerkverkeer te bewerkstelligen. Niettegenstaande het feit dat we bewustwording onder het personeel als zeer belangrijk beschouwen, kunnen we weinig tot geen invloed uitoefenen op het eindresultaat een doelstelling als reductie van uitstoot in de ketenanalyse van het woon-werkverkeer. We kiezen er dan ook voor om bewust te focussen op meer realistische doelstellingen met hanteerbare maatregelen voor scope I en scope II. Scope III blijft een aandachtspunt voor bewustwording. Scope I en II MAATREGEL 1 - invoeren energieadvies WeThink heeft op diverse tijdstippen en dagen in week 15-2012 metingen gedaan om het huidige energieverbruik van EPSiLON te analyseren. Het rapport van deze analyse was bijgevoegd in bijlage 4 van de voortgangsrapportage over 2012 | Q1+Q2. De actiepunten die zijn voorgesteld in dit analyserapport vereisen verder onderzoek zodat we duidelijk kunnen aangeven met welke actiepunten we wel of niet verder willen gaan. Vermits er wat tijd nodig zal zijn om eventuele aanpassingen te implementeren en vervolgens zichtbare resultaten hieruit af te kunnen leiden, willen we hier voldoende tijd voor nemen. § § §
verantwoordelijke: Frank Machiels; deadline: eind 2014; doelstelling CO2-reductie: minimaal 1% reductie op elektraverbruik tegen eind 2014.
MAATREGEL 2 - bewustwording elektriciteitsverbruik In de parochieraad wordt op regelmatige basis aangegeven om de werknemers zoveel mogelijk te informeren wat betreft energieverbruik. Dit betreft ‘kleine’ dingen zoals geen lichten of machines onnodig laten branden, deuren sluiten zodat er geen kou naar binnen en warmte naar buiten kan, etc. Door middel van de wissellijstjes in de hal wordt hier ook op gewezen. § § §
verantwoordelijke: Frank Machiels en Kirsten Veltmeijer; deadline: geen deadline, blijft constant aandachtspunt; doelstelling CO2-reductie: niet vast te stellen, gaat om bewustwording.
14 | P a g i n a
MAATREGEL 3 - opstellen wagenparkbeleid In Q2 is er reeds een inventarisatie van het wagenpark gedaan. Dit bleek nog relatief jong te zijn, 60% van de wagens is van 2009 of zelfs jonger. Gezien de wagens op 5 jaar tijd worden afgeschreven, zal het merendeel pas ten vroegste in 2014 vervangen worden. Verder zijn volgende acties ondernomen of ingepland: § § §
§
personenwagen 1 zal uiterlijk Q2 van 2013 worden vervangen door een wagen met minder uitstoot; personenwagen 2 was weliswaar nog niet oud, maar is per 1 november 2012 toch vervangen door een wagen met een lagere CO2-uitstoot: van 0,184 kg/km naar 0,179 kg/km; bedoeling is dat personenwagens 4 en 6 worden uiterlijk eind 2013 geschrapt of, afhankelijk van de projecten die op dat moment spelen, vervangen door een wagen met een lagere uitstoot; personenwagen 7 zal uiterlijk eind 2014 worden geschrapt en indien nodig worden vervangen door een nieuwe wagen met minder uitstoot.
Zoals reeds in de vorige voortgangsrapportage aangegeven zijn er bij de garage offertes opgevraagd om al eens te kijken naar milieuzuinigere alternatieven voor de bestelwagens, echter, gezien de snelle wijzigingen die er in de specificaties van de wagens gebeuren, heeft het momenteel weinig zin om op dit moment reeds te beslissen door welke wagens ze moeten worden vervangen. Wel wordt er een offerte uitgebracht voor een elektrische versie, wat mogelijk interessant kan zijn voor kleinere projecten. Enige “nadeel” aan deze wagen is de beperkte afstand die kan worden afgelegd (ca. 100 km, echter, met stekker overal oplaadbaar). Auto
Bouwjaar
CO2-uitstoot
Opmerkingen
Personenwagen 1
2004
0.231
Personenwagen 2
2009
0.184
Vervangen uiterlijk 2013 | Q2 Q4_2012 vervangen door wagen met minder uitstoot
Personenwagen 3
2010
0.155
Personenwagen 4
2006
0.224
Personenwagen 5
2001
0.142
Personenwagen 6
2000
0.172
Personenwagen 7
2005
0.155
Bestelwagen klein 1 2009 Bestelwagen klein 2 2009 Bestelwagen groot 1 2009 Bestelwagen groot 2 2009 Bestelwagen groot 3 2010 Bestelwagen groot 4 2010 Vrachtwagen 2003 Kraanwagen 2010 Tabel 5: inventaris wagenpark § § §
0.129 0.129 0.132 0.132 0.130 0.130 Onbekend Onbekend
Schrappen/vervangen uiterlijk eind 2013 Geschrapt per 1/3/2012 Schrappen/vervangen uiterlijk eind 2013 Schrappen/vervangen uiterlijk eind 2014
Onbekend – Euro 4 Onbekend – Euro 5
verantwoordelijke: Frank Machiels en Kirsten Veltmeijer; deadline: gesplitst – zie hierboven; doelstelling CO2-reductie: minimaal 10% reductie tegen eind 2013, bijkomend minimaal 5% reductie tegen eind 2014.
15 | P a g i n a
MAATREGEL 4 – beperking zakelijke vliegreizen De zakelijke vliegreizen worden waar mogelijk vervangen door een verplaatsing per trein of een combinatie van vliegtuig en trein. Ook wordt er gekeken naar de keuze van het vliegveld om het aantal kilometers voorafgaan aan de reis, beperkt te houden. Dit alles rekening houdende met beschikbare reistijden en ticketprijzen. Daarnaast zal er zeer kritisch gekeken worden hoeveel personen er effectief mee op verplaatsing moeten en eveneens of de verplaatsing waar nodig kan worden vervangen door een conference call. § § §
verantwoordelijke: Frank Machiels en Kirsten Veltmeijer; deadline: doorlopend; doelstelling CO2-reductie: minimaal 2% reductie tegen eind 2013, bijkomend minimaal 2% reductie tegen eind 2014.
Scope III MAATREGEL 5 - bewustwording type auto Meer informatie m.b.t. deze maatregel is terug te vinden in hoofdstuk 2 (Ketenanalyse woonwerkverkeer) vanaf pagina 10 van deze voortgangsrapportage. MAATREGEL 6 – opzetten initiatief in de keten van de abri Meer informatie m.b.t. deze maatregel is terug te vinden in hoofdstuk 3 (pag. 11: Ketenanalyse Abri Zuid-Holland met Luxor LED) van deze voortgangsrapportage. MAATREGEL 7 – inventariseren fiets- en carpoolbeleid Meer informatie m.b.t. deze maatregel is terug te vinden in hoofdstuk 2 (Ketenanalyse woonwerkverkeer) vanaf pagina 10 van deze voortgangsrapportage. MAATREGEL 8 – opzetten initiatief in de keten energieleverancier en EPSiLON als afnemer Ondanks dat we reeds behoorlijk veel uitstoot besparen door de zonnepaneleninstallatie, vinden we dat het verbruik van de aangekochte energie nogmaals kritisch mag worden bekeken. Energieleverancier Eni (voorheen Nuon) geeft op haar facturen aan dat zij klanten kunnen helpen om 100% CO2-neutraal te ondernemen middels de Eni Carbonscan: zie pag. 5 van bijlage 6. Meer informatie hierover is terug te vinden op hun website: http://retail.be.eni.com/ContentPage.aspx?id=3083. Graag gaan we in Q1+Q2 van 2013 een gesprek met hen aan om te kijken of zij ons nog op een waardevolle manier kunnen helpen in de reductie van onze CO2-uitstoot. § § §
verantwoordelijke: Frank Machiels en Kirsten Veltmeijer; deadline: 2013 | Q1+Q2 voor onderzoek naar mogelijkheden, 2014 | Q1+Q2 voor uitvoering indien zinvol ; doelstelling CO2-reductie: 1% reductie tegen eind 2014.
16 | P a g i n a
Conclusie Scope I- en II emissies Wanneer we de totale CO2-uitstoot van de scope I en II emissies van basisjaar vergelijken met de uitstoot van 2011, dan zijn er geen waarneembare dalingen weer te nemen. Rekening houdende met de gekende omzetstijging van 20% in 2011, zijn er echter ook geen waarneembare stijgingen te bespeuren. Vergelijken we 2012 met 2011, dan zien we wel een merkbare daling van bijna 17%. Ook t.o.v. 2010 is er een duidelijke daling waarneembaar. Als we de relatieve uitstoot bekijken per 1 miljoen euro omzet, dan geeft dit volgende resultaten: 2009
2010 (basisjaar) 11.200.000
2011
2012
Totale omzet (EUR) 10.400.000 14.000.000 14.000.000 Totale uitstoot 209.103 357.856 368.994 308.201 (kg CO2) Uitstoot t.o.v. 1 mio 20.147 32.054 26.373 22.232 EUR omzet (kg CO2) Tabel 6: vergelijking totale uitstoot t.o.v. relatieve uitstoot per 1 miljoen euro omzet, scope I en scope II emissies Er is een duidelijke stijging in uitstoot waar te nemen tussen 2009 en het in het portfolio als basisjaar gekozen 2010. Dit komt omdat in 2009 de scope II-emissies nog niet waren opgenomen; hoe meer parameters er worden geanalyseerd, hoe correcter het rapport. Tussen 2010 en 2011 zie we vervolgens dat omzet met 25% is toegenomen, echter, de relatieve uitstoot is met bijna 18% gedaald van 32.054 kg naar 26.373 kg. Deze daling valt te verklaren doordat de zonnepanelen een volledig jaar in gebruik zijn geweest, daar waar ze in 2010 pas in maart in gebruik zijn genomen en dus ook maar 10 maanden vertegenwoordigen. Daarnaast vertegenwoordigt de benchmark van 1.000.000 EUR omzet een kleiner percentage van de totale omzet van dat jaar, wat automatisch inhoudt dat de relatieve uitstoot ook lager ligt. Ondanks dat de allereerste audit pas eind 2011 heeft plaatsgevonden en dat we in dat jaar dus ook geen concrete inspanningen m.b.t. reductie hebben verricht is dit een mooi resultaat. In 2012 heeft deze daling zich verder gezet: onze reductiedoelstelling van 10% minder uitstoot tegen 2014 is dan ook ruimschoots bereikt.
CO2-uitstoot/1 mio EUR omzet 35,000.00 30,000.00 25,000.00 20,000.00
CO2-uitstoot/1 mio EUR omzet
15,000.00 10,000.00 5,000.00 0.00 2009
2010
2011
2012
Figuur 4: Relatieve CO2-uitstoot per 1 miljoen EUR omzet 17 | P a g i n a
Scope III: ketenanalyse 1: woon-werkverkeer De CO2-uitstoot m.b.t. de ketenanalyse van het woon-werkverkeer ziet er als volgt uit: 2009
2010 (basisjaar)
2011
CO2-uitstoot woonNVT 43.948 43.745 werkverkeer (kg) Tabel 7: emissies m.b.t. scope III – ketenanalyse woon-werkverkeer
2012 42.648
We zien dat de uitstoot van het woon-werkverkeer ca. 2,5% lager ligt dan in 2011. Dit valt te verklaren door wijzigingen in het personeelsbestand, evenals het feit dat 3 werknemers die in het eerste half jaar van 2012 beslist hebben om regelmatig met de fiets te komen, dit nu ook doen. Het is niet echt mogelijk om uitspraken te doen over hoe de uitstoot in deze keten in 2013 verder zal verlopen, daar we geen zicht hebben op eventuele wijzigingen in het personeelbestand. We benadrukken hierbij nogmaals dat we in deze keten weinig meer dan een informerende rol zullen kunnen spelen.
Scope III: ketenanalyse 2: abri Zuid-Holland met Luxor LED Na overleg met de klant, de provincie Zuid-Holland, is gebleken dat het aantal branduren van de abri meer dan de helft lager ligt dan waar we vanuit gegaan zijn bij de berekening van de uitstoot van de volledige keten. Deze uitstoot is hierdoor met een vermindering van 36% gecorrigeerd naar 2.103 kg in plaats van de oorspronkelijk voorziene 3.286 kg. Ook het gebruik van de abri t.o.v. de gehele keten ligt hierdoor een stuk lager. Er kunnen momenteel nog geen uitspraken worden gedaan m.b.t. het type groene stroom dat er gebruikt wordt, daar de projectleider deze juiste informatie nog niet heeft weten te achterhalen. Dit wordt naar verwachting in Q1+Q2 van 2013 bijgewerkt.
18 | P a g i n a
Bijlagen 1. 2. 3. 4.
E-mail energieleverancier m.b.t. herkomst groene stroom; E-mail Eurostar m.b.t. afgelegde km per spoor tussen Brussel Zuid en Londen St. Pancras; E-mail Thalys m.b.t. afgelegde km per spoor tussen Brussel-Zuid en Paris Nord; E-mail klantendienst NMBS m.b.t. afgelegde km per spoor naar verschillende bestemmingen in België; 5. Nieuwsbrief: rijstijltips; 6. Factuur energieleverancier met vermelding CO2-neutraal ondernemen.
19 | P a g i n a