BIJLAGE Bijlage nr. 2
Voorstelnota Steunpunt GOK begeleiding en onderzoek Brusselse proefprojecten Brede School
BBRREEDDEE SSCCHHOOOOLL BEGELEIDING EN ONDERZOEK BRUSSELSE PROEFPROJECTEN 25 augustus 2006
1. DOELEN Met de begeleiding en het onderzoek van de proefprojecten Brede School worden de volgende doelen nagestreefd: -
het potentieel van het concept Brede School verkennen theorie en methodiek betreffende het concept Brede School ontwikkelen good practices verzamelen proefprojecten Brede School stimuleren en begeleiden zonder evenwel in te staan voor het welslagen van individuele proefprojecten aanbevelingen voor het beleid formuleren aanbevelingen en input voor de praktijk, voor toekomstige projecten formuleren: wat werkt, waar liggen mogelijke knelpunten of valkuilen enzoverder.
2. AANPAK Aan de doelen van de begeleiding en het onderzoek van de proefprojecten wordt gewerkt: -
door kennis te vergaren over de praktijk door theorie te vormen, bruikbare kennis te genereren over de verschillende aspecten van het referentiekader Brede School en over hoe Brede School procesmatig verloop door vanuit monitoring en onderzoek de praktijk mee te ondersteunen om het handelen te verbeteren in een voortdurende wisselwerking tussen reflectie/onderzoek en praktijk via een bottom-up benadering waarbij problemen, vragen en oplossingen mee door de betrokkenen worden geformuleerd op basis van een gelijkwaardige relatie tussen onderzoeker en onderzochten 1
Begeleiding en onderzoek lopen naast en door elkaar heen. Het onderzoek zal immers de ondersteuning voeden, maar omgekeerd kan de ondersteuning nieuwe vragen oproepen voor verder onderzoek.
3. AANDACHTSPUNTEN VOOR BEGELEIDING EN ONDERZOEK Door middel van participerende observatie, formele en informele gesprekken, documentanalyse wordt het proces van de Brede School in kaart gebracht. De verzamelde informatie vormt de basis voor de geboden ondersteuning en begeleiding van de individuele proefprojecten enerzijds, en voor de ontwikkeling van theorie methodieken, beleidsaanbevelingen, anderzijds.
Onderstaande invalshoeken richten de focus van de begeleider/onderzoeker.
Het referentiekader Brede School, zoals uitgewerkt in de visietekst, schuift enkele inhoudelijke aandachtspunten naar voor die als een rode draad doorheen het onderzoek zullen lopen: -
de brede ontwikkeling van kinderen en jongeren het uitbouwen van een brede leer- en leefomgeving het opzetten van een breed netwerk diversiteit, verbindingen en participatie binnen elk van de voorgaande aspecten
Procesfactoren die met de implementatie van de Brede School gepaard gaan, om er enkele te noemen: -
succesfactoren hindernissen, knelpunten en hoe daarmee omgaan het verbreden van de projecten de (zelf)evaluatie de ontplooide dynamieken en de bevordering daarvan het belang (al dan niet) van de startfase het ontwikkelen van activiteiten binnen de brede leer-en leefomgeving het ontwikkelen van visie op verschillende niveaus (animatoren, vrijwilligers, veldwerkers, leerkrachten,…) regierol rol van het lokaal beleid regelgeving duurzaamheid van een project enzoverder
2
Binnen de Brusselse context vragen bijkomende aspecten de nodige aandacht, als daar zijn: -
de meertalige context (en Nederlands (als schooltaal)) de grote diversiteit van de kinderen en jongeren de aanwezigheid van twee onderwijssystemen (Nederlandstalig en Franstalig) de problematiek van opleiding en tewerkstelling van jonge allochtonen
In de mate van het mogelijke zal ook rekening gehouden worden met en aansluiting gezocht worden bij andere beleidsinvalshoeken of -initiatieven van de VGC zoals daar zijn: -
onderwijs en infrastructuur investering in lokale netwerkontwikkeling (zie ook XYZ en onderzoek van VBKJ) link met wijkontwikkeling taalstimulering, taal buiten de school(m)uren (zie visietekst VGC, zie kinderopvang) enzoverder
3
OPMERKINGEN -
Duidelijke communicatie met projecten over verwachtingen, gemaakte keuzes, en mogelijkheden met betrekking tot begeleiding en onderzoek door Steunpunt GOK (SGOK levert wel inhoudelijke input op verschillende momenten in de projecten, maar reflecteren, beslissen en uitvoeren gebeurt door de projecten zelf).
-
Evenwicht tussen de vraag naar snelle oplevering aan informatie o.a. via de website van Brede School versus nood aan tijd voor de projecten om zichzelf uit te bouwen en te groeien en voor SGOK om informatie te verzamelen, te onderzoeken, aan theorie- en methodiekontwikkeling te doen.
4. ACTIES VLAANDEREN Een aantal begeleidings- en onderzoeksacties die het Steunpunt GOK voor Vlaanderen moet doen, zullen zowel het door Vlaanderen geselecteerde Brusselse project als de 2 door de VGC bijkomend geselecteerde projecten ten goede komen.
De Brusselse projecten zullen rechtstreeks toegang hebben tot of betrokken worden bij: -
de website Brede School: aanleveren inhouden → zwaartepunt: najaar 2006 de studiedagen: organisatie, inhoudelijke input, opvolgen → jaarlijks (1ste = 11/12/2006) de intervisie en ervaringsuitwisseling tussen projecten organiseren en opvolgen het op puntstellen en opvolgen van de visieteks → zwaartepunt voorjaar 2006 de implementatiefiches die door Steunpunt GOK ontwikkeld worden in samenwerking met andere steunpunten (bv. steunpunt jeugd)
Daarnaast zullen de Brusselse projecten ook de nodige aandacht krijgen in: -
de stuurgroep Brede School: voorbereiden en opvolgen de afstemming van de verschillende beleidsniveaus en sectoren de (tussentijdse) rapportage Brede School het intern team Brede School permanente uitwisseling, afstemming, detectie van kwesties en met die bril terug naar de praktijk kijken
Aan al deze acties zal zowel in Vlaanderen als in Brussel DOORLOPEND gewerkt worden.
4
5. ACTIES BRUSSEL Een intensieve opvolging en ondersteuning van de Brusselse projecten staat voorop. In Vlaanderen zijn er 15 proefprojecten en om de voorgeschiedenis daarvan afdoende in kaart te brengen, wordt voorzien in een uitgebreide exploratieve fase. Bij de proefprojecten in Brussel wordt eveneens een verkennende fase voorzien, maar de ondersteuning zal er veel sneller van start gaan en intensiever zijn.
De ondersteuning zal gebeuren volgens een bottom-up benadering waarbij problemen, vragen en oplossingen mee door de betrokkenen worden geformuleerd vanuit een gelijkwaardige relatie tussen de begeleider/onderzoeker en de proefprojecten/onderzochten.
Sommige van de hieronder opgesomde acties zijn éénmalig en/of volgen elkaar chronologisch op. Andere acties zullen herhaald worden of parallel met elkaar verlopen.
Opstart De projecten en begeleiders/onderzoekers maken kennis. -
startgesprek 30/08 kennismaking verwachtingen aftoetsen rol van het SGOK duidelijk schetsen overzicht van de 3 schooljaren, verloop van de proefprojecten afspraken 1ste schooljaar
Screening projecten De Brusselse projecten en de inhoudelijke thema's die er leven worden gedetailleerd in kaart gebracht. -
-
participerende observatie: doornemen van documenten, meemaken van de opstart en van discussies over contextanalyse, bijwonen van vergaderingen en evenementen, voeren van gesprekken met betrokkenen. analyse van het verzamelde materiaal voorbereiding reflectie
Algemene reflectie De projecten worden ondersteund in het opzetten van reflectie in relatie tot het referentiekader Brede School en tot verzamelde cases, vaststellingen, observaties uit de screening van hun project.
5
Reflectie SGOK-begeleiders stellen vragen, stofferen aan de hand van korte cases en beschrijvingen uit de eigen praktijk en bieden methodiek aan. De projecten reflecteren daarover en bekijken wat dat voor hun werking betekent.
Bedoeling is faciliteren, mogelijkheden creeëren door het proces te benoemen en de projecten daar inzicht in doen krijgen. Projecten worden gestimuleerd tot zoeken naar antwoorden vanuit de eigen praktijk of die van anderen.
Er worden vragen en aandachtspunten geformuleerd voor de volgende projectfases.
Projectspecifieke reflectie, focus en intervisie -
reflectie op basis van de eigen praktijk van de projecten samen met de projecten werken aan een bepaalde focus (bv. het ontwikkelen van activiteiten binnen de leer- en leefomgevingen) intervisie organiseren tussen de projecten waarbij ze elkaar hun werkingen, plannen en vragen voorleggen uitgebreide bevraging van ieder project: wat zijn hun vragen en wensen ten aanzien van begeleiding en onderzoek
Begeleiding bij de uitvoering van projecten -
De projecten gaan aan de slag rekening houdend met aandachtspunten uit de reflecties, met de gekozen focus en de omstandigheden in het project. SGOK biedt input op verschillende manieren afhankelijk van het thema, de vragen van de projecten, enzoverder. Input door SGOK mogelijkheden: -
proces benoemen en inzichtelijk maken wijzen op mogelijkheden meedenken in het proces feedback geven opzetten van reflectiemomenten per project/over de projecten heen ervaringsuitwisseling tussen projecten (zie methodiek KBS) mogelijkheden creëren mbt vorming …
6
Organiseren van intervisie -
-
SGOK organiseert intervisie rond bepaalde thema’s. De projecten kunnen ervaringen uitwisselen, van elkaar leren, samen naar oplossingen zoeken. De projecten worden gestimuleerd om op basis van dingen die ze al doen andere mogelijkheden uit te buiten, een stap verder te zetten, dieper te gaan (bv. hen stimuleren zodat ze een initiatief laten doorwerken tot op klasniveau). Dit stimuleren zou bvb op de gezamenlijke momenten met verschillende scholen kunnen. De netwerkvorming tussen de projecten wordt gestimuleerd.
Verzelfstandiging en (zelf)evaluatie -
De input van SGOK wordt afgebouwd. Er wordt gewerkt aan de verzelfstandiging van de projecten. SGOK stimuleert de interne evaluatie van alle projecten. Bevraging door ons van alle projecten: hoe gelopen? Successen, noden, sleutelmomenten, oplossingsmethodes, enzoverder. SGOK verkent samen met de projecten verdere noden
Afronding begeleiding en onderzoek -
Rapportage begeleiding Brusselse projecten: good practices, succesindicatoren, knelpunten. Rapportage theorie- en methodiekontwikkeling Beleidsaanbevelingen Brussel Disseminatie van de bevindingen: via de website, aanzetten tot veralgemening van materialen en instrumenten, vormingen,…
6. TIMING 2006-2007 De timing van het Brusselse ondersteunings- en onderzoekstraject voor het eerste schooljaar ziet er in grote lijnen als volgt uit:
oktober – december 2006
-
opstart screening projecten algemene en projectspecifieke reflectie, focus en intervisie
7
januari – april 2007
-
begeleiding bij de uitvoering van projecten en onderzoek
mei – juni 2007
-
organiseren van intervisie
juli – september 2007:
-
tussentijdse rapportering
2007-2009 -
In de daaropvolgende jaren blijven de ondersteuningslijn en de onderzoekslijn naast en door elkaar lopen. Tevens wordt er systematisch aandacht geschonken aan reflectie en worden waar mogelijk en/of waar nodig intervisiemomenten georganiseerd. Tijdens het 3de schooljaar wordt gewerkt aan de (zelf)evaluatie en de verzelfstandiging van de projecten en aan de afronding van de begeleiding en het onderzoek. Deze acties worden tijdens het 2de schooljaar voorbereid.
Zoals reeds gezegd worden de Brusselse projecten doorlopend ook betrokken bij en bevrucht door de acties rond de proefprojecten Brede School in Vlaanderen.
Gezien om gevoegd te worden bij collegebesluit nr. 06/364 van 21 september 2006 houdende de uitvoering van het ‘’Operationeel Projectenplan 2006’’ in het kader van het Stedenfonds – deel 12. De Collegeleden,
Brigitte GROUWELS
Pascal SMET
Guy VANHENGEL
8