VOORSTEL Adviescommissie Dagelijks bestuur Algemeen bestuur
10 maart 2014 13 maart 2014 5 juni 2014
Voorbereid door Bijlagen
Alex Rohof en Marieke van Beugen Geen
agendapunt 10
RAUM SLOEPENNETWERK LAAG HOLLAND Nieuw voorstel aanleg sloepennetwerk in het RAUM. Het algemeen bestuur besluit 1. In te stemmen met de aanleg van het sloepennetwerk Laag Holland; 2. Eind 2016 de kosten voor beheer te evalueren. Onderbouwing besluit Een sloepennetwerk voor Laag Holland is een goed idee vinden recreatieschappen en gemeenten. Vanuit het oogpunt van RAUM is het gelukt om de projectkosten voor de aanleg van het sloepennetwerk (€ 140.000,-) extern te financieren. Voor de realisatie is dus vanuit het RAUM geen investering benodigd. In november 2013 heeft recreatieschap Twiske Waterland ingestemd met de aanleg van het sloepennetwerk, en de kosten hiervan, en heeft ook een jaarlijks beheerbudget van € 20.000,beschikbaar gesteld. Op verzoek van het RAUM is onderzocht of het haalbaar is het beheer van bebording in samenwerking met ondernemers op te pakken om zo de beheerkosten te drukken. Dit is niet haalbaar gebleken. Het blijkt eerder kostenverhogend te werken door de (extra) benodigde controle op de werkzaamheden. Er is gekozen om het beheer van de bebording door een aannemer te laten uitvoeren. Een bijdrage in natura van ondernemers in de promotie van het sloepennetwerk (meenemen in eigen promotie uitingen en promoten app) is wel haalbaar. Bijdrage aan schapsdoelen Het sloepennetwerk Laag Holland draagt bij aan een evenwichtige ontwikkeling van de openluchtrecreatie en sluit aan bij de visie van het schap om meer activiteiten in het gebied te ontwikkelen. Intensivering samenwerking met toeristisch/recreatief bedrijfsleven. Financiële consequenties Geen kosten voor het recreatieschap voor aanleg ven het netwerk. Het project wordt als volgt gefinancierd: € 60.000,- TwiWa; € 60.000,- provincie Noord-Holland; gemeenten Alkmaar, Zaanstad, Amsterdam en Purmerend ieder € 5.000,-. www.sloepennetwerk.nl en app voor eigen rekening van de ontwikkelaar. De kosten voor beheer zijn nog niet exact bekend, maar zijn vrijwel zeker lager dan € 10.000,-. De kosten voor beheer worden eind 2016 geëvalueerd.
Juridische consequenties Het project wordt getrokken door Recreatieschap TwiWa en ook het beheer wordt hier ondergebracht. Bestuurlijke achtergrond In juni 2012 hebben het RAUM en Twiske-Waterland opdracht gegeven een zo groot mogelijk deel van de projectkosten extern gefinancierd te krijgen. In november 2013 heet Twiske-Waterland ingestemd met de realisatie van het sloepennetwerk. Het RAUM heeft de besluitvorming aangehouden in afwachting op nader onderzoek naar het oppakken van het beheer samen met ondernemers.
Pagina 1 van 6
Communicatie Publiek: na besluit algemeen bestuur (AB) informeren dat het netwerk wordt gerealiseerd en als het netwerk ingericht is; Projectpartners: Actief betrekken in project- en beheerorganisatie (onderdeel promotie en klein deel beheer bebording).
Pagina 2 van 6
Opmerkingen AC 7 oktober 2013 Opmerkingen DB 17 oktober 2013
De adviescommissie adviseert conform het voorstel. Discussie over bijdrage van ondernemers. Dit zou moeten worden gestimuleerd. Het dagelijks bestuur besluit het voorstel voor de vergadering van het algemeen bestuur te agenderen.
Achtergrond bij het voorstel In 2010 is het sloepennetwerk Holland-Rijnland opengesteld en met enthousiasme ontvangen door zowel recreanten als watersportondernemers en horecagelegenheden aan het water. De ontwikkelaar van dit sloepennetwerk probeert omliggende regio’s te bewegen hun voorbeeld te volgen. Na bijeenkomsten in intergemeentelijk verband van Stadsregio Amsterdam en Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Waterland (ISW) is door Recreatie Noord-Holland (RNH) een idee uitgewerkt voor een sloepennetwerk in de regio Laag Holland – de werkgebieden van RAUM en LW. In juni 2012 hebben de besturen van de recreatieschappen Twiske-Waterland en het RAUM het idee van een sloepennetwerk voor Laag Holland verwelkomd. Opdracht is door hen gegeven een zo groot mogelijk deel van de projectkosten extern gefinancierd te krijgen. Daarnaast is ook Recreatie Midden Nederland, mede op verzoek van de gemeenten in die regio en de provincie Zuid-Holland en Utrecht, actief aan de slag het sloepennetwerk vanuit het Hollands Plassengebied uit te breiden in de richting van het Groene Hart, de Vinkeveense Plassen en de Loosdrechtse Plassen. Ook heeft RNH in opdracht van de gemeente Haarlem de haalbaarheid verkend van uitbreiding van het sloepennetwerk in de regio Zuid-Kennemerland, om zo aansluiting te krijgen tussen het Hollands Plassengebied en Laag-Holland. Ook Amsterdam en de regio Westfriesland staan positief tegenover realisatie van een sloepennetwerk waarbij wordt aangesloten op bestaande sloepennetwerken met als doel een zo groot mogelijk dekkend gebied te krijgen. Echter dienen nog financiële middelen gevonden te worden en knelpunten opgelost worden. Argumentatie Meerwaarde recreant en ondernemers in de regio De verwachting is dat het sloepennetwerk, en daarmee aansluiting op andere regio’s voor de recreant veel plezier en duidelijkheid betekent. Ook ondernemers zijn erg enthousiast. Dit wordt ook bevestigd doordat recreanten en ondernemers erg te spreken zijn over de reeds gerealiseerde fietsroutenetwerken, wandelnetwerken en het kanoroutenetwerk Wormer- en Jisperveld. Economisch nut Alvorens tot cofinanciering over te kunnen gaan heeft de provincie gevraagd het economisch perspectief van deze investering uit te werken. Dit heeft in februari 2013 geresulteerd in een rapportage van Decisio. Als gevolg van de realisatie van het sloepennetwerk is een groei van 1% van watersportbestedingen te verwachten. Dit komt voor de regio Laag Holland neer op een jaarlijkse omzetgroei uit verhuur van sloepen van € 20.000,- en extra bestedingen in horeca van € 70.000,-. Deze vorm van waterrecreatie ondersteunt vooral het midden- en kleinbedrijf: verhuur van sloepen als neventak van een agrarisch of horecabedrijf. De uitkomsten van dit onderzoek zijn ook behandeld in het portefeuillehouders overleg economische zaken van het ISW resulterend in een positief advies om over te gaan tot aanleg van het sloepennetwerk Laag Holland. Projectkosten De uitvoering van het project zijn geraamd op een bedrag van € 155.000,- inclusief btw. Hiervan is 10% opgenomen als onvoorziene projectkosten. Externe financiering Er is een ronde gemaakt langs betrokken lokale overheden en belanghebbende ondernemers in de regio. De vier grote gemeenten in de regio Laag Holland: Alkmaar, Amsterdam, Purmerend en Zaanstad zijn bereid ieder € 5.000,- bij te dragen vanuit hun economisch beleid. Van alle vier gemeenten zijn de formele toezeggingen ontvangen. De provincie Noord-Holland is bereid een projectsubsidie van € 60.000,- te verlenen ten laste van het Programma Groen, onderdeel Laag Holland. De subsidiebeschikking is ontvangen. Het Recreatieschap TwiWa heeft haar eigen bijdrage van € 60.000,- opgenomen in haar programmabegroting 2014. Ook heeft een groep ondernemers aangegeven een bijdrage in natura te willen leveren in het onderhoud van de bebording en promotie van het netwerk via hun eigen websites.
Pagina 3 van 6
Allen geven aan dat een directe financiële bijdrage niet haalbaar is. Deze bijdrage kan gewaardeerd worden op een bedrag van circa € 10.000,- per jaar. Eigen bijdrage recreatieschappen De kosten voor het sloepennetwerk vallen grofweg uiteen in twee verschillende componenten: Projectkosten realisatie bebording en informatiepanelen sloepennetwerk, netwerkkaart en app; Deze kosten voor de realisatie zijn éénmalig en kunnen worden gedekt uit projectsubsidies van provincie en de vier grote gemeenten, aangevuld met een bijdrage van Twiske Waterland. Vanuit het RAUM is dus géén investering vereist voor de realisatiefase. De beheerorganisatie: beheer en onderhoud bebording en promotiekosten. De kosten van beheer, onderhoud en promotie zijn structureel van karakter en komen ieder jaar weer terug zolang het netwerk blijft bestaan. Controle/signalering, schoonmaken en reparatie en vervangen van bebording (circa 500 stuks) verspreid over het 310 km tellende netwerk vormt hierin de hoofdmoot. Daarnaast dient structureel het netwerk gepromoot te worden. Uitgangspunt is dat het netwerk voor minimaal een periode van 15 jaar in stand gehouden moet worden. De verwachting is dat het sloepennetwerk voor het vaarseizoen 2015 is gerealiseerd. Gedurende het jaar 2015 zullen uren beschikbaar moeten zijn voor beheerwerkzaamheden, maar een volledige beheerronde (en dus volledige kosten) zal pas plaats vinden vanaf 2016. De afgelopen periode is onderzocht op welke manier het onderdeel ‘beheer bebording’ het beste kan worden opgezet. Dit beheeronderdeel vormt namelijk de grootste kostenpost. Er zijn drie opties onderzocht: 1. Een beheerorganisatie in samenwerking met een aantal ondernemers; 2. Een beheerorganisatie in samenwerking met een professionele aannemer; 3. Een combinatie van 1 en 2. Uit intern overleg met de afdeling Beheer en extern overleg met andere beheerorganisaties die reeds een sloepennetwerk hebben gerealiseerd en het Watersportverbond is gebleken dat één goede jaarlijkse beheerronde, voorafgaand aan het vaarseizoen in de periode jan-mrt, voldoende is. Onder een goede beheerronde wordt verstaan dat de gehele route wordt gevaren (310km) en alle bebording wordt schoongemaakt, gecontroleerd op juistheid en beschadigingen en waar nodig wordt vervangen. Uit overleg met aannemers is gebleken dat het netwerk van 310km aanzienlijk is en dat voor de controleronde minimaal 10 dagen moet worden gevaren. De geraamde kosten vallen naar verwachting wel binnen het reeds door Twiske Waterland gereserveerde beheerbudget. Naar aanleiding van gesprekken met ondernemers en het Watersportverbond is naar voren gekomen dat slechts enkele ondernemers bereid zijn tot het leveren van een bijdrage in natura in het beheer van bebording. De aantallen kilometers netwerk die een ondernemer in beheer zou willen nemen is erg beperkt, afgezet tegen de 310km die het netwerk beslaat. Een ondernemer laat zich ook moeilijk vastleggen voor de periode in het jaar waarin dit beheer dient te worden uitgevoerd. Om te profiteren van de bijdrage in natura van ondernemers zijn dus veel bereidwillige ondernemers benodigd. De recreatieschappen blijven te allen tijde verantwoordelijk voor het beheer van het netwerk en dienen de beheerwerkzaamheden te controleren. Ervaring leert dat het aansturen en controleren van diverse (vrijwillige) ondernemers erg tijdrovend is en vaker wel dan niet er zelf nog (herstel)werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Een professionele aannemer laat zich goed aansturen en voert de werkzaamheden volgens opdracht uit. Aansturing en controle hierop is veel minder tijdrovend, het betreft hier ook maar één partij in plaats van meerdere. Collega beheerorganisaties die reeds een sloepennetwerk in beheer hebben adviseren ook allen met een professionele aannemer te werken in plaats van met vrijwillige ondernemers. Een combinatie werkt dus ook kostenverhogend. Er is er dan ook voor gekozen om voor het beheer van de bebording samenwerking te zoeken met één aannemer. Er zijn wel voldoende mogelijkheden om gedurende het gehele jaar betrokken ondernemers een “signaleer”-rol te geven: het gehele jaar kan aan het schap worden doorgegeven waar bebording ontbreekt of is beschadigd. Het schap verzamelt deze meldingen en lost deze ofwel direct op of neemt dit mee in de jaarlijkse beheerronde. Zo kan een ondernemer toch nog vrijwillig en vrijblijvend een bijdrage leveren aan het beheer.
Pagina 4 van 6
Op het vlak van communicatie/promotie moet de voorraad en distributie van een promotiekaart worden uitgevoerd, alsmede de afstemming met de beheerder van de website en de app is nodig. Uit overleg met de ondernemers is gebleken dat de bereidheid een bijdrage in natura te leveren aan de promotie van het sloepennetwerk veel groter is dan aan het beheer van de bebording. Op basis van ervaringen van RNH voor het beheer en onderhoud van de fietsknooppuntnetwerken is gerekend met een jaarlijkse kostenpost van circa € 30.000,-/jaar, waarvan circa €5.000 voor de hardcopy promotiekaart. Deze kosten zouden voor 30% ten laste van het RAUM en voor 70% ten laste van Twiske Waterland moeten komen rekening houdend met de werkgebieden van beide schappen. Inmiddels heeft Twiske Waterland een bedrag van €20.000 gereserveerd voor beheer. Het RAUM heeft tijdens de vorige vergadering aangegeven vanwege de financiële positie van het schap geen bijdrage te kunnen leveren in de beheerkosten. Dit houdt in dat de verwachte beheerkosten nog niet voldoende zijn gedekt, maar onderzoek wijst uit dat er mogelijkheden zijn om met het reeds beschikbare budget minimaal het beheer van de bebording uit te voeren. Het jaarlijks updaten en opnieuw laten drukken van de hardcopy kaart is naar verwachting echter niet meer mogelijk. Er dient dan ook te worden ingezet op een eerste editie van de hardcopy kaart die enkele jaren mee kan en die digitaal beschikbar is via de website. De website en de app worden wel jaarlijks bijgewerkt. Daarnaast is de ANWB benaderd om de knooppunten op te nemen op de Vaarwaterkaart, een kaart die tweejaarlijks door de ANWB wordt ge-update. De ANWB staat hier positief tegenover. Voorgesteld wordt het jaar 2016, het eerste volledige beheerjaar, nauwkeurig de kosten voor beheer te monitoren en dit te evalueren in beide recreatieschappen. Overwegingen Kanalen, vaarten en sloten Het sloepennetwerk maakt gebruik van bestaande kanalen, vaarten en sloten die in eigendom, beheer en onderhoud van overheden en particulieren zijn. De kanalen en vaarten zijn in beheer van provincie, gemeenten en Hoogheemraadschap. De sloten vaak van de eigenaren en gebruikers van de aanliggende percelen: natuurbeheerorganisaties, agrariërs en particulieren. Alle watergangen die voor het sloepennetwerk gebruikt gaan worden zijn nu al voor recreatievaart in gebruik. Effecten op natuur Gelet op het feit dat gebruik gemaakt wordt van bestaande vaarwegen die deels ook door Natura 2000, Ecologische Hoofd Structuur en ecologische verbindingszones voeren is het van belang oog voor natuurwaarden te hebben. Onderzoek door Decisio geeft aan dat door aanleg van het sloepennetwerk een groei van 1% van de waterrecreatie in de regio Laag Holland is te verwachten. Uitgangspunt is dat deze beperkte groei is op te vangen binnen het bestaande en bestendige beheer van deze gebieden. Er wordt bij normaal gedrag van de watersporters geen nadelige invloed op de natuurwaarden verwacht. Toezicht en handhaving Het toezicht en handhaving op het water is een aandachtspunt. Zowel de politie als de recreatieschappen hebben hierin een taak. De beschikbare capaciteit bij beide organisaties is beperkt en in de ogen van sommige belanghebbende ondernemers en aanwonende burgers in de huidige situatie al te klein. Gelet op de kleine groei die als gevolg van dit project in het aantal watersporters is te verwachten is vooralsnog niet uitgegaan van capaciteitsuitbreiding voor toezichthouders van de recreatieschappen. Voor Waterland Oost wordt in 2014, net als in 2013, een klachtenregistratie bijgehouden rond het Twiske Waterland project “2e fase elektrisch varen, infrastructuur en pleisterplaatsen”. De cijfers van 2013 geven nog geen aanleiding om extra handhavingscapaciteit beschikbaar te stellen, de cijfers van 2014 worden afgewacht. Vervolg Uitvoering Plan van Aanpak, doorlooptijd november 2013 – mei 2015 • Go/Nogo besluiten besturen recreatieschappen nov/dec ’13 (TwiWa) en juni 2014 (RAUM) e e • Voorbereiding inrichting, site, app’s en kaart, 2 en 3 kwartaal 2014 e e • Realisatie inrichting, site, app’s en kaart, 3 en 4 kwartaal 2014
Pagina 5 van 6
• Vormgeving beheerorganisatie, 2014 • Nazorgfase, 2e kwartaal 2015 Beheer, Onderhoud en Promotie 2015 - 2030 Akkoord programmamanager In overleg met manager Advies
Pagina 6 van 6
Henk Wijkhuisen Wim Nieuwenhuis