(VOORTGANGS-) RAPPORTAGE CO₂-FOOTPRINT 2014
1
Document: CF150121/13Q1-4/V3 RAPPORTAGE CO₂-footprint 2014 (extern) Opgesteld door: Stefanie Kamphuis, KAM-coördinator Goedgekeurd door: Bas Reimert, directeur Datum: 25-03-2015
2
INHOUD
1. 2. 3. 4. 4.1 4.2 5. 5.1 5.2 5.3 5.4 6. 7. 8. 9.
Inleiding ………………………………………………………………………………………………………………. Organisatie…………………………………………………………………………………………………………… Eindverantwoordelijke personen……………………………………………………………………….. Basisjaar en rapportageperiode…….……………………………………………………………………. Afbakening ………………………………………………………………………………………………………….. Organizational Boundary………………………………………………………………………..…………… Operationele grenzen………………………………………………………………………………………….. Emissies……………………………………………………………………………………………………………….. Overzicht emissies scope 1 en 2…………………………………………………………………………… Onderverdeling vestigingen/projecten………………………………………………………………... Kwantificeringsmethoden en conversiefactoren..……………………………………………….. Onzekerheden in de hoeveelheidsbepalingen…………………………………………………….. Verificatie van de emissie-inventaris ………………………………………………………………….. Voortgang reductiedoelstellingen………………………………………………………………………. Reductiemaatregelen………………………………………………………………………………………….. Reductiemaatregelen 2015…………………………………………………………………………………..
4 4 4 4 5 5 6 7 7 8 8 9 9 10 11 12
3
INLEIDING In dit verslag geeft Reimert inzicht in haar CO₂-uitstoot. De CO₂-footprint 2014 is opgesteld conform de ISO 14064-1, waarbij is bekeken op welke gebieden sprake is van significant energieverbruik. Daarnaast is geëvalueerd hoe dit energieverbruik aangepakt wordt.
1.
ORGANISATIE
Naast wegenbouw, het bouwrijp maken van nieuwbouwlocaties en het inrichten van openbare ruimtes voert Reimert ook civiele betonbouw uit. Dit begon met het bouwen van bedieningsgebouwen van sluizen, bruggen en gemalen. In 2002 is deze tak uitgegroeid tot een volwaardig bouwbedrijf voor de woning- en utiliteitsbouw. Reimert is kortgezegd een allround aannemingsbedrijf gevestigd in Almere met de ambitie om in Flevoland en daarbuiten van alle markten thuis te zijn in de bouwkolom. Reimert participeert in Aannemingsbedrijf De Wilde B.V. Vanuit Lelystad bedient De Wilde de GWWmarkt van Lelystad, Dronten en de Noordoostpolder. De Wilde is gespecialiseerd in het inrichten van de openbare ruimte voor overheden, bedrijven en particulieren. Sinds 2011 maakt Beugel Infrastructuur B.V. onderdeel uit van Reimert. Vanuit Beilen wordt de infrastructurele markt in het noorden van het land bediend. Beugel is gespecialiseerd in herinrichtingswerken, rioleringswerken en het bouw- en woonrijp maken van gebieden. Bouwbedrijf Ubink is een gewaardeerde aannemer in de bouw. Ubink is sterk in het realiseren van seriematige woningbouw en in het realiseren van volumebouw. Ubink is sinds de oprichting een participatie van Reimert. Winfra B.V. is een eenmanszaak opgezet door een medewerker van Gebr. Reimert B.V. Winfra houdt zich voornamelijk bezig met rioleringswerkzaamheden.
2.
EINDVERANTWOORDELIJKE PERSONEN
De KAM-coördinator verzamelt alle gegevens en rapporteert rechtstreeks aan de directie. De KAMcoördinator is eveneens verantwoordelijk voor de implementatie van de stuurcyclus en is het aanspreekpunt voor vragen en opmerkingen omtrent de emissie-inventaris. De directie is eindverantwoordelijk voor de inhoud van de rapporten.
3.
BASISJAAR EN RAPPORTAGEPERIODE
De inventarisatie voor de CO₂-footprint is uitgevoerd voor de periode 2014. Het basisjaar is 2012.
4
4.
AFBAKENING 4.1 ORGANIZATIONAL BOUNDARY
Alle groen gemarkeerde bedrijven scoren op niveau 3 van de vier verschillende invalshoeken (inzicht, reductie, transparantie en participatie). Deze bedrijven Reimert neemt de verantwoordelijkheid voor 100% van de CO₂-uitstoot van deze bedrijven.
5
4.2 OPERATIONELE GRENZEN De CO₂-Prestatieladder is onder andere gebaseerd op het Greenhouse Gas Protocol. Binnen dit protocol worden drie scopes onderscheiden: 1. Directe emissiebronnen binnen de eigen organisatie. 2. Indirecte emissiebronnen voor energie die is ingekocht, bijvoorbeeld elektriciteit. 3. Overige emissiebronnen veroorzaakt door activiteiten van het bedrijf, zoals uitbesteed transport. Van de bedrijven binnen de organizational boundary zijn alle energiestromen binnen scope 1 en 2 volgens het GHG-protocol inzichtelijk gemaakt en omgerekend naar CO₂-emissies. De volgende energiestromen zijn van toepassing binnen de organisatie van Reimert Bouw en Infrastructuur: Directe GHG-emissies - scope 1: - Brandstofverbruik t.b.v. het eigen wagenpark (diesel, benzine en LPG)* - Brandstofverbruik t.b.v. leaseauto’s - Aardgasverbruik t.b.v. de verwarming op de kantoren en werkplaatsen - Koude middelen zijn niet als uitstoot meegerekend *het privéverbruik van zakelijke auto’s is meegenomen in de inventaris
Indirecte GHG-emissies - scope 2: - Ingekochte elektriciteit t.b.v. vestigingen en projecten - Gebruik van privéauto’s voor zakelijke doeleinden zijn niet van toepassing binnen de organisatie - Vliegreizen voor zakelijke doeleinden zijn niet van toepassing binnen de organisatie Binnen Reimert is geen gebruik gemaakt van de toepassing van biomassa en stoom- of stadsverwarming.
*SKAO rekent business travel tot scope 2
6
5.
EMISSIES 5.1 OVERZICHT EMISSIES SCOPE 1 EN 2
Scope 1 (direct)
ton CO₂
ton CO₂/fte
Aardgasverbruik (verwarming) vestigingen
74,63
0,67
Brandstofverbruik eigen wagenpark
948,2
8,47
Brandstofverbruik materieel
2.066,38
18,45
Totaal scope 1
3.089,21
27,59
Scope 2 (indirect)
ton CO₂
ton CO₂/fte
Elektriciteitsverbruik vestigingen
63,65
0,57
Elektriciteitsverbruik projecten
13,99
0,12
Zakelijk verkeer privéauto’s
n.v.t.
n.v.t.
Zakelijke vliegreizen Totaal scope 2
n.v.t. 77,64
n.v.t. 0,69
ton CO₂ 3.166,85
ton CO₂/fte 28,28
Scope 1 en 2 Totaal
2% 1%
2% Aardgas (verwarming) vestigingen Wagenpark 30% Materieel
65%
Elektriciteit vestigingen Elektriciteit projecten
7
5.2 ONDERVERDELING VESTIGINGEN / PROJECTEN
scope / activiteit
emissiebron
S1: Aardgas (verwarming) vestigingen S1: Brandstof wagenpark S1: Brandstof materieel S2: Elektriciteit vestigingen S2: Elektriciteit projecten Totaal
aardgas diesel/benzine diesel elektriciteit elektriciteit
2%
ton CO₂ / fte
percentage
0,67 8,47 18,45 0,57 0,12 28,28
2% 30% 65% 2% 1% 100%
ton CO₂
ton CO₂
projecten
vestigingen
nee ja: 6,78 ja: 18,45 nee ja: 0,12 25,35 90%
ja: 0,67 ja: 1,69 nee ja: 0,57 nee 2,93 10%
1% 2% Aardgas (verwarming) vestigingen 30%
Wagenpark Materieel Elektriciteit vestigingen
65% Elektriciteit projecten
5.3 KWANTIFICERINGSMETHODEN EN CONVERSIEFACTOREN Voor het bepalen van de CO₂-uitstoot is er gebruik gemaakt van de volgende data: - Verbruik diesel/benzine t.b.v. wagenpark en materieel af te leiden uit jaaroverzichten van de brandstofleveranciers. - Verbruik aardgas en elektriciteit op de vestigingen is in kaart gebracht door middel van de facturen (jaaroverzichten) van energieleveranciers. - Verbruik elektriciteit op de projecten in kaart gebracht door middel van facturen energieleveranciers.
8
Voor het inventariseren van de CO₂-uitstoot van Reimert is gebruikgemaakt van de conversiefactoren zoals deze zijn gepubliceerd in het Handboek CO₂-Prestatieladder 2.2, 4 april 2014. Van de CO₂footprint van 2012 en 2013 is een gecorrigeerde versie uitgebracht. De hoeveelheden (liters diesel en benzine, Nm³, kWh) zijn vermenigvuldigd met de conversiefactor en vervolgens gedeeld door 1000 om de uitstoot in ton CO₂ weer te kunnen geven.
5.4 ONZEKERHEDEN IN DE HOEVEELHEIDSBEPALING - Door het nog steeds niet structureel bijhouden en registreren van de meterstanden zijn we afhankelijk van de gegevens die de energieleverancier ons verstrekt. Jaaroverzichten energieleveranciers gaan vaak niet per kalenderjaar, maar bijvoorbeeld van augustus tot juli. Wij hebben de jaaroverzichten wel als kalenderjaar gebruikt. - Er wordt niet per machine bijgehouden wat het verbruik is. Alle brandstof wordt uit tanks gehaald, dus alleen het totale verbruik is te achterhalen. Er zijn nog geen brandstofmeters aangeschaft om nauwkeurig vast te stellen wat het verbruik per machine is. Wel zijn de draaiuren voor de meeste machines duidelijk, waardoor een schatting mogelijk is van het verbruik per machine. Zoals al eerder genoemd worden draaiuren van aggregaten en ander klein materieel niet bijgehouden, maar wordt de brandstof ervan wel uit de tanks gehaald. - Onderaannemer Van Werven haalt met machines brandstof uit de tanks. Dit betekent dat in voorgaande jaren het verbruik van Van Werven is meegenomen naar scope 1, terwijl dit verbruik eigenlijk in scope 3 thuishoort. Aangezien op werkbriefjes eveneens is bijgehouden wat de draaiuren van de inhuurmachines zijn, valt wel een schatting te maken wat de verdeling van de brandstof zou moeten zijn. In bovenstaande CO₂-footprint is echter het verbruik van Van Werven B.V. nog meegenomen in scope 1.
6. VERIFICATIE VAN DE EMISSIE-INVENTARIS Reimert heeft de emissie-inventaris niet laten verifiëren.
9
7. VOORTGANG REDUCTIEDOELSTELLINGEN De reductiedoelstellingen van Reimert zijn allemaal gerelateerd aan het basisjaar 2012. Vandaar dat in onderstaand schema de getallen van 2012 en 2014 zijn weergegeven. absoluut Scope 1 (direct)
gekoppeld aan fte’s
2012
2014
verschil
2012
2014
voortgang
doelstelling
ton CO₂
ton CO₂
%
ton CO₂/fte
ton CO₂/fte
%
%
S1.7: aardgasverbruik (verwarming) vestigingen
84,84
74,63
-12
0,74
0,67
-9
-4
S1.4: brandstofverbruik eigen wagenpark
999,26
948,2
-5
8,73
8,47
-3
-5
S1.10: brandstofverbruik materieel
2.767,34
2.066,38
-25
24,19
18,45
-24
-6
Totaal scope 1
3.851,44
3.089,21
-20
33,67
27,59
-18
-6
nr. doelstelling / onderdeel
absoluut Scope 2 (indirect)
gekoppeld aan fte’s
2012
2014
verschil
2012
2014
voortgang
doelstelling
ton CO₂
ton CO₂
%
ton CO₂/fte
ton CO₂/fte
%
%
S2.4: elektriciteitsverbruik vestigingen
69,69
63,65
-9
0,61
0,57
-6
-6
S2.7: elektriciteitsverbruik projecten
21,41
13,99
-35
0,19
0,12
-37
-5
Totaal scope 2
91,1
77,64
-15
0,8
0,69
-14
-6
nr. doelstelling / onderdeel
absoluut Scope 1 en 2
Totaal
gekoppeld aan fte’s
2012
2014
voortgang
2012
2014
voortgang
doelstelling
ton CO₂
ton CO₂
%
ton CO₂/fte
ton CO₂/fte
%
%
3.942,54
3.166,85
-20
34,46
28,28
-18
-9*
*9% reductie in 2015 ten opzichte van 2012
Zoals is af te lezen uit bovenstaand schema is de volgende doelstelling niet gehaald: - S1.4: de afstanden naar de projecten zijn toegenomen. Steeds meer projecten worden uitgevoerd buiten de gebieden waar normaliter geopereerd wordt.
10
8. REDUCTIEMAATREGELEN Afgelopen jaar hebben wij de volgende maatregelen getroffen: Scope 1 en 2 Creëren bewustzijn bij medewerkers - interne en externe nieuwsbrieven - organiseren van een Dikke Foute Kersttruiendag tijdens de jaarafsluiting (verwarming dag uit) - toolbox buitenpersoneel Scope 1 Wagenpark / materieel - opgeroepen tot maandelijkse controle bandenspanning - carpoolen - verminderen stationair draaien - zorgen voor tijdig onderhoud > terugkerend agendapunt diverse vergaderingen Verwarming - personeel opgeroepen harder door te werken en een dikke, warme trui te dragen ;)
Scope 2 Elektriciteit vestigingen - TL-verlichting deels vervangen door LED-verlichting - personeel gewezen op uitzetten apparatuur wanneer hier niet mee gewerkt wordt Elektriciteit projecten - personeel gewezen op uitzetten apparatuur wanneer hier niet mee gewerkt wordt
11
9. REDUCTIEDOELSTELLINGEN 2015
Reimert heeft de volgende reductiemaatregelen op de agenda staan voor 2015: Algemeen (creëren bewustzijn) - prijsvraag voor beste reductiemaatregel ( cadeaubon van respectievelijk € 150,-, €100,- en €50,-, deze zal worden uitgereikt op het personeelsfeest in september) - toolbox buitenpersoneel - interne en externe nieuwsbrieven - invullen en uitbreiden intranet Aardgasverbruik vestigingen: - het beheer van de thermostaat bij 1 persoon Wagenpark: - meten van de bandenspanning d.m.v. digitale meters met indicator - banden oppompen met stikstof - terugkoppeling verbruik naar bestuurders - carpoolen, optimaliseren planning - Herprofileren banden - Uitlijnen banden Elektriciteitsverbruik - vervangen van TL-verlichting door LED-lampen (deels gebeurd) - bewegingssensoren - collectieve controle instellingen computers (powersave) Met het invoeren van deze maatregelen gaan wij de doelstellingen die zijn opgesteld voor 2015 halen.
12