II. Proefprojecten Brede School
II. PROEFPROJECTEN BREDE SCHOOL We beschrijven achtereenvolgens elk proefproject Brede School (periode 2006-2009) en geven u een algemeen beeld van de werkingen(en) van Brede School aan de hand van feitelijke gegevens over de proefprojecten heen. We schetsen u tenslotte een aantal consequenties van de keuze van sector als coördinatie van Brede School.
INHOUD A.
Beschrijving proefprojecten Brede School ..................................................................................................... 3 1.
Brede School Berkenbos – Heusden Zolder ............................................................................................... 3
2.
Brede School Het Keerpunt - Borgerhout .................................................................................................. 5
3.
Brede School in Molenbeek (BROM) - Molenbeek .................................................................................... 8
4.
Brede School Tielt - Tielt .......................................................................................................................... 10
5.
Brussel in UitbrEEding - Brussel .............................................................................................................. 12
6.
Doorbreek - Genk ..................................................................................................................................... 14
7.
Expeditie Kameleon - Maasmechelen ...................................................................................................... 16
8.
Jouw Kind Groeit Op In De Wijk – Gent ................................................................................................... 18
9.
Kinderopvang in een Brede School – Dendermonde ............................................................................... 20
10.
Kolder-tof - Genk ................................................................................................................................. 23
11.
Leren³ - studieondersteuning aan huis – St-Niklaas ............................................................................ 25
12.
Marco Polo goes XXL - Antwerpen ...................................................................................................... 27
13.
Netwerk IMS – Borgerhout .................................................................................................................. 29
14.
Op naar Nieuw Gent – Gent ................................................................................................................ 31
15.
Spelen In Verbondenheid - Brussel ..................................................................................................... 34
16.
Sport Maakt Sociaal (SMS) – Hasselt ................................................................................................... 36
17.
Vlaggen en Wimpels Plus - Antwerpen/Boom/Maasmechelen/Genk ................................................ 38
B.
‘Projectfoto’: Algemene Stand van Zaken Proefprojecten ........................................................................... 41 1.
2.
3.
Hoe ziet het samenwerkingsverband eruit? ............................................................................................ 41 1.1.
Welke partners zijn betrokken ? ..................................................................................................... 41
1.2.
Welke structuur neemt de werking aan? ........................................................................................ 42
Waar gaat Brede school om? ................................................................................................................... 43 2.1.
Ontwikkelingsaspecten ................................................................................................................... 43
2.2.
Brede leer- en leefomgeving ........................................................................................................... 43
Allemaal verschillend of allemaal gelijk? ................................................................................................. 44 3.1.
Welke plaats krijgt de school?......................................................................................................... 45
3.2.
Welk statuut krijgt de coördinatie? ................................................................................................. 46
3.3.
Hoe is het bredeschoolproject ontstaan? ....................................................................................... 47
1 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School 4.
C.
Conclusie .................................................................................................................................................. 48 4.1.
Hoe verloopt de samenwerking? .................................................................................................... 48
4.2.
Waar gaat Brede School om? .......................................................................................................... 49
4.3.
Allemaal verschillend of allemaal gelijk?......................................................................................... 49
Zo coördinatie, zo Brede School…? ............................................................................................................... 50 1.
Het aansturen van een Brede School: twee benaderingen ..................................................................... 50
2.
Wanneer de school aanstuurt.................................................................................................................. 51
3.
Wanneer een niet-school aanstuurt ........................................................................................................ 52
4.
Dus … de school, een centrale speler? ..................................................................................................... 53
5.
To do? ...................................................................................................................................................... 53
2 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School
A. BESCHRIJVING PROEFPROJECTEN BREDE SCHOOL 1. BREDE SCHOOL BERKENBOS – HEUSDEN ZOLDER Vrije Kleuterschool Pagadder en de Vrije Lagere School Berkenbos zijn multiculturele scholen. Men beoogt dat de kinderen elkaar leren kennen en respecteren en wil hen sociaal vaardig en samenlevingsbekwaam maken. Om dit te kunnen waarborgen wenst men een gelijke verhouding autochtone en allochtone leerlingen te kunnen behouden en wil men actief blijven streven naar een school waar ook nog Vlaamse kinderen aanwezig zijn. Hiertoe werkt men aan de kwaliteit van het aanbod, samen met niet-schoolse partners zoals de kinderopvang, kunstacademie, academie voor woord, politie, ouders. Enkele gegevens op een rij Coördinator School Coördinerende organisatie: basisschool Fte:0 % Statuut tewerkstelling: directie Stadsdienst? nee Samenwerkingsstructuur Nieuw samenwerkingsverband sinds proefprojecten Brede School 10 partners Betrokken sectoren: onderwijs (3), cultuur (3), welzijn (3), andere sectoren (1: politie, medewerker gemeente) Stuurgroep: maandelijks Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject 2006 – 2007 Doel
Men wil een multiculturele school blijven waarbinnen kinderen elkaar kunnen leren kennen, sociaal vaardig en samenlevingsbekwaam gemaakt worden.
3 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
2007 – 2008
2008 – 2009
Wat men precies aan ‘brede ontwikkeling’ wil bereiken, komt iets meer ter sprake. Startmissie is geherformuleerd in termen van brede ontwikkeling.
Het idee om partners te betrekken leeft ook onder de leerkrachten sterk.
II. Proefprojecten Brede School Inhoud
Bestaande bilaterale activiteiten. Nieuwe activiteiten worden opgezet: opstart van middagslapers Men werkt aan uitstraling van de school. Er wordt (verder) gewerkt aan ouderbetrokkenheid.
Spelbegeleiding van kleuters tijdens middagpauze door leerlingen SO. Muzisch project in 3e kleuter en lagere school. Bevraging van de kinderen en ouders. Meer contact tussen ouders. 5-jaringen bezoeken het rusthuis.
Samenwerking met de academie van woord. Fotoboek wordt opgemaakt. Lentehappening ism oudercomité. Leerkrachten nemen meer zelf initiatief.
Organisatie
Men komt 2x samen met externe partners. Analyse van het probleem wordt gemaakt. Coördinatie door directies. Stuurgroep samengesteld uit personen die de school reeds langer ondersteunen. Leerkrachten zijn weinig betrokken. Stappen ivm samenwerking met academie voor beeldende kunsten.
In de helft van het jaar wordt de stuurgroep op non-actief gezet. Een fotoboek wordt opgemaakt. Partners aanspreken om aan activiteiten mee te werken gaat vlot. Leerkrachten ervaren succes van het betrekken van externen.
Uitdagingen
In kaart brengen hoe omgeving er al uit ziet en communiceren naar buitenwereld. Brede ontwikkeling meer op voorgrond in besprekingen. Diversiteit in stuurgroep, participatie externen, leerkrachten, autochtone en allochtone ouders. Meer planmatig en doelgericht werken. Balans in stuurgroep tussen aansturen project en concreet uitwerken ervan. Meer stilstaan bij welke effecten men met activiteiten wil bereiken.
Men begrenst het project meer. Beleidsondersteuner neemt een aantal uitvoerende taken op (opdracht = 4/24). Leerkrachtenteam iets meer betrokken. Stuurgroep weet ‘waarnaartoe’ met het project. Ouders zijn zowel organisatorisch als inhoudelijk bewuster betrokken bij school. Externen spreken de school aan. Vanuit school staat men open voor contacten. Betrokkenheid leerkrachten. Opletten dat het geen intern schoolverhaal wordt. Externen als partner. Aandacht voor communicatie- intern en extern. Omgaan met diversiteit aan ouders. Schooloverstijgende initiatieven rond inschrijvingen.
4 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Win-winsituatie voor partners in kaart brengen zodat ze niet via financiële middelen vergoed moeten worden (bvb samenwerking met kunstenaars). Bredeschoolidee inbrengen in gezamenlijk kernteam.
II. Proefprojecten Brede School
2. BREDE SCHOOL HET KEERPUNT - BORGERHOUT Het Keerpunt wil een afspiegeling zijn van de stedelijke omgeving waarin het zich bevindt. Men streeft naar een wisselwerking met de omgeving en wederzijdse beïnvloeding, ook op breder maatschappelijk en politiek vlak. Alle partners maken gebruik van dezelfde infrastructuur: met name een CDO (initiatiefnemer) en diverse andere organisaties die allen met leren te maken hebben. De werkingen en doelgroepen zijn zeer divers. Dit maakt ontmoetingen en ‘kruisbestuivingen’ mogelijk. Deze ‘toevallige’ ontmoetingen worden onder andere gestimuleerd door een gezamenlijke taverne. Acties binnen het huidige bredeschoolprojecten vangen praktische problemen op, voorzien in coördinatie en scheppen zo ruimte voor een inhoudelijke verdieping van de samenwerking. Enkele gegevens op een rij Coördinator School Coördinerende organisatie: secundaire school (Centrum voor Leren en Werken) Fte:100 % Statuut tewerkstelling: leerkracht Stadsdienst? nee Samenwerkingsstructuur Bestaand samenwerkingsverband vóór periode proefprojecten Brede School 16 partners Betrokken sectoren: Onderwijs (5), cultuur (3), jeugd (1), welzijn (4), sport (1), werk (2), andere (4: taverne, kerken, stadsdienst) Algemene vergadering (Bewonersraad), zeswekelijks Thema/activiteitsgebonden werkgroepen Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject 2006 – 2007 Doel
‘Een veilige plaats creëren voor haar ‘bewoners’. Ten aanzien van de omgeving een voorbeeldfunctie inzake omgaan met diversiteit.
5 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
2007 – 2008
2008 – 2009
Vorige doelen lopen door Drie ‘waarden’ in werking ten aanzien van de leerlingen en andere doelgroepen, en binnen de samenwerking onder de betrokken organisaties. Ze staan op de muur van het onthaal: - Respect voor verschillen
Vorige doelen lopen door Nieuwe werkgroep identiteit: ‘meer naar buiten komen’
II. Proefprojecten Brede School
Inhoud
Organisatie
‘Een broeihaard van ideeën en activiteiten’’ ‘kruisbestuivingen/verbindingen’ - Een verplaatsbaar touwenparcours op de speelplaats - Leerkansen voor leerlingen CDO bij andere partners en. (decor theatervoorstelling, repareren speelgoed in de speelotheek, containerpark aanleggen en inrichten taverne - Eenmalig muziekatelier voor cursisten van het CVO - Leeromgeving van de leerlingen CDO is complexer. - Terras/taverne in aanbouw - meer informele ontmoetingen. De mix aan populatie en functies in één gebouw biedt mogelijkheden. Maar het is niet steeds even gemakkelijk om met de complexiteit van het verschillende gebruik en de hoeveelheid aan mensen om te gaan. Zeswekelijkse bewonersraad Duurzamer oplossingen voor praktische en organisatorische problemen: sleutelplan (veiligheid; toegang tot lokalen); onthaal; onderlinge communicatie en delen van informatie (smartschool en plan taverne) ; afvalprobleem Ernstig nemen van praktische noden van de partners is de basis van het onderlinge vertrouwen.
6 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Iedereen doet mee Leren van elkaar
Activiteiten voor een of meerdere doelgroepen. - De week van de Smaak - Haciënda Popular: informele ontmoetingsruimte voor alle groepen + een leer en tewerkstellingsplaats. Spanning tussen leefbaarheid van de taverne als commerciële instelling enerzijds en de doelen van Brede School anderzijds. - De lach van Borgerhout - Inrichting van de speelplaats - Fietsbegeleiding door Buurtsport
Activiteiten voor een of meerdere doelgroepen. - Haciënda Popular: informele ontmoetingsruimte algemeen gebruikt, meerwaarde erkend - Opendeurweek - Inrichting van de speelplaats - Vrouwenwe
Meer inhoudelijke punten op Bewonersraad Vlotte coördinatie: op administratief vlak + aanspreekpunt en opvolging vragen, problemen. Verzekert voortgang van de bredeschoolwerking. Website en folder Nog kinderziektes maar het sleutelplan en het onthaal zijn verbeterd De externe toegangen tot gebouw en parking blijven moeilijk
Nieuwe partner: buurtsport. Communicatie met alle partners via coördinatie Sanitair plan, richtingaanwijzers in de gehele school Extra deel van gebouw in gebruik genomen
Groei bij iedere organisatie: het aantal mensen dat over de vloer komt is gestegen. Dit is positief maar verhoogt ook de druk. - Stijging aantal aanvragen gebruik zalen via website/infostand/ folder/ bewoners die faciliteiten kennen - Stevige groei van de sportloods - Meer leden bij FAAB - Wachtlijsten bij muziekatelier,… - Kopspel opende theaterbureau voor anderstalige nieuwkomers
II. Proefprojecten Brede School
Uitdagingen
Onderhandelen en voorbereiden praktische oplossingen Start meer inhoudelijke samenwerking. Nieuwe partner FAAB Nieuwe coördinatie versnelt gang van zaken. Soms met te weinig overleg met partners Vandalisme versus toegankelijkheid Niet alle partners zijn even nauw betrokken, maakt communicatie soms moeilijk.
7 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Engagement van álle partners? Niet steeds nakomen van afspraken, bijdragen aan Brede School? Meer informatie-uitwisseling nodig onder partners Meer nood aan onderling contact tussen verschillende aanwezige doelgroepen en doorstroming van een organisatie naar andere
Meer pedagogische meerwaarde voor de jongeren van het CLW Nood aan aandacht voor de identificatie van de leerlingen van de school met Brede School Hoe omgaan met het lage(re) engagement van sommige partners in functie van het geheel?
II. Proefprojecten Brede School
3. BREDE SCHOOL IN MOLENBEEK (BROM) - MOLENBEEK Sinds jaar en dag werken in "Oud Molenbeek" vele organisaties aan het bestrijden van kansarmoede en aan het verbeteren van de leefbaarheid in kwetsbare buurten. Met dit proefproject willen de partners in het platform BROM hun onderlinge samenwerking en complementariteit uitbreiden en verbeteren. BROM wil er alles aan doen om de Molenbeekse kinderen en jongeren maximale kansen op ontwikkeling en participatie te bieden. Ze willen de kinderen en de jongeren én hun directe omgeving zowel in de vrije tijd als in relatie tot het schoolgebeuren ondersteunen. Het Nederlandstalige vrijetijdsaanbod in Molenbeek is het centrale topic in de werking. Enkele gegevens op een rij Coördinator Niet school Coördinerende organisatie: Gemeenschapscentrum Sector: cultuur FTE: 50% Statuut tewerkstelling: Contractueel Stadsdienst: nee Samenwerkingsstructuur Bestaand samenwerkingsverband vóór periode proefprojecten Brede School 11 partners Betrokken sectoren: Onderwijs (2), cultuur (2), jeugd (3), welzijn (2), sport (2), andere sectoren (1: gemeentebestuur) Stuurgroep, maandelijks Algemene vergadering, driejaarlijks Thema/activiteitsgebonden werkgroepen Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject 2006 – 2007 Doel
Creëren van maximale ontwikkelingskansen voor kinderen in Molenbeek met specifieke aandacht voor Vrije tijd Ouderbetrokkenheid
8 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
2007 – 2008
2008 - 2009
Globale doelstelling van de werking blijft overeind, doelgebied wordt gans Molenbeek, zodat de werking breder wordt opengetrokken en meer overkoepelend wordt.
Globale doelstelling van de werking blijft overeind, bijkomend aandacht voor het stimuleren van sociale vaardigheden bij de kinderen.
II. Proefprojecten Brede School Inhoud
Het ontwerpen van een gemeenschappelijke vrijetijdsbrochure waarin het naschoolse vrijetijdsaanbod voor de kinderen in gebundeld wordt.
Organisatie
Een bestaand samenwerkingsverband wordt omgevormd tot een nieuwe structuur. Een coördinator, die administratief verbonden wordt aan het gemeenschapscentrum, werkt 50% en trekt de samenwerking. De samenwerking krijgt vorm in een stuurgroep en een algemene vergadering. Betrokken partners:, schoolopbouwwerk, buitenschoolse kinderopvang, gemeenschapscentrum, jongerenwerking van verschillende organisaties in de wijk, sportdienst, gemeente, scholen, … De actieve inbreng van de betrokkenen bevorderen, zowel van partners als ouders en kinderen. Tevens erover waken dat de draagkracht en het enthousiasme van de meest actieve partners gevrijwaard blijven.
Uitdagingen
9 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Gemeenschappelijke brochure wordt hernomen. Tevens brochure voor de vakantieperiode Inrichten van een vrijetijdsbeurs voor ouders waarop de organisaties hun aanbod aan de ouders voorstellen. Naast bundeling ook meer afstemming tussen de organisaties op vlak van activiteitenaanbod Een nieuwe coördinator neemt het over en de samenstelling van de stuurgroep ondergaat veranderingen ten gevolge van de bredere werking.
De vrijetijdsbrochure en –beurs wordt hernomen Voor het eerst wordt ook een overkoepelende activiteit voor de kinderen opgezet waarbij de kinderen kunnen proeven van de diverse activiteiten die de organisaties aanbieden. Een debat over vrije tijd in het Nederlands in Molenbeek Organisatiestructuur wordt aangevuld met werkgroepen die werken rond concrete thema’s zoals sociale vaardigheden, jongerenwerking, …
Het concreter invullen van de samenwerking met de partners (activiteiten, uitwisseling materiaal, gegevens, expertise, …). En het uitzoeken van de specifieke wensen en noden van de doelgroep (en het daaraan aanpassen van het aanbod).
Bekijken van functie en werking van de verschillende samenwerkingsvormen, om deze beter te laten renderen. Op punt zetten van de rol van de coördinator: wat verwacht het samenwerkingsverband ervan? Hoe invullen? Hoe verantwoordelijkheden spreiden zodat niet alles valt of staat met de coördinator? Bewaken van betrokkenheid van de scholen Werken aan een gedeelde visie over de Brede School in Molenbeek
II. Proefprojecten Brede School
4. BREDE SCHOOL TIELT - TIELT Brede School Tielt vormt een overlegplatform voor diverse organisaties in het Tieltse die zich richten op de brede ontplooiing van kinderen, jongeren en volwassenen in en rond Tielt. De verschillende partners vertegenwoordigen de sectoren onderwijs en vorming, cultuur, sport, welzijn, jeugd, … De stad Tielt vormt daarnaast een belangrijke partner. Het coördinatorschap is in handen van de Katho Tielt. Enkele gegevens op een rij Coördinator School Coördinerende organisatie: Hogeschool Sector: onderwijs FTE: 20% Statuut tewerkstelling: Contractueel Stadsdienst: nee Samenwerkingsstructuur: Nieuw samenwerkingsverband 9 partners actief betrokken, 18 organisaties geëngageerd om de bredeschoolwerking op te volgen Betrokken sectoren: Onderwijs (4), jeugd (1), welzijn (7), sport (1), cultuur (1), andere sectoren (1: stadsbestuur/Schepen van Brede school) Stuurgroep: maandelijks Algemene vergadering: jaarlijks Thema/activiteitsgebonden werkgroepen Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject: 2006 – 2007 2007 – 2008 Doel Gericht op de brede ontwikkeling van inwoners Globale doelstelling blijft overeind maar wordt van Tielt. omwille van haalbaarheid ingeperkt tot brede ontwikkeling van kinderen en jongeren in Tielt, Met focus op gezondheid en naschoolse sport en cultuur Inhoud Voorbereiden van een Brede School- website Website online en vrijetijdsbrochure waarin het aanbod wordt Folder Brede School Tielt waarin het gebundeld. samenwerkingsverband en de doelen ervan worden voorgesteld.
10 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
2008 - 2009 Globale doelstelling blijft overeind.
Inrichten van naschoolse activiteiten op basisscholen gegeven door vrijwilligers Vrijetijdsevenement Speeltie(l)t: kinderen proeven van allerlei activiteiten en maken zo
II. Proefprojecten Brede School Ontwikkelen van een instrument voor het uitwerken van een gezondheidsbeleid op school.
Organisatie
Uitdagingen
Verkenningsronde vanuit de Katho Tielt Aanstellen coördinator door Katho (FTE 20%) Opstart met grote groep partners uit diverse sectoren. Zoeken naar gedeelde verwachtingen en doelen, maar meerwaarde voor àlle partners blijkt moeilijk. Structuur met 5 werkgroepen: Gezondheid, vrije tijd, sport en cultuur op en na school, leesplezier, katho-link Eerste concrete acties Werkgroepen laten uitgroeien tot daadkrachtige organen waarin de diversiteit aan actoren gewaarborgd blijft. De inhoudelijke lijn van het project bewaken. Het secundair onderwijs mee aan boord krijgen. Oog hebben voor partners die niet actief betrokken zijn in een van de werkgroepen.
11 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Coördinatiewissel Verder sleutelen aan structuur: Stuurgroep (maandelijks) AV (2 x jaar) 3 werkgroepen: Gezondheidsbevordering Sport en cultuur Katho-link Website met intranet voor partners Acties realiseren en evt laten uitgroeien tot structurele samenwerkingsverbanden De nieuwe inhoudelijke pistes verder verkennen en uitbouwen De krachtige werking van de stuurgroep continueren, en het functioneren van de werkgroepen bewaken Het overladen takenpakket van de coördinator bewaken, hetzij door de functie uit te breiden, hetzij door bepaalde taken over te hevelen naar partners
kennis met de vrijetijdsmogelijkheden in Tielt Vormingslunch rond het vormgeven van een gezondheidsbeleid op school Opvoedingsondersteuning: het aanbod in de regio in kaart brengen Bachelorproef Brede School voor studenten uit de lerarenopleiding Voorbereiden pilootproject gezondheidsbevordering ism LOGO Structuur blijft dezelfde. Voorbereiden oprichting FLOR (flankerende onderwijsraad) Extra aandacht voor het betrekken van het secundair onderwijs.
Activiteiten laten doorgroeien op basis van de opgedane ervaringen. Het verder uitbouwen van de rol van de Stad Tielt in de Brede School ifv een meer structurele inbedding. Blijvend aandacht voor een constructieve wisselwerking met het secundair onderwijs. Het spreiden van taken en verantwoordelijkheden binnen de stuurgroep. Vinger aan de pols houden mbt kansen en noden voor kinderen en jongeren in Tielt. Voorzien in voldoende informatiedoorstroming naar andere organisaties en instanties.
II. Proefprojecten Brede School
5. BRUSSEL IN UITBREEDING - BRUSSEL De Kunst Humaniora Brussel (KHB) wil haar artistieke werking niet binnen de muren van de school houden. Leerlingen krijgen de kans om buiten de school(m)uren een artistieke rol van betekenis te spelen. Daartoe wordt met diverse culturele en socio-culturele organisaties samengewerkt. De school beschikt tevens over een ruime en goed uitgeruste infrastructuur die ze wil openstellen voor culturele organisaties, en in de toekomst ook buurtbewoners. Binnen het proefproject gaat verder specifiek aandacht naar het tot stand brengen van lokale dynamieken in samenwerking met andere buurtactoren. Veiligheid in de buurt en ontmoeting met jongeren met een andere culturele en/of talige achtergrond zijn twee uitgangspunten rond dewelke men aan de slag is. Enkele gegevens op een rij: Coördinatie: School Coördinerende organisatie: Secundaire school Sector: onderwijs FTE: 10% Statuut tewerkstelling: leerkracht Stadsdienst: nee Samenwerkingsstructuur: Nieuw samenwerkingsverband sinds periode proefprojecten Brede School 9 partners Betrokken sectoren: Onderwijs (2), cultuur (5), andere sectoren (2: MIVB, DDD productions) Ad hoc overleg schoolintern, evt. aangevuld met schoolexterne partners Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject 2006 – 2007 Doel
Leerlingen de kans bieden om levensechte leerervaringen op te doen en zo een brede waaier aan relevante competenties te ontwikkelen.
12 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
2007 – 2008
2008 – 2009
Extra aandacht voor op gang brengen van lokale dynamiek, waarbij leerlingen de kans krijgen zich ook actief in te zetten binnen de omgeving van de school en zo maatschappelijk relevante ervaringen op te doen.
Doelen blijven overeind.
II. Proefprojecten Brede School Inhoud
Diverse activiteiten waarbij de leerlingen worden ondergedompeld in de artistieke beroepswereld. Vertelproject in de lagere school. Dans aan huis: dansproject bij mensen die in de buurt wonen. Openstellen van de eigen infrastructuur voor culturele organisaties.
Organisatie
De school heeft een uitgebreid netwerk van organisaties waar ze mee samenwerkt. Overleg gebeurt ad hoc.
Uitdagingen
Talloze partners en organisaties willen voor de ene of de andere activiteit samenwerken met de KHB. De School zal keuzes moeten maken en de brede ontwikkeling van jongeren als prioriteit moeten blijven bewaken. De vraag stelt zich hoe de KHB in haar ambitieuze en dynamische werking meer aansluiting kan vinden bij de lokale doelgroepen, partners, overlegfora en werkingen. Deze hebben soms meer tijd en ruimte nodig om mee te plannen en hun steentje bij te dragen
13 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Artistieke activiteiten worden verdergezet. Verkennen van mogelijkheden om in te spelen op de (on)veiligheid in het naburige metrostation. Verkennen van mogelijkheden om de leerlingen te laten kennismaken met Franstalige leerlingen van een naburig college via een vertelproject. Openstellen van de eigen infrastructuur voor culturele organisaties. Coördinatietaak wordt aan een leerkracht toegewezen ten belope van 2 lesuren per week. Coördinator brengt enkele partners bij elkaar voor overleg rond de lokale thema’s. Omdat de leerlingen zelf niet uit de omgeving van de school komen, blijft het een uitdaging om de brede ontwikkeling van kinderen en jongeren niet enkel voor de eigen leerlingen te realiseren. Dat de school de sleutels in handen heeft van de Brede School, maar lokaal zelf (nog) weinig wortels heeft, bemoeilijkt dit. Anderzijds heeft de KHB sterke troeven op vlak van breed leren, waar anderen ongetwijfeld bij te winnen hebben.
Artistieke activiteiten worden verdergezet. Vertelproject ism andere Brusselse scholen Wisselwerking met het Lyceum dat op dezelfde campus gelegen is, om de contacten tussen de leerlingen te verbeteren. Openstellen van de eigen infrastructuur voor culturele organisaties. Coördinator werkt ad hoc samen met partners.
Indien de werking beperkt blijft tot het opzetten van levensechte leerervaringen voor de leerlingen, dan kan de huidige werking zonder veel problemen of uitdagingen worden doorlopen. Indien men verder wil met een maatschappelijk luik, dan moeten zowel schoolintern als schoolextern verdere stappen worden ondernomen om dit op een relevante en voor alle betrokkenen zinvolle manier uit te bouwen. Een grotere investering in een coördinatiefunctie dringt zich dan op.
II. Proefprojecten Brede School
6. DOORBREEK - GENK Doorbreek is gericht op het werken aan de sociale competentie en democratische burgerzin van kinderen van 2,5 – 12 jaar. Samen met externe partners werkt de school daartoe aan stimulering van sociale vaardigheden en taalvaardigheid van de kinderen en van de verruiming van hun leefwereld. Enkele concrete activiteiten zijn knutselnamiddagen met senioren, voorschoolse vioollessen, samenwerking met de bib rond gedichten, samenwerking met de jeugdwerking rond conflictbemiddeling op de speelplaats, interviewen van anderstalige volwassenen op het CVO, voor de kinderen onbekende activiteiten in Genk bezoeken met het oog op toeleiding, ... Men verzorgt ook ondersteunende activiteiten op het niveau van de ouders. Enkele gegevens op een rij Coördinatie School Coördinerende organisatie: basisschool Sector: onderwijs FTE: 0% Statuut tewerkstelling: directie Stadsdienst: nee Samenwerkingsstructuur Nieuw samenwerkingsverband sinds periode proefprojecten Brede School 7 partners Betrokken sectoren: Onderwijs (1), cultuur (3), welzijn (3), andere sectoren (1: stadsdienst) Algemene vergadering: jaarlijks Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject 2006 – 2007 Doel
Verhogen sociale competentie en burgerzin zijn het doel van de werking. Het doorbreken van de leer-en leefwereld staat centraal.
14 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
2007 – 2008
2008 – 2009
Verruiming werking: werken aan leefwereldverruiming, expliciet stimuleren van sociale vaardigheden, en verhogen van taalvaardigheid ifv verhogen van burgerzin. De coördinatie vertrekt meer vanuit de doelen om van daaruit activiteiten te organiseren.
Men werkt rond visie van de verschillende organisaties op taalvaardigheid, conflictbemiddeling.
II. Proefprojecten Brede School Inhoud
Project is erg op schoolgebeuren gericht Activiteiten waarbij de kinderen nieuwe leeren leefwerelden kunnen leren kennen staan centraal.
Organisatie
Aansturing door directie van de school + CEP (bovenop takenpakket). Directiewissel na 1 trimester. Partners zijn gevraagd om mee te werken omdat de directie hen kende. Bilaterale samenwerkingen met externen. Er is geen netwerk dat het project mee richting geeft. Wel betrekt men ouders en partners af en toe in een denkmoment Weinig structuur en rode draad. Diversiteit in het kernteam brengen Afbakening doelen en in functie daarvan partners aanspreken Verbindingen tussen partners Meer structuur, planmatige aanpak Doordacht pakket aan activiteiten dat tegemoet komt aan de doelen
Uitdagingen
15 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Spelkoffers worden aangemaakt, conflictbemiddelaars worden opgeleid om sociale vaardigheden op speelplaats aan te pakken. Meer activiteiten waar ouders betrokken worden Coördinatie werkt planmatiger. Partners worden aangesproken vanuit een actieplan. Opstart werking tijdens vergadering met leerkrachten, leerkrachtenteam blijft via PV op de hoogte. Eénmalige vergadering met mogelijke netwerkleden. Er ontstaat een nauwere samenwerking met de kinderwerking. Activiteiten krachtiger, ‘breder’ maken, zorgen dat niet enkel school centraal staat. Realistisch en gedragen actieplan Hoe schoolplein ruimer toegankelijk maken? Vrijetijdscomponent uitbreiden Samenwerkingsverband duurzaam maken Coördinatieopdracht terug sterker mee opnemen vanuit CEP. Middelen Brede School aanwenden voor coördinatie.
Speelplaats wordt ‘verzacht’ Groter aantal kinderen neemt deel aan kinderwerkingen
2 leerkrachten van school nemen gedurende het eerste trimester het coördinatorschap op. Men maakt een actieplan op. Men werkt met partners inhoudelijk samen rond visie op conflicthantering. Men betrekt partners rond speelplaats. Intensere samenwerking met kinderwerking. Men werkt met partners rond visie op taal. In de school komen inmiddels buiten leerkrachten ook veel andere professionelen Nagaan hoe coördinatie op realistische manier kan verdergezet worden. Doelen SMART formuleren, afstemming met andere plannen in het gebied. Via regiefunctie van stad zorgen voor engagement stadsdiensten. Gelijke visie en competentie van partners. Communiceren van successen. Opmaak tussentijdse stand van zaken. Doorgaande lijn werking bewaken.
II. Proefprojecten Brede School
7. EXPEDITIE KAMELEON - MAASMECHELEN Basisschool De Triangel deed in samenwerking met haar partners al heel wat uiteenlopende inspanningen om de kinderen uit de omliggende kansarme wijken tijdens en na de school maximale kansen te bieden. Dit resulteerde in een breed en gevarieerd aanbod voor diverse doelgroepen. In het kader van de werking als proefproject startte voor de kinderen van de school een atelierwerking rond techniek en drama. Het tweede werkjaar was er het project ‘Mijn-geschiedenis’ ism o.a. schoolopbouwwerk en erfgoedcel. Dit resulteerde in een stoet die de mijngeschiedenis evoceerde en op zeer veel belangstelling kreeg van de buurt en de ouders. Het laatste werkjaar werd er samen met de kinderen een film gemaakt. Enkele gegevens op een rij Coördinator School Coördinerende organisatie: basisschool FTE: 50 % Statuut tewerkstelling: directie Stadsdienst: nee Samenwerkingsstructuur Bestaand samenwerkingsverband vóór periode proefprojecten 11 partners Betrokken sectoren: Onderwijs (3), cultuur (3), jeugd (2), welzijn (2), sport (1) Functioneel overleg, wekelijks tot twee-wekelijks, onderwijs en welzijn (schoolopbouwwerk) Thema/activiteitsgebonden werkgroepen Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject 2006 – 2007 Doel
Algemeen: verhogen van kansen op vlak van spel en beweging, deelnemen aan cultureel leven, vrijetijdsaanbod, taalontwikkeling,… Aandacht voor opvoedingsondersteuning Verbindingen zoeken tussen de ontwikkeling van de kinderen op school en daarbuiten. Specifiek: atelierwerking ifv ontplooiing artistieke talenten, spel, sociale ontplooiing, welbevinden, technische vaardigheden, … .
16 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
2007 – 2008
2008 – 2009
Meer aansluiten bij de leefwereld van de kinderen en hun omgeving
Verderzetten doelen vorige jaren
II. Proefprojecten Brede School
Inhoud
Organisatie
Uitdagingen
Diverse activiteiten buiten de schooltijd voor kinderen uit de buurt en de school zoals bokslessen, tennisles, fietsen, speelplein, wijkcultuurrijk,… Aanvang met atelierwerking op woensdagmiddag voor kinderen van de school Activiteiten voor ouders: basiseducatie geeft taallessen Nederlands en lessen ICT. Algemeen: Partners zijn alle betrokkenen bij buitenschoolse activiteiten Overzicht werking door school en schoolopbouwwerk Het zwaartepunt ligt bij de directie Specifiek: Atelier kwam tot stand in verschillende fases. Partners waren: ouders, leerkrachtenteam, monitoren van de speelpleinwerking en technisch secundair onderwijs.
Werking van de kameleonklas uitgebreid tijdens de lesuren , alsook met thema ‘drama’ ‘Mijngeschiedenis’ : tijdens de lesuren, leeruitstappen, samen met de ouders. Mijnstoet en buurtfeest. Wisselwerking tussen kameleonklas en mijngeschiedenis
Algemeen: Overzicht werking ligt bij school, SOW en basiseducatie = wekelijks structureel overleg. Partners brengen ideeën aan. Zwaartepunt blijft bij directie. Geen stuurgroep, wel functioneel overleg. Onderling verschillende partnerschappen per inhoudelijk project. Specifiek: Gok-leerkrachten verzorgen inhoudelijke uitwerking en relaties met schoolteam ifv mijngeschiedenis. Partnerafhankelijke evaluatie van het project ‘mijn-geschiedenis’ Atelier: is enkel mogelijk dankzij de hulp van de Hoe ontstane dynamiek binnen het team, bij de monitoren. Er moet dus ieder jaar opnieuw een ouders en de buurt blijven meenemen en ploeg jonge enthousiastelingen worden aanzwengelen? gezocht. De school wil in samenwerking met haar Zoeken naar uitbreiding van de uren van het partner schoolopbouwwerk haar atelier. bredeschoolwerking werking in kaart brengen Coördinatie: er lijkt nood aan extra aan de hand van het referentiekader Brede ondersteuning om het geheel te kunnen blijven School. coördineren.
17 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Thema Techniek: ‘Aquadag’ scholen kwamen op bezoek oa in kameleonklas) + Werking van de kameleonklas uitgebreid voor kinderen uit de buurt Filmproject met de kinderen van de school Verbinding tss kameleonklas en filmproject Mijngeschiedenis: stripboek en lesmap uitgegeven door partner Algemeen: zie vorige jaren Betrokkenheid schoolteam toegenomen Nieuwe partners in functie van filmproject
Men blijft afhankelijk van de hoedanigheid van elke partner. Soms kan een deel van de werking daardoor wegvallen of lopen dingen minder vlot. Tot nu toe wordt er voornamelijk functioneel samenwerkt om interne en externe partners niet te overbelasten. Dit maakt dat de werking gedragen wordt door slechts een klein aantal personen/organisaties. Nood aan werken aan een breed inhoudelijk draagvlak bij alle betrokkenen op lange termijn.
II. Proefprojecten Brede School
8. JOUW KIND GROEIT OP IN DE WIJK – GENT In de Gentse wijk in 1997 buurtbewoners, onderwijs- en welzijnspartners de handen in elkaar geslagen. Uit een brede bevraging in de wijk rond onderwijs kwamen acht doelstellingen voort die jarenlang de leidraad vormden voor het bouwen van bruggen tussen het onderwijs en de wijk. Een brede waaier aan activiteiten werd opgezet voor kinderen uit de wijk of hun ouders, bv. een kinderbibliotheek, kinderactiviteiten, gemeenschappelijke carnavalstoet, voorlezen aan,… en nog veel meer. Dit project heeft er al een stevige weg opzitten en evolueert mee met de veranderingen in de wijk. Enkele gegevens op een rij: Coördinatie: Niet school Coördinerende organisatie: Samenlevingsopbouw Gent (tot 2008), Pedagogische Begeleidingsdienst Stad Gent Sector: welzijn (tot 2008), onderwijs (vanaf 2009) FTE: 100%, vanaf 2009 50% Statuut tewerkstelling: Contractueel Stadsdienst: nee (tot 2008), ja (vanaf 2009) Samenwerkingsstructuur: Bestaand samenwerkingsverband voor de periode proefprojecten Brede School 19 partners Betrokken sectoren: Onderwijs (7), jeugd (1), welzijn (7), sport (1), andere sectoren (3: wijk in de kijker, les meufs, gebiedsgerichte werking) Stuurgroep: maandelijks Algemene vergadering: driejaarlijks Thema/activiteitsgebonden werkgroepen Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject: 2006 – 2007 Doel
Ondersteunen van samenwerkingsverband Sensibiliseren bewoners voor het onderwijsaanbod in de wijk Uitbreiden van voor- en naschoolse opvang Een buurtgericht functie geven aan scholen Kinderen stimuleren in hun taalontwikkeling en extra vormingskansen aan ouders geven Het verduidelijken van de kwaliteit van het
18 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
2007 – 2008 Kritische reflectie over de doelen leidt tot het herformuleren van de doelen, waarbij de ontwikkeling van kinderen in de wijk centraal staat, met bijzondere aandacht voor taal.
2008 - 2009 De doelen blijven overeind.
II. Proefprojecten Brede School
Inhoud
Organisatie
Uitdagingen
onderwijs in de wijk aan ouders en bewoners Ontwikkelen van een breed toepasbaar model brede school Ontwikkelen van actief participatiekanaal voor ouder/bewoners rond onderwijs en de wijk Een brede waaier aan activiteiten worden georganiseerd: carnavalstoet, gemeenschappelijke sportdag voor de scholen, kinderactiviteiten, kinderbib en vertelnamiddagen, voorlezen aan huis, toneelvoorstelling kleuters, bezoekenronde voor ouders op de scholen, wijkactiviteit voor leerkrachten, onderwijsontbijt voor ouders, kunstinitiatie de wijk ontpopt,… Coördinator (FTE 100%) aangesteld door Samenlevingsopbouw Gent. Organisatiestructuur met: Stuurgroep Onderwijs (maandelijks) Algemene vergadering (twee maal per jaar) Werkgroepen (ad hoc) Betrokkenheid van leerkrachten vergroten. Participatie van ouders en buurtbewoners continueren. Het kwalitatief uitbouwen van een brede leeren leefomgeving. PR naar alle wijkpartners (ouders, leerkrachten, organisaties) blijven verzorgen: naambekendheid en profilering van het project. Het onderzoeken van coördinatiemogelijkheden op lange termijn (indien de huidige coördinator het project niet zou blijven trekken).
19 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Nieuwe activiteiten - Opening IBO - Pilootproject ‘het beste voor je kind’ rond opvoedingsondersteuning - Opstarten van een wijkmurga - Lente-opkuis van de wijk ism Ivago
Stopzetten kinderactiviteiten wegens voldoende aanbod in de wijk. Ontwikkelen van verteltassen voor het stimuleren van talige interactie tussen kleuters en ouders. Inrichten van ateliers DKO in de wijk, door de Stedelijke Academie.
Structuur blijft gelijk maar een overdracht van de coördinatiefunctie wordt voorbereid. Reflectie over: - Naamswijziging? - Hoe de betrokkenheid van niet onderwijspartners verhogen Ten gevolge van het aantreden van een nieuwe coördinator: een vlotte overgang en een goede verderzetting van het bestaande realiseren.
Coördinatiewissel: de stad neemt de coördinatie over, FTE zakt naar 50% Overdracht van de kinderbibliotheek van de coördinator naar een wijkorganisatie. De betrokkenheid van niet onderwijspartners blijft aandachtspunt.
Rol en functie van de coördinator uitklaren, met oog voor beschikbare tijd Helderheid van doelen voor alle betrokken partners bewaken Oog hebben voor verwachtingen van en meerwaarde voor niet-schoolse partners Blijvend aandacht besteden aan betrokkenheid leerkrachten en ouders Vinger aan de pols houden voor noden en kansen in de wijk Verkennen van mogelijkheden tot wisselwerking met andere Brede Scholen in de Stad Gent, zonder daarbij de eigenheid van het project te verliezen
II. Proefprojecten Brede School
9. KINDEROPVANG IN EEN BREDE SCHOOL – DENDERMONDE Het initiatief voor deze bredeschoolwerking gaat uit van een school voor beroeps- en technisch onderwijs. Deze school wil samen met haar partners meer reguliere en occasionele kinderopvangplaatsen creëren in de stad. Partners winnen erbij door het verhogen van de plaatsen voor kinderopvang in de stad. De school verbreedt de perspectieven van haar leerlingen uit verzorgende richtingen op de eigen tewerkstellingsmogelijkheden én hun reële kansen op tewerkstelling binnen de sector kinderopvang. Leerlingen van richtingen hout, bouw, elektriciteit,… worden actief betrokken bij het ontwerpen en inrichten van de drie nieuwe locaties voor de kinderopvang. Ex-leerlingen ‘kindzorg’ kunnen er tijdelijk aan de slag om ervaring op te doen. Enkele gegevens op een rij Coördinator School Coördinerende organisatie: secundaire school Fte: 50 % Statuut tewerkstelling: leerkracht Stadsdienst: nee Samenwerkingsstructuur Nieuw samenwerkingsverband sinds periode proefprojecten 6 partners Betrokken sectoren: Onderwijs (1), welzijn (1), werk (4: VDAB, UNIZO,…) Stuurgroep, maandelijks, onderwijs, welzijn, werk Thema/activiteitsgebonden werkgroepen Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject 2006 – 2007 Doel
2007 – 2008
2008 – 2009
Leer- en tewerkstellingskansen voor jongeren Leerlingen leer- en oefenkansen bieden met Idem een maatschappelijke functie als meerwaarde verhogen Inspelen op reële maatschappelijke noden (extra plaatsen kinderopvang, voorzien in occasionele opvang, winkeliers aandachtige klanten bezorgen.)
20 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School Inhoud
Algemeen opzet: - Samenwerking tussen leerlingen uit verschillende richtingen en medewerkers van diverse sectoren - Bijdragen tot een reële buitenschoolse context Concrete werking: Inrichting één kinderopvang: - Aannemingsopdracht voor leerlingen Hout, Elektriciteit en Basismechanica. - "sfeerinrichting" door leerlingen van Kindzorg - Voorbereiding winkelopvang: enquêtes door leerlingen ‘verkoop’
Organisatie
Samenstelling stuurgroep Opzet en mogelijkheden project intensief besproken. Verruiming en concretisering door de inbreng van de verschillende partners. Aandacht voor win-winsituatie en knowhow van iedere partner Einde werkjaar deelprojecten ‘Samenwerkende onthaalouders als link naar het werkveld’ en ‘Flexibele en occasionele kinderopvang’ klaar voor uitvoering. Deelproject ‘Opvang tijdens winkelen’ vraagt verdere uitklaring
Uitdagingen
Voor sommige partners verloopt de realisatie
21 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Start inrichten twee andere locaties voor kinderopvang door het zevende jaar Kindzorg en derde graad Sociaal Technische Wetenschappen - Opmeten door leerlingen Hout. - Uitwerken maquettes - Voorstellen aan de Stuurgroep - Bespreken buitenspeelplaats met bedrijf voor houten buitenspeeltuigen. - Stage buitenspeeltuigenbedrijf in Duitsland voor leerlingen Hout: productie en voorbereiding op plaatsing tuigen in najaar 2008 - Voorstellen inzake naam, logo, slogan door leerlingen ‘Verkoop’ Stilleggen van de uitvoering in afwachting van nieuwe reglementering Ism Dienst voor Onthaalouders plannen van rekrutering nieuwe onthaalouders voor beide locaties. Opzet: de stuurgroep komt minder samen als geheel. Er wordt meer gewerkt in werkgroepen per deelproject. Mogelijks veranderende regelgeving doet de stuurgroepwerking (tijdelijk) stilliggen. Twee partners - de school en de dienst voor onthaalouders (DOO) - volgden de regelgeving op de voet op. Een derde partner – UNIZO bleef betrokken bij de concrete uitwerking/voorbereiding van het project. Einde werkjaar: stand van zaken en hernieuwd engagement van alle partners. De effectieve uitvoering van het project kan doorgaan. De kwestie van timing blijft, verstekt door
Inrichting en afwerking van een van de locaties door leerlingen kindzorg en leerlingen Hout. - Leerlingen zevende jaar Kindzorg behouden overzicht over project en begeleiden leerlingen zesde jaar. - Voorbereiding en uitvoering feestelijke opening van de locatie. Aanwerven en begeleiding van onthaalouders door Dienst voor Onthaalouders: in totaal reeds 10 leerlingen gestart als onthaalouder sinds project. Start werking kinderopvang: juli 2009. Evaluatie gepland van de verhouding reguliere en occasionele opvangplaatsen. Planning inrichting derde locatie volgend werkjaar. Opvang tijdens het winkelen start in september 2009 Andere ad hoc samenwerkingen onder de partners: het fiets- en het busproject. Uitbreiding stuurgroep, betrokkenheid stedelijke diensten verhoogt. Om de werking in functie van kinderopvang te concretiseren en duurzamer te maken werd een nieuwe samenwerkingsstructuur opgezet. Samenkomsten gericht op concrete uitvoering en organisatie, met specifieke aandacht voor deelproject ‘opvang tijdens winkelen’.
Aandacht voor duurzaamheid en evaluatie van
II. Proefprojecten Brede School trager en minder productgericht dan men binnen de eigen organisatie gewoon is. Identificatie met doel van de school (leren en werk) leidt tot begrip. Onderlinge communicatie en zicht op geheel blijven bevorderen tijdens werken in werkgroepen. Duurzaamheid van de projecten? Zelfbedruipend? En nood aan flexibiliteit om te kunnen inspelen op schommelingen in de vraag om opvang.
22 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
tijdelijk stilleggen wegens veranderende regelgeving. Partners blijven echter geïnteresseerd.
de werkingen in functie van de doelen werd voorzien. Partners erkennen dat een samenwerking met een school loont maar ook trager verloopt dan ze binnen een eigen werking gewoon zijn. Doel is blijven zoeken naar nieuwe samenwerkingsverbanden of gezamenlijke projecten in functie van het leren van de jongeren, al of niet gekoppeld aan de werking van de kinderopvang. Aandacht voor de verspreiding van deze werking en project buiten het eigen samenwerkingsverband.
II. Proefprojecten Brede School
10.
KOLDER-TOF - GENK
In Kolder-tof wil men vanuit een breed samenwerkingsverband kinderen uit allochtone en/of kansarme gezinnen in de wijk gelijke kansen bieden op een brede ontwikkeling. Dit betekent dat men de sociale competenties en taalvaardigheid, culturele participatie en kansen op motorische en creatieve ontwikkeling van deze kinderen wil stimuleren. Men richt zich daarvoor enerzijds op een verrijking van het vrijetijdsaanbod, anderzijds op een bewustmakingsproces bij de ouders. Concreet gaat het bijvoorbeeld om de organisatie van een vrijetijdsmarkt, een aanbod op woensdagnamiddag voor kleuters, sensibiliserende uithangborden in de wijk,… Enkele gegevens op een rij: Coördinatie School Coördinerende organisatie: basisschool Sector: onderwijs FTE: 0% Statuut tewerkstelling: directie Stadsdienst: nee Samenwerkingsstructuur: Bestaand samenwerkingsverband vóór de periode proefprojecten Brede School 7 partners Betrokken sectoren: Onderwijs (1), welzijn (3), sport (1), andere sectoren (1: stadsdienst) Stuurgroep: maandelijks Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject 2006 – 2007 Doel
Taalvaardigheid en sociale competentie door de vrijetijdsmogelijkheden te verruimen. Voorstel voor taalbeleid van de gemeente wordt voorgesteld in het netwerk
23 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
2007 – 2008
2008 – 2009
Bevorderen van sociale competentie en taalvaardigheid wordt duidelijker ter sprake gebracht: men vergadert bvb rond hoe elke partner dit in zijn werking waar maakt.
Nog meer aandacht voor gelijkgerichtheid ivm sociale competentie, ouderbetrokkenheid en taalvaardigheid
II. Proefprojecten Brede School Inhoud
Organisatie
Uitdagingen
Bestaande koldertofinitiatieven worden verder gezet (bie-ba-boek, kinder-en jeugdwerking op de wijk, activiteiten van speel’wij’, doekenproject) Nieuwe bredeschoolactiviteiten worden georganiseerd: samenwerking met CC rond voorstellingen voor kinderen en hun ouders; organisatie van de vrijetijdsmarkt. Aansturing door directie van de school + CEP. Bestaande werkgroep neemt bsschoolwerking op. Weinig geëxpliciteerde verwachtingen tav partners Focus van het netwerk ligt op de te organiseren activiteiten en op uitwisseling. Een groot deel van de uitwerking komt vooral op de schouders van het coördinatieteam te liggen. Betrokkenheid van ouders en wijkbewoners is teer punt. Werking BS goed afbakenen. Partners medeeigenaar maken. Planmatig werken. Participatie wijkbewoners en moeilijk bereikbare ouders. Band tussen activiteiten en doel toetsen. Hiaat is vrijetijdsaanbod voor kleuters.
24 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Er worden zichtbaar meer acties gerealiseerd Aanbod voor kleuters en hun ouders. Werking jeugdvoetbal is een knelpunt Er is een leemte op vlak van een structureel en duurzaam aanbod voor de oudere kinderen. Men zet sterk in op sensibilisatie van ouders, betrekken van vaders blijkt moeilijk. Bredeschoolwerking (vrijetijdsgebeuren van de kinderen) en werking Koldertof (ruimere wijkgebeuren) worden meer gescheiden. Men werkt planmatiger, maar er blijft nood aan een planning die ook op lange termijn is gericht. Coördinatie van deelactiviteiten door verschillende personen van school en CEP. Nog onduidelijkheid over taak van elke partner. Nood aan een coördinatiefunctie die ruimte en mandaat van alle partners heeft. Zelfde uitdagingen als in 2006-2007. Doelen vrijetijdsmarkt – informeren en sensibiliseren uitzuiveren. Bekijken van aanbod van verschillende deelwerkingen in relatie tot doel. Aanbod voor oudere kinderen. Tijd en aandacht voor coördinatie, nood aan delen van lasten met partners. Oog voor zowel product als proces.
Gesprekken aanbod oudere kinderen. Men gaat na welke ouders men moeilijk bereikt; vaders worden meer betrokken via bvb sportdag voor kleuters en vaders. Kunstproject “mensen en buurt in beeld” Speelwij: ‘babbelma’-project
De werkgroep vergadert meer over gezamenlijke visie en rode draad. Coördinatie overlegt regelmatiger. In het planningsdocument is duidelijk een taakverdeling aangegeven. Er is heel wat dynamiek vanuit de afzonderlijke partners.
Structureel werken rond de doelen. Doelgerichtheid: waar wil men op educatief vlak met deze wijk naartoe? Proces van samenwerkingsverband Verantwoordelijken stadsdiensten betrekken. Planning in km, m, cm, mm Ouderbetrokkenheid als gezamenlijke ambitie. Betrokkenheid leerkrachten.
II. Proefprojecten Brede School
11.
LEREN³ - STUDIEONDERSTEUNING AAN HUIS – ST-NIKLAAS
De Kaho St-Lieven wil de wil studenten uit de lerarenopleiding de mogelijkheid bieden om competenties te ontwikkelen in het omgaan met kinderen en ouders uit diverse sociaal-culturele milieus. Daartoe krijgen eerstejaars studenten de kans om via huiswerkbegeleiding op school kansarme leerlingen te ondersteunen. Derdejaarsstudenten kunnen een traject rond studieondersteuning aan huis doorlopen, zodat ze tevens in contact komen met de ouders en met de thuissituatie van de leerling. De Kaho werkt hiervoor samen met samenlevingsopbouw St-Niklaas. Er is ook een stuurgroep ingericht die een functie heeft als klankbord voor het project. Enkele gegevens op een rij: Coördinatie: School Coördinerende organisatie: hogeschool Sector: onderwijs Fte: 50% + 10% ondersteuning Statuut tewerkstelling: contractueel Stadsdienst: nee Samenwerkingsstructuur: Nieuw samenwerkingsverband sinds proefprojecten brede school 8 partners Betrokken sectoren: onderwijs (5), jeugd (1), welzijn (2) Stuurgroep: tweemaal per jaar Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject: 2006 – 2007 2007 – 2008
2008 - 2009
Doel
Doelen blijven gelijk.
Doelen blijven gelijk.
1ste jaars: huiswerkbegeleiding in hun
Activiteiten blijven gelijk
Inhoud
Student: competentie-ontwikkeling in het omgaan met kinderen en ouders uit diverse socio-econ.milieus Ouders: schoolbetrokkenheid en ondersteunende vaardigheden Kind: bevorderen metacognitieve vaardigheden en creëren van een positieve leeromgeving Verkennen van mogelijkheden en valkuilen mbt
25 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School
Organisatie
Uitdagingen
studieondersteuning aan huis 1ste jaars: huiswerkbegeleiding op stageschool na de schooluren Coördinator aangesteld door kaho (fte 20%) Oprichten van een stuurgroep die 2x per jaar samenkomt om feedback te geven op het proces. Samenwerking met stagescholen om de studieondersteuning aan huis te laten doorgaan. Overgaan naar actie Voldoende ondersteuning bieden voor studenten Oog hebben voor communicatie met en tussen school, ouders en kind Naast meerwaarde voor de opleiding ook oog hebben voor de meerwaarde voor de betrokken partners
26 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
stageschool 3de jaars: studieondersteuning aan huis (15x 1u), gezamenlijk start, reflectie en slotmoment. Structuur blijft dezelfde maar met wissel van coördinator en extra ondersteuning door samenlevingsopbouw vzw rond de thematiek van kansarme gezinnen.
+ voorbereiden integratie in curriculum voor alle studenten
Meer duidelijkheid en inhoudelijke ondersteuning voor de studenten Afstemmen van de verwachtingen van de opleiding, de basisscholen en de ouders. Scholen en gezinnen dichter bij elkaar brengen Naast meerwaarde voor de opleiding ook oog hebben voor de meerwaarde voor de betrokken partners
Het project wordt structureel ingebed in de lerarenopleiding, en heeft duidelijke verdiensten op vlak van breed leren. Maar om verder te groeien naar een brede school zullen verdere stappen nodig zijn bv rond samenwerking tussen onderwijs en welzijn ifv gezinsondersteuning. Vraag is of de lerarenopleiding hiervoor de beste coördinator is.
Structuur blijft dezelfde, maar opnieuw coördinatiewissel. Samenlevingsopbouw ondersteunt een laatste keer, zoektocht naar nieuwe externe ondersteuner start op.
II. Proefprojecten Brede School
12.
MARCO POLO GOES XXL - ANTWERPEN
Marco Polo goes XXL wil de leerlingen die in SISO 2 Marco Polo school lopen een stevige basis bieden voor een geslaagde integratie in en deelname aan de maatschappij. Men stelt zich tot doel het wederzijds begrip tussen de leerlingen en de diverse actoren te verbeteren en het zelfbewustzijn en zelfbeeld van de leerlingen en hun familie te vergroten. Om dit te kunnen realiseren biedt men de leerlingen een brede waaier aan activiteiten aan en probeert men de samenwerking met de ouders en buurt te verbreden. Hiervoor wordt uitgebreid samengewerkt met verschillende partners. Enkele gegevens op een rij: Coördinatie School Coördinerende organisatie: Secundaire school Sector: onderwijs FTE: 0% Statuut tewerkstelling: directie Stadsdienst: nee (wel stedelijke school) Samenwerkingsstructuur: Bestaand samenwerkingsverband voor de periode proefprojecten Brede School 13 partners Betrokken sectoren: Onderwijs (5), cultuur (1), welzijn (4), sport (2), andere sectoren (1: Steunpunt Allochtone Meisjes en Vrouwen) Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject: 2006-2007 2007-2008 Doel
Doel: integratie in en deelname aan de maatschappij, alsook werken aan zelfbeeld lln. Dit doel wordt omgezet naar 4 deelgebieden. Brede School = middel tot maatschappelijk relevant leren en op goede manier lesgeven.
27 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
De doelen blijven overeind.
2008 – 2009 Als er zich nieuwe zaken aandienen, bekijkt men of het relevant is in functie van datgene wat men wil bereiken.
II. Proefprojecten Brede School Inhoud
Organisatie
Uitdagingen
Reeds vele intiatieven met partners ifv authentieke leercontexten. Wel versnipperd. Initiatieven stijgen in aantal en in soort, men situeert de activiteiten in 4 deelgebieden. Deelgebied leerling-vrije tijd is nieuw. Gezondheidsproject ‘Marco Polo XXS’ komt erbij Derdegraadsopleiding gezinsmanagement wordt opgestart (deelgebied leerling-school). Sterke band binnenschools en buitenschools leren. Men ondervindt nood aan plan vr ouderbetr.heid Het klusjesatelier komt moeilijk van de grond. School staat centraal; coördinatie van het project ligt bij directie en coördinator OKAN De leerkrachten werken bilateraal met partners. Er is niet één netwerk dat het geheel aanstuurt. Acties krijgen meer aandacht dan visie, reflectie. Aandachtspunten voor de organisatie zijn: het helikopteroverzicht bewaren, doordachte keuzes maken om de veelheid realistisch af te bakenen. Planmatigheid, communicatie met alle betrokkenen Band met buurt bij keuze partners. Streven naar meer verbindingen tss partners.
28 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
De werking wordt meer afgebakend. Bepaalde activiteiten worden geschrapt of geheroriënteerd: klusjesatelier met vaders, retouche-atelier. Er komt meer ordening in het geheel
Op vlak van ouderwerking werkt men via het TheeMacafé. Men gaat daarbij op zoek naar externen (zoals Open School) die in dit kader thema’s kunnen opnemen. Ivm de vrijetijdswerking werkt men nu ook expliciet aan doorstroming naar clubs, het informeren van ouders. Het klusjesatelier heeft zijn draai gevonden en werkt zeer goed.
Men tracht dunne draadjes te weven tussen partners. Er is echter weinig nood aan het structureel samenbrengen van partners. Men gaat meer gericht op zoek naar partners in de buurt. Buurt is ook vragende partij Voor elk deelgebied afspRaak wie van het schoolteam de verantwoordelijke is. Vergaderingen ingebouwd in schoolwerking.
Organisatie van het vrijetijdsaanbod door de sportleerkracht bleek te zwaar. Er is samenwerking met Buurtsport om dit op te vangen, maar dit loopt niet altijd vlot. Ze volgen OKAN op, maar men is er niet in geslaagd in de vrije tijd een vast sportmoment op de school te realiseren.
Doordachte keuzes in de veelheid Reflectie hoe elk deelproject bijdraagt tot doel. Participatiemogelijkheden voor jongeren. Verbindingen tussen partners.
Communicatie tussen leerkrachten.
II. Proefprojecten Brede School
13.
NETWERK IMS – BORGERHOUT
Het Instituut Maria Stella Sint Agnes neemt in het Netwerk IMS het voortouw om samen met andere partners de negatieve spiraal te doorbreken waarin heel wat Borgerhoutse jongeren zich bevinden. Het motto luidt: op heel veel fronten actie ondernemen zodat de jongeren en de buurt merken dat er voortdurend dingen in beweging zijn en dat ze daar deel van uit kunnen maken. Men wil op verschillende vlakken een dynamiek op gang brengen: jongeren meer kansen geven tot vrijetijdsbesteding (jongerencafé, zaalvoetbaltornooi, fitness, vaste samenwerking met buurtsport, jobkids,…), leerlingen, ouders en de buurt meer betrekken bij het schoolgebeuren via oa een project met kunstencentrum ROMA,... Enkele gegevens op een rij: Coördinatie: School Coördinerende organisatie: Secundaire school Sector: onderwijs FTE: 50% Statuut tewerkstelling: leerkracht Stadsdienst: nee Samenwerkingsstructuur: Nieuw samenwerkingsverband 10 partners Betrokken sectoren: Onderwijs (1), cultuur (1), jeugd (1), welzijn (2), sport (1), werk (3), andere sectoren (1: district Borgerhout) Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject: 2006-2007 2007-2008 Doel Jongeren een brede gerichtheid op de Doelen blijven overeind maatschappij en de buurt meegeven. Werken aan vrijetijdsbesteding van jongeren, ouder- en buurtbetrokkenheid en de uitbouw van het netwerk.
29 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
2008 – 2009 Doelen blijven overeind
II. Proefprojecten Brede School Inhoud
Organisatie
Uitdagingen
Verderzetting van activiteiten die school vroeger reeds deed ism partners. Heel wat nieuwe activiteiten op touw gezet (vooral rond vrije tijd). Nieuwe initiatieven rond ouder- en buurtbetrokkenheid zoals politieke debatten. Projecten, activiteiten hebben onderling vaak weinig met elkaar te maken. Bredeschoolcoördinator wordt aangenomen (functie in de school). Coördinator, directeur en 1 leerkracht dragen het project. Het schoolgebeuren staat centraal. Geen input van andere sectoren in de aansturing van het project. Er zijn tal van bilaterale samenwerkingen die een bepaald onderdeel mee dragen. Men bouwt deels verder op de contacten die men vroeger al had en zet deze verder. Er is ook een uitbreiding met nieuwe samenwerkingen. Sommige leerkrachten engageren zich. Verder is het moeilijk om leerkrachten te betrekken. Binnen deelwerkingen groeien naar netwerk partners. Andere sectoren dan onderwijs betrekken bij aansturing. Verbindingen tussen verschillende activiteiten en koppeling naar doel maken. Verbindingen tussen binnenschoolse en buitenschoolse gebeuren. Participatie leerkrachten en leerlingen.
30 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Een aantal werkingen geraken structureel ingebed (samenwerking met JOBkids, buurtsport, jongerencafé) Het project Borger Oud op Nieuw neemt een start met projectdagen.
Borger Oud op Nieuw neemt in het eerste trimester veel ruimte in. De activiteit wordt een succes. Het jongerencafé heeft een bereik van 40 jongeren (tov +- 5 bij de start)
nieuwe coördinator, taakverdeling in het coördinatieteam verloopt vlotter. Het coördinatieteam neemt veel uitvoerend werk op zich. Alles opvolgen is echter te veel. Structurele samenwerking met buurtsport en JOBkids. Intense samenwerking met Rataplan ifv ‘Borger Oud op Nieuw’ start op. De leerkrachten ervaren meerwaarde van de bredeschoolwerking. Groot verschil in de 2 vestigingsplaatsen. Nieuwe partners vinden de weg naar de school. Personeelswissel bij aantal partners. Dit bemoeilijkt de samenwerking. Reflectie op werking inbouwen: in coördinatieteam, met partners, met jongeren. Succesfactoren van projectwerking structureel maken. Schoolgebeuren blijft zeer centraal staan… Nieuwe vragen vanuit partners aftoetsen aan doel werking.
Een regisseurswissel bij Rataplan ifv ‘Borger Oud op Nieuw’ vertraagt het proces. Het coördinatieteam neemt na ‘Borger Oud op Nieuw’ meer tijd om terug te blikken, te evalueren Men weet IMS nog meer te vinden als Brede School.
Zorgen voor meer ouderbetrokkenheid, daar waar nodig. Communicatie met leerlingen, leerkrachten, partners om ‘resultaten’ zichtbaar te maken. Vaste vergadermomenten voor aansturing werking.
II. Proefprojecten Brede School
14.
OP NAAR NIEUW GENT – GENT
Dit proefproject is ontstaan uit voormalige projecten en samenwerkingen in de buurt. Het draait voornamelijk om actieve kunstbeleving op school en in de buurt in samenwerking met kinderen, leerkrachten, ouders en buurtbewoners. Begeleid door een stedelijke cel voor onderwijs en cultuur. In tweede instantie was er een werking mbt meertaligheid op school en thuis, in samenwerking met ouders en leerkrachten kleuteronderwijs. Begeleid door een integratiecentrum. Beide deelprojecten zoeken afstemming op elkaar en op het ruimere overleg rond opvoeding en onderwijs in de wijk. Enkele gegevens op een rij Coördinator Niet-school Coördinerende organisatie: Pedagogische Begeleidingsdienst Sector: onderwijs Fte: 20 % Statuut tewerkstelling: Contractueel bediende Stadsdienst: ja Samenwerkingsstructuur Nieuw samenwerkingsverband sinds periode proefprojecten 9 partners Betrokken sectoren: Onderwijs (3), cultuur (2), jeugd (1), welzijn (3) Stuurgroep, trimestrieel, onderwijs Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject 2006 – 2007 Doel
Actieve wisselwerking tussen school, buurt en ouders. In functie van muzische competenties en omgaan met meertaligheid thuis en in de klas.
31 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
2007 – 2008
2008 – 2009
Wisselwerking school-omgeving: Kinderen en buurtbewoners geven expressie aan hun beleving van hun omgeving. Schoolteams een positievere kijk doen krijgen op de buurt. Binnen Méér Taal inhaken op nood van een van de scholen: kwalitatief werken met voor hen nieuwe groepen.
Wisselwerking school-omgeving Verbreden aanbod in de wijk
II. Proefprojecten Brede School Inhoud
Tav kinderen: ‘Kunstkaravaan op school’: beeldenkunsten op school Buitenschools aanbod drama Deelname aan activiteiten in de buurt: garageboxen schilderen, stoet,… Tav leerkrachten, ouders en/of buurtbewoners. Méér Taal – met activiteiten voor leerkrachten en voor ouders van het kleuteronderwijs. ‘Wijktv’ - sociaal-artistiek werk ism buurtbewoners
Organisatie
Aandacht voor de inhoudelijke werking van elk deelproject apart. Stuurgroep Brede School bestaat uit samenwerkende scholen, WOCK en ING. Geen expliciete coördinatie. Vragen op vlak van netwerk: Meer onderlinge samenwerking tss deelprojecten en andere Het betrekken van buurtpartners bij de stuurgroep Nood aan coördinatie van het geheel.
Uitdagingen
De verschillende deelprojecten grotendeels los van elkaar. Uitdaging is het zoeken naar meer
32 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Tav kinderen: kunstenprojecten in de buurt, of in de ruimere stedelijke omgeving. Mr Bailly in het Museumvoor Schone Kunsten (MSK). Leerlingen derde leerjaar van twee scholen Beeldendekunstenproject in een derde basisschool. Media: leerlingen van de derde graad van twee scholen Buitenschoolse dramalessen. Tav leerkrachten, ouders en/of buurtbewoners. ‘Méér Taal Mini-project ‘Voorlezen met ouders’ Themamomenten in de klas met ouders, leerkrachten en kinderen. Vormingen voor ouders op wijkniveau over meertaligheid. Taalbeleid op school ‘wijktv’ Gemeenschappelijke folder van het aanbod in de wijk Beperkte deelname van een nieuwe partner: basisschool Het Prisma. Neemt geen deel aan de stuurgroep Vragen blijven op vlak van coördinatie en communicatie: Onder de partners en de scholen, uitwisseling binnen de scholen, tussen de scholen onderling en tussen de deelprojecten onderling. aansluiting stuurgroep en wijkoverleg: doel, opdracht, verhouding tussen beide,… Vorige uitdagingen blijven bestaan. Duurzaamheid: wie zal kunstprojecten verder
Tav kinderen Muziek voor jonge kinderen (en ouders)? Spokentocht Sportnamiddag Vrijetijdsaanbod voor kleuters in de wijk Actieve deelname aan wijkstoet/buurtfeest door basisscholen Tav buurt en jongeren Project tav senioren ism bibliotheek, Ambrosia’s Tafel rond laaggeletterdheid en klligrafie Ambrosia’s Tafel ism vzw Jong een aanbod voor jongeren uit de buurt: beatbox, graffiti,…
1/5de coördinator aangesteld Meer samenwerking met basisschool Het Prisma Uitwisseling tussen schoolteams gepland maar niet doorgegaan Voortzetting wijkoverleg? OOVO-werkgroep werd stopgezet. Vzw Jong wil op wijkniveau een werkgroep Jeugd gestalte geven. Hiervoor voeren ze een SWOT-analyse uit.
Vorige uitdagingen blijven bestaan. Dé uitdaging is het bepalen van de doelen van
II. Proefprojecten Brede School samenwerking en uitwisseling. Prioriteiten tijdens de reflectie: de betrokkenheid van de schoolteams bij de Brede School en duiden binnen de bredeschoolfilosofie, benutten van ouders; coördinatie en onderlinge communicatie. Dit heeft consequenties voor de samenstelling en frequentie van de stuurgroep
33 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
opnemen? werking van de scholen ten aanzien van de buurt? een plaats voor visieontwikkeling? Scholen willen meer sámen dingen oppakken in plaats van elk apart met dezelfde partner. Betrokkenheid van schoolteam verhogen. Nood aan vast aanspreekpunt, aan coördinatie.
Brede School in Nieuw Gent en samenhangend het zoeken naar buurtpartners. Nood aan meer coördinatie en aan gezamenlijke planning. 1/5de coördinator is niet voldoende.
II. Proefprojecten Brede School
15.
SPELEN IN VERBONDENHEID - BRUSSEL
In de Brusselse wijk Kuregem leveren een heleboel mensen zowel in het onderwijs als daarbuiten al jarenlang inspanningen om kinderen zoveel mogelijk ontwikkelingskansen te bieden. De basisschool Voorzienigheid wil met dit proefproject het welbevinden van haar leerlingen vergroten en de ouders meer betrekken bij het schoolgebeuren. Ze wil dit doen door bestaande samenwerkingsverbanden te versterken en met elkaar te verbinden in een platform van partners. In het proefproject staan spel en sport centraal, zowel tijdens de middagpauze, na school als op zaterdagnamiddag. Bij het spelen vormt de aandacht voor taalstimulering een rode draad Enkele gegevens op een rij Coördinator School Coördinerende organisatie: Basisschool Sector: Onderwijs FTE: 50% Statuut tewerkstelling: leerkracht Stadsdienst: nee Samenwerkingsstructuur Nieuw samenwerkingsverband sinds proefprojecten Brede School 6 partners Betrokken sectoren: jeugd (2), welzijn (1), sport (1), werk (1), cultuur (1) Stuurgroep: maandelijks Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject 2006 – 2007 Doel
De school wil samen met haar partners kinderen kansen bieden tot Het ontwikkelen van sportieve, creatieve en speelvaardigheden Taalontwikkeling Nederlands in een nietschoolse sfeer Om zo tegemoet te komen aan de beperkte speelmogelijkheden, in het Nederlands, voor kinderen
34 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
2007 – 2008
2008 - 2009
Globale doelstelling van de werking blijft overeind + mogelijkheden verkennen voor het bieden van kansen aan àlle kinderen uit de buurt
Globale doelstelling van de werking blijft overeind
II. Proefprojecten Brede School
Inhoud
in de buurt. Opzetten van een vrijetijdsaanbod voor leerlingen van de school tijdens de middagpauze.
Naast de middagactiviteiten wordt gewerkt aan een aanbod van: Naschoolse activiteiten in samenwerking met de buitenschoolse opvang en buurtsport Weekendwerking van jeugdbeweging KSJ, school dient als locatie maar ook voor kinderen uit de buurt. Tevens opleiding van begeleiding uit de buurt.
Het aanbod van middag- en naschoolse activiteiten blijft verder lopen, tevens aandacht voor: Het organiseren van een carnavalfeest met de partners Het openen van een sociaal restaurant op school Voor ouders: moedergroep, gym, computerinitiatie, ism KAV
Organisatie
Coördinator vanuit de school (FTE 50%) Stuurgroep met buurtorganisaties, getrokken door de school. Komt maandelijks samen. Spanningen rondom een buurtpartner die niet aan de samenwerking wenst deel te nemen, bemoeilijkt het realiseren van een brede werking voor alle kinderen uit de buurt
Organisatiestructuur blijft dezelfde Leerkrachten worden betrokken bij het opzetten van middagactiviteiten Twee partners minder betrokken wegens financieringsproblemen KAV treedt toe als nieuwe partner
Organisatiestructuur blijft dezelfde
Uitdagingen
Verder uitwerken en diversifiëren van het vrijetijdsaanbod voor de kinderen Het betrekken van nieuwe mensen: kinderen uit de buurt en van andere scholen, andere partners en scholen uit de buurt, de ouders, het schoolteam
Dezelfde uitdagingen blijven overeind.
Verkennen en uitbouwen van verbindingen tussen binnen- en buitenschools leren Bekijken van rol en plaats van de school in functie van een brede samenwerking in de wijk Bevorderen van participatie van ouders ifv een sterkere leer- en leefomgeving
35 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School
16.
SPORT MAAKT SOCIAAL (SMS) – HASSELT
Het proefproject SMS Hasselt vertrekt van de ervaring dat sport een positieve invloed heeft op de ontwikkeling van kinderen. Daartegenover staat de vaststelling dat doelgroepleerlingen veel minder sporten in verenigingsverband. De basisschool en de middenschool Lyceum Hasselt willen hun leerlingen de kans bieden om zich breed te ontwikkelen via een uitgebreid sportaanbod zowel op school als buitenschools. Beide scholen werken samen met de lokale sportclubs om ervoor te zorgen dat de sportieve begeleiding van de leerlingen op een professionele manier gebeurt en de leerlingen zo ook laten proeven van het sporten in verenigingsverband en dus de drempel naar de sportclubs verlagen. Verder neemt men ook initiatieven rondwetenschap, vrije tijd, muzische opvoeding. Enkele gegevens op een rij: Coördinatie School Coördinerende organisatie: basisschool Sector: onderwijs FTE: 0% Statuut tewerkstelling: directie Stadsdienst: nee Samenwerkingsstructuur Nieuw samenwerkingsverband sinds proefprojecten Brede School 7 partners Betrokken sectoren: sport (5), andere sectoren (2: Natuur en Wetenschap, Stadsdienst) Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject: 2006-2007 2007-2008 Doel
Kennismaken met verschillende soorten sporten en optrekken van het aantal sportmomenten staat centraal Gericht op alle leerlingen van de school en op kansarme kinderen en jongeren in het bijzonder. Vooral niet-doelgroepleerlingen zijn buitenschools lid van een sportclub.
36 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Uitdrukkelijker aandacht besteed aan de bijdrage van sporten voor welbevinden en de sociale competenties van leerlingen. Doelen uitgebreid met cultuur, natuur en wetenschap zodat kinderen/jongeren een zinvolle vrijetijdsbesteding vinden.
2008 – 2009 Doelen ivm ‘sport’ uitgebreid naar ‘gezondheid’ => SMS= (1) natuur en wetenschap; (2) sport en gezondheid; (3) cultuur Cultuur in aandacht brengen als zinvolle vrijetijdsbesteding en aandacht voor cultuur in kansarme gezinnen verhogen.
II. Proefprojecten Brede School Inhoud
Organisatie
Uitdagingen
Accent op sportinitiaties en sportlessen binnen de schoolmuren en schooluren. Deelname buitenschoolse sportactiviteiten. School stelt sportinfrastructuur en materialen ter beschikking aan een goedkopere prijs. Financiën van het project vooral gericht op aankoop van materiaal en betaling extern personeel dat een aanbod op school verzorgt. Men werkt aan ouderbetrokkenheid. Aansturing door directies, leerkrachten. Brede School is onderdeel van het GOK-beleid van de school Formele bijeenkomst met sportclubs via sportraad; informele contacten per sportclub; contact met Stedelijke sportdienst. Samenwerking met sporthumaniora en sporttopschool Hasselt. Planning en netwerkvorming met sportclubs moeizaam. Meer werk maken van netwerkvorming. Sport als invalshoek uitbreiden. Werken aan relatie scholen – omgeving.
37 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Naast sport, ook wetenschap en natuur, muzische vorming als invalshoek bij activiteiten Het aantal contacten tussen lagere school en ouders verhoogt.
Middenschool: Deelname aan SNS-project. Aparte sportmomenten voor allochtone meisjes, aansluitend bij hun leefwereld. Activiteiten rond milieu Variéténamiddag door leerlingen van de drie scholen van de campus in cultuurcentrum. Culturele activiteiten
Samenwerking met sportdienst van Stad Hasselt. Samenwerking met externe organisaties: vzw Natuur & Wetenschap en Arktos. Opstart afdeling met sportkledij en sportuitrusting in de kringwinkel Men tracht te werken aan netwerkvorming met sportclubs, maar dit blijft moeilijk.
Vanuit het LOP Hasselt is er interesse om de werking uit te breiden. Vanuit het LOP kan er waarschijnlijk een coördinator aangesteld worden. Samenwerking met sportdienst van Stad Hasselt groeit verder.
Aandacht voor netwerk, o.m. met sportclubs. Onderzoeken hoe werking kan verdergezet worden na wegvallen middelen (aangezien deze voor infrastructuur en personeel worden gebruikt).
Uitdagingen voorbije jaren blijven.
II. Proefprojecten Brede School
17.
VLAGGEN EN WIMPELS PLUS - ANTWERPEN/BOOM/MAASMECHELEN/GENK
Vlaggen en Wimpels ging in 1998 van start als project rond actieve kunstbeoefening en buurtgerichte actie in basisscholen. Het project is bestemd voor scholen met een hoge concentratie aan allochtone leerlingen en/of scholen in kansarme wijken. Kunstenaars gaan aan de slag in de school en gaan samen met het team de uitdaging aan om de relatie met de buurt (nieuw) leven in te blazen en dit tegelijk te vertalen naar het leerproces van de leerlingen. Met de opkomst van het Brede School-concept in Vlaanderen groeide de vraag naar het potentieel van de gehanteerde methodieken en opgedane ervaringen. Vier basisscholen gingen de uitdaging aan om dit verder te verkennen. Ze hebben hun buurtgerichte werking in kaart gebracht, geanalyseerd en van daaruit werkpunten geformuleerd voor de verdere werking. Cultuurparticipatie van de kinderen en bewoners in de wijk krijgt daarbij prioritaire aandacht. Tevens wisselen de scholen ervaringen uit, doen ze aan visieontwikkeling en bezoeken ze brede scholen in Nederland die eveneens een focus leggen op kunst en cultuur. Enkele gegevens op een rij Coördinatie Niet school Coördinerende organisatie: De Veerman vzw, een kunsteducatieve organisatie Sector: cultuur FTE: 40% Statuut tewerkstelling: Contractueel Stadsdienst: nee Samenwerkingsstructuur: Bestaand samenwerkingsverband 4 partners Betrokken sectoren: Onderwijs (4) Samenkomst met de scholen: trimesterieel Een overzicht van inhoud en evoluties binnen het proefproject: 2006 – 2007 2007 – 2008
2008 - 2009
Doel
Doelen blijven dezelfde
Voorop staat het ontwikkelen van individuele talenten van kinderen met focus op creativiteit en muzische competenties. Vier scholen hebben een ‘tijdelijk project kunstinitiatie’ waarbinnen ze in samenwerking met een kunstenaar met de leerkrachten en
38 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Doelen blijven dezelfde
II. Proefprojecten Brede School
Inhoud
Organisatie
Uitdagingen
leerlingen kunstzinnig aan de slag gaan. Binnen het proefproject Brede School worden over de vier scholen heen bijkomende acties opgezet met de bedoeling de werking verbreden en verdiepen. Analyse buurtgericht werken: de scholen brengen in kaart met welke partners ze waarrond samenwerken. Waar is men sterk in? Waar liggen nog mogelijkheden? Wat kan beter? Cultuurdagboekje: leerlingen duiden in een dagboekje aan wat ze doen na schooltijd. Dit om een beter zicht te krijgen op de vrijetijdsbesteding van de leerlingen, en om vooroordelen die daar rond bestaan aan de realiteit af te toetsen. Visie-ontwikkeling rondom Brede School Centraal staat de uitwisseling tussen 4 scholen De Veerman vzw coördineert het overkoepelende project Overleg tussen kunstenaars Per school zijn betrokken: een interne coördinator (leerkracht), de directie, de kunstenaar verbonden aan de school Iedere school heeft diverse samenwerkingsverbanden met externen Het bevorderen van participatie van de kinderen zowel bij doelbepaling als bij het uitwerken van activiteiten. Het in kaart brengen van de gehanteerde methodieken die mee vorm en invulling geven aan een brede én kwaliteitsvolle leer- en leefomgeving. De resultaten uit de sterkte/zwakte-analyse omzetten in haalbare doelen en integreren
39 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
Acties over de vier scholen heen: Opstart muzisch-creatieve hoek: het organiseren van een hoek in de klas waarin leerlingen zelfstandig creatief aan de slag gaan Voorbereiden publicatie over de ontwikkelde kunstzinnige methodieken binnen de scholen Visieontwikkeling: bezoek aan Brede Scholen en kunsteducatieve organisatie in Nederland
Acties over de vier scholen heen: Verdere introductie muzisch-creatieve hoek Visieontwikkeling: breed leren Professionalisering leerkrachten mbt creatief en muzisch werken Verdere voorbereiding publicatie Participatie: bevraging leerkrachten, deelprojecten per school
Structuur blijft dezelfde
Het overleg tussen kunstenaars valt weg
De bestaande werking, die haar strepen al ruimschoots heeft verdiend, werd verder gezet. Het wordt een uitdaging voor de Vlaggen-enWimpelsscholen om – indien ze dat wensen een stap verder te gaan en in te spelen op de kansen en mogelijkheden die hen worden aangereikt.
De verhouding tussen Brede School en Vlaggen en Wimpels blijft een uitdaging. De betrokken scholen kunnen andere Brede Scholen inspireren in het opzetten van schoolinterne brede (muzische) leerprocessen en buitenschoolse verbindingen op dat vlak. Maar ook daarnaast is er nog veel potentieel. Al moet gezegd dat deze scholen ook op andere terreinen erg actief zijn, maar dat dit buiten het
II. Proefprojecten Brede School binnen het ganse Vlaggen en Wimpelsgebeuren, met oog voor de betrokkenheid van leerkrachten daarbij.
40 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
opzet van dit proefproject bleef.
II. Proefprojecten Brede School
B. ‘PROJECTFOTO’: ALGEMENE STAND VAN ZAKEN PROEFPROJECTEN Aan de hand van feitelijke gegevens over de proefprojecten heen proberen we u in dit deel een algemeen beeld te schetsen van de effectieve vormgeving(en) van Brede School. Het is een eerder globale schets van hoe de drie elementen van het referentiekader Brede School in de praktijk vertaald worden. Meer concreet: - Het samenwerkingsverband: Wat is de samenstelling van het samenwerkingsverband en de functie en rol van de coördinator in de realiteit? - Het werken aan een brede leer- en leefomgeving: Wat zijn de meest relevante georganiseerde activiteiten en de specifieke doelen en doelgroepen ervan? - Het werken aan maximale ontwikkelingskansen: Wat zijn de doelstellingen van de bredeschoolprojecten? Voor deze stand van zaken, vroegen we de coördinatoren van de 17 proefprojecten Brede School elk een beschrijvende ‘projectfoto’ van hun bredeschoolproject in te vullen, zoals het er op dat moment - na drie jaar werking als proefproject - uitzag.
1. HOE ZIET HET SAMENWERKINGSVERBAND ERUIT ? 1.1.
WELKE PARTNERS ZIJN BETROKKEN ?
Per project zijn er gemiddeld acht partners betrokken. Het aantal partners varieert van vier tot tweeëntwintig partners per project. Het gaat om partners uit vooral de onderwijs en welzijnssector. Verder zijn ook de cultuursector en in sommige projecten ook stadsdiensten (maar liefst 34%, gemiddeld drie partners per project zijn deel van een stad of gemeente), de sport-, jeugd- en arbeidssector vertegenwoordigd. 47
aandeel_onderwijs
37
aandeel_welzijn
23
aandeel_cultuur
18
aandeel_andere
16
aandeel_sport
15
aandeel_jeugd
10
aandeel_werk
0
10
20
30
40
50
Sum
Binnen deze sectoren gaat het vooral om actoren waarvan de werking focust op leren of de relatie met de omgeving of buurt. Met andere woorden spreken de bredeschoolproefprojecten vooral die actoren aan, waarvan de (of bepaalde) bredeschooldoelstellingen reeds in de eigen kernopdracht van de organisatie vervat zitten. Bijvoorbeeld basisonderwijs, maar ook schoolopbouwwerk, buurtgerichte werkingen als samenlevingsopbouw en buurtcentrum en/of buurtsport zijn relatief sterk vertegenwoordigd. De meeste partners zijn ook sterk inhoudelijk betrokken bij de bredeschoolwerking. Niet alleen zijn de meeste partners betrokken partij omdat het hen winst oplevert (gemiddeld vier partners per project). Partners zijn over het algemeen ook sterk betrokken bij de vormgeving van het concept Brede School (gemiddeld vier partners per project) waarvan een derde ook inspraak heeft over financiën. De meeste partners voeren activiteiten uit voor kinderen of jongeren (94 van 154 partners die activiteiten uitvoert).
41 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School Eén derde van het totaal aantal respondenten (60 van 154) voert activiteiten uit voor ouders en/of buurtbewoners.
75
meedenken excl financiën
39
meedenken incl financiën
aandeel_meedenken_ meeopvolgen
14
0
20
40
60
80
60
80
Sum
79
uitvoeren act kijo winsituatie
uitvoeren act kijo tegen betaling
15
0
20
40
Sum
1.2.
WELKE STRUCTUUR NEEMT DE WERKING AAN ?
De bredeschoolproefprojecten worden vooral aangestuurd door stuurgroepen, werkgroepen of samenwerkingen van partner tot partner1, zogenaamde ‘één-op-éénsamenwerkingen’. Circa de helft van alle projecten hebben een stuurgroep (9 van 17). Drie vierde (11 à 12) van de projecten werkt door middel van werkgroepen of één-op-éénsamenwerkingen. Een algemene vergadering als overlegvorm is iets minder in gebruik, namelijk bij net niet de helft van de projecten (8 van 17). Hoe frequent werkgroepen of één-op-éénsamenwerkingen samenkomen is erg divers. Maar de meeste samenwerkingen (39% van alle één-op-éénsamenwerkingen, 27% van alle werkgroepen) verlopen intensief voor een bepaalde periode. Structurele overlegvormen (stuurgroepen, algemene vergadering) lijken op een meer trimestriële (38% algemene vergadering) of maandelijkse basis (63% stuurgroepen) plaats te grijpen.
1
Onder een één-op-éénsamenwerking begrijpen we een samenwerking tussen twee partners. Meestal gaat het om een samenwerking tussen de coördinerende of initiërende organisatie en een partner die voor een bepaalde activiteit wordt aangesproken, bijvoorbeeld een samenwerking tussen een school en een andere sector.
42 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School Een algemene vergadering biedt vooral kansen om diverse oogpunten bijeen te brengen en (ook minder sterk betrokken) partners te informeren, waar een stuurgroep iets meer gerichter werkt en meer engagement vraagt. Het is dan ook de algemene vergadering die gemiddeld het meeste partners betrekt (gemiddeld 10 partners per project, tot 27 partners per project) en meest gelijk gespreid is over alle sectoren. Deze overlegvorm betrekt sterker de jeugdsector (aandeel van 19%) waar die bij andere werkvormen beperkter aanwezig is (minder dan 10%). Bij stuurgroepen, werkgroepen of één-opéénsamenwerkingen zijn de verhoudingen ongelijker met een sterk(er) overwicht van de onderwijssector. Geen Brede School zonder een coördinator. Maar wat en wie is die coördinator en hoe vult die coördinator zijn taak in? Binnen de proefprojecten is de meerderheid van de coördinatoren afkomstig uit de onderwijssector (88%), waarvan de meeste uit het basisonderwijs (35%). Twee projecten hebben een coördinator uit de cultuursector (waaronder een kunsteducatieve organisatie). Drie coördinatoren zijn tewerkgesteld door de stad. Een kleine meerderheid (56%) is tewerk gesteld via middelen van de proefprojecten. Een coördinatiefunctie blijkt een intensieve aangelegenheid. De meeste coördinatoren spenderen meer tijd dan ze officieel voor die taak hebben. Hoewel coördinatoren officieel voor gemiddeld 32% FTE2 zijn tewerkgesteld, spenderen coördinatoren gemiddeld 45% FTE aan de functie. Circa 67% van de respondenten (10 van 15) heeft een FTE van 50% of meer. Coördinatoren blijken vooral een functie als aanspreekpunt, vertegenwoordiging op te nemen. Deze taak vraagt voortdurend aandacht, zo stellen coördinatoren. Beperkter wordt ingezet op het opnemen van een signaalfunctie en/of het bewaken van de samenstelling en structuur van het netwerk. Deze aspecten komen sporadischer aan bod (gemiddeld af en toe, om de paar maanden). Gevraagd naar welke taken het meest tijd in beslag nemen, benoemen de coördinatoren vooral praktische taken als de organisatie en opvolging van overleg, het opstellen van een planning, het opvolgen van de werking (stand van zaken).
2. WAAR GAAT BREDE SCHOOL OM ? 2.1.
ONTWIKKELINGSASPECTEN
Brede School blijkt bij de proefprojecten vooral een verrijkende methodiek te zijn die insteekt op het ervaren van talentontwikkeling & plezier, het vervullen van een actieve maatschappelijke rol van kinderen en jongeren en het beter voorbereid zijn op de toekomst. Bij minstens 88% van de projecten komen deze drie ontwikkelingsaspecten sterk aan bod. Op ‘maatschappelijke participatie’ en ‘voorbereiding op de toekomst’ wordt bij 50% van de projecten in zeer sterke mate en 32% in duidelijke mate op ingestoken. ‘Talentontwikkeling en plezier’ krijgt een nog iets prominentere focus. Dit aspect komt zelfs bij 88% van de respondenten in zeer sterke mate aan bod. Deze focus lijkt aan te sluiten bij bevindingen op vlak van de invulling van een brede leer- en leefomgeving.
2.2.
BREDE LEER- EN LEEFOMGEVING
Kinderen en jongeren vormen de hoofddoelgroep van de activiteiten. Activiteiten voor hen vinden vooral op wekelijkse basis plaats (40%); activiteiten voor ouders en/of buurtbewoners dan weer (gemiddeld) meer op jaarlijkse of trimestriële basis (elk 25%).
2
Full-time equivalent
43 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School
37
aandeel verbreden
21
aandeel breed leren
9
aandeel versterken
0
10
20
30
40
Sum
‘Verbreden’ vormt dé core-business van de proefprojecten Brede School. Bijna alle projecten (14 van 17) werken aan een groter en diverser activiteitenaanbod voor kinderen en jongeren. Gemiddeld genomen zijn er per project twee activiteiten gericht op verbreden. Bij sommige projecten loopt dit op tot 5 activiteiten. De bevraagde proefprojecten investeren relatief minder in ‘versterken’. Men richt zich daarbij vooral tot ouders en sommige projecten ook voor buurtbewoners en soms partners, maar weinig rechtstreeks ten aanzien van kinderen en jongeren. We denken bijvoorbeeld aan het rechtstreeks versterken van kinderen in hun basisbehoefte (bijvoorbeeld gezondheid).
3. ALLEMAAL VERSCHILLEND OF ALLEMAAL GELIJK ? Via bovenstaande paragrafen kregen we een globale schets van de bevraagde proefprojecten Brede School. Maar bredeschoolwerkingen zijn uiteraard divers en vaak hangt het van een lokale context af hoe zo’n werking er uit ziet en wat haar doelen zijn. Maar is er dan helemaal niets concreter te zeggen over de ene dan wel de andere bredeschoolinvulling? Toch wel … zo blijkt. Waar de coördinatie ligt of hoe die wordt ingevuld, hoe lang een Brede school bestaat maar ook hoe het bredeschoolproject is uitgebouwd heeft invloed op hoe de werking (of toch bepaalde aspecten ervan) is uitgebouwd en waar een project op inzet. We merken onder andere een verschil naargelang - Welke plaats de school krijgt: Zijn projecten getrokken door een school of niet? En onafhankelijk of de school coördineert of niet3, is het project uitgebouwd rond een school of is de school partner binnen een breed samenwerkingsverband? - Welk statuut de coördinator heeft: Wordt de coördinatietaak opgenomen door iemand die daarvoor speciaal is aangeworven of neemt een bepaalde persoon dit op binnen een reeds bestaand takenpakket? En indien zo, zijn er (officieel) extra uren voorzien voor de coördinatietaak? - Hoe het bredeschoolproject is ontstaan: Bouwt het bredeschoolproject voort op een reeds bestaande samenwerking? Of ging het bredeschoolproject van start op het moment van de start van de proefperiode Brede School?
3
Dat een project getrokken wordt door een school, betekent niet noodzakelijkerwijs dat het project ook uitgebouwd is rond een school.
44 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School
3.1.
WELKE PLAATS KRIJGT DE SCHOOL?
Bij sterk schoolgebonden projecten, zijnde projecten getrokken door scholen of projecten uitgebouwd rond een school, lijkt de bredeschoolwerking vooral aan te sluiten bij het schoolgebeuren. Deze projecten betrekken gemiddeld meer partners per project, maar de samenwerkingen (met bijvoorbeeld jeugd of sport) staan vooral in functie van de werking van de school. Tevens worden vooral partners aangesproken die aansluiten bij het schoolcurriculum, namelijk sport4 en cultuur. Bij deze projecten lijkt Brede School ook veel meer deel uit te maken van de dagelijkse werking. De werkingen zijn meer informeel en ook iets doelgerichter. Sterk schoolgebonden projecten zetten in verhouding ook sterker in op ‘breed leren’. ‘Versterken’ komt ook sterk aan bod bij projecten getrokken door een school. Deze projecten richten zich ook iets sterker tot ouders. We zouden kunnen stellen dat deze projecten sterker inwerken op de randvoorwaarden tot leren (op school). Projecten uitgebouwd rond een school hechten op hun beurt meer belang aan het toekomstvoorbereidende karakter van Brede School. Minder schoolgebonden projecten, namelijk projecten die niet getrokken worden door een school of projecten waarin de school vooral een partnerrol vervult, lijken daarentegen sterker in te investeren in (het bereiken van) een divers en gemeenschappelijk gedragen netwerk. Er zijn in verhouding meer activiteiten voor partners. Deze partners blijken in verhouding ook sterker inhoudelijk betrokken en hebben ook inspraak bij de vormgeving van de proefprojecten Brede School. Bij projecten waarin de school een partnerrol vervult is er ook een opvallend groter aandeel partners die louter mee opvolgt om op de hoogte te blijven. Deze bredeschoolprojecten zetten ook meer in op het naschoolse gebeuren (cf. ‘verbreden’). Aangezien deze projecten sterker partners uit de jeugdsector betrekken, lijkt dit ‘verbreden’ vooral om vrije tijd te gaan. Maar de betrokkenheid van deze partners wordt vooral ingevuld als een rol van input en feedback geven: ze zijn vooral formeel betrokken en nauwelijks voor het uitvoeren van activiteiten zelf. Wie stuurt het project aan? Projecten getrokken door een school (13 van 17 waarvan 10 projecten uitgebouwd rond een school tegenover 3 projecten met school als partner binnen een breed samenwerkingsverband) Samenwerkingsverband: o Betrekken sterker cultuur, sport en de arbeidssector o Samenwerking verloopt vooral van partner tot partner (voornamelijk met of tussen onderwijsgebonden partners) o Coördinatoren zetten gemiddeld genomen iets sterker in op ‘helikoptervisie’ en ‘geheugen’, ‘praktische organisatie’, ‘doelgerichtheid’, ‘signaalfunctie’ maar vooral ‘aanspreekpunt en vertegenwoordiging’ Activiteitenaanbod: o Hebben gemiddeld meer activiteiten gericht op ‘breed leren’ en/of ‘versterken’ o Zetten sterk(er) in op ouders Projecten getrokken door een niet-schoolse organisatie (4 van 17 waarvan 1 project uitgebouwd rond een school tegenover 3 projecten met de school als partner in een breed samenwerkingsverband) -
4
Samenwerkingsverband: o Betrekken gemiddeld iets meer partners (vooral in de algemene vergadering en stuurgroepen)
Partners uit de sportsector komen enkel voor in projecten getrokken door een school
45 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School o o o
Betrekken in verhouding (tot andere sectoren) sterker partners uit de jeugdsector doch vooral in een algemene vergadering en/of stuurgroepen Partners zijn in verhouding sterker inhoudelijk betrokken: de meeste partners hebben ook inspraak in financiën van het project. Coördinatoren zetten in verhouding iets sterker in op het bewaken van een ‘gemeenschappelijk draagvlak’, het bewaken van de ‘samenstelling van het netwerk’ en het ‘aanjagen van andere partners’.
Welke plaats neemt de school in in het samenwerkingsverband? Projecten uitgebouwd rond een school (11 van 17 waarvan 10 projecten met een school als coördinator tegenover 1 project met een niet-schoolgebonden organisatie als coördinator) Samenwerkingsverband o Betrekken in verhouding (tot andere sectoren) sterker cultuur, doch ligt het overwicht vooral bij onderwijspartners. Onderwijs en welzijn zijn vooral vertegenwoordigd in een algemene vergadering. o Coördinatoren zetten sterker in op ‘helikoptervisie’, het vervullen van een ‘signaalfunctie’, ‘onderbouwen & voeden’, ‘doelgerichtheid’, ‘praktische opvolging’ en ‘aanspreekpunt en vertegenwoordiging’ Activiteitenaanbod: o Zetten sterker in op ‘breed leren’ en/of ‘versterken’ Doelen o Focussen in verhouding sterker op ‘voorbereiding op de toekomst’ Projecten waarin de school een partnerrol vervult (6 van 17 waarvan 3 projecten met een school als coördinator en 3 projecten met een niet-schoolgebonden organisatie als coördinator) Samenwerkingsverband o Betrekken meer partners (vooral bij de algemene vergadering) o Betrekken iets sterker de jeugdsector, doch vooral in een algemene vergadering. o Hebben gemiddeld meer partners die ook inspraak hebben (inclusief over financiën). Daarnaast zijn er ook meer partners die louter opvolgen. o Coördinatoren scoren beduidend hoger op de functie ‘aanjagen van andere partners’. Activiteitenaanbod: o Zetten vooral in op ‘verbreden’ Doelen: o Focussen vooral op ‘talentontwikkeling en plezier’
3.2.
WELK STATUUT KRIJGT DE COÖRDINATIE ?
Een coördinator die officieel uren kan vrijmaken voor de coördinatietaak5 lijkt meer in staat een dynamische werking op te zetten. Een coördinator met tijd, lijkt sterker in te zetten op een divers netwerk, vooral wanneer de coördinator extra aangeworven is. Deze projecten betrekken in verhouding sterker partners uit de jeugdsector en lijken ook verschillende scholen samen te brengen binnen de werking waardoor deze projecten meer partners uit de onderwijssector betrekken. De samenwerking loopt bovendien structureler. Wanneer een coördinator extra tijd voorzien heeft zijn partners over het algemeen sterker inhoudelijk betrokken en blijkt de bredeschoolwerking sterker aan de eigen kernopdracht van de partners gekoppeld. Een coördinator die daar geen extra tijd voor voorzien
5
speciaal aangeworven of bovenop een bestaand takenpakket maar met tijdsgarantie
46 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School heeft, zet sterker in op het vlot verloop van het dagelijkse reilen en zeilen. De samenwerkingsstructuur lijkt bij deze projecten ook informeler te lopen. Projecten met een coördinator daarvoor speciaal aangeworven (7 van 17) Samenwerking o Partners zijn vooral betrokken bij de algemene vergadering (vooral jeugdsector is is verhouding sterk vertegenwoordigd) o Betrekken in verhouding vooral onderwijs o Partners zijn in verhouding sterker inhoudelijk betrokken (ook inspraak over financiën) en zijn sterker betrokken omwille van een win-winsituatie. Projecten met een coördinator die de coördinatietaak opneemt naast een reeds bestaand takenpakket Zonder tijdsgarantie (6 van 17) Samenwerking: o Hebben gemiddeld meer partners betrokken in werkgroepen. o Betrekken in verhouding sterker cultuur en sportsector o Gemiddeld meer partners betrokken op financiële basis. o Coördinator zet vooral in op het bewaken van de ‘continuïteit van de werking’. Met tijdsgarantie (4 van 17) Samenwerking: o Betrekken in verhouding sterker jeugdsector. Deze partners zijn dan vertegenwoordigd in ‘werkgroepen’ en ‘éen-op-éensamenwerkingen’. o Meer partners die mee opvolgen ten opzichte van een inhoudelijke betrokkenheid. o Werkgroepen en éen-op-éensamenwerkingen op meest regelmatige basis.
3.3.
HOE IS HET BREDESCHOOLPROJECT ONTSTAAN ?
Het verrijkende van Brede School blijkt al snel. Nieuwe proefprojecten zetten vooral sterk in op het aspect ‘maatschappelijke participatie’ en het verrijken van de leercontexten. Deze projecten zetten in verhouding tot ‘bestaande’ projecten sterker in op ‘breed leren’. Projecten die al langer bestaan verruimen de horizonten en slagen er in verschillende registers open te trekken. Het verbreden staat hier in verhouding centraler. Na wat langer werken komen ook andere doelgroepen en andere uitdagingen in het vizier. Er zijn gemiddeld meer activiteiten voor ouders/buurtbewoners en de jeugd- en sportsector zijn in verhouding sterker betrokken. Ook wordt bijvoorbeeld ‘gezondheid’ aangepakt. Participatie van partners blijkt te moeten groeien. Naarmate de werking evolueert, zijn partners sterker inhoudelijk betrokken (bijvoorbeeld ook inspraak over financiën) en wordt er meer ingezet op het gezamenlijke. Coördinatoren zetten bij bestaande projecten dan ook sterker in op het bewaken van het ‘gemeenschappelijke’ (draagvlak) en een ‘helikoptervisie’ waar bij nieuwe projecten de bredeschoolsamenwerking aanvankelijk vooral tijd vraagt voor ‘praktische opvolging’. We moeten opmerken dat quasi alle nieuwe projecten erg schoolgebonden projecten zijn. Van de 10 nieuwe projecten zijn 9 projecten getrokken door een school en 8 projecten uitgebouwd rond een school. Het is dan ook niet duidelijk in welke mate de gevonden verschillen naar samenwerkingsstructuur en focus effectief kunnen gelinkt worden aan het feit dat deze projecten een langere werking kennen of dat verschillen verklaard kunnen worden door het al dan niet schoolgebonden karakter van deze projecten.
47 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School Voortgezette projecten (7 van 17): Samenwerking o Betrekken in verhouding jeugd en sport sterker, maar jeugd is in verhouding (tot andere sectoren) sterker in algemene vergadering en stuurgroep betrokken o Partners zijn meer inhoudelijk betrokken (vooral ook over financiën) o Coördinatoren zetten gemiddeld genomen sterker in op ‘helikoptervisie’ en het bewaken van een ‘gemeenschappelijk draagvlak’ Activiteitenaanbod o Zetten vooral in op ‘verbreden’ o Gemiddeld meer activiteiten voor ouders/buurtbewoners Doelen o Zetten gemiddeld genomen iets sterker in op ‘gezondheid' Nieuwe projecten (10 van 17): Samenwerking o Coördinatoren zetten gemiddeld genomen sterker in op praktische opvolging en het vervullen van een functie als ‘aanspreekpunt en vertegenwoordiging’ o Activiteitenaanbod o Zetten in verhouding (tot andere doelen van activiteiten) sterker in op ‘breed leren’ Doelen o focussen in verhouding sterker op ‘maatschappelijke participatie’
4. CONCLUSIE 4.1.
HOE VERLOOPT DE SAMENWERKING?
Het gemiddeld aantal partners is vrij hoog. In de proefprojecten zijn de sectoren onderwijs en welzijn het meest vertegenwoordigd. Maar liefst 34% van de betrokken partners maakt deel uit van een stedelijke dienst. Brede School blijkt des te meer een lokaal verhaal. Stadsdiensten blijken een belangrijke actor binnen de realisatie van Brede School op lokaal niveau. De betrokken partners zijn vooral organisaties waarvan de kernopdracht dicht bij de Brede School aanleunt (basisonderwijs, buurtgerichte werkingen). Die inhoudelijke betrokkenheid van partners bij Brede School zien we ook weerspiegeld in het feit dat de meeste van hen deelnemen omwille van een expliciete winsituatie. Partners aanspreken op hun kernopdracht lijkt zeker van toepassing wanneer de Brede School getrokken wordt door een school: de in die projecten frequenter betrokken sectoren zoals cultuur en sport sluiten meer aan bij een (deel van ) het schoolcurriculum. De jeugdsector is opvallend minder vertegenwoordigd. Daar waar ze wel vertegenwoordigd zijn volgen ze vooral op, eerder dan dat ze actief betrokken zijn bij bijvoorbeeld het mee vormgeven van de Brede School of het opzetten van activiteiten. Dit doet enkele vragen rijzen. Ligt dit aan het in verhouding grotere aantal vrijwilligers actief in de jeugdsector? Of is het tijdstip van overleg en activiteiten onvoldoende afgestemd? Is er (te) sterke scheiding tussen schooltijd en vrije tijd? Gezien de grote inhoudelijke band van de Brede School met de jeugdsector is het aangewezen deze wisselwerking van naderbij te bekijken. Coördinatoren van de proefprojecten zijn vooral tewerkgesteld binnen de onderwijssector. Dit kan binnen een school zijn, maar ook binnen andere onderwijsgerelateerde organisaties zoals een pedagogische dienst van een stad. De meeste coördinatoren spenderen meer tijd aan hun opdracht dan die waarover ze formeel beschikken. Dit bevestigt dat het aansturen van een Brede School, zowel op vlak van samenwerking als inhoudelijk, de nodige tijd vraagt.
48 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School
4.2.
WAAR GAAT BREDE SCHOOL OM?
Brede School blijkt in de meeste proefprojecten een verrijkende methodiek te zijn. Haast alle proefprojecten werken aan verbreden. Talentontwikkeling en plezier en maatschappelijke participatie van kinderen en jongeren blijken de voornaamste insteken. Het verrijken van de leer- en leefomgeving van kinderen en/of jongeren en het zoeken naar verbinding tussen school en omgeving, met name dé basiskarakteristiek van Brede School, is dus ook wat de bredeschoolpraktijk kenmerkt.
4.3.
ALLEMAAL VERSCHILLEND OF ALLEMAAL GELIJK ?
Welke plaats een school inneemt in het samenwerkingsverband, wie de coördinator opneemt en hoe die taak wordt ingevuld én hoe lang een bredeschoolproject reeds bestaat, blijkt invloed te hebben op de bredeschoolwerkingen. Wanneer schoolgebonden en minder schoolgebonden projecten naast elkaar worden gelegd, komen volgende zaken duidelijk naar voor: Schoolgebonden projecten, waarin de school centraal staat, bouwen een Brede School uit die sterk aanleunt bij het schoolgebeuren. Ze werken meer doelgericht en schakelen gericht partners in voor het realiseren van hoofdzakelijk schooleigen doelen. De samenwerking verloop eerder informeel, zonder vaste overlegstructuur, en partners zijn minder betrokken bij de vormgeving van de Brede School. De focus van de werking ligt op breed leren. Versterken komt vooral aan bod bij projecten getrokken door een school. Dan vooral het versterken van ouders in hun functie als ondersteuner van hun lerende kind. Minder schoolgebonden projecten, waarin de school één van de partners is, zetten meer in op het uitbouwen van een lokaal samenwerkingsverband. Meer partners worden actief betrokken bij de vormgeving van de Brede School, maar in verhouding zijn er ook meer partners die het project enkel opvolgen. Op die manier blijven ze op de hoogte van wat beweegt in een buurt en kunnen ze op de kar springen indien dat nuttig of nodig blijkt. De focus van de werking ligt op verbreding van het aanbod, waarbij het naschoolse en de vrije tijd op de voorgrond treden. Binnen de proefprojecten blijkt ook een onderscheid tussen projecten met een coördinator die tijd krijgt voor zijn/haar functie en projecten met een coördinator die zijn/haar rol binnen een bestaand takenpakket opneemt. Coördinatoren met tijd voor hun functie blijken beter in staat tot het opzetten van een dynamische werking. Het samenwerkingsverband is diverser samengesteld en de partners zijn sterker inhoudelijk betrokken bij de werking. De werking van de Brede School sluit hier beter aan bij de kernopdracht van de betrokken partners. Er worden formele overlegstructuren opgezet om het geheel in goede banen te leiden. Coördinatoren zonder extra tijd voor deze functie beperken zich tot het dagelijks reilen en zeilen van hun bredeschoolwerking en pakken dit aan via informele overlegvormen. Let wel: deze vorm komt bijna uitsluitend voor in proefprojecten waar de Brede School getrokken wordt door een school, en de functie wordt ingevuld door de directie. Uit de vergelijking tussen projecten die reeds een samenwerking zijn van voor de bredeschooloproep én projecten die ontstaan zijn bij de start van de proefperiode Brede School, blijkt vooral het verrijkende van Brede School en dan vooral haar verdienste als methodiek die leren en ontwikkeling verbindt aan en verbreedt tot de ruimere maatschappij, omgeving. Brede School blijkt ook een groeiverhaal. Samenwerken, engagement van de partners, maar ook een ruime blik vraagt tijd. Na wat langer werken komen ook andere doelgroepen en andere uitdagingen in het vizier.
49 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School
C. ZO COÖRDINATIE , ZO BREDE SCHOOL…? Herhaaldelijk wordt de vraag gesteld wie best de sleutels in handen krijgt van de Brede School. Moet een school het geheel coördineren of is het beter om deze opdracht aan een niet-schoolse organisatie toe te kennen? In een poging een antwoord te vinden op deze vraag werd onder begeleiding van het Steunpunt GOK een stageopdracht uitgevoerd. Voorwerp van onderzoek betrof het verband tussen de inbedding van de coördinatiefunctie en de concrete bredeschoolwerking. Met de bedoeling in kaart te brengen wat de verschillen en gelijkenissen zijn tussen een bredeschoolwerking gestuurd door een school enerzijds en een bredeschoolwerking gestuurd door een wijk-/schoolexterne partner anderzijds. Zowel op inhoudelijk vlak (visie en doelen van de bredeschoolwerking) als op vormelijk vlak (functioneren van het netwerk en de invulling van de coördinatiefunctie). Vier bredeschoolprojecten werden bevraagd. Concreet ging het om twee projecten met een schoolinterne coördinator en twee projecten met een schoolexterne coördinator. Telkens werd de coördinator, een schoolgebonden partner (school of partner uit de onderwijssector) en een wijkgebonden partner via een open vraagstelling geïnterviewd. In wat volgt lichten we de voornaamste bevindingen uit het rapport6 toe. Let wel: de bevraging was beperkt in opzet, de bevindingen zijn dan ook indicatief van aard. Een te sterke veralgemening zou onrecht doen aan de complexiteit van veel bredeschoolprojecten.
1. HET AANSTUREN VAN EEN BREDE SCHOOL: TWEE BENADERINGEN We onderkennen twee verschillende benaderingen. Bij projecten met een schoolinterne coördinator vormt de school het vertrekpunt van de bredeschoolwerking. De Brede School staat in functie van de eigen schoolwerking om tegemoet te komen aan bepaalde noden of problemen van de eigen schoolpopulatie (bijvoorbeeld leerachterstand, agressief gedrag op de speelplaats …). Voor de aanpak hiervan wil men de schoolwerking op deze vlakken verbreden en wordt ook buiten de schoolse (leer)context gekeken. De school trekt hiertoe partners aan, en stuurt de verdere samenwerking aan. Projecten met een schoolexterne coördinator zijn eerder territoriaal vorm gegeven. Om in te spelen op de behoeften van of hiaten in een bepaalde wijk, werkt men in een bepaald gebied rond een bepaald thema zoals de uitbreiding van een beperkt vrijetijdsaanbod of het verhogen van de participatie van bepaalde groepen aan het aanbod in de wijk,… Scholen vervullen hier een partnerrol. Ze zijn één van de actoren binnen een breed samenwerkingsverband. De ene benadering is niet noodzakelijk beter dan de andere. Beide benaderingen hebben zowel voor- als nadelen. We belichten kort de voornaamste kansen en bedenkingen.
6
Morreel, E. (2009). Zo coördinatie, zo Brede School? Een verkenning naar de invloed van de inbedding van de coördinatierol op de bredeschoolwerking. Stagerapport, UGent. 50 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School
2. WANNEER DE SCHOOL AANSTUURT STERKE BINDING TUSSEN SCHOOL EN BREDE SCHOOL Een coördinerende rol voor scholen, zo blijkt, biedt voordelen voor de verbinding tussen school en Brede School. Brede School is sterk ingebed in de school, zowel binnen het schoolteam als in de (inhoudelijke) schoolwerking. Projecten met een schoolinterne coördinator geven een grote(re) betrokkenheid van leerkrachten aan, alsook worden schoolinterne thema’s rond bijvoorbeeld kwaliteit van onderwijs, het pedagogische–didactische aspect, doorstroming,… genoemd als expliciete focus van de bredeschoolwerking.
GERICHT OP PUBLIEK EN DOELEN VAN DE SCHOOL Maar deze schoolgerichte focus kan ook beperkingen inhouden. Vaak worden in deze projecten het eigen schoolse doelpubliek en de schooleigen doelen niet overstegen. Brede School is in deze benadering vooral maatwerk voor de school. De leerling van de school staat centraal. Bredeschoolactiviteiten staan sterk in het teken van schools leren (van de leerlingen), en dan vooral in het vervullen of optimaliseren van de randvoorwaarden daartoe. De school werkt voornamelijk samen rond schoolse of schooleigen thema’s zoals huiswerkbegeleiding, taal, … De thuiscontext van de leerlingen komt sterk in het vizier (via activiteiten voor of met ouders). Activiteiten gericht op vrije tijd of op de buurt komen minder aan bod.
BETROKKENHEID VAN DE SCHOOL VERSCHILT Er is sprake van een verschil in betrokkenheid van de school naargelang de aard van de activiteiten. Het overleg tussen scholen en partners rond schoolse of schooleigen thema’s en de inbreng van de school daarin is gericht op de inhoud van de activiteiten. Bij overleg over bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding denkt de school mee. Daarentegen is de samenwerking tussen scholen en partners rond minder schoolgebonden aspecten vooral instrumenteel van aard. Bijvoorbeeld wanneer de school haar schoollocatie openstelt voor een aantal buurtpartners opdat die partners daar een aanbod zouden inrichten of wanneer de school toeleidt naar een bepaald aanbod in de buurt. De inbreng van de school ten aanzien van vrijetijdsactiviteiten beperkt zich dan veelal tot praktische zaken zoals het doorgeven van de sleutels van de lokalen. Over de inhoud van deze activiteiten wordt er niet overlegd. Vaak ligt een gebrek aan draagkracht van de school om deze aspecten op te nemen aan de basis hiervan
AARD VAN DE SAMENWERKING Deze schoolgerichte focus zorgt enerzijds voor een nauwe band met de schoolwerking maar anderzijds bemoeilijkt ze een gelijkwaardige en inhoudelijke samenwerking met buitenschoolse actoren. De inhoudelijke vormgeving en het beheer van de financiële middelen ligt vooral bij de school, partners hebben daarin weinig inspraak zo blijkt. Samenwerking verloopt vooral ad hoc en overleg is doorgaans informeel en gebonden aan concrete activiteiten. Het geheel van de bredeschoolwerking is minder of niet gekend bij de partners.
51 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School
3. WANNEER EEN NIET -SCHOOL AANSTUURT SCHOOLOVERSTIJGEND Hanteren Brede Scholen aangestuurd vanuit een schoolexterne organisatie dan een bredere, schooloverstijgende invalshoek waarbij de buurt sterker op de voorgrond treedt? Deze assumptie blijkt voor bepaalde aspecten zeker op te gaan. Projecten met een schoolexterne coördinator zetten sterker in op het collectieve. Het werken aan, met en in de buurt krijgt er sterker een plaats. Deze projecten definiëren de doelgroep ruimer en trekken leren open naar een ruimere ontwikkeling die het schoolse leerproces overstijgt. Zo wordt bijvoorbeeld ook het welbevinden van kinderen of jongeren (in de wijk) als doel op zich beschouwd en wordt het werken aan een kwaliteitsvolle buurt explicieter vernoemd. Niet enkel de eigen schoolpopulatie, maar ook kinderen of jongeren die in de wijk wonen maar er niet noodzakelijk schoollopen, behoren tot de doelgroep.
EEN GEDEELD SAMENWERKINGSVERBAND Binnen het samenwerkingsverband wordt sterker ingezet op het gedeelde karakter ervan. Deze projecten slagen er doorgaans beter in om sectoroverstijgende verbindingen in de wijk tot stand te brengen, met inbegrip van netoverschrijdende samenwerking tussen meerdere scholen. Ze beogen een dynamische en structurele bredeschoolwerking die inspeelt op de noden van de wijk. De coördinator krijgt het mandaat en de nodige tijd om de samenwerking zowel naar vorm als naar inhoud aan te zwengelen (via het plannen en voorbereiden van overleg, aansporen van partners, zoeken naar mogelijkheden om buurtpartners als (gelijkwaardige) partners te betrekken, inhoudelijke terreinverkenning, vertrouwen creëren, …).
LOSSERE BAND TUSSEN SCHOOL EN BREDE SCHOOL Toch is een ruime insteek met een brede betekenisverlening aan de buurt (als leer- en leefomgeving) zeker geen evidentie. Het effectief bereiken van een brede focus, een brede doelgroep en een breed samenwerkingsverband is een moeizaam proces. Vooral de interactie tussen school en buurt blijkt geen eenvoudige opgave. De buurt of buitenschoolse aspecten treden dan wel sterker op de voorgrond binnen deze bredeschoolprojecten, ,de bredeschoolwerking staat er, in tegenstelling tot de projecten gecoördineerd door een school, opvallend ‘losser’ van de school/scholen. Er is vaak geen sprake van een doelbewuste link tussen educatieve processen in de school en deze in de buurt . Een actieve inhoudelijke betrokkenheid van de scholen ten aanzien van ‘buurt’thema’s (leefbaarheid, afstemmen aanbod school en buurt,…) blijkt dus ook in deze benadering niet evident. Vanuit de scholen krijgt het werken voor of aan de buurt eerder vorm als een neveneffect van een andere doelstelling (men geeft bijvoorbeeld aan dat door op school meer activiteiten in te richten voor ouders, er onrechtstreeks ook gewerkt wordt aan sociale cohesie in de buurt) of het gebeurt impliciet via het aansluiten bij bestaande buurtgerichte initiatieven (bijvoorbeeld het reclame maken voor of helpen bij de uitvoering van een activiteit georganiseerd door buurtwerk). Een schoolexterne coördinator blijkt omgekeerd ook minder vat te hebben op het schoolinterne gebeuren: met name de inhoudelijke schoolwerking en het schoolteam.
52 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School
EEN BREDE DOELGROEP ? Ook het nastreven van een brede doelgroep is geen sinecure. Projecten met een schoolexterne coördinator definiëren hun doelgroep ruimer maar blijken eveneens vaak een hoofdzakelijk schools doelpubliek te bereiken. Dat (veel) activiteiten binnen deze bredeschoolwerkingen toch een sterk schoolse focus (schoolse thema’s of schooleigen doelen) of schoolse insteek (activiteiten die doorgaan op school) hebben, zou hierin een rol spelen. Dit hangt samen met de positie van scholen in een schoolextern gecoördineerd project: hoe sterker de rol van de scholen in het samenwerkingsverband, hoe sterker de bredeschoolwerking aanleunt bij de doelen van de scholen.
BUURTBETROKKeNHEID Onafhankelijk van de positie van de scholen,stellen deze projecten wel sterk buurtbetrokkenheid voorop. Men wil een vinger aan de pols houden over wat reilt en zeilt in de buurt. Dit via zichtbaarheid in de wijk het ‘aanwezig’ zijn in de wijk en naar buiten treden bij activiteiten – het aanhalen van banden met buurtorganisaties, het, openstaan van activiteiten voor kinderen uit de buurt,… Van actieve inspraak van de buurt bij dit alles is evenwel nog weinig sprake.
EEN DYNAMISCHE SAMENWERKING GEGARANDEERD? Tot slot vormt een schoolexterne coördinator niet steeds een garantie voor het creëren van een dynamische samenwerking tussen school en buurtpartners. Hoewel buurtpartners een prominentere rol lijken te vervullen, lijkt hun inhoudelijke betrokkenheid vooral ook groot ten aanzien van de door hen zelf uit te voeren activiteit, maar minder sterk ten aanzien van het gehele samenwerkingsverband met de scholen samen. Omgekeerd blijft ook hier de relatie van school ten aanzien van buurt eerder instrumenteel van aard in de zin van de school die zichzelf openstelt als locatie, toeleidt naar de buurt alsook in de zin van de school die zichzelf zichtbaar maakt naar de wijk toe (van school naar buurt). Scholen benadrukken vooral de netoverstijgende samenwerking. Dit zien zij als zeer positief.
4. DUS … DE SCHOOL, EEN CENTRALE SPELER ? Een dynamisch samenwerkingsverband waarbinnen én school én buurt samenkomen, blijkt geen evidentie. Een schoolexterne coördinator biedt meer kansen tot een breed samenwerkingsverband, maar ook in deze benadering blijven school en buurt vaak nog teveel naast elkaar staan. Hoe breed Brede School wordt ingevuld, blijkt ,vooral samen te hangen met de plaats van de school binnen de bredeschoolwerking.erder dan dat het afhankelijk is van wie coördineert. We kunnen veronderstellen dat wanneer scholen een sterke positie innemen, de schoolse insteek sterk(er) op de voorgrond treedt. Uit de bevraagde projecten blijkt dat deze positie overigens samenhangt met de context van deze projecten, meer bepaald met de achtergrond of liever de ontstaansgeschiedenis ervan. Bijvoorbeeld of een project vanuit een school of met de school als insteek gestart is of daarentegen net losser van scholen werd opgezet. Wordt een Brede School nu best getrokken door een school, of net niet? Het antwoord blijkt dus niet zo eenduidig. Beide benaderingen blijken hun voor- en nadelen te hebben. Een pasklaar antwoord voor àlle bredeschoolprojecten is er dan ook niet. Welke de beste keuze is, hangt mede af van de mogelijkheden die er voorhanden zijn binnen een lokale context.
5. TO DO? Op basis van bovenstaande bevindingen formuleren we enkele aandachtspunten. Deze kunnen dienen als leidraad bij de keuze voor een schoolinterne dan wel schoolexterne coördinator. Of, wanneer de keuze al
53 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010
II. Proefprojecten Brede School gemaakt is, om de bredeschoolwerking de beste kansen te bieden om te groeien met aandacht voor alle partners en doelgroepen. - Met het oog op een kwaliteitsvolle bredeschoolwerking is het zinvol te streven naar een én-énverhaal met een dynamische interactie tussen school en buurt als aandachtspunt, zowel in functie van inhoud als met betrekking tot samenwerking. - Naast de school of scholen, ook buurtpartners actief betrekken is geen eenvoudige doch noodzakelijke voorwaarde voor een breed gedragen werking. Het is daarom belangrijk de inhoudelijke blik breed te houden en verschillende thema’s op te nemen. Thema’s die scholen en buurtpartners mogelijks apart aanspreken maar ook gemeenschappelijke thema’s waar de verschillende actoren gezamenlijk een bijdrage aan kunnen leveren. o Een brede inhoudelijke blik veronderstelt het geven van een brede betekenis aan het begrip brede leer- en leefomgeving. Het gaat dan om oog hebben voor een brede doelgroep en brede doelen die het schoolse doelpubliek en de schooleigen doelstellingen overstijgen. Hierbinnen liggen kansen om het werken aan de kwaliteit van de leefomgeving (in se de buurt) mee op te nemen binnen het optimaliseren van de leer- en ontwikkelingskansen van kinderen of jongeren. o Kiezen voor een schoolexterne coördinatie biedt meer kansen tot het openhouden van een brede blik, doch garandeert dit niet. Een hoge(re) affiniteit van de coördinator met de diverse betrokken sectoren en hun organisaties (bekend zijn met de opdracht en bijhorende regelgeving van onderwijs, cultuur, jeugd, sport, buurtorganisaties en de de maatschappelijke context waarin ze functioneren) kan helpen de blik te verruimen. - Een externe coördinator blijkt meer marge te hebben voor het tot stand brengen van een structurele werking, wat op zich de gedragenheid van Brede School bij partners bevordert evenals doelgericht werken. Er is met andere woorden nood aan een coördinatie een voldoende tijd en armslag om iets gerealiseerd te krijgen. Zeker scholen geven aan hiervoor weinig tijd te hebben.
54 |© Steunpunt GOK - Steunpunt Diversiteit en Leren - 2010