HAALBAARHEIDSONDERZOEK BREDE SCHOOL brabantpark en bavel
GEMEENTE BREDA, NOVEMBER 2012
inhoudsopgave
1
1.
INLEIDING
3
2.
BREDE SCHOOLONTWIKKELING EN ONDERWIJSHUISVESTING
3
3.
BRABANTPARK
5
3.1 SCENARIO’S LANDHEIDING 3.2 SCENARIO KANGOEROESTRAAT
7 11
3.4
CONCLUSIES BRABANTPARK
4.
BAVEL
15
4.1
SCENARIO’S BAVEL
17
4.2
CONCLUSIES BAVEL
23
Beleidsnota Brede Scholen Breda
2
1. Inleiding
2. Brede schoolontwikkeling en onderwijshuisvesting
In de raadsvergadering van 28 juni 2012 is een motie aangenomen waarin het college verzocht is om aan de commissie Maatschappij in een haalbaarheidsstudie tenminste drie scenario’s voor te leggen, waarbij per scenario aangegeven wordt binnen welke termijn de politieke prioriteit Brede School Brabantpark en Brede School Bavel gerealiseerd kan worden. Daarbij per scenario de financiële consequenties aan te geven en per scenario een swotanalyse te maken waarbij in elk geval ingegaan wordt op de effecten van het prioriteren van de Brede School Brabantpark en Brede School Bavel op de andere knelpunten op het gebied van onderwijshuisvesting. In dit haalbaarheidsonderzoek worden de gevraagde scenario’s gepresenteerd met financiële gevolgen en realisatietermijnen. Vooraf moet opgemerkt worden dat het hier gaat om “volumestudies”, dat wil zeggen dat onderzocht is of er voor wat de benodigde ruimte betreft voldoende plek is op de onderzochte locaties. Het gaat dus niet om voorstudies van concrete gebouwen. Bij de berekening is uitgegaan van de hierbij gebruikelijke normbedragen. Als de realiseringsfase aanbreekt worden deze studies op detailniveau uitgewerkt en kunnen allerlei praktische wensen, zoals een extra wissellokaal of schuifruimte, meegenomen worden.
In februari 2011 is de Beleidsvisie Brede scholen Breda 2011-2014 vastgesteld door de gemeenteraad van Breda met de ondertitel een kansrijke omgeving voor jong talent. Deze visie is de eerste deeluitwerking van de visie op het jeugdbeleid, vastgelegd in de nota Jong@ Breda. In 2014 moeten alle basisscholen een brede school vormen door samen te werken met tenminste de kinderopvangvoorzieningen (kinderdagverblijven/peutertuinen/voorschool/buitenschoolse opvang), maar ook met andere voorzieningen in het gebied die de talentontwikkeling van kinderen stimuleren, zoals sport, cultuur, gezondheid. Het gaat vooral om inhoudelijke samenwerking (doorgaande leer- en ontwikkelingslijnen). Daarbij wordt de school gezien als het hart van de wijk. Er wordt breder gebruik gemaakt van de ruimte in de scholen en samengewerkt met andere voorzieningen voor de realisatie van dagarrangementen, waardoor kinderen gedurende werkdagen in een sluitend programma de hele dag kunnen worden opgevangen binnen schooltijd en vrije tijd van 7.00-19.00 uur. De functie van schoolgebouwen verandert hierdoor. Als hart van de wijk worden ze niet alleen gebruikt voor het onderwijsprogramma aan kinderen, maar kan er ook buiten schooltijden gebruik van worden gemaakt door zowel kinderen als anderen die bijdragen aan de ontwikkeling van het brede schoolconcept. Schoolpleinen worden waar mogelijk openbaar speelterrein en aangrenzende openbare ruimte wordt onderdeel van het schoolplein. De brede school als hart van de wijk is daarmee verbonden aan onderwijshuisvesting. Doel is niet alle voorzieningen onder één dak te huisvesten, maar wel om schoolgebouwen van voldoende kwaliteit te hebben die veel breder kunnen worden ingezet dan alleen voor het onderwijs. Daar waar ontwikkelingen op het gebied van onderwijshuisvesting de brede schoolontwikkeling kan versterken is het van belang kansen die zich voordoen te benutten. Voor zowel Brabantpark als Bavel wordt door de scholen en kinderopvang reeds inhoudelijk samengewerkt. Mogelijke nieuwbouw zal zo worden vormgegeven dat dit bijdraagt aan het verder ontwikkelen van het brede schoolconcept door de scholen als wijkschool te positioneren.
3
De fontein II
Liduinaschool
De fontein I De Tweesprong
locaties in Brabantpark
3. Brabantpark Voor wat betreft de brede school locatie in Brabantpark heeft er een verdiepingslag plaatsgevonden op het onderzoek dat is gedaan door Building Breda namens het Bestuurlijk Overleg Breda (BOB) in 2011. In dat onderzoek uit 2011 zijn drie locatievarianten beoordeeld: - locatie Landheining/Elandstraat - locatie Wolvering - locatie Hero terrein. Door recente ontwikkelingen binnen het passend onderwijs is in een voorstudie geconstateerd, dat het speciaal basisonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs de komende jaren een forse daling van het aantal leerlingen te verwerken krijgen. Daardoor is het in overleg met de betreffende schoolbesturen mogelijk gebleken door een herschikking de locatie Landheining, de huidige locatie van de vso Liduina, reeds per augustus 2013 kan worden vrijgespeeld. Daarmee vormt de Landheining locatie een aantrekkelijke locatie voor de bouw van een brede school. De locatie Wolvering blijkt bij nader onderzoek, gezien het aantal beschikbare m2, een te geringe omvang te hebben voor de nieuwbouw van de brede school in deze wijk. De locatie Hero terrein ligt te decentraal in de wijk en op afstand van de sportaccommodatie. Daarnaast is de aankoop van grond op deze locatie een behoorlijk extra kostenfactor, terwijl op de bestaande schoollocaties geen grond hoeft te worden aangekocht. Voor Brabantpark zijn drie scenario’s uitgewerkt: Scenario 1 en 2 op locatie Landheining en scenario 3 op locatie Kangoeroestraat/Heusdenhoutse weg. Die laatste locatie is ten aanzien het eerdere onderzoek toegevoegd als optie, aangezien er na het verlaten van de Liduinaschool op de Landheining deze locatie als tijdelijke huisvesting kan dienen voor de nieuwbouwvariant op de locatie Kangoeroestraat.
Type onderwijs
School
PO
CBS De Fontein I Kangeroestraat 5
PO
CBS De Fontein II Heusdenhoutsestraat 14
PO
OBS De Tweesprong Kapelstraat 15
Aantal leerlingen nu
Aantal m2 bruto vloer oppervlak
Aantal lokalen bestaand
Behoefte lokalen o.b.v. prognose
Aantal m2 bruto vloer oppervlak benodigd
49
815
6
6
900
46
400
3
3
345
238
1382
11
11
1475
5
scenario 1: Gedeeltelijke nieuwbouw Landheining
3.1 Scenario’s Landheining Stedenbouwkundige visie Locatie Landheining is gelegen in de groen zone tussen de woonbuurten van Brabantpark. Deze zone maakt onderdeel uit van een groenstructuur als scheiding tussen Brabantpark en Heusdenhout. De bebouwing van deze wijken vormen een heldere ruimtelijke en functionele grens naar deze structuur. In dit groen gebied staan losse gebouwen die een buurt- of wijkfunctie hebben. Een mogelijke interventie op de locatie Landheining dient aan te sluiten op deze ruimtelijke en functionele opbouw. Ruimtelijke verkenning Er wordt een ruimtelijk voorstel gedaan die in twee fases uitgevoerd kan worden. De drie scholen worden als drie losse entiteiten gerealiseerd maar zijn fysiek wel met elkaar verbonden. Scenario 1: Gedeeltelijke nieuwbouw In dit scenario kan een deel van het bestaande gebouw worden behouden en een deel worden aangebouwd in één en twee bouwlagen. Het complex kan dan ook gezien worden als 3 losse entiteiten die met elkaar verbonden zijn. In de vervolgfase dient nader te worden onderzocht wat voor aanpassingen aan het resterende gebouw nodig zijn. Voordelen - Deel van bestaande gebouw wordt behouden waardoor minder sloopkosten en minder kosten voor nieuwbouw nodig zijn. Nadelen: - Bestemmingsplan staat maximaal 7 meter goothoogte toe; aanpassing van bestemmingsplan is noodzakelijk.
luchtfoto locatie Landheining
7
scenario 2: Volledige nieuwbouw Landheining
9
Scenario 2: Volledige nieuwbouw Het voorstel voor het gebouw betreft na de eerste fase in de tweede fase een langgerekte volume dat meer afstand neemt tot bestaande bebouwing en versterkte de groene continuïteit van de zone. Het staat als een losse eenheid in de groene ruimte. Het complex heeft aan de uiteinde volumes van twee bouwlagen dat verbonden wordt door een langgerekt volume van één bouwlaag. Deze laatste kan stedenbouwkundig beschouwd worden als de ruggengraat van de brede school met gemeenschappelijke functies. De ontsluiting van de scholen kan aan de Heusdenhoutseweg. De scholen hebben elk een eigen buitenruimte / schoolplein. Voordelen - Omdat er deels in 2 lagen wordt gebouw, krijgt het bouwwerk een kleinere footprint wat ten goede kan komen van de groene ruimte erom heen. - Er wordt een volledig nieuwe school gebouwd dat kan voldoen aan de huidige tech nische eisen en nieuwe gebruiksgemakken. Nadelen: - Bestemmingsplan staat maximaal 7 meter goothoogte toe; aanpassing van bestemmingsplan is noodzakelijk. - Meer kosten ten opzichte van scenario 1.
9
scenario 3: Kangoeroestraat
3.2 Scenario Kangoeroestraat Stedenbouwkundige visie Deze locatie bestaat uit een tweetal percelen namelijk Kangoeroestraat 5 en Heusdenhoutseweg 14. Functioneel maakt het meer een onderdeel uit van het omliggende woonmilieu. Daarom heeft deze locatie de voorkeur om naar een woonfunctie te transformeren. Het ruimtelijk wenselijk om een wandwerking te creëren naar de Kangoeroestraat. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de bestaande rijwoningen ten oosten van de locatie en het schoolplein van de school in verband met geluidsoverlast. Ruimtelijke verkenning Scenario 3: Dit model gaat uit van een tweetal volumes op de twee kavels. Door het gebouw op de kavel aan de Kangoeroestraat iets groter te maken, kan de volledig school in twee bouwlagen worden gerealiseerd. Hier geldt dat er een duidelijk wand wordt gecreëerd naar de kangoeroestraat en de aanliggende rijwoningen ten oosten van de locatie. Nadelen - De brede school kan niet bestaan uit één gebouw. Dit is echter vanuit de interne lo gistiek van het gebouw wel wenselijk. Voordelen: - Past ruimtelijk en functioneel binnen het bestemmingsplan.
luchtfoto locatie Kangoeroestraat
11
12
3.3 Conclusies Brabantpark Van de onderzochte scenario’s is het scenario Landheining het voorkeursscenario van de schoolbesturen. Dit scenario komt ook het beste uit de haalbaarheidsanalyse. Gedeeltelijke nieuwbouw brengt de laagste kosten met zich mee. Volledige nieuwbouw maakt het wel mogelijk om het gebouw te laten voldoen aan de meest recente technische eisen, bovendien neemt het gebouw dan minder ruimte in zodat meer groene ruimte beschikbaar blijft voor de school zelf maar ook voor de buurt(bewoners).
scenario's Brabantpark BVO m2 nodig
kosten obv €1.600/m2 1.475 900 345 2.720
ol
ng
2.145
sloopkosten = € 5.500 p lok
st 5 lok) scenario 1 locatie Landheining kosten ged nwbouw plus ged sloopkosten aanpassingen best gebouw onvoorzien/buitenruimte
op de te slopen panden
500.000 99.500 113.000 85.500
1600 2.360.000 1.992.000 4.352.000 3.432.000 500.000
boekwaarden per 1-1-2012 43.031 1.383.097 754.417 scenario 2 locatie Landheining 3.432.000 kosten volledige nwbouw 85.000 sloopkosten 500.000 onvoorzien/buitenruimte 500.000
scenario 3 locatie Fontein 4.352.000 kosten volledige nwbouw 113.000 plus sloopkosten 500.000 onvoorzien/buitenruimte
4.352.000 99.500 500.000
4.517.500
4.965.000
4.951.500 inschatting financiële consequenties per fase
13
De Toermalijn
tijdelijke huisvesting Toermalijn kinderdagopvang De Carrousel
maatschappelijke opvang
De Spindel
4. Bavel De huidige locatie van de beide basisscholen in Bavel is ook de voorkeurlocatie zoals die in het IDOP-Bavel is opgenomen. De scenario’s bestaan hier uit de verschillende stedenbouwkundige oplossingen voor het inpassen van de gewenste nieuwbouw in het gebied. De Toermalijn is aan vervangen toe waarbij nieuwbouw onvermijdelijk is. Gezocht wordt naar een combinatie met De Spindel. Type onderwijs
School
PO
De Toermalijn
PO
De Toermalijn tijdelijke huisvesting
PO
De Spindel
Aantal leerlingen nu
Aantal m2 bruto vloer oppervlak
Aantal lokalen bestaand
471
2370
19 2370
550
1385
22 1385
15
Behoefte lokalen o.b.v. prognose
17
23
Aantal m2 bruto vloer oppervlak benodigd
2255
2945
scenario 1: Bavel, fase 2
4.1 Scenario’s Bavel Voor de locatie in Bavel zijn een drietal scenario’s ontwikkeld. Scenario 1: gefaseerde nieuwbouw voor beide scholen in één gebouw: Dit model gaat ook uit van een sterke fasering. Uiteindelijk leidt dit model tot één groot gebouw voor de brede school van 2 bouwlagen. Het gebouw kan verschillende schoolpleinen krijgen waarvan één ervan binnen het bouwblok is gelegen. De mogelijke realisatie van een aantal zorgwoningen aan de Pastoor Doenstraat is ideaal gezien de ligging naast de voorzieningen van het centrum van Bavel. Fasering Fase 1: 1. 2. 3.
Tijdelijk verplaatsen van de noodlokalen naar eventueel schoolplein Toermalijn Verleggen van fietspad Bouw van eerste deel van de brede school van 2 bouwlagen voor Toermalijn
Fase 2: 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Deel van De Toermalijn gaat naar de nieuwbouw, deel van de Toermalijn komt vrij. Verplaatsing van deel Toermalijn uit noodlokalen naar nieuwbouw Tijdelijk verplaatsing van deel van De Spindel naar het vrijgekomen deel van de Toermalijn Opheffen van stukje fietspad. Sloop van eerste deel van De Spindel Bouw van tweede deel van de brede school van 2 bouwlagen voor deel Toerma- lijn en deel Spindel Resterende deel van De Toermalijn naar de nieuwbouw (tweede deel) En deel Spindel naar nieuwbouw uit vrijgekomen deel Toermalijn
luchtfoto locatie Bavel
Voordelen: - Het plan kan goed gefaseerd worden waarbij delen van bestaande scholen in bepaalde fases gehandhaafd kunnen worden. - Locatie van de bestaande Toermalijn wordt vrijgespeeld om de “groene long” te laten doorlopen of de locatie te ontwikkelen. - Bestaande fietspad wordt behouden.
17
fase 1
Scenario 2: Volledige nieuwbouw voor beide scholen in één gebouw
Scenario 2: volledige nieuwbouw voor beide scholen in één gebouw Dit gaat uit van één duidelijk volume van 2 bouwlagen gelegen aan de “groene long” van Bavel. Het bestaande fietspad dient te worden vervangen. Het gebouw wordt gebouwd in een carré met het schoolplein binnen het bouwblok. Afstand tot de rijwoningen ten westen van de schoollocatie is 45 meter wat groen kan worden ingericht. Nadelen: - Fasering is moeilijk. Het gebouw dient in 1 keer gebouwd moeten worden. Voor alle scholen dienen dus tijdelijke huisvesting te worden gerealiseerd. - Bestaande fietspad wordt opgeheven en nieuwe route kan worden gerealiseerd. Kosten voor verplaatsen / opruimen van ondergrondse infrastructuur is groot. Voordelen: - Elke fase zou stedenbouwkundig een acceptabel model zijn. Uiteraard heeft de eindfase de uitgesproken voorkeur. - Kansen voor zorgwoningen aan de Pastoor Doenstraat in/nabij het centrum van Bavel. - De Carroussel en evenemententerrein kunnen blijven zitten huidige locatie.
19
Scenario 2: Losse gebouwen
Scenario 3:Losse gebouwen Stedenbouwkundige visie De Toermalijn zal worden verplaatst in oostelijke richting zodat deze in combinatie met De Spindel een samenhangend geheel gaat vormen. Ruimtelijke verkenning Het ruimtelijk voorstel kan als volgt fase worden gerealiseerd. Ten eerste worden de noodlokalen en het noordelijk deel van De Spindel verwijderd waar de nieuwe locatie van de Toermalijn kan worden ontwikkeld. Het betreft een gebouw van twee en drie bouwlagen. Een centraal pad vormt de verbinding tussen de verschillende losse schooleenheden. In een latere fase zou het bestaande gebouw van De Spindel kunnen worden vervangen door een gebouw van 2 bouwlagen. Alle schooleenheden hebben eigen schoolpleinen en buitenruimte. Het centrale pad vormt de ruggengraat van het gebiedje. Nadelen: - Vanuit het gebruik van de brede school is het wenselijk om 1 gebouw te realiseren en geen losse units. - In de laatste fase zijn alle gebouwen gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Geen hergebruik van de gebouwen. - Deel van bebouwing heeft 3 bouwlagen. Dit is vanuit de interne logistiek voor een school niet gewenst. Voordelen: - Elke fase zou stedenbouwkundig een acceptabel model zijn. Uiteraard heeft de eindfase de uitgesproken voorkeur. - Het (semi) openbare pad kan ervoor zorgen dat het model functioneel en ruimtelijk een onderdeel van het dorp kan worden. - Het plan kan goed gefaseerd worden waarbij delen van bestaande scholen in bepaalde fases gehandhaafd kunnen worden. - Locatie van de bestaande Toermalijn wordt vrijgespeeld om de “groene long” te laten doorlopen of de locatie te ontwikkelen. - Bestaande fietspad wordt behouden.
21
22
4.2 Conclusies Bavel Nieuwbouw op de locatie is mogelijk waarbij een compacter volume gerealiseerd kan worden waardoor ruimte vrij om voor groenvoorziening of een andere bestemming. Ook is het mogelijk om op de locatie nieuwbouw te realiseren in losse units waardoor veel groene tussenruimte ontstaat. In Bavel ontstaat in alle scenario’s een compacter volume door verplaatsing van De Toermalijn in de richting van De Spindellocatie. Daarmee wordt de bestaande Toermalijnlocatie vrijgespeeld en kan, zo nodig, voor een andere functie worden ingezet. Het meest dure scenario is volledige nieuwbouw van beide scholen; dit heeft als nadeel dat voor beide scholen langdurig tijdelijke huisvesting noodzakelijk is. De twee scenario’s waarin gefaseerd tot nieuwbouw wordt gekomen, heeft als voordeel dat delen van de bestaande scholen ingezet kunnen worden voor tijdelijke huisvesting. Het scenario met behoud van de bestaande Spindel is daarmee per definitie goedkoper en ten aanzien van de beschikbare middelen ook realistischer. Aan dit scenario wordt nu de voorkeur gegeven. Binnen de twee laatstgenoemde scenario’s zal in overleg met de schoolbesturen een definitieve keuze worden gemaakt. De realisatie zal immers in het licht van de doordecentralisatie hoogstwaarschijnlijk onder hun verantwoordelijkheid plaats vinden.
inschatting financiële consequenties per fase
23